De mediacampagnes over klimaatverandering zetten de dringende noodzaak om te stoppen met de uitstoot van broeikasgassen vaak tegenover de specifieke noden van de arbeiders of zelfs ‘de ongeschoolden’. We hebben de Gele Hesjes in Frankrijk, die oorspronkelijk protesteerden tegen een belasting op koolstof, die de kosten van benzine onbetaalbaar zou maken terwijl er geen adequaat openbaar vervoer is, of de leuze ‘Trump delft kool’ toen hij deed alsof hij de kolenindustrie verdedigde en de arbeiders die daarvan afhankelijk zijn. De campagne voor een Green New Deal (of soms ook wel een Groene Industriële Revolutie genoemd) beweert de problemen van de klimaatverandering, de werkloosheid en de ongelijkheid tegelijkertijd op te lossen.
Bijvoorbeeld: “De Groene New Deal van de Sunrise Movement zou de uitstoot van broeikasgassen door de elektriciteit, het transport, de productie, de landbouw en andere sectoren binnen 10 jaar uitbannen. Het zou ook gericht zijn op 100% herbruikbare energie en omvat een baangarantieprogramma ‘om iedere persoon, die dat wil, een baan te garanderen met een salaris waar hij van kan leven’. Het zou trachten om de ‘diepgewortelde raciale, regionale en op geslacht gebaseerde ongelijkheden in inkomen en rijkdom te verminderen’.” [1].
De noodzaak om het vernietigende effect van het kapitalisme op de natuur aan te pakken, en met name het gevaar van broeikasgassen, die de klimaatverandering in de hand werken, is onmiskenbaar. Dat geldt ook voor de toename van de ongelijkheid die inherent is aan het kapitalisme, en voor het feit dat economen al wijzen op de manier waarop de toename van de schulden en de handelsoorlog tussen de VS en China de tekenen vormen van een naderende recessie. De Green New Deal klinkt dan ook als iets vanzelfsprekends.
Degenen die waarschuwen tegen oplichters zeggen vaak dat als een overeenkomst te mooi klinkt om waar te zijn, het waarschijnlijk wel zo is. Laten we dus eens goed kijken naar de Green New Deal - vanuit het oogpunt van haar verwijzing naar de staatskapitalistische maatregelen van Roosevelts New Deal in de jaren 1930; vanuit het oogpunt van het onvermogen van de kapitalistische natie - staat om een wereldwijd probleem aan te pakken; gezien de implicaties van de politiek voor het milieu; en vooral de manier waarop de politiek de werkelijke aard van het kapitalisme verbergt en de ontwikkeling van het bewustzijn en de strijd van de arbeidersklasse ondermijnt.
The Green New Deal ontleent haar inspiratie aan een staatskapitalistische politiek uit de jaren 1930 om de economische groei weer op gang te brengen als reactie op de depressie [2]. De New Deal zelf greep terug op de leiding van de economie door de staat in de voorgaande Grote Oorlog in 1917-1918. Naast het financieren van de broodnodige infrastructuur, bouwde de Dienst voor Openbare Werken (DOW) “talrijke oorlogsschepen, waaronder twee vliegdekschepen; het geld was afkomstig van het DOW-agentschap. DOW bouwde ook oorlogsvliegtuigen, terwijl via de verplichte werkverschaffing militaire bases en vliegvelden werden aangelegd” [3]. Dit was niet anders dan de politiek van Duitsland in die tijd, toen veel van de autobanen werden aangelegd als onderdeel van de voorbereiding op de komende oorlog.
Klimaatverandering is een wereldwijd probleem, dat niet land voor land kan worden aangepakt, maar toch wil de Green New Deal dat doen: “Een Green New Deal voor het Verenigd Koninkrijk...”, “Schotland is uniek geplaatst, gezien de overvloed aan herbruikbare bronnen...” [4], “Met de bedoeling de vervuiling door de Amerikaanse broeikasgassen zo goed als uit te bannen ...” [5]. Dit is klinkklare onzin: zelfs de boekhouding van de broeikasgassen, die op nationale vlak worden gedaan, is frauduleus. Zo bijvoorbeeld worden 40% van de in de UK geconsumeerde goederen die broeikasgassen voortbrengen ingevoerd en worden niet meegeteld in de nationale cijfers. Het kapitalisme vervuilt wereldwijd, en dit verspreidt zich tot in de verste uithoeken van de oceanen en de meest desolate delen van het Noordpool.
Oppervlakkige ideeën over een nieuwe groei op basis van groene energie beloven misschien de economische groei in stand te houden, gebaseerd op staatsuitgaven, maar zijn niet gebaseerd op een echte wereldwijde afweging van de gevolgen van de milieuvernietiging en de broeikasgassen die ze veroorzaken. De overstap naar herbruikbare energiebronnen vereist grote hoeveelheden zeldzame metalen, waarvan de mijnbouw een enorme vervuiling veroorzaakt in China, waar 70% van deze grondstoffen worden gewonnen. De productie van lithium in de Atacama - woestijn in Chili heeft de zoutwatermeren, waar de flamingo’s van afhankelijk zijn, al vernietigd en beroofd van de watervoerende laag van vers water, waardoor de landbouw in de regio is vernietigd. Ondertussen geven 2 bedrijven, Albemarle en SQM, elkaar de schuld van het niet naleven van de regels. Kobalt moet nu van de oceaanbodem worden gewonnen, zonder dat het duidelijk is wat dit zal doen met de ecologie van een deel van de wereld waar we weinig van weten - en aangezien het nodig is voor herbruikbare energie gebeurt dit zogenaamd om ‘de planeet te redden’. Als we nieuwe elektrische auto's moeten kopen, zal dit ongetwijfeld de auto-industrie in stand houden, maar wie neemt de verantwoordelijkheid op voor de uitstoot van broeikasgassen bij een dergelijke productie?
Om te begrijpen hoe de kapitalistische beschaving zo roekeloos kan omgaan met de wereld waarvan we allemaal afhankelijk zijn, is het noodzakelijk om de aard van het kapitalisme zelf te begrijpen.
De Green New Deal belooft door middel van de burgerlijke staat de vernietiging door het kapitalisme van het milieu, met name de klimaatverandering, terug te draaien; dat is echter niet mogelijk. Het kapitalisme is geen regeringspolitiek waarvan de verschillende wetten naar believen door een parlement kunnen worden aangenomen of gewijzigd, maar het resultaat van de lange historische ontwikkeling van de mechanismen van de kapitalistische productiewijze. Een belangrijke stap in die richting was de scheiding van de producenten van hun productiemiddelen, bijvoorbeeld toen de boeren van het land werden verdreven ten gunste van schapen voor de meer lucratieve wolindustrie.
Hierdoor ontstond een systeem van veralgemeende productie van waren, productie voor de markt. In plaats van boeren, die met het land bijna alles konden produceren wat ze nodig hadden, kwamen er loonarbeiders die alles moesten kopen. De kapitalisten waar ze voor werken - of het nu gaat om een individuele zakenman, een onderneming, een multinational of een staatsbedrijf - concurreren met elkaar om met winst te verkopen. De Green New Deal kan niets veranderen aan de manier waarop het kapitalisme werkt.
Het kapitaal heeft echte gouden handjes: als het de zaak draaiende wil houden moet alles wat het produceert met winst verkocht worden, alles meegerekend, ongeacht wat er wordt geproduceerd. Maar voor het kapitaal zijn de hulpbronnen van de natuurlijke wereld een gratis geschenk, zoals Marx heeft laten zien. “Natuurlijke elementen die in productie gaan als agenten zonder iets te kosten, welke rol ze ook mogen spelen in de productie, gaan niet in als bestanddelen van het kapitaal, maar eerder als een vrije natuurlijke kracht van het kapitaal; in feite een vrije natuurlijke productiekracht van de arbeid, maar een die op basis van de kapitalistische productiewijze zichzelf presenteert als een productiekracht van het kapitaal, zoals elke andere productiekracht.” [6].
In het kapitalisme heeft iets wat niets kost geen (ruil)waarde, het kan naar believen worden gebruikt en geplunderd. In dit kader is een onbetaalbaar regenwoud waardeloos. Een boer die bomen van het regenwoud kapt omdat hij oliepalm, soja of een ander gewas wil planten, wordt gedwongen dit te doen, omdat hij daar het meeste geld mee kan verdienen, of gewoon omdat het de enige manier is waarop hij genoeg kan verdienen om te leven. Binnen het kapitalisme kan de vraag of een economische activiteit beantwoordt aan de behoeften van de natuur of de mensheid niet worden gesteld, alleen of deze winstgevend is of niet.
In de 19e eeuw, toen het kapitaal zich over de hele wereld uitbreidde, was het al vervuilend en vernietigend voor de natuur. De vervuiling door de mijnbouw en de industrie is bekend, evenals de geschiedenis van het rioolafvalwater dat uit de grote steden wegstroomt. Het effect op de bodem is minder bekend.
“Evenals in de stedelijke industrie wordt in de moderne landbouw een grotere productiviteit en een grotere mobiliteit van de arbeid verkregen ten koste van vernietiging en verzieking van de arbeidskracht zelf. Meer nog, iedere vooruitgang in de kapitalistische landbouw is niet alleen een vooruitgang in de kunst om arbeiders te beroven, maar tevens in de kunst van roof op de grond; iedere vooruitgang in het opdrijven van de vruchtbaarheid van de grond voor een bepaalde periode, is tevens een vooruitgang in het vernietigen van de duurzame bronnen van deze vruchtbaarheid. Naarmate een land zich voor zijn ontwikkeling meer baseert op de grootindustrie (zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten) des te sneller werkt dit vernietigingsproces. De kapitalistische productie is dus alleen maar in staat de techniek en de combinatie van de maatschappelijke productieprocessen tot ontwikkeling te brengen, doordat zij gelijktijdig de bronnen van alle rijkdom ondergraaft: de grond en de arbeider.” [7] [2]
Wat Marx voor de 19e eeuw beschrijft is alleen maar erger geworden. Tegen het einde van die eeuw kon Kautsky schrijven dat: “meststoffen ... maken het mogelijk om de vermindering van de bodemvruchtbaarheid te voorkomen, maar de noodzaak om deze in steeds grotere mate toe te passen betekent alleen maar meer lasten voor de landbouw, die niet noodzakelijk zijn voor de natuur, maar die het gevolg zijn van de bestaande maatschappelijke omstandigheden. Als de tegenstelling tussen stad en platteland wordt opgeheven, zouden de stoffen, die aan de bodem zijn onttrokken, steeds weer volledig kunnen terugvloeien.” [8] Sindsdien is de landbouw, net als de industrie, enorm uitgebreid, zijn de opbrengsten en de productiviteit enorm toegenomen en zijn de meststoffen, die nodig zijn om dit in stand te houden, een echte bedreiging voor de bodem en de waterwegen geworden.
Hoe vervuilend, moorddadig en uitbuitend het kapitalisme ook was toen het zich over de hele wereld uitbreidde, de periode die begon met de Eerste Wereldoorlog heeft een helse spiraal van vernietiging van de natuur en van het menselijk leven laten zien. De Eerste Wereldoorlog werd gevolgd door de Tweede Wereldoorlog en de lokale oorlogen, gesteund door imperialistische grootmachten, zijn sindsdien hand over hand toegenomen. En omdat de kapitalisten en de staten werden gedwongen tot een scherpere economische en militaire concurrentie, heeft de vernietiging van het milieu alleen maar een nieuwe omvang bereikt. Het kapitalistische bedrijfsleven, of het nu privé is of door de staat geleid wordt, heeft zijn vervuiling en roofbouw op de hulpbronnen van de aarde tot ongekende hoogten opgedreven. Waaraan we nog de vervuiling en de vernietiging moeten toevoegen die door de militaire legers en in oorlogen worden aangericht (zie ‘Ecological disaster: the poison of militarism’ op onze website [9]).
Het gevaar voor het milieu, voor het klimaat, in één woord, voor de natuur, kan niet worden overwonnen zonder het kapitalisme omver te werpen. De Green New Deal zal niet succesvoller zijn dan de regeling voor de handel in emissierechten, die de uitstoot van broeikasgassen probeerde te beperken door middel van marktmechanismen. Erger nog, door een valse ‘oplossing’ te bieden kan het alleen maar illusies verspreiden in de arbeidersklasse, waardoor het leven van dit systeem wordt verlengd en het gevaar toeneemt dat het wegzakt in een onherstelbare barbaarsheid.
Alex
[1] [3] https://www.theguardian.com/environment/2018/dec/29/green-new-deal-plans [4]...
[2] [5] Zie: “90 years after the 1929 crash: decadent capitalism can never escape the crisis of overproduction”, https://en.internationalism.org/content/16760/90-years-after-1929-crash- [6]...
[3] [7] https://en.wikipedia.org/wiki/New_Deal [8]
[4] [9] https://neweconomics.org [10]
[5] [11] https://www.theguardian.com/environment/2018/dec/29/green-new-deal-plans [4]...
[6] [12] Karl Marx, “Das Kapital III, Kapital 44: Differentialrente auch auf schlechtesten bebauten Boden”.
[7] [13] Karl Marx, “Het Kapitaal Deel I, Hoofdstuk 13: Machinerie en grootindustrie, Grootindustrie en landbouw”.
[8] [14] Karl Kautsky, “Die Agrarfrage, Erster Abschnitt: Die Entwicklung der Landwirtschaft in der kapitalistischen Gesellschaft, IX. Die wachsenden Schwierigkeiten der warenproduzierenden Landwirtschaft”.
[9] [15] https://en.internationalism.org/content/16734/ecological-disaster-poison [16]...
In deze vreemde dagen waarin het abnormale de norm is geworden, (...) is een groep kameraden, die al jaren in verschillende initiatieven in de stad Alicante de strijd aanbindt (...), samengekomen om een debat op gang te brengen over de huidige en de historische situatie. Onze strijdwil, die in de loop der jaren in verschillende richtingen is gegaan, behoudt twee elementen (...): de bevestiging van de reële behoefte aan autonomie van de arbeidersklasse (onze klasse) en het proletarische internationalisme. Bijgevolg (...) erkennen we onszelf in de historische en internationale revolutionaire beweging van het proletariaat.
- De permanente behoefte aan accumulatie van kapitaal bepaalt het voortbestaan van de crises. De historische wetenschap van de arbeidersklasse stelde een patroon vast: om de 10 tot 15 jaar is de crisis een onstuitbaar fenomeen.
- De crisis werd opgelost door de vernietiging van mensen, goederen en markten; oorlog is het meest geliefde middel voor de noodzakelijke vernietiging, die wordt opgelegd door de zelfmoordlogica van het kapitaal.
- De globalisering van het kapitalisme (sinds het begin van de 20e eeuw) en de geleidelijk verdwijning van de pre-kapitalistische markten (...) leidden tot een situatie van geaccumuleerde crisis, waarbij zich grootschalige imperialistische oorlogen (...) ontwikkelden.
- De tweede imperialistische wereldoorlog en de verschrikkelijke verwoesting die deze veroorzaakte (...) hebben het economisch herstel van de ‘30 glorieuze jaren’, jaren van wederopbouw en versnelde groei, teweegbracht. Een stoot zuurstof aan het kapitaal, in het nauw gedreven door zijn eigen ontwikkeling.
- Sinds de terugkeer van de crisis (jaren 1970) en van de proletarische strijd, zijn er een aantal pogingen van het kapitaal om ons te mobiliseren voor een grote oorlog, of voor lokale oorlogen (...).
- Twee factoren hebben de ontwikkeling van een grootschalige oorlog in de klassieke zin echter verhinderd: de mensheid weigerde zich te laten mobiliseren voor nieuwe oorlogen, er was een bewustzijn (...) van logische afwijzing van oorlog vanuit een pacifistisch, niet-revolutionair oogpunt. (...) Aan de andere kant zou de verspreiding van kernwapens wel eens kunnen uitlopen op een ultiem oorlogsavontuur. De bourgeoisie, een gewetenloze klasse, is niet bang om het bloed van anderen te vergieten als ze voor haar eigen huid vreest.
Ideologisch gezien verergert het de meest wrede elementen van de heersende ideologie, de pijlers waarop het valse bewustzijn van de werkelijkheid rust: nationalisme, de verdediging van de natie en de verenigde strijd over alle klassenverdelingen in de maatschappij heen (…) ten gunste van de heilige NATIONALE EENHEID. De strategie van atomisering en scheiding (…) tot in de perfectie uitgekristalliseerd in de lock-down.
Politiek gezien vernieuwt het de behoeften van het staatskapitalisme, de superieure en leidende rol van de staat als waarborg voor en directe bemiddelaar van alle, ALLE, menselijke verhoudingen. (…) De repressie met het virus als excuus, de militarisering van het sociale leven, zijn slechts enkele symptomen van deze ziekte, (…) en ze willen ons allemaal veranderen in kleine soldaten, volgens die walgelijke MILITAIRE logica.
Op economisch gebied (...) is de afgelopen jaren een handelsoorlog gevoerd tussen China, de VS en de EU. De protectionistische politiek is toegenomen (...) een hypothese doemt op en is verweven met de behoeften van de imperialistische oorlog:
Wij vragen ons af of het virale fenomeen een substituut kan zijn voor de klassieke imperialistische oorlogsvoering, aangezien het zijn vermogen om de arbeidskracht, de goederen en de markten te vernietigen op één lijn zou kunnen stellen en zo de cyclische processen van de wederopbouw zou kunnen bevorderen. Als deze optie levensvatbaar is (ze hangt niet alleen af van de wil van de bourgeoisie), zal de heruitgave van deze situaties, noodtoestanden en de tijdelijke en gedeeltelijke verlamming van bepaalde economische gebieden, cyclisch en permanent worden. (...) Met andere woorden, het zou de vorm aannemen van een grootschalige imperialistische oorlog in de onmiddellijke toekomst.
Wij hebben echter ernstige twijfels over deze hypothese, omdat deze, naast de vernietiging van markten en goederen (die door de economische ineenstorting mogelijk is), miljoenen doden zou moeten veroorzaken om genoeg arbeidskrachten te vernietigen die anders in armoede zouden worden achtergelaten. Dit lijkt niet het geval te zijn: Het aantal sterfgevallen, ook al krijgt het veel media-aandacht, is verre van alarmerend; het lijkt er eerder op dat ze de ineenstorting van de ziekenhuizen willen voorkomen. De dagelijkse ellende alleen al veroorzaakt in de geïndustrialiseerde landen miljoenen doden door honger en ziekte of vervuiling.... En hoewel het evengoed mogelijk is, is het zelfs voor de elites te gevaarlijk, omdat het vergelijkbaar is met een kernoorlog. Met andere woorden, een echte grote virale pandemie zou zowel de rijken als de armen treffen, tenzij ze het vaccin van tevoren hadden. (…)
- De grenzen van het kapitaal worden niet alleen, noch hoofdzakelijk, gevormd door de economische tegenspraken in deze wiskundige neiging om het winstvoet te verlagen. Het kapitaal toont in die zin zijn creatieve vermogen om nieuwe vormen van accumulatie te ontwikkelen, al is het maar op een valse basis, om het hoofd boven het bloed en de modder te houden.
- De echte grens van het kapitaal, in de zin van de MACHT om het omver te werpen en de wereld bij zijn wortels om te vormen, om het ware leven te vestigen in plaats van louter overleven, wordt gevormd door de proletarische wereldrevolutie.
- Zoals in elke imperialistische oorlog richt de bourgeoisie richt haar inspanningen op het ideologische terrein en bombardeert ons met een spervuur van banale acties die ze tijdens de lockdown uitvoert en ons actief en onnadenkend te houden (zoals goede zombies), terwijl ze haar klassieke ideologische elementen met kracht uitbreidt: verdediging van de nationale economie en afwijzing van ‘wat er buiten is’ (nu veranderd in een gevaarlijke ziekte) en wantrouwen jegens onze gelijken. Eenzaamheid zal ons blijven doden, sneller dan eender welk virus.
- Het is niet nodig om het bestaan van het virus te ontkennen, om de noodzaak te eisen om in de praktijk de wreedheid van de maatschappij, die werkelijke bestaat, te ontkennen. De militaire en oorlogszuchtige logica van het kapitaal.
- Vandaag, net als gisteren, zal de internationalistische en revolutionaire slagzin van het proletariaat zijn om alle bourgeoisieën en hun staten te confronteren en erop aan te dringen dat we, als we de keuze hebben, kiezen voor onze klassenautonomie, daar alle fracties van de bourgeoisie ongetwijfeld erger zijn.
Het is onze bedoeling om de discussie en het debat voort te zetten, de meest subversieve activiteit die vandaag de dag kan worden ontwikkeld is het terugwinnen van de wapens van de kritiek, en we willen die discussie openstellen voor alle kameraden die haar willen opnemen en hun standpunten met ons willen delen. Dit document is dus nog maar het begin van een debat... (wordt vervolgd)...
- Proletariërs van alle landen, laten we elkaar omarmen...
- Proletariërs van alle landen, laten we luid hoesten tegen de dichtstbijzijnde bourgeois
Fdo: ex-CAU’s
We verwelkomen het initiatief om bijeen te komen en te discussiëren. Het is een uitdrukking van de inspanning van het zelfbewustzijn van de arbeidersklasse en tegelijkertijd een bijdrage aan haar ontwikkeling.
De kameraden nemen als uitgangspunt hun gehechtheid aan de arbeidersklasse en het internationalisme. Zij zien dit als een kader voor discussie waarin meningsverschillen tot uitdrukking kunnen komen. Aan de andere kant zien zij hun reflecties als iets open, evoluerend, en verklaren zij dat zij van plan zijn om “het debat voort te zetten, de meest subversieve activiteit die vandaag de dag kan worden ontwikkeld is het terugwinnen van de wapens van de kritiek, en we willen die discussie openstellen voor alle kameraden die haar willen opnemen en hun standpunten met ons willen delen.”
Wij denken dat dit de juiste methode is in het proletarische milieu: uitgaan van wat ons verenigt om ons op datgene te richten wat ons onderscheidt op basis van een gezond en open debat. Dit is de methode die we gaan volgen in onze reactie om een discussie met andere groepen en kameraden aan te moedigen.
In het licht van de pandemische crisis en de dreigende economische crisis verwerpen de kameraden het feit dat het kapitalisme vanzelf zal verdwijnen, verpletterd door zijn eigen tegenspraken. Integendeel, ze bevestigen dat “de echte grens van het kapitaal, in de zin van de MACHT om het omver te werpen en de wereld bij zijn wortels om te vorem, om het ware leven te vestigen in plaats van alleen maar te overleven, de proletarische wereldrevolutie is”. Daarom “is het niet nodig om het bestaan van het virus te ontkennen om de noodzaak te eisen om in de praktijk de wreedheid van de maatschappij, die werkelijk bestaat, te ontkennen. De militaire en oorlogszuchtige logica van het kapitaal”. Dus “Vandaag, net als gisteren, zal de internationalistische en revolutionaire slagzin van het proletariaat zijn om alle bourgeoisieën en hun staten te confronteren, om erop aan te dringen dat we, als we de keuze hebben, kiezen voor onze klassenautonomie daar alle fracties van de bourgeoisie ongetwijfeld erger zijn.”
Wij delen deze standpunten volledig, evenals de aanklacht tegen de manier waarop het kapitaal de pandemische crisis ‘beheerst’: het profiteert van de lockdown om een ideologie van oorlog en nationale eenheid op te leggen, die atomisering, individualisme, ieder voor zich, allen tegen allen, de angst voor ‘het vreemde’ bevordert en dus een verraderlijk aanzet tot xenofobie en racisme is. “De bourgeoisie richt haar inspanningen op het ideologische terrein en bombardeert ons met een spervuur van banale acties die ze tijdens de lockdown uitvoert en ons actief en onnadenkend te houden (zoals goede zombies), terwijl ze haar klassieke ideologische elementen met kracht uitbreidt: verdediging van de nationale economie en afwijzing van ‘wat er buiten is’ (nu veranderd in een gevaarlijke ziekte) en wantrouwen jegens onze gelijken. Eenzaamheid zal ons blijven doden, sneller dan eender welk virus.”
We willen deze waardevolle gemeenschappelijke basis delen en analyseren wat we niet geldig vinden in de standpunten van de kameraden.
In een deel van hun tekst wordt gespeculeerd over de mogelijkheid dat de pandemie is uitgelokt door het kapitaal, zodat deze, door het massaal beëindigen van levens, de rol van een imperialistische oorlog heeft gespeeld: het liquideren van arbeidskrachten en goederen om de accumulatie van het kapitaal te hervatten[1]. De kameraden zelf hebben ernstige twijfels over deze ideeën.
De kameraden twijfelen desalniettemin aan de ernst van de pandemie: “Het aantal sterfgevallen, ook al krijgt het veel media-aandacht, is verre van alarmerend; het lijkt er eerder op dat ze de ineenstorting van de ziekenhuizen willen voorkomen. De dagelijkse ellende alleen al veroorzaakt in de geïndustrialiseerde landen miljoenen doden door honger en ziekte of vervuiling.” Het is niet de strikt virologische aard van de ziekte die haar zo dodelijk maakt, maar een reeks historische en sociale factoren van grote relevantie: de ineenstorting van de gezondheidssystemen over de hele wereld; de snelle en duizelingwekkende verspreiding ervan op basis van de enorme intensivering van de wereldproductie in de afgelopen decennia; de sociale en economische desorganisatie en verlamming die ze heeft veroorzaakt en verergerd; de reactie van de staten zelf die een duidelijke incompetentie en schandalige nalatigheid aan het licht brengt. Het is dit geheel van factoren, gekoppeld aan de historische fase van de ontbinding van het kapitalisme[2], dat het virus tot de katalysator maakt van een sociale crisis van mondiale omvang.
In de geschiedenis van de mensheid zijn de grote pandemieën in verband gebracht met historische momenten van verval in een productiewijze. De Zwarte Dood van de 14e eeuw brak uit in het verval van het feodalisme. De Eerste Wereldoorlog, de intrede van het kapitalisme in het verval, bracht de vreselijke pandemie van de Spaanse griep met zich mee, die 50 miljoen doden veroorzaakte.
Covid-19 is voor ons een uitdrukking van het verval van het kapitalisme en meer bepaald van zijn laatste fase, de fase van de ontbinding. Het moet worden begrepen in het kader van een systeem waarvan de tegenspraken enorme rampen hebben veroorzaakt, zoals twee wereldoorlogen en een eindeloze keten van nog meer verwoestende lokale oorlogen; de grote economische rampen die leiden tot chronische werkloosheid, toenemende onzekerheid, instortende lonen en wijdverspreide verarming; in klimaatveranderingen en milieuvernietiging die ook leiden tot rampen die als ‘natuurlijk’ worden bestempeld; in de algemene verslechtering van de gezondheid; en, niet in de laatste plaats, sociale ontwrichting met een morele barbaarsheid en ideologische ontbinding die allerlei mystieke en irrationele afwijkingen in de hand werkt.
Het is zeer positief dat de kameraden aandringen op de noodzaak van een wereldwijde proletarische revolutie als enig mogelijk antwoord op deze escalatie van de barbarij. Maar wat is de materiële basis voor deze eis? Voor ons is dat het verval van het kapitalisme, zoals het Platform van de Kommunistische Internationale (1919) al aangaf: “Een nieuw tijdperk is geboren! Het tijdperk van de ontbinding van het kapitalisme, van zijn innerlijke desintegratie. Het tijdperk van de kommunistische revolutie van het proletariaat”.
Deze pandemie toont precies de geldigheid aan van de toepassing van het marxistische concept van het verval - wanneer de productiewijze een rem wordt op de productiekrachten die het heeft ontwikkeld - op de situatie van het kapitalisme van vandaag. In de 14e eeuw werd de oorzaak van de pest niet begrepen; in 1918-1919 waren er nog geen virussen ontdekt. Maar vandaag de dag? Het Covid-19-virus werd binnen enkele weken gesequenceerd. Het ondraaglijke aan de sterfgevallen van het coronavirus is niet hun hoeveelheid, maar dat ze allemaal perfect te vermijden zouden zijn als de reeds bestaande wetenschap en technologie niet onderworpen zouden zijn aan de wetten van de winst en de concurrentie.
De kameraden ontwikkelen bepaalde ideeën die het begrip verval van het kapitalisme relativeren. Zo bevestigen ze dat “de constante behoefte aan accumulatie van kapitaal het voortbestaan van de crises bepaalt. De historische wetenschap van de arbeidersklasse stelde een patroon vast: om de 10 tot15 jaar is de crisis een onstuitbaar fenomeen”.
In de opkomst van het kapitalisme (zijn bloeiperiode in de 19e en het begin van de 20e eeuw) hadden de crises een cyclisch karakter omdat ze “een manifestatie waren van het feit dat de oude markten verzadigd waren en er een nieuwe expansie nodig was. Ze waren dus periodiek (om de 7 tot 10 jaar ....) en werden opgelost door het openen van nieuwe markten. (...) Ze braken abrupt uit (...). Ze waren van korte duur (...). Ze veralgemeenden zich niet naar alle landen. Ze veralgemeenden zich niet naar alle takken van de industrie. Ze leidden tot een nieuwe fase van industriële groei (.....). Ze vormden niet de voorwaarden voor een politieke crisis van het systeem.”[3]
In de opgaande periode waren de cyclische crises de manifestatie van de ontwikkeling van het kapitalisme: elk van hen vormde een stimulans voor nieuwe expansie over de hele wereld, voor de verovering van de markten en een spectaculaire ontwikkeling van de productiekrachten.
In het verval daarentegen (sinds het tweede decennium van de 20e eeuw) “ontwikkelden de crises zich op een progressieve manier. (...) Als ze eenmaal zijn begonnen, duren ze lang. Terwijl de relatie tussen recessie en welvaart in de 19e eeuw ongeveer 1:4 was (2 jaar crisis in een cyclus van 10 jaar), was de relatie tussen de lengte van de depressie en de lengte van de heropleving in de 20e eeuw ongeveer 2:1. Tussen 1914 en 1980 hebben we 10 jaar veralgemeende oorlog gehad (zonder de permanente lokale oorlogen te tellen), 32 jaar depressie (1918-22, 1929-39, 1945-50, 1967-80): in totaal 42 jaar oorlog en crisis, tegen slechts 24 jaar wederopbouw (1922-29 en 1950-67). (...) Terwijl in de 19e eeuw de economische machine aan het einde van elke crisis door haar eigen krachten nieuw leven werd ingeblazen, hebben de crises van de 20e eeuw vanuit kapitalistisch oogpunt geen andere oplossing dan een veralgemeende oorlog. Deze crises luidden de doodsklokken van het systeem. Zij vormen voor het proletariaat de noodzaak en de mogelijkheid van een kommunistische revolutie. De 20e eeuw is inderdaad het ‘tijdperk van oorlogen en revoluties’, zoals de Kommunistische Internationale tijdens haar oprichtingscongres zei.”
Sinds 1914 functioneert de kapitalistische economie niet meer in een opwaartse dynamiek volgens het schema van crisis en welvaart, maar heeft ze de neiging om een chronische crisis te worden, die ondanks de massale staatsinterventie - het staatskapitalisme - steeds erger wordt.
De kameraden hekelen duidelijk het imperialistische karakter van de oorlog en verzetten zich krachtig tegen vaandels waarmee de krachten van het kapitaal (van extreem rechts tot extreem links) de proletariërs achter hen zich willen mobiliseren: de natie, het fascisme, de democratie, enz.
Dit is volkomen juist en wij delen het. Jullie zijn echter van mening dat “twee factoren de ontwikkeling van een grootschalige oorlog in klassieke zin hebben verhinderd: de mensheid weigert zich te laten mobiliseren voor nieuwe oorlogen, er is een bewustzijn (nog geen klassenbewustzijn) van de logische verwerping van oorlog vanuit een pacifistisch, niet-revolutionair oogpunt. Een geforceerde poging van het kapitaal om oorlog te voeren zou het huidige trage bewustzijn kunnen versnellen. Aan de andere kant zou de verspreiding van kernwapens kunnen uitlopen op een ultiem oorlogsavontuur. De bourgeoisie, een gewetenloze klasse, is niet bang om het bloed van anderen te vergieten als ze voor haar eigen huid vreest”.
Over de eerste factor zijn we het volledig eens. Als de mensheid in de jaren 1970 en 1980 niet in een derde wereldoorlog is weggezakt, dan is dat vanwege het verzet van het proletariaat in de grote industriële concentraties. Dit verzet was nogal passief en vond plaats op beperkte basis, waardoor de kracht ervan ernstig werd beperkt, zoals de kameraden zeggen.
Nu lijkt de tweede factor waar ze op wijzen ons niet juist. De imperialistische oorlog heeft een helse logica die, eenmaal ontketend, een draaikolk van verwoesting en barbaarsheid creëert die bijna onmogelijk te stoppen is.
In de opgaande lijn van het kapitalisme “had de oorlog in het algemeen de functie om ervoor te zorgen dat elke kapitalistische natie de eenheid en territoriale uitbreiding had, die nodig was voor haar ontwikkeling. In die zin was het, ondanks de calamiteiten die het met zich meebracht, een moment in de progressieve aard van het kapitaal. Oorlogen waren daarom beperkt tot twee of drie landen, ze waren van korte duur, ze leidden niet tot veel verwoesting, ze resulteerden in de volgende fasen van het proces. in een nieuwe uitbarsting van ontwikkeling, zowel voor de overwinnaar als voor de overwonnene.”
Aan de andere kant zijn de oorlogen in de periode van het verval “niet langer het gevolg van de economische noodzaak om de productieve krachten van de maatschappij te ontwikkelen, maar hebben ze in wezen politieke oorzaken: het evenwicht van de krachten tussen de blokken. Het zijn niet langer ‘nationale’ oorlogen zoals in de 19e eeuw: het zijn imperialistische oorlogen. Het zijn geen momenten meer in de expansie van de kapitalistische productiewijze, maar geven uitdrukking aan de onmogelijkheid van die expansie. Ze zijn niet langer gericht op het verdelen van de wereld, maar op het opnieuw verdelen van de wereld in een situatie waarin een blok landen zich niet kan ontwikkelen, maar alleen de verzilvering van zijn kapitaal kan handhaven ten koste van een concurrerend blok: het uiteindelijke resultaat is de verval van het wereldkapitaal als geheel. Oorlogen zijn nu over de hele wereld veralgemeend en leiden tot enorme verwoestingen voor de hele wereldeconomie, wat leidt tot veralgemeende barbarij. (...) De oorlogen van de 20e eeuw zijn geenszins ‘jeugdige kwalen’ zoals sommigen beweren. Het zijn de stuiptrekkingen van een stervend systeem.”
Imperialistische oorlogen bieden geen oplossing voor de tegenspraken van het kapitaal, integendeel, ze verergeren ze. Terwijl het waar is dat, zoals de kameraden zeggen, “de tweede imperialistische wereldoorlog en de verschrikkelijke vernietiging die deze veroorzaakte (...), hebben het economisch herstel van de ‘30 glorieuze jaren’, jaren van wederopbouw en versnelde groei, teweegbracht. Een stoot zuurstof aan het kapitaal, in het nauw gedreven door zijn eigen ontwikkeling”, was deze wederopbouw te danken aan het feit dat enerzijds de Verenigde Staten in eigen land geen enkele verwoesting ondergingen, zodat ze een factor van accumulatie op wereldschaal konden worden; en anderzijds dat er nog steeds niet-kapitalistische gebieden op de planeet waren om die stoot zuurstof aan het kapitalisme toe te staan.
Vanuit dat oogpunt is de imperialistische oorlog een irrationele machine die buiten de controle van de verschillende deelnemende nationale imperialismen valt. Het is mogelijk dat iedereen de veroorzaakte ruïne ‘betreurt’, maar de inzet van elk nationaal kapitaal is om als winnaar te voorschijn te komen en de rivalen (en zijn eigen arbeidersklasse) te laten opdraaien voor de gevolgen van de oorlog. De huidige proliferatie van kernwapens vormt dus niet het minste obstakel in het ‘rationeel’ maken van de kapitalisten en in het vermijden om ‘te ver’ te gaan.
De steeds onbeheersbaarder wordende aard van het systeem en zijn tegenstellingen, die zelfs volgens de eigen logica van het systeem geen enkele rationaliteit uitdrukken, laten ons toe om de huidige pandemie te begrijpen. Net zoals imperialistische oorlogen - vooral die welke veralgemeend zijn - een onstuitbaar mechanisme worden, zijn pandemieën, net als de huidige, als een machine die, eenmaal in gang gezet, zeer moeilijk te beheersen is.
Deze irrationaliteit leidt tot het punt waarop de meest ‘geavanceerde’ landen van elkaar de voorraden stelen die nodig zijn om de pandemie aan te pakken, zelfs als dit betekent dat de pandemie op wereldschaal wordt verergerd! En dus vroeg of laat voor henzelf. Zoals we in het artikel over “De oorlog van de maskers”[4] hebben aangegeven, kan de uitbuitende klasse zich in het licht van de mondiale problemen niet ontdoen van haar fragmentatie in tegenstrijdige nationale belangen. De irrationele centrifugale dynamiek in de huidige pandemie komt ook tot uiting in het fenomeen van regionale overheden binnen de natiestaten die elkaar bestrijden en bedriegen in het buitmaken van de voorraad gezondheidsproducten, zoals we hebben gezien in de Verenigde Staten, Duitsland en Spanje.
We zien dat de pandemie een ontluikende wereldwijde economische crisis die al vorm kreeg, nog zal verergeren en proporties zal aannemen die volgens veel analisten zelfs groter zullen zijn dan in 2008.
Als we ons richten op de epidemiologische dimensie, hebben ze het over ‘het achter ons laten van de quarantaine’ in de hoop op de ‘dag erna’. Maar in de eerste plaats komt dat ‘dag erna’ maar langzaam op gang en neigt te worden uitgesteld. Ten tweede bestaat er in de wetenschappelijke gemeenschap een consensus dat er nieuwe besmettingsgolven kunnen ontstaan met onvoorspelbare gevolgen. Hoe zullen deze gezondheidsstelsels, die vóór de pandemie al zwaar beschadigd waren, het hoofd bieden aan vele andere ziekten? Laten we niet vergeten dat epidemieën als Ebola, Knokkelkoorts, Aids, Cholera, Zika, enz. zich de laatste jaren hebben uitgebreid.
Daarom denken wij dat de cruciale kwestie niet de pandemie zelf is, maar de historische omstandigheden waarin zij zich ontwikkelt; als het gevolg en versnellende factor van de ernstige tegenspraken die het kapitalisme na een eeuw van het verval en meer dan dertig jaar van sociale en ideologische ontbinding teisteren n
IKS / 2020.04.20
[1] ‘Samenzweerderige’ ideeën over het virus, waaronder die welke het bestaan ervan volledig ontkennen, hebben enige invloed gehad. Uit een onderzoek in de VS bleek dat 33% van de respondenten geloofde dat de pandemie kunstmatig was veroorzaakt.
[2] https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het- [18], “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme”
[3] https://en.internationalism.org/ir/023_proletariat_under_decadence.html [19], “The proletarian struggle under decadence”, International Review 23. Tenzij anders aangegeven, zijn de volgende citaten uit dit document afkomstig
[4] https://en.internationalism.org/content/16832/war-masks-bourgeoisie-class-thieves [20], “War of the masks: the bourgeoisie is a class of thieves!
Sinds de tweede helft van 2019 staat het klimaatvraagstuk opnieuw wereldwijd in het middelpunt van de media-aandacht. Demonstraties, voornamelijk door jongeren, hebben plaatsgevonden in 270 steden over de hele wereld om te protesteren tegen de verslechtering van het klimaat en de vernietiging van het milieu. De bezorgdheid over de toekomst van de planeet en van de menselijke soort zelf is volledig gerechtvaardigd en het lijdt geen twijfel dat het huidige productiesysteem veranderingen in de klimatologische, atmosferische en reproductieve omstandigheden van de planeet veroorzaakt met steeds meer catastrofale gevolgen (zie de IKS-artikelen over dit onderwerp). Geconfronteerd met deze bedreigende toekomst is het niet verwonderlijk dat zoveel jonge mensen erg bezorgd zijn en er iets aan willen doen.
Het is in deze context dat de IKS in oktober 2019 in Utrecht een openbare bijeenkomst organiseerde met als thema “Alleen de kommunistische klasseloze maatschappij kan de harmonie met de natuur herstellen”. Het trok jonge mensen aan die hadden deelgenomen aan de belangrijke bewegingen in Nederland en die de aanwezige IKS hadden ontmoet met zijn pers, waaronder een artikel met de titel: “Tegenover de vernietiging van het milieu: de “groene” ideologie ten dienste van het kapitalisme!” (Internationalisme nr. 371 / Wereldrevolutie nr. 146). De inleidende presentatie van de IKS stelde al vanaf het begin het probleem: “...het lijdt geen twijfel dat het huidige systeem de mensheid naar een milieucatastrofe leidt. De uitdaging is: Wat doen we eraan? Hoe stoppen we deze destructieve spiraal? Door wie en hoe kan deze destructieve logica worden bestreden?” De presentatie riep op tot een open debat waarin standpunten worden geconfronteerd (en dus geen confrontaties tussen mensen), twijfels en vragen worden opgeworpen. De discussie was ernstig en levendig. Er werden veel vragen gesteld, zoals: “Vormt de klimaatbeweging in haar doelstellingen, benaderingen en methoden een echte strijd om het probleem op te lossen of is het een valkuil die alleen maar kan leiden tot ontmoediging en bitterheid doordat men gebruikt en bedriegd wordt?”
Sommige deelnemers steunden de beweging, omdat zij volgens hen een spaak in het wiel van de machine kon steken en het systeem kon saboteren, anderen betreurden het gebrek aan radicaliteit in haar methoden, weer anderen stelden zich vragen rond de geringe aanwezigheid van arbeiders en de quasi-afwezigheid van de vakbonden… Voor sommige van deze (zeer) jonge deelnemers was het idee nieuw dat de hervorming van het kapitalistische systeem, dat verantwoordelijk is voor de verwoesting van de planeet, voor oorlogen, werkloosheid, onzekerheid geen oplossing biedt, en dat het enige perspectief is om het omver te werpen en dat alleen de arbeidersklasse dat kan door haar strijd op wereldvlak. Het presenteren van de arbeidersklasse als de enige die in staat is om een alternatief voor de mensheid te bieden, is des te moeilijker te begrijpen omdat zij de afgelopen decennia haar klasse-identiteit nauwelijks tot uitdrukking heeft gebracht, waardoor er twijfel is ontstaan over haar vermogen om deze gigantische taak uit te voeren. Het is een zware verantwoordelijkheid die op de schouders van politieke organisaties als de IKS rust om dit perspectief geduldig uit te leggen via haar pers, haar tussenkomst in bewegingen, haar openbare bijeenkomsten.
De uiting van enthousiasme voor het debat, de bereidheid van alle deelnemers om de begonnen discussie voort te zetten, waarbij sommigen zelfs hun huidige standpunt in twijfel trekken, onderstreept het denkproces dat tijdens deze openbare vergadering heeft plaatsgevonden. Dit vormt een integraal onderdeel van het proces van bewustwording van de arbeidersklasse van de inzet van de strijd en van de bereidheid om zich te mobiliseren teneinde deze inzet te beantwoorden.
IKS / 10.05.20
Bijna een jaar na de verkiezingen van 26 mei 2019 blijven de politieke partijen maar ruziën over de vorming van een regeringscoalitie en laten het beheer van de problemen over aan een regering van lopende zaken. Ondertussen ontspoorden het budget en de overheidsfinanciën en dijt de Covid-19 pandemie uit. Wat is de oorzaak van deze politieke chaos en wat zijn hiervan de gevolgen op het beheer van de crisis in de gezondheidszorg en op het economisch puinruimen daarna?
1.De crisis van de traditionele politieke partijen
Naast de massale foert-stem en de opkomst van populistische stromingen, was een ander significant resultaat van de verkiezingen van 26 mei 2019 het groot verlies van de traditionele politieke families die het parlementaire spel binnen het burgerlijk staatsapparaat beheersen sinds bijna 200 jaar.
Sinds het ontstaan van België spelen de Katholieke Partij en de Liberale Partij een centrale rol en vanaf WO I is dit ook het geval voor de Socialistische partij. Gedurende de ganse 20ste eeuw spelen deze partijen een centrale rol in het politieke spel en in het besturen van het Staatsapparaat. Enkel tijdens het Interbellum komen Vlaamsgezinde en Fascistische partijen (voornamelijk de VNV en Rex) tijdelijk roet in het eten gooien en vanaf de jaren 1970 is dit ook het geval met regionalistische taalpartijen (Rassemblement Wallon, Front des Francophones, Volksunie en later de NVA).
In het begin van de jaren 2000 wordt het echter alsmaar moeilijker voor deze traditionele families om het politieke spel te beheersen. Dit werd reeds duidelijk na de verkiezingen van 2007, met een moeilijke formatie na 194 dagen, en vooral na deze van 2010, waar het 541 dagen duurde voor er een nieuwe coalitieregering gevormd kon worden. Deze moeilijkheden namen na de verkiezingen van mei 2019 sterk toe. Ook de NVA, de grootste partij in Vlaanderen verloor fors, wat ook daar tot interne spanningen leidde, maar het waren toch vooral de 3 traditionele families die zwaargehavend uit de stembusslag kwamen:
De rampzalige uitslagen leidden tot strubbelingen van allerlei aard binnen deze traditionele partijen. Binnen de liberale familie brak bij de Vlaamse Open VLD een openlijk conflict uit tussen de links-liberale vleugel rond Bart Somers en Mathias De Clercq en de rechts-liberale uitdagers rond Egbert Lachaert en Vincent Van Quickenborne. Bij de Franstalige liberalen (de MR) kwamen onbekende en onervaren politici, zoals Pierre-Yves Bouchez en Sophie Wilmès aan het roer te staan van de partij en zelfs van de voorlopige regering na de “vlucht” naar de uiterst lucratieve posten van de EU van ex-Eerste Minister Charles Michel en ex-Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders. Bij de Christendemocraten leidde de verkiezingen van een nieuwe voorzitter tot een intern verdeelde Vlaamse partij: de kandidaat van het ‘establishment’ (Coens) won moeizaam van de kandidaat van de ‘vernieuwers’ (Mahdi). Tenslotte zijn er de gedecimeerde Vlaamse Socialisten van de SP.a waar de partijcoryfeeën het niet eens aandurfden om zich nog kandidaat stellen voor het voorzitterschap. Deze taak viel dan ook te beurt aan een volkomen outsider: de 26-jarige Conner Rousseau.
2. Een uiting van groeiend verlies aan controle van de bourgeoisie over haar politieke spel
Het verlies aan geloofwaardigheid van klassieke politieke partijen en de zielige politieke spelletjes die eruit voortvloeien beperken zich niet tot België. Het is een tendens, die zich ook in verschillende andere landen van West-Europa voordoet.
De achteruitgang van de traditionele partijen gaat gepaard met een sterke opkomst van populistische bewegingen, partijen en figuren in de meeste Europese landen en in de VS, die een grondige contestatie van de gevestigde politieke ‘elite’ aanwakkeren. Ook in België is het 'anti-programma' van de populisten sterk aanwezig en beperkt zich niet alleen tot een partij als het Vlaams Belang. Een onderzoek van politicologen van vijf Belgische universiteiten kwam tot de conclusie dat de afkeer van het politieke establishment, een van de wezenlijke kenmerken van het populisme, in de maatschappij toeneemt en dat er zelfs een algemene antipolitieke stemming aan het groeien is onder de kiezers. Zo ziet de Belg zijn politici vooral als incapabel en bijna 60% vindt dat de politici niet begrijpen wat er in de maatschappij speelt.
Deze afkeer en woede t.o.v. de gevestigde ‘politieke elite’ weerspiegelt zich enerzijds in de steile vooruitgang van populistische stromingen en figuren. Anderzijds, leidt dit ook tot het electoraal verzwakken en het politiek instabiel worden van traditionele partijen, zoals we dit in België meemaken. Beide fenomenen, de opkomst van populistische stromingen en figuren en het afkalven van de traditionele politieke partijen, zijn duidelijke uitingen van een van de meest kenmerkende uitdrukkingen van de huidige periode van ontbinding van het kapitalisme: het verlies van controle door de heersende klasse over het politieke spel. Dit blijkt overduidelijk bij de verkiezing van Trump, in 2016: “Voor degenen die de hoop hebben verloren zichzelf ‘weer ‘groot’ te maken, was hun steun voor Trump vooral een soort politiek vandalisme, een blinde wraak op de heersende elite.”[2] Het presidentschap van Trump sedert 2017 staat symbool “voor de waanzin van een systeem waarvan de mogelijkheden uitgeput raken”. Ook de verkiezingsoverwinning [in 2018] van de populistische ‘5-Sterrenbeweging’ van Di Maio en van de ‘Lega Nord’ van Salvini in Italië toont dit duidelijk aan :“de aanwezigheid van het populistische fenomeen vormt, samen met het in diskrediet brengen van de historische partijen de verklaring voor de groeiende moeilijkheden voor de bourgeoisie (...) in Italië om het electorale circus te controleren”.[3]
De electorale achteruitgang van de traditionele partijen in België en de zielige politieke spelletjes die er het gevolg van zijn, zijn dus niets anders dan een plaatselijke uiting van deze algemene trend van verlies van controle over het politiek apparaat, waarmee de bourgeoisie in alle landen geconfronteerd wordt. Wat zijn hiervan de gevolgen in tijden van zware storm zoals we die nu kennen?
3. Politieke touwtrekkerij en coronacrisis: arbeiders betalen het gelag
Als gevolg van deze politieke instabiliteit wordt de Staat sinds één jaar ‘gerund’ door een regering van ‘lopende zaken’, waaruit alle zwaargewichten vertrokken zijn, en die gekenmerkt wordt door immobilisme en een afwezigheid van beleid op lange termijn. De gevolgen van dit cynische spel binnen de heersende klasse zijn niet te overzien voor de bevolking en meer bepaald voor de arbeiders. De zwakke economische vooruitzichten en de ontsporing van de overheidsfinanciën verraadden, reeds in februari, een Staatsapparaat dat financieel en economisch op zijn tandvlees zat. Volgens de toenmalige prognoses van de Europese Commissie behoorde de Belgische economie tot een van de zwakste leerlingen van een Europese klas, die het globaal genomen toch al niet schitterend deed. Dit was te wijten aan het aanhoudende begrotingstekort en de zware schuldenlast van het land, waardoor het geen reserves heeft kunnen opbouwen.
Wel integendeel, ondertussen bleek dat door het aanmodderen en het nietsdoen van de regering van lopende zaken, het budgettaire deficit, dat 9 miljard euro bedroeg in 2019, zou oplopen tot 12 miljard euro in 2020. En het is in deze situatie van zwakte dat de coronastorm over de Belgische economie raast en deze nu reeds confronteert met 1.250.000 ‘technisch werklozen’, een economisch verlies van ten minste 40 miljard euro en een daling van het BNP dat voorlopig geraamd wordt op ongeveer 7%.
Dit zielige getouwtrek van de burgerlijke partijen bereikte een cynisch toppunt bij het uitbreken van de coronacrisis. Terwijl de werkers in de gezondheidssector zich voorbereidden op de vloedgolf van de pandemie verzandden de pogingen om een noodregering te vormen met de belangrijkste politieke partijen, om het hoofd te bieden aan de zware gevolgen van de storm voor de gezondheidszorg en de economie in walgelijke politieke spelletjes. De pogingen mislukten immers omdat de leiders van de twee belangrijkste partijen (de Waalse PS en de Vlaamse NVA) beiden het premierschap opeisten om het meest politieke munt te slaan uit de crisis. Ze wilden beiden politiek en persoonlijk voordeel halen uit het beheer van de covid-19 crisis. Uiteindelijk werd besloten deze verantwoordelijkheid liever over te laten aan de regering van lopende zaken, geleid door tweederangs politici, die volmachten kreeg. Deze politieke onverantwoordelijkheid was slechts een voorafspiegeling van de onverantwoordelijkheid op het vlak van de gezondheidszorg.
Zoals in andere Europese landen werd snel duidelijk dat de Belgische bourgeoisie, uit besparingsoverwegingen en omdat ze meer bezig was met haar eigen politieke touwtrekkerij, totaal onvoorbereid en zonder coördinatie de pandemie inging: strategische reserves aan medisch materiaal (mondmaskers, veiligheidspakken, oogschermen, testmateriaal …) waren afgebouwd, coördinatie tussen de federale en de deelregering verliep gebrekkig. Terwijl de regering zich op hypocriete wijze stelselmatig in haar communicatie over de coronacrisis verschuilt achter de aanbevelingen van wetenschappers, worden de gezondheidswerkers in de hospitalen, de rusthuizen, de sociale thuiszorg of de voedingssector dikwijls zonder afdoende bescherming blootgesteld aan het virus en voltrekt zich een tragedie in de rust- en verzorgingshuizen, waar tienduizenden geïnfecteerde bejaarden ‘in hun kot’ afgezonderd worden en duizenden zullen sterven. De verontwaardigde reacties van vele gezondheidswerkers en de stakingen in het openbaar vervoer of in de voedingssector om afdoende beschermende maatregelen af te dwingen tonen aan dat de arbeidersklasse niet blind is voor de hypocrisie en het cynisme van de regering en de politieke partijen.
De instabiliteit van het burgerlijke politiek apparaat en de groeiende spanningen binnen en tussen de politieke fracties van de bourgeoisie, zijn, zoals de aanpak van de covid-19 crisis zelf trouwens, uitingen van de groeiende tendens tot het ‘ieder voor zich’, dat de huidige fase van ontbinding van het kapitalistische systeem kenmerkt. Voor de arbeiders zal dit de rekening alleen maar nog gepeperder maken. Want één ding staat vast: aan de arbeidersklasse wordt de rekening gepresenteerd; over dat punt bestaat er geen onenigheid tussen de kibbelende politieke partijen! Een federale commissie onder voorzitterschap van een viroloog en de gouverneur van de Nationale Bank is nu reeds de verhouding tussen de gezondheidsrisico’s en de economische schade voor de nationale economie aan het afwegen om deze laatste zo snel mogelijk terug op te starten en uiteraard zullen er offers gevraagd worden aan de arbeiders op gezondheidsvlak maar ook en vooral op economisch vlak “ten compensatie voor de offers die de Staat gedaan heeft voor zijn burgers”, zoals de woordvoerders van de bourgeoisie het bijzonder cynisch verwoorden.
Dennis & Jan / 11.04.2020
[1] Report on the impact of the decomposition on the political life of the bourgeoisie [26], 23rd ICC Congress
[2] The Trump election and the crumbling of capitalist world order [27], Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 158
[3] Elections in Italy: populism is a problem for the bourgeoisie, an obstacle for the proletariat [28], ICConline, augustus 2018
We publiceren deze internationale verklaring van de IKS over de huidige Covid-19-crisis in de vorm van een ‘digitaal pamflet’ omdat het onder de voorwaarden van de lock-down natuurlijk niet mogelijk is om een gedrukte versie in grote aantallen te verspreiden. We vragen al onze lezers om alle beschikbare middelen te gebruiken om deze tekst te verspreiden - sociale media, internetforums, enzovoort - en om ons te schrijven met informatie over de reacties en discussies die dit oproept, en natuurlijk met hun eigen opvattingen over het artikel. Het is meer dan ooit noodzakelijk dat allen die voor de proletarische revolutie strijden, hun solidariteit met elkaar betuigen en de onderlinge banden met elkaar onderhouden. Hoewel we ons vooralsnog fysiek moeten afzonderen, kunnen we nog steeds politiek bijeenkomen!
Elke dag sterven er duizenden mensen, de ziekenhuizen kraken in hun voegen, er is een vreselijke ‘triage’ tussen jong en oud onder de zieken, gezondheidswerkers zijn uitgeput, geïnfecteerd en sommigen sterven. Overal is er een gebrek aan medische apparatuur. Regeringen die in naam van de ‘oorlog tegen het virus’ en het ‘nationaal economisch belang’ in een vreselijke concurrentiestrijd verwikkeld zijn. Financiële markten zijn in een vrije val, surrealistische overvallen waarbij staten elkaar beroven van de levering van maskers. Tientallen miljoenen arbeiders die in de hel van de werkloosheid worden geworpen, een stortvloed van leugens van de staat en zijn media... dit is het vreselijke spektakel dat de wereld vandaag biedt. Deze pandemie vertegenwoordigt een van de ernstigste gezondheidsrampen sinds de Spaanse griep van 1918-1919, hoewel de wetenschap sinds die tijd buitengewone stappen vooruit heeft gezet. Waarom is het dan zo'n ramp? Hoe is het zover gekomen?
Er wordt ons verteld dat dit virus anders is, dat het veel besmettelijker is dan de andere virussen, dat de effecten ervan veel verderfelijker en dodelijker zijn. Dat is waarschijnlijk allemaal waar, maar het verklaart niet de omvang van de catastrofe. De fundamentele verantwoordelijkheid voor deze chaos op aarde, voor de honderdduizenden doden, ligt bij het kapitalisme zelf. De productie voor de winst en niet voor de menselijke behoeften, de permanente zoektocht naar winstgevendheid ten koste van de wrede uitbuiting van de arbeidersklasse, de steeds gewelddadiger aanvallen op de levensomstandigheden van de uitgebuitenen, de waanzinnige concurrentie tussen bedrijven en staten – dit zijn de fundamentele kenmerken van het kapitalistische systeem die bij elkaar genomen tot de huidige ramp hebben geleid.
Degenen die deze maatschappij besturen, de burgerlijke klasse met haar staten en haar media, vertellen ons met een bezorgde blik dat deze epidemie niet te voorspellen was. Dit is een leugen die vergelijbaar is met die van de ontkenners van de klimaatverandering. Wetenschappers waarschuwen al geruime tijd voor de dreiging van pandemieën zoals die van Covid-19. Maar de regeringen hebben geweigerd naar hen te luisteren. Ze hebben zelfs geweigerd te luisteren naar een rapport van de CIA uit 2009 (“What will tomorrow's world be like?”) dat de kenmerken van de huidige pandemie met verbluffende precisie beschrijft. Waarom is er zo'n blindheid van de kant van de staten en de burgerlijke klasse die ze dient? Om een heel eenvoudige reden: investeringen moeten winst opleveren, en wel zo snel mogelijk. Investeren in de toekomst van de mensheid loont niet en drukt alleen maar de aandelenkoersen. Investeringen moeten ook de positie van elke nationale bourgeoisie in de imperialistische arena versterken ten opzichte van andere nationale bourgeoisieën. Als de waanzinnige bedragen, die worden geïnvesteerd in militair onderzoek en militaire uitgaven waren besteed aan de gezondheid en het welzijn van de bevolking, zou een dergelijke epidemie zich nooit hebben kunnen ontwikkelen. Maar in plaats van maatregelen te nemen tegen deze voorspelbare gezondheidsramp, zijn de regeringen doorgegaan met hun aanvallen op de gezondheidsstelsels, zowel op het niveau van het onderzoek als op het niveau van de technische en menselijke hulpbronnen.
Als er nu mensen sterven als vliegen, in het centrum van de meest ontwikkelde landen, dan is dat in de eerste plaats omdat de regeringen overal hebben bezuinigd op de budgetten die bestemd zijn voor onderzoek naar nieuwe ziekten. Zo heeft Donald Trump zich in mei 2018 ontdaan van een speciale eenheid van de Nationale Veiligheidsraad, bestaande uit eminente deskundigen en opgericht om pandemieën te bestrijden. Maar de houding van Trump is slechts een karikatuur van wat alle leiders hebben gedaan. Zo werd het wetenschappelijk onderzoek naar het coronavirus 15 jaar geleden overal afgeschaft omdat de ontwikkeling van een vaccin niet ‘winstgevend’ werd geacht!
Evenzo is het volstrekt walgelijk om te zien hoe de burgerlijke leiders en politici, rechts en links, klagen over het feit dat de ziekenhuizen vol raken en over de rampzalige omstandigheden waarin gezondheidswerkers gedwongen worden te werken, terwijl de burgerlijke staten de afgelopen 50 jaar, en met name sinds de grote recessie van 2008, op systematische wijze winstnormen hebben opgelegd. Overal hebben ze de toegang tot de gezondheidsdiensten beperkt, het aantal ziekenhuisbedden verminderd en de werkdruk van de gezondheidswerkers verhoogd. En wat te denken van de algemene schaarste aan maskers en andere beschermende kleding, desinfecterende gel, testapparatuur, enzovoort? In de afgelopen jaren hebben de meeste staten zich ontdaan van de voorraden van deze vitale zaken om geld te besparen. In de afgelopen maanden hebben ze niet geanticipeerd op de snelle verspreiding van Covid-19, hoewel sommige staten sinds november 2019 beweren dat maskers geen nut hebben voor iedereen die niet werkt in de verzorging - om hun misdadige onverantwoordelijkheid te verbergen.
En hoe zit het met chronisch achtergestelde regio's in de wereld zoals het Afrikaanse of Latijns-Amerikaanse continent? In Kinshasa, in de Democratische Republiek Congo, kunnen 10 miljoen inwoners rekenen op 50 beademingsapparaten! In Centraal-Afrika werden folders uitgedeeld met advies over hoe je je handen moet wassen terwijl de bevolking niet genoeg water heeft om te drinken! Overal dezelfde noodkreet: "Met deze pandemie is er aan alles een tekort!"
De felle rivaliteit tussen de verschillende staten op het wereldtoneel blokkeert de minimale samenwerking om het virus in te dammen. Toen de pandemie begon, was het in de ogen van de Chinese bourgeoisie belangrijker om al het mogelijke te doen om de ernst van de situatie te verbergen, om haar economie en haar reputatie te beschermen. De staat aarzelde niet om de dokter te vervolgen die probeerde alarm te slaan en liet hem vervolgens sterven. Zelfs de schijn van internationale regelgeving, die de bourgeoisie heeft opgesteld om het gebrek aan apparatuur aan te pakken, is ingestort: de Wereldgezondheidsorganisatie heeft haar richtlijnen niet kunnen opleggen, terwijl de Europese Unie niet in staat was om gecoördineerde maatregelen in te voeren. Deze verdeeldheid verergert de chaos en het verlies aan controle over de ontwikkeling van de pandemie aanzienlijk. De dynamiek van het ‘ieder voor zich’ en de verergering van de veralgemeende concurrentie zijn de overheersende kenmerken geworden in de reacties van de heersende klasse.
De ‘oorlog om de maskers’, zoals de media het noemen, is daar een stichtelijk voorbeeld van. Elke staat maakt zich meester van deze overlevingsmiddelen door elkaar tegen elkaar op te bieden en zelfs door regelrechte diefstal! De VS heeft de aan Frankrijk beloofde Chinese maskers afgepakt. Frankrijk heeft ladingen maskers in beslag genomen die per vliegtuig naar Zweden gingen. De Tsjechische Republiek heeft aan haar grenzen beademingsapparatuur en maskers, die bestemd waren voor Italië, in beslag genomen. Duitsland heeft maskers, bestemd voor Canada, laten verdwijnen. Dit is het ware gezicht van de ‘grote democratieën’: dieven en gangsters van de ergste soort!
Voor de bourgeoisie zijn “winsten meer waard dan ons leven”, zoals stakende arbeiders van de autofabriek in Italië riepen. In alle landen is de beslissing om maatregelen te treffen en de bevolking te beschermen zo lang mogelijk uitgesteld, want de nationale productie moest ten koste van alles op gang worden gehouden. Het was niet de dreiging van een sterk stijgend dodental dat uiteindelijk tot de lock-downs heeft geleid. De vele imperialistische slachtpartijen die al meer dan een eeuw aan de gang zijn en die in naam van het nationaal belang worden uitgevochten, hebben definitief de minachting bewezen van de heersende klasse voor het leven van de uitgebuitenen. Nee, onze heersers geven niets om ons leven! Vooral omdat het virus voor de bourgeoisie het ‘voordeel’ heeft om de zieken en de ouderen, die zij als ‘onproductief’ beschouwt, uit te roeien.
Het laten verspreiden van het virus en het zijn ‘natuurlijke’ werk laten doen in de naam van ‘groepsimmuniteit’ was eigenlijk de eerste keuze van Boris Johnson en andere politieke leiders. Wat in elk land de weegschaal deed kantelen ten gunste van de lock-down was de angst voor de desorganisatie van de economie en, in sommige landen, de dreiging van sociale wanorde, de toenemende woede als reactie op de nalatigheid en het stijgende dodental. Bovendien zijn de maatregelen tot sociale afzondering, ook al gaat het om de helft van de mensheid, in veel gevallen een totale farce: miljoenen mensen worden elke dag gedwongen samengepropt in treinen, metro’s en bussen, in de fabrieken en in de supermarkten. En nu al probeert de bourgeoisie zo snel mogelijk een einde te maken aan de lockdowns, juist op het moment dat de pandemie het hardst toeslaat, en probeert ze manieren te vinden om zo weinig mogelijk ontevredenheid uit te lokken door arbeiders weer aan het werk te sturen sector voor sector, onderneming voor onderneming.
De bourgeoisie bestendigt en bereidt nieuwe aanvallen voor, zelfs nog een wredere uitbuiting. De pandemie heeft al miljoenen arbeiders werkloos gemaakt: tien miljoen in drie weken tijd in de VS. Velen van hen, die onregelmatige, precaire of tijdelijke banen hebben, zullen verstoken blijven van enig inkomen. Anderen, die een enkele magere sociale uitkeringen hebben om van te leven, worden geconfronteerd met het feit dat ze de huur en de kosten van de medische zorg niet meer kunnen betalen. De economische verwoestingen versnellen alleen maar de wereldwijde recessie die al opdoemde: voedselprijzen die exploderen, massale ontslagen, loonsverlagingen, groeiende werkonzekerheid, enzovoort. Alle staten nemen ‘flexibiliseringsmaatregelen’ door op te roepen tot offers in naam van ‘nationale eenheid in de oorlog tegen het virus’.
Het nationale belang waar de bourgeoisie zich momenteel op beroept, is niet ons belang. Het is dezelfde verdediging van de nationale economie en dezelfde veralgemeende concurrentie die in het verleden heeft geleid tot bezuinigingen op de begroting en aanvallen op de levensomstandigheden van de uitgebuitenen. Morgen zal ze dezelfde leugens opdienen wanneer ze, na de economische verwoesting die de pandemie heeft aangericht, de uitgebuitenen oproept de broekriem verder aan te halen en nog meer armoede en uitbuiting te accepteren. Deze pandemie is een uitdrukking van het het verval van de kapitalistische productiewijze, van de vele uitingen van de verrotting van de huidige maatschappij, samen met de vernietiging van het milieu, met de vervuiling en de klimaatverandering, met de proliferatie van imperialistische oorlogen en bloedbaden, met de onverbiddelijke duik in de armoede van een groeiend deel van de mensheid, met het aantal mensen dat verplicht is migrant of vluchteling te worden, met de opkomst van de populistische ideologie en het religieus fanatisme, enzovoort (zie onze tekst “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme” op onze internetsite: https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stelling... [18]) Het is een indicatie van de doodlopende weg waar het kapitalisme in terecht is gekomen en het laat zien in welke richting dit systeem de mensheid leidt: naar chaos, ellende, barbarij, vernietiging en dood.
Bepaalde regeringen en media stellen dat de wereld nooit meer dezelfde zal zijn als voor deze pandemie, dat er lering zal worden getrokken uit de ramp, dat staten uiteindelijk zullen evolueren naar een meer humane en beter beheersvorm van kapitalisme. We hoorden hetzelfde refrein na de recessie van 2008: met de hand op het hart verklaarden de staten en leiders van de wereld ‘de oorlog aan de malafide financiële wereld’, waarbij ze beloofden dat de offers die werden geëist om uit de crisis te geraken, zouden worden beloond. Je hoeft alleen maar te kijken naar de groeiende ongelijkheid in de wereld om te erkennen dat deze beloften om het kapitalisme te ‘hervormen’ alleen maar leugens waren om ons een nieuwe verslechtering van onze levensomstandigheden te laten slikken.
De uitbuitende klasse kan de wereld niet veranderen en mensenlevens en sociale behoeften boven de meedogenloze wetten van haar economie stellen: het kapitalisme is een systeem van uitbuiting, waarbij een heersende minderheid haar winsten en privileges haalt uit de arbeid van de meerderheid. De sleutel tot de toekomst, de belofte van een andere wereld, een echte menselijke wereld zonder naties of uitbuiting, ligt alleen in de internationale eenheid en solidariteit van de arbeiders in de strijd!
De golf van spontane solidariteit binnen onze klasse als reactie op de ondraaglijke situatie die de gezondheidswerkers ondergaan, wordt door de regeringen en politici van de hele wereld afgeleid naar een campagne van applaus op de stoep en op de balkons. Natuurlijk zal dit applaus de harten verwarmen van de werkers die, met moed en toewijding, in dramatische werkomstandigheden voor de zieken zorgen en levens redden. Maar de solidariteit van onze klasse, van de uitgebuitenen, kan niet worden teruggebracht tot een applaus van vijf minuten. Het betekent in de eerste plaats het aan de kaak stellen van de regeringen van alle landen, ongeacht hun politieke kleur. Het betekent maskers en alle noodzakelijke beschermingsmiddelen eisen. Het betekent, als het mogelijk is, in staking gaan door te onderstrepen dat, zolang de gezondheidswerkers niet het materiaal hebben dat ze nodig hebben, zolang ze met onbedekte gezichten hun dood tegemoet gaan, de uitgebuitenen die niet in de ziekenhuizen zijn, niet zullen werken.
Op dit moment, zolang de lock-down voortduurt, kunnen we geen massale strijd voeren tegen dit moorddadige systeem. We kunnen niet samenkomen om onze woede en onze solidariteit te uiten door middel van massale gevechten, stakingen en demonstraties. Vanwege de lock-down, maar niet alleen dat. Ook omdat onze klasse haar echte bron van kracht moet terugwinnen, die ze al zo vaak in de geschiedenis heeft laten zien, maar die ze sindsdien is vergeten: het potentieel om zich te verenigen in de strijd, om massale bewegingen te ontwikkelen tegen de heersende klasse en haar monsterlijke systeem.
De stakingen die in de automobielsector in Italië of in de supermarkten in Frankrijk, voor de ingang van de ziekenhuizen van New York of in het noorden van Frankrijk zijn uitgebroken, de enorme verontwaardiging van de arbeiders die weigeren om als ‘virusvoer’ te dienen, die zonder maskers, handschoenen of zeep bij elkaar worden gedreven, enkel en alleen ten voordele van hun uitbuiters, kunnen vandaag de dag alleen nog maar versnipperde reacties zijn en afgesneden van de kracht van een hele verenigde klasse. Toch tonen ze aan dat de arbeiders niet bereid zijn om, als een soort van onvermijdelijkheid, de misdadige onverantwoordelijkheid te accepteren van degenen die ons uitbuiten.
Het is dit perspectief van de klassestrijd waar we ons op moeten voorbereiden. Want na Covid-19 zal er de wereldwijde economische crisis zijn, massale werkloosheid, nieuwe ‘hervormingen’ die niets anders zijn dan nog meer opofferingen. Dus, op dit moment moeten we onze toekomstige strijd voorbereiden. Hoe kunnen we dat doen? Door te discussiëren, ervaringen en ideeën uit te wisselen, op verschillende internetkanalen op forums, aan de telefoon, zoveel mogelijk. Door in te zien dat de grootste plaag niet Covid-19 is, maar het kapitalisme, dat de oplossing niet ligt in de vereniging achter de moordende staat, maar door zich ertegen te verzetten; dat de hoop niet ligt in de beloften van deze of gene politicus, maar in de ontwikkeling van de arbeiderssolidariteit in de strijd; dat het enige alternatief voor de kapitalistische barbaarsheid de wereldrevolutie is!
DE TOEKOMST BEHOORT AAN DE ARBEIDERSKLASSE!
Internationale Kommunistische Stroming / 2020.04.10
De covidpandemie heeft de wereld gestort in de ernstigste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Bovendien is de economische achteruitgang sinds de jaren 1930 niet meer zo groot geweest. Het materiële bankroet van het kapitalisme doet zich gevoelen in de dagelijkse omstandigheden van iedereen die werkloosheid wordt of failliet gaat en dus met een drastische vermindering of een algeheel verlies van het inkomen geconfronteerd wordt, die buitensporige medische kosten heeft moeten maken voor de verpleging van de coronaziekte, maar ook die genoodzaakt is om zijn boterham te verdienen op een totaal onveilige werkplek, of die de zorg en de verpleging van de zieken op zich heeft genomen met gevaar voor eigen leven.
Beperken we ons alleen tot Nederland, dan zijn de alarmbellen daar inmiddels ook flink gaan rinkelen. Niet alleen is de Nederlandse regeringverschrikkelijk nalatig geweest in de strijd tegen de verspreiding van het virus, bij de eerste tekenen van de epidemie in Nederland had ze ook volkomen de regie verloren.(1) Zelfs nu nog heeft ze het programma van testen en bron- en contactonderzoek, dat een sleutelrol speelt in het onder controle houden en terugdringen van de epidemie, niet van de grond gekregen. De GGD’s hebben onvoldoende onderzoekers in huis om bij het stijgende aantal besmette personen een volledig bron- en contactonderzoek uit te voeren. Vandaar datbij nog niet de helft van de besmette mensen de bron van de infectie wordt achterhaald.(2)
Daarnaast heeft de Nederlandse economie in het tweede kwartaal van 2020 een diepe inzinking doorgemaakt zoals die zich sinds de jaren 1930 niet meer heeft voorgedaan:
Als de situatie niet drastisch verandert – waar het niet naar uitziet - dan is de verwachting dat:
De buitenparlementaire oppositie springt bij
Binnen de arbeidersklasse stelt men zich ernstig vragen of het bestaande systeem een antwoord heeft op de chaos die is veroorzaakt door de pandemie, en of het nog in staat is een perspectief te bieden op een gezond en menswaardig bestaan. In deze context presenteerde deze zomer een coalitie van (grassroot) organisaties #BeterUitDeCrisis, die “zag hoe problemen zich opstapelden en die het parlementaire geharrewar en de politieke incompetentie beu was”, een Manifest met eisen bestaande uit“vijf samenhangende veranderingen van koers, onderbouwd met een selectie van maatregelen, om tot een eerlijkere, gezondere, en veiligere samenleving te komen”(Het Manifest van #BeterUitDeCrisis). Het initiatief tot deze actie was genomen door de groep “DeGoedeZaak” en wordt inmiddels onderschreven door een vijftigtal organisaties en groepen, waaronder de trotskistische organisaties“Socialisme.nu” (GIS) en “Grenzeloos” (SAP).
Deze beide trotskistische organisaties hebben zich bij het initiatief aangesloten omdat ze ervan doordrongen zijn dat er gaten beginnen te vallen in het kapitalistisch weefsel. Bovendien begint het traditionele discours van zowel rechts als links, die overigens steeds meer op elkaar begint te lijken, bij steeds meer arbeiders haar geloofwaardigheid te verliezen. Vandaar dat ze het plan onderschrijven om een nieuwe start te maken: “Deze crisis biedt ons dit moment. Laten we het met beide handen aangrijpen!” (Het Manifest van #BeterUitDeCrisis) Maar wat voor een start willen ze dan maken en waar is deze op gebaseerd? In hoeverre zijn de plannen, zoals de ondertekenaars van het Manifest die presenteren, een “andere koers”?
Het Manifest spiegelt ons een andere maatschappij voor, die “alle lagen van de samenleving dient, niet slechts de 1%”; waarin de mensen “het leven centraal stellen in plaats van welvaart”; waarin het niet gaat om“het accumuleren van rijkdom, maar het herverdelen ervan” (Idem). Dat lijkt een mooi doel waar niemand zich tegen zal verzetten, maar vereist dit geen andere, niet-kapitalistische maatschappij? Is daar geen fundamentele verandering van de bestaande machtsverhoudingen voor nodig? Moet dit niet worden bewerkstelligd door een revolutionaire omwenteling? Allemaal vragen waar het Manifest geen antwoord op geeft.
Het Manifest levert geen fundamentele kritiek van de bestaande tegenstellingen, die maken dat wezenlijke veranderingen alleen bewerkstelligd kunnen worden middels een onverzoenlijke klassestrijd. Het Manifest wekt sterk de indruk dat ze wel gerealiseerd kunnen worden binnen de bestaande productieverhoudingen van loonarbeid en kapitaal. De burgerlijke regering is dan ook niet de klassevijand, maar “onze regering” van wie wordt ‘geëist’ dat ze zorgdraagt voor een “verandering van koers”. De oproep die het Manifest doet is er dan ook één aan “de samenleving”,“onze regering” inbegrepen.
In de uiteenzetting van de tegenstellingen valt het Manifest terug op de bekende leuze van de Occupy beweging dat 99% van de mensen “betalen de hoogste tol” terwijl de 1% rijken “er alleen maar beter op worden”. Dit was al een belangrijke misleiding tijdens de Occupy beweging, waarin het bankwezen werd voorgesteld als het kapitalisme en een beroep gedaan werd op “onze regering” om de 99% van de bevolking, “mensen van kleur, mensen met een laag en onzeker inkomen, mensen met een beperking, mensen zonder verblijfsdocumenten” (Het Manifest van #BeterUitDeCrisis), te beschermen tegen de financiële afpersing door de bankiers.
Ter ondersteuning van haar ‘eisen’ voert “#BeterUitDeCrisis” actie zoals de aanleg van een 40 meter lange start- en landingsbaan naar de Tweede Kamer van het parlement. Hiermee wil ze duidelijk maken dat de financiële steun van 3,4 miljard euro voor de KLM een slag in het gezicht is van de mensen die het veel harder nodig hebben. Volgens de organisatie is het absoluut nodig om het leven van mensen centraal te stellen in plaats van de markt. Na de zomervakantie is “#BeterUitDeCrisis” van plan om de acties onverminderd door te zetten totdat het parlement echt handelt als een vertegenwoordiging van de mensen in plaats van de multinationals en de rijkste 1%.
In tegenstelling tot wat het Manifest suggereert is de belangrijkste tegenstelling niet tussen rijk en arm.
“Het fundamentele conflict in de kapitalistische maatschappij is tussen de heersende bourgeoisie en de arbeidersklasse die alle waarde in de maatschappij produceert. De strijd van de arbeiders bestaat niet uit aanvallen op de rijken als individu, maar moet de fundamentele maatschappelijke verhoudingen van het kapitaal (loonarbeid en productie voor winst) aanvallen, ontmantelen en vervangen en de staat, die hen in leven probeert te houden ondanks het feit dat zij de fundamentele reden zijn voor de verarming van de overgrote meerderheid van de mensen”.(Crisis brings ever deepening poverty; World Revolution nr. 345, juni 2011)
De verraderlijke rol van de trotskisten en de uiterst linkerzijde van de bourgeoisie
Binnen het kapitalisme bestaat maar één revolutionaire klasse, die niets te verliezen heeft behalve haar ketenen, en dat is de arbeidersklasse, iets waar “Socialisme.nu” (GIS) en “Grenzeloos” (SAP) heel goed bekend mee zijn, als we nog zeer recente publicaties mogen geloven.
-“Wij hebben immers de beschikking over de middelen om een wereld te creëren zonder honger, zonder uitbuiting, zonder dat we mensenlevens moeten afwegen tegen economische belangen. Om dit mogelijk te maken, moeten we ons als arbeidersklasse organiseren om het kapitalistische systeem voor eens en voor altijd te verslaan.”(Een socialistisch antwoord op Covid-19; Socialisme.nu; 21 juli 2020; https://socialisme.nu/een-socialistisch-antwoord-op-covid-19/ [33] (1)
-“Nu moet de arbeidersklasse de klasse bestrijden die de crisis veroorzaakt. In het centrum van onze socialistische strijd moeten we een klassenstrijd voeren tegen de kapitalistische crisis - en tegen de klasse die hen maakt." (De crisis is geen kans, maar de vijand; Grenzeloos, 8 april 2020; https://www.grenzeloos.org/content/de-crisis-geen-kans-maar-de-vijand [34] (2)
Zeggen deze citaten iets over de politiek van deze organisaties? Ja en nee. Aan de ene kant willen de trotskisten de arbeiders, die zich steeds meer vragen beginnen te stellen over het falen van de huidige productiewijze, op een terrein lokken dat het voor kapitalisme en haar heersende klasse totaal ongevaarlijk is. Door het besluit zich te voegen bij en campagne te voeren binnen #BeterUitDeCrisis kunnen ze de arbeiders die erin meegaan verdrinken in een burgerlijke oppositie bestaande uit de meest exotische schakeringen van de maatschappij: FNV vrouwen, Toekomstboeren, Green Cross Nederland, Stichting Anima Mundi, enzovoort, die niets anders beoogt dan een “democratischer” gezicht te geven aan de uitbuiting.
Om deze misleidingspolitiek tot een succes te maken moeten ze zich aan de andere kant natuurlijk wel voordoen als ‘oprechte’ en ‘radicale’ verdedigers van de belangen van de arbeiders, de klasse die als enige in staat is dit systeem ten val te brengen. Daarom spreken ze zich in hun algemene verklaringen en teksten inderdaad vaak uit tegen ‘het kapitalistisch systeem’,tegen ‘het system van loonslavernij’ en tegen ‘het uitbuitingssysteem’ om de ontevredenheid van de arbeiders in de concrete doelstellingen toch weer af te leiden naar een steriele strijd tegen …… de rijken:“laten we het geld halen waar het zit” en “laat de rijken de crisis betalen”,“een coronataks voor de allerrijksten”, enzovoort.
De reden waarom deze beide trotskistische organisaties zich hebben aangesloten bij het initiatief #BeterUitDeCrisis, heeft dus alles te maken met hun functie als uiterst linkse fracties van de bourgeoisie. Hun specifieke taak is de arbeiders te paaien met leuzen voor “een democratische controle over de productiemiddelen” die voldoende zou zijn om“een eerlijke verdeling van de rijkdom” te bewerkstelligen. Het mag voor iedereen duidelijk zijn dat dit sprookje,dat we inmiddels al heel vaak hebben gehoord, niets fundamenteels zal veranderen aan de toenemende uitbuiting en de groeiende ellende.
Uiteindelijk streven de trotskisten helemaal niet naar een fundamenteel andere maatschappij. Dit blijkt ook wel uit hun ‘kritische’ steun aan de vakbonden, hun ‘kritische’ steun aan de verschillende nationalistische bewegingen, en hun ‘kritische’ steun aan linkse parlementaire partijen; allemaal vormen van politiek waarbij het kapitalisme nooit in vraag gesteld wordt. Integendeel, overeenkomstig hun functie in de burgerlijke maatschappij beogen ze met hun politiek de burgerlijke staat niet alleen overeind te houden maar zelfs te versterken tegenover een maatschappij die steeds meer ten prooi valt aan de ontbinding en waarvan het bouwwerk steeds grotere gaten vertoont.(3)
Dat is ook hier het geval: als de regering en het parlement er zelf niet in slagen om de crisis te beteugelen, die vandaag werkelijk alle aspecten van het maatschappelijk leven aantast, dan is er nog altijd deze trotskistische buitenparlementaire oppositie om hen een helpende hand te bieden.Net op het ogenblik dat het kapitalisme flagrant zijn machteloosheid toont om een uitweg te bieden uit de verrotting van zijn systeem,en iedereen op de ene of de andere manier in zijn directe bestaan en zelfs in zijn leven bedreigd wordt, duiken de ‘revolutionaire’ trotskisten en anderen op met hun propaganda voor “een eerlijkere, gezondere, en veiligere samenleving” (Het Manifest van #BeterUitDeCrisis).
Hiermee proberen de trotskisten te voorkomen dat de elementen binnen de arbeidersklasse, die alle illusies hebben verloren in het kapitalistische systeem en er niet meer de zin van inzien om het nog langer krediet te geven, een ernstige overdenking in gang zetten die leidt naar een alternatief: een maatschappij die niet gebaseerd is op uitbuiting en onderdrukking, vrij van klasse-overheersing door het kapitaal, en waarin het doel van de productie gericht is op het bevredigen van de menselijke behoeften.
Een nieuwe start is een kommunistische maatschappij
De gevolgen van de pandemie, die catastrofale vormen heeft aangenomen, kunnen onmogelijk binnen het bestaande kapitalistische systeem opgelost worden: de nationale kapitalen staan elkaar iedere dag meer naar het leven in de wereldwijde handelsoorlog om een zo groot mogelijk deel van de wereldmarkt voor zich op te eisen en aan deze handelsoorlog wordt alles onderschikt gemaakt, ook mensenlevens, tenzij een pandemie nog meer verlies aan productiekrachten en meerwaardevorming dreigt te vooroorzaken dan een lockdown.
Een systeem dat gebaseerd is op privé-eigendom van de productiemiddelen - en of dat eigendom nu de vorm aanneemt van een individuele ondernemer, een vennootschap of een soevereine staat verandert niets wezenlijk aan de eigendomsvorm - en dus op de private toe-eigening van de meerwaarde die door de loonafhankelijke arbeiders worden voortgebracht is een genadeloos systeem dat alles en iedereen opoffert om zijn doel te bereiken: de onverzadigbare accumulatie van meerwaarde. Zo’n systeem dompelt de hele wereld onder in barbaarsheid en de huidige coronacrisis is daar het laatste en meest flagrante bewijs van.
De inzet is hoog, de moeilijkheden ongekend. De weg naar een kommunistische maatschappij wordt gekenmerkt door diepe kuilen en grote obstakels. Toch is het de enige uitweg uit deze barbaarse ellende. En de enige kracht die dit kan bewerkstelligen is de arbeidersklasse, de klasse die uitgesloten is van deze maatschappij en van de rijkdom die ze voortbrengt, de klasse die onteigend is en als bezitloze klasse niets anders bezit dan de arbeidskracht om te verkopen.
Dennis /2020.10.03
(1) Zie: “Hoe Nederland de controle verloor De corona-uitbraak van dag tot dag”; https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/19/hoe-nederland-reageerde-op-het-nieuwe-virus-uit-china-van-niks-aan-de-hand-tot-blinde-paniek-a4003075 [35]
(2) Zie: “De ja-knikkers van Hugo de Jonge - De GGD heeft het zwaar”; https://www.groene.nl/artikel/de-ja-knikkers-van-hugo [36]
(3) Zie “Het kapitalisme is verantwoordelijkheid voor de gezondheidscatastrofe”; https://nl.internationalism.org/content/1508/het-kapitalisme-verantwoordelijkheid-voor-de-gezondheidscatastrofe [37]
De afgelopen tien jaar zijn de mensen – en meer bepaald de arbeiders - in België ernstig op de proef gesteld allereerst door de mondialisering van de wereldeconomie en de daarmee gepaard gaande delokalisaties, alsmede door de financiële crisis en het grote aantal faillissementen, omstandigheden die leidden tot toenemende werkloosheid en werkonzekerheid (flexibele en nuluren-contracten). Bovendien moesten ze ook nog eens toezien hoe de verschillende politieke crises het slechte bestuur en de financiële verspilling hebben bevorderd, met als gevolg dat de problemen zowel op het vlak van de gezondheidzorg en migratie als op het vlak van de begroting en de schuldenlast alleen maar erger werden en daardoor de indruk versterkten dat de bevolking door dit ‘malgoverno’ volledig aan haar lot werd overgelaten.
Het politieke gekonkel, dat sedert begin 2019 plaatsvond, werd in het begin van dit jaar nog aangewakkerd en verhevigd door de uitbarsting van de coronacrisis. De politieke crisis en de coronacrisis leverde een explosief brouwsel op en leidde tot een vlucht voor de verantwoordelijkheid door de politieke ‘leiders’ en tot een aanzienlijke bestuurlijke chaos in het land. Gevestigde politieke bolwerken lieten het vuile werk van de covidcrisis opknappen door een regering van lopende zaken, die regelmatig botste met de ‘wilde’ initiatieven van de gewestelijke en lokale bestuurders. Gebrek aan onderling vertrouwen en een falen van de onderlinge communicatie maakten de dienst uit met als gevolg dat België in 2020 het hoogste aantal coronadoden kent per 100.000 inwoners in de hele wereld.
In het artikel van april dit jaar maakten we melding van het feit dat“Een onderzoek van politicologen van vijf Belgische universiteiten kwam tot de conclusie dat de afkeer van het politieke establishment, een van de wezenlijke kenmerken van het populisme, in de maatschappij toeneemt en dat er zelfs een algemene antipolitieke stemming aan het groeien is onder de kiezers.” (1)
In het afgelopen half jaar is dit meer dan ooit een hot item gebleven. Zo blijkt uit de vijfjaarlijkse jongerenenquête van het weekblad Humo dat nog maar 12 procent van de Vlaamse jongeren vertrouwen heeft in de politici, terwijl dat vijf jaar geleden nog 15 procent was. (22-09-2020) Verschillende deskundigen, opiniemakers en onderzoeken maken duidelijk dat de “Belgen vooral weinig vertrouwen blijken te hebben in politieke partijen, de “politique politicienne”.” (Carl Devos op Radio1; 3-09-2020)
Ook de politieke partijen zelf zijn zich heel goed bewust van de groeiende afkeer van de partijpolitiek onder de mensen. Daarom is het een hoofddoelstelling van de nieuwe regering De Croo volgens Egbert Lachaert, voorzitter van de Vlaamse liberalen (Open VLD), te werken aan het herstel van het vertrouwen, want “na twee jaar stilstand is dat ook niet onlogisch”. Het cynisme van de bourgeoisie kent geen grenzen. Twee jaar van stilstand is een waarlijk eufemisme voor de totale verwaarlozing van hun taak als bestuurder en de cynische houding die ze tegenover de ‘eigen’ bevolking aan de dag hebben gelegd.
Na anderhalf jaar van de meest walgelijke politieke manoeuvres, worden we nu verwacht om met gejuich de nieuwe regering te begroeten die voor het grootste deel gevormd wordt door partijen die medeverantwoordelijk zijn voor de chaos, bij de laatste verkiezingen gevoelig hebben verloren en waarvan enkelen deze nederlaag een jaar daarna nog niet eens verteerd hebben. Toen de partijen eind september moesten instemmen met deelname aan de ‘Vivaldi’-regering (2) bleek bijvoorbeeld hoe broos de verhoudingen nog zijn binnen de Vlaamse Christendemocraten (CD&V).
De langdurige regeringsformatie, die bijna net zo lang duurde als in 2010-2011, is niet alleen een uitdrukking van de zwakheid van en verdeeldheid binnen de Belgische bourgeoisie, maar ook van een abjecte onverantwoordelijkheid zowel van de linkse als rechtse partijen en een totale onmacht van het politieke apparaat van de bourgeoisie om de diverse tegenstrijdige belangen tussen haar fracties en het beheer van de pandemie in goede banen te leiden. Partijen als bolwerken van gevestigde elites en verrotting van hun onderlinge verhoudingen. Dat is de balans die we van die politieke ontwikkeling moeten opmaken.
In april schreven we al: “Volgens de toenmalige prognoses van de Europese Commissie behoorde de Belgische economie tot een van de zwakste leerlingen van een Europese klas. (….) En het is in deze situatie van zwakte dat de coronastorm over de Belgische economie raast.” (3)
Ook het vertrouwen van de bevolking in de Belgische economie is in het afgelopen half jaar tot een absoluut dieptepunt gedaald. In april was het gedaald tot -26, waarna het weer een beetje toenam, tot het in augustus opnieuw daalde tot het niveau van april. Over de hele periode april tot en met oktober, bleef het consumentenvertrouwen gemiddeld 21 punten in het negatief.
Van alle beleggers ziet slechts 18 procent de Belgische economie in de maanden oktober-november-december aantrekken, terwijl liefst 53 procent een terugval vreest. (ING-beleggersbarometer van15-09-2020) Bovendien heeft de coronacrisis een zware impact op de investeringsvooruitzichten voor 2021, die ook volgend jaar 21 procent lager dreigen uit te komen dan normaal.
Op basis van een enquête gehouden op 19, 20 en 21 oktober door de Economic Risk Management Group schatten de Belgische ondernemingen dat hun omzet eind oktober 14 procent lager ligt dan in pré-coronatijden. Sinds augustus is het herstel in de investeringen volledig stilgevallen. Er wordt geen omzetverbetering verwacht in het vierde kwartaal.
Het vertrouwen in de economie is tot een dieptepunt gedaald, ook het vertrouwen dat de Belgische regering de economie er weer bovenop kan helpen is ver te zoeken. In de periode voorafgaand aan de coronacrisis was België, vanwege het ontbreken van elke landelijke coördinatie om het begrotingsgat te dichten, al bijna weer op het Europese strafbankje beland. En in de periode van de coronacrisis zijn de mensen alleen nog maar sceptischer geworden over de inspanningen van de autoriteiten om de economie nieuwe impulsen te geven.
Het is dus niet zo verwonderlijk dat de nieuwe regering vooral één doel voor ogen heeft: onder het motto van “een welvarend, solidair en duurzaam België”, stelt ze zich tot taak het herstel van het vertrouwen van de bevolking in de politieke besluitvorming en in de economie terug te winnen. Hoe denkt ze dat te doen?
Door middel van (de presentatie van) een jonge, frisse regeringsploeg die vernieuwing uitstraalt en komaf maakt met de oude afbraakpolitiek.
De gemiddelde leeftijd van de regering is 44 jaar, en bestaat zelfs voor de helft uit vrouwen. Het is een ploeg met veel nieuwe gezichten, die geen besmet politiek verleden hebben. De nieuwe regering heeft gekozen voor een andere manier van politiek, die het cement moet worden dat de nieuwe regering tot een eenheid smeedt.“Dit is een groep die ervoor heeft gekozen om de tegenstellingen achter zich te laten”, aldus De Croo. Niemand zal dus aan de schandpaal worden genageld voor de ravage die de afgelopen tijd is aangericht. De regering maakt zich sterk om ‘uit de crisis te komen’, waarbij iedereen zijn steentje moet bijdragen.
Terwijl er volgens de voorzitter van de socialistische vakbond Thierry Bodson sprake is van “een echte breuk met de afgelopen vijf jaar” (Het Nieuwsblad, 01-10-2020) verwijt de meer ‘linkse’ PVDA/PTB de regering niet links genoeg te zijn. (De Standaard, 01-10-2020), maar met die kritiek dat er eigenlijk een meer linkse regering had moeten worden gevormd om de tegemoet te kunnen komen aan de noden van het kapitalisme van vandaag,vormt de PVDA/PTB in feite een hele goede aanvulling op de politiek van de regering en vervult zij bij uitstek haar rol van linkse oppositie.
Door middel van een‘uitdagend’ programma dat zich als innovatief, duurzaam en sociaal voordoet.
Innovatief: De regering De Croo wil van België een digitale kampioen maken. “Het België van de toekomst is Digital Belgium”, aldus de nieuwe premier De Croo.“De regering zal investeren in nieuwe groei. In toekomstgerichte sectoren.” Er is een ambitieus actieplan, met als hoofddoel 1.000 nieuwe start-ups en 50.000 banen.
Duurzaam: De nieuwe regering schaart zich achter de klimaatakkoord van Parijs en de Europese Green Deal. Verder wil ze het gebruik van fossiele brandstoffen te ontmoedigen door deze extra te belasten. “Alle nieuw bedrijfswagens moeten tegen 2026 broeikasgasvrij zijn.” Tenslotte wordt hergebruik van producten aangemoedigd, waarbij kunststoffen zoals plastic bijzondere aandacht krijgt.
Sociaal: Op dit vlak is het plan om op termijn de laagste pensioenen optrekken en de minimumuitkeringenverhogen. Daarbovenop krijgen de werkers in de ziekenhuizen een loonsverhoging en wordt er extra personeel aangeworven. Tenslotte streeft ze naar een goedkopere kinderopvang, meer geld voor mantelzorgers, en verdubbeling van het ouderschapsverlof.
Gegeven de uiterst risicovolle omstandigheden van een tweede golf is het voorkomen van de ineenstorting van de gezondheidszorg en van de economie op dit moment natuurlijk prioriteit nummer één. De bourgeoisie kan het zich gewoon niet permitteren dat de gezondheid van de factor arbeidskracht massaal aangetast wordt. Zelfs als ze niet in staat is de omvang van de pandemie werkelijk terug te dringen dan zal ze, om haar geloofwaardigheid als regerende klasse niet nog verder te laten aantasten, daartegen toch maatregelen moeten blijven nemen. Zo zullen, om de schade van de pandemie voor de economie te beperken, de uitgaven in de vorm van financiële steun aan de bedrijven en de werkers - die overigens beduidend minder zullen zijn dan onder de regering Wilmès - geenszins van harte worden gedaan, maar in dit geval breekt nood wet.
Het mag duidelijk zijn dat het plan van de nieuwe regering pure bluf en nergens duurzaam en sociaal is, en maar één doel heeft: de mensen, en in het bijzonder de arbeidersklasse, een rad voor de ogen te draaien. Wat het fameuze regeringsplan meer in het bijzonder inhoudt zullen we in het volgende deel duiden.
De regering gebruikt de tijdelijke financiële steunmaatregelen, maar vooral haar ‘verfrissend’ imago en het ‘sociale’ karakter van haar programma om het vertrouwen in de politiek te herstellen en dan vooral om de arbeidersklasse voor zich te winnen in het perspectief van een noodplan voor het redden van de Belgische economie. Onder het motto ‘niemand is verantwoordelijk voor de crisis’ worden de arbeiders nu al warm gemaakt voor het post-coronatijdperk waarin ze flink de broekriem aan moeten halen om, in samenwerking met hun klassevijand, de Belgische economie er weer bovenop te helpen. Want dat de arbeidersklasse uiteindelijk de rekening zal moeten betalen staat buiten kijf.
De bourgeoisie deelt nooit cadeautjes uit. Ze zal zich altijd inspannen om het geheel van het variabele kapitaal (salarissen, sociale uitkeringen, pensioenen), dat nodig is voor de reproductie van de arbeidskracht, tot een absoluut minimum terug te brengen. Binnen het kapitalisme bestaat er “een onophoudelijke strijd tussen kapitaal en arbeid, waarbij de kapitalist er voortdurend naar streeft het arbeidsloon (…) of de waarde van de arbeid meer of minder tot op haar minimumgrens omlaag te drukken.”(4)
België maakt deel uit van een wereldsysteem, dat alle hoeken van de planeet aan haar wetten onderwerpt. Dat betekent dat België, wil haar economie overeind blijven in de moordende handelsoorlog, de loonkosten moet drukken, het arbeidsritme tot het uiterste opdrijven en zo nodig zelfs de arbeidsdag moet verlengen. Op een aantal van dit soort punten loopt ze ver achterop bij de andere West-Europese landen. Zo kent België in Europa, op Portugal na, de geringste flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Bovendien ligt de activeringsgraad er ruim onder de 70 procent ligt en komen de totale kosten voor de sociale uitkeringen beduidend hoger uit dan in de omringende landen.
Deze gegevens maken duidelijk in welk licht de bestrijding van de “sociale fraude” moet worden bekeken. De regering wil maatregelen doorvoeren om de ‘factor arbeid’ aan een strenger regime te onderwerpen. Ze wil de activeringsgraad omhoog brengen naar 80% en de flexibiliteit van de arbeid opvoeren door regelingen te voorzien voor minder vaste contracten, voor flexibele inzetbaarheid, voor deeltijdbanen, voor soepelere ontslagregeling, enzovoort. Zo moet het moeilijker worden om nog een beroep te kunnen doen en dus in aanmerking te komen voor een sociale uitkering.
De regering maakt ook goede sier met haar plannen voor duurzame ontwikkeling: “Dat maakt van dit akkoord het meest groene regeerakkoord in de geschiedenis van ons land”, aldus Eerste Minister Alexander De Croo. De vertegenwoordigers van Ecolo-Groen zijn natuurlijk enthousiast, maar zijn nogal zwijgzaam over wie de rekening daarvoor moet gaan betalen. De nieuwe regering huldigt het principe dat “de vervuiler betaalt”, maar dat zegt niets, want wie is er nu geen vervuiler? In feite betekent het dat iedereen moet betalen.
Neem het voorbeeld van de kern-uitstap, een van de stokpaardjes van Ecolo-Groen. De nieuwe regering verbindt zich aan de beslissing om alle kerncentrales in 2025 te sluiten. De Europese Commissie is niet overtuigd van de haalbaarheid ervan en een van de meest cruciale vragen daarbij is waar het geld vandaan moet komen voor deze transitie. Het Federaal Planbureau berekende in 2018 dat de jaarlijkse kosten voor (geïmporteerde) energie750 en 900 miljoen hoger zullen uitvallen, dan wanneer twee kernreactoren 10 jaar langer openblijven. Frans Timmermans, ondervoorzitter van de Europese Commissie wond er geen doekjes om. “De overgang naar een groenere economie en naar de koolstofneutraliteit van de EU in 2050 zal “ongelooflijk complex, moeilijk, omslachtig en duur zijn”.” (La Libre Belgique, 12-10-2020).
Voor Groen-Kamerlid Kristof Calvo is dat allemaal niet zo’n probleem; in zijn optiek zijn het“de grote vermogens en de grote vervuilers[;] de Arcelors van deze wereld, de energie-intensieve bedrijven”, die de factuurvoor de ‘groene’ maatregelen in de bus zullen krijgen. (Knack; 03-02-2019) Mocht dat plan niet slagen dan kan er volgens Ecolo-Groen ook geld bijgedrukt worden.“We hebben dat gedaan om de banken te redden. Dus moeten we dat ook doen om het klimaat te redden”.(Bart Staes; HLN; 10-03-2019) Deze uitspraken verraden dat er linksom of rechtsom toch geld op tafel moet komen. En dat zullen geen kinderachtige bedragen zijn. Het is duidelijk dat de arbeiders zich kunnen opmaken voor extra belastingen om de ecologische plannen van de regering te bekostigen. (5)
De nieuwe regering wekt de indruk op te komen voor van de ‘werkende bevolking’. Haar ‘progressieve’ imago is bedoeld om ze voor haar ‘andere politiek’ te winnen. Arbeiders moeten zich echter niet door de uiterlijk schijn van de regering en haar enigszins vage plannen laten misleiden. In een kapitalisme in verval zijn blijvende verbeteringen van hun levensvoorwaarden uitgesloten en de arbeidersklasse heeft niets te winnen, maar alles te verliezen als ze zich laat verleiden door de ‘progressieve’ praatjes van de lakeien van de bourgeoisie.
Zeker, de omstandigheden voor de arbeidersstrijd zijn op dit moment heel moeilijk. Deze wordt vandaag regelmatig in de schaduw gezet door vormen van burgerlijk-democratische strijd tegen ‘ongelijkheid’ (Black Lives Matter beweging), protesten van andere niet-uitbuitende lagen in de maatschappij (studenten, foorkramers, …) of zelfs gezamenlijke protesten van ondernemers en werkers (in de horeca of bij taxibedrijven). Daarnaast hebben er zowel in België maar vooral in Nederland ook verscheidene protesten plaatsgevonden tegen de nationale lockdown maatregelen van de regering.
Al deze protesten, hoewel ze meestal worden aangewakkerd door ontevredenheid en verontwaardiging over de erbarmelijke en gewelddadige condities van het kapitalisme, blijven niettemin steken in eisen voor een kapitalisme met een ‘menselijk’ gezicht. Omdat een dergelijk kapitalisme voortaan onmogelijk is - om leven voor de mensen mogelijk te maken moet het kapitalisme vernietigd worden - bieden deze protesten geen enkele oplossing voor onmenselijke ‘plagen’ die het kapitalisme in ontbinding op ons loslaat. Ze blijven eenvoudigweg gevangen in de kapitalistische logica en dikwijls worden ze op sleeptouw genomen door de meest reactionaire politieke stromingen die de maatschappij afschuimen, zoals het populisme.
Protesten op burgerlijk terrein (zoals BLM) en zelfs interklassistische protesten, waarin verschillende maatschappelijke lagen hun eisen tot uitdrukking brengen (‘Gele Hesjes’ beweging), lopen niet toevallig uit op blind geweld. “Omdat ze geen perspectief hebben op de radicale transformatie van maatschappij, het afschaffen van oorlog, armoede, groeiende onveiligheid en de andere beproevingen van een stervend kapitalisme, kunnen deze bewegingen (….) niet voorkomen dat ze alle gebreken verspreiden van de zich ontbindende kapitalistische maatschappij”.(6)
Al de hierboven genoemde protesten, die vaak uitdraaien op gewelddadige botsingen waardoor ze de indruk geven heel radicaal te zijn, gaan ook dikwijls vergezeld van omvangrijke mediacampagnes met als belangrijk oogmerk de arbeiders van hun eigen klasseterrein te lokken, hen in deze protesten te verdrinken en zo te verhinderen dat ze optreden als een onderscheiden klasse met hun eigen strijdmiddelen en eisen.
Dat neemt echter niet weg dat de arbeiders, door de drastische verslechtering van hun levensomstandigheden, genoodzaakt zijn hun strijdwil te versterken, zoals we in het afgelopen half jaar in sommige delen van België hebben gezien. Op 14 juni kwamen honderden gezondheidswerkers op straat voor een betere financiering van de gezondheidzorg: een opwaardering van de lonen en meer man- en vrouwkracht. Daarnaast kwamen ook arbeiders van diverse bedrijven in verzet tegen de onveilige werkomstandigheden vanwege corona, tegen de sluiting van bedrijven en ontslagen en tegen de opdrijving van het werktempo. Dit is de strijd, hoe beperkt in omvang en duur ze ook waren, die de weg wijst.
Alleen door te strijden als klasse, zelfstandig, met haar eigen eisen, kunnen de arbeiders een werkelijke breuk bewerkstelligen met de kapitalistische logica van de winst om de winst, de accumulatie om de accumulatie, kortom: van de ongebreidelde uitbuiting van de arbeidskracht, van de natuur en uiteindelijk ook van het leven. Dit is het enige en werkelijk ‘uitdagende programma’ dat de georganiseerde kommunistische minderheden de arbeidersklasse moeten voorhouden n
Dennis / 15.11.2020
(1) “Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen!”; https://nl.internationalism.org/content/1513/politieke-instabiliteit-bel... [39]
(2) ‘Vivaldi’-regering: de kleuren van de 4 jaargetijden: blauw (liberalen), rood (socialisten), geel (christendemocraten) en groen (ecologisten).
(3) “Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen!”; https://nl.internationalism.org/content/1513/politieke-instabiliteit-bel... [39]
(4) “Loon, Prijs en Winst”, Karl Marx;
https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865loonprijs.htm [40]
(5) Ecolo-Groen en Vlaams Belang, de winnaars van de verkiezingen: De gevaarlijke misleidingen van de groene ideologie en het populisme
(6) “Volksopstanden zijn geen antwoord op de verdieping van de crisis en de ellende van het wereldkapitalisme”; https://nl.internationalism.org/content/1497/volksopstanden-zijn-geen-an... [41]
Dit rapport is geschreven voor een recent congres van onze afdeling in Frankrijk en zal worden gevolgd door andere rapporten over de internationale situatie.
De ramp houdt aan en verergert: vandaag zijn er officieel wereldwijd 36 miljoen besmette personen en meer dan een miljoen doden.[1] [46] Nadat de preventieve maatregelen tegen de verspreiding van het virus roekeloos waren uitgesteld, en vervolgens brede sectoren van de economie ‘rücksichtslos’ werden stilgelegd, hebben de verschillende facties van de wereldbourgeoisie vervolgens gegokt op een economisch herstel, ten koste van een nog groter aantal slachtoffers, door de quarantainemaatregelen op te heffen, terwijl de pandemie alleen maar tijdelijk was afgenomen in bepaalde landen. Nu de winter nadert, is het duidelijk dat de gok niet de moeite waard geweest is en dat er, in ieder geval op de middellange termijn, sprake is van een verslechtering, zowel in economisch als in medisch opzicht. De last van deze ramp is op de schouders van de internationale arbeidersklasse terechtgekomen.
Tot nu toe is een van de moeilijkheden geweest om de laatste fase van de historische neergang van het kapitalisme - die van de maatschappelijke ontbinding - te herkennen.[2] [47] Dat komt omdat dit tijdperk, welk definitief werd ingeluid door de ineenstorting van het Oostblok in 1989, in tegenstelling tot eerdere perioden van het verval van het kapitalisme, die werden gedefinieerd en gedomineerd door zulke duidelijke bakens als de wereldoorlog of de proletarische revolutie, zich op het eerste gezicht heeft voorgedaan als een proliferatie van symptomen zonder duidelijke samenhang.
Maar nu, in 2020, is de Covid-pandemie, de belangrijkste crisis in de wereldgeschiedenis sinds de Tweede Wereldoorlog, een onmiskenbaar herkenningsteken geworden van deze hele periode van ontbinding, doordat ze een reeks factoren van chaos verenigt die de veralgemeende verrotting van het kapitalistische systeem uitdrukt. Deze factoren zijn onder andere:
Covid-19 heeft zo, veel duidelijker dan voorheen, alle domeinen van het maatschappelijk leven die getroffen zijn door de ontbinding bijeengebracht: het economische, het imperialistische, het politieke, het ideologische en het maatschappelijke domein.
De huidige situatie heeft eveneens een aantal fenomenen van hun gewicht ontdaan: fenomenen die geacht werden in tegenspraak te zijn met de analyse dat het kapitalisme in een ultieme fase van chaos en maatschappelijke ineenstorting was beland. Deze fenomenen zouden volgens onze critici bewijzen dat onze analyse ‘in vraag moeten worden gesteld’ of gewoonweg genegeerd. Met name de verbluffende groeicijfers van de Chinese economie leken voor onze kritische commentatoren te weerspreken dat er een periode van ontbinding en zelfs een periode van verval was. Deze waarnemers werden in werkelijkheid bij de neus genomen door ‘de schijn van de moderniteit’ die door de Chinese industriële groei werd uitgestraald. Vandaag de dag is, als gevolg van de Covid-pandemie, niet alleen de Chinese economie gestagneerd, maar is er ook een chronische achterstand blootgelegd die de minder aangename geur van onderontwikkeling en verval afgeeft.
Het perspectief van de IKS uit 1989 dat het wereldkapitalisme een laatste fase van innerlijke ontbinding was ingegaan, gebaseerd op de marxistische methode om de onderliggende mondiale, langetermijn trends te analyseren, in plaats van het najagen van tijdelijke nieuwigheden of het vasthouden aan versleten formules, is treffend bevestigd.
De huidige gezondheidscatastrofe toont vooral een toenemend verlies aan controle over het systeem door de kapitalistische klasse en een toenemend verlies aan perspectief voor de mensheid als geheel. Het toenemende verlies aan beheersing van de middelen, die de bourgeoisie tot nu toe heeft ontwikkeld om de gevolgen van de historische achteruitgang van haar productiewijze in te dammen en te kanaliseren, is tastbaarder geworden.
Bovendien toont de huidige situatie aan hoezeer de kapitalistische klasse niet alleen minder in staat is om een groeiende maatschappelijke chaos te voorkomen, maar ook steeds meer de ontbinding verergert die zij voorheen in toom hield.
Om beter te begrijpen waarom de Covid-pandemie symbolisch is voor de kapitalistische periode van de ontbinding moeten we bestuderen hoe het komt dat ze in vorige tijden niet op dezelfde manier plaatsvond als vandaag.
Pandemieën zijn natuurlijk gekend binnen eerdere maatschappelijke formaties en hebben een verwoestend en versnellend effect gehad op het verval van voorgaande klassenmaatschappijen, zoals de Pest van Justinianus aan het einde van de oude slavenmaatschappij of de Zwarte Dood aan het einde van de feodale lijfeigenschap. Maar het verval van de feodale maatschappij kende geen periode van ontbinding omdat een nieuwe productiewijze (het kapitalisme) al vorm kreeg binnen en naast de oude productiewijze. De verwoesting van de pest versnelde zelfs de vroege ontwikkeling van de bourgeoisie.
Het verval van het kapitalisme, het meest dynamische systeem van uitbuiting van de arbeid in de geschiedenis, omvat noodzakelijkerwijs de hele maatschappij en voorkomt dat er een nieuwe vorm van productie in de maatschappij ontstaat. Daarom is het kapitalisme, bij afwezigheid van een koers naar de wereldoorlogen en van een heropleving van het proletarische alternatief, een periode van ‘super-verval’ ingegaan, zoals de Stellingen over de ontbinding van de IKS het verwoorden.[4] [49] De huidige pandemie zal dus niet wijken voor enig herstel van de productiekrachten van de mensheid binnen de bestaande maatschappij, maar dwingt ons in plaats daarvan een glimp op te vangen van de onvermijdelijkheid van de ineenstorting van de menselijke maatschappij als geheel, tenzij het wereldkapitalisme in zijn geheel omver wordt geworpen.De toevlucht tot de middeleeuwse quarantainemethoden als antwoord op Covid, terwijl het kapitalisme de wetenschappelijke, technologische en maatschappelijke middelen heeft ontwikkeld om de uitbarsting van de plagen te begrijpen, te voorkomen en in te dammen (maar niet in staat is ze in te zetten), getuigt van de impasse van een maatschappij die wegrot en steeds minder in staat is om de productiekrachten te benutten, die het in gang heeft gezet.
De geschiedenis van de maatschappelijke impact van besmettelijke ziekten in het leven van het kapitalisme geeft ons een verder inzicht in het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen het verval van een systeem, dat begon in 1914, en de specifieke fase van ontbinding binnen de periode van verval. De opkomst van het kapitalisme en zelfs de geschiedenis van het grootste deel van zijn verval tonen in feite een groeiende beheersing van de medische wetenschap en de volksgezondheid over infectieziekten, vooral in de geavanceerde landen. De bevordering van de openbare hygiëne en sanitaire voorzieningen, de uitroeiing van de pokken en de polio en de terugdringing van malaria bijvoorbeeld, is het bewijs van deze vooruitgang. Uiteindelijk, na de Tweede Wereldoorlog, werden niet-overdraagbare ziekten de belangrijkste oorzaken van een vroegtijdige dood in het industriële hart van het kapitalisme. We moeten ons niet wijsmaken dat deze verbetering van de slagkracht van de epidemiologie het gevolg was van de door de bourgeoisie voorgewende humanitaire bezorgdheid. Het belangrijkste doel was het creëren van een stabiel klimaat voor de intensivering van de uitbuiting die de permanente crisis van het kapitalisme wordt vereist, en vooral voor de voorbereiding en uiteindelijke mobilisatie van de bevolkingen voor de militaire belangen van de imperialistische blokken.
Vanaf de jaren 1980 begon de positieve trend tegen infectieziekten te keren. Er ontstonden nieuwe, of evoluerende ziekteverwekkers zoals HIV, Zikah, Ebola, SARS, MERS, Nipah, N5N1, Dengue-koorts, enzovoort. De overwonnen ziekten werden steeds resistenter tegen medicijnen. Deze ontwikkeling, meer bepaald van zoönotische (van mens op dier overdraagbare) virussen, houdt verband met de ongecontroleerde stedelijke groei in de perifere regio's van het kapitalisme – met name van de massale sloppenwijken die verantwoordelijk zijn voor 40% van deze groei – en met de ontbossing en de ontluikende klimaatverandering. Hoewel de epidemiologie deze virussen heeft kunnen begrijpen en volgen, heeft de uitvoering van passende maatregelen door de staat geen gelijke tred gehouden met de dreiging. De ontoereikende en chaotische reactie van de bourgeoisie op Covid-19 is een treffende bevestiging van de toenemende nalatigheid van de kapitalistische staat ten aanzien van de heropleving van besmettelijke ziekten en van de volksgezondheid, en dus van een veronachtzaming van het belang van maatschappelijke bescherming op het meest elementaire niveau. Deze ontwikkeling van de groeiende maatschappelijke onbekwaamheid van de burgerlijke staat hangt samen met tientallen jaren van bezuinigingen op de uitgaven voor de sociale voorzieningen, met name in de gezondheidsdiensten. Maar de toenemende veronachtzaming van de volksgezondheid kan alleen volledig worden verklaard in het kader van het verval, die onverantwoorde kortetermijnoplossingen van grote delen van de heersende klasse in de hand werkt.
De conclusies die kunnen worden getrokken uit deze ommekeer in het proces van bestrijding van infectieziektes in de afgelopen decennia, zijn onontkoombaar: het is een illustratie van de overgang van het kapitalisme in verval naar een laatste fase van ontbinding.
Natuurlijk is de verergering van de permanente economische crisis van het kapitalisme de hoofdoorzaak van deze overgang, een crisis die alle periodes van zijn verval gemeen hebben. Maar het is het beheer – of liever gezegd het toenemende wanbeheer – van de gevolgen van deze crisis die is veranderd en die een belangrijk onderdeel vormt van de huidige en toekomstige rampen die kenmerkend zijn voor de specifieke fase van ontbinding.
De verklaringen die geen rekening houden met deze transformatie, zoals bijvoorbeeld die van de International CommunististTendency, blijven steken in de dooddoener dat het winstbejag de schuld is van de pandemie. Voor hen blijven de specifieke omstandigheden, het tijdstip en de omvang van de ramp een mysterie.
De reactie van de bourgeoisie op de pandemie kan ook niet worden verklaard door een terugkeer naar het schema van de Koude Oorlog, alsof de imperialistische mogendheden het Covid-virus voor imperialistische militaire doeleinden hebben ‘bewapend’ en de massale quarantaines in dit opzicht een mobilisatie van de bevolking zijn. Deze verklaring vergeet dat de belangrijkste imperialistische mogendheden niet langer georganiseerd zijn in rivaliserende imperialistische blokken en hun handen niet vrij hebben om de bevolking achter hun oorlogsdoelen te mobiliseren. Dit laatste punt staat centraal in de patstelling tussen de twee belangrijkste klassen, die aan de basis ligt van de periode van ontbinding.
Over het algemeen zijn het niet virussen maar vaccins die de militaire ambities van het imperialistische blok ten goede komen.[5] [50] De bourgeoisie heeft in dit opzicht lessengetrokken uit de Spaanse griep van 1918. Ongecontroleerde infecties zijn een enorme handicap voor het leger, zoals de demobilisatie door Covid-19 van verschillende Amerikaanse vliegdekschepen en een Frans vliegdekschip heeft aangetoond. Daarentegen is het onder strikte controle houden van dodelijke ziekteverwekkers altijd een voorwaarde geweest voor het vermogen van elke imperialistische mogendheid tot biologische oorlogvoering.
Dat wil niet zeggen dat de imperialistische mogendheden de gezondheidscrisis niet hebben gebruikt om hun belangen verder te behartigen ten koste van hun rivalen. Maar deze inspanningen hebben over het geheel genomen laten zien dat het vacuüm van het imperialistische wereldleiderschap toeneemt, dat de Verenigde Staten hebben achtergelaten, zonder dat enige andere macht, waaronder China, in staat is om deze rol op zich te nemen of in staat is om een alternatieve pool van hergroepering te creëren. De chaos op het niveau van de imperialistische conflicten wordt bevestigd door de Covid-ramp.
De massale quarantaine door de imperialistische staten gaat vandaag de dag zeker gepaard met een grotere aanwezigheid van het leger in het dagelijks leven en het gebruik van oorlogszuchtige aansporingen door de staten. Maar deze gedwongen immobilisatie van de bevolking wordt voor een groot deel ingegeven door de angst van de staat voor de dreiging van maatschappelijke wanorde in een periode waarin de arbeidersklasse weliswaar rustig is, maar nog steeds niet verslagen.
De fundamentele neiging tot zelfvernietiging, die het gemeenschappelijke kenmerk is van alle perioden van het kapitalisme in verval, heeft zijn dominante vorm in de periode van ontbinding veranderd van de wereldoorlog in een mondiale chaos die de dreiging van het kapitalisme voor de maatschappij en de mensheid in zijn geheel alleen maar groter maakt.
Het verlies van controle door de bourgeoisie, die de pandemie kenmerkt,wordt opgevangen door de staat. Wat onthult deze ramp over het staatskapitalisme in de periode van ontbinding?
Om deze vraag te helpen begrijpen, herinneren we aan de observatie van de brochure van de IKS Het Verval van het Kapitalisme over de ‘omverwerping van de bovenbouw’ dat de groeiende rol van de staat in de maatschappij een kenmerk is van het verval van alle productiewijzen. De ontwikkeling van het staatskapitalisme is de extreme uitdrukking van dit algemene historische fenomeen.
Zoals de GCF[6] [51] in haar persorgaan Internationalisme benadrukte in 1952 is het staatskapitalisme geen oplossing voor de tegenstellingen van het kapitalisme; ook al kan het de gevolgen ervan uitstellen, het is er een uitdrukking van. Het vermogen van de staat om een maatschappij in verval bij elkaar te houden, hoe ingrijpend dat ook overkomt, is dus voorbestemd om in de loop van de tijd te verzwakken, en uiteindelijk een factor te worden in de verergering van de tegenstellingen die hij probeert in te dammen. De ontbinding van het kapitalisme is de periode waarin een groeiend verlies van controle door de heersende klasse en haar staat de dominante trend van de maatschappelijke ontwikkeling wordt: een evolutie die Covid op een zo dramatische wijze aan het licht brengt.
Het zou echter verkeerd zijn om te denken dat dit verlies aan controle zich op alle niveaus van het staatsoptreden op gelijke wijze zou ontwikkelen, of dat het alle landen in gelijke mate zou treffen, of slechts een kortetermijnverschijnsel zou zijn.
Op internationaal niveau
Met de ineenstorting van het Oostblok en de daaruit voortvloeiende overbodigheid van het Westblok hebben militaire structuren zoals de NAVO de neiging om hun samenhang te verliezen, zoals de ervaringen van de Balkan- en Golfoorlog hebben aangetoond. De ontwrichting op militair en strategisch niveau is onvermijdelijk gepaard gegaan met het verlies van de macht – aan verschillende snelheden – van alle internationale agentschappen die na de Tweede Wereldoorlog onder toezicht van het Amerikaanse imperialisme zijn opgericht, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie en de UNESCO op maatschappelijk vlak, de EU (in haar vroegere gedaante de EEG), de Wereldbank, het IMF, de Wereldhandelsorganisatie op economisch niveau. Deze agentschappen waren bedoeld om de stabiliteit en de ‘soft power’ van het Westerse blok onder leiding van de VS te handhaven.
Het proces van ontbinding en verzwakking van deze internationale organisaties is met name versterkt met de verkiezing van de Amerikaanse president Trump in 2016.
De relatieve machteloosheid van de WHO tijdens de pandemie is in dit opzicht veelzeggend en hangt samen met het feit dat elke staat zijn eigen troeven op een chaotische manier uitspeelt, met de dodelijke resultaten die we nu kennen. De ‘oorlog om de maskers’ en nu de ‘oorlog om de vaccins’, de voorgestelde terugtrekking van de VS uit de WHO, de poging van China om deze instelling te manipuleren in zijn eigen voordeel, behoeven nauwelijks commentaar.
De machteloosheid van de internationale organen en de daaruit voortvloeiende ‘ieder voor zich’ onder de concurrerende natiestaten heeft ertoe bijgedragen dat de dreiging vanwege de ziekte een wereldwijde ramp is geworden.
Op het niveau van de wereldeconomie hebben de nationale bourgeoisieën echter – ondanks de versnelling van de handelsoorlog en de tendensen tot regionalisering – nog steeds essentiële maatregelen kunnen coördineren, zoals de actie van de Federal Reserve Bank in maart, bij het begin van de economische teruggang, om de liquiditeit van de dollar in de hele wereld te behouden. Duitsland heeft na een aanvankelijke terughoudendheid besloten om met Frankrijk te proberen een economisch reddingspakket voor de Europese Unie als geheel te coördineren.
Hoewel de internationale bourgeoisie nog steeds in staat is een volledige ineenstorting van belangrijke delen van de wereldeconomie te voorkomen, is zij er niet in geslaagd de enorme schade op lange termijn voor de economische groei en de wereldhandel te voorkomen welke wordt veroorzaakt door de stopzetting van de noodzakelijke economische activiteit als gevolg van de late, heterogene en soms tegenstrijdige reactie op Covid-19. In vergelijking met de reactie van de G7 op de financiële crisis van 2008 laat de huidige situatie zien dat het vermogen tot gecoördineerde actie van de bourgeoisie om de economische crisis te vertragen op lange termijn afgesleten is.
Natuurlijk is de tendens naar ‘ieder voor zich’ altijd een kenmerk geweest van het competitieve karakter van het kapitalisme en de verdeling ervan in natiestaten. Maar het is veeleer de afwezigheid van imperialistische blokdiscipline en -perspectief die de heropleving van deze tendens in een periode van impasse en economische achteruitgang heeft gestimuleerd. Terwijl voordien een zekere mate van internationale samenwerking werd behouden, onthult Covid-19 haar toenemende afwezigheid.
Op nationaal niveau
In punt tien van De stellingen over de ontbinding stellen we vast dat het verdwijnen van het perspectief van de wereldoorlog de rivaliteit tussen de klieken binnen elke natiestaat en tussen de staten onderling verergert. De ontwrichting en gebrek aan voorbereiding met betrekking tot Covid-19 op internationaal vlak is in meer of mindere mate overgenomen in elke natiestaat, met name op het uitvoerende niveau:
“Eén van de belangrijkste kenmerken van de ontbinding van de kapitalistische maatschappij is het probleem van de bourgeoisie om de ontwikkeling van de politieke situatie onder controle te houden.”(Stelling 9 van de Stellingen over de ontbinding)
Dit was een belangrijke factor in de ineenstorting van het Oostblok, die nog werd verergerd door het afwijkende karakter van het Stalinistische regime (een éénpartijstaat die de heersende klasse zelf definieerde). Maar de onderliggende oorzaken van de conflicten in de uitvoerende macht van de hele bourgeoisie – chronische economische crisis, verlies van strategisch perspectief en fiasco's in de buitenlandse politiek, ontevredenheid van de bevolking – treffen nu de geavanceerde kapitalistische landen, wat tijdens de huidige crisis nergens duidelijker tot uiting komt dan in grote landen waar populistische of door populisten beïnvloede regeringen aan de macht zijn gekomen, bovenal de regeringen onder leiding van Donald Trump en Boris Johnson. De conflicten in deze grote staten galmen onvermijdelijk na in de andere staten, die voorlopig nog een rationelere politiek hebben gevoerd.
Voorheen waren deze twee landen een symbool van de relatieve stabiliteit en de overtuigingskracht van het wereldkapitalisme; het jammerlijke optreden van hun bourgeoisie toont vandaag de dag aan dat ze in plaats daarvan bakens van irrationaliteit en wanorde zijn geworden.
Zowel de Amerikaanse regering als de Britse regering hebben, gedreven door hun nationalistische grootspraak, het onheil van Covid opzettelijk genegeerd, hun reacties erop uitgesteld, en hebben zelfs een zekere minachting voor het gevaar aangemoedigd onder de bevolking; ze hebben het advies van de wetenschappelijke autoriteiten ondermijnd en de economie weer opgestart terwijl het virus nog steeds woedt. Beide regeringen hebben aan de vooravond van de Covid-crisis de ‘taskforces’ voor pandemieën geschrapt.
Beide regeringen vernielen op verschillende manieren opzettelijk de gevestigde procedures van de democratische staat en creëren onenigheid tussen de onderdelen van de staat, zoals Trump's afschaffing van het militaire protocol in zijn reactie op de Black Lives Matter-protesten en frauduleuze manipulaties van de rechterlijke macht, of de huidige ontwrichting van de gehele structuur van de overheidsdiensten door Johnson.
Het is waar dat, in een periode van ‘ieder voor zich’, iedere natiestaat onvermijdelijk zijn eigen weg heeft gevolgd. Maar de staten die meer intelligentie hebben getoond dan andere, worden ook geconfronteerd met groeiende verdeeldheid en verlies van controle.
Het populisme bewijst het idee van de Stellingen over de ontbinding, dat het seniele kapitalisme terugkeert naar een ‘tweede jeugd’. De ideologie van het populisme pretendeert dat het systeem kan terugkeren naar een jeugdige periode van kapitalistische dynamiek en minder bureaucratie, eenvoudigweg aan de hand van demagogische frasen en ontwrichtende initiatieven. Maar in werkelijkheid put het kapitalisme in zijn ontbindingsfase alle lapmiddelen uit.
Terwijl het populisme een beroep doet op de xenofobe en kleinburgerlijke illusies van een ontevreden bevolking, die tijdelijk gedesoriënteerd is door de afwezigheid van een proletarische heropleving, blijkt uit de huidige gezondheidscrisis dat het programma van het populisme – of het anti-programma – zich heeft ontwikkeld binnen de bourgeoisie en de staat zelf en in het algemeen geen product is van de psychologische ontreddering van de bevolkingen.
Het is geen toeval dat de VS en het Verenigd Koninkrijk, van de meer ontwikkelde landen, het grootste aantal slachtoffers van de pandemie hebben.
We mogen echter niet vergeten dat de economische agentschappen van de staat in de meeste ontwikkelde landen daarentegen stabiel zijn gebleven en snel noodmaatregelen hebben genomen om te voorkomen dat hun economie in een vrije val terechtkomt en om ervoor te zorgen dat het effect van de massale werkloosheid op de bevolking wordt vertraagd.
Als gevolg van het optreden van de centrale banken zien we immers dat de staat zijn rol in de economie sterk vergroot. Bijvoorbeeld:
“Morgan Stanley [de investeringsbank] merkt op dat de centrale banken van de G4-landen – VS, Japan, Europa en het Verenigd Koninkrijk – hun balansen collectief zullen uitbreiden met 28% van het Bruto Binnenlands Product over deze cyclus. Het overeenkomstige percentage tijdens de financiële crisis van 2008 was 7%.” (The Financial Times, 27 juni 2020)
Het toekomstbeeld van de ontwikkeling van het staatskapitalisme is echter een teken dat het vermogen van de staat afneemt om de crisis in te dammen en de gevolgen van de ontbinding van het kapitalisme te reduceren.
Het toenemende gewicht van de interventie van de staat in elk aspect van het maatschappelijke leven als geheel is geen oplossing voor de toenemende ontbinding van dit maatschappelijke leven.
We mogen niet vergeten dat er binnen deze staten een sterke weerstand bestaat, door de traditionele liberale of sociaaldemocratische partijen of belangrijke delen daarvan, tegen het vandalisme van het populisme. In deze landen vormt deze sector van de staatsbourgeoisie een energieke oppositie, met name via de media, die niet alleen de populistische dwaasheid belachelijk kan maken, maar de bevolking ook de hoop kan bieden op een terugkeer naar de democratische orde en rationaliteit, ook al is er nu geen echte mogelijkheid meer om de populistische doos van Pandora te sluiten.
En we kunnen er zeker van zijn dat de bourgeoisie in deze landen het proletariaat geenszins is vergeten en dat ze te zijner tijd al haar gespecialiseerde agentschappen tegen hem zal kunnen inzetten.
Het Rapport over de Ontbinding van 2017 benadrukt het feit dat, in de eerste decennia na het ontstaan van de economische crisis aan het einde van de jaren 1960, de rijkste landen de gevolgen van de crisis naar de periferie van het systeem hebben geduwd, terwijl in de periode van ontbinding de tegenovergestelde tendens bestaat, namelijk om naar de industriële harten van het kapitalisme terug te keren – zoals de verspreiding van het terrorisme, de massale toestroom van vluchtelingen en migranten, de massale werkloosheid, de vernietiging van de leefomgeving en nu de dodelijke epidemieën in Europa en Amerika. De huidige situatie, waarin het sterkste kapitalistische land ter wereld het meest te lijden heeft gehad onder de pandemie, is een bevestiging van deze ontwikkeling.
In het Rapport wordt dat ook met een vooruitziende blik opgemerkt:
“We hebben daarentegen gemeend dat de ontbinding geen reële impact zou hebben op de ontwikkeling van de crisis van het kapitalisme. Als de huidige opkomst van het populisme leidt tot het aan de macht komen van deze stroming in een aantal van de grote Europese landen, zouden we een dergelijk effect van de ontbinding kunnen zien ontstaan.”
Een van de belangrijkste aspecten van de huidige rampspoed is dat de ontbinding inderdaad op een verwoestende manier een impact heeft gehad op de economie. En deze ervaring heeft het animo van het populisme voor verdere economische chaos niet verminderd, zoals blijkt uit de voortdurende economische oorlog van de VS tegen China, of de vastberadenheid van de Britse regering om de suïcidale en destructieve koers van Brexit voort te zetten.
De afbraak van de bovenbouw neemt zijn ‘wraak’ op de economische fundamenten van het kapitalisme, die haar veroorzaakt hebben.
“Als de economie trilt, komt de hele bovenbouw die erop steunt in crisis en ontbinding terecht. Oorspronkelijk de gevolgen van een systeem, worden zedaarna meestal versnellende factoren van dit proces van ontbinding”.[7] [52]
16.7.2020
[1] [53] Heden ten dage, 9 oktober 2020.
[2] [54] Dit probleem van de perceptie werd opgemerkt in het rapport over de ontbinding van het 22ste IKS-Congres in 2017, International Review nr. 163.
[3] [55] Deze langdurige economische crisis, die meer dan vijf decennia heeft geduurd, ontstond aan het einde van de jaren 1960 na twee decennia van naoorlogse welvaart in de ontwikkelde landen.
[4] [56] IKS, Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [18] [1], Internationale Revue nr. 13.
[5] [57] De antibiotische eigenschappen van penicilline werden ontdekt in 1928. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het medicijn massaal geproduceerd door de VS en werden 2,3 miljoen doses bereid voor de D-Day landingen van juni 1944.
[6] [58]Gauche Communiste de France - voorloper van de IKS.
[7] [59] IKS, The decadence of capitalism [60] [2], Crisis and Decadence, 1. The rise and fall of class societies, The overturning of the superstructures.
De VS, het machtigste land ter wereld, is een vitrine geworden voor de oprukkende ontbinding van de kapitalistische wereldorde. De presidentiële verkiezingsstrijd heeft een fel licht geworpen op een land dat verscheurd wordt door raciale verdeeldheid, door steeds brutalere conflicten binnen de heersende klasse, door een schokkend onvermogen om de pandemie van Covid-19 aan te pakken, die bijna een kwart miljoen doden heeft geëist, door de verwoestende gevolgen van de economische en ecologische crisis, door de verspreiding van irrationele, apocalyptische ideologieën. En toch weerspiegelen deze ideologieën, paradoxaal genoeg, een onderliggende waarheid: dat we leven in de ‘laatste dagen’ van een kapitalistisch systeem dat in elk land van de wereld regeert.
Maar zelfs in deze laatste fase van zijn historische neergang kan het kapitalisme, zelfs als de heersende klasse steeds meer haar controle over haar eigen systeem verliest, zijn eigen verrotheid tegen zijn echte vijand keren - tegen de arbeidersklasse en het risico dat zij zich bewust wordt van haar ware belangen. De recordopkomst bij deze verkiezingen en de luidruchtige protesten en vieringen aan beide zijden van de politieke kloof vormen een krachtige versterking van de democratische waan - van het valse idee dat het veranderen van een president of van een regering de afglijding van het kapitalisme naar de afgrond kan stoppen, dat de verkiezingen ‘het volk’ in staat stellen om hun lot in eigen handen te nemen.
Vandaag de dag wordt deze ideologie geleid door de overtuiging dat Joe Biden en Kamala Harris de Amerikaanse democratie zullen redden van de autoritaire pesterijen van Trump, dat ze de wonden van de natie zullen helen, de rationaliteit en de betrouwbaarheid van de relatie van de VS met andere wereldmachten zullen herstellen. En deze ideeën vinden hun weerklank in een gigantische internationale campagne die de vernieuwing van de democratie en de terugtrekking van de populistische aanval op de liberale waarden begroet.
Maar wij, de arbeiders, moeten gewaarschuwd zijn. Als Trump en ‘America First’openlijk stonden voor de verscherping van economische en zelfs militaire conflicten met andere kapitalistische staten - China in het bijzonder - zullen Biden en Harris ook de Amerikaanse drang naar imperialistische overheersing voortzetten, misschien met een iets andere methode en retoriek. Als Trump stond voor belastingverlagingen voor de rijken en zijn bewind eindigde met een enorme toename van de werkloosheid, zal een regering Biden, geconfronteerd met een wereldwijde economische crisis die serieus is verergerd door de pandemie, geen andere keuze hebben dan de uitgebuite klasse te laten opdraaien voor de crisis door middel van toenemende aanvallen op haar leef- en werkomstandigheden. Als de immigranten en de ‘onwettige’ arbeiders denken zij onder een politiek van Biden veiliger zullen zijn, laten we hen er dan aan herinneren dat onder president Obama en vicepresident Biden 3 miljoen, ‘onwettige’ arbeiders uit de V.S. werden gedeporteerd.
Ongetwijfeld komt veel van de huidige steun voor Biden voort uit een reactie op de echte verschrikkingen van het Trumpisme: de schaamteloze leugens, het rabiate racisme, de harde onderdrukking van protesten, de totale onverantwoordelijkheid tegenover Covid-19 en de klimaatsverandering. Het staat buiten kijf dat Trump een duidelijke weerspiegeling is van een rottend maatschappelijk systeem. Maar Trump beweert ook te spreken in naam van het volk, op te treden als een ‘buitenstaander’ die zich zal verzetten tegen de onberekenbare ‘elites’. En zelfs wanneer hij de ‘normen’ van de kapitalistische democratie openlijk ondermijnt, versterkt hij het tegenargument dat we ons meer dan ooit moeten scharen achter de verdediging van deze normen. In die zin zijn Biden en Trump twee vleugels van dezelfde democratische fraude.
Dit betekent niet dat de twee vleugels vreedzaam zullen samenwerken. Zelfs als Trump als president wordt verwijderd, zal het Trumpisme niet verdwijnen. Trump heeft gewapende rechtse milities, die in de straten paraderen, gelegaliseerd en heeft samenzweringscultussen zoals QAnon in de ideologische hoofdstroom gebracht. Dit heeft op zijn beurt de groei van antifascistische groeperingen en zwarte machtsmilities gevoed, die klaar staan om de blanke supremacisten met militaire middelen te bestrijden. En achter dit alles wordt de hele burgerlijke klasse en haar staatsmachinerie verteerd door tegenstrijdige economische en buitenlandse politieke belangen die niet kunnen worden weggewuifd door de ‘zalvende’ toespraken van Biden. Het is heel goed mogelijk dat deze conflicten in de komende periode intensiever en gewelddadiger zullen worden. En de arbeidersklasse heeft er geen enkel belang bij om in een dergelijke ‘burgeroorlog’ verzeild te raken, om haar energie en zelfs haar bloed te geven aan de strijd tussen de populistische en anti-populistische facties van de bourgeoisie.
Deze facties aarzelen niet om een beroep te doen op hun versie van de ‘arbeidersklasse’. Trump presenteert zich als de kampioen van de arbeiders van wie de banen in gevaar zijn gebracht of vernietigd door ‘oneerlijke’ buitenlandse concurrentie. Ook de Democraten, met name linkse figuren als Sanders of Ocasio-Ortez, beweren te spreken namens de uitgebuitenen en de onderdrukten.
Maar de arbeidersklasse heeft haar eigen belangen en die vallen niet samen met een van de partijen van de bourgeoisie, Republikein of Democraat. Ze vallen ook niet samen met de belangen van ‘Amerika’, van de ‘natie’ of het ‘volk’, die legendarische plaats waar de uitgebuitenen en de uitbuiters in harmonie leven (zij het in een meedogenloze concurrentiestrijd met andere naties). De arbeiders hebben geen natie. Ze maken deel uit van een internationale klasse die in alle landen wordt uitgebuit door het kapitaal en onderdrukt door zijn regeringen, met inbegrip van degenen die zich socialistisch durven te noemen, zoals China of Cuba, simpelweg omdat ze de relatie tussen het kapitaal en zijn loonslaven hebben genationaliseerd. Deze vorm van staatskapitalisme heeft de voorkeur van de linkervleugel van de Democratische Partij, maar het betekent niet, zoals Engels ooit heeft gezegd, dat “de kapitaalverhouding wordt niet opgeheven, zij wordt veeleer op de spits gedreven”(1).
Het echte socialisme is een wereldwijde menselijke gemeenschap waar klassen, loonslavernij en de staat zijn afgeschaft. Dit zal de eerste samenleving in de geschiedenis zijn waar de mens een echte controle heeft over het product van zijn eigen handen en geest. Maar om die eerste stap naar zo’n samenleving te zetten, moet de arbeidersklasse zichzelf herkennen als een klasse die tegenover het kapitaal staat. En zo’n bewustzijn kan zich alleen ontwikkelen als de arbeiders met hand en tand strijden voor hun eigen materiële behoeften, tegen de inspanningen van de uitbuitende klasse en haar staat om de lonen te verlagen, banen te schrappen en de werkdag te verlengen. En er kan geen twijfel over bestaan dat de wereldwijde depressie die in het kielzog van de pandemie ontstaat, dergelijke aanvallen tot het onvermijdelijke programma van alle delen van de kapitalistische klasse zal maken. Tegenover deze aanvallen zullen de arbeiders massaal de strijd moeten aangaan om hun levensstandaard te verdedigen. En er kan geen plaats zijn voor illusies: Biden zal, net als elke andere kapitalistische heerser, niet aarzelen om de bloedige onderdrukking van de arbeidersklasse te bevelen als ze hun orde bedreigt.
De strijd van de arbeiders voor de eisen van hun eigen klasse is een noodzaak, niet alleen om de economische aanvallen van de bourgeoisie tegen te gaan, maar vooral als basis voor het overwinnen van hun illusies in deze of gene burgerlijke partij of leider, en voor het ontwikkelen van een eigen perspectief, een eigen alternatief voor deze maatschappij in ontbinding.
In de loop van haar strijd zal de arbeidersklasse genoodzaakt zijn haar eigen organisatievormen te ontwikkelen, zoals algemene vergaderingen en gekozen, herroepbare stakingscomités, embryonale vormen van de arbeidersraden die zich in het verleden hebben geopenbaard als het middel waarmee de arbeidersklasse de macht in eigen handen kan nemen en kan beginnen met de opbouw van een nieuwe samenleving. In dit proces zou een authentieke proletarische politieke partij een vitale rol moeten spelen: niet door de arbeiders te vragen om haar aan de macht te helpen, maar door principes te verdedigen die zijn afgeleid van de strijd uit het verleden en door de weg te wijzen naar de revolutionaire toekomst. In de woorden van de Internationale:. “Er zijn geen allerhoogste verlossers, noch God, noch Caesar, noch tribune” (2). Geen Trump, geen Biden, geen valse messiassen - de arbeidersklasse kan zich alleen op eigen kracht emanciperen en daarmee de hele mensheid bevrijden van de ketenen van het kapitaal n
Amos / 10.11.2020
(1) https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1877/anti-duhring/26.htm [63]
(2) Zie: De Internationale - https://nl.qaz.wiki/wiki/The_Internationale#Original_French_lyrics [64]
Het is verbijsterend om te zien hoe landen, die over de meest geavanceerde technologieën beschikken, niet in staat zijn de verspreiding van het Covid-19 virus onder controle te krijgen en in te dammen. Volgens de aanhangers van het complotdenken moet daar iets achter zitten. Daar zit inderdaad iets achter, maar geen complot. Daarachter schuilt een kapitalistische productiewijze in verval die steeds meer niet alleen een belemmering vormt voor de ontwikkeling van de maatschappelijke productiekrachten maar ook een bedreiging vormt voor het voortbestaan van de mensheid zelf.
Intussen slaat de tweede golf net zo hard toe als de eerste golf. Het is opnieuw een catastrofe op het vlak van de gezondheid en, door de omvangrijke lockdown, ook voor bepaalde sectoren van de economie. Hoe is dit mogelijk? Hebben de autoriteiten dan niets geleerd van de eerste golf? Blijkbaar heel weinig; want de regeringen hebben zich, in de maanden voorafgaand aan de tweede golf, tevreden gesteld met enkele lapmiddelen: hier en daar wat gaten dichten en pleisters plakken.
Na de eerste golf hadden de bourgeoisie in Nederland en in België alle tijd om de lessen te trekken en de nodige maatregelen te nemen die een tweede golf voor een deel hadden kunnen voorkomen door bijvoorbeeld een goede teststrategie te ontwikkelen, een gedegen bron- en contactonderzoek op poten te zetten, en die de coronapatiënten op zijn minst een goede verzorging had kunnen bieden, door meer medisch en verzorgend personeel op te leiden, meer bedden voor intensieve zorg te creëren, enzovoort.
Sowieso hadden de regeringen in beide landen laten weten dat ze zich in geval van een tweede golf niet zouden neerleggen bij de onvermijdelijkheid van een nieuwe algemene lockdown, waarbij alle niet-essentiële delen van de economie zouden worden stilgelegd. Ze hadden zich voorgenomen om de maatregelen in eerste instantie te beperken tot enkele bijzondere en plaatselijke sectoren van de maatschappij en verder af te wachten hoe erg de tweede golf zou uitpakken. Deze kortzichtige aanpak bleek desastreus.
Want plots was de aangekondigde tweede golf er en lieten de regeringen weten dat ze zogenaamd verrast waren door de omvang ervan. Dit was al geen geldig argument ten aanzien van de eerste golf, want internationale studies op het gebied van overdraagbare ziektevirussen hadden voor 2020 al regelmatig gewaarschuwd voor het gevaar van pandemieën. De laatste waarschuwing was die van de WHO zelf, die in september 2019 werd geuit in haar rapport “The World at Risk, Annual Report on Global Preparedness for Health Emergencies”, dat wil zeggen net aan de vooravond van de huidige pandemie. (1)
En voor de tweede golf gold het argument van de verrassing al helemaal niet. Alle deskundigen in alle landen op het vlak van virologie en epidemiologie hadden duidelijk en meer dan eens gewaarschuwd dat het virus nog steeds aanwezig was en dat een tweede golf onvermijdelijk zou zijn. Maar de keuze voor de rentabiliteit van het systeem van de uitbuiting - de voortbrenging van de meerwaarde - had natuurlijk de doorslag gegeven. Met opnieuw catastrofale gevolgen: ziekenhuizen die overspoeld werden, verplegend personeel dat het water aan de lippen stond, en desalniettemin duizenden extra doden.
De vele onnodige doden in de eerste en 2e golf zijn het gevolg van de schuldige nalatigheid en onbekwaamheid van Westerse autoriteiten. Dat is ook het vernietigende oordeel in een boek van Richard Horton, de hoofdredacteur van The Lancet, dat deze zomer werd gepubliceerd. De vele onnodige doden ziet hij als het “bewijs van systematisch wangedrag van de overheid, roekeloze nalatigheden die een inbreuk vormen op de plichten van openbare gezagsdragers”. (2). De politieke situatie in Nederland en België vormen hierop geen uitzondering, integendeel beide regeringen hebben in het voorjaar en het najaar dermate veel steken laten vallen dat de controle over de epidemie hen op de piekmomenten volledig ontglipte.
Het onverantwoorde optreden van de politici bestond in veel gevallen niet slechts uit foutieve beslissingen, maar was vooral ingegeven door een cynische politiek die de economische belangen van het nationale kapitaal op de eerste plaats zette en de gezondheidsrisico’s voor de bevolking op de koop toe nam.
Terwijl miljoenen mensen iedere dag met het openbaar vervoer naar het werk moesten, liet de regering na om een goed openbaar vervoer te faciliteren, waarbij iedereen voldoende ruimte had en niemand bang hoefde te zijn om besmet te worden.
Terwijl uit diverse gegevens blijkt dat de bedrijven en scholen de belangrijkste besmettingshaarden zijn, werd er toch besloten om deze ten koste van alles open te houden. (3)
Terwijl een land als Senegal er in geslaagd was om een grootschalig en efficiënt testbeleid op poten te zetten, faalden Nederland en België op dit gebied volkomen. Het feit dat Nederland en België daar niet in slaagden is wijst op zijn minst op verkeerde prioriteiten stellen en in het ergste geval op bewuste nalatigheid.
Terwijl de beide regeringen in 2008 tientallen miljarden euro’s uitgaven om de banken te redden, krijgt het zorgpersoneel anno 2020 een applaus en een aalmoes en wordt het rechtsomkeer teruggestuurd naar het front, werden hospitalen, nog meer dan tijdens de 1ste golf overspoeld door coronanazieken in een gezondheidssysteem dat opnieuw op de rand van de ineenstorting stond. Het verschil in aanpak is stuitend, terwijl het hier gaat om mensenlevens.
Toch heeft de nieuwe regering in België laten weten niets te ondernemen tegen de verantwoordelijken voor deze catastrofale ontwikkeling tijdens de eerste golf en wat uit haar oogpunt heel wel te begrijpen is want dit zou de cynische keuzes van de heersende klasse en het systematische falen van het systeem blootleggen. Integendeel, het relanceprogramma van de nieuwe regering De Croo probeert met mooie beloftes en oppervlakkige maatregelen het idee ingang te doen vinden dat de crisis ons is overkomen, dat niemand er wat aan kan doen, en dat we dus we eensgezind moeten zijn in het opvangen en aanpakken van de gevolgen van de crisis. (4)
Hoezo, niemand die er wat aan kon doen? De dood van duizenden van burgers was wel degelijk te vermijden geweest. De regeringen in België en Nederland hebben bewust hun zorgplicht ten opzichte van hun respectievelijke bewoners verzuimd (5) ten gunste van het aan de gang houden van de productie. De winstmaximalisatie, die voor de bourgeoisie de kracht heeft van een natuurwet, maakt dat ze absolute voorrang geeft aan de productie, waarbij ze allen probeert alle schadelijke gevolgen zoveel mogelijk binnen de perken te houden.
Een ander manifestatie die het beheer van de covidcrisis nog chaotischer maakt is het gevecht tussen de Staten. Tijdens de eerste golf hebben we reeds meegemaakt hoe Staten vochten om mondmaskers en beschermende kledij. Dit ‘ieder voor zich’, zo kenmerkend voor de periode van de ontbinding, barst vandaag in alle hevigheid uit in de oorlog om de vaccins waarover we in de IKS al eerder hadden geschreven.(6) In juni hadden Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië al op eigen houtje tot een samenwerking besloten om als eersten toegang te krijgen tot een vaccin voor Covid-19. Deze tendens nam in de afgelopen maanden een dermate vlucht, dat de directeur van de WHO genoodzaakt was om te waarschuwen voor ‘vaccin-nationalisme’.
In ongekend tempo worden nu vaccins ontwikkeld die moeten beschermen tegen het coronavirus. En in al even ongekend tempo sluiten regeringen enkel, dubbele en driedubbele contracten met allerlei farmaceuten om maar voldoende vaccins vast voor de eigen bevolking te reserveren. In die gekte wordt het COVAX plan van de WHO om tot een correcte en rechtvaardige verdeling van het nog schaarse aantal vaccins volledig onder de voet gelopen. In weerwil van de geruststellende verklaringen van commissievoorzitter Von der Leyen en Europees ‘president’ Michel dat er voldoende vaccins zijn voor alle landen in de wereld, treedt ook de EU heel agressief op in het veroveren van voldoende vaccins, daarbij gesteund door de regeringen van zowel Nederland als van België
Het verval van de kapitalistische productiewijze heeft een periode van ontbinding van het systeem ingeluid, waarin het ‘ieder voor zich’ en de verbrokkeling van de samenhang in de maatschappij steeds zwaarder gaan doorwegen. Dit komt ook sterk tot uitdrukking in deze coronacrisis, met name in de vorm van een toenemend aantal protesten van groepen zoals ‘Viruswaarheid’ (voorheen Viruswaanzin) die, onder meer op 24 oktober in Den Haag, opnieuw enkele honderden mensen bijeen wist te brengen om te betogen tegen ‘ondemocratische’ coronamaatregelen. Eenzelfde betoging, die gepland was voor 25 oktober in Brussel en een minstens zo grote aantal mensen op de been zou brengen, werd door de autoriteiten verboden.
Om hun eigen falen te verbergen proberen de regeringen de verantwoordelijkheid voor het ontstaan en het uitdeinen van de tweede golf af te schuiven op het ‘onverantwoordelijke gedrag van de burgers’ en dan met name op de ‘ongehoorzame en egoïstische jongeren’. Dit is eens te meer bijzonder cynisch omdat het in wezen de autoriteiten zelf zijn die de kat op het spek hebben gebonden door absolute voorrang te verlenen aan het vrijwaren van de productiecapaciteit en niet tijdig in te grijpen en de nodige preventieve maatregelen te nemen, die de tweede golf had kunnen indammen.
Tegen de achtergrond van een toenemend verlies van greep op de maatschappij heeft hun ‘waardeloze’ optreden geleid tot een nog groter verlies van geloofwaardigheid, waarvoor diezelfde autoriteiten nu de rekening gepresenteerd krijgen: grote delen van de bevolking trekken zich steeds minder aan van de richtlijnen van de regering en trekken hun eigen plan. In de afgelopen maanden heeft de politie op meerdere plaatsen ingegrepen en zelfs talloze invallen gedaan om ‘illegale’ feesten stil te leggen. Ook tegenover de aangekondigde vaccins is het scepticisme groot.
“Sommigen die de maatregelen beu zijn, twijfelen aan de realiteit van de verspreiding van het virus en de ernst van de infectie. Er circuleren veel misvattingen op het internet en complottheorieën”, aldus Steven Van Gucht, viroloog in België. Influencers op sociale media in België (7) doen hun volgers geloven dat corona een verzinsel is, roepen op om coronamaatregelen niet te volgen en verklaren zich openlijk tegen een vaccin.
Steeds meer delen van de bevolking nemen hun toevlucht tot pseudowetenschappelijke verklaringen voor het bestaan van de pandemie, die hen de argumenten leveren om de voorgestelde adviezen van de deskundigen in twijfel te trekken en tegen de maatregelen van de regering in te gaan. De toename van het aantal corona-ontkenners is net zo groot als het aantal mensen dat door het virus wordt besmet. Uit een onderzoek van Kieskompas blijkt dat in Nederland één op de tien mensen gelooft dat corona onderdeel is van complot tegen de mensheid.
Hoe langer de pandemie duurt, hoe meer de stemming onder de bevolking wrange vormen begint aan te nemen. Inmiddels zijn er in het afgelopen half jaar vier 5G-masten in Nederland en twee in België in brand gestoken omdat, zo beweren de aanhangers van deze theorie, het niet het coronavirus is dat ons ziek maakt, maar de straling van 5G-masten die ons immuunsysteem verzwakt. Het laatste nieuws is een teststraat in Breda Nederland die is aangevallen door corona-ontkenners, die vernielingen aanrichtten en een verkeersregelaar intimideerden.
Onder de huidige omstandigheden neemt ook het risico toe dat delen van de klasse meegesleept worden in de populistische protesten tegen de lockdown maatregelen die op grote schaal hebben plaatsgevonden in ander landen van Europa, zoals Italië, Spanje, Frankrijk, en Duitsland. Tot nog toe is dat noch in Nederland noch in België gebeurd: de arbeidersklasse is niet actief betrokken in dat soort protesten. Maar de periode dat zoiets uitgesloten was, is in de beide landen inmiddels wel voorbij.
De arbeiders zijn nog steeds in staat om strijd te voeren op eigen terrein in de verdediging van hun gezondheid tegen de onveilige omstandigheden op het werk, zoals bij InBev, Colruyt, Carrefour, enzovoort. Het wordt echter wel steeds moeilijker omdat de chantage die wordt uitgeoefend zowel door de Staat als door de bedrijven steeds zwaarder begint door te wegen op de strijdwil van de klasse. Het ongenoegen en de woede over de nalatigheid van de regering zijn niet zijn verdwenen, maar de kans dat dit de eerstkomende periode wordt uitgedrukt in openlijke strijdbaarheid is nog maar gering.
De arbeidersklasse heeft echter nog wel haar historisch geheugen en klassebewustzijn. Dat is een baken die kan voorkomen dat ze ten prooi valt aan de groeiende irrationaliteit en incoherentie op het vlak van het denken, dat zo kenmerkend is voor het complotdenken in de populistische protesten. Het is een gedegen programma dat toont hoe het perspectief van de klassestrijd de weg opent naar een maatschappij, waarin de overheersing van de economie op de mens maar ook de tegenstelling tussen maatschappij en natuur worden overwonnen. De harmonie met de natuur, die zodoende kan worden hersteld, zal ervoor zorgen dat zoönotische (van mens op dier overdraagbare) virussen dan minder vaak zullen voorkomen n
Dennis & Jos/03.12.2020
(1) Voor meer informatie over de verschillende studies en waarschuwingen, zie: Ignacio Ramonet: “De pandemie en het wereldsysteem 1”; 14-1- 2020
(2) Richard Horton, “The COVID-19 Catastrophe. What’s gone wrong and how to stop it happening again”, Polity Press, 2020.
(3) Ruim 21% van de besmettingen gebeurt op het werk. Na de werkvloer volgen het onderwijs (19,5%), contact met de bredere familiekring (17,3%) en activiteiten in de vrije tijd (15,8%). (Onderzoek door de elf huisartsenpraktijken van Geneeskunde voor het Volk, PVDA/PTB)
(4) Zie het artikel: “Nieuwe Belgische regering De Croo: Een ‘dynamische ploeg’ om het vertrouwen in de politiek te herstellen?”
(5) In verband met de Belgische woonzorgcentra spreekt het rapport van Amnesty International zelfs over schendingen van de mensenrechten: het recht op gezondheid, het recht op leven en het verbod op discriminatie werden volgens het onderzoek met de voeten getreden.
(6) “War of the vaccines: Capitalism is an obstacle to the discovery of a treatment”; ICC-Online;
https://en.internationalism.org/content/16894/war-vaccines-capitalism-ob... [68]
(7) In België zijn influencers op sociale media overigens ingezet om bepaalde groepen jongeren voor te lichten over het coronavirus, die via de gewone informatiekanalen niet bereikt worden.
Einde 2020 beschreven we als volgt de kwakkelende aanpak van de Covid-19 crisis door de Belgische bourgeoisie: “Het politieke gekonkel, dat sedert begin 2019 plaatsvond, werd in het begin van dit jaar nog aangewakkerd en verhevigd door de uitbarsting van de coronacrisis. De politieke crisis en de coronacrisis leverde een explosief brouwsel op en leidde tot een vlucht voor de verantwoordelijkheid door de politieke “leiders” en tot een aanzienlijke bestuurlijke chaos in het land. Gevestigde politieke bolwerken lieten het vuile werk van de covidcrisis opknappen door een regering van lopende zaken, die regelmatig botste met de ‘wilde’ initiatieven van de gewestelijke en lokale bestuurders. Gebrek aan onderling vertrouwen en een falen van de onderlinge communicatie maakten de dienst uit met als gevolg dat België nu het hoogste aantal coronadoden kent per 100.000 inwoners in de hele wereld” (Nieuwe Belgische regering De Croo : Een ‘dynamische ploeg’ om het vertrouwen in de politiek te herstellen [71]; Internationalisme 372, 3de-4de kwartaal 2020).
In een poging om dit beeld van alomtegenwoordige onverantwoordelijkheid en chaos te verdrijven, werd begin oktober 2020 een ‘nieuwe, frisse’ federale regeringsploeg aangesteld, de regering De Croo, die komaf zou maken met de oude ‘kibbelcultuur’. Zij zou ‘resoluut kiezen voor eenheid’ achter een samenhangend beheer en een vernieuwend programma: ‘1 ploeg van 11 miljoen’ Belgen! Maar wat blijft er over van die ronkende beloftes na 9 maanden regeren?
Zoals haar Europese rivalen heeft de Belgische bourgeoisie weinig of geen lessen getrokken uit de eerste golf van de pandemie: mogelijke begeleidende maatregelen om de pandemie te monitoren en onder controle te houden, de tracking en tracing met verplichte quarantaine van de besmette personen bij buitenlandse reizen bijvoorbeeld, bleken op een totale flop uit te draaien. De regering De Croo, met de ‘socialistische’ minister van gezondheid F. Vandenbroucke op kop, had zich echter sowieso voorgenomen om zich bij de tweede golf niet neer te leggen bij de onvermijdelijkheid van een nieuwe algemene lockdown, waarbij alle niet-essentiële delen van de economie worden stilgelegd. Derhalve bestaat sinds november de onwrikbare kern van de regeringspolitiek erin ten aller prijzen de productieve sectoren van de economie draaiende te houden en, als ondersteuning hiervoor, ook het kleuter- en lager onderwijs open te houden, al slaagden de beschermende maatregelen zoals de ventilatie van lokalen of de testing/zelftesting in bedrijven en scholen er niet in infecties of nieuwe varianten onder controle te houden, waardoor versoepelingsmaatregelen ook regelmatig teruggeschroefd moesten worden. Vervolgens startte de vaccinatiecampagne traag, met grote verschillen tussen regio’s (grote achterstand van het Brussels Hoofdstedelijk gewest t.o.v. andere regio’s, van de steden Antwerpen en Gent t.o.v. de rest van Vlaanderen bvb.). Ook hier barstten schandalen uit van gemeentebesturen die eigen medewerkers en familie lieten voorgaan in de vaccinatie en de opvolgingsregels van het vaccinatieschema aan hun laars lapten. Kortom, ondanks een betere centralisatie door de regering De Croo bleef de onmacht om de pandemie effectief aan te pakken schrijnend, met als gevolg duizenden extra doden, die niet nodig waren geweest.
Een van de redenen waarom het beheer van pandemie ondoeltreffend en onsamenhangend blijft is het feit dat de verschillende partijen en ook de verschillende deelregeringen voortdurend met verklaringen en voorstellen komen aanzetten die de plannen en maatregelen van de federale regering in vraag stellen of zelfs onderuithalen. Toen de regering strikte maatregelen voorschreef, werden deze openlijk in twijfel getrokken door partijvoorzitters van sommige regeringspartijen zelf (van de liberale MR tot de voorzitter van Ecolo die openlijk verklaarde de maatregelen niet te volgen). Toen de Federale regering een voorzichtige versoepeling voorstelde, ontstond er onmiddellijk een opbod aan versoepelingsmaatregelen vanwege de deelregeringen (Vlaanderen vooral) en de partijen (van de Franstalige Parti Socialiste tot de Vlaamse Liberaal Democraten), terwijl sommige burgemeesters en gemeenten openlijk verklaarden dat ze de monitoring van de versoepelingen niet zouden verzekeren (zoals in Luik of Middelkerke). Tenslotte botsten zelfs de liberale Eerste Minister met zijn ‘socialistische’ minister van volksgezondheid, die vond dat De Croo onvoldoende rekening hield met de zorgwekkende toestand in de ziekenhuizen.
Men zou zich kunnen afvragen waarom de bourgeoisie op zo’n ongecontroleerde wijze de problemen aanpakt? Dit heeft niets te maken met slechte wil en nog minder met een machiavellistisch plan. De historische krisis van het kapitalistisch productiesysteem drijft sowieso de interne tegenstellingen op de spits en de woekerende ontbinding, waarvan de Covid-19 crisis zelf een uitdrukking en een versneller is, pookt het ‘elk voor zich’ zodanig op dat de bourgeoisie steeds grotere moeilijkheden ondervindt om haar eigen politieke apparaat onder controle te houden. Daar ligt de fundamentele verklaring voor de toenemende spanningen in het politieke apparaat van de Belgische bourgeoisie.
Spanningen en contestatie kwamen tot uiting in allerlei groepen van de maatschappij: van café- en restauranthouders tot cateraars, van de culturele sector tot de amateursporten en de fitnesscentra. Duizenden jongeren kwamen bijeen in parken of op pleinen en negeerden de coronamaatregelen (zoals bij ‘La Boum’ 1 en 2 in het Brusselse Terkamerenbos), terwijl burgemeesters alsmaar weigerachtiger stonden om de ordehandhaving te verzekeren. Bovendien is er de door uitzichtloosheid dn wanhoop gedreven rondzwerving van een losgeslagen militair van het elitekorps met uiterst rechtse en complotistische sympathieën. Deze roofde een arsenaal aan wapens (tot raketlanceerders tegen gepantserde voertuigen) uit de kazerne waar hij gelegerd was en dreigt een aantal beleidsvoerders en virologen te vermoorden omdat ze een coviddictatuur zouden opleggen. Hij wordt op sociale media door tienduizenden mensen bejubeld als een ‘moderne Robin Hood’ terwijl politiediensten en leger sedert weken proberen hem te arresteren.
De pandemie leidt dus alleszins niet tot het opleggen door de burgerlijke Staat van een ijzeren discipline aan haar bevolking; het gevaar ligt echter elders: dat arbeiders zich zouden aansluiten bij de campagnes van specifieke groepen (middenstanders, cultuursector) of voor de verdediging van ‘individuële vrijheden die in gevaar zouden zijn’, dat jonge werkers meegesleurd worden in campagnes om hun vrijheid opnieuw op te eisen: ‘ik wil mijn vrijheid terug; ik wil doen waar ik zin in heb’. Zulke bewegingen hebben niets positiefs in zich en dreigen de arbeiders mee te sleuren in zelfzuchtige protesten van bepaalde groepen tegen andere groepen van de maatschappij, waarbij elke vorm van solidariteit op klassebasis (de enige solidariteit die een uitweg uit de ellende biedt) compleet afwezig is. In begin van de covidcrisis was er nog een uiting van solidariteit naar het verplegend personeel toe. Vandaag zien deze protesterende groepen het verplegend personeel als lastige mensen die jou beletten om te doen waar je zin in hebt. Zij zijn een uiting van de ongekende toename van het egoïsme, van het ‘elk voor zich’ en de perspectiefloosheid die kenmerkend zijn voor deze fase van ontbinding van het kapitalistische systeem.
Door haar cynische politiek om alles te doen ten gunste van het openhouden van bedrijven is de regering De Croo erin geslaagd de schade aan de economie binnen zekere perken te houden: de economie kende in 2020 een achteruitgang van 6,3%, wat de sterkste daling is sinds WO2, maar vergelijkbaar met die van Duitsland: 6%, en wat duidelijk minder is dan Frankrijk of Italië die meer dan 10% achteruitgaan. Door een massale en onvoorwaardelijke subsidiepolitiek naar bedrijven en werkers toe is België ook een van de best scorende landen in Europa wat betreft de geringe toename van de werkloosheid (van 3,6% tot 3,7%; Duitsland van 2,4% tot 2,9%).
Deze ondersteuningspakketten hebben echter een zware prijs: “In 2020 is het begrotingstekort in ons land naar verwachting opgelopen tot iets meer dan 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is meer dan in onze buurlanden. En ook het budgettair herstel verloopt langzamer: in 2023 zal het tekort in Duitsland zijn teruggedrongen tot zowat 1 procent en in Nederland tot zowat 2 procent, terwijl het in ons land blijft hangen op 6 procent.”(Agentschap Belga, 23.03.21). Het tekort van de overheidsfinanciën is fors toegenomen (tot 115% van het BNP in 2020, 120% in 2023; Nederland zag zijn schuldgraad stijgen van 60 naar 72 procent. Duitsland ging van 60 naar 70 procent) en vele bedrijven die door de crisis failliet zouden gaan, werden voorlopig kunstmatig in leven gehouden. Vele nepbedrijfjes zouden zelfs tijdens de lockdown opgericht zijn om te kunnen profiteren van de gulle ondersteuningsmaatregelen.
Het is echter de arbeidende klasse die in de komende jaren de rekening voor de Covid-19 crisis voorgeschoteld krijgt op het vlak van haar lonen en levensvoorwaarden. Eerst en vooral wordt hun koopkracht aangetast in de komende maanden en jaren door een aanzwellende inflatie: meer dan 2% in april en ongeveer 4% tegen jaareinde (De Morgen, 19.05.2021). Vervolgens legt het centraal loonakkoord een duidelijke loonmatiging op: in de komende 2 jaar wordt slechts een loonsverhoging van 0,4% boven op de indexaanpassingen toegelaten.
Tezelfdertijd is de bourgeoisie gestart met het aanwakkeren van de verdeel- en heerspolitiek om elk solidair en ééngemaakt verzet tegen haar politiek te ontkrachten: reeds einde 2020 sloot de regering De Croo een akkoord met het ziekenhuispersoneel dat loonsopslag en een verbetering van de werkomstandigheden inhield, zonder hierbij het onderhoudspersoneel en andere werkers in de gezondheidszorg erbij te betrekken. Bij het centraal loonakkoord dat in mei 2021doorgevoerd is, werd de mogelijkheid voorzien om een bijkomende premie van maximaal 500 € te onderhandelen, enkel voor ‘performante bedrijven’. De bonden verzetten zich tegen deze premie door zich te beroepen op de vrijheid om te onderhandelen over een sterkere loonsverhoging naarmate de ‘performantie’ van de bedrijven. Met andere woorden, na zich samen met regering en patronaat ingezet te hebben om de nationale productie op peil te houden, eisen de bonden nu het recht op om de arbeiders op te splitsen volgens de logica van de kapitalistische productie en het ‘elk voor zich’. Zo willen ze de onderlinge solidariteit nog meer ondergraven tussen beter betaalde arbeiders in ‘performante’ bedrijven en minder betaalde arbeiders in ‘niet performante’ bedrijven of sectoren.
Kortom, de onmacht van de bourgeoisie om een samenhangende politiek te voeren tegen het Covid-19 en haar groeiende moeilijkheden om haar politieke structuur in de hand te houden, bieden geen enkel voordeel voor de arbeiders. Een soberheidpolitiek wordt uitgerold, met volle medewerking van de bonden, die hen in de komende jaren zwaar in haar greep zal houden, terwijl het gevaar dreigt dat arbeiders meegesleurd worden in allerlei sociale spanningen en tegenstellingen tussen verschillende groepen in de maatschappij,die hun klasse-identiteit en klasse-zelfstandigheid nog verder dreigen te ondergraven.
Jos / 06.06.2021
Sinds begin april verspreidt COVID-19 zich met grote snelheid over alle hoeken van de wereld. Terwijl de situatie zich in Europa enigszins lijkt te stabiliseren en in de Verenigde Staten na een enorme uitbarsting weer terugloopt, bevinden Latijns-Amerika en het Indiase subcontinent zich nu in het oog van de storm. Landen als Chili, waarvan de bevolking massaal werd behandeld met Chinese vaccins[1], worden getroffen door een explosie van besmettingen. De situatie is zo ernstig dat zelfs binnen de Chinese autoriteiten stemmen opgaan om de ‘ontoereikende’ werking van de vaccins te erkennen. Officieel heeft de pandemie wereldwijd het leven gekost aan meer dan 3,2 miljoen mensen, en waarschijnlijk nog veel meer, gezien de soms schaamteloos misleidende cijfers van landen als China.
Hoewel een jaar van onderzoek het mogelijk heeft gemaakt een beter inzicht te krijgen in het virus, hoe het zich verspreidt en hoe het te bestrijden, maakt de aanhoudende nalatigheid van alle staten en het gebrek aan verantwoordelijkheid van de bourgeoisie het volstrekt onmogelijk samenhangende en doeltreffende maatregelen te treffen om de verspreiding van het virus op internationale schaal in te perken. De staten, verstrikt in een concurrentielogica, zijn er niet in geslaagd zelfs een minimum aan coördinatie te verzekeren ten aanzien van het vaccinatiebeleid.
Geconfronteerd met dit gebrek aan coördinatie heeft elke staat kortzichtige gezondheidsmaatregelen moeten nemen, waarbij geschipperd werd tussen lockdowns, beperkte lockdowns, noodtoestanden of uitgaansverboden, waarbij men dit of dat opende en dan zus en zo weer sloot. Zonder adequate middelen om de pandemie te bestrijden na decennia van bezuinigingen op de gezondheidszorg als gevolg van de crisis, bezorgd over de ‘economie’ en het risico achter te blijven bij de concurrenten, hebben de staten zich uiteindelijk geschikt naar de dagelijkse sterfgevallen. Ze hebben hun gezondheidsmaatregelen voortdurend aangepast om een chaotische situatie in ziekenhuizen en begraafplaatsen (met meer of minder succes ) te voorkomen. Dit is wat de heersende klasse cynisch ‘leven met het virus’ noemt. Het resultaat is dat, terwijl sommige staten snel en op grote schaal hebben gevaccineerd, het virus zich elders heeft kunnen verspreiden, wat het ontstaan van meer vaccin-resistente varianten van COVID-19 in de hand heeft gewerkt.
Maar in deze dans des doods zijn de ergste catastrofes waarschijnlijk gezien in India en Brazilië. In Brazilië “is de epidemie uit de hand gelopen”, aldus een Braziliaanse wetenschapper: er worden nieuwe begraafplaatsen geopend, lijken worden per bus vervoerd en de ziekte eist duizenden slachtoffers per dag. Spoedig zal het dodental een half miljoen bereiken en de Verenigde Staten inhalen in deze macabere recordrace. Ziekenhuizen zijn vol, mensen sterven op hun brancard wachtend op een bed. En dit alles te midden van de opmars van de nieuwe variant die zijn oorsprong vindt in Manaus, de grote stad in het Amazonegebied waar men eind 2020 nog had geloofd in de fata morgana van de collectieve immuniteit, net toen een tweede golf zich als een apocalyptische maalstroom over Brazilië verspreidde. Ondertussen bleef Bolsonaro, de president van het land, hij die beweerde dat we te maken hadden met een "gripezinha" (Portugees: griepje), herhalen “dat we weer aan het werk moeten en moeten stoppen met klagen”, terwijl hij in een sinistere draaideurpolitiek net zo snel van ministers wisselde als van kledingstuk.
Door de handel in dieren uit het Amazonegebied en de massale ontbossing worden in Brazilië worden mensen blootgesteld aan virussen die vroeger ‘onder de pet’ bleven. Volgens bioloog Lucas Ferrante, een onderzoeker in Manaus: “In het Amazonegebied is het risico op het opduiken van een nieuw virus het grootst, en dit risico is oneindig veel groter dan wat we in Wuhan hebben gezien.”[2]. De vernietiging van het Amazonewoud heeft de laatste jaren catastrofale vormen aangenomen. De Braziliaanse bourgeoisie, die vette winsten maakt met de exploitatie van het Amazonewoud, is niet bereid de vernietiging te stoppen.
Maar de afgelopen weken is het de situatie in India die de krantenkoppen haalt. Het is moeilijk in woorden te vatten, de verschrikking van de gezondheidsramp in dit land. India is vandaag de dag het dichtstbevolkte land ter wereld. Ondanks de economische ontwikkeling van het land waren de gezondheidsdiensten reeds vóór de pandemie onderontwikkeld. Gezondheid was geen prioriteit voor de staat. De Indiase minister-president, Narendra Modi, een soort messianistisch alter ego van Bolsonaro, pochte in februari dat hij "de pandemie had verslagen" en dat het land “een voorbeeld voor de wereld” was. Modi stond zelfs toe te doen wat China en andere grootmachten die over een vaccin beschikken al deden: het gebruiken voor imperialistische invloed. De uitvoer ervan is sindsdien weer verboden.
Sinds januari heeft deze regering, die sterk beïnvloed is door het fundamentalistische hindoeïsme, doelbewust een pelgrimstocht (de Kumbh Mela) aangemoedigd, van enorme menigten uit het hele land. Gedurende de eerste twee weken van april dompelden 2,8 miljoen Hindoes zich zonder maskers, zonder afstand, zonder temperatuurcontrole of voorafgaande tests zich onder in het water van de Ganges, dat besmet is door de rituele crematies van besmette lijken. Echte virusbommen, om maar niet te spreken van de bijeenkomsten het kader van de verkiezingen!
De terugslag van deze arrogantie en minachting liet niet lang op zich wachten. De cijfers over de besmetting en het sterftecijfer zijn de hoogte in geschoten: 4000 doden en ongeveer 4 miljoen besmettingen per dag, “statistieken die ver achterlopen op de werkelijkheid”, aldus de kranten, bevestigd door het schrijnende schouwspel van zuurstofgebrek, bedden die door meerdere mensen bezet worden, rijen voor de ziekenhuizen waar mensen sterven op brancards, in de zijspan van hun motorfiets of op de grond!
Dit is de laatste druppel in een land dat, zoals Brazilië, beweert een economische reus te worden. In India zijn in plaats van beelden van families die op zoek zijn naar braakliggende terreinen of parken om hun geliefden te begraven, overal honderden meters lange brandstapels verrezen om de opgehoopte lichamen te cremeren en hen een laatste, miserabel en onwaardig eerbetoon te brengen. Zoals in Brazilië en elders zijn het de armste, het proletariaat en de uitgebuite lagen die de hoogste prijs betalen voor dergelijke tekortkomingen en de trauma's die zij teweeg brengen.
Wanneer men zich beseft dat deze twee landen, samen met Zuid-Afrika, ingedeeld waren bij de landen met een ontwikkelingspotentieel dat vergelijkbaar is met dat van China! Min of meer gepresenteerd als de uitdrukking van een dynamisme van een eeuwig kapitalisme!
COVID is, evenals de andere pandemieën en plagen die de menselijke soort bedreigen, niet alleen een product maar ook een krachtige versneller van sociale ontbinding op wereldschaal. Het India van Modi en het Brazilië van Bolsonaro, ook al worden zij geleid door populistische regeringen die hen blootstellen aan bijzonder onnozele en irrationele beslissingen, zijn slechts twee van de meest extreme uitingen van de impasse die het kapitalisme voor de toekomst van de mensheid vertegenwoordigt.
Vergis u niet: Modi, Bolsonaro, Trump en vele andere vertegenwoordigers van de opkomst van het populisme blijven, samen met hun grillige en bekrompen administratie, ondanks hun ‘anti-elite’ toespraken, trouwe verdedigers van het nationale kapitaal en een doorgeefluik van de noden van het wereldkapitalisme: de brute uitbuiting en plundering van het Amazone-regenwoud, alsmede de winning van goud, worden aangemoedigd door de soja-importerende landen. En aan de kant heeft Modi een einde gemaakt aan de ‘beschermde’ landbouwwetten om het platteland nog meer open te stellen voor de noden van het kapitaal. Ondanks de overwinning van Biden op Trump in de VS, is de trend van zelfvernietiging en ieder voor zich binnen de heersende klasse inherent aan de wereld waarin we nu leven.
Zoals wij het stellen in ons Rapport over de Covid-19-pandemie en de periode van kapitalistische ontbinding [72] (juli 2020):“De Covid-pandemie (…) is een onmiskenbaar herkenningsteken geworden van deze hele periode van ontbinding, doordat ze een reeks factoren van chaos verenigt die de veralgemeende verrotting van het kapitalistische systeem uitdrukt. Deze factoren zijn onder andere:
- de verlenging van de economische crisis over een lange periode, die in 1967 begon[3], en de opeenstapeling en de intensivering van de bezuinigingsmaatregelen die er het gevolg van zijn geweest, heeft geleid tot een ontoereikend en chaotisch antwoord op de pandemie door de bourgeoisie, wat de heersende klasse genoodzaakt heeft de economische crisis op grote schaal te verergeren door de productie voor een aanzienlijke periode te onderbreken;
- de oorsprong van de pandemie ligt duidelijk in de versnelde vernietiging van het milieu die is ontstaan door het voortduren van de chronische kapitalistische crisis van overproductie;
- de ongeorganiseerde rivaliteit tussen imperialistische mogendheden, onder andere onder voormalige bondgenoten, heeft de reactie van de wereldburgerij op de pandemie tot een mondiaal fiasco gemaakt;
- de onmacht van de heersende klasse om te reageren op de gezondheidscrisis heeft de groeiende tendens van de bourgeoisie en haar staat aan het licht gebracht om de politieke controle over de maatschappij binnen elk land te verliezen;
- de achteruitgang in de politieke en maatschappelijke competentie van de heersende klasse en haar staat is op een verbazingwekkende manier gepaard gegaan met ideologische verrotting: de leiders van de machtigste kapitalistische naties spuien belachelijke leugens en bijgelovige onzin om hun onvermogen te rechtvaardigen.
Covid-19 heeft zo, veel duidelijker dan voorheen, alle domeinen van het maatschappelijk leven die getroffen zijn door de ontbinding bijeengebracht: het economische, het imperialistische, het politieke, het ideologische en het maatschappelijke domein. De huidige gezondheidscatastrofe toont vooral een toenemend verlies aan controle over het systeem door de kapitalistische klasse en een toenemend verlies aan perspectief voor de mensheid als geheel (…)De fundamentele neiging tot zelfvernietiging, die het gemeenschappelijke kenmerk is van alle perioden van het kapitalisme in verval, heeft zijn dominante vorm in de periode van ontbinding veranderd van de wereldoorlog in een mondiale chaos die de dreiging van het kapitalisme voor de maatschappij en de mensheid in zijn geheel alleen maar groter maakt.”
Als het uitbreken van de pandemie de ontwikkeling van de arbeidersstrijd in de wereld een halt toegeroepen heeft, dan heeft het evenwel niets veranderd aan de bezinning over het chaotische karakter van de kapitalistische maatschappij. De pandemie is het zoveelste bewijs van de noodzaak van een proletarische revolutie. Maar deze historische uitkomst zal in de eerste plaats afhangen van het vermogen van de arbeidersklasse, de enige revolutionaire kracht, om zich weer bewust te worden van zichzelf, van haar bestaan, en van haar revolutionaire capaciteiten. Want alleen het proletariaat, gemobiliseerd en georganiseerd rond de strijd voor de verdediging van zijn belangen en zijn klassenautonomie, heeft de macht om een einde te maken aan het tirannieke en dodelijke juk van de wetten van het kapitaal, en om een andere maatschappij te doen ontstaan.
Inigo / 6.05.2021
[1] China en Rusland hebben de kans aangegrepen om Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen te overspoelen met vaccins voor openlijk imperialistische doeleinden.
[2] "Amazonie: point de départ d'une nouvelle pandémie (1)?", France Culture (19 april 2021).
[3] Zie: “Covid-19 en Afrique : Du vain espoir de 2020 à la dure réalité de 2021 [73] (2)”, Révolution Internationale n°487 (maart-april 2021).
Afgelopen voorjaar hebben in Nederland de parlementsverkiezingen plaatsgevonden. In heel Europa werden ze met belangstelling gevolgd, waarbij iedereen zich afvoeg of Rutte erin zou slagen om voor een vierde termijn als Eerste Minister te gaan en zijn politiek van de afgelopen tien jaar zou kunnen voortzetten. Een politiek die gekenmerkt werd door soberheid en politieke stabiliteit. De uitslag van deze verkiezingen kon verder ook aanwijzingen inhouden voor de uitslag van de belangrijke verkiezingen in Duitsland dit najaar en in Frankrijk volgend voorjaar.
In de verschillende landen van de wereld is het virus van het populisme haar verwoestende werking in de afgelopen jaren al begonnen. Het referendum in Groot-Brittannië over de uittreding uit de EU zette een proces van chaotische politieke ontwikkeling in gang, welke nog steeds nagalmt. Het presidentschap van Trump in de VS heeft de chaos in het land aangewakkerd, met als de ware Apocalyps de bestorming van het Capitol door een horde rechts-extremisten. In Hongarije weet Orban de dreigende chaos alleen tegen te gaan door op ‘stalinistische wijze’ de touwtjes aan te halen. In Italië heeft de coalitieregering van de twee populistische partijen, gekenmerkt door 14 maanden van conflicten, Italië achtergelaten in nog grotere verdeeldheid dan voordien.
Tot nog toe was Nederland een toonbeeld van politieke stabiliteit. Afgezien van het fiasco van de regeringsdeelname van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) in 2002-2003 en de mislukte gedoogsteun van de PVV van Wilders in 2010-2012, wist de bourgeoisie in Nederland de gevolgen van de populistische opmars redelijk onder controle te houden. In 2017 was de populistische PVV al wel uitgegroeid tot de op één na grootste partij, nog net iets groter dan de christen-democratische en links-liberale D66, maar ook ver achter de grootste partij, de VVD van Rutte. Rutte zelf staat symbool voor stabiliteit, voor een bourgeoisie die de kunst van het politiek bedrijven verstaat en de populistische ‘uitwassen’, als uitdrukking van de fase van de ontbinding, tot nog toe heeft weten te neutraliseren.
De regering Rutte II, die begon in 2012, was redelijk snel gevormd, ook al omdat hij slechts uit twee partijen bestond. De vorming van Rutte III werd daarentegen de langste regeringformatie in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Dat kwam gedeeltelijk door het feit dat er vier partijen nodig waren om een meerderheidsregering met een meerderheid in het parlement dus te formeren. Dat was voor een deel ook te wijten door het toegenomen onderlinge wantrouwen tussen de verschillende partijen. In weerwil van de titel, “Vertrouwen in de toekomst”, sprak uit het uitgebreide regeerakkoord, waarin alles tot in de details was vastgelegd, eigenlijk meer wantrouwen dan vertrouwen.
De uitslag van de verkiezingen van 2019 voor de Provinciale Staten en de Eerste Kamer vormde een eerste indicatie voor de groeiende moeilijkheden voor de Nederlandse bourgeoisie om de controle te behouden over haar politieke instellingen. Tijdens deze verkiezingen wist het populistische Forum voor Democratie vanuit het niets opeens 16 % van de stemmen te behalen en werd daarmee de grootste politieke partij in Nederland en, naast de VVD, de grootste partij in de Eerste Kamer. Deze reusachtige versterking van het populistische smaldeel in de Nederlandse politiek was een eerste waarschuwing. Deze trend kreeg haar absolute bevestiging in de uitslag van de verkiezingen voor het parlement van 17 maart van dit jaar. Nooit behaalden de populisten zoveel zetels als tijdens deze verkiezingen; samen zijn ze goed voor 28 van de 150 zetels. Dit is zelfs meer dan de 26 zetels die de LPF in 2002 behaalde. Belangrijker echter is het feit dat het parlement nog nooit zo verkruimeld was, opgedeeld is in 17 (en nu zelfs 18) fracties. Dit zijn er zelfs veel meer dan in België waar, vanwege de opsplitsing van de partijen over de taalgemeenschappen, van de meeste partijen twee versies bestaan. De enige van de klassieke zuilen die standhouden zijn de liberale met de rechts-liberale VVD van Rutte en de centrum-liberale D66. De christen-democraten (CDA), die ook deel uitmaakten van de regering Rutte III, hebben een flink verlies geleden. De groene en linkse partijen zijn verschrompeld tot ‘minipartijen’ met minder dan 10 zetels elk. Ook de populisten zijn verdeeld in vier ‘kerken’ die elkaar excommuniceren. Partijen zoals de ‘Partij voor de Dieren’ of de ‘Boerenburgerbeweging’ nestelen zich in het parlement. In de huidige Tweede Kamer halen slechts 4 partijen meer dan 10% van de stemmen, terwijl 13 partijen minder dan 10% van de stemmen behaald hebben. Het ‘ieder voor zich’ van de ontbinding brengt allerlei effecten met zich mee, zoals parlementsleden ‘die zich in de media trachten te profileren’ en zich daarbij niet langer laten weerhouden door de loyaliteit aan de eigen partij en aan de regeringscoalitie. In januari 2021 werd dit funest voor de regering Rutte, die in het parlement een meerderheid had van maar één zetel. Vanwege haar complete onvermogen om de toeslag voor de kinderopvang [1] in goede banen te leiden, had het parlement aangekondigd een motie van wantrouwen in te dienen tegen de regering. Toen de laatste besefte dat zelfs enkele leden van de coalitiepartijen de motie zouden onderschrijven, was ze genoodzaakt haar ontslag in te dienen.
Eind maart was begonnen met de vorming van een nieuwe regeringscoalitie. Maar net toen die op gang begon te komen, kwam het opnieuw tot een botsing tussen parlementsleden en Rutte. Nadat er bekend was geworden dat er voor een van de parlementariërs (CDA parlementslid Pieter Omtzigt), die zich wat te nadrukkelijk had geprofileerd, ‘een functie elders’ werd gezocht, wilde de Tweede Kamer weten wat de achtergrond hiervan was. In het debat dat daarop volgde bleek dat dit onderwerp ter sprake was gekomen in het gesprek tussen Rutte en de beide verkenners (de voorlopers van de informateurs), iets wat Rutte in eerste instantie heftig ontkende. Pas toen hij diep door het stof was gegaan, berouw had getoond, en beterschap beloofd (‘een nieuwe bestuurscultuur’) kon hij een motie van wantrouwen, tegen hem persoonlijk gericht, afwenden. Dat deze parlementsleden ook regelmatig onderwerp van gesprek waren in de ministerraad was toen nog niet bekend, maar dat bleek later. En toen het parlement had geëist dat de notulen van de ministerraad uit de tweede helft van 2019 zouden worden vrijgegeven, bleek daaruit dat “Ze wilden geen kritische vragen en ze hebben alles geprobeerd, via anderen, om ze te intimideren en te muilkorven” (Azarkan van de partij DENK). In het debat dat volgde op de openbaarmaking van de notulen beloofde Rutte nogmaals beterschap, en voortaan meer rekening te zullen houden met de het parlement als ‘tegenmacht’.
De botsingen in april tussen de regering en de parlementariërs heeft de vorming van een nieuwe regering danig bemoeilijkt. Alle mooie beloften van Rutte, na de vermeende ‘machinaties’ van de regering in de richting van parlementsleden, lijken weinig zoden aan de dijk gezet. Uit het eindrapport dat Tjeenk Willink, de derde in de rij van kabinetsinformateurs sinds 17 maart, begin mei uitbracht blijkt dat van de 18 partijen in het parlement er sowieso 6 zijn die Rutte [2] niet meer geloofwaardig genoeg achten om met hem een nieuwe regering te vormen. Een van de pijlers waarop de bourgeoisie steunt om haar politieke systeem te verdedigen tegen de steeds groter wordende druk van de ontbinding is het naar voren schuiven (of het creëren zoals in Frankrijk) van populaire figuren die in staat zijn een belangrijk deel van de bevolking en van de politieke krachten rond zich te verenigen. Dit zagen we met Merkel in Duitsland, Macron in Frankrijk en recent ook met Draghi in Italië. Dit was ook het geval in de afgelopen 10 jaar met Rutte in Nederland. De huidige campagne tegen Rutte is een bijkomende uiting van het feit dat de Nederlandse bourgeoisie de politieke regie neigt te verliezen en dat de controle haar steeds meer ontglipt.
Het ‘ieder voor zich’ ondergraaft elke aanpak van de crisis
We zijn nu enkele maanden verder en de regeringsformatie is nog geen centimeter gevorderd. De ‘Denktank Coronacrisis’ van de Sociaal Economische Raad (SER), het belangrijkste adviesorgaan van de regering, heeft uitgangspunten geformuleerd voor de herstart van de economie en maatschappelijke activiteiten. In deze uitgangspunten staat voorop het herstel van de economie en anticiperen op toekomstige welvaart, terwijl er tegelijkertijd voor gezorgd moet worden dat maatschappelijke verworvenheden, zoals gezondheidszorg, overeind blijven. Centraal in de plannen van de bourgeoisie voor de komende periode staan dus de transitie van crisis naar herstel, overgoten met het sausje van verduurzaming en digitalisering. De bourgeoisie in Nederland lijkt dus niet te opteren voor een regering die onmiddellijk drastische bezuinigingen gaat doorvoeren en meteen de rekening presenteert van de financiële steunmaatregelen van ca. 40 miljard euro uit het coronatijdperk. De vraag blijft echter: welke vijf of zes partijen vinden een regeerprogramma dat hen niet verder in de vernieling rijdt en onder wiens leiding wordt het uitgevoerd?
Ondanks de mooie plannen, die nu door de bourgeoisie worden uitgewerkt in het kader van de formatie van een nieuwe regering, moeten we ons geen illusies maken. De bourgeoisie weet dat ze niet ongestraft kan doorgaan met geld uitgeven en de staatschuld op laten lopen. Wat ze sinds het begin van de pandemie in wezen doet, is dansen op het slappe koord. En dat tegen de achtergrond van een economie die beduidend zwakker en brozer is dan tijdens de bankencrisis van 2008. Economen voorzien dat een dergelijke politiek onvermijdelijk leidt tot een verheviging van de financiële schokken en een destabilisering van de munteenheid. Het gebrek aan controle van het politiek ‘spel’ kan de toestand alleen nog maar verergeren, want de effecten van de ontbinding blijven momenteel niet meer beperkt tot verschijnselen van de bovenbouw - zoals populisme, vluchtelingenstromen, ecologie, de verrotting van ideologie maar tasten steeds meer en steeds directer de economische basis aan van het kapitalistische systeem [3], zoals we hebben gezien met de pandemie: de ongebreidelde verspreiding van het virus heeft de wereld in een diepe crisis gestort, vergelijkbaar met de krach van 1929.
De huidige moeilijkheden van de Nederlandse bourgeoisie om een nieuwe stabiele regering te vormen, die de natie door de huidige en de komende stormen kan leiden, brengt op treffende wijze tot uitdrukking de tendens van het ‘ieder voor zich’, dat zo langzamerhand tot alle uithoeken van de burgerlijke maatschappij doordringt. [4] En met de kortetermijnpolitiek, die in de fase van de ontbinding steeds meer begint te overheersen, zullen de economische voorwaarden alleen maar verslechteren, waarvan de gevolgen ongetwijfeld op de uitgebuite delen van de bevolking en met name op de arbeidersklasse afgewenteld zullen worden.
Dennis / 2021.06.07
[1] De zogeheten kindertoeslagaffaire bestond erin dat tienduizenden ouders in Nederland in de afgelopen jaren door de belastingdienst onterecht beschuldigd werden van fraude met de kinderopvangtoeslag. Hierdoor zijn deze gezinnen in zware problemen gekomen die zich niet allen beperken tot financiële problemen, maar ook problemen betreffen rondom huisvesting, zorg en de opvoeding van kinderen. Het werd een heuse affaire vanwege het feit dat de regering de ernst en de omvang deze beschuldigingen niet bekend wilde maken aan het parlement.
[2] Na tien jaar onafgebroken regeringsleider te zijn geweest, van 2010 tot 2020, is Rutte wat autocratische trekken gaan vertonen. Hij dicteert wat er moet gebeuren. Rutte en overheid is bijna synoniem geworden, zoals Ploumen van de PvdA onderstreepte: “Rutte gedraagt zich als een Zonnekoning.”
[4] De rellen in het weekend van 23 en 24 januari 2021 waren voor Nederlandse begrippen ongekend. Het waren niet eens de grote aantallen, maar het feit dat de rellen in 25 plaatsen tegelijk plaatsvonden, dat hier en daar teststraten vernield werden en in Twente zelfs een ziekenhuis werd aangevallen. Dit is een duidelijk bewijs dat de effecten van de ontbinding steeds meer om zich heen grijpen.
In de afgelopen maanden - in juli, augustus en november - vonden in verschillende delen van de wereld protesten plaats . waarbij op verwarde en tegenstrijdige wijze stemmen opgingen tegen de verplichte vaccinatie en de coronapas, die als ‘vrijheidsberovend’ worden beschouwd. De betogingen strekten zich uit van Australië tot Spanje, van Canada tot Kazachstan, met als het onbetwiste middelpunt Frankrijk, waar negen weekenden achtereen de mensen in verschillende steden de straat opgingen.
Ook in Nederland en België vonden protesten plaats. Onder de leus UnMuteUs had de evenementensector op 21 augustus en op 11 september in diverse steden betogingen georganiseerd tegen de lockdown maatregelen van de regering. Hieraan namen beide keren in totaal tussen de 50.000 en 100.000 mensen aan deel. Daarnaast waren er op 24 juli, 5 september en 3 oktober ook nog demonstraties van anti-vaxxers, alienfans en complotdenkers. Deze betogingen, waar gemiddeld 25.000 mensen aan deelnamen, werden gesteund door politieke partijen als Forum voor Democratie, door Viruswaarheid en Voorpost (een groep die een Groot-Nederlands ideaal nastreeft). Zelfs de Nederlandse driekleur ontbrak niet in deze protesten. In België vonden in dezelfde periode ook betogingen plaats zoals op zaterdag 4 september in Brussel tegen de verplichte vaccinatie en op zaterdag 16 oktober voor het hoofdkantoor van Pfizer in dezelfde stad. Omvangrijker was deze van 20 november met tot 35.000 deelnemers.
Wat is de betekenis van al deze protesten? Welke gevaren houden ze in voor de arbeidersstrijd? Hoe moet de arbeidersklasse ervoor waken dat ze zich niet mee laat slepen in de protesten en ‘opgelost’ wordt in de amorfe massa van het volk? Hoe groot is het gevaar dat haar klassebewustzijn erdoor vergiftigd wordt? Dit zijn enkele van de vragen die het hiernavolgende artikel probeert te beantwoorden, van levensbelang voor de strijd van de klasse, ook in Nederland en België.
In Frankrijk, waar de demonstraties massale proporties aannamen en waaraan in diverse steden iedere keer tienduizenden mensen deelnamen, nam dit de vorm aan van een algemeen anti-Macron front waarin politieke partijen van extreem links van het kapitaal tot extreem rechts, een mix van individuen of families, die verontwaardigd waren over een of andere regeringsverklaring of -beslissing, geïsoleerde arbeiders, en demonstranten die beweerden deel uit te maken van de beweging van de ‘Gele Hesjes’, allemaal bijeenkwamen. Het was moeilijk om niet te verdwalen in zo'n vormloze massa.
Deze demonstraties waren in geen geval een uiting van proletarische strijd. Integendeel, zij gaven uiting aan een primaire impuls van nationalisme, met de aanwezigheid van talrijke Franse nationale vlaggen [1] in de gelederen van de betogers, extreme verwarring, de erkenning van onmacht, de verwarring, en de overheersende irrationaliteit ten opzichte van een gezondheids- en sociale crisis die de hele kapitalistische wereld treft. Deze kristallisatie rond veelzijdige eisen, waarbij wantrouwen tegen de wetenschap wordt gecombineerd met oproepen tot verdediging van de ‘individuele vrijheden’, was inderdaad het gesprek van de dag in de media, waar tegenstrijdige, uiteenlopende en soms vergezochte belangen werden afgewogen tegen regeringsmaatregelen die ten onrechte werden voorgesteld als een uitdrukking van het algemeen belang en het algemeen welzijn dat wordt verdedigd tegen de Covid-19-pandemie en het uitbreken van een vierde besmettingsgolf. Zoals gewoonlijk werd iedereen opgeroepen zich op te stellen als ‘burger’ teneinde een kant te kiezen tegenover dit of dat gezondheids-, politiek of sociaal probleem, die allemaal afzonderlijk werden beschouwd, waardoor de verantwoordelijkheid van het kapitalistisch systeem in zijn geheel en zijn achterhaaldheid werd verdoezeld.
Ook al nam een minderheid van de arbeiders, die walgen van de houding en de leugens van de machthebbers, deel aan deze demonstraties, gaf zij vooral uiting aan een gevoel van frustratie, van machteloze woede, eigen aan de kleinburgerlijke lagen, en van het gebrek aan perspectief. Zo hadden de vakbonden, deze burgerlijke organen van de inkadering van de strijd, in het bijzonder zij die zich als het ‘radicaalste’ voordoen, zoals SUD-Santé of sommige afdelingen van de CGT, van de gelegenheid gebruik gemaakt om in verschillende steden zoals Marseille, Lyon, Toulouse, Bastia of regio's (Hauts-de-France) een reeks stakingen aan te kondigen om het personeel in de gezondheidszorg op te roepen zich te mobiliseren tegen het verplichte vaccin en de intrekking van de gezondheidspas te eisen. Zelfs bij de brandweerlieden, waarvoor dezelfde beperkende maatregelen waren afgekondigd, had de autonome ‘huis’ vakbond dit voorbeeld gevolgd. Dit alles in naam van de verdediging van de ‘keuzevrijheid’, d.w.z. op het terrein van het burgerlijk recht dat een echt vergif is voor de arbeidersklasse en haar revolutionaire perspectief. [2]
De extreemlinkse organisaties hadden hiervan ook geprofiteerd om de arbeidersklasse verder te desoriënteren door de verwarring te voeden tussen arbeiderseisen en de verdediging van ‘burgerrechten’, door deze beweging valselijk voor te stellen als ‘een springplank voor toekomstige arbeidersstrijd’. De bourgeoisie en haar verschillende politieke winkels, vooral, die van links en extreem links, weten heel goed hoe ze alle beschikbare middelen moeten aanwenden om de overdenking van de arbeiders over de crisis, over de chaos die hen omringt en de nalatigheid van de voorbije maanden te ondermijnen, door ten volle gebruik te maken van de ontbinding van het hele kapitalistische systeem en door met een valse air van eerbiedwaardigheid uit te leggen hoe de burgerlijkestaat het beheer van de crisis zou moeten aanpakken.
In werkelijkheid is de verslechtering van de situatie een nieuwe uiting, niet alleen van de nalatigheid van de bourgeoisie, maar vooral van de algemene onmacht van alle staten in de afgelopen anderhalf jaar, die niet in staat zijn de medische vooruitgang, de deskundigheid en de middelen te bundelen om de pandemie te bestrijden. Wij zijn getuige geweest van de ongebreidelde concurrentie tussen alle laboratoria en van het gebruik van vaccins als imperialistisch wapen door alle staten, onder invloed van de universele wet van de kapitalistische winst.
Hoezou zou een deel van de bevolking niet bang zijn dat we afstevenen op een gezondheidsschandaal na ruim anderhalf jaar van dagelijkse leugens van de autoriteiten? De regering heeft zich op een schaamteloze manier getooid met beweringen dat ze zich baseert op een rationele en wetenschappelijke visie, terwijl zij midden in de eerste golven van de pandemie bij vele gelegenheden de adviezen van wetenschappers in de wind sloeg, tegelijkertijd de meest opportunistische onder hen in de media naar voren schoof, het onverdedigbare verdedigde met betrekking tot het gebruik van maskers, de bescherming op het werk en in het vervoer, waarbij zij haar eigen nalatigheid relativeerde door walgelijke vergelijkingen te maken met meer catastrofale situaties. Al deze leugens, deze ontelbare halve waarheden en gebrekkige rechtvaardigingen van de regering, hebben natuurlijk een klimaat van wantrouwen geschapen onder de bevolking.
Maar afgezien van de twijfels en vooroordelen heeft de pandemie aanleiding gegeven tot een overvloed aan schemerige theorieën en waanzinnige beweringen, niet alleen op de sociale media waar de samenzweringstheoretici het meest actief zijn, maar ook in de media en van de kant van de politici zelf. Miljarden mensen zijn gevaccineerd sinds de eerste tests werden uitgevoerd, maar de zeldzame ‘gevallen’ van vermoede (en zelden bevestigde) dramatische bijwerkingen worden door pseudo-experts vreselijk opgeblazen, in weerwil van elke wetenschappelijke benadering, als ze niet zomaar verzonnen zijn.
Toch heeft Covid-19 wereldwijd meer dan vier miljoen mensen gedood, waarschijnlijk meer... maar geen vaccins! Covid-19 blijft muteren, infecteren en doden, vooral in delen van de wereld die zich geen grote vaccinatiecampagne kunnen veroorloven. Ook blijft de ziekte een steeds jongere, niet-gevaccineerde bevolking in de kernlanden besmetten en verzwakken. Toch blijven sommigen twijfelen aan de doeltreffendheid van vaccins en klagen over een vermeend ‘gebrek aan afstand nemen’ ten aanzien van ‘nieuwe technieken’ (die in feite niet nieuw zijn). Twijfel en scepcis zijn wetenschappelijke deugden, irrationeel wantrouwen niet!
De irrationele bezorgdheid die min of meer tot uiting komt in de beweringen van alle tegenstanders van vaccins is niet nieuw! Aan het eind van de 18e eeuw, toen de eerste pokkenvaccins werden ontwikkeld, was er ook al sprake van bijgelovige terughoudendheid ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek. Pasteur zelf kreeg, toen hij in 1885 het vaccin tegen hondsdolheid ontdekte, ook te maken met uitingen van dit soort ‘anti-vaxxers’. Hij werd ervan beschuldigd dieren te mishandelen en vaccins te hebben uitgevonden alleen om zijn eigen zakken te vullen! Bijna anderhalve eeuw later, ondanks ongekende vooruitgang in wetenschap en geneeskunde, blijft er wantrouwen bestaan in de meest achtergebleven sectoren van de heersende klasse en van de bevolking. Vandaag de dag gaat de irrationaliteit van samenzweerders zelfs zo ver dat men denkt aan mogelijke genetische modificatie door RNA-technologie of politieke en medische manipulatie, ten behoeve van een controle van de bevolking door de staat, via het inenten van 5G tijdens vaccinatie (sic)!
Als deze verschillende obscurantistische redeneringen weerstaan aan wetenschappelijke bewijsvoering, dan komt dat omdat zij zich aanpassen aan elk tijdperk en elke context. Maar vandaag hebben de dynamiek van de ideologische ontbinding van de kapitalistische maatschappij, het gevoel van machteloosheid tegenover de crisis, de voortschrijdende chaos, invloed op een beter opgeleide bevolking en doen ze niets anders dan het hele vermogen tot logisch, wetenschappelijk en politiek redeneren wegrotten in een vormloze massa van soms waanzinnige reactionaire opvattingen en visies.
Dit proces is de bourgeoisie niet vreemd: niet alleen hebben we gezien hoe politici van uiterst rechts en zelfs in de gelederen van traditioneel rechts volstrekt waanzinnige ideeën propageren, maar deze dwalingen hebben zich gemanifesteerd tot in de hoogste geledingen van de staat, waarbij Macron en zijn kliek openlijk wetenschappers denigreren of hun woorden verdraaien in een poging hun kortzichtige politiek te rechtvaardigen, zoals toen het staatshoofd beweerde dat hij alleen het bij rechte eind had tegen de epidemiologen.
De minder karikaturale deelnemers aan de betogingen stellen de vaccinatie niet ter discussie, maar verzetten zich tegen de gezondheidspas, die aanvankelijk aan de verzorgers werd opgelegd op straffe van ontslag, en weigeren aan zijn verkapte verplichting te voldoen om deel te nemen aan de meest alledaagse activiteiten, zoals naar de supermarkt, een café, een concert of de bioscoop gaan.
Deze twee realiteiten, anti-vaccinatie en anti-gezondheidspas, bestaan echter met zeer poreuze grenzen naast elkaar in gemeenschappelijke demonstraties waar dezelfde individualistische logica van verzet overheerst, zonder collectieve bezorgdheid over de voortduring van de pandemie, de verwoestingen die ze nog steeds aanricht en welke nog komen. Dit gebeurt in naam van de aanval op de ‘individuele vrijheden’, een totaal burgerlijk terrein.
Deze leuze ter verdediging van de democratische vrijheden is de grofste dekmantel voor de verdediging van de burgerlijke staat, het meest anti-arbeidersterrein dat er bestaat. De arbeidersbeweging heeft deze valstrik herhaaldelijk aan de kaak gesteld en stelde dat “zolang er een staat is, is er geen vrijheid. Wanneer er vrijheid zal bestaan, zal er geen staat bestaan”.[3]
Het revolutionaire perspectief
is het enige alternatief
De regering maakt van de situatie gebruik om de mensen tegen elkaar op te zetten door de spanningen en gevoelens van wrok aan te wakkeren. Door de propagandacampagnes op te voeren, door min of meer openlijk alle personen, die twijfelen en bang zijn, voor te stellen als totaal misleidende ‘anti-vaccinatie samenzweerders’, heeft de bourgeoisie een deel van de gevaccineerden ertoe aangezet om de tegenstanders van vaccinatie te beschouwen als gemakkelijke zondebokken en hen de schuld te geven van de nieuwe besmettingsgolven. Op die manier ontslaat ze het kapitalisme, de staat en zijn onverantwoordelijk optreden van elke schuld voor de huidige dramatische situatie. Voor de anti-vaxxers is hun mobilisatie tegen de ‘dictatuur’ van Macron een teken van verantwoordelijkheid om de verdediging van de democratie levend te houden, door de makke ‘schapen’, die zich onderwerpen aan de ‘vrijheidsberovende’ wetten van de gedwongen vaccinatie, aan de kaak te stellen en uit te schelden. Deze verdeeldheid maakt deel uit van een rampzalige logica van confrontatie, waarin de werkelijke inzet, de noodzaak een einde te maken aan de kapitalistische chaos, verdwijnt in een wirwar van verwarring en onmacht.
De uitingen van ergernis in de betogingen en onder de bevolking in het algemeen, heeft inderdaad de vorm aangenomen van ontreddering en van het gevoel onderworpen te zijn aan de dictaten van een arrogante regering, die het aantal inconsequenties ten aanzien van de pandemie heeft opgestapeld, door herhaaldelijk lockdowns op te leggen en warm en koud te blazen t.o.v. een bevolking, die nog steeds het einde van de tunnel niet ziet, door zich te beroepen op een schijnwetenschappelijke aanpak terwijl de burgerlijke nalatigheid de boventoon voerde.
Maar deze woede kan op geen enkele manier leiden tot een bewustzijn bij het proletariaat van de toenemende ineenstorting en de onoplosbare impasse van het kapitalistische systeem, wanneer dit verzet, deze afwijzing zich op oppervlakkige wijze, zonder afstand te nemen of na te denken, kristalliseren in een machteloze woede tegen een regering en een president die worden gevoeld als de bron van al het kwaad en die worden gezien als slechte, incompetente en inefficiënte beheerders van dit systeem.
Geconfronteerd met zo'n sociaal en ideologisch moeras dat de bourgeoisie dagelijks voedt en aanwakkert, zal het voor het proletariaat niet gemakkelijk zijn om te reageren op zijn klasseterrein van solidariteit om de werkelijke frontale aanvallen het hoofd te bieden, die in de komende tijd zullen worden ondernomen op zijn arbeids- en levensomstandigheden. Zijn klasseterrein is niet dat van de verdediging van de staat, de verdediging van de nationale economie en de Franse vlag. Het zal zijn klassezelfstandigheid in de strijd, in de organisatie van zijn gevechten, moeten verdedigen tegen alle krachten van de staat, aan de macht of niet, en dit onafhankelijk van de interklassistische bewegingen of de valse vrienden, meestal van links, die zullen proberen zijn woede af te leiden. Het proletariaat heeft helderheid en vertrouwen in zijn eigen kracht nodig om al deze valstrikken te verijdelen en dit vormt al een heel directe uitdaging n
Stopio/ 13.08. 2021
[1] In een betoging in Griekenland werden zelfs houten kruizen meegevoerd, een uiting van christelijk fundamentalisme.
[2] Ook in de VS, Griekenland en Italië hebben de vakbonden massaal de protesten gesteund. In Italië bijvoorbeeld ageerden de zes grootste vakbonden tegen het feit dat leraren een ‘groene pas’ nodig hebben om les te geven op school, en noemden dit ‘een eenzijdige keuze’ en een ‘dictaat’. In Turijn gingen 650 werknemers in staking omdat zij de verplichting van een ‘groene pas’ voor restaurants discriminerend vonden.
[3] Lenin, Staat en Revolutie,Hoofdstuk V: De economische grondslagen van het afsterven van de Staat [77]
Het uitbreken van een imperialistische oorlog is altijd een test geweest voor hen die beweren aan de kant van de wereldarbeidersklasse tegen het kapitalisme te staan. In 1914 maakte de oorlog een duidelijk onderscheid tussen de ‘socialisten’ en ‘anarchisten’ die zich schaarden om de verdediging van hun eigen heersende klasse en degenen die, zelfs ten koste van isolement en onderdrukking, vasthielden aan het principe dat de arbeiders geen vaderland hebben.
Terwijl deze scheidslijnen zeer duidelijk waren, was er ook een ‘centrum’, een ‘moeras’ dat bestond uit elementen die, om uiteenlopende redenen, niet in staat waren een ondubbelzinnig standpunt voor of tegen de oorlog in te nemen. Hetzij omdat zij holle frasen over vrede en gerechtigheid gebruikten om hun eigen neiging tot afdrijven naar het kapitalistische kamp te verbergen, hetzij omdat zij oprechte, zij het verwarde pogingen deden om in de tegenovergestelde richting te gaan - d.w.z. naar het proletarische kamp.
In de reacties op het huidige conflict in Israël/Palestina kunnen we soortgelijke patronen zien. In de belangrijkste steden van Europa en de VS hebben we talrijke demonstraties gezien waarin we werden opgeroepen om het ene kamp tegen het andere te kiezen: voornamelijk demonstraties die Palestijnse vlaggen droegen, en die werden gesteund door een scala van liberalen, sociaal-democraten, trotskisten, islamisten, en anderen. Deze marsen hadden tot doel de echte verontwaardiging over de brute Israëlische aanval op Gaza in dienst te stellen van een ruimer imperialistisch conflict. De leuzen ‘Vrij Palestina’ en ‘We zijn allemaal Hamas’ betuigen niet alleen hun steun aan nationalistische bendes die een nieuwe kapitalistische staat willen stichten, maar vallen ook samen met de imperialistische doelstellingen van Iran, Qatar, Rusland en China. Tegenover hen stonden kleinere groepen diehard zionisten voor wie Israël geen kwaad kan en die, als zij kritiek hebben op het beleid van de VS in het Midden-Oosten, alleen maar nog meer schaamteloze steun van de VS eisen voor Israëls imperialistische expansie. In beide gevallen ging het om mobilisaties vóór oorlog.
Maar er zijn er ook die deze bijeenkomsten afwijzen in naam van het internationalisme van de arbeidersklasse. De website ‘libcom.org’ bijvoorbeeld biedt ruimte aan diegenen - voornamelijk, maar niet alleen, groepen of individuen die zichzelf bestempelen als ‘klassenstrijdanarchisten’ - die zich verzetten tegen steun aan nationale bevrijdingsstrijd of het oprichten van nieuwe burgerlijke staten. Een bestudering van de thread ‘Jeruzalem en Gaza’[1] geeft voorbeelden van het scala aan groepen en meningen die zeggen dat ze zich met geen van beide kampen in het conflict identificeren. Of beter gezegd, het laat zien dat onder degenen die aanspraak maken op het internationalistische standpunt over deze en soortgelijke oorlogen, er opnieuw een ‘centrum’ is, een moerassige bodem waar proletarische standpunten vermengd worden met concessies aan de heersende ideologie, en dus aan rechtvaardigingen voor imperialistische oorlog.
Vandaag de dag zijn de meeste politieke stromingen die in de Eerste Wereldoorlog dit ‘centrum’ vormden, ofwel verdwenen, ofwel hebben zij definitief vrede gesloten met de bourgeoisie; velen van hen zijn teruggekeerd naar de sociaaldemocratische partijen die in het begin van de jaren 1920 duidelijk aanhangers van de kapitalistische staat waren geworden. In de huidige omstandigheden zijn de verschillende anarchistische groepen en tendensen de gebruikelijkste bewoners van het moeras: aan de ene kant gaan ze openlijk op in de linkervleugel van het kapitaal, aan de andere kant verdedigen ze uitgesproken internationalistische standpunten. Dit is duidelijk gebleken uit de reactie van de anarchisten op de oorlog in Israël/Palestina.
Aan de ene kant heb je anarchistische organisaties die bijna niet te onderscheiden zijn van de trotskisten. In het artikel van onze afdeling in Frankrijk wordt de Organisation Communiste Libertaire genoemd als een voorbeeld van dit soort anarcho-links: “Geconfronteerd met de uitbarsting van geweld, georkestreerd door een Israëlisch regime in het midden van een politieke crisis, geleid door een Netanyahu aan het eind van zijn Latijn, en bereid om de Palestijnen op te offeren om zijn continuïteit in de macht te verzekeren, zijn timide veroordelingen (of erger nog, verklaringen die Israëli's en Palestijnen tegenover elkaar plaatsen) niet genoeg. Het internationaal recht moet worden toegepast.”[2] . Een stichtelijk voorbeeld van anarchisten die zich beroepen op de fictie van het ‘internationaal recht’!
In de thread op libcom neemt de verklaring van een aantal ‘anarcho-communistische groepen’ in Oceanië een soortgelijk standpunt in. Terwijl ze beweren het nationalisme te veroordelen, roepen ze ons op partij te kiezen voor een ‘Palestijns verzet’ dat daar op de een of andere manier buiten staat. “De Israëlische bezetting is een naakte vorm van koloniale onderdrukking, en de Palestijnse slachtoffers ervan hebben het volste recht om zich ertegen te verzetten met alle middelen die in overeenstemming zijn met het uiteindelijke doel van bevrijding. (...) Er is geen grijs gebied, er zijn geen twee gelijkwaardige partijen in oorlog. De Palestijnse massa's verzetten zich tegen de onderdrukking.” [3] Aan het eind van het pamflet wordt een oproep gedaan aan mensen om deel te nemen aan een serie ‘Vrij Palestina’ demonstraties die in heel Australië worden georganiseerd.
In de VS spreekt de Workers Solidarity Alliance ook met twee tongen: aan de ene kant: “Wij steunen een visie van Joodse en Palestijnse arbeiders, boeren en onderdrukte mensen die vragen stellen bij en uiteindelijk breken met supremacistische, nationalistische en militaristische denkbeelden en ideologieën, en samenkomen in een gezamenlijke strijd om macht, voorrecht en haat te overwinnen door het opbouwen van wederzijdse hulp, intercommunautaire solidariteit en collectief zelfbeheer”. En in de volgende zin staat: “naar buiten toe verwelkomen wij Amerikaanse arbeiders die de boycot, desinvestering en sancties tegen Israël steunen, en openlijk protesteren tegen het voortdurende geweld in bezet Palestina”. Campagnes om deze of gene staat te boycotten volgen dezelfde logica als die van de ‘sancties’ die door de ene staat aan de andere worden opgelegd wegens het schenden van ‘internationaal recht’ of ‘mensenrechten’.
De keuzes die de initiatiefnemers van dergelijke campagnes maken, zijn op zich al veelzeggend. Het Syrische regime van Assad, gesteund door Rusland, is bijvoorbeeld rechtstreeks verantwoordelijk voor de meest afschuwelijke slachting onder de Syrische bevolking, maar je zult nooit linkse mensen aantreffen die marsen organiseren om dit bloedbad aan de kaak te stellen - sommige trotskistische groepen zien Assad zelfs als een anti-imperialistische kracht. Israël daarentegen wordt door de linkervleugel van het kapitaal stelselmatig omschreven als een staat die geen bestaansrecht heeft - alsof, vanuit het gezichtspunt van de arbeidersklasse, om het eender welke kapitalistische staat een ‘legitiem’ recht heeft om zijn uitbuiting en onderdrukking af te dwingen.
Daarentegen bevat de thread ook verklaringen van de CNT-FAI en van haar Russische afdeling, de KRAS, die deze oproep om partij te kiezen in het conflict vermijden en de grondbeginselen van een internationalistische reactie verdedigen. De KRAS (wiens verklaringen tegen de oorlog in de Kaukasus we in het verleden hebben gepubliceerd) zegt dat de problemen in Israël/Palestina “worden veroorzaakt door de belangen van macht en eigendom van de heersers en kapitalisten van alle partijen, en alleen samen met hen kunnen worden geëlimineerd - geëlimineerd door gezamenlijke strijd en, uiteindelijk, door de sociale revolutie van Joodse en Arabische arbeiders, gewone Israëliërs en Palestijnen.
De weg naar deze beslissing is moeilijk en lang. Te veel wanhoop, te vers de geur van vergoten bloed, de geesten van gewone mensen zijn te veel vergiftigd door Israëlisch (Zionistisch) en Arabisch nationalisme, te veel emoties woeden vandaag. Maar er is geen andere weg naar vrede in de lang geteisterde regio, alleen zo.
GEEN OORLOG! NEE TEGEN NATIONALISME, MILITARISME EN RELIGIEUS FANATISME VAN ALLE KANTEN!
NOCH ISRAËL, NOCH PALESTINA, MAAR EEN GEZAMENLIJKE KLASSENSTRIJD VAN DE WERKENDE MENSEN IN DE REGIO!”
Ook de verklaring van de Anarchist Communist Group (ACG) in het Verenigd Koninkrijk is vrij duidelijk over de afwijzing van nationale oplossingen:
“Omdat een oplossing voor het conflict uiteindelijk alleen een gemeenschappelijke, klasseloze en staatloze samenleving kan zijn, waarin mensen van verschillende religieuze (en niet-religieuze) alsook etnische achtergronden vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. En de manier om dit te bereiken kan enkel de klassenstrijd zijn, waarbij arbeiders zich aan beide kanten verenigen om hun situatie te verbeteren en zo lang gekoesterde wrok te overwinnen. Het is de taak van de anarchistische en libertaire kommunistische beweging om precies hierop aan te dringen.”[4]
Toevallig werd de thread op libcom niet gestart door een anarchist, maar door een lid van de Socialistische Partij van Groot-Brittannië (SPGB). Deze groep, een fossiel uit de tijd dat de Tweede Internationale een proletarische organisatie was, handhaaft haar diepe illusies in een ‘parlementaire weg’ naar het socialisme, maar zij heeft nooit kapitalistische oorlogen of nationalistische strijd gesteund. De oorspronkelijke poster, ajjohnstone, linkt naar de officiële SPGB blog die een veelzeggende kritiek levert, niet alleen op het zionisme maar ook op het Palestijnse nationalisme: “Het is gemakkelijk te begrijpen waarom de armoedzaaiers in de Palestijnse vluchtelingenkampen de belofte van Palestijns zelfbestuur als een antwoord zouden kunnen zien. Helaas zijn de Palestijnen, net als de zionisten, gevallen voor een gevaarlijke mythe over het verleden; in hun geval, de mythe dat Palestina aan hen toebehoorde. Dat was niet zo: de meeste Palestijnen ploeterden voort op kleine stukjes land, onder het gewicht van enorme schulden, uitgebuit door een klasse van landheren. Palestina behoorde niet toe aan de Palestijnen, net zomin als het moderne Israël toebehoort aan de Israëlische arbeidersklasse. In 1930 had het gemiddelde plattelandsgezin in Palestina een schuld van 27 pond, wat ongeveer het jaarinkomen van zo'n gezin was. Volgens de cijfers van 1936 bezat een vijfde van één procent van de bevolking een kwart van het land! Het is duidelijk dat het Palestijnse boerenland van vóór Israël niet aan hen toebehoorde: in 1948 werden zij verdreven van land dat niet van hen was.
Zij moeten het zich nog realiseren, maar de arbeiders van de regio - ongeacht de nationale grenzen waar zij nu wonen - hebben een identiteitsbelang. Laten we hopen dat zij hun gemeenschappelijke belangen gaan inzien en het nationalisme en de religieuze onverdraagzaamheid verwerpen die valse verdeeldheid, geweld en rassenhaat in de hand werken. Wat nationalistische en religieuze geestdrift betreft, is er helemaal niets waarmee wij ons als socialisten kunnen identificeren, want beide zijn abstracties die de arbeiders van de regio hebben doordrenkt met een vals bewustzijn dat hen verhindert hun werkelijke klassenbelangen te identificeren”[5].
Tegelijkertijd lijken de berichten van deze kameraad op de thread van libcom, nadat hij het Palestijnse nationalisme de achterdeur uit heeft gejaagd, het weer door de voordeur binnen te laten met het idee dat de demonstraties en rellen van Palestijnen binnen Israël tijdens het conflict een ‘verzetsbeweging’ vormen die een hoopvol teken voor de toekomst biedt. De kameraad spreekt over “de belangrijke ontwikkeling van Palestijns-Israeli’s die nu vollediger deelnemen aan het verzet. Per slot van rekening zijn het de apartheidswetten die in Sheikh Jarrah worden toegepast en de aanvallen op de belangrijkste moskee die de huidige onrust hebben veroorzaakt... Als zo'n Palestijns-Israëlische anti-discriminatiebeweging groeit en politieke macht begint uit te oefenen buiten de Knesset, kan ik dat alleen maar zien als een positieve wending om de invloed van de zionistische heersende ideologie te ondermijne” [6]. Het is waar dat veel jonge Palestijnen de straat op gingen als reactie op de pogingen tot uitzetting van Arabische families in Oost-Jeruzalem, of op pogroms door zionistisch extreem-rechts, maar gezien het totale gebrek aan enig proletarisch antwoord op de oorlog binnen Israël/Palestina, gezien de lange geschiedenis van nationalistische verdeeldheid aangewakkerd door bijna onophoudelijke oorlogvoering, hebben deze mobilisaties de etnische botsingen en de sfeer van pogroms binnen Israël alleen maar verscherpt, en werden ze openlijk afgestemd op het militaire antwoord van Hamas uit de Gazastrook. In geen enkel opzicht bieden zij de basis voor een toekomstige vereniging van de Arabische en Joodse arbeiders tegen hun uitbuiters.
Die gevaarlijke deur werd ook geopend door een groep als de ACG, wiens verwarring over de ‘legitimiteit’ van de Zionistische staat wij in een vorig artikel bekritiseerden [7]. In dit geval ziet de ACG iets positiefs in het feit dat de Palestijnse demonstraties en de ‘algemene staking’ werden georganiseerd door comités van het gewone volk in de wijken, in plaats van door de traditionele Palestijnse organisaties. “De Palestijnse massa's moeten zelf georganiseerd worden en buiten de controle van Hamas of de PLO-facties vallen - tot op zekere hoogte gebeurt dit al...” De ACG citeert vervolgens uit 927 Magazine [78]. “Een buitengewoon kenmerk van de demonstraties is dat ze in de eerste plaats niet worden georganiseerd door politieke partijen of politici, maar door jonge Palestijnse activisten, buurtcomités en basiscollectieven.”
Dit roept herinneringen op aan de voornaamste anarchistische reactie op de oorlog in Spanje in de jaren 1930, toen het feit dat industrieën en boerderijen ‘zelfbeheerd’ werden door de arbeiders anarchisten ertoe bracht een revolutie in wording te zien, terwijl de werkelijkheid was dat deze structuren volledig waren geïntegreerd in de ‘anti-fascistische’ oorlogsinspanning - een imperialistisch conflict aan beide zijden dat de weg bereidde voor de oorlog van 1939-45.
In tegenstelling tot deze dubbelzinnige houdingen zijn de standpunten van de groepen van kommunistisch links waarnaar in de thread verwezen wordt - de IKS [8] en de Internationalist Communist Tendency (ICT) [9] - ondubbelzinnig. Terwijl weinig anarchistische groepen een echt begrip hebben van imperialisme, hekelen beide organisaties van kommunistisch links de imperialistische manoeuvres in de regio en de oorlogsmachines van Israël en Hamas, die alleen maar hun eigen imperialistische doelen of die van anderen kunnen dienen. De ICT-verklaring begint met de leus ‘noch Israël noch Palestina’ en erkent, net als het IKS-artikel, dat de pogromsfeer aan beide kanten van de sektarische scheidslijn bestaat: “De oplossing van de Israëlische regering is om fascistische groepen als ‘La Familia’ door Arabische wijken van steden als Lod te laten razen onder het motto ‘Dood aan de Arabieren’...De Arabische jongeren hebben teruggevochten en Joodse doelen aangevallen. Zij echoën de oproep van de fascisten door ‘Dood aan de Joden’ te roepen, een oproep die de emotioneel geladen beschuldiging van ‘pogrom’ van de Israëlische pers heeft losgemaakt. Maar er zijn nu pogroms aan beide kanten van dit ‘gemeenschappelijk geweld’ .
Er is ook een verklaring van de Angry Workers of the World (AWW), een ‘arbeideristische’ of ‘autonomistische’ groepering, die vrij duidelijk is in haar internationalistische houding en een heldere weerlegging biedt van alle illusies over de mobilisaties in de Palestijnse wijken, en de algemene staking in het bijzonder:
“De algemene staking die op 18 mei werd uitgeroepen ... werd over de hele wereld toegejuicht door links, dat de werkelijke inhoud ervan niet hadden onderzocht. Alleen al de uitdrukking 'algemene staking' was voor hen voldoende om aan te tonen dat er een echte actie van de arbeidersklasse had plaatsgevonden. Maar de staking zelf werd ‘van bovenaf’ uitgeroepen en was interklassistisch tot in de kern: Terwijl massale aantallen arbeiders staakten (slechts 150 van de 65.000 bouwvakkers deed mee, 5000 schoonmakers en 10% van de buschauffeurs bleven weg, etc.) werd de staking ook breed omarmd door professionals uit de middenklasse. De staking was in eerste instantie uitgeschreven door het Hoger Controlecomité, de feitelijke vertegenwoordiger van de Arabische middenklasse in Israël, en werd enthousiast opgepikt door Fatah en Hamas, die hun eigen arbeiders in de openbare sector opdracht gaven mee te doen. Deze partijen waren niet geïnteresseerd in de opbouw van arbeidersmacht, in feite hebben zij zich daar altijd actief tegen verzet. Het grote succes van de staking, daar waren alle leiders en verslaggevers het over eens, was de demonstratie van de eenheid van het ‘Palestijnse volk’, maar het had ook het diepere doel om de arbeidersklasse strakker te binden aan de burgerlijke instellingen die haar leiden”[10].
In de thread wordt opgemerkt dat de uitspraken van de ICT en de AWW verbale agressie en haat lijken te hebben opgeroepen. Maar internationalisten stellen kapitalistische oorlogen niet aan de kaak om populair te zijn. Zowel in 1914-18 als in 1939-45 kreeg de internationalistische minderheid die vasthield aan haar principes te maken met repressie door de staat en vervolging door nationalistisch tuig. De verdediging van het internationalisme wordt niet beoordeeld op haar onmiddellijke resultaten, maar op haar vermogen om een oriëntatie te bieden die in de toekomst kan worden overgenomen door bewegingen die werkelijk een proletarisch verzet vormen tegen de kapitalistische oorlog. Zo hebben degenen die in 1914 tegen de donkere vloed van het chauvinisme in opstand kwamen, zoals de bolsjewiki en de spartakisten, het terrein voorbereid voor de revolutionaire opstanden van de arbeidersklasse in 1917-18.
Amos
[2] Against the nationalist poison, international solidarity of all workers! | International Communist Current [80]
[3] Freedom for Palestine! Statement from Anarchist-Communist Groups in Oceania – Red and Black Notes [81]
[6] Posts 4 en 7 op de libcom thread
Sinds een aantal maanden vinden in de hele wereld in een razend tempo klimatologische rampen plaats: droogte, enorme branden, stortregens, modderstromen, overstromingen... Terwijl het aantal slachtoffers van de milieucrisis elk jaar in de miljoenen loopt en zelfs de machtigste staten steeds minder opgewassen blijken te zijn tegen de rampen, heeft het jongste rapport van de Inter-governmental Panel on Climate Change (IPCC) vastgesteld dat de klimaatverandering in het komende decennium een oncontroleerbare omvang zal aannemen.
In onze pers hebben wij er regelmatig op gewezen dat de werking van het kapitalisme aan de basis ligt van de opwarming van de aarde. Niet alleen worden klimaatrampen steeds verwoestender, talrijker en oncontroleerbaarder, maar ook raken de staten, na tientallen jaren van bezuinigingen, steeds meer gedesorganiseerd en slagen er dus steeds minder in de bevolking te beschermen, zoals we onlangs hebben gezien in Duitsland, de Verenigde Staten en China. De bourgeoisie kan de omvang van de catastrofe niet langer ontkennen maar blijft, vooral via haar ‘groene’ partijen, uitleggen dat de regeringen eindelijk krachtige maatregelen moeten nemen ten gunste van het milieu. Alle facties van de bourgeoisie hebben hun eigen favoriete oplossing: groene economie, terugdringen van de groei, lokale productie, enz. Al deze zogenaamde oplossingen hebben één ding gemeen: het kapitalisme kan worden ‘hervormd’. Maar de jacht op winst, de plundering van natuurlijke hulpbronnen, de waanzinnige overproductie van goederen zijn geen loutere ‘opties’ voor het kapitalisme, zij zijn de conditio sine qua non van zijn bestaan!
De verontwaardiging en de bezorgdheid over de dreigende catastrofe zijn immens, zoals blijkt uit de ‘klimaatbetogingen’ van 2019, die miljoenen jongeren mobiliseerde in talloze landen. Indertijd hebben wij er echter op gewezen dat deze betogingen plaatsvonden op een totaal burgerlijk terrein: de ‘burgers’ werden in feite opgeroepen om ‘druk uit te oefenen’ op de burgerlijke staat, die monsterlijke machine die bestaat ter verdediging de kapitalistische belangen, die aan de basis liggen van de ongekende verslechtering van het milieu. In werkelijkheid kan het klimaatprobleem alleen op wereldschaal worden opgelost, en het kapitalisme, waar naties elkaar meedogenloos te lijf gaan, is niet in staat een antwoord te bieden dat in verhouding staat tot wat er op het spel staat. De grote milieuconferenties, waar elke staat onder het mom van milieubescherming cynisch probeert zijn eigen smerige belangen te beschermen, zijn hiervan een huiveringwekkende illustratie. De enige klasse die werkelijk inhoud kan geven aan een internationalisme en een einde kan maken aan de anarchie van de productie, is de arbeidersklasse en de maatschappij die zij in zich draagt: het kommunisme
Na de zomer van 2021 waarin toekomstige rampen werden aangekondigd, zullen de milieubeweging en de linkse partijen van het kapitaal (trotskisten, stalinisten, anarchisten, sociaaldemocraten, enz.) proberen de klimaatmarsen weer op de kaart te zetten. Dit is een nieuwe poging van de bourgeoisie om de woede te kanaliseren in dezelfde politieke doodlopende straatjes: de ‘oplossing’ van de arbeidersklasse in het ‘volk’, illusies over het vermogen van de ‘democratische’ staat om ‘dingen te veranderen’. Daarom nodigen wij onze lezers uit om het internationale pamflet te lezen of te herlezen dat wij tijdens de eerste betogingen van 2019 hebben verspreid en die ook vandaag nog steeds haar volledige geldigheid behoudt n
De link naar het pamflet:
Na de enorme dip in het eerste jaar van de pandemie, zet de bourgeoisie in België sinds de afgelopen zomer volop in op een herstel van de economie. Als gevolg van de Covid-19 crisis is de context waarin dit ‘herstel’ zijn beslag moet krijgen zeer complex en onvoorspelbaar geworden en confronteert haar met een opeenstapeling van hindernissen die haar er onvermijdelijk toe zullen aanzetten de aanvallen op de werk- en levensvoorwaarden van de arbeiders op te voeren.
Voor de uitbraak van de pandemie in maart 2020 werd de Belgische economie al ernstig geteisterd door een verminderde concurrentiekracht, door een lagere economische groei dan het gemiddelde in de Eurozone, een relatief hoge de schuldgraad in de bedrijven en ook een vrij hoge staatsschuld [1].
Deze vaststelling bracht Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij Voka, ertoe zijn verontrusting te uiten over de permanente achteruitgang van de Belgische economie: “Na eerdere zware economische crisissen in de jaren 1970 en opnieuw na 2008 schakelde onze economie telkens naar een lagere versnelling. Het tempo van de ‘normale’ economische groei vertraagde toen om na de crisis nooit meer terug te keren naar het pré-crisis niveau. (...)Voor deze crisis was ons groeipotentieel al teruggezakt naar een magere 1,2%. Nog een versnelling lager gaan, kunnen we ons niet meer veroorloven.” [2].
De economische krimp in 2020 als gevolg van de pandemie was ongekend: 8,5%. Ze was groter dan de economische krimp van tien jaar geleden tijdens de financiële crisis en zelfs de grootste krimp sinds the Tweede Wereldoorlog. In 2021 wordt er een groei verwacht van 5,4%. Maar dat betekent niet dat de economie alweer uit het dal is geklommen. Als je cijfers van de verwachte groei in 2021 afzet tegen die van 2019, dan is nog er steeds een krimp van 3%. Herstel van enige betekenis zal zeker nog jaren in beslag nemen mits er in 2021 en 2022 natuurlijk een geleidelijk herstel met 3% of meer mogelijk is.
De financiële inspanningen om de economie overeind te houden tijdens de pandemie hebben de staatschuld in 2020 alleen al aanzienlijk doen toenemen: “De steunmaatregelen voor bedrijven en huishoudens hebben het overheidstekort onder druk gezet, dat 9,4% van het BBP bedroeg. Als gevolg van het hoge tekort en de daling van het BBP is de overheidsschuld opgelopen tot 114,1% van het BBP” [3]. Diezelfde staatsschuld zal in 2021, ondanks het kwetsbare economische herstel, met een geraamd begrotingstekort van circa 6,8%, niet of nauwelijks afnemen. Volgens De Tijd wordt het nominale tekort voor 2021 van de federale regering en de drie gewestelijke regeringen tezamen geraamd op 7,28% van het BBP, ofwel 35,7 miljard euro.
Daar komt nog bij dat “De tekorten van 2020-2021 maar gedeeltelijk tijdelijk zijn. Volgens de ramingen van het Planbureau (en bevestigd door andere organisaties) blijven we na deze crisis met belangrijke tekorten zitten” [4]. De toename van de schulden in de laatste anderhalf jaar, zowel bij de federale en gewestelijke regeringen als bij het bedrijfsleven, hebben de grondslag voor ieder herstel oneindig moeilijker gemaakt. De basis is veel wankeler geworden, waardoor de economische schokken (zoals de toename van de inflatie en de energieprijzen vandaag) zich veel sneller aandienen, met grotere gevolgen.
De massale staatsinterventies van de laatste anderhalf jaar hebben weliswaar één op de twee faillissementen weten te voorkomen en vermeden dat de werkloosheid explodeert, maar de verwachting is dat het einde van het corona-infuus toch een golf van faillissementen zal veroorzaken. Het betreft hier vooral vele kleine en middelgrote ondernemingen die hun schulden, welke tot nu toe gedeeltelijk gefinancierd werden door de staatssteun, niet lang meer zullen kunnen betalen. Vooral in de non-food detailhandel, maar ook in sectoren zoals de horeca, evenementen, toerisme zijn nog veel faillissementen en ontslagen te verwachten. Bijna een kwart van de restaurants in de provincie Antwerpen, die volledige bediening aan tafel aanbieden, zit vandaag in zwaar weer[5].Tienduizenden arbeiders zullen geheel of gedeeltelijk werkloos worden.
Zolang het virus niet is verdwenen en zwaar blijft wegen op de maatschappij en de economie is het adagio van de bourgeoisie in België is ‘te leren leven met het virus’, zelfs al gaat dat ten koste van de gezondheid van de werkers en hun gezinnen. De economie moet tot elke prijs aan de gang worden gehouden: ‘the show must go on’. Ook tijdens derde golf in 2021 was haar politiek er al op gericht de belangrijkste sectoren van de economie open te houden, alsmede de crèches en scholen natuurlijk, om de aanwezigheid van de arbeiders op het werk te kunnen verzekeren.
De bourgeoisie probeert uit alle macht een terugval van het broze herstel te voorkomen. Het parool bij de nieuwe regeringsverklaring voor de begroting van 2022 was ‘niet de groei afremmen, maar ondersteunen’. In deze context heeft de federale regering besloten om een deel van de economische corona-steunmaatregelen in België te verlengen tot 31 december 2021(vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid, crisisoverbruggingsrecht voor sectoren vanaf een omzetdaling van 65%).
Ook arbeiders krijgen nog wat kruimels toegeworpen voor hun bijdrage aan het openhouden van de economie: 0,4% loonsverhoging over een periode van twee jaar (wat de uitgeklede prijsindex niet compenseert), een verhoging van het wettelijk minimumloon, een vermindering de sociale bijdragen op de laagste brutolonen die enkele tientallen euro’s oplevert per jaar,de gefaseerde afschaffing van bijzondere bijdrage op de sociale zekerheid voor de lagere en middeninkomens, wat een voordeel oplevert van 50 euro voor eenpersoons- en150 euro per jaar voor een tweepersoonshuishouden. Tenslotte krijgen de arbeidersmet het laagste inkomen een eenmalige vergoeding van 80 euro voor de gestegen energieprijzen. De bedoeling van deze ‘toegevingen’ is een rookgordijn op te trekken om de aandacht van de arbeiders af te leiden van de komende plannen van de regering.
De discussies over deze steunmaatregelen zijn gerommel in de marge. De echte grote bedragen betreffen het verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, het opkrikken van de tewerkstellingsgraad en niet te vergeten de energietransitie naar meer duurzame energiebronnen. Dat zijn de pistes die, naast de toenemende ontslagen, op termijn een ernstige aanval op het levensomstandigheden van de arbeidersklasse zullen inhouden.
1. Een strengere controle op de langdurig zieken
De regering is van plan om de langdurig zieken een strenger regime op te leggen met een meer strikte ‘begeleiding’ naar hetzelfde of ander werk. Zo wil ze 5.000 langdurig zieken per jaar terug aan het werk te krijgen. Gebrek aan medewerking aan deze ‘begeleiding’ kan worden gestraft met een korting op de uitkering. Deze straf is voorlopig maar gering (2,5% van de uitkering), maar daarmee is een hindernis overwonnen en zullen er ongetwijfeld meer stappen volgen om de druk op de langdurig zieken en ook de werklozen op te voeren. Het plan hierachter is om de tewerkstellingsgraad op te krikken naar 80%.
2. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar in 2030
Dat de tewerkstellingsgraad in België naar verhouding zo laag is komt ook omdat er relatief weinig arbeiders boven de 60 jaar nog aan het werk zijn. Bovendien drukken de pensioenuitkeringen te zwaar op de staatsuitgaven. Daarom moet de pensioengerechtigde leeftijd omhoog. Het principebesluit daarover is al lang geleden genomen, maar de concrete uitvoering, die in 2025 van start moet gaan,dient nog uitonderhandeld te worden met de vakbonden, hetgeen nog heel wat gekonkel en maneuvers zal inhouden.
3. De energietransitie: over kernenergie en gascentrales.
De overstap naar een andere vorm van duurzame energieopwekking wordt doorgezet [6]. Die kosten (bouw van nieuwe gascentrale of langer openhouden van enkele kerncentrales) zullen ettelijke miljarden bedragen en zullen zo goed als zeker aan de gebruiker worden doorberekend via een gepeperde maandelijkse energierekening. Daarnaast dreigen ook vliegtuigreizen duurder te worden, terwijl nieuw aangekochte huizen verplicht geïsoleerd moeten worden en diesel- of benzinevoertuigen vervangen moeten worden door elektrische exemplaren, hetgeen de kosten voor het levensonderhoud ook sterk zal opdrijven.
Covidcrisis, economische crisis, klimaatcrisis en woningcrisis, uitingen van de kapitalistische ontbinding
De verschillende crises volgen elkaar steeds sneller op, met steeds ingrijpender gevolgen: de Covidcrisis, de economische crisis, de klimaatcrisis, de wooncrisis. En de bourgeoisie heeft geen oplossing.
1. De Covid-19 crisis. Aan het einde van de zomer stelde de bourgeoisie het voor alsof de Covidcrisis achter de rug was,maar nog geen maand later nam het aantal infecties opnieuw hand over hand toe. We zijn nu beland in een vierdegolf en zelfs daarna zal het nog niet gedaan met de Covidcrisis. Zolang het grootste deel van de wereldbevolking en een aanzienlijk deel van de Belgische bevolking nog geen of onvoldoende antistoffen toegediend heeft gekregen, zullen nieuwe gevallen blijven opduiken in België. In de tussentijd kreunen de ziekenhuizen onder de druk, want al meer dan anderhalf jaar lang verricht het verplegend personeel zijn werk onder een zeer hoge druk.
2. De economische crisis. Volgens de bourgeoisie was die het gevolg van de algemene lockdowns, die in het hele land moesten worden afgekondigd. Maar nu er geen lockdowns meer zijn, worden we behalve met het dreigende ontslag van tienduizenden arbeiders, geconfronteerd met stijgende energieprijzen, een oplopende inflatie als gevolg van de verzwakking van de euro, een tekort aan productieonderdelen door de verstoring van de mondiale bevoorradingslijnen en van de geopolitieke instabiliteiten een gebrek aan arbeidskrachten waardoor zowel productie als dienstverlening regelmatig lamgelegd wordt. Een stabiel herstel van de economie lijkt voorlopig uitgesloten.
3. De klimaatcrisis. De gevolgen van de overstromingen, die de afgelopen zomer honderdduizenden gezinnen in Wallonië hebben getroffen en meer dan duizenden gezinnen dakloos hebben gemaakt [7], zijn nog verre van aangepakt. In november, vier maanden later, zitten tienduizend gezinnen nog altijd zonder water- of gasaansluiting. Veel mensen zijn nog op het Rode Kruis aangewezen voor warme maaltijden. Voor de heropbouw is minstens 4 miljard euro nodig en waarschijnlijk nog veel meer. De Waalse regering heeft nauwelijks armslag omdat ze reeds4 miljard in het rood staat. Desondanks weigert de regering De Croo meer dan 1,2 miljard voor te schieten om die heropbouw mogelijk te maken.
4. De woningcrisis. Net als Nederland kent België ook een woningcrisis [8].Er zijn 300 duizend Belgische huishoudens die op zoek zijn naar een fatsoenlijk onderkomen. Het grote tekort aan woningen in de sociale sector, slechts 7% van het totale aantal woningen, duwt mensen richting de private huurmarkt, terwijl bijna de helft van de huurhuizen in de private sector niet voldoet aan de basisvoorzieningen. Veel gezinnen zijn genoodzaakt hun toevlucht te zoeken in krotten, garageboxen en overbevolkte kamers driehoog achter [9]. In 2016 constateerde het Europees Comité voor Systeemrisico's (ESRB) dat in verband met de aankoop van een woning de schulden van de gezinnen in België, waar 72% van de woningen koopwoningen zijn, gevaarlijk stijgen. Deze was in 2016 voor het eerst meer dan het gemiddelde in de eurozone.
Deze verschillende crises zijn in feite te herleiden tot één enkele crisis: de historische crisis van het kapitalisme. Het is een illusie om te denken dat er in het kapitalisme in verval een duurzaam herstel van de economie mogelijk zal zijn. Het kapitalisme wordt al een eeuw lang, en vooral sinds het einde van de jaren 1960, geteisterd door een permanente economische crisis. En sedert een 30-tal jaren sleurt het de wereld mee in een hels spiraal van verrotting en bloedige barbaarsheid.
Tijdens de vijf jaren van de regering Michel (2014-2019) gingen de reële lonen er 2,4% op achteruit, daalde het minimumloon en steeg het aantal werkende armen (met een inkomen van minder dan 60% van het mediane inkomen) met 16% [10]. Eurostat berekende dat van de 4,6 miljoen Belgen met een job er naar schatting 230.000 zijn die onvoldoende inkomen hebben om rond te komen. 1,8 miljoen Belgen hebben een inkomen dat zelfs onder de armoedegrens ligt [11]. En de voorbije coronaperiode maakte het bijzonder moeilijk voor de arbeiders om weerstand te bieden aan de druk van de bourgeoisie.
De laatste maanden lijkt deze trend te keren.
De strijd tegen loonsverlagingen, tegen langere werktijden, tegen de buitensporige werkdruk, tegen de personeelstekorten, tegen de prijsstijgingen is de essentiële basis om de aanvalsplannen van de bourgeoisie te weerstaan. Vandaag laat het verzet zich schuchter zien door acties in diverse sectoren, zoals D’Ieteren Centers van 1 tot 21 september, onder het ziekenhuispersoneel in Brussel op 6 september, bij Ikea in Luik op 16 september, op de luchthaven Charleroi op 20 september, bij de NMBS op 8 oktober, bij Lidl en ALDI in de 2e helft van oktober.
De omstandigheden voor de strijd van de arbeidersklasse zijn echter zeer ingewikkeld en tegenstrijdig. Terwijl sommige sectoren zwaar getroffen zijn door Covidcrisis en te maken hebben met herstructureringen, sluitingen en ontslagen, zijn er sectoren die te kampen hebben met een tekort aan arbeidskrachten, en de arbeiders een groeiende werkdruk opleggen. Daarenboven is het besef van een uitgebuite klasse die staat tegenover het kapitaal nog steeds nagenoeg afwezig, zodat de nog kleine en geringe aantal arbeidersprotesten gemakkelijk van elkaar gescheiden kunnen worden en de arbeiders zelfs gemakkelijk meegesleept kunnen worden in burgerlijke bewegingen, zoals de klimaatprotesten [12] en de anti-vaccinatieprotesten[13]. Ook al begroeten we de strijd van de arbeiders tegen de verslechterende werkomstandigheden, de ontslagen en de korting van hun salarissen voor zover het de enige mogelijkheid is om de verslechteringen, opgelegd door het kapitaal, een halt toe te roepen, het pad naar de strijd als een verenigde klasse is geen snelweg.
De bourgeoisie, die zich ervan bewust is dat haar bezuinigingsplannen de woede van de arbeiders op kan wekken, rekent op de vakbonden om elke strijd te saboteren, om voortijdige acties zonder vooruitzichten te lanceren, om de aandacht af te leiden naar valse wegen die het gevoel van onmacht tegenover de ellende vergroten. De vakbonden zijn experten in de verdeling van de arbeiders per sector, per fabriek, per categorie. Tijdens de lockdowns hebben we gezien hoe zij manoeuvreerden om de arbeiders van de ‘performante’ bedrijven af e zonderen van die van de ‘minder performante’ bedrijven. Vandaag worden de onderhandelingen over het loonakkoord door de vakbonden sector voor sector gevoerd: de NMBS, dan het onderwijs, dan de ziekenhuissector... Zo versterken zij het idee dat er geen klasse, maar verschillende categorieën arbeiders met onderscheiden belangen bestaan.
Maar het kapitalisme is nog steeds een klassenmaatschappij, waarbij kapitaal en arbeid recht tegenover elkaar staan en absoluut tegengestelde belangen hebben. De arbeidersklasse, die als uitgebuite klasse deel uitmaakt van deze klassenmaatschappij, maar haar wezen als revolutionaire klasse alleen kan bevestigen als de negatie van de diezelfde maatschappij, heeft geen enkel belang bij de instandhouding van het systeem, dat elke dag een beetje meer wegzinkt in een economische crisis en die voor steeds grotere delen van de klasse leed en ellende veroorzaakt, en hen letterlijk in de kou zet.
In haar strijd kan arbeidersklasse niet rekenen op de vakbonden of links, hoe radicaal ze zich ook voordoen, ze kan zelfs niet rekenen op de zwakheden van de bourgeoisie, maar alleen op haar eigen kracht, dat wil zeggen: haar zelforganisatie en bewustzijn. Alleen in en door de strijd kan ze haar zelfvertrouwen en eigen identiteit als klasse terugvinden en zich bewust worden van de inzet van de strijd. Meer dan ooit stelt zich de noodaak van de omverwerping van deze historisch seniele productiewijze,een gemakkelijkere weg bestaat er niet.
Dennis / 2021.11.16
[1] Zie: Ecolo/Groen en Vlaams Belang, de winnaars van de verkiezingen: De gevaarlijke misleidingen van de groene ideologie en het populisme [102]; Internationalisme 371.
[2] Bart Van Craeynest, Hervormingen zijn de weg uit deze crisis, waar wachten we op? [103]; 04-04-2021
[3] Banque nationale de Belgique [104]; 20-04-2021.
[4] Voka Paper, "De houdbaarheid van onze overheidsfinanciën [105]", juni 2021.
[5] Zie: Golf van faillissementen komt op ons af [106], 23-09-2021.
[6] In het artikel Covid-19 crisispolitiek in België: Achter de maskerade van ‘1 ploeg van 11 miljoen’, onverminderde tegenstellingen en verdeeldheid [107] (Internationalisme 374) hebben we uitvoerig uiteengezet hoe de Covidcrisis, zelf een uitdrukking en een versneller van de ontbinding van het kapitalisme, het ‘ieder voor zich’ oppookt en de tegenstellingen binnen de bourgeoisie op de spits drijft. De recente gebeurtenissen rondom de nieuw te bouwen gascentrale in Vilvoorde zijn een uitstekend voorbeeld van de tendens om het belang van de regio, of van de eigen partij te laten prevaleren boven het nationale belang.
[7] Zie: Overstromingen, droogte, branden... Kapitalisme leidt de mensheid naar een wereldwijde catastrofe! [108].
[8] Interview met Hugo Beersmans, woordvoerder van de Woonzaak, Wooncrisis: “Vlaanderen is sinds 2014 bevoegd voor Wonen maar weigert in te grijpen” [109], ICConline
[9] Zie artikel in dit blad: Het kapitalisme veroorzaakt de wooncrisis.
[10] Zie: Sociaal-economische barometer ABVV: op naar meer zekerheid en kwaliteit [110], 7 oktober 2019.
[11] Zie: Werken en toch in armoede leven: het bestaat ook in België; [111] 04-01-2019.
[12] Zie artikel in dit blad: Nieuwe ‘klimaatbetogingen’: Het kapitalisme vernietigt de planeet!.
[13] Zie artikel in dit blad: De verdediging van de democratie is geen vaccin tegen het kapitalisme, het is een dodelijk virus voor het proletariaat.
Ger Rolsma, kandidaat voorzitter van de PvdA in Nederland, verklaart op zijn blog: “Ik verzet mij tegen de liberalisering van de huizenmarkt”(Recht op wonen). In deze verklaring speculeert hij op onwetendheid van de jongere mensen. Immers, de liberalisering is geen politiek die pas vandaag speelt en bovendien is deze niet tegen de wil van de PvdA in gang is gezet. Integendeel: de PvdA stond in de jaren 1990 aan de wieg van de liberalisering van de huizenmarkt. Een snelle boostershot:
- Reeds met de regering Kok I, die aantrad in 1994, kregen de woningcorporaties geen subsidie of goedkope leningen van de staat meer voor de bouw van goedkope huurwoningen. Daarop begonnen diezelfde corporaties hun organisatie te runnen als commerciële onderneming en grote aantallen sociale huurwoningen te verkopen en onrendabele sociale huurwoningen te slopen.
- In 2000 publiceerde de regering Kok II een woningnota Mensen, Wensen Wonen, die vermeldde dat er in 2010 een eigen woningbezit gerealiseerd moest zijn van 65% van het totale woningbestand. Om dat te kunnen verwezenlijken was het nodig dat er jaarlijks 20 duizend private en 50 duizend sociale huurwoningen omgezet werden in koopwoningen. (Zie: "Vrije markt, vrije toegang? [113]")
- Zo zijn er dus tot aan 2009, op initiatief van de PvdA, waarschijnlijk een half miljoen sociale huurwoningen uit het bestand verdwenen. In de periode 2009-2015 zijn er volgens de Woonbond in ieder geval 262.400 verdwenen (De Woonbond, "Groot tekort sociale huurwoningen") en in de afgelopen 5 jaar naar verluid nog eens 100.000. Dat bekent dat er in de laatste 25 jaar tussen de 750 duizend en één miljoen sociale huurwoningen zijn verdwenen, een kwart van het totaal.
De gevolgen van deze operatie, die dus al 25 jaar aan de gang is, zijn vandaag te bespeuren in de naakte cijfers:
De koopwoningen zijn voor het gros van de starters inmiddels veel te duur geworden. Ze zijn dus aangewezen op huren. Maar de huren in de private sector zijn ook veel te duur. Blijft dus over de sociale huursector. Maar van dit soort woningen zijn er inmiddels zo weinig overgebleven dat je, om ervoor in aanmerking te komen in een stad als Amsterdam, al gauw vijftien jaar moet wachten. In de andere grote steden gaat het die kant ook op.
Bovendien verkeren minstens 80.000 sociale huurwoningen in een matige tot zeer slechte staat, zo blijkt uit de gegevens van de Autoriteit woningcorporaties. Huurders kunnen hierdoor te maken krijgen met lekkages, beschimmelde muren en plafonds, onbegaanbare balkons of rottende kozijnen. (Zie: Tienduizenden sociale huurwoningen in slechte staat en soms rijp voor de sloop [114]; RTL Nieuws, 18-09-2021)
In reactie op deze crisis in de huisvesting voor honderdduizenden woningzoekenden zijn in Amsterdam en Rotterdam verschillende comités opgericht, zoals Bond Precaire Woonvormen, Recht Op Stad, Niet Te Koop, en Verdedig Noord. Ze hebben het initiatief genomen tot protesten: op 12 september in Amsterdam en op 17 oktober in Rotterdam. Daarnaast werden er inmiddels ook woonprotesten georganiseerd in Tilburg, Nijmegen, Arnhem, Den Haag, Utrecht en Groningen.
Wonen is een essentieel aspect van het leven van de arbeidersklasse, maar dat betekent niet dat iedere strijd tegen de woningcrisis plaatsvindt op haar terrein. Delen van de arbeidersklasse hebben deelgenomen aan de huidige betogingen, maar ze deden dat op individuele basis, ‘opgelost’ in een vormeloze massa bestaande uit mensen uit verschillende lagen in de maatschappij. De arbeiders die meeliepen achter deze leuzen, zoals “Garandeer voldoende en betaalbare huizen!”, deden dat dus niet in de hoedanigheid als arbeiders maar als burgers, die door druk uit te oefenen, hopen dat de autoriteiten iets aan de woningnood gaan doen. Maar dat is ijdele hoop.
Dit huidige woningcrisis is namelijk niet alleen het gevolg van de liberalisering. Zelfs het terugdraaien van de liberalisering lost de crisis niet op. De woningnood is een kenmerk van het kapitalisme. Sinds het kapitalisme zich heeft gevestigd is het er nooit en nergens in geslaagd gedegen en betaalbare onderkomens voor de bevolking en met name voor de arbeidersklasse te realiseren. Dat komt omdat een woning in wezen een waar is waarvan de prijs, naast de prijs van de grond, in principe bepaald wordt door dezelfde factoren die ook de prijs van een auto of een winterjas bepalen.
Het artikel hieronder is een verkorte versie van een artikel dat op de engelstalige website is gepubliceerd [1]. Het behandelt vooral de woningcrisis in het Verenigd Koninkrijk, maar de analyse die hierin wordt ontwikkeld is volledig geldig voor alle andere kapitalistische landen, Nederland en België inbegrepen.
Er zijn sinds het midden van de jaren 1980 geen officiële cijfers meer verzameld over het aantal mensen dat kraakt in Groot-Britannië, maar een recent artikel in The Guardian meldde dat er tussen de twintig- en vijftigduizend mensen zijn die kraken, meestal wonend in langdurig verlaten panden[2]. Dit maakt deel uit van het algemene beeld van steeds meer mensen die worstelen om een dak boven hun hoofd te houden. Zo laten de verzamelde cijfers over dakloosheid de laatste jaren een toename zien: in Engeland meldden 110.000 gezinnen zich in 2011-12 bij hun lokale overheid als dakloos, een toename van 22% ten opzichte van het jaar daarvoor. 46% van deze gezinnen werd door de plaatselijke overheid als dakloos erkend, een stijging van 26% ten opzichte van het jaar daarvoor.
De liefdadigheidsorganisatie Crisis, van wier website de bovenstaande cijfers afkomstig zijn, onderstreept dat deze officiële cijfers waarschijnlijk zeer onnauwkeurig zijn, aangezien de meerderheid van de daklozen verborgen is omdat zij zich niet vertonen op plaatsen, zoals officiële opvangcentra voor daklozen, die de regering gebruikt om haar gegevens te verzamelen. Een andere indicator dat huisvesting een steeds groter probleem wordt, zijn de gegevens over het aantal mensen dat op straat slaapt. Uit officiële cijfers blijkt dat in 2011 in Engeland meer dan tweeduizend mensen op eender welke nacht op straat hebben geslapen, een stijging van 23% ten opzichte van 2010. Maar nogmaals, het werkelijke cijfer is waarschijnlijk veel hoger, aangezien niet-gouvernementele organisaties melden dat meer dan vijf en een half duizend mensen in 2011-12 alleen al in Londen op straat sliepen, een stijging van 43% ten opzichte van het voorgaande jaar.
Wereldwijd wordt naar schatting door ten minste 10% van de wereldbevolking gekraakt. Veel van de sloppenwijken rond steden als Mumbai, Nairobi, Istanbul en Rio de Janeiro bestaan voor een groot deel uit krakers.[3] De soorten huisvestingen, de diensten die de bewoners ter beschikking staan, of het gebrek daaraan, het soort werk dat verricht wordt en de samenstelling van de bevolking variëren. Alles tesamen laten ze echter zien dat,ondanks alle geproduceerde goederen en al het geld dat in de wereld circuleert, het kapitalisme nog steeds niet in staat is om op adequate wijze te voorzien in een van de meest elementaire menselijke behoeften. Het doel van dit artikel is te trachten de redenen hiervoor te onderzoeken.
Uitgangspunt is de erkenning dat de vorm die het huisvestingsvraagstuk onder het kapitalisme aanneemt bepaald wordt door de economische, sociale en politieke parameters van de burgerlijke maatschappij. In dit systeem zijn de belangen van de arbeidersklasse, en van andere uitgebuite klassen zoals de boeren, altijd ondergeschikt aan die van de bourgeoisie. Op economisch vlak zijn er twee belangrijke dynamieken. Enerzijds is huisvesting voor de arbeidersklasse een kostenpost en dus onderhevig aan dezelfde drang tot kostenvermindering als alle andere elementen die verband houden met de reproductie van deze klasse. Anderzijds kan huisvesting ook een bron van winst zijn voor een deel van de bourgeoisie, of die huisvesting nu aan de arbeidersklasse of aan een ander deel van de maatschappij wordt verstrekt. Op sociaal en politiek vlak werpt huisvesting vragen op voor de heersende klasse over gezondheid en maatschappelijke stabiliteit, maar de huisvestingskwestie biedt ook mogelijkheden voor zowelde fysieke als ideologische controle van de arbeidersklasse en andere uitgebuite klassen. Dit was zo in de begindagen van het kapitalisme en is ook nu nog zo.
In het vroege kapitalisme maakte het ontstaan van sloppenwijk een inherent deel uit van de kapitalistische ontwikkeling. De bourgeoisie heeft behoefte aan goedkope arbeidskracht, en de slechte voorzieningen, de demoralisatie en de ziektes nam zij in het begin van de industriële periode op de koop toe. In bepaalde gevallen profiteerde delen van de kapitalistische klasse ook van de verhuur van verpauperde appartementen en huizen aan de arbeidersklasse. Later, in de 19e eeuw, begon het kapitalisme oplossingen voor het woningvraagstuk te zoeken, mede omdat de gevolgen ervan niet beperkt bleven tot de arbeidersklasse. Deze hervormingen konden de essentie van het probleem niet oplossen. Hier verwijzen we graag naar het boek van Friedrich Engels, “Over het woningwprobleem”, waarin hij schrijft: “Dezelfde economische noodzaak, die [de sloppenwijk] op de ene plek schiep, schept ze ook op een andere. En zolang de kapitalistische productievorm bestaat, zolang zal het dom zijn een oplossing te zoeken voor alleen het woningprobleem of voor een willekeurig ander maatschappelijk vraagstuk, dat het lot van de arbeiders aangaat”.Wat hierop volgt is een verdere illustratie van de onmacht van de bourgeoisie om een oplossing te vinden op het woningvraagstuk.
De Eerste Wereldoorlog liet een tekort van 610.00 huizen na in Engeland, waarbij veel vooroorlogse sloppenwijken onaangeroerd bleven. In de nasleep van de oorlog kregen de plaatselijke autoriteiten de bevoegdheid om krottenwijken te ontruimen en huurwoningen te bouwen. Tussen 1931 en 1939 werden meer dan 700.000 woningen gebouwd, waardoor viervijfde van de mensen die in krottenwijken woonden opnieuw gehuisvest werd [3]. Veel van de nieuwe huizen werden gebouwd in grote buitenwijken aan de rand van grote steden zoals Liverpool, Birmingham, Manchester en Londen. Sommige plaatselijke autoriteiten experimenteerden met de bouw van flatgebouwen. Deze inspanningen vielen echter in het niet bij de twee en een half miljoen woningen die particulier werden gebouwd en verkocht aan de middenklasse en de beter betaalde delen van de arbeidersklasse. Toch betekende dit niet het einde van de sloppenwijken en bleef de ernstige overbevolking in veel volkswijken bestaan. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een terugval toen de woningbouw vrijwel stil kwam te liggen en de binnensteden werden blootgesteld aan bombardementen. De naoorlogse periode was getuige van het meest gecoördineerde woningbouwprogramma van de staat in de Britse geschiedenis, dat zijn hoogtepunt bereikte aan het eind van de jaren 1950, toen er jaarlijks meer dan 300.000 sociale woningen werden gebouwd. De bouw van grote torenflats was ditmaal een prominenter kenmerk. Er werd ook steun gegeven aan de particuliere bouw en in 1975 was 52,8% van de woningen particulier bezit, vergeleken met 29,5% in 1951 (particuliere huurwoningen daalden in dezelfde periode van 44,6% naar 16%)[4].
In Groot-Brittannië en de andere grote kapitalistische mogendheden maakte de naoorlogse periode enkele belangrijke veranderingen op het gebied van huisvesting mogelijk. De naoorlogse ‘boom’, die gebaseerd was op de zeer aanzienlijke verbeteringen van de productiviteit na de verwoesting van de oorlog, gaf de staat de middelen om de uitgaven op een aantal gebieden, waaronder huisvesting, te verhogen. Zoals reeds werd opgemerkt, waren enkele belangrijke arbeiderswijken in de steden die productiecentra waren geweest, door bombardementen verwoest of beschadigd. De industrieën die zich na de oorlog ontwikkelden, zoals de automobielindustrie, leidden tot de bouw van nieuwe fabrieken, vaak buiten de oude concentraties. Dit vereiste de bouw van woningen voor de werkers. Er was ook een politiek motief om in maatschappelijke behoeften te voorzien en zo het risico van onrust na de oorlog te verminderen.
De naoorlogse ‘boom’ bereikte echter veel delen van de wereld niet. Daartoe behoorden enkele landen in het westen, zoals Ierland, waar ernstige armoede en sloppenwijken bleven bestaan tot de economische ‘boom’ die zich daar in de jaren 1980 ontwikkelde. Het omvatte vooral wat de ‘Derde Wereld’ wordt genoemd, die in wezen de continenten en landen omvat die het voorwerp waren van imperialistische overheersing door de grote kapitalistische landen. Kortom, het grootste deel van de wereld. Vanuit dit gezichtspunt wordt het duidelijk dat Engels' argument niet alleen bevestigd wordt, maar bevestigd wordt op een schaal die hij zich niet had kunnen voorstellen.
Vandaag de dag leven een miljard mensen in sloppenwijken en het merendeel van de wereldbevolking is nu stedelijk. De meeste van deze sloppenwijken bevinden zich in de ‘Derde Wereld’ en, in mindere mate, in delen van het oude Oostblok (wat ooit de Tweede Wereld werd genoemd). Dit is een nieuwe situatie. In het boek Planet of Slums, gepubliceerd in 2006, stelt de auteur, Mike Davis, dat “de meeste van de huidige megasteden in het Zuiden een gemeenschappelijk traject hebben: een regime van relatief langzame, zelfs vertraagde groei, vervolgens een abrupte versnelling tot snelle groei in de jaren 1950 en 1960, waarbij immigranten van het platteland steeds meer onderdak kregen in perifere sloppenwijken”[5]. De langzame of vertraagde groei in veel van deze steden was een gevolg van hun status als kolonie van de grote mogendheden. In India en Afrika vaardigden de Britse koloniale heersers wetten uit om te voorkomen dat de inheemse bevolking van het land naar de stad trok en om de bewegingen en levenswijzen van degenen die in de steden woonden te beheersen. Het Franse imperialisme legde soortgelijke beperkingen op in die delen van Afrika die onder zijn controle stonden. Het lijkt logisch om te denken deze beperkingen verband houden met de status van veel van deze landen als leveranciers van grondstoffen aan hun koloniale meesters. Maar zelfs in Latijns-Amerika, waar de koloniale hand aantoonbaar minder streng was, kon de plaatselijke bourgeoisie evenzeer gekant zijn tegen het binnendringen van hun plattelandsbevolking in de steden. Zo werd aan het eind van de jaren 1940 hard opgetreden tegen de krakers die naar stedelijke centra als Mexico Stad trokken als gevolg van de politiek van lokale industrialisatie ter vervanging van de import.
Dit veranderde toen het kolonialisme eindigde en het kapitalisme steeds mondialer werd. Steden begonnen in omvang en aantal toe te nemen. In 1950 waren er 86 steden in de wereld met een bevolking van meer dan een miljoen inwoners. In 2006 waren dat er 400 en in 2015 zullen dat er naar verwachting 550 zijn. De stedelijke centra hebben het grootste deel van de mondiale bevolkingsgroei van de afgelopen decennia geabsorbeerd en de stedelijke beroepsbevolking bedroeg in 2006 3,2 miljard[6]. Dit laatste punt benadrukt het feit dat in landen als Japan, Taiwan en, meer recentelijk, India en China deze groei gekoppeld is aan de ontwikkeling van de productie. In China zijn honderden miljoenen boeren van het platteland naar de steden getrokken, vooral die in de kustgebieden waar de meeste industrialisatie heeft plaatsgevonden; waarschijnlijk zullen er nog honderden miljoenen volgen. In 2011 was de meerderheid van de Chinese bevolking stedelijk[7].
Dit kan de indruk wekken dat het proces van de 19e eeuw zich voortzet; dat de chaotische ontwikkeling van het begin zal worden vervangen door een meer gestage opmars in de waardeketen van de productie met de daaruit voortvloeiende stijging van de lonen, de welvaart en de binnenlandse markten. Dit wordt gebruikt ter ondersteuning van het argument dat het kapitalisme dynamisch en vooruitstrevend blijft en dat het mettertijd de armen uit de armoede zal halen, de hongerenden zal voeden en de sloppenwijkbewoners zal huisvesten.
Dit is echter niet het volledige verhaal van de huidige periode. In veel andere landen is er geen verband tussen de ontwikkeling van steden en de daarmee samenhangende sloppenwijken, en de ontwikkeling van de productie.
De gevolgen zijn te zien in de sloppenwijken die veel steden in het Zuiden omringen. Terwijl het de megasteden zijn die de krantenkoppen halen, woont de meerderheid van de stedelijke armen in tweederangssteden waar vaak weinig of geen voorzieningen zijn en die weinig aandacht trekken. De verhalen over de levensomstandigheden van de bewoners van deze sloppenwijken die door Planet of Slums lopen, weerspiegelen delen van Engels’ analyse. In de binnensteden verdringen de armen zich niet alleen in oude woningen en in nieuwe panden die door speculanten voor hen zijn opgezet, maar ook op begraafplaatsen, boven rivieren en op straat zelf. De meeste sloppenwijkbewoners wonen echter in de periferie van de steden, vaak op land dat vervuild is, of land dat gevaar loopt op milieurampen of anderszins onbewoonbaar is. Hun huizen zijn vaak gemaakt van stukken hout en oude plastic zeilen, vaak zonder voorzieningen en onderhevig aan uitzetting door de bourgeoisie, alsook uitbuiting en geweld door de diverse speculanten, afwezige huisbazen en criminele bendes die het gebied beheersen. In sommige gebieden krijgen de krakers wettig eigendom en slagen zij erin het stadsbestuur zover te krijgen dat het basisdiensten verleent. Overal zijn ze het slachtoffer van uitbuiting. Net als in Engeland in de 19e eeuw valt er geld te verdienen aan ellende. Grote en kleine speculanten bouwen eigendommen, soms legaal, soms illegaal, en ontvangen huurprijzen die voor de gehuurde ruimte vergelijkbaar zijn met de duurste binnenstedelijke appartementen van de rijken. Het gebrek aan diensten biedt andere mogelijkheden, waaronder de verkoop van water.
De bourgeoisie blijft proberen om de huisvestingscrisis die haar maatschappij creëert ‘op te lossen’. Net als in het verleden is dit altijd beperkt door wat verenigbaar is met de belangen van het kapitalistische systeem en van de bourgeoisie binnen dat systeem. Enerzijds zijn er pogingen geweest om het probleem eenvoudigweg weg te bulldozeren, door miljoenen armen, of het nu arbeiders, ex-boeren, kleine handelaren of de afdankertjes van de maatschappij zijn, uit hun huis te zetten en in nieuwe krottenwijken te dumpen. Of op het open platteland, ver weg van de ogen, oren en neuzen van de rijken. Anderzijds is er een hele bureaucratie ontstaan om het huisvestingsprobleem op te lossen, met inbegrip van het IMF, de Wereldbank, de VN en zowel internationale als lokale NGO's; maar zij doen dit altijd binnen het kader van het kapitalisme. In dit geval is er sprake van een bijzonder ongewone bondgenootschap tussen zogenaamde radicalen die de armen ‘mondiger’ willen maken en internationale kapitalistische instanties zoals de Wereldbank die een marktoplossing willen vinden die ondernemerschap en eigendom aanmoedigt.
Tenslotte is er de onuitgesproken maar altijd aanwezige doelstelling om de uitgebuitenen te verdelen door middel van de gebruikelijke mix van coöptatie en onderdrukking. Zo eindigen organisaties die beginnen met radicale eisen, zoals groepen krakers, vaak in samenwerking met de heersende klasse zodra aan hen een paar concessies zijn gedaan. Onder sommige ideologen zijn er zelfs echo's van het verleden, zoals het idee dat de oplossing erin bestaat de armen wettelijk recht te geven op de grond waarop zij leven. Engels toont aan dat deze 'oplossing' snel terug zal leiden naar het oorspronkelijke probleem, omdat het niets verandert aan de basispremisse van de kapitalistische maatschappij die “de kapitalist de gelegenheid biedt om voor arbeidskracht te betalen wat deze kost, maar er veel meer uit te slaan dan deze kost door de arbeider te dwingen om langer te werken dan nodig is om boven de kosten uit te komen, die de arbeidskracht met zich meebrengt”[8].
In de oude kapitalistische kernlanden van West-Europa en de VS leidde de terugkeer van de open economische crisis aan het eind van de jaren 1960 tot twee grote veranderingen die van invloed waren op de huisvesting van de arbeidersklasse. De eerste was de noodzaak om de uitgaven van de staat, en met name de aan de arbeiders betaalde uitkeringen, te beperken; de tweede was de verschuiving van kapitaal van productieve investeringen naar speculatie waar de opbrengsten hoger leken.
De beperking van de overheidsuitgaven leidde eerst tot een vertraging van het aantal gebouwde sociale woningen en vervolgens, onder Thatcher, tot de verkoop van de sociale woningvoorraad en de beperking van verdere bouw door de plaatselijke autoriteiten. Maar dit alles is niet met Thatcher begonnen. Wij hebben reeds gewezen op de inspanningen van zowel de Tory- als de Labourregering om het bezit van een eigen woning zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog te bevorderen, voornamelijk door belastingverlaging voor hypotheken. De verkoop van sociale woningen verminderde niet alleen de kapitaalkosten voor de bouw van woningen, maar ook de kosten voor het onderhoud ervan, aangezien de nieuwe eigenaar hiervoor zelf verantwoordelijk was. Het idee dat het bezit van grondeigendom zou helpen om de dreiging van de arbeidersklasse in te dammen, gaat nog verder terug.
Financiële speculatie werd steeds koortsachtiger naarmate de strijd om een winstgevend rendement op kapitaal de afgelopen 40 jaar intensiever werd. De financiële deregulering die zowel Groot-Brittannië als de VS in de jaren 1980 kenmerkte, stelde de bourgeoisie in staat steeds complexere vormen van speculatie te ontwikkelen. In de jaren 1990 vloeide het geld naar een reeks nieuwe instrumenten die gebaseerd waren op de uitbreiding van krediet naar steeds grotere delen van de arbeidersklasse. De ontwikkeling van subprime-hypotheken in de VS was typerend in deze aanpak. Speculanten dachten dat ze veilig waren vanwege de complexe aard van de financiële instrumenten waarin ze investeerden, en de hoge rating die ze kregen van ratingbureaus als Standard and Poor. De ineenstorting van de subprime-markt in 2007 liet zien dat dit een illusie was en legde de basis voor de bredere ineenstorting die volgde, een ineenstorting waarvan de gevolgen nog steeds merkbaar zijn.
De eerste zeepbel op de huizenmarkt barstte in de jaren 1990 en stortte velen in negatief vermogen, wat leidde tot een groot aantal gedwongen verkopen. Deze keer is de bourgeoisie erin geslaagd de gevolgen te beperken, zodat er minder beslagleggingen zijn. Huisvesting is nu echter minder betaalbaar geworden door een combinatie van de blijvende stijgingen tijdens de zeepbellen, en de aanscherping van de kredietvoorwaarden na 2007, met als gevolg dat veel jonge mensen het zich niet langer kunnen veroorloven om te kopen. Tegelijkertijd is de huursector kleiner geworden. Het aanbod van de gemeente is beperkt en wordt streng gecontroleerd, met criteria waardoor jongeren veroordeeld zijn tot kleine en slechte huisvesting, als ze al niet in een B&B terechtkomen. Door de nieuwe beperkingen op de huursubsidie zullen gezinnen op straat worden gezet en genooodzaakt te verhuizen uit hun woongebied , waardoor een van de weinige opties het kraken van een van de duizenden leegstaande panden is. En zo keren we terug naar waar we begonnen.
Het antwoord op het woningvraagstuk
Het huisvestingsvraagstuk waarmee arbeiders en andere uitgebuite klassen over de hele wereld worden geconfronteerd, neemt in het ene land heel andere vormen aan dan in het andere, en verdeelt vaak de slachtoffers van het kapitalisme. Er kan een onoverbrugbare kloof lijken te bestaan tussen een jonge arbeider die in de marge van een stad als Peking of Mumbai een kraakpand bewoont op grond die onderloopt door overstromingen of vergeven is van industrieel vergif, en een jonge arbeider die in Londen niet in aanmerking komt voor een sociaal appartement of in Birmingham geen hypotheek op een huis kan krijgen. Toch is de vraag voor alle werkers hoe zij als mens kunnen leven in een maatschappij die ondergeschikt is aan de ontrekking van winsten van de velen voor de weinigen. En ondanks alle veranderingen in de vorm en de omvang van de vraag blijft de inhoud dezelfde. De conclusie van Engels blijft vandaag even geldig als meer dan een eeuw geleden: “In een dergelijke maatschappij is woningnood in het geheel geen toevalligheid, het is een noodzakelijk instituut; het probleem kan worden verholpen — samen met alle gevolgen van de hygiëne e.d. - maar alleen dan, wanneer de hele maatschappijstructuur die eraan schuldig is, fundamenteel wordt omgevormd” [9] n
North / 11.01.2013
[1] Capitalism produces the housing crisis [115]; ICC-online 2013
[2]The Guardian 03-12-2012, Squatters are not home stealers [116] [Nederlands: Krakers zijn geen huizenstelers]. Deel van de ideologische campagne om de nieuwe wet tegen kraken te legitimerenbestond eruit uitvoerig te publiceren over eigenaren van huizen die hun huis gekraakt terugvonden na een periode van afwezigheid.
[3] Stevenson British Society 1914-45, chapter 8 “Housing and town planning”. Penguin Books, 1984.
[4] Zie: Morgan, The People’s Peace. British History 1945-1990. Oxford University Press, 1992.
[5] Davis, Planet of Slums, Hoofdstuk 3, “The Treason of the State”, Verso 2006. Veel van het hieropvolgende is uit dit werk genomen.
[6] Ibid., Hoofdstuk 1, “The Urban Climateric”, pp. 1-2.
[7] UN Habitat, The State of China’s Cities 2012-2013, Executive Summary, p. VIII.
[8] Friedricht Engles, Over het woningprobleem, deel 2, “Hoe de bourgeoisie het woningvraagstuk aanpakt”. [117]
[9] Ibid. [117]
De burgerlijke maatschappij, verrot tot op het bot, ziek van zichzelf, spuwt opnieuw haar vuile stortvloed van ijzer en vuur uit. Elke dag vertoont de Oekraïense slachtpartij haar stoet van massale bombardementen, hinderlagen, belegeringen en kolommen vluchtelingen die met miljoenen op de vlucht slaan voor het spervuur van de oorlogvoerende partijen.
Temidden van de stroom propaganda die door de regeringen van alle landen wordt uitgestort, springen twee leugens in het oog: de eerste presenteert Poetin als een ‘waanzinnige alleenheerser’ die tot alles in staat is om de nieuwe tsaar van een heropgericht rijk te worden en de hand te leggen op de ‘rijkdommen’ van Oekraïne; de andere schrijft de hoofdverantwoordelijkheid voor het conflict toe aan de ‘genocide’ van de Russischtalige bevolkingsgroepen van de Donbass, die met gevaar voor eigen leven door de ‘heldhaftige’ Russische soldaten beschermd zou moeten worden. De bourgeoisie heeft er altijd alles aan gedaan om de werkelijke oorzaken van de oorlog te verbergen door ze in een ideologische sluier te hullen van ‘beschaving’, ‘democratie’, ‘mensenrechten’ en ‘internationaal recht’. Maar de echte oorzaak van oorlog is het kapitalisme!
Sinds Poetin in 2000 aan de macht kwam, heeft Rusland grote inspanningen gedaan om een moderner leger op te bouwen en opnieuw invloed te verwerven in het Midden-Oosten, vooral in Syrië, maar ook in Afrika met het zenden van huurlingen naar Libië, Centraal-Afrika en Mali, waar het steeds meer chaos zaait. De laatste jaren heeft het ook niet geaarzeld om rechtstreekse offensieven te lanceren, zoals in 2008in Georgië, en vervolgens door in 2014 de Krim en de Donbass te bezetten, in een poging om de achteruitgang van zijn invloedssfeer een halt toe te roepen, met het risico een grote instabiliteit aan de eigen grenzen te creëren. Na de terugtrekking van de VS uit Afghanistan meende Rusland te kunnen profiteren van de verzwakking van de VS en Oekraïne weer in zijn invloedssfeer terug te brengen, een gebied dat van essentieel belang is voor zijn positie in Europa en de wereld, vooral omdat Kiev dreigde toe te treden tot de NAVO.
Sinds de ineenstorting van het Oostblok is dit zeker niet de eerste keer dat er oorlog woedt op het Europese continent. De oorlogen op de Balkan in de jaren 1990 en het conflict in de Donbass in 2014 hebben het continent al ellende en verwoesting gebracht. Maar de oorlog in Oekraïne heeft nu al veel ernstiger gevolgen dan deze eerdere conflicten en illustreert hoe de chaos steeds dichter naar de belangrijkste kerngebieden van het kapitalisme opschuift.
Rusland, een van de grote militaire mogendheden, is rechtstreeks en op grote schaal betrokken bij de invasie van een land dat een strategische positie in Europa inneemt, aan de grenzen van de Europese Unie. Op het moment van schrijven heeft Rusland naar verluidt reeds 10.000 soldaten verloren en nog veel meer gewonden en deserteurs geteld. Hele steden zijn platgegooid door een regen van bommen. Het aantal burgerslachtoffers is waarschijnlijk aanzienlijk. En dit alles in nauwelijks een maand van oorlog [1]!
De regio ziet sindsdien een enorme concentratie van troepen en geavanceerd militair materieel, niet alleen in Oekraïne, met wapens, soldaten en huurlingen die van overal komen, maar ook in heel Oost-Europa met de inzet van duizenden NAVO-troepen en de mobilisatie van Poetin’s enige bondgenoot, Wit-Rusland. Verscheidene Europese staten hebben eveneens besloten hun bewapeningsinspanningen aanzienlijk op te voeren, in de eerste plaats de Baltische Staten, maar ook Duitsland, dat onlangs een verdubbeling van de begroting heeft aangekondigd voor zijn ‘defensie’.
Rusland van zijn kant dreigt regelmatig iedereen met militaire represailles en zwaait schaamteloos met zijn kernwapenarsenaal. De Franse minister van Defensie herinnerde Poetin er ook aan dat hij tegenover ‘nucleaire mogendheden’ stond, alvorens te kalmeren ten gunste van een meer ‘diplomatieke’ toon. Zonder zelfs maar te spreken over een nucleair conflict, moet gevreesd worden voor een groot industrieel ongeval. Heftige gevechten hebben reeds plaatsgevonden op de nucleaire sites van Tsjernobyl en Zaporizja, waar als gevolg van bombardementen (gelukkig administratieve) lokalen in brand zijn gevlogen.
Bovendien is er een grote migratiecrisis in Europa zelf. Miljoenen Oekraïners vluchten naar de buurlanden om te ontkomen aan de oorlog en de gedwongen rekrutering in Zelenski's leger. Maar gezien het gewicht van het populisme in Europa en de soms uitdrukkelijke wil van verschillende staten om migranten cynisch te gebruiken voor imperialistische doeleinden (zoals we onlangs hebben gezien aan de grens met Wit-Rusland of door de regelmatige dreigementen van Turkije aan het adres van de Europese Unie), zou deze massale uittocht op de lange termijn tot ernstige spanningen en instabiliteit kunnen leiden.
Kortom, de oorlog in Oekraïne houdt een groot risico in van internationale chaos, destabilisatie en vernietiging. Indien dit conflict niet zelf tot een nog dodelijker vuurzee leidt, dan vergroot het dergelijke gevaren niettemin aanzienlijk, met spanningen en risico's van ongecontroleerde ‘escalaties’ die tot onvoorstelbare gevolgen leiden.
Als de Russische bourgeoisie de vijandelijkheden heeft geopend om haar smerige imperialistische belangen te verdedigen, dan is de propaganda waarin Oekraïne en de westerse landen worden voorgesteld als slachtoffers van een ‘waanzinnige dictator’ niets anders dan een hypocriete maskerade. Maandenlang heeft de regering van de VS op provocerende wijze gewaarschuwd voor een dreigende Russische aanval, terwijl zij tegelijkertijd verkondigde dat zij geen voet op Oekraïens grondgebied zou zetten.
Sinds het uiteenvallen van de USSR is Rusland voortdurend bedreigd geweest aan zijn grenzen, zowel in Oost-Europa als in de Kaukasus en Centraal-Azië. De Verenigde Staten en de Europese mogendheden hebben de Russische invloedssfeer systematisch teruggedrongen door veel Oosterse landen op te nemen in de Europese Unie en de NAVO. Dit is ook de betekenis van de afzetting van de voormalige Georgische president Sjevardnadze in 2003 tijdens de ‘Rozenrevolutie’ die een pro-VS kliek aan de macht bracht, en van de ‘Oranjerevolutie’ in Oekraïne in 2004 en alle daaruit voortvloeiende conflicten tussen verschillende facties van de plaatselijke bourgeoisie. De actieve steun van de Westerse mogendheden aan de pro-Europese oppositie in Wit-Rusland, de oorlog in Nagorno-Karabach onder druk van Turkije (een NAVO-lid) en de onderlinge afrekeningen op het hoogste niveau van de Kazachse staat hebben het gevoel van urgentie binnen de Russische bourgeoisie alleen maar verscherpt.
Voor zowel het tsaristische als het ‘Sovjet’-Rusland is Oekraïne altijd een centrale factor geweest voor zijn buitenlands politiek. Oekraïne is voor Moskou immers de enige en laatste rechtstreekse toegangsweg tot de Middellandse Zee. Met de annexatie van de Krim in 2014 werd reeds gehoor gegeven aan deze noodzaak van het Russische imperialisme dat rechtstreeks bedreigd werd door de omsingeling door veelal pro-Amerikaanse regimes. De verklaarde wens van de Verenigde Staten om Kiev aan het Westen te binden wordt door Poetin en zijn kliek dan ook als een ware provocatie ervaren. In die zin is het offensief van het Russische leger, ook al lijkt het van meet af aan volstrekt irrationeel en gedoemd te mislukken, voor Moskou een wanhopige ‘machtsgreep’, bedoeld om zijn positie als wereldmacht te handhaven.
De Amerikaanse bourgeoisie, hoewel verdeeld over de kwestie, was volkomen helder over de situatie in Rusland en liet niet na Poetin tot het uiterste te drijven door het aantal provocaties op te voeren. Toen Biden uitdrukkelijk verzekerde dat hij niet rechtstreeks zou ingrijpen in Oekraïne, liet hij opzettelijk een vacuüm open, waarvan Rusland onmiddellijk gebruik maakte in de hoop zijn neergang op het internationale toneel te beteugelen. Het is niet de eerste keer dat de Verenigde Staten koelbloedig machiavellisme gebruiken om hun doel te bereiken: reeds in 1990 had Bush senior Saddam Hoessein in de val gelokt door te doen alsof hij niet wilde ingrijpen om Koeweit te verdedigen. We weten wat er daarna gebeurde...
Het is nog te vroeg om de duur en de omvang van de reeds aanzienlijke verwoestingen in Oekraïne te voorspellen, maar sinds de jaren 1990 hebben we de bloedbaden in Srebrenica, Grozny, Sarajevo, Fallujah en Aleppo gezien. Wie een oorlog begint, is vaak gedoemd daarin te verzanden. In de jaren 1980 betaalde Rusland een hoge prijs voor de invasie van Afghanistan, die leidde tot de implosie van de USSR. De Verenigde Staten hebben hun eigen fiasco's gehad, waardoor zij zowel militair als economisch verzwakt zijn. Al deze avonturen eindigden, ondanks schijnbare aanvankelijke overwinningen, in grote tegenslagen en verzwakten de strijdende partijen aanzienlijk. Indien het zich niet zou terugtrekken na een vernederende nederlaag zal het Rusland van Poetin er niet aan ontkomen om vast te lopen, zelfs als het erin zou slagen de grote Oekraïense steden in te nemen.
“Een nieuw imperialisme bedreigt de wereldvrede”[2], “Oekraïners vechten al honderden jaren tegen het Russische imperialisme”... [3].
“Het Russische imperialisme.” De bourgeoisie heeft alleen deze woorden in de mond, alsof Rusland de kwintessens van het imperialisme zou zijn tegenover het ‘weerloze Oekraïne’. In werkelijkheid zijn, sinds het kapitalisme zijn periode van verval is ingegaan, oorlog en militarisme fundamentele kenmerken van dit systeem geworden. Alle staten, groot of klein, zijn imperialistisch; alle oorlogen, of zij nu beweren ‘humanitair’, ‘bevrijdend’ of ‘democratisch’ te zijn, zijn imperialistische oorlogen. Dit werd reeds door de revolutionairen vastgesteld tijdens de Eerste Wereldoorlog: aan het begin van de 20e eeuw was de wereldmarkt door de grote kapitalistische naties volledig in exclusieve domeinen opgedeeld. Geconfronteerd met de toegenomen concurrentie en de onmogelijkheid om zich uit de wurggreep van de tegenspraken van het kapitalisme los te maken door nieuwe koloniale of commerciële veroveringen, bouwden de staten gigantische wapenarsenalen op en onderwierpen ze het hele economische en sociale leven aan de noden van de oorlog. In deze context brak in augustus 1914 de Wereldoorlog uit, een slachting die in de geschiedenis van de mensheidongeëvenaard was, een oogverblindende uitdrukking was van een nieuw “tijdperk van oorlogen en revoluties”.
Tegenover een felle concurrentie en de alomtegenwoordigheid van oorlog hebben zich in elk volk, groot of klein, twee verschijnselen ontwikkeld die de belangrijkste kenmerken vormen van de periode van het verval: staatskapitalisme en imperialistische blokken.“Het staatskapitalisme (…) komt overeen met de noodzaak voor elk land een maximum aan discipline van de verschillende sectoren van de maatschappij te garanderen, om botsingen tussen zowel de klassen als tussen de verschillende rivaliserende fracties binnen de heersende klasse zoveel mogelijk te reduceren, en vooral om het gehele economische potentieel te controleren en te mobiliseren en controleren. Op dezelfde wijze komt de vorming van imperialistische blokken overeen met de noodzaak om eenzelfde discipline aan de verschillende nationale bourgeoisieën op te leggen: om hun onderlinge tegenstellingen te beperken en hen te bundelen voor confrontatie tussen beide militaire kampen”[4]. De kapitalistische wereld was dus gedurende de gehele 20e eeuw verdeeld in rivaliserende blokken: Geallieerden tegen Asmogendheden, Westblok tegen Oostblok.
Maar met de ineenstorting van de USSR aan het eind van de jaren tachtig brak de laatste fase van het verval van het kapitalisme aan: de periode van zijn algemene ontbinding [5], die gekenmerkt werd door de verdwijning, gedurende meer dan 30 jaar, van de imperialistische blokken. De degradatie van de Russische ‘gendarme’ en de, de facto, ontwrichting van het Amerikaanse blok, opende de weg voor een hele reeks plaatselijke rivaliteiten en conflicten die door de ijzeren discipline van de blokken tot dan toe in de kiem waren gesmoord. Deze tendens naar ieder voor zich en toenemende chaos is sindsdien volledig bevestigd.
Vanaf 1990 probeerde de enige Amerikaanse ‘supermacht’ een minimum aan orde in de wereld te brengen en het onvermijdelijke verval van zijn eigen leiderschap een halt toe te roepen... door zijn toevlucht te nemen tot oorlog. Aangezien de wereld niet langer verdeeld was in twee gedisciplineerde imperialistische kampen, achtte een land als Irak het mogelijk een voormalige bondgenoot van hetzelfde blok, Koeweit, over te nemen. De Verenigde Staten lanceerden, aan het hoofd van een coalitie van 35 landen, een moorddadig offensief om iedere toekomstige verleiding te ontmoedigen om het optreden van Saddam Hoessein na te doen.
Maar de operatie kon geen einde maken aan het imperialistische ieder voor zich, een typische manifestatie van het proces van maatschappelijke ontbinding. In de Balkanoorlogen was de ergste rivaliteit tussen de mogendheden van het voormalige westerse blok, met name Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, al te zien. Naast de dodelijke Amerikaanse en Russische interventies, voerden zij al bijna oorlog tegen elkaar via de verschillende oorlogsvoerende partijen in het voormalige Joegoslavië. De terroristische aanslag van 11 september 2001 betekende een nieuwe belangrijke stap in de richting van chaos, die het hart van het wereldkapitalisme trof. Verre van de linkse theorieën over de vermeende Amerikaanse oliehonger, die door de rampzalige kosten van de oorlog onzinnig bleken, maakte deze context in feite dat de Verenigde Staten de invasies van Afghanistan in 2001 en opnieuw van Irak in 2003 moesten lanceren, in naam van ‘de oorlog tegen het terrorisme’.
In de tweede Golfoorlog stelden Duitsland, Frankrijk en Rusland zich niet langer tevreden met een positie achter Uncle Sam, maar weigerden ook hun soldaten in te zetten. Bovenal heeft elk van deze operaties slechts een zodanige chaos en instabiliteit teweeggebracht dat de Verenigde Staten uiteindelijk vastliepen, zodat zij twintig jaar later op vernederende wijze Afghanistan moesten verlaten. Ze lieten een puinhoop achter in de handen van de Taliban die zij waren komen bestrijden, net zoals zij reeds Irak hadden moeten verlaten, dat in de greep was van een immense anarchie die de gehele regio destabiliseerde, met name het buurland Syrië. Om hun positie als leidende macht in de wereld te verdedigen, zijn de Verenigde Staten dus de voornaamste verspreider van chaos geworden in de periode van verval.
Vandaag de dag hebben de VS ontegenzeggelijk imperialistische punten gescoord, zonder zelfs maar rechtstreeks te hoeven ingrijpen. Rusland, een oude tegenstander, is verwikkeld in een oorlog die het niet kan winnen en die, wat de uitkomst ook zal zijn, zal leiden tot een grote militaire en economische verzwakking. De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben reeds kleur bekend: volgens het hoofd van de Europese diplomatie gaat het erom “de Russische economie te verwoesten”... en pech voor het proletariaat in Rusland, dat zal opdraaien voor al deze vergeldingsmaatregelen, alsmede voor het Oekraïense proletariaat dat het eerste slachtoffer en gijzelaar is van de ontketening van oorlogszuchtige barbaarsheid!
De Amerikanen hebben ook de NAVO weer onder hun controle gebracht, waarvan de Franse president verklaarde dat deze ‘hersendood’ was, waardoor hun aanwezigheid in het oosten aanzienlijk is versterkt en de belangrijkste Europese mogendheden (Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) gedwongen zijn meer van de economische last van het militarisme op zich te nemen voor de verdediging van de Europese oostgrenzen, een politiek die de Verenigde Staten al verscheidene jaren proberen door te voeren, met name onder het presidentschap van Trump en voortgezet door Biden, om hun kracht te concentreren tegen hun belangrijkste vijand: China.
Voor de Europeanen betekent de situatie een diplomatieke nederlaag van de eerste orde en een aanzienlijk verlies van invloed. Het door de VS aangewakkerde conflict was zo niet bedoeld door Frankrijk en Duitsland, die wegens hun afhankelijkheid van Russisch gas en de markt die het vertegenwoordigt voor hun eigen goederen, niets te winnen hebben bij het conflict. Integendeel, Europa zal te lijden hebben onder een verdere versnelling van de economische crisis onder invloed van de oorlog en de opgelegde sancties. De Europeanen moesten zich dus achter het Amerikaanse schild opstellen, terwijl de diplomatieke verzwakking, veroorzaakt door de lichtzinnigheid van Trump, hen hoop had gegeven op een sterke terugkeer van het oude continent op het internationale toneel.
Vormt het feit dat de grote Europese mogendheden gedwongen zijn zich achter de VS te scharen, het begin van een nieuw imperialistisch blok? De periode van ontbinding sluit op zich de vorming van nieuwe blokken niet uit, hoewel het gewicht van ieder voor zich deze mogelijkheid aanzienlijk belemmert. Niettemin wordt in deze situatie de irrationele wil van elke staat om zijn eigen imperialistische belangen te verdedigen in hoge mate versterkt. Duitsland heeft de uitvoering van de sancties enigszins vertraagd en blijft op eieren lopen om te voorkomen dat de Russische gasexport, waarvan het sterk afhankelijk is, wordt gesanctioneerd. Anderzijds heeft Duitsland, samen met Frankrijk, voortdurend ingegrepen om Rusland een diplomatieke uitweg te bieden, die Washington uiteraard probeert te vertragen. Zelfs Turkije en Israël proberen hun ‘goede diensten’ aan te bieden als tussenpersonen. Op termijn zouden de grote Europese mogendheden zich met hun verhoogde militaire uitgaven zelfs kunnen proberen te bevrijden van de Amerikaanse voogdij, een ambitie die Macron regelmatig verdedigt met zijn project ‘Europese defensie’. Hoewel de Verenigde Staten op korte termijn ontegenzeggelijk punten hebben gescoord, probeert elk land ook zijn eigen kaart te spelen, waardoor de vorming van een blok des te gemakkelijker in gevaar komt, omdat China van zijn kant geen enkele grote mogendheid achter zich kan verenigen en zich zelfs vertraagd en verzwakt ziet in de verdediging van zijn eigen doelstellingen.
De Amerikaanse bourgeoisie richtte zich met deze manoeuvre echter niet alleen en in de eerste plaats tegen Rusland. De confrontatie tussen de VS en China bepaalt vandaag de imperialistische verhoudingen in de wereld. Door een situatie van chaos in Oekraïne te creëren, wilde Washington vooral de opmars van China naar Europa belemmeren, door voor onbepaalde tijd de ‘zijderoutes’ te blokkeren die door de landen van Oost-Europa hadden moeten lopen. Na China’s zeeroutes in de Indo-Pacifische regio te hebben bedreigd met, onder andere, de oprichting van de AUKUS-alliantie in 2021[6], heeft Biden zojuist een enorme kloof gecreëerd in Europa, waardoor China zijn goederen niet over land kan vervoeren.
De Verenigde Staten zijn er ook in geslaagd aan te tonen dat China niet in staat is de rol van betrouwbare partner op het internationale toneel te spelen, aangezien het geen andere keuze heeft dan Rusland zeer zwakke steun te verlenen. In die zin maakt het Amerikaanse offensief dat wij thans meemaken deel uit van de bredere strategie om China in toom te houden.
Sinds de oorlogen in het voormalige Joegoslavië, Afghanistan en het Midden-Oosten zijn de Verenigde Staten, zoals we hebben gezien, de belangrijkste factor van chaos in de wereld geworden. Tot nu toe heeft deze tendens zich vooral in de perifere landen van het kapitalisme voorgedaan, hoewel ook de centrale landen er de gevolgen van hebben ondervonden (terrorisme, vluchtelingencrises, enz.). Maar vandaag creëert de leidende macht van de wereld chaos aan de poorten van een van de belangrijkste centra van het kapitalisme. Deze criminele strategie wordt geleid door de ‘Democraat’ en ‘gematigde’ Joe Biden. Zijn voorganger, Donald Trump, had een welverdiende reputatie als heethoofd, maar het is nu duidelijk dat om China te neutraliseren, alleen de strategie verschilt: Trump wilde met Rusland over akkoorden onderhandelen, Biden en de meerderheid van de Amerikaanse bourgeoisie willen het land laten leegbloeden. Poetin en zijn kliek moordenaars zijn geen haar beter, net als Zelenski die er niet voor terugdeinst een hele bevolking te gijzelen en op te offeren als kanonnenvoer in naam van de verdediging van het vaderland. En wat te zeggen van de hypocriete Europese democratieën die krokodillentranen huilen om de slachtoffers van de oorlog, maar tegelijkertijd fenomenale hoeveelheden militair materieel leveren?
Links of rechts, democratisch of dictatoriaal, alle landen, alle bourgeoisie leiden ons in volle vaart naar chaos en barbarij! Meer dan ooit is het enige alternatief voor de mensheid: socialisme of barbarij!
EG / 21.03.2022
[1] Ter vergelijking: tijdens de 9 jaar durende verschrikkelijke oorlog in Afghanistan verloor de USSR 25.000 soldaten.
[2] “Contre l’impérialisme russe, pour un sursaut internationaliste”, Mediapart (2 maart 2022). Dit artikel met zijn suggestieve titel grenst aan de klucht, vooral van de kant van zijn auteur, Eddy Plenel, een gepatenteerde oorlogszuchtige en groot verdediger van het Franse imperialisme.
[3] “To understand the Ukraine-Russia conflict, look to colonialism”, The Washington Post (24 februari 2022).
[4 [121]] “Oriëntatietekst: Militarisme en ontbinding” [122] (1er trimester 1991).
[5 [123]] “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [18]” (4e trimester2001).
[6 [124]] “Alliance militaire AUKUS : L’exacerbation chaotique des rivalités impérialistes [125]”, Révolution internationale nr. 491 (november-december 2021).
Er was slechts één nacht voor nodig om het gedonder van de kanonnen en het gehuil van de bommen weer te laten weerklinken in Oekraïne, aan de poorten van de historische wieg van het rottende kapitalisme. In een paar weken tijd zal deze oorlog van ongekende omvang en wreedheid hele steden hebben verwoest, miljoenen vrouwen, kinderen en bejaarden op de bevroren wegen van de winter hebben geworpen en ontelbare mensenlevens hebben opgeofferd op het altaar van het Vaderland. Charkov, Sumy of Irpin zijn nu velden vol ruïnes. In de industriehaven van Marioepol, die volledig met de grond gelijk is gemaakt, heeft het conflict het leven gekost aan niet minder dan 5000 mensen, waarschijnlijk meer. De verwoestingen en de verschrikkingen van deze oorlog doen denken aan de angstaanjagende beelden van Grozny, Fallujah of het verwoeste Aleppo. Maar waar het maanden, soms jaren duurde om tot een dergelijke verwoesting te komen, is er in Oekraïne geen sprake van een ‘moorddadige escalatie’: in nauwelijks een maand tijd hebben de oorlogvoerende partijen al hun krachten in het bloedbad geworpen en een van de grootste landen van Europa verwoest!
Oorlog is een angstaanjagend moment van waarheid voor het kapitalisme in verval: door zijn dodelijke machines tentoon te stellen, legt de bourgeoisie plotseling het schijnheilige masker van beschaving, van vrede en mededogen af dat zij pretendeert te dragen met de ondraaglijke arrogantie die kenmerkend is voor heersende klassen die anachronistisch zijn geworden. Hier vecht ze zich een weg door een razende stortvloed van propaganda om haar walgelijke gezicht als moordenaar beter te verbergen. Hoe kan men niet met afschuw worden vervuld bij het zien van deze arme Russische jongens, dienstplichtigen van 19 of 20 jaar, met hun puberale gezichten, omgevormd tot moordenaars, zoals in Boetsja en in andere onlangs verlaten plaatsen? Hoe kunnen we niet verontwaardigd zijn wanneer Zelenski, de ‘dienaar van het volk’, schaamteloos een hele bevolking gijzelt door de ‘algemene mobilisatie’ af te kondigen van alle mannen tussen 18 en 60 jaar, die voortaan het land niet meer mogen verlaten? Hoe kan men niet geschokt zijn door de gebombardeerde ziekenhuizen, de doodsbange en uitgehongerde burgers, de standrechtelijke executies, de lijken die in kleuterscholen begraven liggen en de hartverscheurende kreten van de weeskinderen?
De oorlog in Oekraïne is een weerzinwekkende manifestatie van de duizelingwekkende ondergang van het kapitalisme in chaos en barbaarsheid. Voor onze ogen tekent zich een onheilspellend beeld af: de corona-pandemie heeft dit proces, waarvan ze zelf het monsterlijke product is, de afgelopen twee jaar aanzienlijk versneld [1]. Het IPCC voorspelt catastrofes en onomkeerbare klimaatveranderingen, die een nog grotere bedreiging vormen voor de mensheid en de biodiversiteit op wereldschaal. Het aantal grote politieke crises neemt toe, zoals we hebben gezien na de nederlaag van Trump in de Verenigde Staten, het schrikbeeld van het terrorisme hangt boven de maatschappij, evenals het nucleaire risico dat door de oorlog weer op de voorgrond is getreden. De onophoudelijke bloedbaden en oorlogschaos, de onverbiddelijke economische aanvallen, de explosie van sociale ellende, de grootschalige klimaatrampen... de gelijktijdigheid en opeenstapeling van al deze verschijnselen is geen ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar getuigt integendeel dat het moorddadige kapitalisme door de geschiedenis is veroordeeld.
Als het Russische leger de grens is overgestoken, is dat zeker niet om het ‘Russische volk’ te verdedigen dat ‘door het Westen wordt belegerd’, noch om de Russisch sprekende Oekraïners te ‘helpen’ die het slachtoffer zijn van de ‘nazificatie’ van de regering in Kiev. Evenmin is de bommenregen die op Oekraïne neerdaalt het product van het ‘delirium’ van een ‘waanzinnige alleenheerser’, zoals de pers in alle toonaarden herhaalt telkens wanneer het nodig is om een bloedbad te rechtvaardigen [2] en te verhullen dat dit conflict, net als alle andere, in de eerste plaats de manifestatie is van een gemilitariseerde burgerlijke maatschappij in verval, die de mensheid niets anders meer te bieden heeft dan haar eigen ondergang!
Zij geven niet om de dood en vernietiging, de chaos en de instabiliteit aan hun grenzen: voor Poetin en zijn kliek was het noodzakelijk de belangen van het Russische kapitaal en zijn plaats in de wereld te verdedigen, die beide zijn verzwakt door de toenemende opmars van het Westen in zijn traditionele invloedssfeer. De Russische bourgeoisie kan zich voordoen als een ‘slachtoffer’ van de NAVO, maar Poetin heeft nooit geaarzeld om, geconfronteerd met de mislukking van zijn offensief, een vreselijke campagne van verschroeide aarde en slachtpartijen te ontketenen, waarbij alles op zijn pad wordt uitgeroeid, met inbegrip van de Russisch sprekende bevolkingsgroepen die hij zogenaamd was komen beschermen!
Ook van Zelenski en zijn entourage van corrupte politici en oligarchen valt niets te verwachten. Deze voormalige komiek speelt nu tot in de perfectie zijn rol als gewetenloze ronselaar voor de verdediging van de belangen van de Oekraïense bourgeoisie. Door middel van een intensieve nationalistische campagne is hij erin geslaagd de bevolking, soms met geweld, te bewapenen en een hele schare huurlingen en schutters aan te werven die tot de rang van ‘helden van de natie’ zijn verheven. Zelenski toert nu langs de westerse hoofdsteden, spreekt alle parlementen toe om te bedelen om meer wapens en munitie. Wat het ‘heldhaftige Oekraïense verzet’ betreft, dit doet wat alle legers ter wereld doen: het schiet, slacht af, plundert en aarzelt niet om gevangenen te slaan of zelfs te executeren!
Alle democratische machten doen alsof ze verontwaardigd zijn over de ‘oorlogsmisdaden’ van het Russische leger. Wat een hypocrisie! Door de geschiedenis heen hebben ze in alle uithoeken van de wereld lijken en ruïnes opgestapeld. Terwijl ze huilen om het lot van de bevolking, die door de ‘Russische schurk’ ten offer is gevallen, leveren de Westerse mogendheden astronomische hoeveelheden oorlogswapens, verzorgen ze trainingen en alle noodzakelijke inlichtingen voor de aanvallen en bombardementen van het Oekraïense leger, waaronder het neonazistische Azov-regiment!
Bovenal heeft de Amerikaanse bourgeoisie, door haar provocaties op te voeren, al het mogelijke gedaan om Moskou in een oorlog te duwen die bij voorbaat verloren is. Voor de VS gaat het er vooral om Rusland te laten leegbloeden en de vrije hand te hebben om de hegemoniale aanspraken van China, het voornaamste doelwit van de VS-macht, te breken. Deze oorlog stelt de Verenigde Staten ook in staat het grote Chinese imperialistische project van de ‘Zijderoutes’ in te dammen en te dwarsbomen. Om haar doelstellingen te bereiken heeft de ‘grote Amerikaanse democratie’ niet geaarzeld om een totaal irrationeel en barbaars militair avontuur aan te moedigen, waardoor de destabilisering van de wereld en de chaos in de nabijheid van West-Europa toenemen.
Het proletariaat moet dus niet kiezen voor de ene kant tegen de andere! Zij heeft geen vaderland te verdedigen en moet het nationalisme en de chauvinistische hysterie van de bourgeoisie overal bestrijden! Zij moet met haar eigen wapens en haar eigen middelen tegen de oorlog vechten!
Vandaag heeft het proletariaat in Oekraïne, verpletterd door meer dan 60 jaar stalinisme, een grote nederlaag geleden en heeft het zich laten bedwelmen door de sirenen van het nationalisme. In Rusland heeft het proletariaat zich weliswaar wat terughoudender getoond, maar zijn onvermogen om de oorlogszuchtige impulsen van zijn bourgeoisie in te tomen verklaart waarom de heersende kliek 200.000 soldaten naar het front heeft kunnen sturen zonder te moeten vrezen voor een of andere arbeidersreactie.
In de belangrijkste kapitalistische landen, in West-Europa en in de VS, heeft het proletariaat vandaag noch de kracht, noch de politieke capaciteit om zich rechtstreeks tegen dit conflict te verzetten door middel van zijn internationale solidariteit en strijd tegen de bourgeoisie in alle landen. Zij is vooralsnog niet in staat te verbroederen en een massale strijd aan te gaan om de massamoord te stoppen.
Maar ook al dreigen de gevaren van propaganda en demonstraties van allerlei aard het in de impasse van de verdediging van het pro-Oekraïense nationalisme of in het valse alternatief van het pacifisme te leiden, toch blijft het oude proletariaat van de westerse landen, met zijn ervaring van klassestrijd en de slinkse streken van de bourgeoisie, het belangrijkste tegengif voor het vernietigende raderwerk en de dodelijke spiraal van het kapitalistische systeem. De westerse bourgeoisie heeft zich ervoor behoed om niet rechtstreeks in te grijpen in Oekraïne, omdat zij weet dat de arbeidersklasse niet zal instemmen met de dagelijkse opoffering van duizenden soldaten, die worden ingezet in oorlogszuchtige botsingen.
Hoewel ontredderd en nog steeds verzwakt door deze oorlog, behoudt de arbeidersklasse van de westerse landen haar potentieel en haar vermogen om haar strijd te ontwikkelen op het terrein van het verzet tegen de nieuwe offers die de sancties tegen de Russische economie en de kolossale verhoging van de militaire uitgaven met zich meebrengen: de almaar stijgende inflatie, de stijging van de meeste producten van het dagelijks leven die zij teweegbrengt en de versnelling van de aanvallen op haar leef- en uitbuitingsomstandigheden.
Nu al kunnen en moeten de proletariërs zich verzetten tegen alle offers die de bourgeoisie eist. Het is door zijn strijd dat het proletariaat in staat zal zijn een krachtsverhouding met de heersende klasse te scheppen om haar moorddadige arm tegen te houden! Want de arbeidersklasse, schepper van alle rijkdom, is uiteindelijk de enige kracht in de maatschappij die in staat is een einde te maken aan de oorlog door de weg van de omverwerping van het kapitalisme in te slaan.
Dat is trouwens wat de geschiedenis ons heeft laten zien toen het proletariaat in 1917 in Rusland en het jaar daarop in Duitsland in opstand kwam en met een reusachtige revolutionaire opleving een eind aan de oorlog maakte! Terwijl de wereldoorlog voortwoedde, waren revolutionairen op koers gebleven door onverzettelijk het elementaire principe van proletarisch internationalisme te verdedigen. Nu is het de taak van de revolutionairen om de ervaring van de arbeidersbeweging door te geven. Geconfronteerd met de oorlog is het hun eerste verantwoordelijkheid om met één stem te spreken om stevig met de vlag van het internationalisme te zwaaien, de enige die de bourgeoisie weer kan doen beven!
IKS / 04.04.2022
[[1]] In China maakt de pandemie een sterke comeback (lock-down in Shanghai, in het bijzonder). Bovendien is zij in de rest van de wereld nog lang niet onder controle.
[2] Van Hitler tot Assad, via Hoessein, Milosevic, Kadhafi of Kim Jong-un... de vijand lijdt verrassend genoeg altijd aan ernstige psychologische stoornissen.
Het ontketenen van oorlogszuchtige barbaarsheid in Oekraïne blijft de hele wereld bedreigen met ‘collateral damage’, waaronder met name meer ellende in de wereld, een aanzienlijke verergering van de economische aanvallen tegen de arbeidersklasse: intensivering van de uitbuiting, stijging van de werkloosheid, inflatie.
Afgezien van de Russische dreiging met nucleaire aanvallen en het risico dat radioactieve wolken ontsnappen uit Oekraïense kerncentrales, die door de gevechten zijn beschadigd, houden de maatregelen om de Russische economie op de knieën te dwingen, die door een aantal landen zijn genomen of gepland, het risico in dat de wereldeconomie wordt gedestabiliseerd. Bovendien zal, als tragische illustratie van de huidige oorlogsescalatie, de sterke tendens tot verhoging van de militaire uitgaven (met name geïllustreerd door het plotselinge besluit om deze in Duitsland te verdubbelen) een extra factor vormen bij de verzwakking van de economische situatie in de betrokken landen.
De economische represailles tegen Rusland zullen voor veel Europese landen tekorten aan grondstoffen betekenen en voor een aantal van hen het verlies van afzetmarkten in Rusland. De grondstoffenprijzen zullen nog lange tijd stijgen en daardoor ook de prijzen van veel goederen. De recessie zal zich over de hele wereld verspreiden en op deze schaal zal de ellende toenemen en de uitbuiting van de arbeidersklasse verhevigen.
Wij overdrijven geenszins, zoals blijkt uit deze verklaringen van Duitse deskundigen die zich richten tot een “goed geïnformeerd publiek”die graag de toekomst wil inschatten om de belangen van de bourgeoisie te verdedigen : “Wij hebben het over een ernstige economische crisis in Duitsland en dus in Europa”. “Bedrijfsfaillissementen en werkloosheid” zouden dan in het verschiet liggen en voor lange tijd: “We hebben het hier niet over drie dagen of drie weken”, maar eerder over “drie jaar”.[1] In deze context zou een energieprijs, die aanhoudend op een historisch hoog niveau blijft, gevolgen hebben die zich tot ver buiten Duitsland en Europa uitstrekken en vooral de arme landen treffen. Uiteindelijk zou een dergelijke stijging van de energieprijzen, zo werd gisteren gezegd, “in Azië, Afrika en Zuid-Amerika kunnen leiden tot de ineenstorting van hele staten”[2].
De omvang en de diepgang van de maatregelen tegen Rusland, ondanks hun onmiskenbare strengheid, verklaren op zichzelf niet de economische tsunami die de wereld zal treffen. Hier moet rekening worden gehouden met het huidige niveau van achteruitgang van de wereldeconomie, die het resultaat is van een langdurig proces van verscherping van de crisis van het kapitalisme. Maar over deze kwestie zwegen de ‘deskundigen’, om niet te hoeven toegeven dat de oorzaak van de aftakeling van het wereldkapitalisme ligt in zijn historische en onoverkomelijke crisis, zoals zij er ook voor waken deze oorlog, zoals alle oorlogen die sinds de Eerste Wereldoorlog zijn uitgebroken, te identificeren als een product van het kapitalisme in verval. Evenmin vermelden zij enkele van de gevolgen van een nieuwe duik van de economie in de crisis en de intensivering van de handelsoorlog die daarmee gepaard gaat: een verdere verergering van de imperialistische spanningen en een nieuwe vlucht vooruit in een bewapeningsoorlog [3]. In een soortgelijke benadering in de verdediging van het kapitalisme maken sommigen zich zorgen over de zeer waarschijnlijke gevolgen van een ernstig tekort aan basisvoedingsmiddelen die tot dusver in Oekraïne werden geproduceerd, namelijk sociale onrust in een aantal landen, zonder dat men zich kennelijk bekommert om het lijden van de hongerende bevolking.
De corona-pandemie had reeds de toenemende kwetsbaarheid van de economie aangetoond door het samenkomen van aantal factoren die eigen zijn aan de periode van het kapitalisme sinds de ineenstorting van het Oostblok en de daaropvolgende ontbinding van de blokken.
Een steeds kortere termijnvisie heeft het kapitalisme er in feite toe gebracht om een aantal dwingende noodzakelijkheden van elk uitbuitingssysteem op te offeren op het altaar van de noden van de crisis en de wereldwijde economische concurrentie, zoals te zorgen voor een goede gezondheid van de uitgebuitenen. Zo heeft het kapitalisme niets gedaan om de uitbraak van de Covid-19 pandemie te voorkomen, die wat betreft de overdracht van dier op mens en de verspreiding ervan over de hele wereld, zelf een zuiver sociaal product is, ook al hadden wetenschappers gewaarschuwd voor het gevaar ervan. Bovendien heeft de verslechtering van het gezondheidsstelsel in de afgelopen 30 jaar ertoe bijgedragen dat de pandemie veel dodelijker was. De omvang van de ramp en de weerslag ervan op de economie werden ook in de hand gewerkt door de verergering van de houding van het ‘ieder voor zich’ op alle niveaus van de maatschappij (een kenmerk van de huidige fase van ontbinding van het kapitalisme), waardoor de klassieke uitingen van concurrentie werden verergerd en er zich onvoorstelbare ontwikkelingen voordeden zoals de oorlog om de mondmaskers, beademingsapparatuur, vaccins, enz… niet alleen tussen landen, maar ook tussen staats- of particuliere diensten binnen een en hetzelfde land. Miljoenen mensen stierven over de hele wereld, en de gedeeltelijke verlamming van de economische activiteit en de desorganisatie ervan leidden in 2020 tot de ergste depressie sinds de Tweede Wereldoorlog.
Doordat de pandemie de economie wereldwijd trof, bracht zij ook nieuwe beperkingen voor de kapitalistische productie aan het licht, zoals de toegenomen kwetsbaarheid van de bevoorradingsketens voor diverse factoren. Het volstaat immers dat één enkele schakel van de keten defect of onbruikbaar is ten gevolge van een ziekte, politieke instabiliteit of een klimaatramp, om ervoor te zorgen dat het eindproduct een - soms zeer aanzienlijke - vertraging oploopt, die onverenigbaar is met de vereisten van de bevoorrading van de markt. Zo kon in sommige landen een aanzienlijk aantal auto's niet op de markt worden gebracht omdat zij op de assemblagelijnen stilstonden in afwachting van ontbrekende onderdelen, die met name door Rusland werden geleverd. Het kapitalisme wordt aldus geconfronteerd met het boemerangeffect van de ongebreidelde ‘globalisering’ van de economie die de bourgeoisie vanaf de jaren 1980 geleidelijk had ontwikkeld om de winstgevendheid van het kapitaal te verbeteren door een deel van de productie uit te besteden, en door veel goedkopere arbeidskrachten te laten uitvoeren.
Bovendien wordt het kapitalisme steeds vaker geconfronteerd met rampen die het gevolg zijn van de klimaatopwarming (grote branden, buiten hun oevers tredende rivieren, grootschalige overstromingen, enz...) die in toenemende mate niet meer alleen de landbouwproductie, maar ook de gehele productie beïnvloeden. Het kapitalisme betaalt op die manier een zware tol voor de niet aflatende uitbuiting en vernietiging van de natuur sinds 1945 (waarvan de gevolgen vanaf de jaren 1970 duidelijker merkbaar werden) door de verschillende kapitalen, die met elkaar wedijveren op zoek naar nieuwe en steeds beperktere bronnen van winst.
Het beeld dat wij zojuist schetsten komt niet uit de lucht vallen, maar is het gevolg van een periode van meer dan honderd jaar verval van het kapitalisme, ingeleid door de Eerste Wereldoorlog. Gedurende die periode werd dit systeem permanent geconfronteerd met de gevolgen van de crisis van overproductie, die de kern vormt van alle tegenstellingen van het kapitalisme. Deze crisis lag aan de basis van alle recessies in die periode: de Grote Depressie van de jaren 1930 en, na een schijn van economisch herstel in de jaren 1950-1960, die door sommigen de ‘Dertig Glorieuze jaren’ werden genoemd, kwam de open crisis van het kapitalisme eind jaren 1960 opnieuw opzetten. Elk van zijn uitingen resulteert in een ernstiger recessie dan de vorige: 1967, 1970, 1975, 1982, 1991, 2001, 2009. Telkens moest de economische machine weer op gang worden gebracht door middel van schulden die, in steeds grotere mate, alleen zullen worden terugbetaald door middel van nieuwe schulden, enzovoort... Zo is elke nieuwe openlijke manifestatie van de crisis verwoestender, terwijl het middel dat wordt ingezet om de crisis het hoofd te bieden, de schuldenlast, een steeds grotere bedreiging vormt voor de economische stabiliteit.
Een vertraging van de groei tien jaar na de financiële crash van 2008 vereiste opnieuw een verhoging van de schuld; twee jaar daarna vereiste de sterke daling van de productie in 2020 als gevolg van een reeks ‘nieuwe’ factoren (pandemie, klimaatopwarming, kwetsbaarheid van de bevoorradingsketens, ...) op haar beurt een recordsteun voor de economie. Record na record kwam de mondiale schuld steeds verder los te staan van de reële economie, met een sprong naar 256% van de waarde van het mondiale BBP. Deze situatie is niet onbelangrijk. Het is een factor in de devaluatie van de munten en dus in de ontwikkeling van inflatie. Een aanhoudende prijsstijging houdt het risico in van sociale onrust van uiteenlopende aard (interklassistische bewegingen, klassenstrijd) en vormt een belemmering voor de wereldhandel. Daarom zal de bourgeoisie steeds meer gedwongen worden te balanceren op het slappe koord – iets wat haar weliswaar vertrouwd is, maar wat steeds hachelijker wordt - om aan twee tegenstrijdige noden te voldoen:
En dat in een context die neigt naar stagnatie van de economie in combinatie met hoge inflatie.
Bovendien bevordert een dergelijke situatie het uiteenspatten van speculatieve zeepbellen die kunnen leiden tot de destabilisatie van de mondiale bedrijvigheid en handel (zoals in de vastgoedsector in de Verenigde Staten in 2008, en in China in 2021).
Geconfronteerd met alle rampen van deze wereld, of zij nu het gevolg zijn van oorlog of van een economische crisis, beschikt de bourgeoisie altijd over een hele reeks valse verklaringen die, in al hun verscheidenheid, gemeen hebben dat zij de oorzaak van de kwalen die de mensheid teisteren buiten het kapitalisme plaatsen.
In 1973 (een jaar dat slechts een moment was in de verdieping van de open crisis die sindsdien min of meer permanent is geworden) werd de ontwikkeling van de werkloosheid en de inflatie verklaard door de stijging van de olieprijs. De stijging van de olieprijzen is echter een gevolg van de kapitalistische handel en niet van iets dat buiten dit systeem ligt[4]
De huidige situatie is een nieuwe illustratie van deze regel. De oorlog in Oekraïne wordt op het conto van het totalitaire Rusland geschreven en niet van het kapitalisme in crisis, alsof dit land geen integrerend deel zou zijn van het wereldkapitalisme.
Geconfronteerd met de vooruitzichten van een aanzienlijke verergering van de economische crisis, bereidt de bourgeoisie het terrein voor om de proletariërs de verschrikkelijke offers te doen aanvaarden die hen zullen worden opgelegd en die zullen worden gepresenteerd als het gevolg van de vergeldingsmaatregelen tegen Rusland. Haar boodschap is de volgende : “uit solidariteit met het Oekraïense volk, kan de bevolking maar beter aanvaarden om de verwarming iets lager te zetten of iets minder te eten, want dat is de prijs van de noodzakelijke inspanning om Rusland te verzwakken”.
Sinds 1914 is de arbeidersklasse door een hel gegaan: de ene keer als kanonnenvoer in de twee wereldoorlogen en de onophoudelijke, dodelijke regionale conflicten; dan weer als slachtoffer van massale werkloosheid tijdens de Grote Depressie van de jaren 1930; een andere keer gedwongen de handen uit de mouwen te steken voor de wederopbouw van landen en economieën die door twee wereldoorlogen waren verwoest; tenslotte in onzekerheid of in armoede gestort bij elke nieuwe recessie sinds de terugkeer van de wereldwijde economische crisis aan het eind van de jaren 1960.
Geconfronteerd met een nieuwe duik in de economische crisis, geconfronteerd met de steeds zwaarder wegende oorlogsdreiging, zou het haar ondergang betekenen als zij zou luisteren naar de bourgeoisie die haar vraagt om offers te brengen. Integendeel, zij moet gebruik maken van de tegenstellingen van het kapitalisme die tot uiting komen in de oorlog en de economische aanvallen om haar klassenstrijd zo ver en zo bewust mogelijk door te zetten met het oog op de omverwerping van het kapitalisme.
Silvio / 26.03. 2022
[[1]] “Habeck: Mittel zur Dämpfung der Energiepreise prüfen”, Süddeutsche Zeitung (8 maart 2022)
[2] “USA setzen Ölembargo auf die Tagesordnung”, Frankfurter Allgemeine Zeitung (8 maart 2022)
[3] “Resolutie over de internationale situatie”, Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 63 (juni 1990).
[4] Lees ons artikel “Stijgende olieprijzen: een gevolg, niet de oorzaak van de crisis”, Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 19.
Gezamenlijke verklaring van de groepen van de Internationale Kommunistische Linkerzijde over de oorlog in Oekraïne
De organisaties van de Kommunistische Linkerzijde moeten samen hun gemeenschappelijke erfenis van betrokkenheid met de beginselen van het proletarisch internationalisme verdedigen, vooral op een moment van groot gevaar voor de wereldarbeidersklasse. De terugkeer van de imperialistische slachting in Europa in de oorlog in Oekraïne is zo’n moment. Daarom publiceren wij hieronder, samen met andere ondertekenaars uit de traditie van de Kommunistische Linkerzijde (en een groep die een andere koers vaart, maar de verklaring volledig onderschrijft), een gezamenlijke verklaring over de fundamentele perspectieven voor de arbeidersklasse tegenover van de imperialistische oorlog.
De oorlog in Oekraïne wordt gevoerd uit naam van de tegenstrijdige belangen van alle verschillende imperialistische machten, groot en klein - niet in het belang van de arbeidersklasse, die een klasse van internationale eenheid is. Het is een oorlog om strategische gebieden, om militaire en economische overheersing, die openlijk en heimelijk wordt gevoerd door de oorlogsstokers aan het roer van de staatsmachines van de VS, Rusland en West-Europa, waarbij de Oekraïense heersende klasse een allesbehalve onschuldige pion is op het imperialistische wereldschaakbord.
De arbeidersklasse, niet de Oekraïense staat, is het echte slachtoffer van deze oorlog, of het nu gaat om weerloze vrouwen en kinderen die worden afgeslacht, vluchtelingen die verhongeren, of kanonnenvoer dat wordt ingelijfd in het ene of het andere leger, of in de toenemende ellende die de gevolgen van de oorlog zal brengen voor de arbeiders in alle landen.
De kapitalistische klasse en haar burgerlijke productiewijze kunnen hun nationale verdeeldheid en concurrentie, die tot imperialistische oorlog leidt, niet overwinnen. Het kapitalistische systeem kan niet voorkomen dat het wegzakt in een grotere barbaarsheid.
Van haar kant kan de wereldarbeidersklasse er niet omheen haar strijd tegen de verslechtering van de lonen en de levensstandaard te ontwikkelen. De huidige oorlog, de grootste in Europa sinds 1945, vormt een waarschuwing voor toekomst van de kapitalistische wereld als de strijd van de arbeidersklasse niet leidt tot de omverwerping van de bourgeoisie en haar vervanging door de politieke macht van de arbeidersklasse, de dictatuur van het proletariaat.
Het Russische imperialisme wil de enorme terugslag, die het in 1989 te verduren kreeg, ongedaan maken en weer een wereldmacht worden. De VS willen hun status als supermacht en wereldleider behouden. De Europese mogendheden vrezen de Russische expansie, maar ook de verpletterende overheersing van de VS. Oekraïne zoekt een bondgenootschap met de machtigste imperialistische mogendheid.
Laten we duidelijk zijn, de VS en de Westerse mogendheden beschikken over de meest overtuigende leugens en het grootste leugenmachine in de media om hun werkelijke doelstellingen in deze oorlog te rechtvaardigen - zij worden geacht te reageren op Russische agressie tegen kleine soevereine staten, de democratie te verdedigen tegen de autocratie van het Kremlin, de mensenrechten te verdedigen tegen de wreedheid van Poetin.
De sterkste imperialistische gangsters hebben gewoonlijk de beste oorlogspropaganda, verzinnen de grootste leugen, omdat zij hun vijanden kunnen provoceren en hen ertoe kunnen brengen om “als eerste te schieten”. Maar denk eens aan het o zo vreedzame optreden van deze machten onlangs in het Midden-Oosten, in Syrië, Irak en Afghanistan; hoe de Amerikaanse luchtmacht onlangs de stad Mosul met de grond gelijk maakte, hoe coalitietroepen de Irakese bevolking ten gronde richtten onder het valse voorwendsel dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had. Herinnert u zich nog de ontelbare misdaden van deze democratieën tegen de burgerbevolking in de afgelopen eeuw, of het nu in de jaren 1960 in Vietnam was, in de jaren 1950 in Korea, tijdens de Tweede Wereldoorlog in Hiroshima, Dresden of Hamburg. De Russische wandaden tegen de Oekraïense bevolking komen in wezen uit hetzelfde imperialistische draaiboek.
Het kapitalisme heeft de mensheid in het tijdperk van permanente imperialistische oorlog gekatapulteerd. Het is een illusie het te vragen de oorlog te ‘stoppen’. In het oorlogszuchtige kapitalisme kan ‘vrede’ slechts een intermezzo zijn.
Hoe dieper het wegzakt in een onoplosbare crisis, hoe groter de militaire vernietiging zal zijn die het kapitalisme teweegbrengt, samen met de toenemende rampen zoals vervuiling en epidemieën. Het kapitalisme is verrot en rijp voor revolutionaire verandering.
Het kapitalistische systeem, dat steeds meer een systeem van oorlog en al zijn verschrikkingen wordt, ondervindt momenteel geen noemenswaardige klasseverzet tegen zijn heerschappij, zodat het proletariaat lijdt onder de steeds erger wordende uitbuiting van zijn arbeidskracht en de ultieme offers die het imperialisme van hem vraagt op het slagveld.
Achter de ontwikkeling van de verdediging van haar klassenbelangen en haar klassenbewustzijn, gestimuleerd door de onmisbare rol van de revolutionaire voorhoede, gaat een nog groter potentieel van de arbeidersklasse schuil, namelijk het vermogen zich als klasse te verenigen om het politieke apparaat van de bourgeoisie volledig omver te werpen, zoals zij in 1917 in Rusland heeft gedaan en destijds in Duitsland en elders dreigde te doen. Dat wil zeggen, het omverwerpen van het systeem dat tot oorlog leidt. De Oktoberrevolutie, en de opstanden die deze in de andere imperialistische mogendheden teweegbracht, zijn inderdaad een lichtend voorbeeld, niet alleen van verzet tegen de oorlog, maar ook van een aanval op de macht van de bourgeoisie.
Vandaag zijn we nog ver verwijderd van een dergelijke revolutionaire periode. Ook zijn de omstandigheden van de strijd van het proletariaat anders dan ten tijde van de eerste imperialistische slachting. Wat echter hetzelfde blijft ten overstaan van de imperialistische oorlog zijn de grondbeginselen van het proletarisch internationalisme en de plicht van revolutionaire organisaties om deze beginselen met hand en tand binnen het proletariaat te verdedigen, zo nodig tegen de stroom in.
De dorpen Zimmerwald en Kienthal in Zwitserland werden beroemd als plaatsen waar socialisten van beide kampen tijdens de Eerste Wereldoorlog bijeenkwamen om een internationale strijd te beginnen om een einde te maken aan de slachtpartijen en om de patriottistische leiders van de sociaal-democratische partijen aan de kaak te stellen. Op deze bijeenkomsten brachten de Bolsjewiki, gesteund door de linkerzijdes uit Bremen en Nederland, de essentiële beginselen van het internationalisme tegen de imperialistische oorlog naar voren, die vandaag de dag nog steeds gelden:
Geen steun aan een van beide imperialistische kampen, de verwerping van alle pacifistische illusies, en de erkenning dat alleen de arbeidersklasse en haar revolutionaire strijd een einde kunnen maken aan het systeem dat gebaseerd is op de uitbuiting van de arbeidskracht en permanent imperialistische oorlogen voortbrengt.
In de jaren 1930 en 1940 hield alleen de politieke stroming die nu de Kommunistische Linkerzijde wordt genoemd vast aan de internationalistische beginselen die de Bolsjewiki tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden ontwikkeld. De Italiaanse Linkerzijde en de Nederlandse Linkerzijde verzetten zich actief tegen beide kampen in de Tweede Imperialistische Wereldoorlog en verwierpen de fascistische en anti-fascistische rechtvaardigingen voor de massamoord. Daarmee weigerden zij elke steun aan het imperialisme van stalinistisch Rusland in dat conflict.
Vandaag, tegen de achtergrond van de versnelling van het imperialistische conflict in Europa, blijven de politieke organisaties die zijn gegrondvest op de erfenis van de Kommunistische Linkerzijde, het vaandel van een consequent proletarisch internationalisme hooghouden en vormen zij een referentiepunt voor degenen die de beginselen van de arbeidersklasse verdedigen.
Daarom hebben de organisaties en groepen van de Kommunistische Linkerzijde, die vandaag gering in aantal en weinig bekend zijn, besloten deze gemeenschappelijke verklaring uit te geven en de internationalistische beginselen die tegen de barbaarsheid van de twee wereldoorlogen werden gesmeed, zo breed mogelijk te verspreiden.
Geen steun voor welke partij dan ook in het imperialistische bloedbad in Oekraïne.
Geen illusies in het pacifisme: kapitalisme kan alleen leven door eindeloze oorlogen.
Alleen de arbeidersklasse kan een einde maken aan de imperialistische oorlog door haar klassestrijd tegen uitbuiting die leidt tot de omverwerping van het kapitalistische systeem.
Arbeiders van de wereld, verenigt u!
________________________
Internationale Kommunistische Stroming (nl.internationalism.org)
Istituto Onorato Damen (www.istitutoonoratodamen.it [129])
Internationalist Voice (www.internationalistvoice.org [130])
Internationalistisch Communistisch Perspectief (Zuid-Korea (http://communistleft.jinbo.net/xe/ [131]) staat eveneens volledig achter de gezamenlijke verklaring.
6 april 2022
Ideologische campagne Humanitaire ‘propaganda’ in dienst van de oorlog
Geconfronteerd met de barbaarsheid van oorlog, heeft de bourgeoisie altijd getracht haar moorddadige verantwoordelijkheid en die van haar systeem achter cynische leugens te verbergen. De oorlog in Oekraïne ontsnapt niet aan de stortvloed van propaganda en aan de vuige instrumentalisering van het lijden dat hij teweegbrengt. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de massale uittocht en de ontreddering van de Oekraïense gezinnen die de bombardementen ontvluchten, te zien zijn op alle televisiezenders en op de voorpagina's van alle kranten, die gewoonlijk zo discreet zijn over de ellende die het kapitalisme de mensheid aandoet. De media tonen dagelijks beelden van getraumatiseerde Oekraïense kinderen en oorlogsslachtoffers.
Met de propagandistische uitbuiting van de legitieme schok, teweeggebracht door de verspreiding van gruwelijke beelden van misstanden, exodus, verschrikking en bombardementen heeft de oorlog in Oekraïne de bourgeoisie van de democratische landen in staat gesteld een spontane golf van sympathie en medeleven op te wekken om een gigantische ‘humanitaire’ campagne in gang te zetten rond de ‘burgerinitiatieven’ ten behoeve van de Oekraïense vluchtelingen (en zelfs rond de wrede onderdrukking van de Russische demonstranten en tegenstanders van de oorlog) en om op cynische wijze munt te slaan uit het leed en de wanhoop van de slachtoffers van de grootste exodus van een bevolking sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Overal worden ‘humanitaire corridors’ en ‘burgernetwerken’ georganiseerd om de Oekraïense vluchtelingen te helpen, ten einde de levering te rechtvaardigen van een immens wapenarsenaal dat bestemd is om ‘een gemarteld volk te verdedigen’ tegen ‘de Russische boeman’. Zelfs in kleine dorpen worden, uit solidariteit met de Oekraïense vluchtelingen, inzamelingen, donaties en allerlei ‘initiatieven’ of voorstellingen georganiseerd en aangemoedigd door de autoriteiten.
Achter de levendige hulde aan het martelaarschap van het ‘Oekraïense volk’ gaat de smerige werkelijkheid schuil van een schaamteloze uitbuiting van de opwelling tot vrijgevigheid, uitgebuit door staten, stuk voor stuk oorlogsstokers, die zich niets aantrekken van het tragische lot van een bevolking die gegijzeld wordt tussen de Russische bombardementen en de gedwongen ‘algemene mobilisatie’ van de regering Zelenski. In de ogen van de bourgeoisie dient het ‘Oekraïense volk’ bovenal als kanonnenvoer in een ‘patriottische strijd’ tegen de ‘indringer’. Hetzelfde cynisme verklaart waarom de westerse bourgeoisie een sluier van onschuld heeft geworpen over de slachtpartijen die de Oekraïense regering sinds 2014 heeft aangericht in de Russischtalige regio’s Lugansk en Donetsk, waarbij in 8 jaar tijd bijna 14.000 mensen om het leven zijn gekomen.
Het zogenaamde humanisme van de Europese staten is een grote leugen en een pure misleiding. De inspanningen om vluchtelingen op te vangen en te helpen zijn voor het grootste deel te danken aan het initiatief van de bevolkingen en geenszins aan de staten. Het valt niet te ontkennen dat we, sinds het uitbreken van de oorlog en vanaf het allereerste begin van de uittocht van gezinnen, een enorme spontane golf van solidariteit hebben gezien. Deze onmiddellijke en diep menselijke reactie om bijstand te verlenen, door onderdak te bieden en maaltijden te verstrekken aan allen die wreed in nood en wanhoop zijn gestort, is hartverwarmend.
Maar deze elementaire vorm van solidariteit is niet voldoende. Ze is niet het gevolg van een collectieve mobilisatie van de arbeiders op hun klassenterrein. Zij is het resultaat van een groot aantal individuele initiatieven die de bourgeoisie zal recupereren en in haar eigen voordeel uitbuiten, zoals vandaag. Bovendien werden deze reacties onmiddellijk afgeleid naar het terrein van de burgerlijke propaganda om de oorlog te rechtvaardigen, het dodelijke gif van het nationalisme te verheerlijken en te proberen een klimaat van heilige eenheid te scheppen tegen ‘de beruchte Russische indringer’.
De democratische mogendheden van West-Europa hadden geen andere keuze dan hun grenzen open te stellen voor de Oekraïense vluchtelingen, tenzij zij honderdduizenden van hen met geweld aan de Oekraïense grens zouden tegenhouden. Maar daarmee zou hun hele anti-Russische oorlogspropaganda in elkaar storten. Als zij zich namelijk bereid verklaren de Oekraïners op te vangen, dan is dat om een mobilisatie en vooral wapenleveranties aan Oekraïne tegen de ‘wanstaltigheden van Poetin’ ideologisch te rechtvaardigen en om de eigen nationale imperialistische belangen te verdedigen.
Tegelijkertijd dienen deze campagnes om te verhullen dat de verantwoordelijkheid voor deze dramatische situatie bij alle staten ligt, bij de logica van de concurrentie en de imperialistische rivaliteit van het systeem zelf, dat de toename van de oorlogshaarden, de veralgemening van de ellende, de massale uittocht van bevolkingen, chaos en barbarij voortbrengt.
Alle imperialistische aasgieren plengen nu krokodillentranen over de Oekraïense vluchtelingen die zij beweren met open armen te ontvangen in naam van het zogenaamde ‘asielrecht’. Deze mooie beloften om vluchtelingen op te vangen zijn niets anders dan een rookgordijn. Overal hebben West-Europese staten quota ingevoerd voor de opvang van migranten die ellende, chaos en oorlog ontvluchten. Deze vluchtelingen op blote voeten zijn niet zoals de meerderheid van de Oekraïners, blonde Europeanen met blauwe ogen; zij zijn niet van het christelijk geloof, maar vaak moslim. Zij worden als vee gesorteerd tussen ‘economische vluchtelingen’, die totaal ongewenst zijn, en ‘oorlogsvluchtelingen’ of ‘politieke vluchtelingen’. ‘Goede’ en ‘slechte’ vluchtelingen zouden dus uit elkaar gehouden moeten worden. Dit alles met de blanco cheque van de Europese Unie en haar grote democratieën. Zo’n selectie, zo'n verschil in behandeling is volstrekt verwerpelijk. In Frankrijk bijvoorbeeld stuurde de regering Macron nog geen twee jaar geleden haar agenten af op migrantenfamilies, die hun tenten hadden opgeslagen op de Place de la République in Parijs, om ze met militaire middelen te verjagen; de agenten sloegen deze ongewenste personen in elkaar en sneden hun tenten met messen open. Onlangs nog, toen Irakese vluchtelingen op de deur van Europa klopten, en werden gebruikt als pressiemiddel door de Wit-Russische staat, botsten zij op het prikkeldraad van de Poolse grens, tegenover de gewapende robocops van de Europese Unie. De ‘grote democratieën’ waren toen veel minder gastvrij, ondanks het zeer zichtbare lijden van mensen die stierven van kou en honger.
Wat is de werkelijkheid die schuilgaat achter het onderscheid in dit valse medeleven, achter deze zogenaamde solidariteit van de nationale staten? Om oppositie en verdeeldheid te zaaien onder de bevolking en de arbeidersklasse, heeft de bourgeoisie er in de meeste ‘gastlanden’ voor gezorgd dat de Oekraïners een ‘speciale status’ krijgen, die totaal verschilt van die van andere vluchtelingen. In België besloot de regering bijvoorbeeld de Oekraïners een statuut te geven die sterk verschilt van die van andere oorlogsvluchtelingen. Terwijl de laatstgenoemden gewoonlijk eerst een strenge screening en controle moeten ondergaan om eventueel toestemming te krijgen om in het ‘gastland’ te werken, krijgen Oekraïense onderdanen zo'n toestemming onmiddellijk en krijgen zij ook een veel hogere toelage dan anderen. De hoogte van hun uitkering is zelfs hoger dan het minimumloon van ‘Belgische’ arbeiders... Deze smerige manoeuvre in dienst van de imperialistische propaganda stelt de regering in staat niet alleen tweedracht te zaaien tussen Oekraïners en andere vluchtelingen, maar ook een extra factor van verdeeldheid en een klimaat van concurrentie binnen de arbeidersklasse te creëren.
Een minderheid van de Oekraïense vluchtelingen, die hooggekwalificeerd zijn, zal tot vreugde van de bourgeoisie worden geïntegreerd in bepaalde landen, zoals Duitsland, die een groot tekort hebben aan dit soort arbeidskrachten. De massale toevloed van de anderen, de overgrote meerderheid, zal grote problemen opleveren voor de Europese bourgeoisie, die niet in staat is hen op te nemen. Vroeg of laat, in de komende periode, zal de overgrote meerderheid van hen worden blootgesteld aan de misselijkmakende adem van de populistische ideologie, en als zondebok dienen voor de sociale en economische problemen, omdat de hele bourgeoisie er dan belang bij heeft om deze kwestie te benadrukken.
De arbeiders moeten bovenal niet toegeven aan de zwanenzang van deze humanitaire campagnes en hun ideologische valstrikken verwerpen door categorisch elke heilige eenheid met hun uitbuiters tegenover de oorlog te weigeren. Maar tegelijkertijd moeten zij strijden om hun eigen klassebelangen te verdedigen tegen de achtergrond van verhevigde aanvallen als gevolg van de crisis en de oorlog. Alleen door de internationale ontwikkeling van deze strijd, over de grenzen en conflicten heen die door de heersende klasse zijn ingesteld, zullen zij in staat zijn hun klassesolidariteit met de vluchtelingen en alle slachtoffers van de toenemende barbaarsheid van het kapitalisme ten volle tot uitdrukking te brengen, door hen een perspectief te bieden: dat van een samenleving die bevrijd is van de wet van de winst en de dodelijke dynamiek van het systeem.
Wim / 03.04.2022
Sinds zijn overgang naar het burgerlijk kamp heeft het trotskisme geen gelegenheid voorbij laten gaan om het bewustzijn van de arbeidersklasse aan te tasten door de proletariërs ertoe aan te zetten om in de conflicten, die elkaar sinds de Tweede Wereldoorlog hebben opgevolgd, de kant te kiezen van het ene imperialistische kamp tegen het andere. Zijn houding ten aanzien van de oorlogszuchtige chaos in Oekraïne bevestigt dit eens te meer. Deze waakhonden van het kapitalisme schommelen tussen openlijk oorlogszuchtige standpunten, die oproepen tot steun aan een van de oorlogvoerende kampen, en andere, ogenschijnlijk ‘subtielere’ en ‘radicalere’, maar die de voortzetting van oorlogszuchtige barbaarsheid rechtvaardigen. De leugens en misleidingen van het trotskisme zijn een echt vergif voor de arbeidersklasse, bedoeld om haar te desoriënteren door zich voor te doen als een vorm van marxisme!
Het standpunt van de Nieuwe Anti-Kapitalistische Partij (NPA) in Frankrijk behoort tot de categorie van de uitgesproken oorlogszuchtige: “Nee tegen de oorlog! Solidariteit met het verzet van het Oekraïense volk! [...] In situaties zoals die op dit moment in Oekraïne, zolang de bombardementen doorgaan en zolang er Russische troepen aanwezig zijn, beschouwt elk abstract ‘pacifistisch’ standpunt, zoals de oproep tot ‘kalmte’, ‘staakt-het-vuren’ of ‘wapenstilstand’, beide de partijen in feite even schuldig en betekent een ontkenning van het recht van de Oekraïners om zich te verdedigen, ook militair”. Het kon niet duidelijker zijn! Deze burgerlijk stem roept de proletariërs openlijk op om als martelaren te dienen voor de verdediging van het vaderland. Met andere woorden, voor de verdediging van het nationale kapitaal dat zich voedt met hun uitbuiting.
Met dezelfde minachting, maar met een grotere subtiliteit en bedrieglijkheid van zijn dubbelzinnige taal, doet Lutte Ouvrière (LO), in naam van de verdediging van het ‘internationalisme’, alsof hij een oorlog veroordeelt die “gevoerd zou worden over de ruggen van de volkeren” om uiteindelijk de proletariërs op te roepen zich te laten afslachten en gebruiken als kanonnenvoer in naam van het “verzet tegen het imperialisme” en het “recht van de naties op zelfbeschikking”... achter hun nationale bourgeoisie. Zijn kandidaat bij de Franse presidentsverkiezingen, Nathalie Arthaud, aarzelde niet om “de arbeiders” op te roepen het arme Oekraïense staatje te verdedigen tegen het “bureaucratische” Rusland en het “imperialistische” Amerika: “Poetin, Biden en de andere leiders van de NAVO-landen voeren een oorlog met de levens van de volkeren voor wie zij dezelfde verachting koesteren”.
Alsof Zelenski en zijn kliek van corrupte oligarchen niet zelf verantwoordelijk zijn voor de slachting van de Oekraïense bevolking en in het bijzonder van de arbeidersklasse, waarvan de mannen gedwongen worden te vechten voor belangen die niet de hunne zijn. Le Mouvement socialiste des travailleurs (MTS), een Zuid-Amerikaans lid van de zogenaamde Vierde Internationale, veroordeelt zowel de Russische invasie in Oekraïne als de inmenging van de NAVO. Maar achter dit zogenaamd internationalistische standpunt gaat deze keer de erkenning schuil van het “het recht op zelfbeschikking van het volk van de Donbass”, precies het alibi dat Poetin aanvoert om Oekraïne binnen te vallen!
In Groot-Brittannië en de VS ontwikkelt de International Bolshevik Tendency (IBT) een nog slimmer standpunt: in een artikel getiteld ‘Revolutionary defeatism & workers’ internationalism’ voegt de IBT, na te hebben herinnerd aan Lenins reeds dubbelzinnige standpunt dat “in alle imperialistische landen het proletariaat niets anders kan wensen dan de nederlaag van zijn eigen regering” (wat ze “dubbel defaitisme” noemt), hieraan toe: “dubbel defaitisme is niet van toepassing wanneer een imperialistisch land een niet-imperialistisch land aanvalt in wat in feite een veroveringsoorlog is. In dergelijke gevallen roepen marxisten niet alleen op tot de nederlaag van hun eigen imperialistische regering, maar bevorderen zij actief de militaire overwinning van de niet-imperialistische staat” (onze onderstreping).
Het volstaat dus Oekraïne te definiëren als een niet-imperialistische staat en de keuze is snel gemaakt om de proletariërs naar het bloedbad te drijven! Het is waar dat de IBT tot in het absurde een zwakheid uitbuit in Lenin's standpunt over het imperialisme.[1] De fout van de Bolsjewieken en de Kommunistische Internationale, die de overgang van de opgaande periode van het kapitalisme naar zijn vervalperiode volop meemaakten, zonder alle consequenties te hebben getrokken, is begrijpelijk. Maar na een eeuw van agressieoorlogen van talloze landen tegen andere (Irak tegen Koeweit, Iran tegen Irak, enz.), is het een pure misleiding om met hetzelfde standpunt te schermen!
De hele misleiding is gebaseerd op het burgerlijk motto van “het recht van de naties op zelfbeschikking”, waardoor het imperialisme een strijd wordt tussen de ‘grote mogendheden’ alleen. Maar, zoals Rosa Luxemburg reeds in 1916 in Crisis der sociaal-democratie [135] verklaarde: “De imperialistische politiek is niet het werk van een of enige staten, zij is het product van een bepaalde graad van rijpheid in de wereldontwikkeling van het kapitaal, een van huis uit internationaal verschijnsel, een ondeelbaar geheel, dat slechts kenbaar is in al zijn wederkerige betrekkingen en waaraan zich geen enkele staat kan onttrekken”. De zogenaamde strijd voor de nationale verdediging kan niet langer deel uitmaken van de eisen van de arbeidersklasse en vormt integendeel een echt vergif voor haar revolutionaire strijd, een misleiding die erop gericht is, onder een revolutionaire verbastering, de proletariërs te mobiliseren onder de vlag van het imperialisme, welk kamp zij ook besluiten te steunen!
H. / 27.03.2022
[1] Door het imperialisme te beschouwen als de politiek van de grote kapitalistische mogendheden was Lenin niet altijd duidelijk over het imperialisme, in tegenstelling tot Rosa Luxemburg
Op dit moment beleven we de meest intensieve oorlogspropaganda sinds de Tweede Wereldoorlog - niet alleen in Rusland en Oekraïne, maar over de hele wereld. Het is daarom van essentieel belang dat allen, die op het wapengekletter willen reageren met de boodschap van proletarisch internationalisme, elke gelegenheid aangrijpen om samen te komen voor discussie en verheldering, voor wederzijdse solidariteit en steun, en voor het bepalen van serieuze revolutionaire activiteit tegen de oorlogsdrang van de bourgeoisie. Daarom heeft de IKS een reeks online en fysieke openbare bijeenkomsten gehouden in een aantal verschillende talen - Engels, Frans, Spaans, Nederlands, Italiaans, Duits, Portugees en Turks, met het vooruitzicht om in de nabije toekomst nog meer bijeenkomsten te houden.
In het bestek van dit korte artikel kunnen wij geen samenvatting geven van alle discussies die hebben plaatsgevonden tijdens deze bijeenkomsten, die werden gekenmerkt door een serieuze en kameraadschappelijke sfeer, door een echte wil om te begrijpen wat er aan de hand is. In plaats daarvan willen wij ons concentreren op enkele van de belangrijkste vragen en thema's die naar voren zijn gekomen. Wij zullen op onze website ook bijdragen publiceren van sympathisanten die hun eigen visie geven op de discussies en de dynamiek ervan [1].
Het eerste en waarschijnlijk belangrijkste thema van de bijeenkomsten was de brede consensus dat de grondbeginselen van het internationalisme - geen steun aan een van beide imperialistische kampen, verwerping van alle pacifistische illusies, bevestiging van de internationale klassenstrijd als de enige kracht die tegen oorlog werkelijk kan tegengaan - onverminderd van kracht blijven, ondanks de enorme ideologische druk, vooral in de westerse landen, om het ‘kleine, dappere Oekraïne’ te verdedigen tegen de Russische beer. Sommigen zullen hierop misschien antwoorden dat dit niet meer dan banale veralgemeningen zijn, maar ze mogen geenszins als vanzelfsprekend worden beschouwd, en ze zijn zeker niet gemakkelijk aan te brengen in het huidige klimaat, waarin er maar heel weinig tekenen zijn van enig klassenverzet tegen de oorlog.
Internationalisten moeten erkennen dat zij voorlopig tegen de stroom in zwemmen. In die zin bevinden zij zich in een situatie die vergelijkbaar is met die van de revolutionairen die in 1914 de taak hadden om vast te houden aan hun principes tegenover de oorlogshysterie, waarmee de eerste dagen en maanden van de oorlog gepaard gingen. Maar we kunnen ook inspiratie putten uit het feit dat de uiteindelijke reactie van de arbeidersklasse tegen de oorlog de algemene leuzen van de internationalisten zou veranderen in een leidraad voor actie gericht op de omverwerping van de kapitalistische wereldorde.
Een tweede kernpunt van de discussie - en een die minder breed werd gedeeld - was de noodzaak om de ernst van de huidige oorlog te begrijpen die, na de coronapandemie, opnieuw bewijst dat het kapitalisme in zijn tijdperk van ontbinding een toenemende bedreiging vormt voor het voortbestaan van de mensheid. Ook al legt de oorlog in Oekraïne niet de basis voor de vorming van nieuwe imperialistische blokken die de mensheid in een Derde - en ongetwijfeld laatste - Wereldoorlog zal storten, toch geeft hij uitdrukking aan de intensivering en uitbreiding van de militaire barbaarsheid. In combinatie met de vernietiging van de natuur, en andere uitingen van een systeem in doodsnood, zou dit uiteindelijk hetzelfde resultaat hebben als een wereldoorlog. Naar onze mening markeert de huidige oorlog een belangrijke stap in de versnelling van de ontbinding van het kapitalisme, een proces dat het proletariaat dreigt te overweldigen voordat het in staat is zijn krachten te verzamelen voor een bewuste strijd tegen het kapitaal.
Wij zullen hier niet uitweiden over waarom wij het argument verwerpen dat wij getuige zouden zijn van de heropbouw van stabiele militaire blokken. Wij willen alleen maar zeggen dat ondanks de reële tendensen naar een ‘bipolarisatie’ van de imperialistische tegenstellingen, wij van mening zijn dat deze worden overschaduwd door de tegengestelde tendens waarin elke imperialistische macht haar eigen specifieke belangen verdedigt en zich tegen ondergeschiktheid aan een bepaalde wereldmacht verzet. Maar deze laatste tendens komt overeen met een toenemend gebrek aan controle door de heersende klasse, een steeds irrationeler en onvoorspelbaarder afglijden naar chaos, dat in vele opzichten leidt tot een situatie die gevaarlijker is dan die waarin de wereld werd gedomineerd door rivaliserende imperialistische blokken, d.w.z. de zogenaamde ‘Koude Oorlog’.
Een aantal aanwezige kameraden stelde vragen bij deze analyse; en sommigen, bijvoorbeeld leden van de Communist Workers Organisation (CWO) op de Engelstalige bijeenkomsten, waren duidelijk gekant tegen onze conceptualisering van de ontbinding van het systeem. Maar er kan weinig twijfel over bestaan dat een centraal onderdeel van een consequent internationalistisch standpunt het vermogen is om een samenhangende analyse van de situatie te ontwikkelen, anders bestaat het gevaar dat men gedesoriënteerd raakt door de snelheid en onvoorspelbaarheid van de onmiddellijke gebeurtenissen. En in tegenstelling tot de interpretatie van de oorlog door de kameraden van Cahiers du Marxisme Vivant op een van de bijeenkomsten in Frankrijk, denken wij niet dat eenvoudige economische verklaringen, de jacht naar winst op korte termijn, de werkelijke oorsprong en dynamiek van het imperialistische conflict kunnen verklaren in een historisch tijdperk waarin economische motieven steeds meer worden gedomineerd door militaire en strategische noden. De verwoestende kosten van deze oorlog zullen extra bewijs leveren voor deze bevestiging.
Even belangrijk als inzicht in de oorsprong en richting van het imperialistische conflict is het maken van een nuchtere analyse van de situatie van de arbeidersklasse in de wereld en de vooruitzichten voor de klassenstrijd. Hoewel men het er in algemeen over eens was dat de oorlogscampagne ernstige klappen toebrengt aan het bewustzijn van een arbeidersklasse, die toch al te lijden had onder een diep verlies aan zelfvertrouwen en zelfbewustzijn, neigden sommige deelnemers aan de bijeenkomst naar de opvatting dat de arbeidersklasse niet langer een obstakel vormt voor oorlog. Ons antwoord was dat de arbeidersklasse niet als een homogene massa kan worden behandeld. Het is duidelijk dat de arbeidersklasse in Oekraïne, die in feite is opgeslokt door de mobilisatie voor de ‘verdediging van de natie’, een echte nederlaag heeft geleden. Maar in Rusland is het anders waar er,ondanks de brute onderdrukking van elke afwijkende mening, duidelijk wijdverbreide oppositie tegen de oorlog is, en in het Russische leger, waar tekenen zijn van demoralisatie en zelfs van rebellie.
Maar het belangrijkste is dat men er niet vanuit kan gaan dat het proletariaat in de centrale westerse landen zich op economisch of militair vlak opoffert, en de heersende klasse is al lang niet meer in staat om voor haar militaire avonturen iets anders in te zetten dan beroepsmilitairen. In de nasleep van de massale stakingen in Polen in 1980 ontwikkelde de IKS haar kritiek op Lenin’s theorie dat de keten van het wereldkapitalisme zou breken in zijn ‘zwakste schakel’ - in de minder ontwikkelde landen naar het voorbeeld van Rusland in 1917. In plaats daarvan benadrukten wij dat de meer politiek ontwikkelde arbeidersklasse van West-Europa de sleutel vormt tot de veralgemening van de klassenstrijd. In een toekomstig artikel zullen we uitleggen waarom we denken dat deze opvatting nog steeds geldig is, ondanks de veranderingen in de samenstelling van het wereldproletariaat die zich daarna hebben voorgedaan [2].
De deelnemers aan de bijeenkomst deelden een terechte bezorgdheid over de specifieke verantwoordelijkheid van revolutionairen tegenover deze oorlog. Op de Franse en Spaanse openbare bijeenkomsten was dit het voornaamste punt van discussie, maar naar onze mening neigden een aantal kameraden naar een activistische benadering, waarbij zij de mogelijkheid van de situatie overschatten en dat onze internationalistische leuzen een onmiddellijk effect op de loop der gebeurtenissen zullen hebben. Om het voorbeeld te nemen van de oproep tot verbroedering tussen proletariërs in uniform: hoewel dit als algemeen perspectief volkomen geldig blijft, is er zonder de ontwikkeling van een meer algemene klassenbeweging, zoals we die in 1917-18 hebben gezien in de fabrieken en op straat in Rusland en Duitsland, weinig kans dat de strijders aan beide zijden van de huidige oorlog elkaar als klassenbroeders zullen beschouwen. En natuurlijk zijn echte internationalisten vandaag de dag zo'n kleine minderheid dat zij niet kunnen verwachten een onmiddellijke invloed te hebben op het verloop van de klassenstrijd in het algemeen.
Toch denken wij niet dat dit betekent dat revolutionairen gedoemd zijn om een roepende in de woestijn te zijn. Ook hier moeten we ons laten inspireren door figuren als Lenin en Luxemburg in 1914, die begrepen dat het noodzakelijk was de vlag van het internationalisme te planten, zelfs als ze geïsoleerd waren van de massa van hun klasse, te blijven strijden voor principes tegenover het verraad van voormalige arbeidersorganisaties, en een diepgaande analyse van de werkelijke oorzaken van de oorlog te ontwikkelen tegenover de alibi's van de heersende klasse. Evenzo moeten wij het voorbeeld volgen van de Zimmerwald Conferentie en andere conferenties, die uiting hebben gegeven aan de vastberadenheid van de internationalisten om bijeen te komen en een gemeenschappelijk manifest tegen de oorlog uit te brengen, ondanks het feit dat zij er verschillende analyses en perspectieven op na hielden. In die zin verheugen wij ons over de deelname van andere revolutionaire organisaties aan deze bijeenkomsten, hun bijdrage aan het debat en hun bereidheid om ons voorstel voor een gezamenlijke verklaring van de Kommunistische Linkerzijde tegen de oorlog in overweging te nemen [3]. Wij kunnen alleen maar betreuren dat het CWO/ICT heeft besloten ons voorstel af te wijzen, een kwestie waarop wij in een volgend artikel zullen moeten terugkomen.
Het was ook belangrijk dat de IKS, in antwoord op vragen van kameraden over wat er in hun eigen plaats of land gedaan kon worden, de betekenis benadrukte van het leggen en ontwikkelen van internationale contacten en activiteiten, van het integreren van lokale en nationale bijzonderheden in een meer globaal analysekader. De werking op internationaal vlak geeft revolutionairen een middel in de strijd tegen isolement en de demoralisatie die daarvan het gevolg kan zijn.
Een grote imperialistische oorlog kan alleen maar de realiteit onderstrepen dat revolutionaire activiteit alleen zin heeft in relatie tot revolutionaire politieke organisaties. Zoals wij in ons Rapport over de structuur en het functioneren van de revolutionaire organisatie schreven: “de arbeidersklasse brengt geen revolutionaire militanten voort maar revolutionaire organisaties: er bestaat geen directe relatie tussen de militanten en de klasse” [4]. Dit benadrukt de verantwoordelijkheid van de organisaties van de Kommunistische Linkerzijde om een kader te bieden, een militant referentiepunt waar individuele kameraden zich rondom kunnen oriënteren. Op hun beurt kunnen de organisaties alleen maar sterker worden door de bijdragen en actieve steun die zij van deze kameraden ontvangen.
Amos / 08.04.2022
[2] Kritiek van de theorie van de ‘zwakste schakel’: Het proletariaat van West-Europa in het hart van de klassenstrijd [138], ook gepubliceerd in Wereldrevolutie nr. 19
[4] Rapport over de structuur en het functioneren van de revolutionaire organisatie [140]
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 245.41 KB |
In alle landen, in alle sectoren, lijdt de arbeidersklasse onder een ondraaglijke verslechtering van haar levens- en arbeidsomstandigheden. Alle regeringen, of ze nu rechts of links, traditioneel of populistisch zijn, vallen haar meedogenloos aan. De aanvallen volgen elkaar op onder de druk van de zich verergerende wereldwijde economische crisis.
Ondanks de angst voor een onderdrukkende gezondheidscrisis, begint de arbeidersklasse te reageren. In de afgelopen maanden is de strijd losgebarsten in de Verenigde Staten, Iran, Italië, Korea, Spanje,Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Natuurlijk zijn dit geen massale bewegingen: de stakingen en demonstraties zijn nog te mager, te versnipperd. Toch houdt de bourgeoisie hen scherp in het oog, zich bewust van de omvang van de opborrelende woede.
Hoe moeten we de aanvallen van de bourgeoisie het hoofd bieden? Geïsoleerd en verdeeld, ieder in zijn ‘eigen’ bedrijf, in zijn ‘eigen’ sector? Dat maakt ons zeer zeker machteloos! Dus hoe kunnen we een verenigde en massale strijd ontwikkelen?
De prijzen rijzen de pan uit, vooral voor eerste levensbehoeften zoals voedsel, energie en vervoer. In 2021 is de inflatie al hoger dan na de financiële crisis van 2008. In de Verenigde Staten is ze 6,8%, het hoogste niveau in 40 jaar. In Europa zijn de energiekosten de afgelopen maanden met 26% gestegen! Achter deze cijfers gaan in werkelijkheid steeds meer mensen schuil die moeite hebben om voedsel, huisvesting, verwarming en vervoer voor zichzelf te regelen. De wereldvoedselprijzen zijn met 28% gestegen, wat een directe bedreiging vormt voor de ondervoeding van bijna een miljard mensen in de armste landen, vooral in Afrika en Azië.
Door de verergering van de wereldwijde economische crisis wordt de concurrentie tussen de staten steeds heviger. Om de winsten op peil te houden, is het antwoord altijd hetzelfde, overal, in alle sectoren, zowel in de particuliere als in de openbare sector: vermindering van het personeel, verhoging van het werkritme, bezuinigingen, ook op materiaal dat verband houdt met de veiligheid van de werkers. In januari gingen in Frankrijk leraren massaal de straat op om te protesteren tegen hun onwaardige arbeidsomstandigheden. Ook zij leven dagelijks in de kapitalistische hel door gebrek aan middelen en personeel. In de demonstraties werd op de plakkaten een zeer juist idee weergegeven: “Wat ons overkomt gaat terug tot ver voor Covid!”
Het lot van de werkers in de gezondheidszorg illustreert dit perfect. De pandemie heeft het gebrek aan dokters, ziekenverzorgers, verplegers, bedden, maskers, jassen, zuurstof... aan absoluut alles aan het licht gebracht! De chaos en uitputting in de ziekenhuizen sinds het begin van de pandemie is niets anders dan het gevolg van de bezuinigingen die alle regeringen, in alle landen, tientallen jarenlang hebben doorgevoerd. Zozeer zelfs dat de WHO zich in haar laatste rapport genoodzaakt ziet alarm te slaan: “In meer dan de helft van de behoeften wordt niet voorzien. Wereldwijd is er een tekort van 900.000 vroedvrouwen en 6 miljoen verpleegkundigen. [….] Dit reeds bestaande tekort is nog verergerd door de pandemie en de druk op dit overbelaste personeelsbestand.” In veel arme landen heeft een groot deel van de bevolking niet eens toegang tot vaccins, alleen omdat het kapitalisme gebaseerd is op het winstoogmerk.
Dus, ja, “wat ons overkomt gaat terug tot ver voor Covid”! De pandemie is het product van het zieltogende kapitalisme, wiens onoverkomelijke crisis zij nog eens verergert. Niet alleen heeft dit systeem zijn onmacht en desorganisatie getoond ten overstaan van een pandemie die,vooral onder de uitgebuitenen en de armsten, al meer dan tien miljoen levens heeft geëist, maar het zal onze levens- en arbeidsomstandigheden blijven verslechteren, het zal mensen blijven ontslaan, hen uitpersen, hen onzekere jobs opleggen, hen armer maken. Onder het gewicht van haar tegenstellingen kan het alleen maar verstrikt blijven in eindeloze imperialistische oorlogen, en nieuwe milieurampen veroorzaken, bronnen van chaos, van conflicten, van ellende en van nieuwe, nog ernstiger pandemieën. Dit systeem van uitbuiting heeft de mensheid geen andere toekomst te bieden dan leed en ellende.
Alleen de strijd van de arbeidersklasse biedt een ander perspectief, dat van het kommunisme: een maatschappij zonder klassen, zonder naties, zonder oorlogen, waar alle vormen van onderdrukking worden afgeschaft. Het enige perspectief is de kommunistische wereldrevolutie!
In 2020 viel overal ter wereld een loden deken over de maatschappij met herhaalde lockdowns, spoedopnames in ziekenhuizen en miljoenen sterfgevallen. Na de opleving van de strijdwil, die zich in 2019 in verschillende landen had gemanifesteerd, meer bepaald tijdens de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk, is de strijd van de werkers plotseling tot stilstand gekomen. Maar vandaag borrelt de woede opnieuw op en zien we een opflakkering van de strijdwil:
- In de Verenigde Staten trof een reeks stakingen industriële ondernemingen zoals Kellog's, John Deere, PepsiCo, maar ook de gezondheidssector en privé-klinieken, zoals in New York.
- In Iran zijn de arbeiders van meer dan 70 vestigingen in de oliesector deze zomer in staking gegaan tegen de lage lonen en de hoge kosten van levensonderhoud. Dit was de eerste keer in 42 jaar!
- In Korea moesten de vakbonden een algemene staking organiseren voor sociale bescherming, tegen precaire jobs en ongelijkheid.
- In Italië zijn er vele actiedagen geweest tegen ontslagen en de afschaffing van het minimumloon.
- In Duitsland zag de vakbond van de openbare diensten zich, geconfronteerd met een groeiende mobilisatie, genoodzaakt met stakingen te dreigen om loonsverhogingen te verkrijgen;
- In Spanje, in Cadiz, kwamen metaalarbeiders in verzet tegen een loonsverlaging van gemiddeld 200 euro per maand. Werkers in overheidsdienst in Catalonië demonstreerden tegen het ontoelaatbare gebruik van tijdelijke banen (meer dan 300.000 werkers in overheidsdienst hebben onzekere jobs). Arbeidersstrijd vond plaats bij de spoorwegen in Mallorca, bij Vestas, bij Unicaja, bij de metaalarbeiders van Alicante, in verschillende ziekenhuizen, allemaal gericht tegen ontslagen.
- In Frankrijk kwam dezelfde ontevredenheid tot uiting in stakingen of demonstraties in de vervoersector, onder de vuilnisophalers, bij het spoorwegpersoneel en de leraren.
- Hetzelfde geldt voor Groot-Brittannië, waar we stakingen en andere acties hebben gezien in de universiteiten, onder de recyclingwerkers, in het openbaar vervoer, in de gezondheidszorg, en in andere sectoren.
Al deze gevechten zijn belangrijk omdat zij aantonen dat de arbeidersklasse niet bereid is alle offers te aanvaarden die de bourgeoisie haar probeert op te leggen. Maar we moeten ook de zwakheden van onze klasse erkennen. Al deze acties worden gecontroleerd door de vakbonden die, overal, de arbeiders verdelen en isoleren met sectoriële eisen, de strijd inkaderen en saboteren. In Cádiz hebben de vakbonden geprobeerd de strijdende arbeiders op te sluiten in de lokalistische val van een ‘burgerbeweging’ om ‘Cádiz te redden’, alsof de belangen van de arbeidersklasse liggen in de verdediging van regionale of nationale belangen en niet in de band met hun klassezusters en -broeders over sectoren en grenzen heen! De arbeiders hebben nog steeds moeilijkheden om zich te organiseren, om de organisatie van de strijd in eigen handen te nemen, om zich te hergroeperen in soevereine algemene vergaderingen, om te strijden tegen de verdeeldheid die ons door de vakbonden wordt opgedrongen.
Er bestaat ook een bijkomend gevaar dat de arbeidersklasse de verdediging van haar klasseneisen opgeeft door zich aan te sluiten bij bewegingen die niets te maken hebben met haar belangen en strijdmethoden. We hebben dergelijke bewegingen gezien met de ‘gele hesjes’ in Frankrijk, of, meer recentelijk, in China, tijdens de ineenstorting van de vastgoedgigant Evergrande (een spectaculair symbool van de realiteit van een China met een te grote schuldenlast), die vooral het protest uitlokte van de kleine geruïneerde eigenaars. In Kazachstan werden massale stakingen in de energiesector uiteindelijk omgebogen in een uitzichtloze ‘volksopstand’, gevangen in conflicten tussen naar de macht strevende burgerlijke klieken. Telkens wanneer arbeiders zichzelf oplossen in het ‘volk’ als ‘burger’, door van de burgerlijke staat te eisen dat hij ‘de dingen verandert’, veroordelen zij zichzelf tot machteloosheid.
In 2006 werd de bourgeoisie in Frankrijk gedwongen de aanval te staken en zich terug te trekken vanwege een massale strijd die zich dreigde uit te breiden naar andere sectoren. In die tijd kwamen studenten met onzekere jobs in opstand tegen een hervorming die een ‘Contrat Première Embauche’ (CPE: Eerste Werkcontract) invoerde, dat niet anders betekende dan onderbetaalde en superuitgebuite jobs. Zij hadden geweigerd zich te isoleren en te verdelen door specifieke leuzen te verwerpen.
Tegen de vakbonden in hadden zij hun algemene vergaderingen opengesteld voor alle categorieën van werkers en voor de gepensioneerden. Zij hadden begrepen dat zij de strijd tegen de werkonzekerheid van de jeugd naar voren moesten brengen als een symbool van de bestaansonzekerheid van allen.
Gedragen door solidariteit tussen de sectoren en de generaties, had deze beweging, demonstratie na demonstratie, aan kracht gewonnen. Het was deze dynamiek van eenheid en massaliteit die de bourgeoisie schrik aanjoeg en haar dwong om de CPE in te trekken.
Om ons op de strijd voor te bereiden moeten we, waar we maar kunnen, samenkomen om te debatteren en te leren van de strijd uit het verleden. Het is van vitaal belang de strijdmethoden naar voren te brengen die de arbeidersklasse sterk hebben gemaakt en die haar op bepaalde momenten in haar geschiedenis in staat hebben gesteld de bourgeoisie en haar systeem aan het wankelen te brengen:
Bereid de verenigde en zelfstandige strijd van morgen voor!
Internationale Kommunistische Stroming, januari 2022
De strijd tegen de oorlog kan door de arbeidersklasse alleen worden gevoerd via de strijd op haar eigen klasseterrein en haar internationale eenwording. Revolutionaire organisaties kunnen niet wachten op een massale mobilisatie van de arbeidersklasse tegen de oorlog: zij moeten optreden als een speerpunt vastberaden in de verdediging van het internationalisme en in het benadrukken van de noodzaak van de omverwerping van het systeem. Dit vereist dat de arbeidersklasse en haar revolutionaire organisaties zich de lessen en attitudes van eerdere gevechten tegen de oorlog opnieuw toe-eigenen. De ervaring van de Zimmerwald Conferentie is in dit verband zeer verhelderend.
Zimmerwald is een klein stadje in Zwitserland, en in september 1915 werd er een kleine conferentie gehouden: 38 afgevaardigden uit 12 landen - alle internationalisten die ‘in twee taxi's’ werden vervoerd, zoals Trotski grapte. En zelfs onder hen nam slechts een kleine minderheid een echt revolutionair standpunt in tegen de oorlog. Alleen de Bolsjewieken rond Lenin en enkele andere Duitse groeperingen verdedigden revolutionaire methoden en doelstellingen: de omvorming van imperialistische oorlog in burgeroorlog, de vernietiging van het kapitalisme als de bron voor alle oorlogen. De andere deelnemers namen een centristisch standpunt in of leunden zelfs sterk naar rechts.
Het resultaat van de felle debatten in Zimmerwald was een manifest gericht aan de proletariërs van de wereld dat in veel opzichten een compromis was tussen links en het centrum, aangezien het de revolutionaire leuzen van de Bolsjewieken niet overnam. Desalniettemin stelde de krachtige veroordeling van de oorlog en de oproep tot klassenactie ertegen haar in staat de anti-oorlogsgevoelens, die zich in de massa van de arbeidersklasse ontwikkelden, te verwoorden en te politiseren.
Het voorbeeld van Zimmerwald toont aan dat voor revolutionairen de strijd tegen de oorlog zich afspeelt op drie verschillende maar onderling verbonden niveaus:
- Propaganda en agitatie: De revolutionairen hebben niet gewacht tot de klasse in beweging kwam : zij zijn vanaf de eerste dag van de vijandelijkheden begonnen met agitatie tegen de oorlog, lang voordat de klasse in staat was te reageren. De hergroepering van revolutionairen in politieke organisaties stelde hen in staat hun propaganda en agitatie te ontwikkelen door middel van een regelmatige pers en het massaal produceren van pamfletten, en door het woord te voeren in de arbeidersvergaderingen en -raden (die later ontstonden), niet als individuen die alleen zichzelf vertegenwoordigden, maar in naam van een uitgesproken politieke tendens binnen de klassenbeweging.
- Organisatorisch: het verraad van de meerderheid van de oude partijen vereiste dat de minderheid van internationalisten zich als een georganiseerde fractie zou inzetten voor de uitsluiting van de verraders, of, wanneer dit onmogelijk bleek, wat in de meeste gevallen het geval was, zou vechten om zoveel mogelijk gezonde elementen voor zich te winnen en de grondslagen te leggen voor een nieuwe partij, een nieuwe Internationale. Dit vereiste een felle strijd tegen het centrisme en het opportunisme, tegen de ideologische invloed van de bourgeoisie en de kleinburgerij. Zo was de linkerzijde van Zimmerwald in het bijzonder de drijvende kracht achter de oprichting van de Derde Internationale in 1919. In een situatie van nakende oorlog of revolutie was het heldendom van individuele militanten zoals Luxemburg, Liebknecht, John Mclean of Sylvia Pankhurst zeker van vitaal belang, maar kon op zichzelf niet volstaan. Het kon alleen echt betekenis hebben in de context van een collectieve organisatie rond een duidelijk politiek programma;
- Theoretisch: de noodzaak om de kenmerken van het nieuwe tijdperk te begrijpen vereist een geduldig werk van theoretische uitwerking, een vermogen om een stap terug te zetten en de hele situatie opnieuw te evalueren in het licht van het verleden en de toekomstperspectieven. Dankzij het werk van Lenin, Bukharin, Luxemburg, Pannekoek en anderen begreep de herboren politieke klassebeweging dat er een nieuw tijdperk was aangebroken, een tijdperk waarin de klassenstrijd nieuwe vormen en nieuwe methoden zou aannemen om rechtstreeks revolutionaire doelen te bereiken. Er waren aanzienlijke meningsverschillen over een aantal kwesties, bijvoorbeeld tussen Lenin en Luxemburg over nationale zelfbeschikking, maar dit weerhield hen er niet om een gemeenschappelijk standpunt tegen de oorlog in te nemen, terwijl ze even hartstochtelijk en intens bleven debatteren als voorheen.
Wij kunnen hier niet in detail treden, maar wij moedigen onze lezers aan de volgende artikelen te lezen:
Zodra de ‘rouwperiode’ voor de koningin, met haar oorverdovende lofzangen op de nationale eenheid, voorbij was bevestigden meer dan 500 havenarbeiders in Liverpool dat zij gingen staken, onmiddellijk gevolgd door de havenarbeiders in Felixstowe, die in de weken vóór de dood van de koningin ook al hadden gestaakt. De geplande stakingen bij de spoorwegen, die door de vakbonden ‘uit respect voor de koningin’ waren uitgesteld, gaan door en zullen gepaard gaan van verdere stakingen bij de post, bij de bussen en de metro. Andere geschillen, waarbij gemeentewerkers, bouwvakkers, magazijnpersoneel van Amazon en anderen betrokken zijn, gaan door. Onderwijspersoneel en anderen zijn ook aan de beurt. De ‘zomer van woede’ lijkt te veranderen in een hete herfst en misschien nog een ‘Winter van Onvrede’ nu de arbeiders geconfronteerd worden met drastisch stijgende prijzen en minuscule loonsverhogingen.
Ondertussen heeft de liberale/linkse pers de ‘mini-begroting’ van de regering Truss, waarin ostentatief de beperkingen op de bonussen van bankiers worden opgeheven en belastingverlagingen worden aangeboden die duidelijk ten goede zullen komen aan de allerrijksten, aan de kaak gesteld als een oorlogsverklaring van de regering Truss. En dat is natuurlijk juist: de heersende klasse is voortdurend in oorlog met degenen die zij uitbuit, en is vooral in tijden van crisis gedwongen de levensstandaard van de uitgebuitenen te verlagen, of zij dat nu op een botte en openlijke manier of op een subtielere, stapsgewijze manier doet. Maar dat komt omdat de klassenstrijd niet een of andere ideologische vervorming is, iets waar de regeerders voor gekozen hebben. Het is de fundamentele werkelijkheid van dit maatschappelijk systeem, dat alleen kan bestaan en ‘groeien’ op basis van de uitgebuite arbeid van de meerderheid.
En wat de stakingen deze zomer en herfst hebben laten zien, is dat de uitgebuite klasse de eerste stappen zet om de klassenstrijd te voeren op haar eigen terrein en voor haar eigen noden.
We hebben elders [1] al geschreven over de internationale betekenis van de huidige strijd in Groot-Brittannië, als een teken dat de arbeidersklasse niet is verdwenen, niet is opgeslokt door de versnelde desintegratie van het kapitalistische systeem - en dus als een soort oproep aan de wereldarbeidersklasse om te reageren op de aanval op hun werk- en leefomstandigheden door terug te keren naar het pad van de strijd.
Het kapitalistische systeem had haar eerste wortels in Groot-Brittannië, en in de periode van het opkomende kapitalisme in de 19e eeuw stond de arbeidersklasse in Groot-Brittannië op bepaalde momenten voorop in de internationale arbeidersbeweging. Het was in Groot-Brittannië dat de arbeiders voor het eerst vakbonden oprichtten om zich te verdedigen tegen wrede uitbuiting, en later een politieke partij, de Chartisten, die ernaar streefde de onafhankelijke belangen van de klasse in het parlement en de maatschappij als geheel naar voren te brengen.
De vakbonden en partijen die de arbeiders hebben opgericht zijn allang radertjes van het kapitalistische systeem geworden, maar de militante geest van de arbeidersklasse is niet met hen gestorven, of het nu gaat om Red Clydeside in 1919, de Algemene Staking van 1926 of de golven van strijd, aan het eind van de jaren 1960 en in de jaren 1970, die de opkomst van de arbeidersklasse markeerden uit de lange contrarevolutie, die sinds het eind van de jaren 1920 op de internationale arbeidersklasse was neergedaald.
Om de strijdbaarheid van de arbeidersklasse in Groot-Brittannië tegen te gaan lanceerde de bourgeoisie, geleid door de regering Thatcher, maar met de volledige steun van de wereldbourgeoisie, een grootscheeps tegenoffensief. Dit nam zijn duidelijkste vorm aan in de nederlaag van de precies één jaar lange mijnwerkersstaking, die niet alleen de deur openzette naar de sluiting van de mijnen, maar ook naar de ontmanteling van hele sectoren van de Britse industrie. Bovendien leden de dokwerkers ook belangrijke nederlagen in 1989 en opnieuw in 1995-98.
Het proces van ‘deïndustrialisatie’ had economische motieven - met name het zoeken naar hogere winstpercentages in de ‘opkomende’ economieën - maar het is geen toeval dat het ook enkele van de meest strijdbare sectoren van de arbeidersklasse decimeerde, niet alleen de mijnwerkers maar ook de arbeiders op de scheepswerven, in de staal- en autofabrieken, in de havens, enzovoort, terwijl de nieuwe maatregelen van ‘privatisering’ er ook voor zorgden dat belangrijke sectoren, zoals de spoorwegarbeiders, niet langer te maken hadden met één enkele baas maar met meerdere, en dus gemakkelijker verdeeld konden worden.
Dit alles ging gepaard met een nieuw ideologisch offensief, gebaseerd op het thema dat de klassenstrijd voorbij was en naar de geschiedenisboeken was verwezen. En met de ineenstorting van het Oostblok in 1989-91 kreeg deze campagne over de hele wereld vleugels, waarbij nog krachtiger werd benadrukt dat de arbeidersklasse dood was en dat elk idee dat zij het huidige systeem kon veranderen alleen maar op een mislukking kon uitlopen. De ‘dood van het kommunisme’[2], zo werd ons verteld, betekende het einde van elke hoop op een alternatief voor het kapitalisme.
De ineenstorting van het Oostblok markeerde de intrede van het kapitalisme in een nieuwe, laatste fase van zijn verval, gekenmerkt door toenemende fragmentatie en chaos op alle niveaus. Ook dit proces heeft de arbeidersklasse in Groot-Brittannië bijzonder hard getroffen: het verscherpen van de sociale atomisering, het voeden van de opkomst van stedelijke bendes, het voeden van verdeeldheid tussen verschillende etnische groepen, het benadrukken van nieuwe ‘identiteiten’ ter vervanging van de klassenidentiteit en dus van de klassensolidariteit. In de afgelopen tien jaar zijn al deze tegenstellingen verder verscherpt door de campagne rond Brexit en het aanwakkeren van de zogenaamde ‘cultuuroorlogen’ door zowel de rechter- als de linkervleugel van de bourgeoisie.
De arbeidersklasse in Groot-Brittannië heeft zich dus bijzonder moeilijk kunnen herstellen van de tegenslagen van de jaren 1980 en 1990. Maar vandaag steekt de arbeidersklasse, ondanks deze lange teruggang in de strijd, ondanks alle verdeeldheid, weer de kop op, en in veel gevallen zijn het de ‘traditioneel’ militante sectoren, de sectoren met een lange geschiedenis van strijd - spoorwegen, havens, busdiensten, posterijen - die het voortouw nemen, dat gevolgd kan worden door andere sectoren die weliswaar talrijker zijn, maar niet altijd dezelfde geschiedenis van klassenstrijd hebben: onderwijs, gezondheidszorg, distributie, enzovoort. De economische crisis, en vooral de sterke stijging van de inflatie, maakt het objectief noodzakelijk dat alle arbeiders samen strijden, en daarbij het gevoel terugkrijgen te behoren tot een klasse met haar eigen onafhankelijke belangen en, uiteindelijk, met een eigen alternatief voor de toekomst van de maatschappij. En hoewel deze strijd zich niet rechtstreeks afzet tegen de kapitalistische drang naar oorlog of de oproepen tot offers voor het conflict tussen de NAVO en het Russische imperialisme openlijk aan de kaak stelt, het feit alleen dat deze strijd ondanks deze oproepen plaatsvindt, bewijst dat de arbeidersklasse, vooral in de centrale landen van het systeem, niet bereid is zichzelf op te offeren op het altaar van de kapitalistische oorlog.
De meeste stakingen in de belangrijkste sectoren zijn goed onder controle gehouden door de vakbonden, die hun rol voor het kapitalisme hebben vervuld door de stakingen van elkaar gescheiden te houden (net zoals ze dat in de jaren 1980 met de mijnwerkers en andere sectoren hebben gedaan), ze over verschillende dagen te spreiden, zelfs onder de werkers in verschillende delen van het openbaar vervoer (trein, metro, bus...), en ze vaak te beperken tot één of twee dagen met een lange aankondigingtermijn. Maar een teken van de onderliggende strijdbaarheid van de arbeiders is de prominente rol die linkse vakbondsleiders spelen. Mick Lynch van de RMT (de belangrijkste spoorwegvakbond) is het meest in beeld geweest, en hij is alom geprezen voor zijn vermogen om in interviews vijandige vragen te beantwoorden. Zo heeft hij bijvoorbeeld geantwoord op de beschuldiging in de media dat de spoorwegstakingen werden gevoerd ten behoeve van een bevoorrechte sector, door vol te houden dat zijn leden strijden omdat alle arbeiders onder vuur liggen en samen moeten strijden. De secretaris-generaal van de vakbond Unite, Sharon Graham, heeft zich gedistantieerd van de slappe houding van Labour tegenover stakingen en heeft haar eigen bureaucraten gepasseerd door ‘Gecombineerde Comités’ op te richten waarin vakbondsvertegenwoordigers uit verschillende sectoren (vuilnisdiensten, magazijnen, horeca, enz.) zijn samengebracht.
We moeten niet verbaasd zijn als we, als de strijd in de herfst en winter voortduurt, meer oproepen horen tot eenheid van de arbeidersklasse en meer gemeenschappelijke acties, demonstraties, enzovoort. Voor linkse groeperingen als de Socialist Workers’ Party wordt dit aangedragen als bewijs dat de achterban de leiders tot strijd kan dwingen als ze maar genoeg druk op hen uitoefenen, maar voor kommunisten die begrijpen dat de vakbonden staatsorganen zijn geworden, beantwoordt de radicalisering van de vakbonden aan de noodzaak zich aan te passen aan de klassenbeweging teneinde er de controle over te behouden.
We moeten ook opmerken dat de strijdwil van de arbeiders zich ook heeft geuit in onofficiële acties, zelfs ‘wilde’ stakingen, in verschillende sectoren. In hun artikel Wildcat Strikes in the UK: Getting Ready for a Hot Autumn [151], maakte de Communist Workers Organisation een (niet-uitputtende) lijst met de volgende voorbeelden:
“10 mei staakten ongeveer 100 vuilnismannen in Welwyn Hatfield uit protest tegen een manager die werd beschuldigd van seksisme, racisme en pesten.11 mei staakten ongeveer 300 bouwvakkers van een raffinaderij in Hull omdat hun loon te laat of niet volledig werd uitbetaald.17 mei staakten meer dan duizend offshore-oliearbeiders op de Noordzee staakten op 19 booreilanden en eisten dat hun loon aangepast zou worden aan de inflatie.27 juli staakten ongeveer 100 werkers van een levensmiddelenbedrijf in Bury omdat ze geen behoorlijke pauzes kregen.3 augustus staakten honderden werkers van Amazon op verschillende locaties, zoals Tilbury, Rugeley, Coventry, Bristol, Dartford en Coalville, en voerden een langzaamaanactie als reactie op een ‘loonsverhoging’ van slechts 35 p per uur. 10 augustus staakten honderden contractarbeiders, waaronder steigerbouwers en onderhoudsmedewerkers, op raffinaderijen, chemische fabrieken en andere faciliteiten in Teesside, Grangemouth, Pembroke, Fife, Fawley en Drax in een strijd om de lonen en hielden auto’s tegen die de faciliteiten in- en uitreden”[3].
De CWO vervolgde dit artikel met de publicatie van de oproep van het Offshore Oil and Gas Workers Strike Committee, waarin wordt uitgelegd waarom zij een ‘wilde’ stakingen begonnen zonder te wachten op een vakbondsstemming[4]:
"Onze vakbonden zeggen dat er niet genoeg mensen voor de staking hebben gestemd. Wij zeggen dat dat onzin is, want de hele Noordzee is woedend over onze behandeling.
De wilde stakingen waarover wordt gesproken en die zijn gepland, zijn het resultaat van jarenlange passiviteit van de vakbonden en onze ondernemers.
We hebben de hele procedure doorlopen om onze grieven aan te kaarten. We hebben de juiste kanalen gebruikt, maar hebben het gevoel dat we om de tuin worden geleid.
Het hele Verenigd Koninkrijk is in rep en roer over de kosten van levensonderhoud. Wij zijn niet anders"[5].
Deze staking werd veroordeeld door de vakbonden RMT, Unite en de GMB die in een gezamenlijke brief verklaarden: “Onze zorg is dat onofficiële acties alles in gevaar brengen. Sommige exploitanten van de oude infrastructuur zullen arbeidsonrust gebruiken om vervroegde ontmanteling te rechtvaardigen en het enige wat we zullen krijgen is meer ontslagen. Anderen zullen een verdeeld arbeidsfront zien en dat uitbuiten.”
De acties bij Amazon zijn ook interessant, omdat de meeste werkers staakten zonder lid te zijn van een vakbond. De ‘arbeideristische’ groep Notes from Below heeft verslagen gepubliceerd van enkele van de werkers die bij de stakingen betrokken waren, deze is uit Amazon's ‘Fulfilment Centre’ in Coventry:
“We hebben gedurende de hele Covid-pandemie doorgewerkt, en ook tijdens de lockdowns. We wachten al sinds april op informatie over deze loonsverhoging en iedereen verwachtte minstens 2 pond per uur extra. Het management kondigde woensdag echter aan dat we slechts 50 p per uur extra zouden krijgen.
We hadden de staking pas twee uur voordat hij plaatsvond gepland. We hadden tijdens onze pauze de stakingen in Tilbury en Rugeley gezien op TikTok en dat inspireerde ons om te gaan staken. We bekeken die video's om 11 uur en begonnen het idee van een staking te verspreiden via mond-op-mond reclame in het magazijn. Tegen 13.00 uur hadden we meer dan 300 mensen die stopten met werken en naar buiten gingen. In het begin hadden we geen hulp van vakbonden bij de stakingen. We organiseerden alles zelf. Maar nadat we waren gestopt, nam GMB contact met ons op om lid te worden van vakbond en ons advies te geven”[6].
Dit verslag verduidelijkt een aantal zaken: een element van de huidige opleving van de klassenwoede is het feit dat talrijke sectoren - gezondheidszorg, recycling, vervoer, distributie, enzovoort - waarvan tijdens de pandemie werd gezegd dat hun werk essentieel was en dat zij helden waren omdat zij doorgingen, nu worden beloond met loonsverhogingen die ronduit beledigend zijn. Het toont ook aan dat werkers in staat zijn om zonder enige ‘hulp’ van de vakbond stakingsacties te voeren, zoals nader beschreven is in een verslag van de eerste wilde staking bij Amazon[7].
Maar het laat ook zien dat de vakbonden altijd klaar staan om de arbeiders voor hun eigen bestwil te ‘organiseren’. Als het geen officiële vakbond is zoals de GMB (die zichzelf ‘een vakbond voor alle arbeiders’ noemt), zoals in dit geval, dan zijn er een aantal semi-syndicalistische en basissyndicalistische organisaties zoals de United Voices of the World en de IWGB (The Independent Workers’Union of Great Britain) die zich hebben gespecialiseerd in het werven van arbeiders in de meer precaire sectoren die tot nu toe door de belangrijkste vakbondsorganen werden genegeerd. En we mogen niet vergeten dat het laagste niveau van de officiële vakbonden, plaatselijke ‘organisers of vakbondsafgevaardigden in de bedrijven, ook pseudo-onafhankelijke stakingscomités en -coördinaties kunnen oprichten die geen echte uitdrukking zijn van de massabijeenkomsten van de stakers en die proberen op te treden als het laatste bolwerk van de vakbonden.
De vakbonden en de vakbondsideologie hebben in Groot-Brittannië een zeer lange geschiedenis en het zal lang duren en veel confrontaties met vakbondssabotage vergen voordat de arbeiders in staat zijn op grote schaal zelfstandige organisatievormen te ontwikkelen - met name soevereine algemene vergaderingen waar de arbeiders kunnen debatteren en beslissen over de manier waarop zij hun strijd kunnen uitbreiden en verenigen. En het is ook waarschijnlijk dat de nieuwe ‘anti-vakbonds’-maatregelen, aangekondigd door de regering Truss, zullen bijdragen om het idee te versterken dat de vakbonden echt van de arbeiders zijn en verdedigd moeten worden, ook al zijn de vakbonden zeer bedreven geworden in het omgaan met en gebruiken van eerdere anti-stakingswetten (het stemmen, het beperken van het posten bij andere bedrijven, enzovoort).
Niettemin kunnen we aan enkele van deze recente voorbeelden zien dat de authentieke klassentraditie van het beslissen over acties op algemene vergaderingen, van het organiseren van massale delegaties en het rechtstreeks oproepen van andere werkplekken om zich bij de strijd aan te sluiten, geenszins uit het collectieve geheugen van de arbeidersklasse in Groot-Brittannië is verdwenen en nog steeds in embryonale vorm bestaat. De huidige stakingsgolf is een essentiële voorbereiding op de strijd van de toekomst om het broodnodige niveau van zelforganisatie te bereiken dat de arbeiders in staat zal stellen hun strijd te verenigen.
Amos
[1] Zie ons international pamflet De bourgeoisie gelast nieuwe opofferingen, de arbeidersklasse antwoordt met strijd [152]
[2] Deze campagne was gebaseerd op een fundamentele leugen: dat het stalinistische staatskapitalisme eigenlijk communisme was.
[3] Zie ook: "Wildcat action to hit refineries and power plants on August 24th [153]".
[6] Wildcat strike at Amazon [156]
[7] Wildcat strike at Amazon [156]
Sommige gebeurtenissen hebben niet alleen een plaatselijke of directe impact, maar hebben ook een internationale betekenis. Vanwege het aantal getroffen sectoren, de strijdvaardigheid van de arbeiders die bij de strijd betrokken zijn en de brede steun voor de stakingen onder de werkende bevolking, is de stakingsgolf die zich vanaf de zomer in Groot-Brittannië verbreidt een gebeurtenis van onbetwistbaar belang voor het hele land. Maar wat we moeten begrijpen is dat de historische betekenis van deze strijd veel verder gaat dan zijn lokale dimensie of zelfs zijn actuele ontplooiing.
De arbeidersklasse in de Europese metropolen staat al tientallen jaren onder de verstikkende druk van de ontbinding van het kapitalisme. Meer recent heeft ze vanaf 2020 verscheidene golven van Covid ondergaan en vervolgens de gruwel van de oorlogsbarbarij in Europa met de Russische invasie en de oorlog in Oekraïne. Hoewel deze de strijdbaarheid van de arbeiders hebben aangetast, hebben ze die niet doen verdwijnen, zoals de strijd in de Verenigde Staten, Spanje, Italië of in Frankrijk, Korea en Iran eind 2021 en begin 2022 nog onderstreepte.
Als reactie op de aantasting van de levensstandaard door de verdieping van de economische crisis, versterkt door de gevolgen van de gezondheidscrisis en vooral door de oorlog in Oekraïne, is de stakingsgolf in Groot-Brittannië echter van een andere orde. In moeilijke omstandigheden geven de Britse arbeiders een duidelijk signaal af aan hun collega’s overal ter wereld: we moeten strijden, ook al hebben we aanvallen ondergaan en offers aanvaard zonder te kunnen reageren, vandaag stellen we: ‘enough is enough’, we accepteren dit niet langer, we moeten terugvechten. Dit is de boodschap die de arbeiders in andere landen gestuurd wordt.
In deze context vormt het begin van de strijd van het Britse proletariaat een gebeurtenis van historische betekenis op verschillende niveaus.
Deze golf van strijd wordt geleid door een fractie van het Europese proletariaat die het meest heeft geleden onder de algemene achteruitgang van de klassenstrijd sinds 1990. Hoewel de Britse arbeiders in de jaren 1970, weliswaar met enige vertraging in vergelijking met andere landen zoals Frankrijk, Italië of Polen, zeer belangrijke gevechten hadden ontketend die culmineerden in de stakingsgolf van 1979 (‘de winter van de ontevredenheid’), was het Verenigd Koninkrijk het Europese land waar de teruggang in de strijdbaarheid in de afgelopen 40 jaar het meest uitgesproken was.
In de jaren 1980 kreeg de Britse arbeidersklasse te maken met een effectief tegenoffensief van de bourgeoisie, dat culmineerde in de nederlaag van de mijnwerkersstaking in 1985 door Thatcher, de ‘ijzeren dame’ van de Britse bourgeoisie. Bovendien is Groot-Brittannië bijzonder getroffen door de de-industrialisatie en de verplaatsing van industrieën naar China, India of Oost-Europa. Toen de arbeidersklasse in 1989 een algemene wereldwijde achteruitgang doormaakte, was die in Groot-Brittannië dan ook bijzonder uitgesproken.
Bovendien hebben de Britse arbeiders de afgelopen jaren de aanval ondergaan van populistische bewegingen en vooral de oorverdovende Brexit-campagne, die de verdeeldheid in hun midden heeft aangewakkerd tussen de ‘remainers’ en de ‘leavers’. Vervolgens heeft ook de Covid-crisis, vooral in Groot-Brittannië, zwaar op de arbeidersklasse gewogen. Ten slotte, is zij meer recentelijk geconfronteerd met een intense pro-Oekraïense democratische hype en een bijzonder verwerpelijk oorlogszuchtig discours in het kader van de oorlog in Oekraïne.
De ‘Thatcher-generatie’ had een belangrijke nederlaag geleden, maar vandaag verschijnt er een nieuwe generatie arbeiders op het maatschappelijk toneel die niet langer, zoals haar voorgangers, onder het gewicht van deze nederlagen gebukt gaat, maar haar rug recht door te laten zien dat de arbeidersklasse in staat is terug te vechten tegen deze belangrijke aanvallen. Al met al zien we een verschijnsel dat goed vergelijkbaar (maar niet identiek) is met het verschijnsel van de opkomst van de Franse arbeidersklasse in 1968: het aantreden van een jonge generatie die minder is aangetast is door het gewicht van de contrarevolutie dan haar voorgangers.
De ‘zomer van de woede’ kan om verschillende redenen alleen maar een aanmoediging zijn voor alle arbeiders overal ter wereld: het betreft de arbeidersklasse van de 5e economische wereldmacht, en een Engelstalig proletariaat, waarvan de strijd ongetwijfeld een belangrijke impact kan hebben in landen als de Verenigde Staten, Canada of zelfs in andere regio's van de wereld, zoals India of Zuid-Afrika. Aangezien het Engels de internationale communicatietaal is, zal de invloed van deze gevechten noodzakelijkerwijs groter zijn dan die van arbeidersstrijd in bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland. In die zin wijst het Engelse proletariaat niet alleen de weg aan de Europese arbeiders, die de voorhoede vormt van de opkomst van de klassenstrijd, maar ook aan het wereldproletariaat, en in het bijzonder aan het Amerikaanse proletariaat. In het vooruitzicht van toekomstige klassegevechten kan de Britse arbeidersklasse dus dienen als schakel tussen het proletariaat van West-Europa en het Amerikaanse proletariaat.
Dit belang kan ook worden afgemeten aan de bezorgde reactie van de bourgeoisie, vooral in West-Europa, op de gevaren die de uitbreiding van de ‘verslechterende sociale situatie’ inhouden. Dit is met name het geval in Frankrijk, België of Duitsland, waar de bourgeoisie, in tegenstelling tot de houding van de Britse bourgeoisie, maatregelen heeft genomen om de stijgingen van olie, gas en elektriciteit aan banden te leggen of de gevolgen van inflatie en prijsstijgingen te compenseren door middel van subsidies of belastingverlagingen, en hardop beweert dat zij de koopkracht van de arbeiders wil beschermen. Evenzo was de wijdverbreide media-aandacht voor het overlijden van koningin Elizabeth en de begrafenisplechtigheden bedoeld om de beelden van de klassenstrijd te vervagen en in plaats daarvan een beeld te tonen van een verenigde Britse bevolking, in nationale geestdrift verenigd en met respect voor de burgerlijke constitutionele orde. De bourgeoisie weet heel goed dat de verdieping van de crisis en de gevolgen van de oorlog zich zullen verergeren. Het feit dat zich nu al een massale beweging ontwikkelt tegenover de eerste aanvallen, die gelijkaardig zijn voor alle fracties van het proletariaat, niet alleen in Groot-Brittannië maar in gans Europa en zelfs in de wereld, kan de bourgeoisie alleen maar grote zorgen baren, omdat zij in de huidige context onvermijdelijk nieuwe aanvallen zal moeten ontketenen.
Hoewel het West-Europese proletariaat in de afgelopen veertig jaar niet was verslagen - anders dan voor de twee wereldoorlogen - is de achteruitgang in zijn klassenbewustzijn na 1989 (met name als gevolg van de campagne over de ‘dood van het communisme’) niettemin aanzienlijk geweest. Ten tweede had de verdieping van de ontbinding vanaf de jaren 1990 haar klasse-identiteit steeds meer aangetast, en deze tendens kon niet worden gekeerd in de eerste twee decennia van de 21e eeuw door strijdbewegingen of uitingen van overdenking binnen minderheden van de klasse, zoals tijdens de strijd tegen het ‘Contrat Première Embauche’ (CPE) in Frankrijk in 2006, de ‘Indignados’-beweging in Spanje in 2011, de strijd van de SNCF en Air France in 2014 en de beweging tegen de pensioenhervorming in 2019 in Frankrijk of de ‘Striketober’ in de VS in 2021.
Gedurende de eerste twee decennia van de 21e eeuw is de internationale arbeidersklasse in haar strijd bovendien geconfronteerd met het gevaar van interklassistische bewegingen, zoals in Frankrijk met de acties van de ‘gele hesjes’, met het gewicht van populistische mobilisaties zoals de MAGA-beweging (‘Make America Great Again’) in de Verenigde Staten, of met burgerlijke campagnes zoals de ‘klimaatmarsen’, de ‘Black lives matter’-beweging en de mobilisaties voor abortusvrijheid in de VS. Meer recentelijk, in het licht van de eerste gevolgen van de crisis, zijn in verschillende Latijns-Amerikaanse landen talrijke volksopstanden uitgebroken tegen de stijgende prijzen van brandstof en andere eerste levensbehoeften. Al deze bewegingen vormen een gevaar voor de arbeiders, die het risico lopen te worden meegezogen in interklassistische opstanden of in bewegingen die ronduit op het terrein van de bourgeoisie plaatsvinden en waar ze worden overstemd door de massa van de ‘burgers’.
Alleen het proletariaat biedt een alternatief voor de rampen die onze maatschappij teisteren. In tegenstelling tot al deze bewegingen die de arbeiders op valse terreinen leiden, is de fundamentele bijdrage van de stakingsgolf in de UK precies de bevestiging dat de strijd tegen de kapitalistische uitbuiting op een duidelijke klassebasis moet worden gevoerd en duidelijke arbeiderseisen moet stellen tegenover de aanvallen op de levensstandaard van de werkers: “Bovendien, en dit is het element dat in laatste instantie de uitkomst van de wereldsituatie zal bepalen, is de onverbiddelijk verergerende kapitalistische crisis de belangrijkste stimulans van de klassestrijd en de ontwikkeling van het proletarisch bewustzijn, de voorwaarde voor de mogelijkheid tot verzet tegen het ideologische vergif van de sociale verrotting. Terwijl zij zich niet als klasse kan verzamelen op het terrein van de gedeeltelijke strijd tegen de effecten van de ontbinding, vormt de strijd tegen de directe gevolgen van de crisis de basis voor de ontwikkeling van de kracht en de eenheid van de klasse”. [1]
De ontwikkeling van deze massale strijdbaarheid in de gevechten voor de verdediging van de ‘koopkracht’ is voor het internationale proletariaat een onontkoombare voorwaarde om het proces in te zetten dat leidt tot het te boven komen van de diepe teruggang die het heeft doorgemaakt sinds de ineenstorting van het Oostblok en van de stalinistische regimes, en om zijn klassenidentiteit en zijn revolutionair perspectief te herwinnen.
Kortom, zowel vanuit historisch oogpunt als vanuit de huidige context waarin de arbeidersklasse zich bevindt, betekent deze stakingsgolf in Groot-Brittannië dus een breuk in de dynamiek van de klassenstrijd, die mogelijk een ‘verandering in de maatschappelijke sfeer’ teweeg kan brengen.
Het belang van deze beweging beperkt zich niet tot het gegeven dat zij een einde maakt aan een lange periode van relatieve passiviteit. Deze strijd ontwikkelt zich op een moment dat de wereld geconfronteerd wordt met een grootschalige imperialistische oorlog, een oorlog in Europa, waarin Rusland tegenover Oekraïne staat, maar die een wereldwijde reikwijdte heeft, vooral door de mobilisatie van de NAVO-lidstaten en die zich uitdrukt op het vlak van de wapens, maar ook op economisch, diplomatiek en ideologisch vlak. In westerse landen roepen regeringen op tot offers om ‘vrijheid en democratie te verdedigen’. Concreet betekent dit dat de arbeiders van deze landen de broekriem nog verder moeten aanhalen om ‘hun solidariteit met Oekraïne te tonen’, in feite met de Oekraïense bourgeoisie en die van de westerse landen.
In het licht van het conflict in Oekraïne is het oproepen tot een onmiddellijke mobilisatie van de arbeiders tegen de oorlog een illusie; de IKS wijst er echter al sinds februari 2022 op dat de reactie van de arbeidersklasse tot uiting zal komen tegenover de aanvallen op hun ‘koopkracht’, die het gevolg zijn van de accumulatie van en de link tussen de verschillende crises en rampen van de afgelopen periode. Een dergelijke strijd zal ook ingaan tegen de campagne om offers te aanvaarden ter ondersteuning van het ‘heroïsche verzet van het Oekraïense volk’.
Bovendien bevat de mobilisatie tegen kapitalistische bezuinigingen op de lange termijn ook een verzet tegen oorlog. Dat is ook wat de proletarische stakingen in het Verenigd Koninkrijk in de kiem in zich dragen, ook al zijn de arbeiders zich daar niet altijd ten volle van bewust: een weigering om steeds meer op te offeren voor de belangen van de heersende klasse, een weigering om offers te brengen voor de nationale economie en voor de oorlogsinspanning, een weigering om de logica van dit systeem te aanvaarden die de mensheid naar een catastrofe en uiteindelijk naar zijn vernietiging leidt.
Kortom, ook al blijft de strijd op dit moment beperkt tot één land, ook al raakt zij uitgeput, en moeten we in de nabije toekomst waarschijnlijk geen reeks vergelijkbare grote ontwikkelingen in verschillende landen verwachten, er is een mijlpaal bereikt. Het feit dat ze is opgestaan en strijd is aangegaan is de essentiële verworvenheid van de beweging van de Britse arbeiders; want de ergste nederlaag is de situatie te ondergaan zonder te vechten. Op deze basis kunnen lessen worden getrokken en kan de strijd worden voortgezet. In dit perspectief vertegenwoordigen zij een kwalitatieve verandering en luiden zij een verandering in van de situatie van de arbeidersklasse ten opzichte van de bourgeoisie: zij markeren een ontwikkeling van de strijdbaarheid op het klassenterrein die het begin kan zijn van een nieuwe episode van de strijd, want door haar massale economische strijd zal de arbeidersklasse haar klassenidentiteit, uitgehold door de druk van meer dan dertig jaar ontbinding, door de teruggang van de strijd en van het bewustzijn, door de lokroep van de interklassistische bewegingen, het populisme en de milieucampagnes, geleidelijk kunnen herstellen en een perspectief kunnen openen voor de hele maatschappij. Vanuit dit oogpunt is er een ‘voor’ en een ‘na’ de zomer van 2022.
R. Havanais / 22.09.2022
Voetnoten
[1] “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [18]”, Internationale Revue nr. 13.
De gas- en elektriciteitsprijzen zijn verdrie- of verviervoudigd, de inflatie bedraagt meer dan 11% (en meer dan 15% in Nederland) en de voedselprijzen rijzen de pan uit. Dergelijke cijfers waren niet meer voorgekomen sinds de jaren 1970. De regering De Croo heeft maatregelen aangekondigd om de groeiende bezorgdheid en woede te temperen van gezinnen uit de arbeidersklasse die geconfronteerd worden met torenhoge energierekeningen en supermarktprijzen, waardoor zij vaak geen andere keuze hebben dan de verwarming lager te zetten of minder voedsel te kopen. Na de vergadering van het Federaal Overlegcomité (bestaande uit de federale regering en de drie regionale regeringen) eind augustus, en een begrotingsconclaaf van de federale regering in september, riep hij op tot vertrouwen in de sociale bekommernis van de regering: “Er is geen wonderoplossing, maar we zijn heel duidelijk: we zullen alles doen om hier doorheen te komen.” Wat een hypocrisie!
Een snelle blik op de financiële situatie van de staat leert dat we van de Belgische bourgeoisie en haar regering niets hoeven te verwachten. De financiën van de Belgische staat bevinden zich in een deplorabele toestand, zoals wordt onderstreept door het laatste rapport van het Monitoringcomité - samengesteld uit ambtenaren van verschillende ministeries - dat aangeeft dat de federale begroting voor volgend jaar afstevent op een tekort van 23 miljard euro, 3 miljard meer dan de vorige raming van juli dit jaar. In dit verslag werd nog uitgegaan van een begrotingstekort van 3,5%, maar het wordt nu geraamd op 4%. Volgens de Nationale Bank zullen de tekorten bij ongewijzigd beleid dit jaar en in 2023 zelfs oplopen tot 4,5% en in 2024 tot 5%. Al in 2019 waren de financiën van de staat problematisch en bedroeg de schuld meer dan 100% van het BBP. Sindsdien heeft de crisis in Covid-19 geleid tot een begrotingstekort van ongeveer 10% van het BBP in 2020 en hebben de dramatische overstromingen in de zomer van 2021, veroorzaakt door de klimaatcrisis, een staatsinterventie vereist van 4 miljard euro. Kortom, vandaag is de schatkist leeg, “De staatsschuld lijkt uit de hand te lopen” (De Standaard, 12-10-2022), terwijl een economische recessie op de loer ligt.
De onderhandelingen over de begroting 2023-2024 en de ‘tegenstellingen’ tussen de verschillende regeringspartijen, tussen socialisten en liberalen, tussen groenen en christendemocraten, vormden een groot politiek en mediaspektakel dat, afgezien van de noodzaak voor elke ‘politieke familie’ om zich te profileren, in wezen twee doelstellingen had:
- de bevolking en de arbeidersklasse ervan te overtuigen dat de regering inderdaad haar best deed om de klap te verzachten en dat de woede over de situatie zich dus niet tegen haar zou moeten keren;
- om de bevolking, en vooral de arbeidersklasse, voor te bereiden op het onvermijdelijke karakter van de bezuinigingsgolven: “we hebben alles gedaan wat we konden, maar helaas, er is geen wonder”!
Wat stellen de maatregelen van de regering in werkelijkheid voor? “De kosten van alle maatregelen om de energierekening te verlagen bedragen al 10 miljard euro. Een belasting op overwinsten moet de kosten van de nieuwe maatregelen helpen betalen” (Staatssecretaris van Begroting, in de DS, 12-10-2022). Een eenvoudige berekening leert echter dat deze belasting op overwinsten van energiebedrijven, die op 3 miljard euro wordt geraamd, hypothetisch blijft en in ieder geval ruim onvoldoende zal zijn om de kosten van de energierekening van de Belgische staat te dekken. Bovendien zijn de maatregelen ter ondersteuning van arbeiders en hun gezinnen weinig meer dan wat rommelen in de marge en zullen de gevolgen van de stijgende energieprijzen en inflatie nauwelijks verzachten.
En het ergste moet nog komen. Voor de komende maanden wordt een ‘wereldwijde recessie’ voorspeld, die in de periode van oktober tot december al zou leiden tot een daling van het BBP met 0,2%, ook al hoopt België, dat voor zijn in- en uitvoer van energie sterk afhankelijk is van de wereldmarkt, nog steeds dat de EU de gevolgen van de recessie voor zijn economie gedeeltelijk kan beperken. Nu al brengt de stijgende energieprijs bijna 30% van de bedrijven in moeilijkheden en sommige zijn gedwongen hun productie te verminderen of zelfs stop te zetten (metaal en chemische industrie, glastuinbouw, enz.): 200 Belgische bedrijven hebben tijdelijke werkloosheid aangevraagd voor 10.684 arbeiders (gegevens van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, de DS 14-10-2022). Bovendien neemt België, onder internationale druk, ten volle deel aan de verhoogde militaire inspanning die van de NAVO-landen wordt gevraagd na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Eind februari 2022 heeft de regering-Vivaldi een investeringsplan aangenomen, het Plan Star, dat voorziet in een verhoging van de militaire uitgaven met 10 miljard euro tegen 2030. In maart 2022 (na het uitbreken van de oorlog) is voor de huidige zittingsperiode (tot 2024) 1 miljard euro extra toegevoegd om de ‘inzetbaarheid’ van het leger bij militaire operaties te verbeteren.
Kortom, de beloften van de Belgische bourgeoisie zijn illusoir en misleidend: gezien de recessie, de klimaatrampen, de oorlog, de vluchtelingenstroom, het begrotingstekort en de schuld zijn “de mogelijkheden niet oneindig”, zoals Vlaams minister-president J. Jambon toegeeft. In werkelijkheid heeft de Belgische bourgeoisie, net als haar collega’s, maar één alternatief: de arbeiders nieuwe offers opleggen. De beperkte compensatie voor energie- en inflatiestijgingen is al een aanslag op de levensomstandigheden van de arbeiders, evenals begrotingsmaatregelen zoals de beperking van tijdskredieten voor ‘kinderopvang’ of de groeinorm voor de gezondheidszorg die vanaf 2024 tot 2% wordt teruggebracht. Maar de regering suggereert dat de begroting 2023-2024 tijdelijk is en er worden al verschillende rationaliseringsmaatregelen in werking gesteld of overwogen: de loonsverhogingen voor federale ambtenaren en politieagenten zijn verlaagd en uitgesteld, de automatische indexering van de lonen is geviseerd en het idee van een ‘indexsprong’ is geopperd, evenals een herziening van de manier waarop de pensioenen van de ambtenaren zijn gekoppeld aan de sociale zekerheid, sommige plaatselijke overheden snijden in het aantal statutaire personeelsleden en tot slot passen sommige bedrijven al loonsverlagingen toe...
De ontwikkeling van beperkingen en aanvallen op de arbeidersklasse, als gevolg van een op alle fronten vastgelopen economisch systeem, vereist dat de toenemende verontwaardiging en woede in de gelederen van de arbeiders wordt omgezet in een actief verzet ter verdediging van hun klassenbelangen. In dit opzicht moeten de Belgische arbeiders een voorbeeld nemen aan het strijdbare verzet van hun klassenbroeders in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (zie de pamfletten “De zomer van woede in het Verenigd Koninkrijk. De bourgeoisie eist nieuwe opofferingen, de arbeidersklasse antwoordt met strijd” en "Stakingen in Franse raffinaderijen en elders... Solidariteit in de strijd is de kracht van onze klasse!” En ook “De terugkeer van de strijd van het wereldproletariaat”) Zij moeten hieruit inspiratie putten om hun ontzetting te boven te komen en hun vastberadenheid te versterken om de offers en economische rationalisaties niet langer te slikken. De sociale spanningen die toenemen met spontane stakingen in verschillende filialen van de Delhaize-supermarkten, sociale beroering op de luchthaven van Charleroi, bij de klantendienst van ENGIE Electrabel in Gent, bij het spoorwegpersoneel van de NMBS of in het openbaar vervoer in Wallonië, in de culturele sector in Vlaanderen tegen de verslechtering van de arbeidsomstandigheden of voor looneisen, geven aan dat, ondanks de campagnes van de bourgeoisie om haar sociale bezorgdheid uit te drukken, de arbeidersklasse ook in België niet langer bereid is offers te accepteren.
De arbeiders moeten zich echter bewust zijn van een gevaar dat specifiek is voor de huidige context. De gevolgen van de energiecrisis en de inflatie treffen niet alleen arbeiders maar ook zelfstandigen, winkeliers en kleine ondernemers die eveneens in opstand komen tegen de huidige omstandigheden. Het gevaar van interklassistische bewegingen, zoals de ‘gele hesjes’ of populistische opstanden (‘Ik weiger mijn rekeningen te betalen’) is dan ook groot en wordt bovendien gestimuleerd door campagnes van partijen als de Belgische Partij van de Arbeid (PTB). Arbeiders mogen zich niet laten overrompelen door dergelijke bewegingen en zich laten isoleren als louter ‘burgers’. De kracht van hun strijd ligt in hun vermogen zich te mobiliseren rond de eisen en een vorm van organisatie die eigen is aan de arbeidersklasse.
De Belgische bourgeoisie weet heel goed - en de sociale bewegingen in Groot-Brittannië en Frankrijk herinneren haar daar dagelijks aan - dat de uitvoering van een bezuinigingspolitiek noodzakelijkerwijs de confrontatie met een arbeidersklasse impliceert, die haar strijdwil lijkt te hervinden. Hiervoor heeft zij echter een geducht wapen: de vakbonden. Een van hun wapens om de strijdbaarheid van de arbeidersklasse af te buigen en onschadelijk te maken is de vakbondscampagne voor ‘afschaffing van de wet op de loonnorm’, om ‘vrije’ onderhandelingen in bedrijven tussen ondernemers en vakbonden mogelijk te maken. Zo willen zij eigenlijk de bewegingen per bedrijf verdelen en de economisch sterke sectoren tegenover de economisch zwakke stellen. Bovendien hebben ze sinds het voorjaar van 2022 een reeks verspreide acties opgezet om strijdwil van de arbeiders tegen de maatregelen, te versnipperen en uit te putten: een bijeenkomst, waartoe opgeroepen door het gemeenschappelijk vakbondsfront en waar 70.000 deelnemers waren, een eendaagse staking bij de spoorwegen op 5 oktober, samenscholingen van vakbondsmilitanten voor kerncentrales en andere elektriciteitsbedrijven eind oktober of een eendaagse algemene staking op 9 november, in de hoop ‘de druk te verlichten’. Al deze acties maken deel uit van de strategie van de vakbonden om de arbeiders stoom af te laten blazen om spontane en ‘wilde’ woede-uitbarstingen te voorkomen. Net als hun collega's in Groot-Brittannië of Frankrijk proberen de Belgische vakbonden met alle middelen het terrein te bezetten en elke besliste reactie van de arbeiders in de kiem te smoren.
De bourgeoisie kan de crisis, die in wezen een historische crisis van haar systeem is, op geen enkele manier ‘oplossen’. Zij kan de gevolgen alleen afwentelen op de arbeidersklasse, die de aanvallen ondergaat en geacht wordt offers te aanvaarden om de nationale economie in stand te houden in de concurrentie met andere kapitalistische naties. Deze offers dienen slechts de belangen van de bourgeoisie, en van een systeem in verval.
De ‘sociale sfeer’ verandert echter, zoals blijkt uit de verzetsstrijd in Groot-Brittannië en Frankrijk en ook uit de huidige terughoudendheid van de regering De Croo om maatregelen aan de arbeiders in België op te leggen. In die zin is het aangaan van een strijd om offers te weigeren al een overwinning die de ontwikkeling van solidariteit en het bewustzijn van de eigen kracht onder de arbeiders alleen maar kan versterken, evenals, op den duur, hun vermogen om een alternatief naar voren te schuiven voor dit totaal failliete systeem.
Hugo S / 22.10.2022
Het kapitalisme wordt steeds meer verstikt door een geheel van tegenspraken die op elkaar inwerken en elkaar versterken, waardoor de maatschappij wordt bedreigd door stuiptrekkingen van een ongekende frequentie en omvang. Tegenover deze rampen is de zorg van de bourgeoisie altijd om elke verklaring die de verantwoordelijkheid van het systeem in twijfel trekt, in diskrediet te brengen. Haar opzet is de oorzaak van de oorlogen, de wereldwanorde, de klimaatverandering, de pandemieën, de economische wereldcrisis voor de arbeidersklasse te verbergen...
Overproductie is door Marx geïdentificeerd als de oorsprong van de cyclische crises van het kapitalisme in de 19e eeuw[1]. Reeds in het Kommunistisch Manifest van 1848 wordt gewezen op “een maatschappelijke epidemie, die voor alle vroegere periodes iets onzinnigs zou hebben geleken - de epidemie van de overproductie”. In de opkomstperiode van het kapitalisme vormde deze tegenspraak echter een factor in de uitbreiding van het kapitalisme naar de vier windstreken door het zoeken naar afzetmogelijkheden voor de productie van de industriële grootmachten.
In zijn vervalperiode daarentegen ligt de overproductie aan de oorsprong van de economische impasse die gekenmerkt wordt door de grote werelddepressie van de jaren 1930, door de opeenvolging van steeds diepere recessies sinds het eind van de jaren 1960, maar ook door de duizelingwekkende ontwikkeling van het militarisme, want “de enige weg die de bourgeoisie nog openstaat om te proberen de wurggreep van deze impasse te doorbreken is die van een vlucht vooruit met andere middelen [...] die alleen militair kunnen zijn”[2]. Tragische illustraties van deze impasse: twee wereldoorlogen en, sinds de Eerste Wereldoorlog, een bijna ononderbroken opeenvolging van lokale oorlogen tussen staten.
De oorzaak van de overproductie werd door Marx in het Kommunistisch Manifest belicht. Gedreven door concurrentie om steeds meer uit te breiden op straffe van de ondergang, neigt de productie er permanent toe excessieve vormen aan te nemen, niet in verhouding tot de werkelijke behoeften van de mensen, maar in verhouding tot de koopkracht van de loonarbeiders of werklozen. De arbeiders en de kapitalisten tesamen kunnen nooit alleen alle geproduceerde waren kunnen absorberen. En met reden, want een deel van het product van de arbeid van de arbeider, dat niet als loon wordt terugbetaald of door de kapitalisten wordt verbruikt, maar dat bestemd is om opnieuw te worden geïnvesteerd, d.w.z. in nieuw kapitaal te worden omgezet, vindt geen kopers in de kapitalistische sfeer[3]. Er is dus geen oplossing voor overproductie in het kapitalisme. In wezen kan zij alleen worden opgeheven door de afschaffing van de loonarbeid, wat de voorwaarde is voor de totstandbrenging van een maatschappij zonder uitbuiting. Vragen en misverstanden over deze crisiskwestie werden geuit tijdens de openbare bijeenkomsten en de permanenties van de IKS. Voor een van hen zou de overproductie kunnen worden verminderd of zelfs opgeheven onder invloed van ‘omgekeerde’ tegenspraken die leiden tot een tekort aan bepaalde goederen. Maar in werkelijkheid, als sommige sectoren van de wereldproductie getroffen worden door schaarste, bijvoorbeeld als gevolg van tekorten in de toeleveringsketens, zullen de andere sectoren de gevolgen van de overproductie blijven ondervinden.
Als de raderen van de wereldeconomie, door de permanente en groeiende tendens tot overproductie, nog niet definitief zijn vastgelopen, dan komt omdat de bourgeoisie massaal haar toevlucht heeft genomen tot niet afgeloste schulden om de vraag te scheppen, hetgeen heeft geleid tot de accumulatie van een kolossale wereldschuld die als een zwaard van Damocles boven de wereldeconomie hangt.
De tendentiële daling van de winstvoet, waarop ook Marx heeft gewezen, vormt een extra obstakel voor de accumulatie. Door de verscherpte concurrentie worden kapitalisten immers gedwongen tegen lagere prijzen te produceren om hun bedrijf in leven te houden. Daartoe moeten zij de productiviteit verhogen door steeds meer machines bij het productieproces te betrekken (verhoging van de organische samenstelling van het kapitaal). Bijgevolg bevat elke aldus geproduceerde waar proportioneel minder levende arbeid (dat deel van de arbeid van de arbeider dat niet door de kapitalist wordt betaald), en dus minder meerwaarde. Niettemin kunnen de gevolgen van de daling van de winstvoet worden gecompenseerd door verschillende factoren, waaronder de stijging van het productievolume[4]. Maar dit laatste stuit op haar beurt op de ontoereikendheid van de markten, net als overproductie. Als de tendentiële daling van de winstvoet zich niet van meet af aan in het leven van het kapitalisme voordeed als een absolute rem op de accumulatie, dan is dat omdat er in de maatschappij afzetmogelijkheden waren, eerst reëel en vervolgens gebaseerd op de toename van de wereldschuld, die het mogelijk maakten om deze te compenseren. In de huidige context wordt het gevaarlijk gekoppeld aan de overproductie.
De toename van de onproductieve uitgaven die door het staatskapitalisme wordt gegenereerd... Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam het kapitalisme in een nieuwe periode van zijn leven, zijn vervalperiode, waarin de maatschappelijke tegenspraken de instelling van het staatskapitalisme oplegden om de samenhang van de maatschappij tegenover deze tegenstellingen te handhaven, tegenover met name
Dit soort uitgaven van het staatskapitalisme is totaal onproductief, in plaats van bij te dragen aan de accumulatie, vormen zij daarentegen een sterilisatie van het kapitaal. Ook hierover ontstonden in onze openbare bijeenkomsten misverstanden, met name over de productie en verkoop van wapens, die werden gezien als een bijdrage aan de accumulatie en dus een zekere economische rationaliteit aan de oorlog verleenden. In feite wordt het argument dat wordt gebruikt om deze stelling te ondersteunen, ‘de verkoop van dergelijke goederen impliceert de realisatie van meerwaarde’, verworpen door het marxisme. Om hiervan overtuigd te raken, hoeven we slechts te verwijzen naar Marx: “Een groot deel van het jaarlijkse product, dat als revenu verteerd wordt en niet meer als productiemiddel opnieuw in de productie opgaat (…) Deze soort van productieve arbeid produceert gebruikswaarden, (…) die slechts voor de onproductieve consumptie bestemd, in hun realiteit, als artikelen, geen gebruikswaarde voor het reproductieproces”[5]. Deze laatste categorie omvat luxegoederen voor de bourgeoisie en wapens, die uiteraard niet als productiemiddel terugkeren in de productie. Sinds het begin van de 20e eeuw zijn de onproductieve uitgaven alleen maar toegenomen, vooral de militaire uitgaven, waaraan de oorlog in Oekraïne onlangs een nieuwe impuls heeft gegeven. Inflatie mag niet worden verward met een ander verschijnsel in het leven van het kapitalisme, namelijk de prijsstijging van bepaalde goederen als gevolg van onvoldoende aanbod. Dit laatste verschijnsel is de laatste tijd bijzonder belangrijk geworden door de oorlog in Oekraïne, die de aanvoer heeft beïnvloed van een aanzienlijke hoeveelheid verschillende landbouwproducten, waarvan de tekorten reeds een factor is in de verergering van armoede en honger in de wereld.
Inflatie maakt per definitie geen deel uit van de tegenspraken die inherent zijn aan de kapitalistische productiewijze, zoals bijvoorbeeld het geval is bij overproductie. Niettemin is het een permanent kenmerk van de periode van het verval van het kapitalisme dat zware gevolgen heeft voor de economie. Net als het gebrek aan aanbod komt het tot uiting in stijgende prijzen, maar het is het gevolg van het gewicht van de onproductieve uitgaven in de maatschappij, waarvan de kosten worden doorberekend in de kosten van de geproduceerde waren. Immers, “in de prijs van elke waar zitten, naast de winst en de kosten van de kosten van de arbeidskracht en het constante kapitaal dat bij de productie ervan wordt verbruikt, een steeds groter aandeel van alle onkosten die onontbeerlijk zijn voor de verkoop ervan op een steeds meer verzadigde markt (van de salariëring van het personeel van de marketingdiensten tot de belastingen om de politie, de ambtenaren en de wapens van het producerende land te betalen). In de waarde van elk voorwerp wordt het aandeel van de arbeidstijd belichaamt, die nodig is voor de productie ervan, elke dag kleiner ten opzichte van het deel dat de menselijke arbeid belichaamt die het voortbestaan van het systeem vereist. De tendens van het gewicht van deze onproductieve uitgaven om de toename van de arbeidsproductiviteit teniet te doen, komt tot uiting in de voortdurende opwaartse beweging van de prijzen van de waren”[6]. Ten slotte is een andere inflatoire factor het gevolg van de devaluatie van de valuta's die gepaard gaat met de ongecontroleerde toename van de wereldschuld, die momenteel 260% van het mondiale BBP benadert.
Als de bourgeoisie gretig naar natuurlijke hulpbronnen grijpt door ze in de productiekrachten op te nemen, dan is dat omdat deze de bijzonderheid hebben ‘vrij’ te zijn voor het kapitalisme. Hoe vervuilend, moorddadig en uitbuitend het kapitalisme in zijn opkomende fase ook was, toen het de wereld veroverde, het is niets vergeleken met de helse spiraal van vernietiging van de natuur die sinds de Eerste Wereldoorlog plaatsvindt, als gevolg van de felle economische en militaire concurrentie. De vernietiging van het milieu heeft een nieuw niveau bereikt, aangezien de kapitalistische ondernemingen, zowel particuliere als openbare, de milieuvervuiling en de plundering van de hulpbronnen van de planeet hebben opgevoerd als nooit tevoren. Bovendien hebben oorlogen en militarisme bijgedragen tot de vervuiling en vernietiging van het natuurlijk milieu[7]. In de tweede helft van de 20e eeuw is een nieuwe dimensie duidelijk geworden van de ramp die het kapitalisme voor de mensheid in petto heeft vanwege de klimaatverandering, die het voortbestaan van de mensheid bedreigt. De oorzaken zijn economisch en de gevolgen ook. De opwarming van de aarde heeft een steeds grotere impact op het menselijk leven en de economie: reusachtige branden, overstromingen, hittegolven, droogtes, vernietigende stormen, enzovoort treffen niet alleen de landbouwproductie, maar ook de industriële productie en de menselijke leefomgeving in toenemende mate, en treffen in feite de kapitalistische economie steeds zwaarder. Een dergelijk gevaar kan alleen worden afgewend met de omverwerping van het kapitalisme. Maar er bestaat het idee dat de bourgeoisie de klimaatramp zou kunnen voorkomen door nieuwe ‘schone’ technologieën te ontwikkelen. Het lijdt geen twijfel dat de bourgeoisie op dit gebied nog aanzienlijke en zelfs beslissende vorderingen kan maken. Wat zij echter niet kan, is zich wereldwijd verenigen om dergelijke technologische vooruitgang te operationaliseren en te implementeren.
Dit is niet de eerste keer in de geschiedenis dat een dergelijke illusie in de bourgeoisie wordt geuit. Het is in zekere zin vergelijkbaar met de stelling van het ‘superimperialisme’ die Kautsky aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde en die bedoeld was om ‘aan te tonen’ dat de grootmachten onderling overeenstemming konden bereiken om een gemeenschappelijke en vreedzame overheersing van de wereld tot stand te brengen. Een dergelijke opvatting was duidelijk een van de speerpunten van de pacifistische leugens, waarmee ze de arbeiders wilden doen geloven dat oorlogen konden worden beëindigd zonder dat het kapitalisme hoefde te worden vernietigd. Deze visie van Kautsky omzeilde de concurrentie op leven en dood die tussen de kapitalistische machten bestaat. Ze lijkt voorbij te gaan aan het feit dat het hoogst mogelijke niveau van eenwording dat de verschillende nationale fracties van de wereldburgerij kunnen bereiken dat van de natie is, waardoor zij volstrekt niet in staat zijn een werkelijk supranationale politieke autoriteit en organisatie van de maatschappij tot stand te brengen.
De realiteit is precies het tegenovergestelde van de illusie van een bourgeoisie die in staat zou zijn een klimaatramp te vermijden. Wat duidelijk is, is dat de meest totale irrationaliteit en onverantwoordelijkheid ten aanzien van de klimaatverandering voortduurt en zelfs wordt verergerd, wat tot uiting komt in zowel het ontstaan van nieuwe imperialistische conflicten zoals de oorlog in Oekraïne (catastrofaal voor de mens maar ook voor de planeet) als in andere, minder belangrijke maar zeer belangrijke dwalingen, zoals het beheer van de Bitcoin, waarvan het jaarlijkse energieverbruik gelijk is aan alle activiteiten van een land als Zwitserland.
Het verval komt overeen met de laatste periode in het leven van het kapitalisme, die wordt ingeluid door een impasse tussen de twee antagonistische klassen, die geen van beide in staat zijn een eigen oplossing te bieden voor de historische crisis van het kapitalisme. De verdieping van de economische crisis leidt dan tot het wegrotten van de maatschappij. Dit beïnvloedt het hele sociale leven, met name door de ontwikkeling van het ‘ ieder voor zich’ in alle maatschappelijke verhoudingen, vooral binnen de bourgeoisie. Dit werd meesterlijk geïllustreerd tijdens de Covid-pandemie, met name door
De achtergrond van het verval (de ontbinding) is dus weliswaar de economische crisis, maar het blijkt dat de economische crisis op haar beurt sinds het begin van de jaren 2020 steeds meer wordt aangetast door de ontbinding. Zo wordt het verloop van de economische crisis verergerd door de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich’ op alle gebieden en met name in de internationale verhoudingen tussen de grootmachten. Een dergelijke situatie zal de uitvoering van een gecoördineerde economische politiek bij de volgende recessie ernstig bemoeilijken.
De situatie is inderdaad veel zorgwekkender dan twee jaar geleden. Een combinatie van factoren wijst vooral op een groot risico van aanzienlijke verstoringen op economisch gebied en, bij implicatie, ver daarbuiten:
De stijging van de inflatie tast niet alleen het leven van de uitgebuitenen aan, maar vormt ook een rem op de internationale handel, die al wordt ondermijnd door imperialistische spanningen. Zozeer zelfs dat, gezien het schijnbaar onvermijdelijke vooruitzicht van een stijging van de rente in een aantal geïndustrialiseerde landen, een recessie onvermijdelijk lijkt. Dit is een bedreiging waarvan de bourgeoisie de ernst niet lijkt te durven noemen, gezien de context van een ernstig verslechterde economische situatie en de om zich heen grijpende ‘ieder voor zich’ en in sommige gevallen zelfs openlijke vijandigheid tussen de belangrijkste mogendheden.
Vandaag, na meer dan een eeuw van kapitalistische verval kunnen we zien hoe visionair de woorden van de Kommunistische Internationale waren over de ‘interne desintegratie’ van het wereldkapitalisme, dat niet uit zichzelf zal verdwijnen, maar de mensheid zal meesleuren in de barbarij, als de arbeidersklasse er geen einde aan maakt. Het is weer tijd voor het proletariaat om als klasse te reageren op de apocalyps die het kapitalisme voor ons in petto heeft. Daar is nu nog tijd voor.
Silvio / 05.10.2022
[1] Zie: "Het verval van het kapitalisme (V): De dodelijke tegenspraken van de burgerlijke maatschappij", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 139.
[2] "Oorlog, militarisme en imperialistische blokken in het verval van het kapitalisme, deel 2", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 53.
[3] “Terwijl de consumptiecapaciteit van de arbeiders beperkt is, deels door de loonwetten en deels doordat ze alleen worden ingezet als ze winstgevend zijn voor de kapitalistische klasse. De ultieme reden van alle reële crisissen blijft de armoede en consumptiebeperking van de massa’s tegenover de tendens van de kapitalistische productie de productiekrachten zodanig te ontwikkelen alsof alleen de absolute consumptiecapaciteit van de maatschappij de grens is.” (K. Marx, Het Kapitaal III Afdeling V hoofdstuk 30, Geldkapitaal en reëel kapitaal [161])
[4] Er zijn ook andere tegentendensen voor de tendentiële daling van de winstvoet, met name de toename van de uitbuiting.
[5] K. Marx, “Productieve en onproductieve arbeid [162]”
[6] Surproduction et inflation [163], Révolution Internationale (nieuwe serie) nr. 6 (1973).
[7] Zie: "Het kapitalisme vergiftigt de aarde", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 63 ; "De wereld aan de vooravond van een milieuramp", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 135; "De wereld aan de vooravond van een milieuramp: Wie is verantwoordelijk?". Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 139.
Toen Russische troepen Oekraïne binnenvielen, zei president Biden in zijn toespraak op 24 februari dat “Poetin een aanval heeft gedaan op de beginselen die de wereldvrede beschermen”. De wereld zou dus geconfronteerd worden met de onvermijdelijkheid van een nieuwe oorlogsdrama door de waanzin van één man. Deze propaganda, waarbij Oekraïne en de ‘westerlingen’ worden voorgesteld als slachtoffers, die alleen aan de ‘vrede’ werken, is een leugen.
In werkelijkheid is dit moorddadige conflict een puur product van de tegenspraken van een kapitalistische wereld in crisis, van een maatschappij die aan het verrotten is en onderworpen wordt aan het regime van het militarisme. De huidige oorlog is, zoals alle oorlogen in het verval van het kapitalisme, het resultaat van een permanente imperialistische krachtsverhouding, dat alle hoofdrolspelers treft, groot of klein, of ze nu direct of indirect bij dit conflict betrokken zijn [1] In de cynische strijd in deze planetaire krabbenmand staan de Verenigde Staten, als enige supermacht, vooraan in de barbarij, niet aarzelend om chaos en ellende te verspreiden om hun smerige belangen te verdedigen en het onvermijdelijke verval van hun leiderschap een halt toe te roepen.
Na de Koude Oorlog hebben de Verenigde Staten, parallel met hun verlangen om greep te houden op hun voormalige bondgenoten in het Westblok, hun strategie om het vesting van de voormalige USSR in te dammen nooit opgegeven. Zo werd reeds op 15 februari 1991 de Visegrad-groep opgericht, bestaande uit voormalige Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjecho-Slowakije), om hun integratie in de NAVO en Europa te bevorderen. Deze druk bracht de Europese machten ertoe hun grote bezorgdheid te uiten om Rusland niet te ‘vernederen’. Uit deze toon klonk al een latente uitdaging van de Verenigde Staten.
Terwijl de val van de Berlijnse muur symbolisch het einde van de Koude Oorlog aankondigde, zou een nieuwe oorlog, de eerste Golfoorlog, geïnitieerd door de Verenigde Staten [2,] een voorbode zijn van de chaos van de eeuw die volgde. In plaats van een ‘oorlog om olie’ was het de Amerikaanse macht die, na het bankroet van de gemeenschappelijke vijand (de USSR), ditmaal rechtstreeks druk uitoefenende op zijn machtigste voormalige bondgenoten, om hen onder zijn juk te houden door hen mee te sleuren in dit barbaarse militaire avontuur.
Aangezien de wereld niet langer verdeeld was in twee gedisciplineerde imperialistische kampen, achtte een land als Irak het mogelijk een voormalige bondgenoot van hetzelfde blok, Koeweit, over te nemen. De Verenigde Staten, die een coalitie van 35 landen aanvoerden, lanceerden een dodelijk offensief om elke toekomstige verleiding van Saddam Hoessein, om dit soort acties te herhalen, te ontmoedigen. Zo was de operatie ‘Desert Storm’, geleid door een ‘internationale coalitie’ tegen Irak, in werkelijkheid een onderneming van het Amerikaanse imperialisme, bedoeld om zijn voormalige bondgenoten, die zijn leiderschap zouden kunnen betwisten, ‘in de pas te brengen’ door zich op te werpen als de enige ‘wereldpolitieagent’. Dit alles ten koste van enkele honderdduizenden doden.
Natuurlijk zou de overwinning van president Bush (Sr.) die “vrede, welvaart en democratie” beloofde, niet lang een illusie blijven. De schijnbare stabiliteit, die ten koste van ‘ijzer en bloed’ werd bereikt, was tijdelijk en bevestigde de Verenigde Staten als ‘wereldpolitieagent’, maar bevatte reeds de kiem van groeiende tegenstellingen en spanningen.
Had de Golfoorlog de eerste pogingen tot openlijk verzet tegen de Amerikaanse politiek even in de kiem gesmoord, daarna kwamen deze vrij snel tot uiting, met name bij het conflict in het voormalige Joegoslavië (van 1991 tot 2001). Begin jaren 1990 stond de regering van kanselier Helmut Kohl, die de onafhankelijkheid van Kroatië en Slovenië bevorderde en steunde om Duitsland toegang te geven tot de Middellandse Zee, lijnrecht tegenover de Amerikaanse macht, maar ook tegenover de belangen van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Door zijn gedurfde initiatieven bracht Duitsland het proces op gang dat zou leiden tot de explosie van Joegoslavië.
Geconfronteerd met een openlijke uitdaging aan zijn gezag, zaten de Verenigde Staten niet stil. Al in de zomer van 1995 lanceerden ze een grootscheeps tegenoffensief door te vertrouwen op hun belangrijkste troef: zijn militaire macht. De Verenigde Staten zetten hun eigen strijdmacht op, de Implementation Force (IFOR), door de VN en de Europese troepen te verdringen en zo hun overweldigende superioriteit en indrukwekkende logistiek te tonen. Dit machtsvertoon, diplomatiek geleid onder het gezag van Bill Clinton, moest de Europeanen dwingen in hetzelfde jaar te ondertekenen het Dayton-akkoord. Opnieuw maakte het conflict duizenden slachtoffers.
Natuurlijk werden deze overeenkomsten, ondertekend onder door de Verenigde Staten opgelegde voorwaarden, onder druk van wapens en agressieve diplomatie, waarbij met name werd ingespeeld op de verdeeldheid tussen de Europese staten, voortdurend door diezelfde staten gesaboteerd. Duitsland heeft de Verenigde Staten in de Balkan, met name in Bosnië, voortdurend belemmeringen in de weg gelegd en ook diplomatieke toenaderingen bevorderd, geconcretiseerd door zijn banden met de Turkse en Iranese regimes, die de woede van Washington wekte.
Zelfs in het Midden-Oosten, een traditioneel domein van Uncle Sam, konden Europese rivalen de Amerikaanse politiek geleidelijk aan belemmeren. Een dergelijke betwisting ging ook uit van de meest loyale luitenanten van de Verenigde Staten, te beginnen met Israël, vooral nadat Netanyahu in 1996 aan de macht kwam, terwijl het Witte Huis op Shimon Peres van de “Arbeiderspartij” rekende. Evenzo was Saoedi-Arabië steeds openlijker over zijn onwil om Amerikaanse dictaten in de regio te aanvaarden.
Achtereenvolgende tegenslagen voor Uncle Sam deden zich voor slechts enkele maanden na zijn succesvolle tegenoffensief in ex-Joegoslavië. In alle strategische gebieden van de planeet werden de Amerikaanse belangen steeds meer gedwarsboomd.
In het begin van deze nieuwe eeuw is grotendeels bevestigd wat we in het midden van de jaren 1990 zeiden. De Verenigde Staten werden zelfs voor het eerst in hun geschiedenis op eigen bodem getroffen door de dodelijke aanslagen van 11 september 2001 in New York. De ontstellende en symbolische instorting van de Twin Towers markeerde een nieuwe dimensie in de ontwikkeling van kapitalistische verschrikking en chaos. Maar de aanvallen vormden ook een grote kans voor de Verenigde Staten om hun imperialistische belangen te verdedigen in een vlucht vooruit in de oorlog. Ook hier was de politiek van de VS gericht op uitgebreide vergeldingsacties en moorddadige militaire operaties in een poging hun gezag te handhaven, in naam van de "strijd tegen het terrorisme". De regering van George W. Bush Junior lanceerde met haar strijdkrachten snel luchtaanvallen tegen Al Qaeda en de Taliban in Afghanistan, een onderneming die door voormalige bondgenoten werd gesteund.
Maar Washingtons nieuwe kruistocht tegen de “as van het kwaad” in Irak kwam al snel onder toenemende en venijnige kritiek te staan. Door in 2003 valse informatie te verspreiden over de ‘massavernietigingswapens’ van Saddam Hoessein om de steun van hun bevolking en die van zijn voormalige partners te stimuleren, raakten de Verenigde Staten steeds meer geïsoleerd in hun nieuwe oorlogszuchtige onderneming [3]. Frankrijk trotseerde ditmaal openlijk de Verenigde Staten en gebruikte zelfs zijn vetorecht in de VN-Veiligheidsraad.
Dit nieuwe machtsvertoon moest het terrorisme uitroeien en de achteruitgang van het Amerikaanse leiderschap stoppen, maar het opende echter de doos van Pandora, en de aanslagen die over de hele wereld volgden konden de irrationaliteit van deze militaire ondernemingen alleen maar onderstrepen, die in werkelijkheid dezelfde neerwaartse spiraal voedden, waardoor onenigheid, chaos en barbarij toenamen.
De Verenigde Staten zetten ook hun vastberaden politiek ten aanzien van het Oosten voort, met de reizen van Minister van Buitenlandse Zaken Condolezza Rice ten gunste van “verandering” en “democratie”. Haar werk zou vruchten afwerpen. In 2003 maakte het Amerikaanse imperialisme duidelijke vorderingen in de Kaukasus door de ‘Rozenrevolutie’ in Georgië te steunen, waarbij de pro-Russische Shevarnadze werd afgezet en vervangen door een pro-Amerikaanse kliek. De ‘Tulpenrevolutie’ in Kirgizië in 2005 maakte ook deel uit van dezelfde strategie. Oekraïne, dat een sleutelrol speelde Ruslands politiek, stond al onder zware politieke druk. Achter de ‘Oranje Revolutie’ van 2004, net als die van 2014, stond niet een zogenaamde “strijd voor democratie” centraal, maar een strategisch doel in het spel van invloed van de grootmachten en de NAVO [4].
Maar met de kolossale militaire macht en het toenemende gebruik van wapens slaagde het Amerikaanse imperialisme er niet in de uitdaging van hun leiderschap uit te roeien. In plaats van voor ‘vrede en welvaart’ te zorgen, zijn de VS vastgelopen in alle belangrijke strategische gebieden die zij in hun eigen voordeel wilden stabiliseren en verdedigen.
De terugtrekking van de VS uit Irak in 2011 versterkte de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich’, in hetzelfde jaar dat de burgeroorlog in Syrië bijdroeg tot de explosie van chaos in een regio van de wereld, die totaal oncontroleerbaar was geworden. De terugtrekking uit Afghanistan in 2021 ging ook gepaard met een onontwarbare chaos, waarbij zelfs de Taliban aan de macht kwamen. Elk van deze operaties, bedoeld om de ‘orde’ van de Pax Americana op te leggen, heeft de chaos en de barbarij alleen maar versterkt en de Verenigde Staten genoodzaakt hun oorlogszuchtige vlucht vooruit voort te zetten.
Deze mislukkingen alleen zijn niet de redenen voor de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak en Afghanistan [5]. In feite had Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton in 2011 al een ‘strategische ommezwaai naar Azië’ aangekondigd. Deze politieke oriëntatie van het mandaat van Barack Obama was zeker geen ‘terugtrekking’ uit het wereldgebeuren zoals die door Donald Trump werd voortgezet met de leuze ‘America first’. Terwijl China in het verleden een ondergeschikte plaats innam op het wereldtoneel, heeft het geleidelijk de dimensie aangenomen van een echte uitdager, die de Amerikaanse bourgeoisie, die vastbesloten is haar leidersstatus te behouden, steeds meer verontrust en bedreigt. Tegenover de opkomst van China werd de doelstelling duidelijk aangekondigd: “Azië centraal stellen in de Amerikaanse politiek”, die de factie rond Joe Biden moest nastreven en versterken. Maar verre van de andere grote brandhaarden te hebben ‘verlaten’, heeft deze herpositionering het Amerikaanse imperialisme nieuw leven ingeblazen. De indruk van een ‘terugtrekking’ bracht sommige rivalen van de VS ertoe hun eigen imperialistische ondernemingen te beginnen waar Uncle Sam niet langer aanwezig was. Velen, zoals Rusland, betalen een hoge prijs voor deze onderschatting! Door zijn troepen te lanceren in een groteske militaire invasie van Oekraïne was Rusland van plan de wurggreep los te maken die het nu verder verstikt. Het liep dus in de val van de Amerikaanse bourgeoisie [6].
In werkelijkheid komt de Amerikaanse terugtrekking overeen met een wereldwijde visie, op langere termijn, ingegeven door de wil om China, dat een imperialistische macht is geworden die haar vitale belangen bedreigt, in toom te houden. Zo blijft het huidige Amerikaanse offensief, door de druk die het uitoefent op Europese landen, net zoals door het spectaculaire tegenoffensief in de Oekraïne, dat mogelijk is gemaakt door geraffineerde logistieke en materiële steun, of door de handhaving van diplomatieke druk op Iran (over het nucleaire programma) en op het Afrikaanse continent met de reizen van zijn hoofd van de diplomatie, Antony Blinken, tegenover de honger van Rusland en China, vastbesloten om de historische achteruitgang van zijn leiderschap te bestrijden. Door China’s ‘zijderoutes’ naar Europa te dwarsbomen via de oorlog in Oekraïne en door de zeeroutes in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan verder te controleren, zijn de VS er voorlopig in geslaagd China te dwingen zijn ambities alleen over land en binnen een beperkt gebied uit te breiden. In het besef dat China nog lang niet is opgewassen tegen hun militaire macht, maken de Verenigde Staten van deze zwakheid gebruik om druk te blijven uitoefenen en kunnen zich zelfs provocaties veroorloven, zoals de zeer politieke en symbolische reis van de Democrate Nancy Pelosi naar Taiwan. Dit ongekende affront, dat de relatieve machteloosheid van China blootlegt, kan zich in de toekomst herhalen en Peking misschien tot gevaarlijke militaire avonturen aanzetten, ook al heeft de Chinese bourgeoisie tot nu toe voorzichtig elke rechtstreekse confrontatie met de VS vermeden.
Uit al deze ontwikkelingen, die verband houden met het optreden van het Amerikaanse imperialisme, kunnen we enkele lessen trekken:
In zijn laatste fase van ontbinding stort het kapitalisme de wereld in barbarij en leidt het onverbiddelijk naar een gigantische vernietiging. Dit ontstellende beeld en de verschrikkingen die dagelijks plaatsvinden, laten zien hoe cruciaal de inzet en de verantwoordelijkheid van de arbeidersklasse in de wereld zijn. De overleving van het menselijk ras staat vandaag op het spel.
WH / 15.09.2022
[1] Voor een nadere toelichting zie de handeling van de tekst: “Militarisme en ontbinding (mei 2022) [167]”
[2] Zie “De Golfoorlog: slachtingen en kapitalistische chaos” Internationale Revue Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 65 (1992).
[3] Behalve de steun van Groot-Brittannië nam geen enkele grote militaire macht naast de Amerikaanse troepen deel aan dit conflict.
[4] De massa's die Viktor Joesjtsjenko steunden of de kant van Viktor Janoekovitsj kozen, waren slechts pionnen, die gemanipuleerd werden en zich achter een van de rivaliserende bourgeoisfracties schaarden ten behoeve van deze of gene imperialistische oriëntatie.
[5] Bovendien, zoals de moord op Al Qaeda-leider Ayman Al-Zawahiri op 31 juli 2022 heeft aangetoond, hebben de VS hun invloed op de situatie in dat land geenszins opgegeven.
[6] Zie “De betekenis van de oorlog in Oekraïne”, Internationale Revue, Frans-, Engels en Spaanstalige uitgaven nr. 168.
Sinds 27 september strijden steeds meer werkers van de olieconcerns Total Energies en Esso-Exxon Mobil. Bij het ter perse gaan zijn zeven van de acht raffinaderijen geblokkeerd. Hun belangrijkste eis is duidelijk: om de stijgende prijzen het hoofd te kunnen bieden, eisen zij een loonsverhoging van 10%.
Alle loontrekkers, gepensioneerden, werklozen, precaire studenten, die vandaag gebukt gaan onder de inflatie, deze duizelingwekkende stijging van de voedsel- en energieprijzen, worden geconfronteerd met hetzelfde probleem: salarissen, pensioenen of vergoedingen die hen niet langer in staat stellen een waardig leven te leiden. De vastberadenheid van de stakers van de raffinaderij, hun woede en hun strijdwil belichamen en concretiseren wat de hele arbeidersklasse voelt, in alle sectoren, publiek of privé.
De media kunnen steeds opnieuw beelden laten zien van eindeloze rijen bij tankstations, talloze berichten over de beproeving van automobilisten die naar hun werk willen, maar dit zegt niets: deze strijd wekt voorlopig meer op dan sympathie in de proletarische gelederen, ze wekt ook het gevoel op dat arbeiders uit alle sectoren in hetzelfde schuitje zitten!
Dan zullen de gevestigde media roepen: “Kijk eens naar deze rijkelui die meer dan 5.000 euro per maand verdienen!” Eerlijk gezegd, wie kan een dergelijk leugen geloven? Vooral omdat ze met elke staking van spoorwegarbeiders of luchtvaartmaatschappijen hetzelfde doen... 5.000, 7.000, 10.000... Wie zegt er meer?
In werkelijkheid krijgen deze arbeiders niet meer dan 2.000 euro om te beginnen, 3.000 voor sommigen aan het eind van hun loopbaan, zoals leraren, verpleegkundigen, geschoolde arbeiders, enz. Maar deze propaganda is in de loop van de maanden steeds minder hoorbaar, omdat binnen de arbeidersklasse het idee groeit dat we allemaal getroffen worden door de verslechtering van de lonen en de steeds ondraaglijker wordende aanvallen.
De voelbare toename van woede en strijdbaarheid in veel sectoren in Frankrijk in de afgelopen weken is dan ook geen verrassing. Het maakt deel uit van een bredere dynamiek, van een internationale dynamiek, waarvan de strijd die de arbeiders in het Verenigd Koninkrijk deze zomer hebben gevoerd (en die nog steeds voortduurt) de belangrijkste aanwijzing is. In ons internationale pamflet van 27 augustus schreven we dat “dit de grootste arbeidersbeweging in dit land is sinds tientallen jaren; je moet teruggaan tot de grote stakingen van 1979 om een grotere, massalere beweging te vinden. Een beweging van deze omvang in een land zo groot als het Verenigd Koninkrijk is geen ‘lokale’ gebeurtenis. Het is een gebeurtenis van internationale betekenis, een boodschap aan de uitgebuitenen van alle landen.” Sindsdien hebben bijvoorbeeld stakingen in Duitsland of de aangekondigde stakingen in België deze tendens alleen maar bevestigd.
De arbeidersklasse wordt echter geconfronteerd met een echte zwakte: dat is de versnippering van haar strijd. In de afgelopen twee maanden zijn stakingen uitgebroken in de vervoerssector (in Metz op 7 oktober, in Dijon op 8 oktober, in Saint Nazaire op 11 oktober, op nationale schaal van 17 tot 23 oktober), in de kinderopvang en onder de plaatselijke ambtenaren (op 6 oktober), een betoging op 29 september, hoofdzakelijk in de publieke sector, enz.
Waarom deze verdeling? Want de vakbonden hebben nu de organisatie van deze bewegingen in handen, die zij versnipperen en opsplitsen tussen evenveel bedrijven, sectoren en specifieke eisen. Want zij verdelen het werk om de arbeiders in te kaderen tussen ‘radicale’ en ‘verzoenende’ vakbonden, en spelen zo in op de verdeeldheid die uiteindelijk twijfel en wantrouwen opwekt in de rangen van de arbeiders.
Tegenover Macron en zijn regering presenteren de vakbonden zich nu als radicalen, als voorvechters van de strijd... om ons beter in te kaderen en van elkaar te scheiden. Door geloofwaardigheid te geven aan het idee van ‘belasting op superwinsten’ en een betere ‘verdeling van de rijkdom’, door arrestaties van stakers door de staat aan de kaak te stellen en door de deugden van echte onderhandelingen aan te prijzen, geven de ‘sociale partners’ met hun ‘verzet’ een impuls aan de staat, die zich juist wil voordoen als garant voor welwillende arbitrage. En de media, de leiders van de bourgeoisie, slaan de spijker op de kop door de CGT en het FO voor te stellen als ‘onverantwoordelijke opstandelingen’, om ze in de ogen van de uitgebuitenen geloofwaardig te maken door ze een vermeende strijdbaarheid te verlenen, terwijl deze apparaten zelf staatsorganen zijn, perfect geïnstitutionaliseerd.
Vandaag vernemen we dat ook de arbeiders van de kerncentrale van Gravelines, de krachtigste van West-Europa, gaan staken. Net als de arbeiders van de SNCF, de RATP of de landelijke distributie. Ook zij eisen loonsverhoging! Over enkele dagen, op 18 oktober, is een ‘interprofessionele’ dag van stakingen en demonstraties gepland in het beroepsonderwijs, in ziekenhuizen, in particuliere verzorgingstehuizen... Met andere woorden, ieder in zijn eigen hoekje, gescheiden van de anderen. Bovendien wil de leider van de CGT, Philippe Martinez, voor de microfoon van BFM TV geen eenheidsbeweging van de klasse. Door te zwaaien met de ‘algemene staking’ organiseert hij een diversiteit van louter lokale acties: “We moeten acties in alle bedrijven bespreken en de stakingen veralgemenen. Dit betekent dat er overal gestaakt moet worden”. Om het duidelijk te stellen: de vakbonden organiseren verdeeldheid en versnippering, bedrijf per bedrijf, onder het mom van ‘veralgemening’.
Laten we de zwakte van de sociale beweging tegen de pensioenhervorming in 2019 niet vergeten: er was grote sympathie voor de stakende spoorwegarbeiders, maar die solidariteit bleef platonisch, beperkt tot het geven van geld aan de ‘solidariteits’-fondsen die de CGT in de optochten van de demonstranten naar voren schoof. Maar de kracht van onze klasse bestaat niet uit de aanmoediging van veraf of het naast elkaar ontwikkelen van stakingen, geïsoleerd van elkaar.
Nee! Onze kracht is eenheid, solidariteit in de strijd! Het is geen kwestie van ‘convergeren’, van ons naast elkaar strijden. De strijd van de arbeiders is één en dezelfde beweging: staken en massale afvaardigen sturen naar de arbeiders die geografisch het dichtst bij ons staan (de fabriek, het ziekenhuis, de school, het administratief centrum...) om elkaar te ontmoeten, te discussiëren en steeds meer arbeiders voor de strijd te winnen; vergaderingen organiseren om te debatteren; zich verenigen rond gemeenschappelijke eisen. Het is dit in handen nemen van de strijd door de arbeiders zelf, deze dynamiek van solidariteit, uitbreiding en eenheid die de bourgeoisie door de geschiedenis heen altijd heeft doen beven. Kortom, precies het tegenovergestelde van wat de vakbonden doen.
Vandaag de dag is het voor de uitgebuitenen nog steeds heel moeilijk om zelf hun strijd in handen te nemen; het lijkt hen zelfs onmogelijk, zozeer zelfs dat steeds weer wordt beweerd dat de leiding van deze strijd moet worden toevertrouwd aan de ‘specialisten’ van de vakbonden. Maar de geschiedenis van de arbeidersklasse bewijst het tegendeel: juist toen de leiding van de strijd in handen kwam van de algemene vergaderingen, die collectief beslisten over het verloop van de strijd en verkozen en herroepbare stakingscomités benoemden, die verantwoording verschuldigd waren aan de vergaderingen, en niet aan de verschillende vakbondscentrales, die nooit aarzelen om hun verdeeldheid tentoon te spreiden om de arbeiders te demoraliseren, waren de laatsten het sterkst en waren zij in staat hun uitbuiters terug te dringen.
IKS, 13 oktober 2022
De laatste drie jaar zijn we getuige van een gelijktijdigheid en een verergering van de verschillende crises en catastrofes die het verval van de kapitalistische maatschappij versnellen: oorlog, economische crisis, ecologische crisis, pandemie... Dit, tot op het punt dat we serieus en concreter dan ooit tevoren een bedreiging van de vernietiging van de menselijke soort zien opdoemen.
Een brutale versnelling van de ontbinding
De Covid-19 pandemie, waarvan de achtste golf momenteel aan de gang is, vormde in 2020 al een nieuwe stap in het wegzinken van de maatschappij in de laatste fase van haar verval, die van haar ontbinding. Het kristalliseert in feite een hele reeks factoren van de chaos waartussen tot dan toe geen verband leek te bestaan[1]. De nalatigheid van de heersende klasse kwam overal duidelijker aan het licht met de ineenstorting van de gezondheidszorg (gebrek aan maskers, bedden en verzorgers) die verantwoordelijk waren voor de wereldwijde catastrofe, waarvan de cijfers variëren tussen 15 en 20 miljoen doden. De pandemie had zelfs een blijvend effect op de wereldwijde productieketen, waardoor tekorten en inflatie toenamen. Ook bleek dat de bourgeoisie steeds meer moeite had om een gecoördineerd antwoord te organiseren zowel op de pandemie als op de crisis.
De oorlog in Oekraïne ettert al als een kankergezwel aan de poorten van Europa en is een volgende stap in het versnelde wegzinken van de maatschappij in de ontbinding, vooral door de verergering van het militarisme op wereldschaal. De grote wanorde van de instabiliteit in het Oosten en de Kaukasus, de bominslagen die de elektriciteitscentrale van Zaporizja dreigen te beschadigen, de herhaalde dreigingen om kernwapens te gebruiken[2], de catastrofale lekkage van Nordstream-gaspijpleidingen in de Oostzee als gevolg van waarschijnlijke oorlogsdaden, Poetin’s avontuurlijke ‘gedeeltelijke’ mobilisatie die op een fiasco uitdraait, de angstaanjagende risico’s van een escalatie van een wanhopig Russisch regime, wijzen allemaal op een apocalyptische kapitalistische toekomst over de hele wereld. Nu uiten de afgrond van de militaire uitgaven, die voorafging aan en verder gepaard gaat met de oorlog in Oekraïne en de spanningen in de Stille Oceaan, alsook de enorme schuldenlast van staten die gebukt gaan onder het gewicht van de oorlogseconomie, zich in een versnelde duik in een economische crisis.
De crisis, in combinatie met de catastrofale opwarming van de aarde, stort nu al miljoenen mensen in ondervoeding, niet alleen in Oekraïne maar in vele delen van de wereld; de tekorten nemen toe en de inflatie veroordeelt een groot deel van de werkende klasse tot armoede. De door de bourgeoisie geëiste ‘offers’ voorspellen nog veel meer kwaad. Het militarisme dat hand over hand voor onze ogen toeneemt, belichaamt de irrationaliteit van een kapitalisme dat alleen maar kan leiden tot ondergang en bloedige chaos. Te beginnen met de logica van de Verenigde Staten die in hun wens om hun positie als wereldleider te handhaven, de voortdurende versterking van een militaire supermacht noodzakelijk maakt en die in deze oorlog, net als elders, opereert ten koste van steeds meer chaos en destabilisatie. Talloze rampen van allerlei aard, die steeds vaker voorkomen, werken op elkaar in en voeden elkaar steeds sterker, waardoor een ware vernietigende spiraal ontstaat. In de afgelopen maanden is dit apocalyptische traject aanzienlijk versterkt, zowel door de intensivering van de oorlog en haar verwoestingen als door de spectaculaire ontwikkeling van de manifestatie van klimaatverandering[3]. Naast de vernietiging, de verschroeide aarde en slachtpartijen, en de gedwongen exodussen, wordt de landbouwproductie op wereldschaal beperkt, wordt de toegang tot water schaars, nemen de tekorten en hongersnoden toe, en wordt de wereld onleefbaar door de talloze vervuilingen. De grondstoffen die uitgeput raken, worden vrijwel uitsluitend en zonder scrupules omgezet in strategische wapens, zoals gas of tarwe, en overgeleverd aan een ware plundering en ongebreidelde koehandel, met als resultaat steeds weer militaire confrontaties en menselijk lijden. Deze tragedie vindt niet toevallig plaats. Het is het product van het onherroepelijke bankroet van de kapitalistische productiewijze en van het blinde optreden van een bourgeoisie die het noorden kwijt is.
Een productiewijze die al meer dan honderd jaar wordt ondermijnd door haar tegenspraken en historische grenzen, en die al meer dan dertig jaar wegzakt in haar ultieme ontbindingsfase. De wereld stort zich nu nog sneller in een proces van versnippering, van versnelde vernietiging op grotere schaal, in een immense chaos. De bourgeoisie is machteloos om een levensvatbaar perspectief te bieden, steeds meer verdeeld, niet in staat om op een minimumaal niveau samen te werken zoals ze dat tien jaar geleden nog deed op haar wereldtoppen tegen de crisis. Zij heeft geen inspiratie meer, gevangen door haar eigen web van oogkleppen en hebzucht, ondermijnd door de middelpuntvliedende krachten van het ‘ieder voor zich’ dat overhand toeneemt. De overwinning in Italië van Georgia Meloni's ‘post-fascistische’ extreem-rechtse partij is een nieuw voorbeeld van de toenemende tendens dat de bourgeoisie de controle verliest over haar politieke apparaat. In toenemende mate wordt de heersende klasse in haar bestuur geleid door kliekjes gewetenloze schurken, gevaarlijker en onverantwoordelijker dan ooit.
De bourgeoisie blijft vastbesloten om de uitbuiting te versterken, om het proletariaat te laten betalen voor haar onoplosbare crisis en haar oorlogen. Zij zal nu echter meer rekening moeten houden met de klassenstrijd. Hoewel de versnelling van de ontbinding tijdens de pandemie een rem vormde op de ontwikkeling van de strijdbaarheid die bijvoorbeeld in de winter van 2019-2020 in Frankrijk tot uiting kwam, en hoewel de strijd sterk verminderde na de invasie van Oekraïne, is zij nooit helemaal verdwenen. Afgelopen winter braken er stakingen uit in Spanje en in de VS. Precies deze zomer waren er in Duitsland ook stakingen. Maar in het licht van de crisis, de werkloosheid en de terugkeer van de inflatie, vormt bovenal de omvang van de arbeidersmobilisatie in het Verenigd Koninkrijk een echte breuk met de laatste uitingen van strijd op internationaal vlak. Ze brengt een echte mentaliteitsverandering op gang. Deze stakingen vormen een nieuwe gebeurtenis van een historische dimensie. Na bijna veertig jaar van bijna stagnatie hebben zich vanaf juni een groot aantal zeer karakteristieke stakingen voorgedaan in Groot-Brittannië. Daarbij kwamen nieuwe generaties arbeiders in beweging die bereid waren hun rug te rechten en voor hun waardigheid te vechten, en die als steun en aanmoediging dienen voor andere toekomstige bewegingen. Ondanks de internationale ideologische campagne waarmee de koninklijke begrafenis gepaard ging, kondigden de Liverpoolse havenarbeiders, die in de jaren 1990 waren verslagen, opnieuw nieuwe mobilisaties aan. De vakbonden nemen al het voortouw, radicaliseren zich en spelen hun rol als saboteurs en verdelers. Ook al zal deze beweging noodzakelijkerwijs een teruggang doormaken, op zich betekent zij vanwege haar voorbeeldfunctie al een overwinning. Maar de weg van de internationale strijd van het proletariaat is nog lang voordat zij haar klassenidentiteit kan terugvinden en haar eigen revolutionaire perspectief vastberaden kan verdedigen. Haar pad is bezaaid met valkuilen. De risico's om van het eigen klassenterrein af te wijken door zich te mengen in interklassistische strijd met de belegerde kleinburgerij of in vormen van deelstrijd, in het voetspoor van kleinburgerlijke of burgerlijke bewegingen, zoals die van de ‘feminisme’ of ‘antiracisme’, zijn niet zonder ernstige gevaren, vooral in de landen van de periferie. Zo zag de opstand, die zich eind september in Iran verspreidde, na de dood van Mahsa Amini, een proletariaat dat dreigde te verdrinken in een volksbeweging. Hetzelfde geldt voor Rusland, waar de situatie eerder verward lijkt als gevolg van een meer individuele dan een collectieve weigering om zich tegen de militaire mobilisatie te verzetten. Maar met name door de ontwikkeling van inflatie, werkloosheid en extreme onzekerheid, openen zich op een meer globale manier de voorwaarden voor een ontwikkeling van de internationale klassenstrijd tegenover de komende aanvallen. Ze maken het mogelijk om de voorwaarden te scheppen die nodig zijn voor de bevestiging van het kommunistisch perspectief: vooral in de centrale landen van het kapitalisme, waar het proletariaat het meest ervaren is en met de meest geraffineerde valstrikken van de bourgeoisie heeft geworsteld. Het nieuwe decennium dat is begonnen laat de mogelijkheid van een dergelijke historische bevestiging van het proletariaat voorlopig intact, ook al is de tijd niet meer in zijn voordeel, gezien de omvang van de verwoestingen die het kapitalisme veroorzaakt. Dit decennium, dat begon met zowel arbeidersstrijd als de versnelling van de realiteit van toenemende barbarij en chaos, zal de arbeidersklasse er hoogstwaarschijnlijk dieper van overtuigen dat als enige historische alternatief overblijft: kommunistische revolutie of vernietiging van de mensheid!
WH / 28.09. 2022
[1] “Rapport over de Covid-19 pandemie en de periode van kapitalistische ontbinding”, Internationale Revue, Frans- , Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 165.
[2] Het gebruik van kernwapens is niet alleen een kwestie van de goede wil van een ‘gekke dictator’, zoals de bourgeoisie beweert om de bevolking angst aan te jagen voor ‘noodzakelijke offers’. Het vereist ook een zekere consensus binnen de nationale bourgeoisie. Maar hoewel een dergelijk gebruik zou neerkomen op een vrijwillige zelfmoord van de Russische bourgeoisie, maakt de mate van irrationaliteit en onvoorspelbaarheid waarin het kapitalisme zich stort het gebruik ervan niet volledig onmogelijk. Bovendien blijven de verouderde Oekraïense elektriciteitscentrales, een echte financiële afgrond, tientallen jaren na de ramp van Tsjernobyl angstaanjagende tijdbommen.
[3] In de zomer teisterden branden van ongekende omvang de planeet, met droogtes en hitte met pieken tot 50°C (zoals in India), gekoppeld aan verschrikkelijke overstromingen, zoals in Pakistan, waar een groot deel van de landbouwgronden onder water kwamen te staan.
Bij vele gelegenheden, tijdens klimatologische of industriële rampen die talrijke slachtoffers hebben veroorzaakt, heeft het IKS systematisch de krokodillentranen van regeringen, politieke of economische leiders aan de kaak gesteld die zich altijd beroepen op ‘het noodlot’, de pech, ‘menselijke fouten’, de ‘onverantwoordelijkheid’ van deze of gene technicus, arbeider of de plaatselijke instantie belast met het onderhoud, of de ‘onvoorspelbaarheid’ van klimatologische episodes...
Telkens wanneer men geconfronteerd wordt met dergelijke rampen, overstromingen, gigantische bosbranden, het instorten van een brug, zoals in Genua, het omvallen van een kabelbaan, het instorten van een fabriek, een modderstroom, enz. (en deze tragische gebeurtenissen zijn in de loop der jaren alleen maar toegenomen), zijn de schaamteloze hypocrisie en het cynisme van de bourgeoisie grenzeloos. Zij heeft altijd geprobeerd een ideale zondebok te vinden, een slap excuus te vinden om de onrechtvaardigheid te rechtvaardigen, om de mensen te doen vergeten wie de echte schuldigen zijn: de vertegenwoordigers en verdedigers van een aftakelend, stervend kapitalistisch systeem dat overal ter wereld de dood en verderf zaait uit al zijn poriën.
Vandaag, in Griekenland, bij de spoorwegramp waarbij twee treinen frontaal op elkaar botsten, hebben de regering en de spoorwegmaatschappijen geprobeerd de schuld af te schuiven op een onervaren stationschef die een fatale fout maakte, die hij zelf toegaf.
Maar, in tegenstelling tot andere even dramatische ongevallen, onder andere in Griekenland ten tijde van de gigantische branden van 2018 en 2021, die tientallen doden veroorzaakten, bleven de schok, de pijn en het verdriet van de bevolking, geconfronteerd met de dood van deze 57 slachtoffers, niet beperkt tot intieme herinneringen, tot plechtige eerbetuigingen onder auspiciën van de burgerlijke staat, en keerden zij zich niet tegen deze stationschef die door de regering en door premier Mitsotakis als de ‘schuldige’ werd aangeduid.
In een weigering ‘het noodlot’ te accepteren, explodeerde de verontwaardiging en de reusachtige woede van het grootste deel van de bevolking, vooral van de arbeidersklasse, op straat, in Athene, in Thessaloniki, in de bedrijven, in massale demonstraties met tienduizenden mensen, door spontane stakingen onder het spoorwegpersoneel, met een oproep tot werkonderbreking op woensdag 8 maart in een groot deel van de openbare en particuliere sectoren, van de gezondheidszorg tot leraren, zeevarenden, metropersoneel, studenten... een gebeurtenis nog nooit vertoond in meer dan tien jaar!
Zoals in Groot-Brittannië meer dan 9 maanden lang, zoals in Frankrijk vandaag in het licht van de pensioenhervorming, roept de arbeidersklasse in Griekenland: ‘genoeg is genoeg!’ De maat is vol!
Geconfronteerd met de openbare diensten in verval, na meer dan tien jaren van de bezuinigingen, reageert de straat op de regering met deze leuze die in alle betogingen te horen is: “Het was geen menselijke fout, het was geen ongeluk, het was een misdaad”. “Weg met moorddadige regeringen!” “Mitsotakis, minister van misdaad”... De publicatie van de schaapachtige verontschuldiging van premier Mitsotakis voor zijn aanvankelijke verklaringen over de ‘menselijke fout’ van de stationschef werd gezien als een verdere provocatie, waardoor meer dan 12.000 mensen spontaan de straat op gingen.
De arbeidersklasse in Griekenland drukt haar solidariteit uit met alle slachtoffers van de kapitalistische uitbuiting, haar weigering om te betalen voor de crisis, haar weigering om de herhaalde bezuinigingsplannen te accepteren, of langere werktijden zoals in Frankrijk, haar weigering om te sterven met het dagelijks vervoer dat een instrument des doods is geworden: gebrek aan personeel, vervallen infrastructuur, vernielde bussen of treinen, ontbrekende of verouderde veiligheidssystemen, tekort aan materieel.... “Dit treinongeluk was de laatste druppel. Niets werkt in Griekenland. Onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, alles ligt in puin. Deze regering heeft niets gedaan om deze ondraaglijke situatie in de overheidssector recht te zetten, maar wel geld uitgegeven aan het leger en de politie” (aldus een Griekse leraar).
Dit is de dagelijkse realiteit van de kapitalistische wereld, van de verslechtering van onze levens- en arbeidsomstandigheden, overal, in alle landen!
Deze massale strijdbaarheid van de arbeidersklasse vandaag in Griekenland voegt zich bij die van het proletariaat in Frankrijk, in Groot-Brittannië, dat al weken, maanden strijdt en zich mobiliseert in een strijd waaruit grote woede en vastberadenheid spreekt.
De verontwaardiging tegenover de hypocrisie van de staat, tegenover het ongebreidelde winstbejag van de geprivatiseerde bedrijven of niet, geeft uitdrukking aan dezelfde woede, dezelfde solidariteit, dezelfde weigering om te buigen, om steeds opnieuw de uitbuiting te ondergaan en met het leven te betalen voor de dagelijkse afbraak van het verrotte kapitalistische systeem.
Het is dezelfde klassen-‘reflex’ die hier in Griekenland weer opduikt, in het verlengde van andere massale uitingen van woede overal ter wereld over de crisis, het wanbeheer en de nalatigheid van de staat. Het is jaren geleden dat de strijdbaarheid van de arbeiders in Griekenland op een dergelijk niveau tot uiting kwam.
Deze ‘reflex’ van solidariteit in de gelederen van de arbeiders is een breuk met jaren van teruggang en apathie of van de arbeidersklasse. Een veelzeggend en veelbetekenend voorbeeld: tijdens de stakingsdag van 8 maart in Athene besloten de stakende arbeiders van het openbaar vervoer om bussen en metrolijnen enkele uren te laten rijden om het vervoer en de deelname van demonstranten aan de betogingen te vergemakkelijken! Zo kan de strijd tot mobilisatie en solidariteit leiden, in tegenstelling tot de door de vakbonden voorgestelde ‘blokkades’ zoals in Frankrijk!
De bourgeoisie, in Griekenland even gedestabiliseerd door de massale reactie van de arbeiders, probeert de mobilisatie en de bezinning natuurlijk te beperken: zij roept ‘schande’ over corruptie, vriendjespolitiek, de terugtrekking van de ‘rechtsstaat’, de door Europa opgelegde bezuinigingen, en roept op tot de mobilisatie voor de volgende parlementsverkiezingen! Alles is goed om de realiteit van de afbraak van de kapitalistische wereld en haar werkelijke verantwoordelijkheid te verdoezelen, in Griekenland net als overal.
Maar wat de uitkomst van deze strijdbeweging ook moge zijn, de openlijke, massale en solidaire uitdrukking ervan vandaag is al een overwinning, een volgende stap in de directe deelname aan de vernieuwing van de internationale arbeidersstrijd.
Stopio / 10.03.2023
Al meer dan een jaar lang een verschrikkelijk bloedbad; honderdduizenden soldaten aan beide zijden afgeslacht; meer dan een jaar van willekeurige bombardementen en executies, waarbij tienduizenden burgers zijn vermoord; meer dan een jaar van systematische vernietiging die het land in een gigantisch ruïneveld verandert, terwijl het aantal ontheemden in de miljoenen loopt; meer dan een jaar waarin aan beide zijden enorme sommen geld in deze slachtpartij zijn gestoken (Rusland besteedt nu ongeveer 50% van zijn staatsbegroting aan de oorlog, terwijl de hypothetische wederopbouw van het verwoeste Oekraïne meer dan 400 miljard dollar zou vergen). En deze tragedie is nog lang niet voorbij.
In termen van imperialistische confrontaties was het uitbreken van de oorlog in Oekraïne ook een belangrijke kwalitatieve stap in het afglijden van de kapitalistische maatschappij in oorlog en militarisme. Het is juist dat sinds 1989 verschillende oorlogszuchtige ondernemingen de planeet hebben opgeschud (de oorlogen in Koeweit, Irak, Afghanistan, Syrië...), maar daarbij ging het nooit om een confrontatie tussen imperialistische grootmachten. Het conflict in Oekraïne is de eerste militaire confrontatie van deze omvang tussen staten voor de deur van Europa sinds 1940-1945. Het betreft de twee grootste landen van Europa, waarvan het ene over nucleaire of andere massavernietigingswapens beschikt en het andere door de NAVO financieel en militair wordt gesteund, en het kan uitlopen op een catastrofe voor de mensheid.
Afgezien van de verontwaardiging en afschuw die dit grootschalige bloedbad teweegbrengt, is het de verantwoordelijkheid van revolutionairen zich niet te beperken tot algemene en abstracte veroordelingen, maar de belangrijkste lessen te trekken uit het Oekraïense conflict om de dynamiek van imperialistische confrontaties te begrijpen en de arbeiders te waarschuwen voor de verergering van de chaos en de intensivering van de militaire barbaarsheid.
Terwijl Rusland Oekraïne binnenviel, is een belangrijke les van dit oorlogsjaar ongetwijfeld dat achter de hoofdrolspelers op het slagveld het Amerikaanse imperialisme in het offensief is.
Geconfronteerd met het verval van hun heerschappij voeren de VS sinds de jaren 1990 een agressieve politiek om hun belangen te verdedigen, vooral tegenover de voormalige leider van het rivaliserende blok, Rusland. Ondanks de toezegging die na het uiteenvallen van de USSR was gedaan om de NAVO niet uit te breiden, hebben de Amerikanen alle landen van het voormalige Warschaupact in dit bondgenootschap opgenomen. In 2014 verving de ‘Oranje Revolutie’ het pro-Russische regime in Oekraïne door een pro -westerse regering en enkele jaren later bedreigde een volksopstand het pro-Russische regime in Wit-Rusland. Poetin’s regime reageerde op deze strategie van omsingeling door zijn militaire kracht in te zetten, het overblijfsel van zijn verleden als blokleider. Na Poetin’s overname van de Krim en de Donbas in 2014 begonnen de VS Oekraïne te bewapenen en zijn leger te trainen in het gebruik van geavanceerdere wapens. Toen Rusland zijn leger inzette aan de grenzen van Oekraïne, zetten ze de val op scherp door te beweren dat Poetin Oekraïne zou binnenvallen en tegelijkertijd te verzekeren dat zij zelf niet zouden ingrijpen. Met deze strategie om Rusland te omsingelen en te verstikken hebben de Verenigde Staten een meesterzet gedaan met een veel ambitieuzer doel dan alleen de Russische ambities een halt toe te roepen:
- Vanaf nu leidt de oorlog in Oekraïne tot een duidelijke verzwakking van de resterende militaire macht van Moskou en een vermindering van zijn imperialistische ambities. Het toont ook de absolute superioriteit van de Amerikaanse militaire technologie, die de basis vormt voor het ‘wonder’ van ‘het kleine Oekraïne’ dat de ‘Russische beer’ terugdringt;
- Het conflict stelde de VS ook in staat de schroeven binnen de NAVO aan te draaien, aangezien de Europese landen gedwongen werden zich aan te passen aan het Amerikaanse standpunt, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, die hun eigen politiek ten aanzien van Rusland ontwikkelden en de NAVO, die tot twee jaar geleden door de Franse president Macron als ‘hersendood’ werd bestempeld, negeerden.
- Het belangrijkste doel van de Amerikanen om Rusland een lesje te leren was ongetwijfeld een ondubbelzinnige waarschuwing aan hun belangrijkste uitdager, China. De afgelopen tien jaar hebben de Verenigde Staten hun leiderschap verdedigd tegen de opkomst van de Chinese uitdager: eerst, tijdens het presidentschap van Trump, door een open handelsoorlog; maar nu heeft de regering Biden de militaire druk opgevoerd (de spanningen rond Taiwan). Zo heeft het conflict in Oekraïne China's enige belangrijke militaire bondgenoot verzwakt en het project van de Nieuwe Zijderoute, waarvan één as door Oekraïne loopt, onder druk gezet.
Hoewel er geleidelijk een polarisatie van imperialistische spanningen is ontstaan tussen de VS en China, is dit het resultaat van een systematisch politiek van de dominante imperialistische macht, de VS, in een poging de onomkeerbare achteruitgang van zijn leiderschap een halt toe te roepen. Na de oorlog van Bush senior tegen Irak, de polarisatie van Bush junior tegen de ‘as van het kwaad’ (Irak, Iran, Noord-Korea), is het offensief van de VS er vandaag op gericht elke opkomst van grote uitdagers te voorkomen. Een dergelijke politiek van dertig jaar heeft geen enkele discipline en orde gebracht in de imperialistische verhoudingen. Integendeel, het heeft het ‘ieder voor zich’, de chaos en de barbarij verergerd. De Verenigde Staten zijn vandaag een belangrijk instrument voor de angstaanjagende uitbreiding van militaire confrontaties.
In tegenstelling tot oppervlakkige journalistieke verklaringen toont de ontwikkeling van de gebeurtenissen aan dat het conflict in Oekraïne allesbehalve heeft geleid tot een ‘rationalisering’ van de tegenstellingen. Naast de grote imperialisten, die onder druk staan van het Amerikaanse offensief, accentueert de explosie van een veelheid aan ambities en rivaliteiten het chaotische en irrationele karakter van de imperialistische verhoudingen.
De verscherping van de Amerikaanse druk op de andere grote imperialisten kan hen er alleen maar aanzetten tot een reactie:
- Voor het Russische imperialisme is het een kwestie van overleven omdat het nu al duidelijk is dat Rusland, ongeacht de uitkomst van het conflict, duidelijk verzwakt uit het avontuur zal komen dat zijn militaire en economische grenzen heeft blootgelegd. Het is militair uitgeput en heeft al tweehonderdduizend soldaten verloren, vooral onder zijn meest ervaren elite-eenheden, evenals een grote hoeveelheid tanks, vliegtuigen en moderne helikopters. Het is economisch verzwakt door de enorme kosten van de oorlog en de ineenstorting van de economie als gevolg van de westerse sancties. Terwijl de Poetin-factie met alle middelen probeert de macht te behouden, ontstaan er spanningen binnen de Russische bourgeoisie, in het bijzonder met de meer nationalistische fracties of bepaalde ‘krijgsheren’ (zoals Prigozjin, leider van de huurlingengroep Wagner). Deze ongunstige militaire en onstabiele politieke omstandigheden zouden Rusland er zelfs toe kunnen brengen zijn toevlucht te nemen tot tactische kernwapens.
- De Europese staten, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, hadden er bij Poetin op aangedrongen geen oorlog te voeren en waren zelfs bereid, zoals de indiscreties van Boris Johnson aantoonden, een in omvang en tijd beperkte aanval goed te keuren om het regime in Kiev te vervangen. Geconfronteerd met het falen van de Russische troepen en het onverwachte verzet van de Oekraïners, moesten Macron en Scholz zich gedwee aansluiten bij het door de VS geleide NAVO-standpunt. Van onderwerping aan de Amerikaanse politiek en het opgeven van de eigen imperialistische belangen is echter geen sprake, zoals blijkt uit de recente reizen van Scholz en Macron naar Peking. Bovendien hebben beide landen hun militaire budgetten sterk verhoogd met het oog op een massale herbewapening van hun strijdkrachten (een verdubbeling voor Duitsland, namelijk 107 miljard euro). Deze initiatieven hebben ook geleid tot spanningen in het Frans-Duitse tandem, met name over de ontwikkeling van gezamenlijke wapenprogramma's en over de economische politiek van de EU.
- China heeft zich zeer voorzichtig opgesteld ten aanzien van het conflict in Oekraïne, gezien de moeilijkheden van zijn Russische ‘bondgenoot’ en de nauwelijks verholen dreigementen van de Verenigde Staten aan zijn adres. Voor de Chinese bourgeoisie is de les bitter: de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat alle mondiale imperialistische ambities een illusie zijn bij gebrek aan een militaire en economische macht die met de Amerikaanse supermacht kan concurreren. Vandaag is China, dat nog geen strijdkrachten heeft die in verhouding staan tot zijn economische expansie, kwetsbaar voor Amerikaanse druk en voor de omringende oorlogschaos. Natuurlijk geeft de Chinese bourgeoisie haar imperialistische ambities, met name de herovering van Taiwan, niet op, maar zij kan alleen op lange termijn vooruitgang boeken door niet toe te geven aan de talrijke Amerikaanse provocaties (‘spionage’-ballonnen, verbod op het gebruik van TikTok...) en door een breed diplomatiek charmeoffensief te voeren om elk internationaal isolement te vermijden: ontvangst in Peking van een groot aantal staatshoofden, toenadering tussen Iran en Saoedi-Arabië gesponsord door China, het voorstel van een plan om de gevechten in Oekraïne te stoppen...
Anderzijds veroorzaakt het imperialistische ‘ieder voor zich’ een explosie van het aantal potentiële conflictgebieden. In Europa leidt de druk op Duitsland tot onenigheid met Frankrijk en heeft de EU kwaad gereageerd op het protectionisme van Biden's ‘Inflation Reduction Act’, die wordt gezien als een echte oorlogsverklaring aan de Europese export naar de VS. In Centraal-Azië gaat de achteruitgang van de Russische macht hand in hand met een snelle uitbreiding van de invloed van andere mogendheden, zoals China, Turkije, Iran of de VS in de voormalige Sovjet-republieken. In het Verre Oosten blijft het risico van conflicten bestaan tussen China enerzijds en India (met regelmatige grensgeschillen) of Japan (dat zich massaal herbewapent), om nog maar te zwijgen van de spanningen tussen India en Pakistan en de terugkerende spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea. In het Midden-Oosten zullen de verzwakking van Rusland, de interne destabilisatie van belangrijke hoofdrolspelers zoals Iran (volksopstanden, strijd tussen facties en imperialistische druk) of Turkije (rampzalige economische situatie) grote gevolgen hebben voor de imperialistische betrekkingen. In Afrika tenslotte, terwijl in verschillende regio's de energie- en voedselcrisis en de oorlogsspanningen woeden (Ethiopië, Soedan, Libië, Westelijke Sahara), werkt de agressieve concurrentie tussen imperialistische aasgieren destabilisatie en chaos in de hand.
Een jaar oorlog in Oekraïne heeft vooral onderstreept dat de kapitalistische ontbinding een van de schadelijkste aspecten van oorlog in het tijdperk van het verval accentueert: zijn irrationaliteit. De gevolgen van het militarisme worden namelijk steeds onvoorspelbaarder en catastrofaler, ongeacht de aanvankelijke ambities:
- de Verenigde Staten hebben twee Golfoorlogen gevoerd, evenals de oorlog in Afghanistan, om hun leiderschap op de planeet te bevestigen, maar in al deze gevallen was het gevolg een uitbarsting van chaos en instabiliteit, evenals stromen vluchtelingen;
- wat ook de doelstellingen waren van de vele imperialistische aasgieren (Russische, Turkse, Iranese, Israëlische, Amerikaanse of Europese) die in de gruwelijke burgeroorlogen in Syrië of Libië hebben ingegrepen, zij hebben een land achtergelaten dat in puin ligt, gefragmenteerd is en verdeeld in clans, met miljoenen vluchtelingen die naar de buurlanden of de geïndustrialiseerde landen zijn gevlucht.
De oorlog in Oekraïne is een voorbeeldige bevestiging hiervan: wat ook de geostrategische doelstellingen van het Russische of Amerikaanse imperialisme zijn, het resultaat is een verwoest land (Oekraïne), een economisch en militair geruïneerd land (Rusland), een nog meer gespannen en chaotische imperialistische situatie in de wereld, en nog steeds miljoenen vluchtelingen.
De toenemende irrationaliteit van de oorlogsvoering houdt een angstaanjagende uitbreiding in van de militaire barbaarsheid over de hele wereld. In deze context kunnen rond bepaalde doelstellingen ad hoc bondgenootschappen worden gevormd. Zo voert Turkije, een lid van de NAVO, een politiek van neutraliteit ten opzichte van Rusland in Oekraïne, in de hoop daarmee in Syrië een bondgenootschap met Rusland aan te gaan tegen de door de VS gesteunde Koerdische milities.
Maar in tegenstelling tot de burgerlijke propaganda leidt het conflict in Oekraïne niet tot een hergroepering van de imperialistische staten in blokken en opent het dus niet de dynamiek naar een derde wereldoorlog, maar eerder naar een angstaanjagende uitbreiding van bloedige chaos: belangrijke imperialistische machten als India, Zuid-Afrika, Brazilië en zelfs Saoedi-Arabië behouden duidelijk hun autonomie tegenover de hoofdrolspelers; de band tussen China en Rusland is niet hechter geworden, integendeel; terwijl de VS de oorlog gebruiken om hun standpunten binnen de NAVO op te leggen, gaan lidstaten als Turkije of Hongarije er openlijk hun eigen gang, terwijl Duitsland en Frankrijk op allerlei manieren proberen een eigen politiek te ontwikkelen.
Bovendien moet de leider van een potentieel blok in staat zijn vertrouwen tussen de lidstaten te wekken en de veiligheid van zijn bondgenoten te garanderen. China is echter zeer terughoudend geweest in zijn steun aan zijn Russische bondgenoot. Wat de Verenigde Staten betreft voert Biden, na de ‘America First’-aanpak van Trump, die de verhoudingen met de ‘bondgenoten’ had bekoeld, in feite hetzelfde politiek: hij laat hen een hoge energieprijs betalen voor de boycot van de Russische economie, terwijl de Verenigde Staten op dit gebied zelfvoorzienend zijn en de ‘anti-China’-wetten de Europese invoer hard zullen treffen. Het is precies dit gebrek aan veiligheidsgaranties dat Saoedi-Arabië ertoe bracht een overeenkomst te sluiten met China en Iran. Tenslotte wordt een belangrijk obstakel voor een dynamiek in de richting van een derde wereldoorlog gevormd door het proletariaat niet verslagen is en niet ideologisch gemobiliseerd is in dienst van de natie in de centrale industrielanden, zoals blijkt uit de huidige strijd in verschillende Europese landen. Een ideologisch wapen dat het proletariaat kan mobiliseren, zoals het fascisme en het antifascisme in de jaren 1930, bestaat vandaag niet.
De situatie is des te delicater omdat de ‘Oekraïne-crisis’ geen geïsoleerd verschijnsel is, maar een van de manifestaties van deze ‘polycrisis’[1], de opeenstapeling en interactie van gezondheids-, economische, ecologische, voedsel- en oorlogscrises, die de jaren twintig van de 21e eeuw kenmerken. En de oorlog in Oekraïne vormt in deze context een echte vermenigvuldiger en versterker van barbarij en chaos op mondiaal niveau:
"De samenvoeging en de interactie van deze vernietigende verschijnselen produceert een 'wervelwind-effect' (...) het is belangrijk om de drijvende kracht van oorlog te benadrukken, als een actie die doelbewust wordt nagestreefd en gepland door kapitalistische staten."[2]
In feite hebben de oorlog in Oekraïne en zijn economische gevolgen de heropflakkering van Covid (zoals in China) in de hand gewerkt, de stijging van de inflatie en de recessie in verschillende regio's van de wereld geaccentueerd, een voedsel- en energiecrisis veroorzaakt, een terugslag in het klimaatpolitiek veroorzaakt (kerncentrales en zelfs kolencentrales zijn weer in bedrijf) en tot een nieuwe vluchtelingenstroom geleid. Om nog maar te zwijgen van het altijd aanwezige risico van bombardementen op kerncentrales, zoals nog steeds rond de site van Zaporizja, of het gebruik van chemische, bacteriologische of kernwapens.
Kortom, een jaar oorlog in Oekraïne laat zien hoezeer hij de ‘grote herbewapening van de wereld’ heeft versterkt, gesymboliseerd door de enorme militaire investeringen van de twee grote verliezers van de Tweede Wereldoorlog, Japan, dat in vijf jaar tijd 320 miljard dollar heeft uitgetrokken voor zijn leger, de grootste bewapeningsinspanning sinds 1945, en vooral Duitsland, dat ook zijn defensiebudget verhoogt.
Als een duidelijk bewust product van de heersende klasse illustreert het bloedbad in Oekraïne duidelijk het bankroet van het kapitalistische systeem. Maar de gevoelens van machteloosheid en afschuw die de oorlog oproept, zijn niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van een proletarisch verzet tegen het conflict vandaag. Aan de andere kant zetten de aanzienlijke verscherping van de economische crisis en de aanvallen op de arbeiders die daar rechtstreeks uit voortvloeien, de arbeiders ertoe aan zich te mobiliseren op klasseterrein om hun levensomstandigheden te verdedigen. In deze dynamiek van hernieuwde strijd zal de oorlogszuchtige barbaarsheid uiteindelijk een bron zijn van bewustwording van het bankroet van het systeem, een bewustwording die nu nog beperkt blijft tot kleine minderheden van de klasse.
R. Havanais / 25.03.2023
Na tien maanden van stakingen in vele sectoren kan de heersende klasse, zowel op het Europese continent als overzee, niet langer verbergen dat de arbeidersklasse in Groot-Brittannië de rug heeft gerecht. De burgerlijke media, die aanvankelijk terughoudend waren in hun berichtgeving, moeten nu toegeven dat de stakingen alle records hebben gebroken: niet alleen wat betreft het aantal arbeiders en betrokken sectoren, maar ook wat betreft hun ontwikkeling tot een ware stakingsgolf[1].
De Internationalistische Kommunistische Tendens, een groep van kommunistisch links, heeft in een aantal artikelen en pamfletten een standpunt ingenomen over de bewegingen. Daarin verdedigt de ICT de klassenstandpunten in het algemeen, door erop aan te dringen dat het kapitalisme geen uitweg heeft uit zijn steeds dieper wordende crisis en gedwongen is zijn aanval op de arbeiders te intensiveren, dat deze laatsten zich moeten losmaken van het vakbondsgareel als zij de verdeeldheid willen overwinnen, wat betekent dat zij de organisatie van de strijd in eigen hand moeten nemen.
Maar het volstaat niet om abstracte standpunten voor te stellen, doorspekt met willekeurige analyses. Revolutionaire organisaties hebben de verantwoordelijkheid om de krachtsverhoudingen en de context waarin de strijd zich afspeelt nauwkeurig te evalueren om concrete perspectieven voor de dynamiek van de beweging voor te stellen. In dit opzicht is de analyse van de ICT van de betekenis van deze strijd zeer tegenstrijdig en onthult ze een inconsistent kader voor het begrijpen van de krachtsverhouding tussen de klassen.
De eerste uitingen van de strijd in het Verenigd Koninkrijk wekten aanvankelijk enig enthousiasme op bij de ICT: “de frontale aanvallen op de arbeiders lokken het begin uit van een nieuw verzet (...) na decennia van klassenverzet” en “in de huidige golf van wilde acties zien we al de mogelijkheid om zowel het vakbondskader als het juridische kader van de kapitalistische staat te overstijgen” [2]. Maar daarna bekoelde het enthousiasme aanzienlijk: “We zijn nog ver verwijderd van het niveau van militantisme van de jaren 1970” en begin 2023 constateerde de ICT dat “het gevaar van ‘geldmilitantisme’ groot is: geïsoleerde delen van arbeiders die zich uitputten door middel van behoorlijk slopende stakingen die vechten om wat eigenlijk kruimels zijn”[3]. De ICT verwijst hier naar haar standpunt over de strijd van de jaren 1970, “de jaren 1970 waarin elke sector van de arbeidersklasse, verdeeld door de vakbonden, steeds grotere percentages nastreefde voor een loonsverhoging. Dit leidde niet alleen niet tot een ter discussie stellen van de loonarbeid, maar versterkte deze zelfs”[4]. Maar welk een verrassing als de ICT zich in een van haar meest recente artikelen opnieuw laat meeslepen en stelt: “Op 1 februari 2023 was de grootste stakingsdag sinds meer dan tien jaar. Dit is slechts het begin van een stakingsgolf”[5].
Afgezien van het feit dat de bourgeoisie dit zelf al lang voor de ICT had geconstateerd, willen we graag begrijpen hoe de ICT de strijd in het Verenigd Koninkrijk nu globaal beoordeelt: duidt deze op “het begin van een stakingsgolf” of slechts op “geïsoleerde sectoren van arbeiders die zich uitputten door behoorlijk slopende stakingen”? Vormt deze beweging “het begin van een nieuw verzet (...) na decennia van klassenstrijd" of heeft zij niet alleen "geleid tot het niet ter discussie stellen van de loonarbeid, maar versterkte deze zelfs”?
Sinds de zomer van 2022 heeft de uitbreiding van de arbeidersstrijd in Groot-Brittannië soortgelijke bewegingen in andere landen geïnspireerd. Bijgevolg is een correcte beoordeling van de huidige golf in het Verenigd Koninkrijk onmogelijk als deze wordt losgekoppeld van de evolutie van de klassenstrijd op internationaal niveau. Toch bekijkt de ICT de strijd bijna uitsluitend door een Britse bril: in de zeven artikelen over de stakingen in Groot-Brittannië ontbreekt een verwijzing naar de strijd die zich elders ontwikkelt: het is alsof elke nationale sector van de arbeidersklasse zijn eigen strijd voert en de wereldwijde strijd slechts een optelsom is van nationale strijd in plaats van de uitdrukking van één enkele dynamiek.
Natuurlijk doet de ICT verslag van strijd in andere delen van de kapitalistische wereld, maar zij ziet niet het belang van de beweging in het Verenigd Koninkrijk als uitdrukking van een wereldwijde internationale tendens van het proletariaat om te breken met de voorgaande periode van geringe strijdlust en gebrek aan zelfvertrouwen. Zij weet dat de strijd in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zich afspeelt op proletarisch terrein, maar zij begrijpt in de praktijk niet wat deze twee fracties van de arbeidersklasse gemeen hebben.
De vertekende kijk van de ICT op de internationale dimensie van de proletarische strijd wordt bijvoorbeeld duidelijk geïllustreerd in het artikel over de strijd van de telecomwerkers in Spanje in 2015, waarin ze schrijft dat “er hier concrete mogelijkheden zijn voor internationale uitbreiding van de strijd, aangezien Teleafonica in vijf landen actief is” [6], terwijl de werkelijke en onmiddellijke behoefte van de stakende arbeiders is om in direct contact te komen met de arbeiders die betrokken zijn bij de strijd “in de dichtstbijzijnde fabriek, ziekenhuis, school, kantoor”[7]. Aan de andere kant versterkt dit soort "internationale" sectorale uitbreiding van de strijd alleen maar het corporatisme van de arbeidersklasse en heeft ze de neiging haar internationale eenwording te ondermijnen.
Om het belang van een bepaalde klassenbeweging te waarderen is het essentieel deze in een meer historische en mondiale context te plaatsen. Voor de IKS is de huidige strijd dus belangrijk omdat hij een breuk betekent met een periode van teruggang die teruggaat tot het eind van de jaren 1980 en de implosie van het ‘kommunistische’ blok, maar ook omdat zij bevestigt dat deze teruggang niet van dezelfde aard was als de wereldwijde historische nederlaag die de arbeidersklasse heeft geleden na het neerslaan van haar eerste revolutionaire aanval, tussen 1917 en 1923, een periode die door de internationale opleving van de strijd in 1968 werd afgesloten.
Maar in deze kwesties bevestigt de ICT haar inconsistentie. Tien jaar geleden verklaarde ze onomwonden dat we nog steeds in een contrarevolutionaire periode leefden: “De versplintering en verspreiding van de klasse (...) heeft het vermogen van de arbeidersklasse om terug te vechten verminderd en het voortdurende refrein dat er geen alternatief is voor het kapitalisme zijn allemaal bewijzen dat de klasse de zware nederlaag van de jaren 1920 nog steeds niet te boven is gekomen”[8]. In 2016-2017 beweerde ze voorzichtig dat “de klasse zich momenteel langzaam herstelt van decennia van teruggang en herstructurering” [9]. Maar de ICT trok deze analyse snel in om te beweren dat “we nog steeds vechten om het evenwicht te herstellen dat we al 40 jaar als een teruggang zien”[10].
Het duidelijkste bewijs dat de ICT de algemene historische context niet begrijpt, is het feit dat haar onderschatting van het belang van de huidige strijd hand in hand gaat met de grote energie die zij steekt in haar campagne ‘No War But The Class War’, die berust op de illusie dat de arbeidersklasse al in staat zou zijn een directe anti-oorlogsstrijd te voeren, zonder te beseffen dat een dergelijke verwachting volledig in strijd is met haar idee dat het proletariaat nog steeds gebukt gaat onder het gewicht van een historische nederlaag.
Hoewel de ICT vrij consequent is in haar veroordeling van vakbondsverdelingen, weten we dat zij de neiging heeft om in de val te trappen van de vakbondsbasis, wanneer die radicalere taal gebruICT en zelfs het vaandel van ‘stakingscomités’ opheft, ook in de gevallen waarin deze organen slechts de uitdrukking vormen van aangepaste vakbondsstructuren teneinde de controle over arbeiders te behouden. Voor de ICT zijn deze vakbondsorganen een stap vooruit, zoals blijkt uit het voorbeeld van de door ‘Unite’ opgerichte Bus Workers Combine, “die een poging is om de strijd voor betere lonen en voorwaarden in verschillende depots te coördineren. Verschillende groepen arbeiders die hun strijd verenigen is ongelooflijk belangrijk, en is onze beste kans op succes”. [11].
Deze opportunistische houding tegenover de vakbondsbasis houdt verband met de verwarring bij de ICT over de relatie tussen economische en politieke strijd. Het begrip ‘geldmilitantisme’ (zie het citaat hierboven in het artikel) drukt eigenlijk een miskenning uit van de economische strijd, een onderschatting van haar impliciet politieke dimensie.
Voor de IKS is de strijd op economisch terrein een essentiële en onvermijdelijke dimensie, die de wapens van de revolutionaire aanval van morgen smeedt. Met andere woorden, elke proletarische strijd “is tegelijk voor onmiddellijke eisen en revolutionair. Eisen stellen, weerstand bieden aan de kapitalistische uitbuiting, is de basis en de motor van de revolutionaire actie van de klasse. [...] In de geschiedenis van de arbeidersbeweging was er geen enkele proletarische revolutionaire strijd die niet tegelijkertijd een strijd om eisen was. En hoe kan het ook anders, want het is de revolutionaire strijd van een klasse, van een groep mensen die gekenmerkt worden door hun economische positie en verenigd worden door hun gemeenschappelijke materiële situatie?”[12].
Voor de ICT daarentegen “komt de economische strijd op, brengt voort wat ze kan voortbrengen op het niveau van de eisen, en neemt dan af zonder een politiek spoor na te laten. Tenzij de revolutionaire partij ingrijpt”[13]. De arbeiders zouden dus niet in staat zijn hun strijd te politiseren en dat kan alleen door tussenkomst van de ‘partij’, die hier fungeert als de deus ex machina die nodig is om de tegenstelling tussen de twee dimensies van de strijd te overwinnen.
Kortom, in het licht van de bewegingen in Groot-Brittannië, maar ook in heel Europa, is het bijzonder zorgwekkend dat een organisatie die beweert richtlijnen te geven voor de revolutionaire strijd van het proletariaat, niet in staat is deze strijd in zijn historische context te waarderen en de internationale dimensie ervan te vatten. Maar voor de ICT lijkt deze verantwoordelijkheid niet nodig omdat ‘de partij’, net als Superman, met een zwaai van haar toverstaf alles lijkt op te lossen!
D.&R.12.4.23
[1] Enkele voorbeelden
2 “Wildcat Strikes in the UK: Getting Ready for a Hot Autumn [151]”.
3 “Notes on the UK Strike Wave [176]”.
4 “Unions - Whose Side Are They On? [177]”.
5 “Unite the Strikes [178]”.
6 “Spanish Telecom Workers on All-Out Strike [179]”. [180]
8 Cleishbotham (september 2011) Forum van de ICT, “ICC theses on decomposition [182]".
9 “A Crisis of the Entire System [183], zomer 2017
10 Cleishbotham, februari 2019, Forum van de ICT: The Party, Fractions and Periodisation". [184]
11 "Two Comments on Recent Bus Strikes in the UK [185]
13 “The Question of Consciousness: A Basis for Discussion [187]”.
Zoals in vele landen van West-Europa heeft de arbeidersklasse in België, maar vooral in Nederland de laatste weken en maanden de strijd tegen de aanvallen op haar levens- en werkomstandigheden gevoerd met een strijdwil die we in deze landen lang niet hebben gezien.
In Nederland sprak de bourgeoisie zelfs over een stakingsgolf. De regelmatige stakingsacties van de werkers van de Bijenkorf en in het streekvervoer, die al enige maanden plaatsvonden, kregen in januari bijval van het gemeentepersoneel, van de werkers bij de sociale werkplaatsen, van het personeel van andere winkelketens, van de chauffeurs van Über, van het zorg- en leerlingenvervoer, vande touringcarbedrijven, de werkers in de ziekenhuizen, de arbeiders in de drankindustrie en -handel, bij de PostNL, Douwe Egberts, en het aardappelverwerkingsbedrijf Aviko.
In België waren er in dezelfde periode stakingen en werkonderbrekingen van het personeel bij de OCMW’s in Brussel, de federale ambtenaren, de werkers van Bpost, de brandweer in Brussel, in de publieke non-profit sector en het openbaar vervoer, onder de gevangenisbewaarders en de bagageafhandelaars op Zaventem, bij het verdeelcentrum van Decathlon in Willebroek, en bij meer dan 100 vestigingen van Delhaize.
Maar de strijd is nog uiterst versnipperd, iedereen staakt in zijn hoekje, voert actie op een andere dag, zonder massale betogingen of bijeenkomsten waar arbeiders over de voortgang van strijd kunnen discussiëren en beslissen. Hoe kunnen ze een antwoord vinden op dit dilemma? Verschillende linkse organisaties – die zich ‘socialistisch’, ‘kommunistisch’ dan wel ‘marxistisch’ noemen - schuiven oplossingen naar voren die op het eerste gezicht heel radicaal lijken; maar de vraag is: zijn ze dat wel en, vooral, beantwoorden ze werkelijk aan de noden van de arbeidersstrijd vandaag? Laten we eens nader bekijken hoe hun voorstellen eruitzien in de concrete strijd van de klasse.
Grenzeloos schrijft bijvoorbeeld“Het wordt tijd dat de FNV in overleg met zijn achterban zijn terechte eisen uit de campagne ‘Nederland verdient beter’ politiek maakt” en besluit om “de achterban daar massaal voor te mobiliseren”[2]. In België stelt de Linkse Socialistische Partij (LSP) ook: “ABVV-leden moeten het heft in handen nemen voor een meer strijdbare en democratische vakbond”[3].
Wat beide groepen de arbeiders, als antwoord op de onwil van de bonden om consequenter te zijn in de organisatie van de vakbondsacties, hier voorhouden moet zonder meer worden ontzenuwd. Want de manier waarop de FNV, tezamen met andere vakbonden, bijvoorbeeld de strijd in de afgelopen periode heeft georganiseerd is heel bewust zo gedaan. Dat vloeit voort uit haar rol binnen het kapitalisme, die er niet in bestaat de strijd doeltreffend te maken maar juist om dit te beletten en de arbeiders te ontmoedigen en hun strijdwil te ondergraven.
Sedert meer dan een eeuw is de vakbond geen ‘zelforganisatie van de werkenden’ meer en kan dat ook nooit meer worden. De hele geschiedenis van de afgelopen honderd jaar toont aan dat alle vakbonden de strijd van de arbeiders systematisch hebben ondermijnd. Zelfs de zogenaamd radicale en strijdbare vakbonden[4], die door de ‘radicaal’ linkse groepen ten voorbeeld worden gesteld, hebben de belangen van de arbeidersklasse na de nederlaag van de revolutionaire golf 1917-1923 niet meer verdedigd.
De oriëntatie die deze groepen de arbeiders aanreiken, te weten om zich binnen de vakbondin te zetten voor een meer radicale koers, heeft alleen tot gevolg dat de meer kritische arbeiders worden afgeleid naar activiteiten zonder vooruitzicht, die in wezen niets veranderen en dus alleen ontmoediging in de hand werken.
‘Als vakbonden niet strijdbaar zijn, dan ligt dat aan de leiders’, zo houden de strijdsyndicalisten ons voor. Volgens Socialistisch Alternatief is het gebrek aan strijdvaardigheid van de FNV toe te schrijven aan “het verraad van types zoals Wim Kok”[5], die de leiding hebben genomen binnen de vakbond. De GIS vindt op haar beurt dat er is iets fundamenteel fout zit in de FNV, als iemand “als Van Doesburg zo lang kon gedijen in de FNV [en]er niet voor zijn achterban, maar voor de klassenvijand zat”[6].
Het liedje van het verraad van de vakbondsleiders is echter zo oud als de weg naar Rome. In de laatste honderd jaar hebben alle vakbondsleiders zich tegen de arbeidersklasse gekeerd. Dat komt niet omdat ze zouden zijn overgelopen naar het kamp van de bourgeoisie, maar omdat de organisatie, waar ze leiding aan gaven, geen organisatie van de arbeidersklasse meer was, maar een organisatie van de burgerlijke Staat.
De ingroei van de vakbond in de burgerlijke Staat is het gevolg van de veranderde objectieve historische omstandigheden, die de inhoud van de arbeidersstrijd in de afgelopen honderd jaar fundamenteel heeft veranderd. Sinds het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, toen de historische crisis van het kapitalisme een aanvang nam, zijn blijvende verbeteringen binnen het kapitalisme niet meer mogelijk. De werkelijke inhoud van de arbeidersstrijd bestaat daarom niet meer uit graduele verbeteringen van de werk- en levensomstandigheden, zoals die in de 19e eeuw nog van de staat afgedwongen werden, maar is gericht op de onmiddellijke wereldwijde omverwerping van het in verval verkerende kapitalisme. Zoals Lenin het eens verwoordde: sinds het begin van de 20e eeuw“schuilt achter elke staking de hydra van de revolutie”.
En als gevolg van deze veranderde historische inzet van de strijd is de vakbond, als het apparaat dat essentieel bedoeld was verbeteringen te bewerkstelligen binnen het kapitalisme (wat momenteel niet meer mogelijk is), opgeslokt door de burgerlijke Staat.
Daarom leidt ook de oproep van de uiterst linkse groepen om ‘de vakbonden te heroveren’ door de ‘corrupte leiding te verjagen’ geenszins tot de versterking van de strijddynamiek en de klassemacht van de arbeiders. Het zet de arbeiders aan om te streven naar het heroveren van een organisatie van de burgerlijke Staat in hun midden, die de greep van deze organisaties op de arbeidersklasse versterkt en de arbeiders naar een zekere nederlaag leidt.
Een ander standpunt dat deze ‘radicale’ organisaties regelmatig naar voren schuiven is de verdediging van de openbare diensten - het openbaar vervoer, de zieken-, ouderen- en gehandicaptenzorg, het onderwijs, de cultuur, enzovoort - en ze leggen dan vooral de nadruk op de verdediging van de kwaliteit van deze diensten. De openbare diensten vormen, aldus de SAP, “samen de grondslag voor de opbouw van een werkelijk zorgzame en ecologische samenleving, die fundamenteel ingaat tegen de logica van geld en winst” [7]. Volgens de PVDA in België zijn het de openbare diensten die “zorgen voor een warme samenleving, waarin de mens voorop staat en niet de winst. Daarom steun ik de werknemers en de vakbonden van de openbare diensten in hun strijd voor respect en investeringen”[8].
Ook hier is een ondubbelzinnige afwijzing op zijn plaats. De openbare diensten, al of niet geprivatiseerd, zijn eerst en vooral instrumenten in dienst van de burgerlijke staat en het is dus complete onzin om ons voor te houden dat ze de ‘gemeenschap’ dienen. Maar vooral worden de werkers in deze ondernemingen net zozeer uitgebuit als in eender welk bedrijf. Ook in de openbare diensten wordt het werkritme opgevoerd, wordt er geherstructureerd, worden de lonen gedrukt, en worden er mensen ontslagen.
Daarenboven zijn vandaag ‘socialistische’ hervormingen binnen een kapitalistisch systeem in ontbinding onmogelijk. De ‘strijd voor de kwaliteit van de openbare diensten’ heeft dus niets gemeen met de strijd van de arbeiders voor hun werk- en levensvoorwaarden maar leidt ertoe dat hun belangen worden vermengd met die van bepaalde instanties van de burgerlijke staat.
Wat deze uiterst linkse groepennaar voren brengen gaat in feite lijnrecht in tegen de noden van de strijd, die erin bestaan haar te verenigen over de grenzen van de bedrijven en sectoren heen, en vertegenwoordigt een verkapte oproep aan de arbeiders om hun strijd als zelfstandige klasse op te geven.
“Revolutionair socialisten steunen de acties”[9]. Alleszins niet organisaties zoals de Linkse Socialistische Partij (LSP), Socialistische Alternatieve Partij (SAP), PVDA in België, en Socialistisch Alternatief, Groep Internationale Socialisten (GIS), Grenzeloos in Nederland [10]. Zij zetten valstrikken en schetsen valse perspectieven om te beletten dat de dynamiek van de strijd zich versterkt en verdiept. En dat gebeurt niet toevallig. Dat komt omdat ze deel uitmaken, niet van het kamp van de arbeidersklasse, maar van het politieke apparaat van de bourgeoisie. “Het feit dat ze minder invloed hebben of dat ze een meer radicale taal aanslaan doet niets af aan het in wezen burgerlijke karakter van hun programma en hun aard, maar maakt ze tot nuttige ronselaars” voor de traditionele linkse partijen van het kapitaal [11]. Hun taak bestaat er dus in om met hun schijnbaar radicale taal de arbeidersstrijd gevangen te houden in de kapitalistische logica van winst, rentabiliteit en kostenbesparingen in het belang van het concurrentievermogen van de nationale economie.
De geschiedenis heeft bewezen dat, wanneer de arbeiders als één klasse optreden, zij in staat zijn tot zelfstandig te handelen, te debatteren, initiatieven te nemen en creativiteit te ontwikkelen en, in deze dynamiek, de aanvallen van de barbaarse bourgeoisie terug te dringen en de kommunistische maatschappij naderbij te brengen. In dit perspectief roepen de revolutionaire organisaties in hun interventie de arbeiders op de strijd zelf in handen te nemen door algemene vergaderingen en gekozen stakingscomités te organiseren. De voorbeelden van arbeidersstrijd van de afgelopen honderd jaar hebben er echter geen twijfel over laten bestaan hoe de arbeiders, in de ontwikkeling van hun strijd, iedere keer weer botsen op de manoeuvres van de vakbonden. Daarom moeten revolutionairen de arbeidersvijandige aard van deze organisaties permanent aan de kaak stellen. In ditzelfde kader is het ook onontbeerlijk de zgn. ‘radicaal linkse’ organisaties, die beweren de arbeidersstrijd te steunen maar haar dynamiek in werkelijkheid saboteren, te ontmaskeren en aan te klagen.
Zyart / 2023.04.08
[1] Zie bijvoorbeeld Internationaal pamflet van de IKS: Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Mexico, China...Overal dezelfde vraag: Hoe de strijd ontwikkelen? Hoe kunnen we de regeringen terugdringen? [181]
[2] Grenzeloos, Nederland verdient beter ‒ Nederland heeft stevige eisen en actie nodig om van Rutte en de werkgevers te winnen [189]
[3] LSP, Gerommel aan de top van het ABVV. Voor een strijdbare vakbond met democratie van onderuit [190]
[4] Enkele van de bekendste voorbeelden zijn de Confederacion Nacional de Trabajo (CNT) in Spanje, de Industrial Workers of the World (IWW) in de VS, de Eenheidsvakcentrale (EVC) in Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog, de Freie Arbeiter Union (FAU) in Duitsland na diezelfde oorlog.
[5] Socialistisch Alternatief, Strijdbaarheid neemt toe in Nederland [191]
[6] GIS, Nederland verdient een democratische en strijdbare vakbeweging [192]
[7] SAP, Geconfronteerd met toenemende onzekerheid en verslechterende werkomstandigheden: haal het geld daar waar het zit! [193]
[8] Verklaring van Hedebouw van de PVDA in: "Een warme samenleving bouw je op sterke openbare diensten"
[9] Socialistisch Alternatief, Strijdbaarheid neemt toe in Nederland [191]
[10] Uitgezonderd de PVDA zijn al deze groepen directe of indirecte nazaten van de Vierde Internationale, die in 1938 is opgericht door Trotski, en die in de Tweede Wereldoorlog is overgegaan naar het kamp van de bourgeoisie door deel te nemen aan de imperialistische oorlog tegen Nazi-Duitsland. Slechts enkelen hebben zich tegen dit verraad van de Vierde Internationale gekeerd, waaronder Nathalie Trotski.
[11] Platform van de IKS, 13. De contra-revolutionaire aard van de ‘arbeiders’-partijen [194].
"Zolang het kapitalisme bestaat, zal er arbeidersstrijd zijn. Dit was het geval in de opgaande fase van het kapitalisme. En ook in de periode van verval(vanaf ongeveer 1914, en dit gold zelfs tijdens de periode van de contrarevolutie. En zelfs aan het begin van de COVID-periode was er arbeidersstrijd, in Italië, in de VS, enz. [...] Dus vraag ik me af: zijn stakingen op zichzelf, hoe positief ook, een indicatie van een algemene heropleving van de arbeidersstrijd? Kunnen stakingen soms niet de uitdrukking zijn van wanhoop, van twijfel? [...] wat zijn de criteria om te bepalen dat een bepaalde arbeidersstrijd een echte vernieuwing van de arbeidersstrijd vertegenwoordigt, een strijd die perspectief biedt” (C)
Het punt dat de kameraad aansnijdt is cruciaal voor de interventie van revolutionairen in de klassenstrijd: hoe kan de betekenis van een strijd worden vastgesteld, hoe "een strijd die perspectief biedt" te identificeren? Er zijn geen absolute criteria om te bepalen of een bepaalde staking "een echte vernieuwing van de arbeidersstrijd" vertegenwoordigt. Men moet echter oppassen voor een empiristische beoordeling van een dergelijke beweging, want in veel gevallen kan de schijn misleidend zijn. Om de werkelijke betekenis van een strijd te begrijpen, moet de analyse verder gaan dan oppervlakkige eigenschappen uitgaan van een evaluatiekader dat rekening houdt met:
- Ten eerste de eigenschappen van de historische periode waarin de strijd plaatsvindt: uitbreiding of achteruitgang van het kapitalisme, zeker. Maar wat belangrijker is in het huidige verval van het kapitalisme: is het een periode die gekenmerkt wordt door een globale tendens naar contrarevolutie of integendeel, door het openen van een koers naar belangrijke klassenconfrontaties?
- Vervolgens de beoordeling van de krachtsverhouding tussen de bourgeoisie en het proletariaat in een bepaalde historische periode: wat is de dynamiek van de klassenstrijd op het niveau van haar uitbreiding, vereniging of politisering? Wat is de impact van de ideologische manoeuvres en obstakels die de bourgeoisie heeft opgeworpen?
Zo’n kader maakt het mogelijk de ontwikkeling van de subjectieve factor binnen de klasse in te schatten, het bewustzijnsniveau van het proletariaat in te schatten.
In de huidige periode van het verval van het kapitalisme is de algemene koers naar een nederlaag of, integendeel, naar een versterking van de proletarische beweging een cruciaal referentiepunt voor de beoordeling van de mogelijkheden van een bepaalde strijd, hoe radicaal die op het eerste gezicht ook moge lijken. Ze stelt ons in staat om, naast de eenvoudige strijdbaarheid of zelfs het aantal arbeiders in de strijd, rekening te houden met het niveau van bewustzijn in de werkende massa's,.
Enkele historische voorbeelden tonen dit aan. In mei-juni 1936 trok een enorme golf van stakingen en fabrieksbezettingen door Frankrijk: twee en een half miljoen arbeiders uit alle sectoren, particulier en openbaar, en uit alle bedrijfstakken en diensten, gingen de strijd aan, zodat Trotski op 9 juni 1936 schreef dat "de Franse revolutie is begonnen". In werkelijkheid begon het proletariaat zich te scharen achter de burgerlijke ideologie van het antifascisme. Een ideologie die zou leiden tot een nederlaag en oorlog. Deze beweging vond plaats in een algemene dynamiek die ongunstige was voor de strijd.
Na de nederlaag van de revolutie in Duitsland en van andere massale bewegingen in West-Europa, na de overwinning van het stalinisme in Rusland, zegevierde de contrarevolutie en had het klassenbewustzijn onder de proletariërs een verregaande achteruitgang ondergaan. Daarom veranderde de beweging van 1936, ondanks tijdelijke verworvenheden zoals loonsverhogingen, de veertigurige werkweek en betaalde vakanties, al snel in een nationalistische lofzang en steun voor de regering van het Volksfront. Dit, op haar beurt, zou leiden tot een mobilisatie van de arbeiders ter voorbereiding op de wereldoorlog.
Op 23 oktober 1956 organiseerden studenten en jonge arbeiders een demonstratie in Boedapest om hun solidariteit te betuigen met een arbeidersopstand die bloedig was neergeslagen in Poznan in Polen. Op de 25ste sloten arbeiders in alle industriële centra van Hongarije zich aan bij de protesten, gingen in staking en vormden spontaan arbeidersraden: een spectaculaire ontwikkeling die het begin van een proletarische revolutie leek in te luiden. Maar in de jaren 1950 en 1960 bleef het proletariaat, geatomiseerd door de Tweede Wereldoorlog, grotendeels gemobiliseerd achter de democratische dan wel achter de stalinistische heersende klasse. Dus kon de bourgeoisie na de eerste mobilisaties profiteren van de democratische illusies die het bewustzijn van de arbeiders ondermijnden. Zo kon zij de beweging controleren. Op de 27ste installeerde zij een "progressieve" regering onder leiding van Imre Nagy, die onmiddellijk een tegenoffensief inzette door de gehate veiligheidspolitie te ontmantelen, democratische hervormingen te beloven en op te roepen tot herstel van de orde. Al snel betuigden de arbeidersraden, badend in illusies, hun steun aan de regering-Nagy door te besluiten de stakingen te beëindigen en het werk te hervatten.
De historische omstandigheden waren radicaal veranderd toen in Frankrijk de stakingsbeweging van Mei ‘68 uitbrak. De voedingsbodem ervan werd gevormd door de eerste tekenen van de terugkeer van de historische crisis van het kapitalisme, en ze werd op gang gebracht door een nieuwe generatie arbeiders, die de verschrikkelijke gebeurtenissen van de contrarevolutie niet hadden meegemaakt. Deze context stelde het proletariaat in staat het dode gewicht van het stalinisme opzij te gooien en te proberen de banden met zijn vroegere ervaringen te vernieuwen, zich bewust te worden van de noden van strijd op historisch vlak. Hoewel het de grootste staking in de geschiedenis van de internationale arbeidersbeweging was, waarbij minstens 9 miljoen arbeiders betrokken waren, bagatelliseerden de media en de burgerlijke intellectuelen het belang ervan en legden zij de nadruk op de studentenopstand.
Het minder spectaculaire uiterlijk van de stakingsgolf verhulde in feite een gebeurtenis van het allergrootste belang, die het einde van de periode van contrarevolutie markeerde, de historische heropleving van de klassenstrijd op wereldschaal gedurende de volgende twee decennia inluidde, een bewustwording op gang bracht en in een breed milieu massale belangstelling wekte voor de geschriften van militanten van de revolutionaire arbeidersbeweging.
Met de talrijke momenten van strijd in het kielzog van de beweging van Mei ’68, een strijd die de weg opende voor een dynamiek naar beslissende klassenconfrontaties en een bewustwording, was de krachtsverhouding aanvankelijk in het voordeel van het proletariaat. Dit werd benadrukt toen de arbeiders in Polen de kwestie van de openlijke politisering van de strijd, die een confrontatie met de burgerlijke staat inhield, aan de orde stelden.
De arbeidersklasse, met name in de kernlanden van het kapitalisme, is er in de jaren 1980 echter niet in geslaagd de koe bij de horens te vatten door zijn klassenbewustzijn te verdiepen. Ondanks talrijke momenten van strijd heeft zij het vakbondskader niet kunnen overstijgen en haar strijd weten te verheffen tot een open confrontatie van klasse tegen klasse. Hierdoor verloor de arbeidersklasse haar voordeel in de krachtsverhouding met de bourgeoisie, terwijl zij via haar strijdbaarheid niettemin verhinderde dat de bourgeoisie haar oplossing voor de crisis, een wereldoorlog, kon opleggen.
Deze tegenstrijdige situatie leidde uiteindelijk tot een patstelling, aangezien noch de bourgeoisie noch het proletariaat erin slaagde hun perspectief op te leggen.
Na het uiteenvallen van het Oostblok leidden de ideologische campagne over de ‘dood van het communisme’ en de ‘definitieve overwinning van de democratie’, evenals het begin van de fase van ontbinding met een versnelde verrotting van de maatschappij tot een eb van de klassenstrijd, waardoor klassenbewustzijn afnam, een machtsevenwicht ontstond dat ongunstig werd voor het proletariaat: "de ontbinding van het kapitalisme heeft de essentiële dimensies van de klassenstrijd diepgaand aangetast: collectieve actie, solidariteit, de behoefte aan organisatie, de verhoudingen die aan alle leven in de maatschappij ten grondslag liggen en die steeds meer afbrokkelen, het vertrouwen in de toekomst en in de eigen krachten, het bewustzijn, de helderheid, de samenhang en de eenheid van het denken, de liefde voor theorie." [1]
De tendens bestond om de omvang van deze eb te onderschatten en te vroeg, zoals in 2003, het einde van de achteruitgang van de arbeidersstrijd te voorspellen, aangezien de proletarische bewegingen in de jaren 1990 eerst werden afgeremd door een toenemende greep van de vakbonden en meer in het algemeen bedreigd door de schadelijke effecten van de druk van het individualisme en het ieder voor zich. Ook werden de bewegingen afgeremd door de ‘oplossing’ van de klasse in interklassistische en volksopstanden, zoals in de ‘Arabische Lente’ van 2010-‘11 of gedurende de ‘gele hesjes-beweging’ van 2018-‘19.
Er waren in die jaren wel demonstraties van proletarisch verzet ontstaan tegen de druk van de ontbinding, zoals de anti-CPE-beweging in 2006 in Frankrijk of de Indignados-beweging in Spanje (2011), maar die konden het einde van de verregaande achteruitgang niet inluiden, omdat ze niet krachtig en vooral bewust genoeg waren om op een klassenterrein een alternatief op te leggen voor de gevolgen van de ontbinding.
In tegenstelling tot voorgaande decennia vormt de huidige golf van strijd, die in het Verenigd Koninkrijk begon, een belangrijke breuk met de voorgaande dertig jaar. Afgezien van de onmiddellijke uitingen, benadrukt de context waarin deze strijd zich ontwikkelt zijn diepere betekenis:
zijn de arbeiders tot de conclusie gekomen dat "genoeg is genoeg" en dat de enige manier om hier een einde aan te maken is zich te mobiliseren op klassebasis om hun levens- en arbeidsomstandigheden te verdedigen. In feite kan de uitbreiding van deze golf alleen worden begrepen als zoals een verandering van de ‘mentaliteit’ van de massa’s, het resultaat van een lang proces van ondergrondse rijping binnen de klasse, van desillusies en afkeer van de belangrijkste thema’s van de burgerlijke ideologie.
Vooral van belang is dat de Britse arbeidersklasse zich in de voorhoede van deze breuk bevindt:
Net als mei '68 (maar in een andere context) wijst de huidige internationale beweging de huidige internationale beweging op een tendens om een diepgaande reflectie op gang te brengen en geleidelijk de referentiepunten te vinden die uiteindelijk zullen leiden tot de terugkeer van de eigen klassenidentiteit. Zij geeft uitdrukking aan een breuk met een lange periode van eb en vloed, gekenmerkt door desoriëntatie, door een vermindering van het klassenbewustzijn en door arbeidersstrijden die vaak volledig van elkaar geïsoleerd is. Ondanks hun zwakheden onderstreept juist de gelijktijdigheid van de huidige gevechten (in het grootste deel van West-Europa, maar ook in Korea of de VS) eens te meer de realiteit dat een strijd, wil ze slagen, zich moet ontwikkelen tot een ongedeelde en verenigde beweging in de hele klasse. De huidige strijdgolf toont niet alleen een ontwikkeling van de strijdbaarheid, maar ook een terugkeer van het vertrouwen van de arbeiders in hun eigen kracht als klasse en een diepgaande bezinning (ook al staan we nog maar aan het begin van dit moeilijke proces).
Aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis van de arbeidersbeweging hebben we willen laten zien:
- het belang voor revolutionairen om de context van de arbeidersstrijd nauwkeurig te analyseren om het bewustzijnsniveau van de klasse te kunnen inschatten;
- dat een oppervlakkige blik op stakingen misleidend kan zijn en kan leiden tot een verkeerde beoordeling en uiteindelijk tot een verkeerde oriëntatie voor het optreden van revolutionaire organisaties.
Zoals Lenin schreef: "‘Onze leer is geen dogma, maar een leidraad voor actie’ – een stelling die door Marx en Engels voortdurend werd benadrukt. Zij spotten terecht met het uit het hoofd leren en eenvoudig herhalen van ‘formules’ die in het beste geval alleen geschikt zijn de algemene taken te schetsen, die onvermijdelijk worden gewijzigd door de concrete economische en politieke situatie in elke specifieke fase van het historisch proces.”
Dennis / 24.02.2023
[1] “How can the proletariat overthrow capitalism? [197]”, International Review no. 168 (2022
"Een steeds gewelddadiger mobilisatie" (The Times), "Een brand die fascineert en vernietigt" (El pais), "Brand voor het stadhuis van Bordeaux" (Der Spiegel)...
De botsingen tussen ‘zwarte blokken’ en de politie tijdens de demonstraties tegen de pensioenhervorming haalden de koppen in vele kranten in Europa en elders. Ook de buitenlandse media toonden beelden van uitgebrande vuilnisbakken, gebroken ruiten, projectielen of granaten, waarmee vakkundig een echte Apocalyps werd geënsceneerd. Terwijl de beweging tegen de pensioenen in Frankrijk tot nu toe werd verzwegen, zijn de buitenlandse media plotseling uit hun winterslaap ontwaakt om de gebeurtenissen in de straten van alle Franse steden, die sinds half januari plaatsvonden, volledig te verdraaien.
De sociale beweging reduceren tot destructieve rellen, die in feite zeer klein en marginaal zijn, is altijd de oefening geweest die de media graag doen om de strijd in diskrediet te brengen. De echo van de strijd tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in de arbeidersklasse in Italië, het Verenigd Koninkrijk of Duitsland heeft de ijver van de bourgeoisie alleen maar versterkt om grove leugens te verkondigen.
Verre van de enkele samenkomsten van ‘brandstichters’ (van vuilnisbakken), zijn miljoenen mensen, week na week, in levendige demonstraties, vastbesloten om te vechten en deze aanval af te slaan. De activering door de regering op 16 maart van artikel 49.3 van de grondwet, waardoor de wet zonder stemming van de parlementsleden kon worden aangenomen, enkele dagen later gevolgd door een minachtende interventie van Macron die de betogers vergeleek met ‘onruststokers’, zoals de haatdragende en luidruchtige troepen van Trump of Bolsonaro, hebben de woede en de wil om de regering te doen terugplooien nog versterkt.
Op de negende dag van de mobilisatie, op 23 maart, hadden zich tussen de 2 en 3 miljoen mensen verzameld. Arbeiders, gepensioneerden, werklozen, middelbare scholieren en universiteitsstudenten... Iedereen was op straat om de nog altijd onveranderde weigering uit te schreeuwen om zich tot 64 jaar te laten uitbuiten. De lukrake gewelddaden van een paar honderd ‘zwarte blokken’, die op het nieuws werden uitgezonden en internationaal werden doorgeseind, hebben absoluut niets te maken met de aard van deze beweging.
Deze steriele en nutteloze daden dienen juist als voorwendsel voor de CRS, BRAV-M en andere ‘orde’-troepen van de uitbuiters om onderdrukking en terreur toe te passen. Dit alles wordt gedaan om de arbeiders ervan te weerhouden zich bij de demonstraties aan te sluiten en om bijeenkomsten en discussies te verhinderen.
De strategie van verrotting door geweld, bewust georkestreerd door de regering, heeft vooralsnog niets opgeleverd. Op de twee volgende mobilisatiedagen, op 28 maart en 6 april, waren dezelfde massaliteit en vastberadenheid nog steeds aanwezig. Het politiegeweld dat op de demonstranten werd losgelaten was voor delen van de wereldbourgeoisie zelfs aanleiding om via de Raad van Europa of de VN Macron en zijn regering te waarschuwen voor het “buitensporig gebruik van geweld”, omdat de dood van één demonstrant een meeslepende impact zou kunnen hebben op het hele proletariaat in West-Europa.
Dus ondanks de provocaties, de vele valstrikken van de regering, de vakbonden en alle andere krachten van de bourgeoisie, gaat de strijd in Frankrijk door! De massaliteit, de strijdbaarheid en de solidariteit blijven intact. Dit is niet zonder zorgen voor delen van de Franse bourgeoisie die, geconfronteerd met het isolement en onvermurwbare houding van Macron en zijn regering, resoluut een uitweg zoeken. [1]
De omvang van deze beweging is zo groot dat ze arbeiders in verschillende landen inspireert. In Italië vragen ze zich af waarom “niemand een vinger heeft uitgestoken” toen de pensioenleeftijd in 2011 werd verhoogd tot 67 jaar? Waarom hebben we niet geweigerd om nog meer uitgebuit te worden, zoals de arbeiders in Frankrijk vandaag doen? Stakende transportarbeiders in Duitsland hebben openlijk beweerd geïnspireerd te zijn door de beweging in Frankrijk. Hetzelfde gold voor het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië, ook met betrekking tot de pensioenen. De strijd tegen de pensioenhervorming is dus geen specifiek gegeven van de ‘weerspannige Gallier’, maar is een actief deel in de ontwikkeling van de strijdbaarheid en de overdenking van de arbeidersklasse op internationaal niveau.
Waarom? Omdat de hele arbeidersklasse in de wereld getroffen wordt door inflatie, aanvallen van de regering, de verslechtering van de levensomstandigheden, de intensivering van de uitbuiting op de werkplek.
Daarom zijn het “enough is enough” dat in het Verenigd Koninkrijk maandenlang door de arbeiders in vele sectoren werd geroepen, het “ça suffit!” van de demonstranten in Frankrijk, de reactie van arbeiders in Griekenland na een spoorwegongeluk... [2] allemaal onderdeel van dezelfde internationale beweging van woede en ontevredenheid: Spanje, Duitsland, Griekenland, Zuid-Korea, Mexico, China, Italië... overal stakingen en demonstraties, overal dezelfde strijd om zich te verdedigen tegen de ergste gevolgen van de crisis van het kapitalisme.
Zoals de internationale echo van de strijd in Frankrijk laat zien, ontstaat er geleidelijk een embryo van banden tussen arbeiders dat de grenzen overschrijdt. Deze reflexen van solidariteit zijn precies het tegenovergestelde van de kapitalistische wereld die verdeeld is in concurrerende naties en voortdurend de cultus van het vaderland prijst! Integendeel, zij herinneren aan de roep van de arbeidersklasse sinds 1848, die van het Kommunistisch Manifest van Marx en Engels: “Proletariërs hebben geen vaderland! Proletariërs van alle landen, verenigt u!”
De huidige strijd is dus de gunstigste voedingsbodem voor het besef dat “wij allen in dezelfde wagon zitten”, zoals de demonstranten in Griekenland onlangs beweerden. Ook al is het nog een zeer broos en verward proces, al deze strijd laat ons beetje bij beetje beseffen dat het mogelijk is om als een verenigde en collectieve kracht, als klasse, als wereldarbeidersklasse te strijden!
Hoewel strijdbaarheid en massaliteit alleen de bourgeoisie niet hebben kunnen doen terugkrabbelen, is het loutere gegeven dat men de collectieve strijd heeft ervaren, de impasses heeft kunnen meten, de door de bourgeoisie opgezette valstrikken onder ogen heeft gezien en erover heeft kunnen nadenken om er lering uit te trekken, al een overwinning en een extra stap voor toekomstige strijd: “Van tijd tot tijd zegevieren de arbeiders, maar slechts voorbijgaand. Het eigenlijk resultaat van hun gevechten is niet het directe succes, maar de altijd verder om zich grijpende vereniging van
de arbeiders” [3].
Elke week worden in de marsen leuzen geroepen als “Als je ons op 64 zet, zetten we je terug op Mei 68”, “Maart 2023 is de nieuwe Mei 68”. Ook de strijd tegen de CPE in 2006 staat op ieders netvlies. [4] Deze ervaringen uit de geschiedenis van de arbeidersklasse zijn zeer waardevol voor de ontwikkeling van de strijd. Ze vormen een kompas waarmee de klasse de weg van uitbreiding en eenheid van de strijd kan vinden.
In 1968 dwong het proletariaat in Frankrijk de regering en de vakbonden overeenstemming te bereiken over hogere lonen door massale stakingen en het propageren van algemene vergaderingen in fabrieken en andere werkplaatsen.
In 1969 en 1972 waren de mijnwerkers in het Verenigd Koninkrijk er eveneens in geslaagd een voor de arbeidersklasse gunstig krachtsverhouding te creëren door de corporatistische logica te doorbreken via de uitbreiding van de strijd: bij tientallen en honderden waren ze naar de havens, staalfabrieken, kolenopslagplaatsen en elektriciteitscentrales gegaan om die te blokkeren en de arbeiders daar ervan te overtuigen zich bij hen aan te sluiten in de strijd. Deze methode, die bekend werd als "vliegende piketten", gaf uitdrukking aan de collectieve kracht, solidariteit en eenheid van de arbeidersklasse.
In 1980 schudde de arbeidersklasse in Polen de bourgeoisie in alle landen wakker door bijeen te komen in reusachtige algemene vergaderingen (MKS), besluiten te nemen over eisen en strijdacties, met de voortdurende zorg om de strijd uit te breiden.
In 2006 waren het de door de studenten georganiseerde algemene vergaderingen die openstonden voor iedereen (arbeiders, werklozen, gepensioneerden...) die de longen waren van een strijd die de regering Chirac, toen deze geconfronteerd werd met de dynamische uitbreiding, dwong het Eerste Arbeidscontract (CPE) in te trekken.
Al deze bewegingen tonen aan dat de arbeidersklasse de aanvallen kan afslaan en de heersende klasse kan doen terugwijken, zodra zij werkelijk in staat is haar strijd ter hand te nemen om deze uit te breiden en te verenigen op basis van gemeenschappelijke eisen en actiemiddelen.
De blokkade van informatie van de massaliteit van de strijd in Frankrijk door de media heeft, net als de nadrukkelijke demonisering van het geweld van minderheden door diezelfde media, juist tot doel te voorkomen dat het proletariaat zich opnieuw met dit verleden verbindt en zich bewust wordt van zijn krachten. Daarom moet vandaag de ontwikkeling van echte plaatsen van discussie, zoals soevereine algemene vergaderingen die voor iedereen openstaan, verdedigd worden als actiemiddel, als het middel bij uitstek om na te denken over de ontwikkeling en de vereniging van de strijd. Het zich opnieuw toe-eigenen van de lessen van de voorbije strijd is een fundamentele mijlpaal in dit proces en, meer in het algemeen, in het herstel van het bewustzijn te behoren tot één en dezelfde klasse die de kracht in zich draagt om de kapitalistische orde omver te werpen.
Vincent / 07.04.2023.
[4] Hoewel ze niet dezelfde betekenis hebben, noch dezelfde historische draagwijdte als Mei 68.
Na een mediapiek in het begin van het afgelopen najaar is het thema “belasting op superwinsten” in de toespraken van vele politici, in de pers en zelfs in de mond van media-economen geslopen.
De onfatsoenlijke stijging van de winsten is een realiteit. De dividenden van de CAC-40 aandeelhouders in Frankrijk, de winsten van TotalEnergies, LVMH, Engie, ArcelorMittal, die van de grote energiedistributeurs in Duitsland, Italië of Groot-Brittannië, zoals Shell, BP, British Gas... ze vestigen allemaal records. Zo heeft TotalEnergies zijn nettowinst in het tweede kwartaal van 2022 verdubbeld. In het Verenigd Koninkrijk heeft de Shell Groep een winst van 40 miljard dollar gemaakt. De Duitse top-100 bedrijven melden een recordomzet van 1.800 miljard euro ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De wereldwijde transportgigant CMA CGM heeft zijn inkomsten voor het eerste kwartaal van 2022 zien stijgen met 7,2 miljard dollar, een stijging van bijna 243%!
Deze situatie, die de sociale verschillen en ongelijkheden accentueert, gaat gepaard met een walgelijke demonstratie van bepaalde inkomens terwijl de lonen van de arbeiders stagneren, zo niet achteruitgaan. Onzekerheid is de norm geworden en de inflatie stort een groeiende massa arbeiders in armoede[1].
Tegenover deze voortdurend verslechterende situatie wordt de “belasting op superwinsten” voorgesteld als een mogelijke oplossing of als een van de middelen om de crisis het hoofd te bieden. De Bundestag en andere parlementen in Europa hebben zich laten verleiden tot het plannen van een dergelijke belasting, voornamelijk op winsten in de energiesector. In zijn toespraken noemde president Macron, die elke verwijzing naar het lexicon van links liever uitbant, bijvoorbeeld de mogelijkheid om de “overwinsten” van de grote energiebedrijven te belasten. Het doel was waarschijnlijk om het gedwongen gebruik van hun auto's minder ondraaglijk te maken voor arbeiders, vooral de meest precaire, en om ideologisch te reageren op wat als een echte onrechtvaardigheid wordt ervaren: “de rijken doen zich tegoed terwijl wij steeds meer moeite hebben om te tanken”. Dergelijke propaganda, uit de mond van andere Europese leiders van dezelfde slag, midden in een economische crisis en in een context van sterke inflatiedruk, is bovendien een teken van de bezorgdheid van de bourgeoisie over een steeds meer gespannen sociale situatie.
Geconfronteerd met toenemende ellende begonnen proletariërs in hun strijd in Groot-Brittannië, Frankrijk en vele andere landen van de wereld te roepen: “enough is enough”of “maintenant, ça suffit!”[nu is het genoeg!]. Door de opleving van de strijd in de wereld is de bourgeoisie gedwongen een paar kruimels te geven. Maar wat zij met de ene hand geeft, neemt zij onmiddellijk en onvermijdelijk met de andere hand weer terug.
Naast deze zorgen schuilt het gevaar voor de arbeidersklasse in een schijnbaar radicalere misleiding door links, de vakbonden en vooral door ultralinks, zoals met name in Frankrijk het geval is met de Trotskisten.
Eind augustus organiseerde LFI-NUPES [2] al een petitie onder de titel: “Laten we de superwinsten belasten”! De afgevaardigden van LFI, van Manuel Bompart tot François Ruffin, benadrukten in veel van hun toespraken de noodzaak van belastingen als antwoord op de maatschappelijke crisis. Maar ditzelfde idee was nog maar enkele jaren geleden de bijna exclusieve ideologische niche van de linkse partijen. Zoals die van de LO [3], wier demagogische leuze vaak neerkwam op “de rijken laten betalen”, een soort variant op de stalinistische redevoeringen uit het verleden, die zich voorstelden als de “vijanden van de trusts”, en daarbij ‘en passant’ de oude mythe van de “200 families” gebruikten[4]. Dit oude idee van “nemen van de rijken” werd ook uitgedragen door andere propagandisten, zoals die van Attac, die nog steeds pleiten voor de toepassing van de Tobin Tax [5].
In werkelijkheid heeft de leuze “laten we de winsten belasten” altijd uitdrukking gegeven aan de wil om het kapitalisme te zuiveren, om het historische bankroet van het systeem en de oorzaken van zijn crisis voor de uitgebuitenen te verbergen. Wat het linkse idee van “onteigening” verbergt, door de aandacht te richten op de “profiteurs” die zo de rol van bliksemafleider spelen (zoals tijdens de crisis van 2008 die aan de bankiers werd toegeschreven), is ons te doen geloven dat de wortels van de wereldcrisis voortkomen uit de “excessen” van de grote bedrijven, uit het egoïstische gedrag van de “hebzuchtige” managers en aandeelhouders of zelfs van de gewone bazen. Kortom, ondanks de tegenspraken van het kapitalisme zou het mogelijk zijn “de last voor de arbeiders te verlichten” door een “eerlijke herverdeling van de rijkdom”.
Maar vandaag volstaan deze oude zegswijzen van extreem links, die opnieuw gebruikt worden als antwoord op de overdenking onder meer bewuste en strijdvaardige arbeidersminderheden, niet meer. Terwijl klassiek links vasthoudt aan zijn ideologie van “herverdeling” en “regulering”door de staat, ziet ultralinks zichzelf nu verplicht om te spreken over de “noodzaak het systeem omver te werpen”. Door LO wordt deze belastingheffing nu een “misleiding” genoemd [6]. Ook een groep als Révolution Permanente, een afsplitsing van de NPA [7], bekritiseert deze leuze die “ons niet toestaat het kapitalistische privé-eigendom aan te vallen”[8]. Zonder de oude ‘reformistische’ gemeenplaatsen zoals “indexering van de lonen aan de inflatie [...] om onze klasse te verenigen” los te laten, bewijst deze nieuwe linkse ‘winkel’ dat ze de loonuitbuiting niet in vraag willen stellen.
Onder het mom van “onteigeningen”, die het mogelijk zouden maken een zogenaamde “arbeidersstaat” op te bouwen, gaat achter het schijnbare radicalisme van hun zegswijzen gaat een ferme verdediging schuil van het staatskapitalisme. De linkse organisaties distantiëren zich in het geheel niet van de opvattingen van klassiek links, die erin bestaan de illusie in stand te houden van de mogelijkheid om een staat “boven de klassen” te vormen, die in staat is “de economie te regelen in dienst van de arbeiders”. Bijgevolg zullen links en extreem links, verre van in dienst te staan van de ontvoogding van de arbeiders, altijd in het kamp van de bourgeoisie blijven, in dienst van de instandhouding van het kapitalisme.
De kapitalistische wereld zakt onverbiddelijk weg in een steeds scherper wordende economische oorlog, tegen een achtergrond van enorme schulden. Alle ondernemingen en alle naties strijden tegen elkaar om hun concurrentievermogen te behouden in het licht van de felle concurrentie. Om in deze jungle te overleven zijn er geen gemakkelijke uitwegen: je moet zoveel mogelijk kapitaal vergaren door werkers uit te persen om de productiekosten te verlagen. In tegenstelling tot hardnekkige mythes, zoals die van de ‘dertig glorieuze jaren’, heeft het kapitalisme nooit een “rechtvaardige herverdeling van de rijkdom” bewerkstelligd en zal het dat ook nooit kunnen, want dat zou betekenen dat het zichzelf te gronde richt. Met de algemene crisis van het systeem is het zelfs niet denkbaar om ook maar de geringste hervorming ten gunste van de arbeiders toe te staan. Het enige perspectief dat het kapitalisme het proletariaat kan bieden is een permanente verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden van de arbeiders.
Dit is wat de propaganda over de “winstbelasting” probeert te verbergen! Hoe geraffineerd het ook klinkt in de mond van ‘linkse’ economen, de enige functie van deze leugen is om de arbeiders te hersenspoelen met illusies over een ‘uitweg uit de crisis’.
Het kapitalisme heeft geen menslievende roeping, het bestaat in overeenstemming met zijn aard: kapitaal accumuleren en winst maken uit het zweet van de arbeiders.
Het idee dat in het verleden door ultralinks, vooral door Trotskisten, is ingehamerd om ‘de rijken te belasten’ om ‘slapend geld’ te investeren en te doen alsof ze investeren in scholen, gezondheidszorg, enz. voor een betere wereld onder leiding van een staat die democratisch gecontroleerd wordt door de arbeiders, is een pure leugen. In tegenstelling tot wat zij ons willen doen geloven, kan het kapitalisme zijn onoplosbare tegenspraken, die een crisis van permanente overproductie en afschuwelijke schulden veroorzaken, op geen enkele manier overwinnen. Het gefantaseerde ‘model’ van ‘herverdeling’, of dat van de staatscontrole, dat bedrieglijk gelijk gesteld wordt met het ‘kommunisme’, blijft in werkelijkheid een soort stalinistisch staatskapitalisme! Een ‘model’ van kapitalistisch beheer waar alle extreem-linkse politici nog steeds heimwee naar hebben.
In tegenstelling tot het geloof in de mogelijkheid om een meer ‘sociale’ staat te scheppen, vertegenwoordigt de staat in werkelijkheid de speerpunt van de bourgeoisie. De bourgeoisie schildert staten graag af als ondergeschikt aan de grote multinationale bedrijven. Maar het machtsevenwicht tussen de ‘privé’ bourgeoisie en de staat is precies het tegenovergestelde: zonder de strakke staatscontrole op productie en handel op alle niveaus, zonder het verfijnde regelgevingapparaat (met belastingvoordelen), zonder het leger van ambtenaren om de arbeiders op te leiden of te verzorgen, zonder de imperialistische invloed van de staten, zouden de bedrijven, klein of gerund door miljardairs, niets zijn. Je hoeft alleen maar te zien hoe een megalomaan als Elon Musk volledig afhankelijk is van de orders en goodwill van de Amerikaanse staat om hiervan overtuigd te raken.
De burgerlijke staat is geen neutrale plaats van macht die moet worden veroverd, het is het belangrijkste instrument van uitbuiting en overheersing van de bourgeoisie over de maatschappij. Als zodanig is het de belangrijkste klassenvijand die verslagen moet worden.
De mythe van de ‘beschermende’ staat is zeer taai. Als speerpunt van alle aanvallen worden in zijn naam de ‘hervormingen’ doorgevoerd die onze levensomstandigheden verslechteren. In werkelijkheid is de enige functie van de staat het garanderen van de orde die een optimale uitbuiting van de arbeidskracht mogelijk maakt: elk idee van ‘regulering’, ‘herverdeling’ of ‘controle door de arbeiders’ is slechts illusie.
De proletariërs hebben geen keus: zij moeten een zo eensgezind en breed mogelijke strijd voeren. Daartoe moeten zij allereerst doof blijven voor het lawaai van de media, maar ook en vooral voor die van valse vrienden zoals links en de vakbonden die beweren dat het mogelijk is de staat te hervormen of te controleren ten gunste van de arbeiders. De gevaarlijkste vijanden zijn zij die achter het masker van rechtvaardigheid, of soms zelfs revolutie, optreden als de laatste bastions van de burgerlijke staat.
WH / 17.03.2023
[1] Deze recordwinsten zijn echter geen tekenen van een gezonde economie. Ze zijn hoofdzakelijk te verklaren door de stijgende prijs van koolwaterstoffen, speculatie en de daling van de productiekosten, met name door de intensivering van de uitbuiting van arbeidskrachten en de lage lonen die voor alle proletariërs worden gehandhaafd.
[2] La France Insoumise-Nouvelle Union Populaire Écologique et Sociale
[3] Lutte Ouvrière
[4] Deze mythe ontstond aan het einde van het Tweede Keizerrijk, en impliceerde dat de politieke macht in Frankrijk en de macht over het geld, via het banksysteem en het krediet, in handen waren van enkele extreem rijke ‘200 families’.
[5] De Amerikaanse econoom James Tobin stelde in 1972 voor valutatransacties te belasten met een heffing tussen 0,05% en 1%.
[6] "Belasting op superwinsten: een misleiding". Lutte Ouvrière nr. 2822 (2022).
[7] Nouveau Parti Anticapitaliste
[8] “‘Belasting op superwinsten’ of hoe het kapitalistische privébezit niet aan te vallen”; Révolution Permanente (november 2022).
Geconfronteerd met de vastberadenheid van de arbeiders in Frankrijk, vermenigvuldigt de bourgeoisie de valstrikken en valkuilen: schaamteloze provocaties van de regering, valse hoop op een ‘institutioneel resultaat’ of een ‘sociale dialoog’... zowel van links als van rechts doet de bourgeoisie er alles aan om de strijd in een impasse te brengen. De laatste weken is het vooral het ongegeneerde geweld van de politie dat door de media wordt gebruikt en de ronde doet.
Politiegeweld en provocaties zijn klassieke vormen om de orde te handhaven. Na tevergeefs gewed te hebben op uitputting door het herhaaldelijk verlies van een dag loon, spelen Macron en zijn regering nu de kaart van het gebruiken van het blinde en steriele geweld van de ‘zwarte blokken’. Hierdoor kunnen ze bewust een enorme onderneming van politieprovocaties en repressie op alle demonstranten en stakende arbeiders in gang zetten
Zo werd alles in het werk gesteld om de demonstraties van 28 maart in Frankrijk te laten uitmonden in een gewelddadige en massale confrontatie met de politie. Eerst waren er de verbale provocaties van Macron tegen de ‘onruststokers’, waarbij de demonstranten werden voorgesteld als een horde misdadigers. Vervolgens waren er de zeer schokkende beelden en opnames die de sociale netwerken overspoelden waarin agenten demonstranten, vooral de jongsten, aanvallen, intimideren en vernederen. En tenslotte de kinderen die, nadat de prefectuur de hulpdiensten had belet in te grijpen, zich in Sainte-Soline tussen leven en dood bevonden, gewond door oorlogswapens. Deze provocaties waren ondraaglijk en het risico was groot dat de gevoelens jegens de politie niet zouden ophouden bij de leuzen: “Iedereen haat de politie!”, maar zouden uitmonden in chaotische straatgevechten en brandende barricades.
Op 28 maart waren de demonstraties echter rustig, met een woede-uitbarsting tijdens de betogingen, maar met incidentele en marginale schermutselingen waarbij enkele tientallen mensen betrokken waren. Hetzelfde gebeurde, maar dan nog rustiger, op 6 april. De arbeidersklasse is niet in de val gelopen!
Want het was inderdaad een valstrik: de bourgeoisie deed er alles aan om de woede van degenen die zich mobiliseren in sociale bewegingen te verergeren, door haar agenten straffeloos te laten optreden en dit kenbaar te maken: geen sancties, geen schorsing, een cynische en arrogante minister van Binnenlandse Zaken, wiens arrogantie weinig onderdeed voor die van het Élysée! Vanaf dat moment was de boodschap duidelijk: de volgende keer is het erger, de volgende keer is het oorlog en zijn jullie gewaarschuwd!
De demonstranten hadden massaal bang kunnen worden, de ouders hadden hun middelbare schoolkinderen of studenten kunnen tegenhouden en de bourgeoisie zou hebben gelachen om een mobilisatie ‘op zijn retour’. Een deel van de demonstranten had zich ook kunnen laten meeslepen in een rechtstreekse confrontatie met de politie, dan had de bourgeoisie een geweldige kans gehad om te zeggen dat elke sociale beweging altijd eindigt in vernietiging en chaos en dat alleen de staat en zijn politie ‘veiligheid en vrede’ kunnen garanderen.
De bourgeoisie is echter niet tevreden met het uitoefenen van terreur en het aansturen op steriele confrontaties, zij heeft een zeer effectief en gevaarlijk wapen in handen via haar ‘democratische’ ideologie en de vakbonden. Deze laatste presenteren zich namelijk als verantwoordelijken, als de garanten van vreedzame demonstraties en effectieve strijd. In werkelijkheid werken zij niet alleen op klassieke wijze samen met de prefectuur en de politie om de betogingen voor te bereiden, maar zorgen zij ook zelf voor de ordehandhaving, organiseren zij de demonstraties op een manier om ze te verdelen, op te delen per sector, beroep, categorie, ieder achter zijn vaandel, ingekaderd door zijn vakbond en zijn geluidsinstallatie om discussies te voorkomen en alle andere initiatieven dan de door hen georganiseerde de kop in te drukken. De andere kant van deze medaille wordt geleverd door de linkse partijen en de bourgeois media die proberen nog meer ideologisch gif in de hoofden van de arbeiders toedient - met als doel ons te laten denken dat de vakbonden de arbeiders echt verdedigen, maar ook dat er een ‘politiemacht ten dienste van het volk’ zou kunnen zijn die onberispelijk handelt en met respect voor de rechtsstaat. Dit zijn leugens! De vakbonden zijn, net als de politie, organen van de staat. Zij staan fundamenteel in dienst daarvan, dat wil zeggen als speerpunt van de verdediging van de burgerlijke orde en uitbuiting.
De klassenstrijd heeft niets te maken met het blinde en minderheidsgeweld dat momenteel tot uiting komt in de weinige confrontaties met de repressiekrachten, en past ook niet in de illusies van een ‘menselijker’ en zogenaamd ‘democratischer’ kapitalisme.
De kracht van de arbeidersklasse ligt in haar collectieve en massale strijd, het terrein waarop haar bewustzijn een revolutionaire klasse te zijn kan worden versterkt, in staat om een echte krachtsverhouding met de heersende klasse op te leggen, niet om vuilnisbakken in brand te steken of op straat achter een peloton van de CRS aan te gaan. De bourgeoisie weet dit en probeert met alle middelen dit proces te verhinderen door reacties van blinde woede uit te lokken die als uitlaatklep dienen en die ze weten te kanaliseren.
GD / 04.04.2023
De stakingen die afgelopen juni in Groot-Brittannië uitbraken, na tientallen jaren van aanvallen en passiviteit, hebben een duidelijke verandering betekend in de mentaliteit van de arbeidersklasse: "Enough is enough!". De massale demonstraties tegen de pensioenhervorming in Frankrijk en de veelheid van stakingen en demonstraties over de hele wereld bevestigen de realiteit van een echte breuk: de proletariërs weigeren nieuwe aanvallen zonder meer te ondergaan! Tegenover inflatie, ontslagen, ‘hervormingen’, onzekerheid, minachting, de voortdurende verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden recht het proletariaat haar rug!
In Frankrijk, in de overtuiging de beweging snel te kunnen begraven, stuit de bourgeoisie op een enorme mobilisatie, een diepe en blijvende woede.
In Spanje vinden massale manifestaties plaats tegen de ineenstorting van de gezondheidszorg en de verslechtering van de arbeidsomstandigheden, met strijd en stakingen in verschillende sectoren.
In Duitsland eisen arbeiders in de publieke sector en bij de post loonsverhogingen. De transportsector is verlamd door een megastreik en de situatie wordt steeds grimmiger in het licht van de lopende onderhandelingen tussen de ondernemers en de vakbond IG Mettal, die een toenemende woede inkadert
In Griekenland heeft de arbeidersklasse op explosieve wijze haar verontwaardiging geuit na een spoorwegongeluk dat aan 57 mensen het leven heeft gekost en dat het gebrek aan middelen, aan personeel en het cynisme van de bourgeoisie aan het licht heeft gebracht, die een zondebok de schuld wilde geven om zich vrij te pleiten van een politiek van massale en moorddadige bezuinigingen.
In Denemarken braken stakingen en demonstraties uit tegen de afschaffing van een feestdag om de verhoging van het militaire budget voor de oorlogsinspanningen in Oekraïne te financieren.
Aangezien deze sociale conflicten zo wijdverbreid zijn en op alle continenten voorkomen, had een veel langere lijst kunnen worden opgesteld.
Geleidelijk aan lijkt de kloof tussen uitbuiters en uitgebuitenen weer te zien, waarvan de bourgeoisie had beweerd dat ze achterhaald was, ook al is het beeld zeer verward en pril. De dieper wordende economische crisis, in een steeds meer gefragmenteerde wereld, veroorzaakt inderdaad een steeds wredere uitbuiting van de arbeidskracht en vervolgens reacties van strijd die tot solidariteit en bezinning aanzetten. Geconfronteerd met arbeidsomstandigheden waarvan de flagrante onrechtvaardigheden simpelweg ondraaglijk worden, beginnen proletariërs, of ze nu in de publieke of private sector werken, in blauwe of witte jassen, achter een kassa of een bureau, in de fabriek of werkloos, zich te herkennen als slachtoffers van hetzelfde systeem en als actoren van een gemeenschappelijk lot door middel van strijd. Kortom, de proletariërs zetten, zonder zich daar echt van bewust te zijn, hun eerste stappen op weg naar de erkenning van zichzelf als een maatschappelijke klasse: de arbeidersklasse.
Maar indien talrijke landen op alle continenten door deze stakingsgolf worden getroffen, dan is dat nog steeds op zeer verschillende niveaus, met zeer verschillende graden van kwetsbaarheid, mobilisatie en bewustzijn. De huidige situatie bevestigt in feite ten volle het onderscheid dat politiek en kwalitatief moet worden gemaakt tussen het oude proletariaat van de centrale landen, met name West-Europa, en dat van zijn klassenbroeders in de landen van de periferie. Zoals we hebben gezien in China of Iran, stellen het gebrek aan historische ervaring met de strijd, de grotere aanwezigheid van maatschappelijke tussenlagen, het meer uitgesproken gewicht van democratische misleidingen, de arbeiders meer bloot aan het risico te verdrinken in de woede van kleinburgerlijke en uiterst gepauperiseerde tussenlagen. Of zelfs te worden meegesleept door een burgerlijke fractie waardoor zij zich bloot te stellen aan repressie, zoals de situatie in Peru laat zien. [1]
Als de strijd leidt tot een langzame heropleving van de klassenidentiteit, komt het in West-Europa het duidelijkst naar voren, op een klassenterrein en met een bewustzijn, weliswaar nog zwak, maar verder ontwikkeld: door de leuzen, de strijdmethoden, het proces van rijping van het bewustzijn in minderheden op zoek naar proletarische politieke standpunten, door de overdenking die op grotere schaal plaatsvindt binnen de werkende massa's.
Het proletariaat zet dus zijn eerste stappen in een strijd van verzet tegen de toenemende barbarij en de brute aanvallen van het kapitaal. Ongeacht de onmiddellijke resultaten van deze of gene strijd, overwinningen (altijd voorlopig zolang het kapitalisme niet omver is geworpen) of mislukkingen, de arbeidersklasse baant vandaag de weg voor andere gevechten overal ter wereld. Aangespoord door de dieper wordende crisis van het kapitalisme en zijn rampzalige gevolgen, wijst het strijdende proletariaat de weg!
De historische verantwoordelijkheid van de revolutionaire klasse tegenover de gevaren die het kapitalistische systeem voor de hele mensheid inhoudt (klimaat, oorlog, nucleaire dreigingen, pandemieën, extreme verarming...) wordt steeds intenser en dramatischer. De kapitalistische wereld stort zich in een steeds bloediger chaos, en dit proces versnelt niet alleen sterk, maar is nu voor iedereen te zien [2].
Al een jaar oorlog en bloedbaden in Oekraïne! Dit barbaarse en destructieve conflict gaat door met eindeloze gevechten, zoals blijkt uit de dodelijke polarisatie rond Bachmoet, die getuigt van een tragische patstelling. Dit conflict stapelt ruïnes op aan de poorten van Europa en heeft nu al de menselijke verliezen overtroffen van de soldaten van het ‘Rode Leger’ die werden gedood tijdens de tien jaren oorlog in Afghanistan (van 1979 tot 1989)! Voor beide partijen wordt het dodental al geschat op minstens 300.000 [3]! De moorddadige waanzin in Oekraïne onthult het afschuwelijke gezicht van het kapitalisme in verval waarvan het militarisme doordringt tot in al zijn vezels.
Na de verschrikkelijke schok van de Covid-19 pandemie, tegen een achtergrond van chaos, overproductiecrisis, tekorten en enorme schuldenlast, heeft deze oorlog in Oekraïne alleen maar de ergste effecten van de ontbinding van de kapitalistische productiewijze versterkt, wat leidt tot een fenomenale versnelling van de verrotting van de maatschappij.
Oorlog en militarisme, de klimaatcrisis, rampen van allerlei aard, de desorganisatie van de wereldeconomie, de sterke opkomst van de meest irrationele ideologieën, de ineenstorting van de gezondheidszorg, onderwijs, vervoer... deze cascade van catastrofale verschijnselen lijkt niet alleen dramatisch te verergeren, maar ook zichzelf in stand te houden, en elkaar in een soort dodelijke ‘wervelwind’ te duwen tot het punt waarop de beschaving met regelrechte vernietiging wordt bedreigd.
De recente gebeurtenissen bevestigen deze dynamiek alleen maar: de oorlog accentueert ook de toch al diepe economische crisis. Naast de hoge inflatie, aangewakkerd door de wapenwedloop, is er verdere turbulentie in de bankensector in Europa en de Verenigde Staten, gekenmerkt door het faillissement van banken, waaronder de Silicon Valley Bank (SVB) in Californië en de redding van Credit Suisse met een gedwongen overname door UBS bank. Het spookbeeld van een financiële crisis hangt opnieuw boven de wereld: Dit alles tegen een achtergrond van toegenomen wereldwijde wanorde, ongebreidelde concurrentie en een genadeloze handelsoorlog die staten dwingt tot een politiek zonder voorspelbare uitkomst, waardoor versnippering en rampen ontstaan, waarvan de opwarming van de aarde niet de minste is [4]. Deze rampen kunnen alleen maar leiden tot nieuwe stuiptrekkingen en een onbesuisde vlucht vooruit in de crisis, met onvoorspelbare verschijnselen.
Terwijl de arbeidersklasse zich op het terrein van de klassenstrijd begeeft, kan het kapitalistische systeem ons alleen in een faillissement en vernietiging storten als het niet door het proletariaat ten val wordt gebracht. Deze twee polen van de historische situatie zullen nu botsen en in de komende jaren meer tegenover elkaar komen te staan. Deze evolutie zal, ondanks haar complexe dynamiek, op den duur het enige mogelijke historische alternatief duidelijker aan het licht brengen: het kommunisme of de vernietiging van de mensheid!
WH, 5 april 2023
Sinds zaterdag 7 oktober zijn de inwoners van Israël en Gaza is een stortvloed van dodend vuur, lood en staal terechtgekomen. Aan de ene kant Hamas. Aan de andere het Israëlische leger. In het midden worden burgers gebombardeerd, beschoten, geëxecuteerd en gegijzeld. Het dodental loopt al in de duizenden.
Overal ter wereld roept de bourgeoisie ons op om partij te kiezen. Voor het Palestijnse verzet tegen de Israëlische onderdrukking. Of voor het Israëlische antwoord op het Palestijnse terrorisme. Elk hekelt de barbaarsheid van de ander om oorlog te rechtvaardigen. De Israëlische staat onderdrukt het Palestijnse volk al tientallen jaren, met blokkades, pesterijen, controleposten en vernederingen: dus wraak zou gerechtvaardigd zijn. Palestijnse organisaties steken onschuldige mensen neer, of doden ze met bomaanslagen. Elke partij roept op tot het vergieten van het bloed van de ander.
Deze logica van de dood is die van de imperialistische oorlog! Het zijn onze uitbuiters en hun staten die altijd een genadeloze oorlog voeren om hun eigen belangen te verdedigen. En het zijn wij, de arbeidersklasse, de uitgebuitenen, die altijd de prijs betalen, met ons leven.
Voor ons, proletariërs, valt er geen kant te kiezen, we hebben geen vaderland, geen natie om te verdedigen! Aan beide kanten van de grens zijn we klassebroeders! Geen Israël, geen Palestina!
De twintigste eeuw was een eeuw van oorlogen, de meest gruwelijke oorlogen in de geschiedenis van de mensheid, en geen enkele ervan diende de belangen van de arbeiders. De arbeiders werden altijd opgeroepen om zich in te lijven en met miljoenen als kanonvoeder te dienen voor de belangen van hun uitbuiters, in naam van de verdediging van "het vaderland", "de beschaving", "de democratie" of zelfs "het socialistische vaderland" (zoals sommigen de USSR van Stalin en de goelag voorstelden).
Vandaag woedt er een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Aan beide kanten roepen de heersende klieken de uitgebuitenen op om "het vaderland te verdedigen", of ze nu Joods of Palestijns zijn. Deze Joodse arbeiders die in Israël worden uitgebuit door Joodse kapitalisten, deze Palestijnse arbeiders die worden uitgebuit door Joodse kapitalisten of door Arabische kapitalisten (en vaak veel harder dan door Joodse kapitalisten, omdat in Palestijnse bedrijven het arbeidsrecht nog dat van het voormalige Ottomaanse Rijk is).
Joodse arbeiders hebben al een zware prijs betaald voor de oorlogswaanzin van de bourgeoisie in de vijf oorlogen waaronder ze sinds 1948 hebben geleden. Zodra ze uit de concentratiekampen en getto's van een door de wereldoorlog verwoest Europa kwamen, werden de grootouders van degenen die vandaag het uniform van de Tsahal dragen, meegesleurd in de oorlog tussen Israël en de Arabische landen. Daarna betaalden hun ouders de prijs met hun bloed in de oorlogen van '67, '73 en '82. Deze soldaten zijn geen afzichtelijke bruten die alleen maar denken aan het doden van Palestijnse kinderen. Het zijn jonge dienstplichtigen, de meesten arbeiders, die sterven van angst en afschuw, die gedwongen worden om als politieagent op te treden en gehersenspoeld worden met de ongeziene "barbaarsheid" van de Arabieren.
Ook Palestijnse arbeiders hebben al een verschrikkelijke prijs met hun bloed betaald. Ze zijn in 1948 van huis en haard verdreven door de oorlog van hun leiders en hebben het grootste deel van hun leven in concentratiekampen doorgebracht. Als tieners werden ze ingelijfd bij de Fatah, PFLP of Hamas milities of gedwongen er deel van uit te maken.
Hun grootste massamoordenaars zijn trouwens niet de legers van Israël, maar die van de landen waar ze ondergebracht werden, zoals Jordanië en Libanon: in september 1970 ("Zwarte September") roeide "Kleine Koning" Hoessein hen massaal uit, zozeer zelfs dat sommigen van hen hun toevlucht zochten in Israël om aan de dood te ontsnappen. In september 1982 werden ze door Arabische milities (weliswaar christelijke en geallieerd met Israël) afgeslacht in de kampen Sabra en Shatila in Beiroet.
Vandaag willen ze, in naam van het "Palestijnse vaderland", opnieuw Arabische arbeiders mobiliseren tegen de Israëli's, d.w.z. voornamelijk Israëlische arbeiders, net zoals ze vragen aan deze laatsten om zich te laten doden ter verdediging van het "beloofde land".
Nationalistische propaganda stroomt walgelijk van beide kanten, geestdodende propaganda die is ontworpen om mensen in woeste beesten te veranderen. De Israëlische en Arabische bourgeoisie wakkeren dit al meer dan een halve eeuw aan. Israëlische en Arabische arbeiders hebben voortdurend te horen gekregen dat ze het land van hun voorouders moeten verdedigen. Voor de eersten heeft de systematische militarisering van de samenleving een psychose van omsingeling ontwikkeld om van hen "goede soldaten" te maken. Bij de laatsten zat het verlangen ingebakken om de strijd met Israël aan te gaan om een thuis te vinden. Om dit te bereiken hielden de leiders van de Arabische landen waar ze naartoe gevlucht waren hen tientallen jaren vast in concentratiekampen, met ondraaglijke leefomstandigheden.
Nationalisme is een van de ergste ideologieën die de bourgeoisie heeft uitgevonden. Het is de ideologie die het mogelijk maakt om het antagonisme tussen uitbuiters en uitgebuitenen te maskeren, om allen achter dezelfde vlag te verenigen, waarvoor de uitgebuitenen zullen worden gedood in dienst van de uitbuiters, ter verdediging van hun klassenbelangen en privileges.
Als klap op de vuurpijl gaat deze oorlog gepaard met het gif van religieuze propaganda, het soort dat het meest demente fanatisme creëert. Joden worden opgeroepen om de Klaagmuur van Salomons Tempel met hun bloed te verdedigen. Moslims moeten hun leven geven voor de Moskee van Omar en de heilige plaatsen van de Islam. Wat er vandaag in Israël en Palestina gebeurt, bevestigt duidelijk dat religie "de opium van het volk" is, zoals de revolutionairen van de 19e eeuw het uitdrukten. Het doel van religie is om de uitgebuitenen en onderdrukten te troosten. Degenen voor wie het leven op aarde een hel is, wordt verteld dat ze na hun dood gelukkig zullen zijn, op voorwaarde dat ze hun verlossing weten te verdienen. En deze verlossing wordt ingewisseld voor offers, onderwerping, zelfs het opgeven van hun leven in dienst van de "heilige oorlog".
Het feit dat aan het begin van de 21e eeuw ideologieën en bijgeloof die teruggaan tot de oudheid of de middeleeuwen nog steeds op grote schaal worden gebruikt om mensen ertoe te brengen hun leven op te offeren, spreekt boekdelen over de staat van barbarij waarin het Midden-Oosten, samen met vele andere delen van de wereld, zich bevindt.
Het waren de leiders van de grootmachten die de helse situatie hebben gecreëerd waarin de uitgebuite mensen van deze regio vandaag met duizenden tegelijk sterven. Het was de Europese bourgeoisie, en in het bijzonder de Britse bourgeoisie met haar "Balfour Declaration" van 1917, die, om te verdelen en te heersen, de oprichting van een "Joods thuisland" in Palestina toestond en zo de chauvinistische utopieën van het zionisme bevorderde. Het waren diezelfde bourgeoisiën die, in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog die ze net hadden gewonnen, ervoor zorgden dat honderdduizenden Midden-Europese Joden naar Palestina werden vervoerd nadat ze de kampen hadden verlaten of ver van hun regio van herkomst rondzwermden. Dit betekende dat ze hen in hun land niet hoefden op te nemen.
Het waren diezelfde bourgeoisiën, eerst de Britse en de Franse, daarna de Amerikaanse, die de staat Israël tot de tanden bewapenden om Israël de rol van speerpunt van het Westerse blok in deze regio te geven tijdens de Koude Oorlog, terwijl de USSR van haar kant haar Arabische bondgenoten zoveel mogelijk bewapende. Zonder deze grote "sponsors" hadden de oorlogen van 1956, 67, 73 en 82 niet kunnen plaatsvinden.
Vandaag bewapenen en pushen de bourgeoisie van Libanon, Iran en waarschijnlijk ook Rusland Hamas. De Verenigde Staten hebben zojuist hun grootste vliegdekschip naar de Middellandse Zee gestuurd en nieuwe wapenleveranties aan Israël aangekondigd. In feite zijn alle grootmachten min of meer direct betrokken bij deze oorlog en deze slachtpartijen!
Deze nieuwe oorlog dreigt het hele Midden-Oosten in chaos te storten! Dit is niet de zoveelste bloedige confrontatie die deze hoek van de wereld opnieuw in rouw dompelt. Alleen al de omvang van de moordpartijen laat zien dat de barbaarsheid een nieuw niveau heeft bereikt: jonge mensen die dansend met machinegeweren worden neergemaaid, vrouwen en kinderen die op straat van dichtbij worden geëxecuteerd, met geen ander doel dan het bevredigen van een verlangen naar blinde wraak, een bommentapijt om een hele bevolking uit te roeien, twee miljoen mensen die van alles zijn beroofd - water, elektriciteit, gas, voedsel... Er zit geen militaire logica achter al deze wreedheden, achter al deze misdaden! Beide partijen wentelen zich in de meest afschuwelijke en irrationele moorddadige woede!
Maar er is nog iets ernstigers: deze doos van Pandora zal nooit meer dichtgaan. Net als in Irak, Afghanistan, Syrië en Libië zal er geen weg terug zijn, geen "terugkeer naar vrede". Het kapitalisme sleurt steeds grotere delen van de mensheid mee in oorlog, dood en ontbinding van de samenleving. De oorlog in Oekraïne duurt nu al bijna twee jaar en verzandt in een eindeloos bloedbad. Ook in Nagorno-Karabach zijn bloedbaden aan de gang. En er dreigt al een nieuwe oorlog tussen de naties van het voormalige Joegoslavië. Kapitalisme is oorlog!
De arbeiders van elk land moeten weigeren partij te kiezen voor het ene of het andere kamp van de bourgeoisie. In het bijzonder moeten ze weigeren zich te laten misleiden door de retoriek van die partijen die beweren van de arbeidersklasse te zijn, de partijen van links en extreem-links die hen vragen hun "solidariteit met de Palestijnse massa's" te tonen in hun zoektocht naar hun recht op een "vaderland". Het Palestijnse vaderland zal nooit iets anders zijn dan een burgerlijke staat die in dienst staat van de uitbuitende klasse en die diezelfde massa's onderdrukt, met politie en gevangenissen. De solidariteit van de arbeiders van de meest ontwikkelde kapitalistische landen gaat niet naar de "Palestijnen", net zomin als ze naar de "Israëli's" gaat, onder wie er uitbuiters en uitgebuitenen zijn. Ze gaat naar de arbeiders en werklozen van Israël én Palestina (die bovendien al strijd hebben gevoerd tegen hun uitbuiters ondanks alle hersenspoelingen waaraan ze zijn onderworpen), net zoals ze gaat naar de arbeiders van alle andere landen van de wereld. De beste solidariteit die zij kunnen bieden is zeker en vast niet hun nationalistische illusies aan te moedigen.
Deze solidariteit betekent vooral het ontwikkelen van hun strijd tegen het kapitalistische systeem dat verantwoordelijk is voor alle oorlogen, een strijd tegen hun eigen bourgeoisie.
De arbeidersklasse zal de vrede moeten winnen door het kapitalisme op wereldschaal omver te werpen, wat vandaag de dag betekent dat er strijd moet worden geleverd op een klasseterrein, tegen de steeds hardere economische aanvallen die op haar worden afgevuurd door een systeem dat in een onoverkomelijke crisis is gestort.
Tegen het nationalisme, tegen de oorlogen waar jullie uitbuiters jullie in willen meeslepen:
Arbeiders aller landen, verenigt u!
IKS/ 09.10.2023
In tegenstelling tot de linkse organisaties en de opgewonden elementen van de kleinburgerij die het spook van de sociale revolutie zien achter ‘alles wat beweegt’, moeten revolutionairen, om een heldere tussenkomst te kunnen doen, een kompas hebben, een methode die het marxisme hen heeft geleerd, gebaseerd op bijna twee eeuwen aan ervaringen van de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Het is precies deze methode die hen in staat stelt om de strijd van de arbeidersklasse te begrijpen en erin tussen te komen met een historische en een lange termijnvisie, om niet in de val te lopen van het ongeduld, van het verwachten van onmiddellijke resultaten en zo in het kielzog terecht te komen van de ultralinkse instanties van het kapitaal of van de vakbondsbasis.
Zo analyseerde de IKS in de zomer van 2022 het uitbreken van de strijd in het Verenigd Koninkrijk niet als een eenvoudige plaatselijke gebeurtenis, maar als een fenomeen met een internationale en historische draagwijdte. De hervatting van de arbeidersstrijd, op een schaal die in het Verenigd Koninkrijk sinds de jaren 1980 niet meer was voorgekomen, betekende een echte breuk in de dynamiek van de klassenstrijd. Geconfronteerd met zo'n gebeurtenis besloot de IKS een internationaal pamflet uit te brengen waarin we bevestigden dat de massale stakingen in het Verenigd Koninkrijk "een oproep tot strijd waren voor proletariërs in alle landen".
Dit werd volledig bevestigd in de maanden die volgden, toen er, naast de voortdurende strijd in veel sectoren in het Verenigd Koninkrijk, stakingen uitbraken en mobilisaties ontstonden zowel in verschillende Europese landen als op andere continenten. Voor het grootste deel waren ook deze op een schaal die niet meer was gezien sinds het einde van de jaren 1980, wat een echte terugkeer van de strijdbaarheid van arbeiders bevestigde na tientallen jaren van slapte op een wereldvlak.
In de herfst van 2022 kwam de IKS dus tussen tijdens demonstraties en in stakingsposten. De afdeling van de IKS in Groot-Brittannië is toen acht keer tussengekomen voornamelijk in de stakingsposten in Londen en Exeter, en deelde enkele honderden pamfletten uit. Ze nam ook deel aan de London Anarchist BookFair. De IKS was ook aanwezig op de interprofessionele actiedag in Frankrijk op 29 september 2022.
Tijdens de discussies in de demonstraties en met de stakingsposten verdedigden we de internationale dimensie van de aanvallen en dus de noodzaak voor iedereen om samen te strijden, eensgezind te reageren en zich niet op te sluiten in lokale strijd, in het eigen bedrijf of de eigen sector.
Tegelijkertijd publiceerde de IKS regelmatig artikelen in haar pers (website, kranten, Internationale Revue) die het openlijk proletarische terrein van deze verschillende gevechten onderlijnden, maar vooral hun historische betekenis door te benadrukken dat ze een echte springplank vormden voor het herstel van de klasse-identiteit.
Het uitbreken van de strijd tegen de pensioenen in Frankrijk vanaf januari gaf een nieuwe impuls aan deze dynamiek van internationale strijd. Bijna 6 maanden lang gingen elke week miljoenen arbeiders de straat op om zich te verzetten tegen een verachtelijke aanval van de burgerlijke staat. Tijdens de 13 dagen van mobilisatie, zowel in Parijs als in de provincies, mobiliseerde de IKS al haar krachten en verzamelde haar sympathisanten rond zich om haar pers zo breed mogelijk te verspreiden in de vorm van bijna 130.000 pamfletten en tientallen kranten.
De kwaliteit van de interventie hing af van het vermogen van het IKS om zich aan te passen aan de evolutie van de reactie van de klasse op internationaal vlak, maar ook aan de meer specifieke evolutie van de strijd in Frankrijk. Daarom heeft het IKS zowel pamfletten met een internationale dimensie als meer ‘territoriale’ pamfletten geproduceerd wanneer dat nodig was. Dit werd gedaan om zo effectief mogelijk te reageren op de behoeften van de beweging, niet alleen in Frankrijk, maar vooral op internationaal vlak, omdat er in dezelfde periode in veel landen strijd uitbrak, waarbij het IKS ook kon tussenkomen. In verschillende gradaties was dit het geval in België, Spanje, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Mexico.
Wat waren de belangrijkste oriëntaties voor de tussenkomst die tijdens de manifestaties werden verdedigd, zowel door middel van pamfletten en territoriale kranten als tijdens discussies in de demonstraties?
- In januari 2023 werd in een nieuw internationaal pamflet getiteld "Hoe ontwikkel je een massale, verenigde beweging gebaseerd op solidariteit" al de noodzaak benadrukt om het verdelingswerk van de vakbonden tegen te gaan door solidariteit te ontwikkelen buiten het eigen bedrijf, de eigen sector, de eigen stad, de eigen regio of het eigen land.
- Vervolgens plaatste de IKS, terwijl ze dezelfde noodzaak bleef verdedigen, de verdediging van zelforganisatie en strijdmethoden die een krachtsverhouding met de burgerlijke staat scheppen, centraal in haar interventie. Het pamflet van 2 februari "Talrijk zijn is niet genoeg, we moeten ook onze strijd in eigen handen nemen" en het derde internationale pamflet "Overal dezelfde vraag: Hoe kunnen we de strijd ontwikkelen? Hoe kunnen we de regeringen doen terugkrabbelen?", ging in op deze bezorgdheid, die in de loop van de weken steeds meer tot uiting kwam, vooral in de discussies die we tijdens de demonstraties voerden. In het bijzonder verdedigden we de noodzaak om plaatsen van discussie te scheppen zoals soevereine algemene vergaderingen die voor iedereen open staan.
- Ondanks hun vele zwakheden gaven al deze gevechten inderdaad uitdrukking aan de poging om verenigd in solidariteit een collectieve kracht te scheppen, om bijeen te komen, niet als geïsoleerde individuen, maar als een uitgebuite klasse die de confrontatie aangaat met haar uitbuiter. De echo's van de strijd in Frankrijk onder de Britse en Duitse arbeiders illustreerden dit volledig.
Een van de verantwoordelijkheden van revolutionairen is dus juist om bij te dragen aan de ontwikkeling van deze inspanning om de klasse-identiteit terug te winnen. Daarom hebben we onze interventie altijd gebaseerd op de noodzaak om de ervaring en geschiedenis van de arbeidersklasse opnieuw toe te eigenen. Vooral sinds deze zorg spontaan tot uiting kwam in de strijd in Frankrijk door de slogan "Als je ons op 64 zet, zetten we je terug op Mei 68", die in elke mars van het begin tot het einde van de beweging werd gebruikt. Of in de terugkeer van herinneringen aan de strijd tegen de CPE in 2006.
Het pamflet "Hoe hebben we in 2006 gewonnen?" verdedigde de ervaring van de soevereine algemene vergaderingen, die hadden bijgedragen aan het momentum van de beweging en er uiteindelijk toe hadden geleid dat de regering terugplooide. Een paar weken later werd met het vierde internationale pamflet "Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Mexico, China... verder gaan dan 1968!" deze inspanning uitgebreid, maar vooral werd het mogelijk om de historische inzet van de hervatting van de arbeidersstrijd en de uitdaging die deze inhield explicieter te verdedigen: de omverwerping van het kapitalisme en de overwinning van de proletarische revolutie voor het voortbestaan van de mensheid.
Over het algemeen werden onze verschillende pamfletten altijd goed ontvangen, de titels sloegen vaak de spijker op zijn kop en lokten reacties uit van de demonstranten: "Ja, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje!", "Ja, we moeten allemaal samen strijden!", "Ik kom uit Duitsland en daar wordt ook gestreden!", "Wij komen uit Italië en we komen demonstreren met de Franse arbeiders", "Ik was erbij in mei ‘68, we moeten opnieuw hetzelfde doen!", "Oh ja, we moeten inderdaad een revolutie maken!" Dit waren de belangrijkste reacties op de vele discussies die we konden voeren. Natuurlijk blijven ze in de minderheid, en soms verward, maar ze drukken de inspanning uit van de overdenking die plaatsvindt in het diepst van de arbeidersklasse om zichzelf als klasse te erkennen, om de strijd in eigen handen te nemen en de strijd te ontwikkelen die de arbeidersklasse in staat zal stellen om de weg naar revolutie in te slaan.
Het was deze historische dynamiek die we benadrukten in het pamflet waarin we de balans opmaakten van de strijd tegen de pensioenhervorming op de laatste mobilisatie dag op 6 juni, waarin de wil om te vechten en te strijden nog onverminderd tot uitdrukking kwam. De betogers waren het meermaals eens met de titel van het pamflet en zeiden ons zelfs "we hebben een slag verloren, maar we hebben de oorlog niet verloren". Dus ja, "de strijd ligt nog voor ons!”
Onze interventie ging ook gepaard met de verspreiding van honderden exemplaren van het Derde Manifest van de IKS [1] dat, in het licht van de steeds dodelijker en destructiever wordende spiraal van de kapitalistische maatschappij, met hand en tand verdedigt dat de toekomst van de mensheid in handen ligt van de arbeidersklasse. Wij geloven dat het de verantwoordelijkheid van revolutionaire organisaties is om zo duidelijk mogelijk aan de arbeidersklasse uiteen te zetten onder welke historische omstandigheden haar strijd plaatsvindt en wat er op het spel staat.
Met dezelfde benadering heeft de IKS in een aantal landen twee reeksen openbare bijeenkomsten georganiseerd over de internationale klassenstrijd. De eerste was getiteld: "Wij zijn niet de enigen die mobiliseren... Er is arbeidersstrijd in vele landen!" De tweede was getiteld: "Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Mexico, China... Verder gaan dan 1968"[2]
Deze bijeenkomsten werden geïnspireerd door een duidelijk verlangen naar opheldering middels de confrontatie van de verschillende aanwezige standpunten. Het waren echte plaatsen van een proletarisch debat, waar steun, nuances, twijfels en vragen, en zelfs meningsverschillen werden geuit met de standpunten van de IKS. Deze actieve deelname aan de debatten is een illustratie van de langzame rijping van het bewustzijn die zich diepgaand in de wereldarbeidersklasse voltrekt en die met name zichtbaar is onder kleine minderheden, vaak behorend tot een nieuwe generatie die de banden met de ervaring van de arbeidersbeweging en de Kommunistische Linkerzijde geleidelijk opnieuw aanknoopt.
Door actief tussen te komen in de demonstraties en door middel van onze website en kranten, heeft de IKS haar politieke verantwoordelijkheden binnen de arbeidersklasse volledig vervuld. De vruchten van deze interventie zijn zichtbaar in het feit dat nieuwe elementen die op zoek zijn naar klassenstandpunten contact hebben opgenomen met de IKS en sommigen dus zelfs aan onze openbare bijeenkomsten hebben deelgenomen.
Terwijl in de dynamiek, die in de zomer van 2022 in het Verenigd Koninkrijk begon, sinds juni een soort ‘pauze’ lijkt te zijn aangebroken, laat het uitbreken van stakingen in de automobielsector in de Verenigde Staten duidelijk zien dat de dynamiek van de strijd doorgaat. Voor de IKS zijn deze economische gevechten het ideale terrein voor de klasse om haar overdenking en bewustzijn te ontwikkelen. Het is de verantwoordelijkheid van revolutionaire organisaties om er volledig aan deel te nemen om deze vitale inspanning voor de ontwikkeling van de revolutionaire strijd tot rijping te brengen.
Vincent/ 01-10-2023
Het jaar 2023 heeft eens te meer de omvang aangetoond van de milieuramp waarin de bourgeoisie de hele mensheid meesleurt. De verwoestende bosbranden in Canada en Hawaï, de overstromingen in Azië, het tekort aan drinkwater in Uruguay en Afrika, de verwoestende stormen in de Verenigde Staten, het onvermijdelijke smelten van gletsjers... al deze ‘natuurrampen’ houden rechtstreeks verband met de opwarming van de aarde.
De opwarming van de aarde is niet alleen echt, maar versnelt ook in een duizelingwekkend en catastrofaal tempo. Juli 2023 was de heetste maand ooit op aarde. In augustus werd de warmste dag ooit gemeten voor deze periode. Voorspellers suggereren dat 2024 deze trieste records wel eens zou kunnen overtreffen. De ineenstorting van het systeem van zeestromen zoals de Golfstroom, een essentiële regulator van het klimaat op de planeet zou, als het werkelijk gebeurt, het klimaat van de aarde op zijn kop kunnen zetten en de menselijke soort binnen enkele decennia aanzienlijk kunnen verzwakken. Een nieuwe bedreiging die, mocht hij worden bevestigd, kan worden toegevoegd aan alle bedreigingen die de mensheid al boven het hoofd hangen!
De bourgeoisie kan deze realiteit niet langer ontkennen, ook al heeft ze jarenlang opzettelijk geprobeerd de risico's te bagatelliseren of zelfs te verbergen om haar winsten te beschermen! [1] Maar door de versnelling en versterking van de gevolgen van de klimaatverstoring kan ze de waarheid niet langer verbergen: het wereldwijde klimaat stevent af op een catastrofale situatie die steeds meer gebieden van de planeet onbewoonbaar zal maken. Afgezien van de totaal irrationele ‘klimaatsceptici’ zoals Trump en extreem rechts in Europa, beloven de meest ‘verantwoordelijke’ staatshoofden allemaal, met de hand op het hart, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en een milieuvriendelijkere economie te ontwikkelen. Natuurlijk worden deze beloften nooit nagekomen of blijven ze ver achter bij wat er op het spel staat, of zijn ze zelfs lachwekkend (verbod op plastic rietjes, op kassabonnen, enz.).
Dus verandert de bourgeoisie van toon en begint ze ons voor te bereiden op het ondraaglijke door ‘aanpassingsmaatregelen’ te nemen. De laatste, maar zeer zeker niet voor lang, is de uitspraak van de nieuwe Franse minister van Volksgezondheid, Aurélien Rousseaux, die, geconfronteerd met een nieuwe hittegolf, die half augustus het land trof, niets beters wist te zeggen dan: "We moeten wennen aan een leven met deze extreeme hitte". Het behoeft geen betoog dat de bourgeoisie, net als in het geval van pandemieën in het verleden en in de toekomst, een onbeschrijfelijke nalatigheid aan de dag legt en zich niet serieus voorbereidt op de catastrofe. Achter deze zogenaamde ‘aanpassingen’ bereidt de heersende klasse de mensen vooral voor op bezuinigingen en tekorten in naam van de ‘ecologische transitie’.
Onder het mom van ‘aanpassing’ aan klimaatomstandigheden, die steeds onhoudbaarder worden, begint de bourgeoisie haar economie te heroriënteren ... maar zeker niet om de planeet te beschermen! Verschillende landen zijn van plan om kolencentrales opnieuw in bedrijf te nemen of (zoals Frankrijk) sjoemelen zonder scrupules met quota's om ze niet te hoeven sluiten! De Franse regering staat op het punt om nieuwe olieboringen toe te staan in de Gironde, symbolisch gelegen op de dezelfde plaats waar vorig jaar bossen werden verwoest door grote branden! Staten vechten om hun economieën niet al te veel beperkingen op te leggen en gebruiken het milieu als imperialistisch wapen om elkaars gebrek aan daadkracht te verguizen, hun markten te beschermen en te proberen concurrenten te verzwakken zoals met aanslepende rechtszaken tegen dit of dat concurrerende automerk dat de milieuregels heeft overtreden... De Europese wet op de bescherming van de natuur, die op 12 juli werd aangenomen, bevat een bepaling die een economische vrijwaringsclausule invoert: Als de economie lijdt onder de onder verkeerde bepalingen in de wet, worden ze geschrapt! Voor het kapitaal mogen er geen beperkingen zijn op de uitbreiding en intensivering van zijn economie. De vernietiging van het milieu komt op de tweede plaats.
Tegelijkertijd worden er geen preventieve maatregelen genomen, met het overduidelijke risico dat de omvang van de rampen in versneld tempo toeneemt. De branden in Hawaï waren bijvoorbeeld oncontroleerbaar omdat de elektriciteitsleidingen nog steeds niet in de grond waren aangelegd: het risico dat bovengrondse leidingen de branden zouden verspreiden, zette de autoriteiten ertoe aan de elektriciteit af te sluiten, waardoor onmiddellijk de pompen werden uitgeschakeld die de brandweerslangen voedden. In Azië heeft het gebrek aan medicijnen tegen malaria en dysenterie een grote rol gespeeld bij het verergeren van de menselijke tol van de overstromingen. In Uruguay, waar de capaciteit ontbrak om voldoende drinkwater naar de kranen te brengen, werd zout water toegevoegd! In Mayotte, een Frans overzees departement, is niets gepland om voorzieningen te treffen als een droogte de bevolking van drinkwater berooft.
Dit is geen kwestie van ‘keuze’ of ‘gebrek aan politieke wil’, maar van de logica van de kapitalistische accumulatie zelf, die verhindert dat er vraagtekens worden gezet bij de extreem vervuilende dynamiek van de burgerlijke maatschappij. Want het kapitalisme is verantwoordelijk is voor deze verstoringen; het kapitalisme dwingt elke kapitalist om steeds meer te produceren, en tegen lagere kosten, zelfs als deze productie leidt tot meer vervuiling en gezondheidsrisico’s. Het kapitalisme moet ‘verkopen’. En dat is alles! Een anarchistische en kortetermijnaanpak. In feite is het suïcidaal. Verkopen gaat niet over het bevredigen van menselijke behoeften, het gaat over het profiteren van koopkrachtige behoeften.
Het is daarom zinloos en misleidend om je voor te stellen dat dit systeem in staat is om plotseling een langetermijnvisie en een doordachte organisatie te bedenken: het is hier niet toe in staat en zal dit ook nooit zijn. De felle concurrentie, die het systeem kenmerkt, was misschien een krachtige motor van vooruitgang voor de productiekrachten in het begin, maar toen het de grenzen van de koopkrachtige behoeften, dat wil zeggen van de markten, bereikte werd deze felle concurrentie omgezet in een oorlogsmachine: economische oorlog, militaire oorlog, voor wereldheerschappij tegen elke prijs, ten koste van de vernietiging van de natuur.
Vandaag de dag zijn onderzoek en ontwikkeling van het productieapparaat veel meer gericht op de militaire industrie dan op het beschermen van het milieu en het bevredigen van menselijke behoeften. De wereldwijde militaire uitgaven bedragen meer dan 2000 miljard dollar en zijn sinds het einde van de Koude Oorlog nog nooit zo hoog geweest. Deze uitgaven zijn een complete verspilling, met als enige doel te vernietigen en te doden of, in het beste geval, weg te roesten in een hangar. Ze mobiliseren duizenden breinen om te vernietigen, chaos en dood te zaaien. De versnelling van de imperialistische spanningen, met name sinds het einde van de Koude Oorlog, maakt het gemakkelijk een voorstelling te maken van een trend die nog lang niet zijn hoogtepunt heeft bereikt.
Het redden van de planeet zal niet lukken met ‘soberheid’ of ‘degrowth’, die beiden niets meer zijn dan een bekentenis van machteloosheid, of zelfs een fantasie van een terugkeer naar prekapitalistische tijden. Nee, het redden van de planeet vereist de bewuste afschaffing van de kapitalistische economie en haar verouderde productieverhoudingen en de opbouw van een samenleving die in staat is om te produceren voor menselijke behoeften op een manier die zowel rationeel is als rekening houdt met de behoeften van de natuur als geheel. Alleen het proletariaat kan een einde maken aan het kapitalisme, omdat het de enige matschappelijke kracht is die, met het grootste deel van het wereldproductieapparaat in zijn handen, de volle last van de crisis en de uitbuiting draagt en daarom geen belang heeft bij het voortbestaan van dit systeem.
De tijd is duidelijk niet meer in het voordeel van de toekomst en het kapitalisme zou op de lange termijn het bestaan van de beschaving, zo niet de mensheid als geheel, aanzienlijk in gevaar kunnen brengen. Maar de menselijke en materiële middelen zijn aanwezig om de productie op wereldschaal te reorganiseren op een manier die het milieu en het menselijk leven respecteert. De onaangeboorde mogelijkheden van wetenschap en technologie zijn nog immens.
Alleen het proletariaat zal, als het eenmaal de macht op wereldschaal heeft gegrepen, in staat zijn de productiekrachten te bevrijden van de kapitalistische beperkingen die hen in hun greep houden. Alleen het proletariaat is in staat om op internationale schaal een politiek te bevatten, te bepalen en uit te voeren die deze wereld zal bevrijden van de wetten van de winst en opnieuw een samenleving op te bouwen op de ruïnes die het kapitalisme de mensheid nalaat. Door een einde te maken aan de kapitalistische concurrentie die de wereld verrot, zal het de productiekrachten bevrijden van de overheersing van de militaire sfeer, die alle menselijke genialiteit in de richting van vernietiging stuurt. Het zal ze ook kunnen bevrijden van de permanente verspilling van de kapitalistische productie: nutteloze en vervuilende overproductie, geprogrammeerde veroudering, onproductieve uitgaven gekoppeld aan massawerkloosheid, industriële spionage, enzovoort. Tenslotte zal het in staat zijn het menselijk bewustzijn en de menselijke geest te verheffen door een onderwijs te ontwikkelen dat niet langer gericht is op onmiddellijke winst, maar op menselijke emancipatie en op een harmonieuze verhouding met de natuur. Zoals Engels schreef in De rol van de arbeid in de overgang van aap naar mens [210]: “de natuur zich niet laat veroveren zoals een vreemd volk dat doet, maar dat wij, als vlees, bloed en hersenen, deel uitmaken van de natuur en midden in de natuur leven waarbij onze heerschappij enkel bestaat uit het feit dat we op andere wezens het voordeel hebben dat we de lessen van de natuur kunnen leren en correct kunnen toepassen”.
Guy / 28.08.2023[1] De bourgeoisie was zich in de jaren 1970 volledig bewust van de opwarming van de aarde. In 1972 waarschuwde het ‘Rapport van de Club van Rome’ voor de ernst van de situatie. Decennialang heeft de bourgeoisie in het algemeen geprobeerd om deze realiteit te verbergen of onder te dompelen in een stortvloed van ideologische misleidingen, waarvan het rapport zelf, dat pleitte voor ‘beperkte groei’ (volledig in strijd met de realiteit van de kapitalistische economie) een duidelijke illustratie is.
Het afgelopen jaar zijn er in de centrale landen van het wereldkapitalisme en over de hele wereld belangrijke arbeidersgevechten uitgebroken. Deze reeks gevechten begon in het Verenigd Koninkrijk in de zomer van 2022, en sindsdien hebben arbeiders in veel andere landen de strijd opgepakt: Frankrijk, Duitsland, Spanje, Nederland, de Verenigde Staten, Korea... Overal recht de arbeidersklasse haar rug in verweer tegen de aanzienlijke verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de duizelingwekkende stijging van de prijzen, de systematische onveiligheid en de massale werkloosheid, veroorzaakt door de verscherping van de economische destabilisatie, de beperkingen door de ecologische crisis en de intensivering van het militarisme in verband met de barbaarse oorlog in Oekraïne.
Drie decennia lang heeft de wereld niet zo'n golf van gelijktijdige strijd gezien in zoveel landen, of over zo'n lange periode. De ineenstorting van het Oostblok in 1989 en de campagnes over de vermeende ‘dood van het kommunisme’ hadden een diepe inzinking veroorzaakt in de klassenstrijd op wereldniveau. Deze belangrijke gebeurtenis, de implosie van het stalinistische imperialistische blok en van een van de twee grootste mogendheden ter wereld, de USSR, was de meest spectaculaire uitdrukking van het begin in een nieuwe en nog destructievere fase van zijn verval van het kapitalisme, die van zijn ontbinding[1]. De grondige verrotting van de maatschappij, met haar groeiend geweld en chaos op alle niveaus, de nihilistische en wanhopige sfeer, de neiging tot sociale atomisering ... dit alles had op zijn beurt een zeer negatieve invloed op de klassenstrijd. We zijn dus getuige geweest van een aanzienlijke verzwakking van de strijdwil in vergelijking met de voorgaande periode, die begon in 1968. De berusting die de arbeidersklasse in Groot-Brittannië al meer dan drie decennia teisterde, een proletariaat met een lange ervaring van strijd, illustreert de realiteit van deze teruggang. Geconfronteerd met aanvallen van de bourgeoisie, extreem ingrijpende ‘hervormingen’, massale de-industrialisatie en een aanzienlijke daling van de levensstandaard, hebben de arbeiders van het land geen noemenswaardige mobilisatie meer gezien sinds de vernietigende nederlaag die Thatcher de mijnwerkers toebracht in 1985.
Hoewel de arbeidersklasse af en toe tekenen van strijdbaarheid heeft laten zien en heeft geprobeerd zich haar strijdmiddelen opnieuw toe te eigenen (de strijd tegen het Startbaancontract (CPE) in Frankrijk in 2006, de Indignados-beweging in Spanje in 2011, de eerste mobilisatie tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in 2019), waarmee ze bewees dat ze nog lang niet van het toneel van de geschiedenis was verdwenen, zijn haar mobilisaties grotendeels zonder vervolg gebleven, niet in staat om een meer globale beweging op gang te brengen. Waarom? Omdat de arbeiders in de loop der jaren niet alleen hun strijdwil verloren, maar ook gebukt gingen onder een teruggang van het klassenbewustzijn in hun gelederen, waar ze in de jaren 1970 en 1980 zo hard voor gevochten hadden, sterk was afgenomen. De arbeiders waren grotendeels de lessen vergeten van hun strijd, hun confrontaties met de vakbonden, de valstrikken die waren gezet door de ‘democratische’ staat, ze verloren hun zelfvertrouwen, hun vermogen om zich te verenigen, om massaal te vechten... Ze waren zelfs grotendeels hun identiteit vergeten als een klasse die tegenover de bourgeoisie staat en een eigen revolutionair perspectief heeft. In deze logica leek het kommunisme echt dood met de verschrikkingen van het stalinisme en leek de arbeidersklasse niet langer te bestaan.
En toch, geconfronteerd met de aanzienlijke versnelling van het ontbindingsproces[2] sinds de wereldwijde pandemie van Covid-19, en nog meer met de bloedbaden van de oorlog in Oekraïne en de kettingreacties die dit heeft uitgelokt op economisch, ecologisch, sociaal en politiek vlak, steekt de arbeidersklasse overal de kop op, gaat de strijd aan en weigert offers te aanvaarden in naam van het zogenaamde ‘algemeen welzijn’. Is dit toeval? Een eenmalige epidermale reactie op de aanvallen van de bourgeoisie? Nee! De leuze ‘Genoeg is genoeg!’ in deze context van wijdverspreide destabilisatie van het kapitalistische systeem illustreert duidelijk dat er een echte mentaliteitsverandering plaatsvindt binnen de klasse. Al deze uitingen van strijdbaarheid maken deel uit van een nieuwe situatie die zich opent voor de klassenstrijd, een nieuwe fase die breekt met de passiviteit, desoriëntatie en wanhoop van de laatste drie decennia.
De gelijktijdige uitbarsting van strijd in het afgelopen jaar kwam niet uit het niets. Ze is het resultaat van een heel proces van overdenking in de klasse door middel van een reeks eerdere trial-and-error pogingen. Al tijdens de eerste mobilisatie in Frankrijk tegen de ‘hervorming’ van de pensioenen eind 2019 had de IKS vastgesteld dat er een sterke behoefte bestond aan solidariteit tussen generaties en verschillende sectoren. Deze beweging ging ook gepaard met andere arbeidersstrijd over de hele wereld, zowel in de Verenigde Staten als in Finland, maar stierf uit door de explosie van de Covid pandemie in maart 2020. Op dezelfde manier braken in oktober 2021 stakingen uit in verschillende sectoren in de Verenigde Staten, maar de dynamiek van de strijd werd onderbroken, dit keer door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, die aanvankelijk de arbeiders verlamde, vooral in Europa.
Dit lange proces van vallen en opstaan en rijping leidde vanaf de zomer van 2022 tot een vastberaden reactie van de arbeiders op hun eigen klassenterrein tegenover de aanvallen die voortkwamen uit de destabilisering van het kapitalisme. De Britse arbeiders hebben een nieuwe periode ingeluid in de internationale arbeidersstrijd, in wat de ‘zomer van de woede’ werd genoemd. De leuze ‘genoeg is genoeg’ werd verheven tot het symbool van de hele proletarische strijd in het Verenigd Koninkrijk. Deze leuze was geen uitdrukking van specifieke eisen die ingewilligd moesten worden, maar van een diepgaand protest tegen de omstandigheden van uitbuiting. Het liet zien dat de arbeiders niet langer bereid waren om zielige compromissen te slikken, maar om de strijd vastberaden voort te zetten. De Britse arbeidersbeweging is bijzonder symbolisch omdat het de eerste keer is sinds 1985 dat deze sector van de arbeidersklasse in het middelpunt van de belangstelling staat. En terwijl de inflatie en de crisis over de hele wereld toenamen, sterk verergerd door het conflict in Oekraïne en de intensivering van de oorlogseconomie, gingen ook werkers in de gezondheidszorg in Spanje en de Verenigde Staten in het offensief, gevolgd door een golf van stakingen in Nederland, een ‘megastreik’ van transportarbeiders in Duitsland, meer dan 100 stakingen tegen achterstallige lonen en ontslagen in China, een staking en demonstraties na een verschrikkelijk treinongeluk in Griekenland, leraren die hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden eisten in Portugal, 100.000 ambtenaren die hogere lonen eisten in Canada en bovenal een massale beweging van het proletariaat in Frankrijk tegen de pensioenhervorming.
Het grote belang van deze mobilisaties tegen kapitalistische bezuinigingen ligt ook in het feit dat ze op de lange termijn ook verzet tegen oorlog inhouden. Inderdaad, terwijl de directe mobilisatie van arbeiders tegen de oorlog illusoir is, wees IKS er in februari 2022 al op dat de reactie van de arbeiders zich zou manifesteren in een verzet tegen de aanvallen op hun koopkracht, dat het gevolg is van de intensivering en onderling verband tussen crises en rampen. Bovendien is het in tegenspraak met campagnes die oproepen tot het aanvaarden van offers om het ‘heldhaftige verzet van het Oekraïense volk’ te steunen. Dit is ook waar de strijd van het afgelopen jaar de kiem van in zich draagt, ook al zijn arbeiders zich er nog niet volledig van bewust: de weigering om steeds meer offers te brengen voor de belangen van de heersende klasse, voor de nationale economie en voor de oorlogsinspanning, de weigering om de logica van dit systeem te accepteren dat de mensheid naar een steeds catastrofalere situatie voert.
In deze strijd begon het idee in de hoofden van de arbeiders te ontstaan dat ‘we allemaal in hetzelfde schuitje zitten’. Tijdens de stakingen in het Verenigd Koninkrijk vertelden stakers ons dat ze het gevoel hadden dat ze voor iets groters vochten dan de corporatistische eisen van de vakbonden. Het spandoek “Voor ons allemaal” waaronder de staking op 27 maart in Duitsland plaatsvond, is bijzonder veelzeggend voor het algemene gevoel dat zich in de klasse ontwikkelt: “we vechten allemaal voor elkaar”. Maar in Frankrijk kwam de noodzaak om als één klasse te strijden het duidelijkst tot uiting. De vakbonden probeerden de beweging te verdelen en te verrotten in de valkuil van de ‘staking bij volmacht’ achter zogenaamd ‘strategische’ sectoren (zoals energiesector of vuilnisophaaldienst) om ‘Frankrijk tot stilstand te brengen’. Maar de arbeiders trapten niet massaal in de val en bleven vastbesloten om samen te vechten.
Tijdens de dertien dagen van mobilisatie in Frankrijk verspreidde de IKS meer dan 150.000 pamfletten: de belangstelling voor wat er in Groot-Brittannië en elders gebeurde nam nooit af. Voor sommige demonstranten leek het verband met de situatie in Groot-Brittannië duidelijk: “het is overal hetzelfde, in elk land”. Het was geen toeval dat de vakbonden bij ‘Mobilier national’, tijdens het (afgelaste) bezoek van Karel III aan Parijs, de stakingsactie moesten leiden in naam van de ‘solidariteit met de Britse arbeiders’. Ondanks de onbuigzaamheid van de regering in Frankrijk, ondanks de mislukkingen om de bourgeoisie tot inkeer te brengen of om echt betere beloning te verkrijgen in Groot-Brittannië of elders, is de grootste overwinning van de arbeiders de strijd zelf en het besef, dat ongetwijfeld nog in de kinderschoenen staat en erg verward is, dat we één kracht vormen, dat we allemaal uitgebuite mensen zijn die, geatomiseerd en elk in hun eigen hoekje, niets kunnen doen tegen het kapitaal, maar die, verenigd in de strijd, de grootste maatschappelijke kracht in de geschiedenis kunnen worden.
Toegegeven, de arbeiders hebben het vertrouwen in hun eigen kracht, in hun vermogen om de strijd in eigen hand te nemen, nog steeds niet herwonnen. De vakbonden hielden overal de controle over de bewegingen, spraken een meer strijdbare taal om de noodzaak van eenheid beter te steriliseren, terwijl ze een rigide scheiding hielden tussen de verschillende sectoren. In Groot-Brittannië bleven de arbeiders geïsoleerd achter de stakingspiketten van hun bedrijven, hoewel de vakbonden gedwongen werden om een paar parodieën op ‘unitaire’ demonstraties te organiseren. Ook in Frankrijk, toen arbeiders zich verzamelden in gigantische demonstraties, dan gebeurde dit altijd onder de absolute controle van de vakbonden, die de arbeiders bijeen hielden achter de spandoeken van hun bedrijven en sectoren. In het algemeen bleef de corporatistische opsluiting een constante in de meeste vormen van strijd.
Tijdens de stakingen bleef de bourgeoisie, vooral haar linkse fracties, ideologische campagnes voeren rond ecologie, antiracisme, de verdediging van de democratie enzovoort, om de woede en verontwaardiging op het illusoire terrein van de burgerlijke ‘rechten’ te houden en om de uitgebuitenen te verdelen tussen blanken en kleurlingen, mannen en vrouwen, jong en oud... In Frankrijk zagen we, midden in de beweging tegen de pensioenhervorming, de ontwikkeling van zowel milieucampagnes rond de ontwikkeling van ‘megabaden’ als democratische campagnes tegen de repressie door de politie. Hoewel het merendeel van de arbeidersstrijd, tegen de achtergrond van de inflatie, ontslagen, bezuinigingsmaatregelen van de regering, enz., op het klassenterrein is gebleven. Maar in de verdediging van aar materiële omstandigheden blijft het gevaar van deze ideologieën voor de arbeidersklasse toch aanzienlijk.
De strijd is momenteel afgenomen in verschillende landen, maar dat betekent niet dat arbeiders ontmoedigd of verslagen zijn. De stakingsgolf in het Verenigd Koninkrijk duurde een heel jaar, terwijl de demonstraties in Frankrijk vijf maanden duurden, ondanks het feit dat de overgrote meerderheid van de arbeiders vanaf het begin wist dat de bourgeoisie niet onmiddellijk zou toegeven aan hun eisen. Week na week in Nederland, maand na maand in Frankrijk en een heel jaar in het Verenigd Koninkrijk weigerden de arbeiders de handdoek in de ring te gooien. Deze arbeidersmobilisaties hebben duidelijk laten zien dat arbeiders vastbesloten zijn om geen verdere verslechtering van hun levensomstandigheden te aanvaarden. Ondanks alle leugens van de heersende klasse zal de crisis niet ophouden: de kosten van huisvesting, verwarming en voedsel zullen blijven stijgen, ontslagen en onzekere contracten zullen blijven toenemen, regeringen zullen hun aanvallen voortzetten...
Het lijdt geen twijfel dat deze nieuwe dynamiek van de strijd nog maar aan het begin staat en dat voor de arbeidersklasse “al haar historische moeilijkheden voortduren, haar vermogen om haar eigen strijd te organiseren en nog meer om zich bewust te worden van haar revolutionaire project nog heel ver weg liggen. Maar de groeiende strijdbaarheid tegenover de harde klappen die de bourgeoisie toebrengt op de levens- en arbeidsomstandigheden is de vruchtbare bodem waarop het proletariaat zijn klasse-identiteit kan herontdekken, zich weer bewust kan worden van wat het is, van zijn kracht wanneer het strijdt, wanneer het solidariteit toont en zijn eenheid ontwikkelt. Het is een proces, een strijd die na jaren van passiviteit weer op gang komt, een potentieel dat de huidige stakingen laten doorschemeren"[3]. Niemand weet waar of wanneer belangrijke nieuwe strijd zal ontstaan. Maar het is zeker dat de arbeidersklasse overal zal moeten blijven strijden!
Miljoenen van ons die strijden, de collectieve kracht van onze klasse voelen als we schouder aan schouder staan op straat - dat is essentieel, maar het is bij lange na niet genoeg. De Franse regering trok zich terug in 2006, tijdens de strijd tegen de CPE, niet omdat er meer studenten en jongeren met onzekere contracten op straat waren, maar omdat ze de controle over de beweging hadden overgenomen van de vakbonden, door middel van soevereine, massale algemene vergaderingen die voor iedereen toegankelijk waren. Deze vergaderingen waren geen plaatsen waar arbeiders opgesloten waren in hun eigen sector of bedrijf, maar plaatsen van waaruit massale delegaties vertrokken naar de dichtstbijzijnde bedrijven om actief op zoek te gaan naar solidariteit. Vandaag de dag is het onvermogen van de arbeidersklasse om de strijd actief ter hand te nemen in een poging deze uit te breiden naar alle sectoren de reden waarom de bourgeoisie zich niet heeft teruggetrokken. Het herwinnen van haar identiteit heeft de arbeidersklasse echter in staat gesteld een begin te maken met zich eigen maken van haar verleden. In de marsen in Frankrijk wordt steeds vaker verwezen naar Mei '68 en naar de strijd van 2006 tegen de CPE. Wat gebeurde er in 1968? Hoe hebben we de regering in 2006 zover gekregen dat ze zich terugtrok? In een minderheid van de klasse is een proces van overdenking aan de gang, dat een essentieel middel is om lering te trekken uit de bewegingen van het afgelopen jaar en zich voor te bereiden op toekomstige gevechten die nog verder zullen moeten gaan dan die van 1968 in Frankrijk of die van 1980 in Polen.
Net zoals de recente strijd het product is van een proces van onderaardse rijping dat zich al enige tijd ontwikkelt, zo zullen de inspanningen van een minderheid om de lessen te trekken uit de recente strijd vruchten afwerpen in de bredere strijd die voor ons ligt. Arbeiders zullen inzien dat de scheiding van strijd, die door de vakbonden wordt opgelegd, alleen overwonnen kan worden als ze autonome organisatievormen zoals algemene vergaderingen en gekozen stakingscomités herontdekken, en als ze het initiatief nemen om de strijd uit te breiden over alle corporatistische verdelingen heen.
A & D / 13.08.2023
[1] Zie: “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [18] (mei 1990)". International Review nr. 107 (2001).
[2] Zie: "Update of the Theses on Decomposition (2023) [212]", International Review nr. 170 (2023).
[3] “Report on class struggle for the 25th ICC congress [213]”, International Review nr. 170 (2023).
Afgelopen juli werd bekend dat eind mei 2023, op initiatief van de groep Perspective Internationaliste en het Forum pour la Gauche Communiste Internationaliste "Controverses"1 [214], in Brussel een "conferentie" werd gehouden met een twintigtal deelnemers, individuen of vertegenwoordigers van politieke groeperingen die volgens de organisatoren tot "internationalistisch links" of het "links communisme" behoren. De bijeenkomst werd bijna in het geheim/clandestien gehouden, op basis van vertrouwelijke uitnodigingen en een deelnemersselectie door de organisatoren "strikt om financiële redenen" (het ligt er wel dik bovenop!). Dit lijkt wel een bijeenkomst van samenzweerders, maar tegen wie en met welk doel?
Van bij zijn oprichting en in overeenstemming met de politiek van de Communistische Linkerzijde, is de IKS altijd een fervent voorstander geweest van discussie tussen revolutionaire groepen met het oog op het confronteren en verduidelijken van hun standpunten of het innemen van gemeenschappelijke standpunten met betrekking tot de ontwikkeling van de klassenstrijd: "Met zijn nog bescheiden middelen heeft de IKS zich de lange en moeilijke taak gesteld om revolutionairen op wereldschaal te hergroeperen rond een duidelijk en samenhangend programma. De IKS verwerpt het monolithisme van de sekten en roept de communisten in alle landen op om zich bewust te worden van de enorme verantwoordelijkheden die zij hebben, om de valse ruzies die hen tegen elkaar opzetten op te geven en om de valse verdeeldheid die de oude wereld hen oplegt te overwinnen [...]. Als de meest bewuste fractie van de klasse hebben de communisten de plicht om het de weg te wijzen door zich de slogan eigen te maken: REVOLUTIONAIREN VAN ALLE LANDEN, VERENIGT U" (2 [215])
De oprichting zelf van de IKS, vooral na een voorstel van de groep Internationalisme (Verenigde Staten) in 1972 om een internationale correspondentie te beginnen, was het resultaat van een lang proces van open politieke confrontatie tussen verschillende groepen over centrale vraagstukken voor de ontwikkeling van de proletarische strijd. Later getuigt de voortrekkersrol van de IKS bij het organiseren en houden van de conferenties van de groepen van de Communistische Linkerzijde, bijeengeroepen door de groep Battaglia Comunista in de jaren 1978-1980, en recenter bij de publicatie van een "Gezamenlijke Verklaring van groepen van de Internationale Communistische Linkerzijde over de Oorlog in Oekraïne" in 2022, van het belang dat de IKS hecht aan de discussie tussen revolutionairen.
Het is echter voor de IKS altijd van wezenlijk belang geweest dat deze discussies zich op een publieke manier ontwikkelen, op grond van een duidelijke gemeenschappelijke politiek van klassenstandpunten tussen de uitgenodigde organisaties en op grond van vastomlijnde en aangekondigde doelstellingen, teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling van het klassenbewustzijn: "Het leven van revolutionaire groepen, hun discussies en hun meningsverschillen maken deel uit van het bewustwordingsproces dat zich binnen de arbeidersklasse ontwikkelt; daarom zijn we radicaal tegen elke politiek van 'verborgen discussies' of 'geheime akkoorden'". (3)
Deze Brusselse bijeenkomst was niet alleen " stiekem " georganiseerd, maar het ontbrak er ook aan enige militante ambitie. Indien er sprake was van een "convergentie van doelstellingen" (zoals de organisatoren het uitdrukken) tussen de deelnemers, dan was het zeker niet om als revolutionaire militanten een standpunt in te nemen over de cruciale uitdagingen waar de arbeidersklasse voor staat: geen gezamenlijke verklaring van deze zogenaamde "internationalisten" waarin ze een standpunt innemen ten aanzien van een belangrijke historische gebeurtenis zoals de oorlog in Oekraïne, de vernietiging en crisis van het klimaat of de economische destabilisatie. Op de top van Davos begin 2023 was de bourgeoisie duidelijker en explicieter dan zij! Geen standpuntinname betreffende de recente strijdgolf en haar perspectieven...Hoe kunnen elementen die zeggen "communisten" te zijn, zwijgen over de actuele kwesties? Voor de IKS is militante bekommernis een onontkoombaar onderdeel van een conferentie van communisten, aangezien het altijd probeert meer inzicht te krijgen in de wereldsituatie, in de crisis waarin het wereldkapitalisme is terechtgekomen en zijn vooruitzichten vanuit het klassenstandpunt van het proletariaat, alsook in de taken die dit met zich meebrengt voor revolutionaire groepen.
En hoe zit het met de dynamiek van de discussies? Er wordt ons verteld dat de deelnemers bijeenkwamen "om te praten en naar elkaar te luisteren" en dat ze "werden blootgesteld aan verschillende ideeën". Er werd echter geen gezamenlijke tekst gepubliceerd voorafgaand aan de conferentie om de doelstellingen aan te kondigen en voor te bereiden, of achteraf om het resultaat te presenteren. Voor revolutionairen is de verdieping van standpunten echter een levend proces dat een openhartige discussie van standpunten en de politieke confrontatie van meningsverschillen impliceert, voor zover deze dynamiek deel uitmaakt van het bewustwordingsproces dat zich binnen de arbeidersklasse ontwikkelt. Alleen al het naast elkaar leggen van flitsende analyses tijdens de bijeenkomst in Brussel, evenals het bewust vermijden van elke confrontatie van standpunten, onthullen dat het niet meer was dan een braderie van standpunten, een marktplaats van gepalaver waar iedereen zijn stokpaardje cultiveert, een van die academische colloquia van geleerde apen, zich gorgelend met "theorie". Kortom, het was het tegenovergestelde van de traditie van politieke confrontatie waar de Communistische Linkerzijde voor stond met als doel het verduidelijken van politieke standpunten en de kwesties die in de klassenstrijd op het spel staan.
In werkelijkheid is een vruchtbare politieke confrontatie alleen mogelijk als de politieke basis voor de bijeenkomst coherent en duidelijk is. Voor de IKS is er weliswaar "de fundamentele behoefte aan hergroepering, maar het waarschuwt ook voor overhaast handelen. We moeten elke hergroepering op basis van sentimentele gronden uitsluiten en aandringen op de noodzakelijke samenhang van programmatische standpunten als eerste voorwaarde voor hergroepering".(4) Welnu, de gemeenschappelijke basis van de bijeenkomst, vaag gedefinieerd als " weerstand, een fundamentele permanente kritische bevraging van de kapitalistische productiewijze", kan alleen maar leiden tot de grootste verwarring en de meest diepgaande onenigheid over het raamwerk om de situatie te bepalen waarin het kapitalisme zich bevindt (in verval of niet? en sinds wanneer?), een centrale vraag voor het verdedigen van oriëntaties voor de proletarische strijd. Maar ook over de situatie en de mogelijkheden van de arbeidersklasse en vooral over haar manier van organiseren. Wat de laatste vraag betreft, het belang van revolutionairen, hun rol en hun organisatie werd volledig genegeerd op deze bijeenkomst.
Maar bij nader inzien bestaat er tussen de meeste deelnemers toch een onmiskenbare gemeenschappelijke basis, die ze ongetwijfeld liever in de schaduw houden: namelijk de overtuiging dat het marxisme en de verworvenheden van de Communistische Linkerzijde van de afgelopen honderd jaar achterhaald zijn en "aangevuld" of zelfs "overtroffen" moeten worden door een beroep te doen op verschillende anarcho-radenistische, modernistische of radicaal-ecologische theorieën. Daarom noemen ze zichzelf "pro-revolutionairen" en zien ze zichzelf als een soort "vriendenkring voor de verspreiding van de revolutie" en niet langer als militanten en organisaties die voortkomen uit de historische strijd van de arbeidersklasse. Als gevolg daarvan is hun onuitgesproken maar werkelijke doel om de lessen van de laatste 55 jaar arbeidersstrijd en de resultaten van honderd jaar strijd door de internationalistische communistische linkerzijde bij het grof vuil te zetten en haar organisatorische verworvenheden ter discussie te stellen: te weten de militante opvatting van de communistische politieke organisatie als het product van de historische strijd van het proletariaat en als de politieke voorhoede in de strijd, om plaats te maken voor de visie van een kring van intellectuelen die nadenken over de toekomst van de mensheid en dromen van een revolutionaire impact daarop.
Kortom, deze bijeenkomst was dus wel degelijk een "samenzwering" bedoeld om de standpunten en de strijd van de internationalistische communistische linkerzijde in diskrediet te brengen en te ontwaarden, om haar "verouderde" politieke en organisatorische verworvenheden te vervangen door de theoretische rookgordijnen en het organisatorische eigenbelang van een zogenaamde "pro-revolutionaire" pool. In het licht van dergelijk destructief "revisionisme" was het beslist niet vanwege een vergissing of een "gebrek aan ruimte" of "financiering", zoals zij suggereren, dat de initiatiefnemers de IKS niet hebben uitgenodigd voor deze conferentie. Integendeel, dit hebben zij bewust en weloverwogen gedaan: het doel was om de politieke confrontatie te vermijden die de IKS onvermijdelijk zou hebben gezocht door het bedrog aan de kaak te stellen. Het voornaamste doel van deze "Potemkin"-conferentie, waar de meeste deelnemers zich volledig in kunnen vinden, is namelijk niet om de standpunten te verduidelijken en te verdiepen, maar veeleer om een nep links communisme naar voren te schuiven, om een verleidelijk lokkertje op te zetten dat vooral dient om de elementen die op zoek zijn naar een revolutionair perspectief te misleiden. Zij dragen zo bij aan het opwerpen van een "cordon sanitaire" om te voorkomen dat deze zoekende elementen zich aansluiten bij de standpunten van de Communistische Linkerzijde en in het bijzonder bij die van de IKS.
Dit bedrog is het tegendeel van een instrument voor de proletarische strijd; het is een belemmering die tot doel heeft de ontwikkeling en versterking van de revolutionaire voorhoedes te verhinderen.
IKS 15 september 2023
1 [216]) internationalistperspective.org [217] [1] en www.leftcommunism.org [218] [2].
2 [219])IKS-manifest [220] [3], januari 1976
3 [221]) "Internationale bijeenkomst bijeengeroepen door de PCI-Battaglia Comunista [222] [4]", International Review nr. 10 (1977).
4 [223]) Ibid.
De burgerlijke campagne voor de verkiezingen van de Tweede Kamer (het parlement) is in volle hevigheid losgebarsten. Alle partijen hebben inmiddels hun verkiezingsprogramma en hun kandidatenlijsten gepresenteerd. Volgens de peilingen wordt het behoorlijk spannend en komt er mogelijk een aardverschuiving in het parlement waarbij het zelfs niet is uitgesloten dat de vijf populistische partijen, die nu nog zo’n 25 Kamerzetels bezetten, na de verkiezingen van 22 november samen meer dan 75 Kamerzetels binnenhalen en een meerderheid in het parlement gaan vormen.
Deze opmars van het populisme geen typisch Nederlands verschijnsel, het is iets wat we in de hele wereld zien met als bekendste voorbeelden Bolsonaro in Brazilië, Trump in de Verenigde Staten, en Modi in India. Ook in Europa zijn er al regeringen die worden gedragen door populistische partijen, zoals in Italië, in Hongarije, en in Polen.
Deze extreme versplintering van het politieke toneel in Nederland (in het parlement zitten bijna 20 partijen) is een uitdrukking van het verlies van controle door de bourgeoisie over haar politiek apparaat. Lange tijd was de Nederlandse politiek, geleid door Marc Rutte, een toonbeeld van stabiliteit en slaagde de bourgeoisie erin de populistische groei redelijk onder controle te houden. Maar de afgelopen twee jaar is de politieke situatie danig verslechterd.
In 2021 had de bourgeoisie al ontstellend veel moeilijkheden om een nieuwe regering samen te stellen. Maar toen deze eindelijk toch gevormd was, schreven we dat “De huidige moeilijkheden van de Nederlandse bourgeoisie om een nieuwe stabiele regering te vormen, die de natie door de huidige en de komende stormen kan leiden, brengt op treffende wijze tot uitdrukking de tendens van het ‘ieder voor zich’, [met] de kortetermijnpolitiek, die in de fase van de ontbinding steeds meer begint te overheersen”. [1]
Het besluit van M Rutte om zijn eigen regering ten val te brengen en zich terug te trekken uit de politiek, gevolgd door de politieke leiders van nagenoeg alle andere traditionele partijen, waardoor de populistische vloedgolf min of meer vrij baan krijgt, opent een nieuwe fase in de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich' op politiek vlak. De huidige situatie is daarmee onnoemelijk veel ernstiger dan bijvoorbeeld in 2001 toen de Lijst Pim Fortuyn (LPF) haar opmars maakte: de ‘aftakeling’ van de traditionele partijen is, zowel in kwantiteit (aantal zetels) als in kwaliteit (omvang van de schandalen), nu veel verder gevorderd. Bovendien is er nu niet één populistische partij die de aanval opent op de politieke hoofdstad, maar drie grotere vergezeld van enkele kleinere.
Het populisme is een typisch verschijnsel van de huidige fase van de ontbinding [2] van het kapitalisme en de duidelijkste uitdrukking van het verlies van controle van de bourgeoisie over haar politieke spel. Dit was de afgelopen 20 jaar al duidelijk te zien, toen de bourgeoisie in Nederland er nog nauwelijks in slaagde om een verkiezingsuitslag te ‘regelen’ die nodig was om een regering te kunnen vormen, die in staat is haar belangen te verdedigen. Door het populisme nu alle ruimte te geven om aan invloed te winnen, verslechtert situatie slechts en wordt de kans om wel een stabiele regering te vormen nog veel kleiner. Het populisme is in wezen immers niet veel meer dan een soort van revolte tegen de politieke elite en biedt geen alternatief perspectief voor het beheer van het kapitalisme. De politiek van deze partijen kan, “als ze hun programma's uitvoeren, alleen maar leiden tot een soort vandalisme dat de instabiliteit (...) slechts verergert” [3]. Kortom: de onberekenbaarheid en instabiliteit van de populistische partijen zal de politieke situatie voor de bourgeoisie alleen maar hachelijker en chaotischer maken.
Het populisme tast ook de traditionele beheerpartijen ernstig aan. Zo dreigt het Christen-Democratische Appel (CDA) gedecimeerd te worden. Deze partij, die in het verleden goed was voor enkele tientallen Kamerzetels en jarenlang een spil was van de Nederlandse politiek, is uitgehold door het populisme. Met de komende verkiezingen dreigt het terug te zakken tot een onbetekenende partij van 5 zetels of minder. Prominenten als Mona Keijzer en Pieter Omtzigt zijn respectievelijk overgestapt naar de populistische BoerBurgerBeweging (BBB) en Nieuw Sociaal Contract (NSC). Een groot aantal andere leden van het CDA heeft intussen ook het zinkende schip verlaten en de overstap naar naar een populistische partij gemaakt.
Om de Nederlandse economie in de moordende internationale concurrentieslag overeind te houden, heeft de bourgeoisie een stabiele regering nodig, die in staat is knopen door te hakken en ingrijpende beslissingen te nemen. Maar het politieke kader van de populistische partijen, dat veel is meer aangetast door de effecten van de ontbinding, is “er helemaal niet op voorbereid het bestuur van de staat over te nemen. (...) De economische en politieke keuzemogelijkheden, naar voren gebracht door het populisme, kunnen nimmer een realistische optie zijn voor het bestuur van het nationale kapitaal” [4].
Dit betekent echter niet dat de Nederlandse bourgeoisie bij de pakken blijft neerzitten. Van de nood een deugd makend, wendt ze de politieke chaos aan om de arbeiders wijs te maken dat deze verkiezingen gaan om fundamentele keuzes en om een ‘nieuw elan’ aan de democratie geven.
Zo bezetten de populistische partijen en andere combinaties tezamen zo goed als het hele politieke spectrum om alle mogelijke proteststemmen een kans te geven.
De drie grotere populistische partijen spreken elk een deel van de kiezers aan: de Partij Voor Vrijheid (PVV) met het verhaal over minder asielzoekers; de BBB met het verhaal over de uitwassen van de groene politiek; NSC met het verhaal over een eerlijke politiek en geen compromissen. Daarnaast is er aan de andere kant van het politieke spectrum een nieuwe anti-populistische pool tot stand gekomen, PvdA-GroenLinks, die met de ‘vuist voor een groen en sociaal Nederland’ ook probeert ontevreden kiezers voor zich te winnen.
Een bijkomend element dat de campagne kan aanjagen is het feit dat zo ongeveer de helft van de partijen de verkiezingen ingaan met een nieuwe partijleider, waarbij Frans Timmermans, die de combinatie PvdA-GroenLinks aanvoert, wel een van de meest prominente is. Nieuwe partijleiders wekken nieuwe verwachtingen en kunnen de illusies in de parlementaire vertegenwoordiging nieuw leven inblazen. Daarnaast hebben alle politieke partijen tezamen, de BBB en NSC niet meegerekend, ook de helft van hun kandidaten vervangen door nieuwe.
De opkomst van de populistische partijen is een uitdrukking van een verrotting van het politieke apparaat van de bourgeoisie. Maar de bourgeoisie zal geen heersende klasse zijn als ze die verrotting niet gebruikt in haar eigen voordeel (en natuurlijk tegen de arbeidersklasse). Het is dankzij diezelfde populistische partijen, die zich presenteren als een nieuw alternatief voor de gevestigde partijen, dat de valstrik van de verkiezingen nieuw leven wordt ingeblazen, “zowel via de kiezers die ze zelf mobiliseren als via degenen die tegenstemmers mobiliseren. Hoewel ze deels het gevolg zijn van de groeiende ontgoocheling over de traditionele partijen, kunnen ze ook helpen om het imago van deze laatsten te versterken” [5].
Kortom, de bourgeoisie haalt alles uit de kast om te proberen de arbeidersklasse aan te trekken en te mobiliseren voor haar verkiezingen.
De verkiezingen zijn een mechanisme om de klasseheerschappij van de bourgeoisie te legitimeren, die haar klassemacht voorstelt als de macht van het volk. In die zin is het een omvangrijke misleidingscampagne, vooral gericht tegen de arbeidersklasse [6]. Ze probeert de arbeiders te doen geloven dat er niets beters is dan de parlementaire democratie en haar over te halen de klassestrijd op te geven, en precies op het moment dat de Nederlandse arbeiders in de eerste maanden van 2023 met een massale stakingsgolf lieten zien dat ze genoeg hadden van de meedogenloze bezuinigingen die ze moesten accepteren om het concurrentievermogen van de nationale economie zeker te stellen.
De arbeiders moeten zich echter geen illusies maken: welke partijen er ook op 22 november winnen, en of ze in de regering zitten of in het parlement, ze zullen geen oplossing brengen. Want de grote problemen van de ontbinding van het kapitalisme (klimaatopwarming, vluchtelingenstromen, economische crisis, de oorlog, als belangrijke katalysator voor alle andere genoemde problemen) kunnen binnen het kapitalisme niet opgelost worden en al helemaal niet door iedere nationale bourgeoisie afzonderlijk. Het medicijn dat de bourgeoisie toedient, zal de ziekte van de patiënt alleen maar verergeren.
Daarnaast zullen alle maatregelen die de bourgeoisie neemt, in een poging om de accumulatie van crises te bezweren, gepaard gaan met ingrijpende aanvallen op de levensvoorwaarden van de arbeidersklasse en andere niet-uitbuitende lagen in de maatschappij. Des te meer een reden voor de arbeidersklasse om het hele verkiezingscircus te negeren en zich te concentreren op de verdediging van haar materiële omstandigheden, zowel op het werk als thuis, zowel als werkende en als werkloze. Het is alleen in deze strijd tegen de economische aanvallen van de regering en de ondernemers dat ze een revolutionaire strijd kan ontwikkelen tegen dit systeem van uitbuiting en onderdrukking. De arbeidersklasse is de enige kracht in de maatschappij die dat vermogen heeft. Alleen zij kan, door de omverwerping van de heerschappij van de bourgeoisie, de vernietiging van de kapitalistische staat, met inbegrip van de parlementaire democratie, het tij keren dat onder het beheer van het kapitalisme onverbiddelijk naar de vernietiging leidt.
Dennis/ 14.10.2023
De spanningen bereiken overal het kookpunt door de gruwelijk gewelddadige botsingen tussen het Hamas-regime in Gaza en de staat Israël. In beide kampen heerst een sfeer van hysterie. Als wraak voor de terreuraanslag door Hamas hebben gewapende joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever in deze eerste week van de oorlog al vijf Palestijnen gedood, terwijl het Israëlische leger massaal de Gazastrook uitroeit. In zo'n benauwde atmosfeer is het erg moeilijk om de internationalistische weg te volgen die weigert te kiezen voor de ene of de andere kant. Het vereist moed om publiekelijk een consistent proletarisch perspectief te verdedigen.
Maar gelukkig zijn er enkele internationalistische stemmen die zich laten horen. Zelfs als we niet alle standpunten in hun artikelen delen, vormen ze een licht in de duisternis van de huidige barbarij die door de internationale bourgeoisie wordt ontketend.
Onder deze stemmen zijn er twee andere organisaties van de Kommunistische Linkerzijde. De eerste is de Internationalistische Communistische Tendens met de verklaring “The Latest Butchery in the Middle East is Part of the March to Generalised War [229]”. De tweede is Il Partito Comunista met het artikel “War in Gaza, Against the imperialist warfare, for the revolutionary class warfare [230]”.
Maar er zijn ook minstens twee anarchistische groepen die een internationalistisch standpunt hebben gepubliceerd tegen de gruweldaden van het kapitalisme in het Midden-Oosten. De eerste is de Anarchist Communist Group die het artikel “Neither Israel nor Hamas! [231]” heeft gepubliceerd. Het andere artikel is van het Anarcom Network en heet “Neither one State nor two States! No ‘State’ will end the slaughter of our Class!” [232]
Dus ondanks de oorverdovende campagne van de regeringen van de VS, het VK en anderen, en van burgerlijk links om de ‘Palestijnse zaak’ te steunen, zijn verschillende organisaties in Europa en Noord-Amerika trouw gebleven aan de internationalistische principes van het wereldproletariaat.
We zullen te zijner tijd terugkomen op enkele van de standpunten die de verschillende groepen hebben ingenomen.
WR 14.10.23Sinds 2020 vindt de ene staatsgreep na de andere plaats in West- en Centraal-Afrika, van Guinee tot Gabon, via Mali, tot aan Burkina Faso en Niger. Om nog maar te zwijgen van de ‘constitutionele staatsgrepen’ die ook in Ivoorkust en Tsjaad hebben plaatsgevonden.
In Mali, Burkina Faso en Niger zijn de door Frankrijk gesteunde corrupte en bloeddorstige regimes omvergeworpen door (al even corrupte en bloeddorstige) militaire facties onder het gejuich van mensenmassa’s die het zat zijn om uitgehongerd te worden door gewetenloze roofdieren en hun westerse handlangers. Maar de demonstranten houden zichzelf voor de gek: noch de coupplegers, noch de kandidaten die in de rij staan om Frankrijk te vervangen in zijn traditionele invloedssfeer (Wagner-groep, China, enz.) zijn begaan met het lot van de bevolking. Integendeel, deze putches zijn de uitdrukking van een versnelde destabilisatie van de regio en de voorbode van steeds meer ellende.
De Sahel-regio, waarin Niger een centrale plaats inneemt, wordt gekenmerkt door toenemende instabiliteit die met name wordt veroorzaakt door de acute economische nood van de bevolking, de verslechtering van de veiligheidssituatie, de snelle bevolkingsgroei, de massale verplaatsing van migranten (4,1 miljoen ontheemden alleen al in 2022) en de verschrikkelijke verslechtering van het milieu.
De Sahel-regio als geheel heeft te maken met een verwoestende toename van aanvallen door islamitische gewapende groeperingen, die profiteren van de poreuze en uitgestrekte grenzen. In de afgelopen vijf jaar is het aantal ‘veiligheidsincidenten’ in de centrale Sahel verzesvoudigd en het aantal doden bijna verachtvoudigd. Deze terroristische groepen vallen regelmatig staatsinstellingen aan, richten zich op dorpsgemeenschappen en blokkeren stedelijke centra door wegen en aanvoerlijnen af te snijden. Burkina Faso, Mali en Niger behoren tot de tien landen die het meest door terrorisme worden getroffen.
Volgens de State Fragility Index behoren de Sahellanden tot de 25 meest kwetsbare staten. De meeste van deze regeringen zijn niet in staat om hun grondgebied te controleren. In Burkina Faso controleren gewapende islamistische groepen bijvoorbeeld tot 40% van het grondgebied. Ondanks de ‘steun’ van de Wagner-groep aan de Malinese regering heeft Islamitische Staat (IS) zijn grondgebied in dat land in een jaar tijd verdubbeld.
Na Mali en Burkina Faso werd het Franse imperialisme, onder het gejoel van demonstranten, gedwongen Niger met wapens en bagage te evacueren. Niger werd beschouwd als een ‘veilig land’ waarop verschillende imperialistische machten, met name Frankrijk en de Verenigde Staten, vertrouwden om hun verschillende belangen te beschermen: "Niger, dat grenst aan Libië, is sindsdien een belangrijke geopolitieke locatie geworden voor zijn minerale rijkdommen, waaronder uranium en olie, en voor de doorgang van migranten naar Europa [...]. Het leger van Niger leek aantrekkelijker en strijdbaarder voor de Amerikanen, die twee luchtmachtbases met drones installeerden in Niamey en Agadez, die informatie verstrekken aan de Barkhane strijdmacht, maar niet aan de staten van de Sahel zelf" [1] (1).
Maar in tegenstelling tot wat de burgerlijke pers beweert, is deze staatsgreep (net als de recente staatsgrepen in Mali en Burkina Faso) geen simpele verandering van bondgenootschap, zoals we die tijdens de Koude Oorlog hebben gezien, waarbij de coupplegers liever met Rusland of China te maken hebben dan met westerse landen. In werkelijkheid is hij de uitdrukking van een scherpe versnelling in de ontbinding van de burgerlijke maatschappij, die de neiging heeft om de zwakste schakels van het kapitalisme in een absolute chaos te storten.
In plaats van een imperialistische heroriëntatie ten gunste van een nieuwe ‘partner’, zien we vooral totaal onverantwoordelijke burgerlijke groeperingen die gebruik maken van de destabilisatie van regeringen en de kwetsbaarheid van staten om ‘hun geluk te beproeven’. Ze nemen elke retoriek over die hen in staat stelt om aan de macht te komen en zijn bereid om bondgenootschappen te sluiten met iedereen die hen kan steunen. In Niger werd de staatsgreep openlijk uitgevoerd tegen de voormalige koloniale macht, met de steun van de Wagner-groep, het destabiliseringswapen van Rusland. Maar niemand kan uitsluiten dat de junta, die aan de macht is, terugkrabbelt en uiteindelijk besluit met Frankrijk te gaan onderhandelen.
Vandaag zijn de grote imperialistische machten niet begaan met het lot van het volk of de instandhouding van ‘democratisch verkozen’ regeringen (wat een enorme grap!), maar met de gevolgen van de staatsgrepen voor de verdediging van hun eigen smerige belangen. In Gabon bijvoorbeeld verdreven de coupplegers Ali Bongo, een groot verdediger van de Franse belangen, uit zijn ambt zonder de enorme Franse invloed in het land ter discussie te stellen... Deze staatsgreep werd door de westerse pers dan ook omschreven als een ‘aanpassing’ en wekte geen ‘sterke emoties’ op in de Quai d'Orsay. In Niger daarentegen werden de coupplegers bedreigd met economische sancties en militair ingrijpen.
Maar de reactie van de grote imperialistische haaien vond ook plaats in een context waar het ‘ieder voor zich’ regeert. Parijs probeerde onmiddellijk een militaire interventie te organiseren, maar toonde opnieuw haar machteloosheid. Macron probeerde zijn spierballen te tonen door te beweren dat hij ‘hardnekkig’ en ‘onbuigzaam’ is als het gaat om de ‘terugkeer naar de legaliteit’, hoewel alles erop wijst dat hij daar de middelen niet voor heeft: "Frankrijk dringt er bij ECOWAS op aan om in te grijpen, samen met zijn bondgenoot in deze zaak, Nigeria. Maar het probeert ook zijn Europese partners aan boord te krijgen. Het probleem is dat de Duitsers niet overtuigd zijn van de voordelen van een interventie, net als de Italianen, die de tragische fouten van Frankrijk in Libië nog niet vergeten zijn. De Verenigde Staten willen vasthouden aan hun posities in Niger"[2] (2). Terwijl "Franse diplomaten en militaire officieren bitter wezen op het ‘duistere spel’ van Washington in Niger, waarin niet eens het woord ‘staatsgreep’ werd gebruikt [...] antwoordde een Amerikaanse generaal: ‘We vechten vanuit Niger tegen de invloed en druk van Rusland, via Wagner, en China. En tegen het internationale terrorisme in de Sahel’.”[3] (3)
De chaos in Niger is zo hevig en het onvermogen van het Westen om eensgezind op te treden zo flagrant, dat het de imperialistische mogendheden zelfs dwingt om hun posities ter plaatse te herzien om niet te veel ‘veren’ te verliezen. Dit geldt voor Washington, dat Niger als een centrale pion ziet in zijn strijd tegen Chinese en Russische invloed in de regio, maar niet zeker weet of het op de putschisten kan rekenen.
Om het duidelijk te stellen: "In Niger is het Westen niet in een positie om een invasie te steunen, zelfs niet als die wordt geleid door regionale staten die zelf nood hebben binnenlandse legitimiteit. In ieder geval zouden deze staten worden beschouwd als een verlengstuk van de Westerse leiding"[4] (4). Bovenal herinnert ‘het Westen’ zich ongetwijfeld zijn rampzalige militaire interventie in Libië in 2011, waarvan een van de gevolgen de verspreiding was van ‘jihadistisch terrorisme’ door de Sahel en de ineenstorting van een staat in een situatie die nog steeds niet ontrafeld is.
Alle imperialisten die in de Sahel aanwezig zijn, herpositioneren zich daarom om hun belangen beter te verdedigen, zelfs als dat betekent dat de chaos wordt versneld en de imperialistische turbulentie wordt geaccentueerd.
Amina, 25 september 2023
[1] « Niger : toute la région plonge dans le chaos », Courrier international n° 1710 (10 Augustus 2023).
[2] Le Canard enchaîné (16 Augustus 2023).
[3] Le Canard enchaîné (23 Augustus 2023).
[4] « Niger : “Il est temps de rompre avec la pratique du paternalisme envers les Africains… », Le Monde (20 Augustus 2023).
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 330.48 KB |
“We moeten zeggen dat het nu genoeg is! Niet alleen wij, maar de hele arbeidersklasse van dit land moet op een gegeven moment zeggen dat genoeg genoeg is” (Littlejohn, onderhoudssupervisor in de geschoolde beroepen in de stansfabriek van Ford in Buffalo, Verenigde Staten).
Deze Amerikaanse arbeider vat in één zin samen wat rijpt in het bewustzijn van de hele arbeidersklasse, in elk land. Een jaar geleden brak in het Verenigd Koninkrijk de ‘Zomer van Woede’ uit. Door “Genoeg is genoeg” te scanderen, trapten de Britse arbeiders na meer dan dertig jaar stagnatie en berusting opnieuw de strijd af.
Deze oproep werd ook buiten de grenzen gehoord. Van Griekenland tot Mexico ontwikkelden zich in de tweede helft van 2022 en het begin van 2023 stakingen en demonstraties tegen dezelfde ondraaglijke aftakeling van onze levens- en werkomstandigheden
Halverwege de winter werd in Frankrijk een volgende stap gezet: de arbeidersklasse nam het idee over dat “op een moment genoeg genoeg is”. Maar in plaats van het vermeerderen van lokale en corporatistische strijdhaarden, geïsoleerd van elkaar, waren ze in staat om zich met miljoenen te verzamelen in de straten. Aan de noodzakelijke strijdlust werd de kracht van massaliteit toegevoegd. En nu proberen de arbeiders in de Verenigde Staten de fakkel van de strijd over te nemen en wat verder te dragen.
De sociale beweging die op dit moment ‘s werelds grootste economische macht in vuur en vlam zet, wordt omgeven door een ware media black-out. En met reden: in een land dat al tientallen jaren geteisterd wordt door armoede, geweld, drugs, racisme, angst en individualisme, laten deze stakingen zien dat er een heel andere weg mogelijk is.
De kern van al deze stakingen wordt gevormd door een oprechte golf van solidariteit onder de arbeiders: “We hebben er allemaal genoeg van: de uitzendkrachten hebben er genoeg van, werkers met een lange staat van dienst zoals ik hebben er genoeg van... want deze uitzendkrachten zijn onze kinderen, onze buren, onze vrienden” (dezelfde werknemer uit New York). Dit is hoe de arbeiders de rijen sluiten, tussen de generaties: de ‘ouderen’ staken niet alleen voor zichzelf, maar vooral voor de ‘jongeren’ die onder nog slechtere arbeidsomstandigheden en nog lagere lonen lijden.
Geleidelijk groeit er een gevoel van solidariteit in de arbeidersklasse naarmate we ons realiseren dat we “allemaal in hetzelfde schuitje” zitten: “Al deze groepen zijn geen afzonderlijke bewegingen, maar een collectieve roep: we zijn een stad van arbeiders - arbeiders en bedienden, vakbondsleden en niet-vakbondsleden, immigranten en autochtonen” (Los Angeles Times).
De huidige stakingen in de Verenigde Staten brengen veel meer samen dan alleen de betrokken sectoren. “Het Stellantis-complex in Toledo, Ohio, gonsde van het gejuich en getoeter bij het begin van de staking” (The Wall Street Journal). “Autogetoeter ondersteunt de stakers aan de poort van de fabriek van de autofabrikant in Wayne, Michigan” (The Guardian).
De huidige stakingsgolf is van historisch belang:
scenarioschrijvers en acteurs in Hollywood staken voor het eerst in 63 jaar samen;
verpleegkundigen van de privésector in Minnesota en Wisconsin hebben de grootste staking in hun geschiedenis gehouden;
gemeentearbeiders in Los Angeles staakten voor het eerst in 40 jaar;
arbeiders van de ‘Grote Drie’ (General Motors, Ford, Chrysler) voeren een ongekende gemeenschappelijke strijd;
de werkers van Kaiser Permanente, in staking in verschillende staten, hielden de grootste demonstratie ooit georganiseerd in de gezondheidssector.
We zouden hier ook de vele stakingen van de afgelopen weken aan toe kunnen voegen bij Starbucks, Amazon en McDonald’s, in luchtvaart- en spoorwegfabrieken, of de staking die zich geleidelijk heeft uitgebreid naar alle hotels in Californië... allemaal arbeiders die strijden voor een fatsoenlijk loon tegenover een razendsnelle inflatie waardoor ze in armoede vervallen.
Met al deze stakingen laat het Amerikaanse proletariaat zien dat het ook voor arbeiders in de private sector mogelijk is om te vechten. In Europa waren het tot nu toe vooral de werknemers in de publieke sector die in opstand kwamen, omdat de angst om hun baan te verliezen een doorslaggevende rem was voor werknemers in privaat bedrijven. Maar tegenover de steeds ondraaglijker omstandigheden van uitbuiting, zullen we allemaal aangezet worden om te vechten. De toekomst is aan de klassenstrijd in alle sectoren, samen en verenigd!
De woede neemt weer toe in Europa, Azië en zelfs in Oceanië. China, Korea en Australië hebben sinds de zomer ook te maken met een opeenvolging van stakingen. In Griekenland heeft een sociale beweging eind september de transport-, onderwijs- en gezondheidssector bijeengebracht om te protesteren tegen een voorgestelde arbeidshervorming om het werk flexibeler te maken. Op 13 oktober starten er weer demonstraties in Frankrijk, over de kwestie van de lonen. Ook in Spanje begint een wind van woede te waaien: op 17 en 19 oktober zijn er stakingen in het vrij onderwijs; op 24 oktober een staking in het openbaar onderwijsnet; op 25 oktober een staking van de gehele Baskische openbare diensten; op 28 oktober een demonstratie van gepensioneerden, enzovoort. Deze stakingsaanzeggingen doet de Spaanse pers uitkijken naar “een nieuwe hete herfst”.
Deze lijst geeft niet alleen de groeiende ontevredenheid en strijdbaarheid van onze klasse aan. Het onthult ook de grootste zwakte van onze beweging op dit moment: ondanks de groeiende solidariteit blijven onze gevechten de een van de andere gescheiden. Onze stakingen vinden weliswaar gelijktijdig plaats, zelfs zij aan zij, soms in demonstraties, maar we gaan niet echt samen de strijd aan. We zijn niet verenigd, we zijn niet georganiseerd als één maatschappelijke kracht, in één en dezelfde strijd.
De huidige stakingsgolf in de Verenigde Staten is hier nog een flagrante demonstratie van. Toen de beweging in de ‘Grote Drie’ van start ging, bleef de staking beperkt tot drie ‘aangewezen’ fabrieken: Wentzville (Missouri) voor GM, Toledo (Ohio) voor Chrysler en Wayne (Michigan) voor Ford. Deze drie fabrieken liggen duizenden kilometers uit elkaar, waardoor het voor de arbeiders onmogelijk was om samen te komen en echt samen te vechten.
Waarom deze spreiding? Wie heeft deze versnippering georganiseerd? Wie omlijst officieel deze arbeiders? Wie organiseert de sociale bewegingen? Wie zijn de ‘specialisten van de strijd’, wie de wettelijke vertegenwoordigers van de arbeiders? De vakbonden! Overal ter wereld spreiden en verdelen ze de reactie van de arbeiders.
Het was de UAW, een van de belangrijkste vakbonden in de Verenigde Staten, die deze drie fabrieken heeft ‘aangewezen’! Het is de UAW die, terwijl ze de beweging valselijk “sterk, verenigd en massaal” noemt, de staking opzettelijk beperkt tot slechts 10% van de aangeslotenen bij de vakbond, terwijl alle arbeiders luidkeels verkondigen dat ze een algehele staking willen. Wat deden de vakbonden toen de arbeiders van Mack Truck (Volvo trucks) probeerden zich aan te sluiten bij de strijd van de ‘Grote Drie? Ze haastten zich om een overeenkomst te tekenen om deze staking te beëindigen! In Hollywood, toen de staking van acteurs en scenarioschrijvers al maanden aan de gang was, werd er net op het moment dat de auto-arbeiders zich bij de beweging aansloten een overeenkomst getekend tussen patronaat en vakbond.
Zelfs in Frankrijk, tijdens demonstraties die miljoenen mensen samenbrengen in de straten, hakken de vakbonden de demonstraties in mootjes door ‘hun’ vakbondsleden gegroepeerd per sector te laten opstappen, niet samen maar achter elkaar, zodat er geen samenkomst of discussie mogelijk is.
In de Verenigde Staten, in het Verenigd Koninkrijk, in Frankrijk, in Spanje, in Griekenland, in Australië en in elk ander land, als we een einde willen maken aan deze georganiseerde verdeeldheid, als we echt verenigd willen zijn, als we elkaar tegemoet willen treden, ons aan elkaar optrekken, onze beweging willen uitbreiden, dan moeten we de controle over de strijd uit handen van de vakbonden nemen. Dit is onze strijd, de strijd van de hele arbeidersklasse!
Waar we maar kunnen, moeten we samenkomen in open, massale, zelfstandige algemene vergaderingen, die echt beslissen over het verloop van de beweging. Algemene vergaderingen waarin we zo breed mogelijk de algemene noden van de strijd en de eisen die ons het meest verenigen bespreken. Algemene vergaderingen van waaruit we in massale delegaties naar andere klassebroeders en -zusters trekken, naar de arbeiders in de dichtstbijzijnde fabriek, ziekenhuis, school of kantoor.
Geplaatst tegenover de verarming, de opwarming van de aarde, het politiegeweld, racisme, geweld tegen vrouwen... zijn er in de afgelopen jaren andere soorten reacties geweest: de ‘gele hesjes’ demonstraties in Frankrijk, klimaat manifestaties zoals ‘Youth for climate’, protesten voor gelijkheid zoals ‘Black Lives Matter’ of ‘MeToo’, of de woede-uitbarstingen zoals tijdens de rellen in de Verenigde Staten, Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk.
Maar het oogpunt van al deze acties gaat over het opleggen van een eerlijkere, rechtvaardigere, menselijkere en groenere vorm van kapitalisme. Daarom zijn al deze reacties voor de regeringen en de bourgeoisie in het algemeen zo gemakkelijk te recupereren en aarzelen ze niet om al deze ‘burgerbewegingen’ te promoten. Trouwens, de vakbonden en alle politici doen er alles aan om ook de eisen van de arbeiders te beperken tot het strikte kader van het kapitalisme, door een betere verdeling van de rijkdom tussen ondernemers en werkers de nadruk te geven. “Nu de industrie zich herstelt, zouden [de arbeiders] in de winsten moeten delen” verklaarde zelfs Biden, de eerste Amerikaanse president die zich op een stakingspost bevond.
Maar door de strijd aan te gaan tegen de gevolgen van de economische crisis, tegen de door de staten opgezette aanvallen, tegen de offers opgelegd door de ontwikkeling van de oorlogseconomie, komt het proletariaat in opstand, niet als burgers die ‘rechten’ en ‘rechtvaardigheid’ eisen, maar als uitgebuiten tegen hun uitbuiters en, uiteindelijk, als klasse tegen het klassesysteem zelf. Daarom draagt de internationale dynamiek van de strijd van de arbeidersklasse de kiem in zich van een fundamentele uitdaging aan het hele kapitalisme.
In Griekenland legden demonstranten tijdens de actiedag op 21 september tegen de hervorming van de arbeidsvoorwaarden een verband tussen deze aanval en de ‘natuurrampen’ die het land deze zomer hebben geteisterd. Aan de ene kant vernietigt het kapitalisme de planeet, vervuilt het, verergert het voortdurend de klimaatopwarming, ontbost het, betonneert het, droogt het land uit en veroorzaakt het overstromingen en branden. Aan de andere kant schrapt het de banen die vroeger de natuur onderhielden en mensen beschermden en bouwt het liever oorlogsvliegtuigen dan brandblusvliegtuigen.
De arbeidersklasse vecht niet alleen tegen de aantasting van hun leef- en werkomstandigheden, maar is ook bezig met een veel bredere overdenking op dit systeem en zijn toekomst. Een paar maanden geleden zagen we tijdens demonstraties in Frankrijk protestborden verschijnen tegen de oorlog in Oekraïne, met een weigering de broekriem aan te halen in naam van deze oorlogseconomie: “Geen geld voor oorlog, geen geld voor wapens, geld voor lonen, geld voor pensioenen”.
De economische crisis, de ecologische crisis en de barbaarsheid van de oorlog, allemaal zijn het symptomen van de dodelijke dynamiek van het wereldwijde kapitalisme. De stortvloed van bommen en kogels op de mensen in Israël en Gaza op het moment dat we deze regels schrijven, terwijl de bloedbaden in Oekraïne doorgaan, is een zoveelste illustratie van de neerwaartse spiraal waarin het kapitalisme de maatschappij meesleurt en het leven van de hele mensheid bedreigt!
Het groeiende aantal stakingen laat zien dat twee werelden botsen: de burgerlijke wereld van competitie en barbaarsheid en de wereld van solidariteit en hoop van de arbeidersklasse. Dit is de diepe betekenis van onze huidige en toekomstige strijd: de belofte van een andere toekomst, zonder uitbuiting of maatschappelijke klassen, zonder oorlog of grenzen, zonder vernietiging van de planeet of het streven naar winst.
Internationale Kommunistische Stroming
8 oktober 2023
In België vinden op 9 juni verkiezingen plaats voor het Europese, federale en de drie gewestelijke parlementen. Van uiterst links tot uiterst rechts probeert de bourgeoisie eendrachtig de bevolking, en vooral de nieuwe jonge kiezers en de arbeidersklasse, warm te maken om deel te nemen aan dit verkiezingscircus, via grootschalige kiestesten, peilingen, bevragingen via sociale media, infosessies in scholen, enz. Hét feest bij uitstek van de burgerlijke ‘democratie’, waar de arbeidende bevolking zogenaamd via een “juiste keuze” ‘haar’ politiek zou kunnen opleggen aan de burgerlijke staat, weliswaar binnen de grenzen van ‘zijn’ kapitalistische marktwetten, ‘zijn’ oorlogsinspanningen, ‘zijn’ economische crisis, ‘zijn’ klimaatcrisis, ‘zijn’ vluchtelingen crisis en zo kunnen we het lijstje nog aanvullen.
Laat er geen twijfel over bestaan, wat ook de samenstelling mag worden van de komende regeringen, voor haar is de uitslag al lang bekend, hiervoor zijn geen verkiezingen nodig, want er is voor haar geen andere weg! Onder druk van een turbulente wereldsituatie zullen in de komende periode heel wat belangrijke beslissingen genomen worden om de nationale belangen van de bourgeoisie te verdedigen. Dit is de grote kopzorg van de bourgeoisie, want een regering zal het vermogen moeten hebben om snel ingrijpende maatregelen te nemen. Al doet de Belgische economie het, met een groei van 1,5%, ogenschijnlijk beter dan het Europese gemiddelde, de werkelijkheid is dat de industriële productie in België gezakt is naar het laagste peil sinds de pandemie en was in februari dit jaar bijna 7 procent minder dan een jaar eerder. België staat onder grote druk wegens een veel te hoog begrotingstekort (4.4%) en de EU heeft haar lidstaten begrotingsregels opgelegd die stellen dat dit tekort in 2031 teruggebracht moet zijn tot 1,5 procent van het BBP. Daardoor zou België in de komende zeven jaar minstens 27 miljard, oftewel 4 miljard per jaar moeten bezuinigen. Maar ook de schuldgraad van 105% van het BBP moet beneden de 100% teruggebracht worden. Kredietbeoordeelaars dreigen België ’s rating te verlagen wat tot nog meer rente zou leiden. Daarenboven moeten verschillende dossiers, die de bestaande federale regering voor zich uitgeschoven of beantwoord heeft met halfslachtige maatregelen, zoals die m.b.t. de stikstofuitstoot, de verdere hervorming van pensioenen en fiscaliteit, of de inperking van de uitgaven voor werkloosheid of het beheer van de asielcentra en gevangenissen, grondig aangepakt worden.
De instabiliteit van de situatie op wereldvlak die een ware spiraal en wervelwind aan crises veroorzaken, verhogen de druk en maken nieuwe ingrepen noodzakelijk zoals de verhoging van de uitgaven voor defensie tot 2%, vereist door de NAVO. Of de verhoging van de uitgaven om de gevolgen van de klimaatopwarming en de milieuvervuiling op te vangen en de energietransitie door te zetten (met enkele tientallen miljarden). Maar eveneens verhoogt dit nog de druk op de Belgische economie die steeds meer de gevolgen ondervindt van de slecht draaiende Duitse economie, die al een jaar lang in een recessie verkeert, en die dit jaar in België tot nog veel meer ontslagen zal kunnen leiden (bvb bij Audi Vorst of de Chemische industrie).
Het moge duidelijk zijn dat er voor de bourgeoisie maar één programma zinvol is: het verdedigen van de nationale economie in de actuele economische, militaire en ecologische chaos op de wereldmarkt impliceert automatisch een reductie van de budgetten voor sociale uitgaven en van de loonmassa in alle sektoren.
In een eerder nummer van Internationalisme maakten we al gewag van de algemeen groeiende afkeer van de politieke ‘elite’ in België. “Een onderzoek van politicologen van vijf Belgische universiteiten kwam tot de conclusie dat de afkeer van het politieke establishment, een van de wezenlijke kenmerken van het populisme, in de maatschappij toeneemt en dat er zelfs een algemene antipolitieke stemming aan het groeien is onder de kiezers.”(Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen! [39]) In 2019 bracht één op zes kiezers in Vlaanderen al geen stem uit voor een politieke partij. Een recente studie in Waalse steden, zoals Verviers, bevestigd deze trend voor gans het land. (zie De Standaard Weekblad: Verviers voelt zich vergeten, 20 april 2024)
Het populisme teert op dit ongenoegen en het gebrek aan perspectief. Het zoekt zondebokken en doet zich voor alsof het geen deel zou uitmaken van de burgerlijke politiek en beschermheren van de belangen van het kapitaal. Het Vlaams Belang, dat volgens de peilingen, net als de PVV in Nederland, de grootste partij van Vlaanderen wordt en misschien zelfs van het land, speelt in op die tendens. In zijn programma, hoewel het VB essentieel niet tegen de EU, tegen de NAVO, en tegen de steun aan Oekraïne is, keert het zich in de kern, net als andere populistische partijen, faliekant tegen de vermeende islamisering van de maatschappij en zet het zich af tegen de politieke ‘elite’, wat nog eens haarscherp onderstreept werd door Tom van Grieken in zijn toespraak op zondag 21 januari van dit jaar:“De politieke elite gomt de Vlaamse identiteit weg, vervreemd van haar cultuur, beroofd van haar normen en waarden, bestolen van haar eigenheid”. (Herrezen extreemrechts – Nie wieder! [239]) Daarnaast verzet zich ook de linkse Partij van de Arbeid (PVDA/ PTB) zich tegen de politieke elite, de EU en de NAVO.
Dezelfde peilingen tonen aan dat het politieke landschap in België zich ook steeds meer verkavelt en versnippert. Onder druk van de effecten van de historische ontbinding van het kapitalisme wordt het politiek apparaat alsmaar instabieler, aangetast door de tendens van het ‘ieder voor zich’, verliest de bourgeoisie er almaar meer de controle over. Uitgezonderd de MR (franstalige liberalen) en het CD&V (vlaamse christendemocraten), staan de partijen, die momenteel samen de federale VIVALDI regering vormen, in de peilingen op een behoorlijk verlies. Sommige van hen dreigen te worden gereduceerd tot een splinterpartij.
Het politieke apparaat van België is sowieso al erg complex en versnipperd door het feit dat er geen nationale partijen bestaan, maar dat deze per talengemeenschap opgericht zijn (behalve de PVDA/ PTB). Verder is het ook verdeeld in een federale, gewestelijke en communautaire component. Dit betekent dat de vorming van coherente beslissingskrachtige regeringsploegen die de belangen van het Belgische kapitaal kan verdedigen en in de komende jaren, zowel op federaal als op regionaal vlak, en de nodige maatregelen kan nemen, wellicht een complexe klus wordt.
Verkiezingen bieden geen alternatief voor de crisis van het systeem. Hun doel is net de bevolking, en vooral de arbeidersklasse, van het tegenovergestelde te overtuigen, van hen wijs te maken dat stemmen zinvol is, dat ze op die manier de “juiste keuzes” kunnen maken om “onze welvaart” veilig te stellen. De verkiezingscampagne stelt met aandrang dat er geen beter systeem bestaat dan de democratie, want het zou het enige systeem zijn dat het mogelijk maakt om ‘met het volk en voor het volk’ de problemen op een rationele manier aan te pakken, in een kader dat gevormd wordt door de nationale economie met daarin de rol van de nationale staat, als de behoeder van het ‘algemeen belang’ tegenover de bijzondere belangen van de private ondernemingen. Zo zou de kiezer, bijvoorbeeld door te kiezen voor “de radicale breuk” van de PVDA, een fundamenteel andere politiek kunnen opleggen aan een nieuwe regeringsmeerderheid.
Maar de werkelijkheid is totaal anders, want als de hoeder van de nationale economie verdedigt de staat ten volle de belangen van het kapitaal en de heerschappij van de bourgeoisie. Vanuit dit opzicht is er geen andere politiek mogelijk dan het reduceren van de staatsschuld, het herstellen van de budgettaire evenwichten, het investeren in moderne legeruitrusting en wapenproductie, hetgeen automatisch moet leiden tot de reductie van de sociale uitgaven en de reductie van de loonmassa. Daarbij vormen de verkiezingen niets anders dan een mechanisme om deze klassenheerschappij te camoufleren en te vergoelijken. De verkiezingen zijn één grote misleidingscampagne, vooral gericht tegen de arbeidersklasse, om deze ertoe te brengen om de strijd voor haar klassebelangen op te geven ten gunste van de algemene belangen van haar klassevijand. In deze context is een van de grove leugens in de verkiezingscampagne de zogenaamde tegenstelling tussen de ‘redelijke’ partijen die de democratische waarden “verdedigen”, en de ‘onredelijke’ (zoals VB en PVDA/PTB) die deze waarden “in gevaar brengen”. Beide bieden geen enkel perspectief, want ze zijn gebonden aan de irrationele logica van het in stand houden van een overjaars kapitalisme.
Tegenover de ideologische aanvallen van de bourgeoisie, waarvan de verkiezingscampagne een van de belangrijkste is, moet de arbeidersklasse haar onafhankelijkheid bewaren. Als de enige kracht in de maatschappij die een oplossing kan bieden voor de toenemende ellende, chaos en vernietiging in de wereld, moet ze een helder en diepgaand bewustzijn ontwikkelen van de weg die ze in haar strijd moet afleggen. Die strijd loopt niet langs de burgerlijke parlementaire weg, maar zal noodzakelijkerwijs de grenzen van dit achterhaalde kapitalistische systeem moeten overstijgen, een systeem dat zijn vervaldatum heeft bereikt met oorlogen die enkel nog genocide en ruïnes oogsten, onmacht om de klimaatcrisis aan te pakken, een economische crisis die bedrijven sluit, goederen vernietigd, massa’s vluchtelingen, armoede, hongersnood en uitzichtloosheid creëert omdat er OVERPRODUCTIE is! Terwijl er genoeg goederen worden voortgebracht om 1.5 keer de wereldbevolking te voeden.
“Het is voldoende de handelscrisissen te noemen, die met hun periodieke terugkeer telkens dreigender het bestaan van de gehele burgerlijke maatschappij in gevaar brengen. In de handelscrisissen wordt een groot gedeelte niet alleen van de voortgebrachte producten, maar van de reeds geschapen productiekrachten geregeld vernietigd. In de crisissen breekt een maatschappelijke epidemie uit, die voor alle vroegere periodes iets onzinnigs zou hebben geleken — de epidemie van de overproductie. De maatschappij vindt zich plotseling teruggezet in een toestand van ogenblikkelijke barbaarsheid; een hongersnood, een algemene verdelgingsoorlog schijnen haar alle levensmiddelen te hebben afgesneden: de industrie, de handel schijnen vernietigd, en waarom? Omdat zij te veel beschaving, te veel levensmiddelen, te veel industrie, te veel handel bezit. De productiekrachten, die haar ter beschikking staan, dienen niet meer tot bevordering van de burgerlijke eigendomsverhoudingen; integendeel, zij zijn te geweldig geworden voor deze verhoudingen, zij worden belemmerd en zodra zij deze belemmering overwinnen, brengen zij de gehele burgerlijke maatschappij in wanorde, brengen zij het bestaan van het burgerlijk eigendom in gevaar. De burgerlijke verhoudingen zijn te eng geworden, om de door hen voortgebrachte rijkdom te omvatten.”(Marx&Engels, Communistisch Manifest, cm.pdf (marxists.org) [201].
ADK/LAC - 23.04.2024
De bloedige aanslag op het stadhuis van Moskou op 22 maart, het kille cynisme van Poetin in Oekraïne, het misdadige extremisme van de massaslachting en uithongering van burgers door de regering-Netanyahu... dit alles bevestigt dat het kapitalistische systeem bankroet is, dat de burgerlijke samenleving wel degelijk wordt meegezogen in een wervelwind van vernietiging en wijdverspreide chaos. En dit proces kan alleen maar versnellen, zoals de angstaanjagende desintegratie van het Midden-Oosten, waar het risico van een catastrofale directe confrontatie tussen twee regionale machten, Israël en Iran, immens is.
De IKS heeft al herhaaldelijk gewezen op de historische dynamiek van chaos die heerst over de kapitalistische samenleving sinds de verdwijning van de blokken en de onvermijdelijke verzwakking van het Amerikaanse leiderschap op de planeet. Discipline tussen "bondgenoten" neigt nu te verdwijnen en de smerige imperialistische belangen van de grote en kleine mogendheden laaien op. Zelfs een Amerikaanse bondgenoot als Israël, dat volledig afhankelijk is van Amerikaanse bescherming, doet wat het wil, voert zijn provocaties op, zoals de aanval op de Iraanse vertegenwoordiging in Damascus, en ontketent chaos in de regio die Washington zo goed mogelijk probeert in te dammen. Iran heeft sinds het begin van de oorlog in Gaza olie op het vuur gegooid (via Hamas, Hezbollah en de Houthi's) en heeft onlangs een stap verder gezet in de confrontatie door een grootscheepse luchtaanval rechtstreeks op Israël te lanceren. Ondanks wanhopige pogingen van de Verenigde Staten om de brand te bedwingen, bevestigen de ontwikkelingen in het Midden-Oosten de voortdurende achteruitgang van hun macht over de wereld en dreigen ze de regio mee te sleuren in een algemene vuurzee.
De bourgeoisie kan niets doen aan de dodelijke dynamiek van haar systeem. De chronische economische crisis, de milieurampen en de oorlogen weerspiegelen het lelijke gezicht van de ontbinding van het kapitalisme, het wegrotten van een samenleving die voortkomt uit een verouderde productiewijze, gevormd door de uitbuiting van arbeidskracht, concurrentie tussen allen tegen allen en oorlog, en die nu niets anders te bieden heeft dan terreur, lijden en dood. Steeds meer regio's in de wereld worden onleefbaar voor hun bevolking, zoals Haïti in de greep van chaos, overgeleverd aan criminele bendes, of zoals veel staten in Afrika en Latijns-Amerika, blootgesteld aan wijdverspreide corruptie, krijgsheren, maffia's en drugshandelaren.
Het epicentrum van deze helse spiraal ligt in het hart van het kapitalisme, in de eerste plaats in 's werelds grootste mogendheid, de Verenigde Staten. Nadat de Verenigde Staten de chaos in de afgelopen decennia hebben vergroot door te proberen hun rol als wereldpolitieagent op te leggen (met name in Irak en Afghanistan), zetten ze nu alle beschikbare middelen in om hun onomkeerbare achteruitgang tegen te gaan en aarzelen ze niet om hun voormalige ‘bondgenoten’, nu rivalen, meedogenloos onder de voet te lopen.
De uitvoering van dit beleid verergert ook de spanningen binnen de Amerikaanse bourgeoisie zelf, zoals blijkt uit de botsingen die nu al de verkiezingscampagne voor de presidentsverkiezingen van komende november kenmerken. Deze spanningen wakkeren de destabilisatie van het Amerikaanse politieke systeem aan, dat steeds meer gefragmenteerd en gepolariseerd raakt, niet alleen door de verdeeldheid tussen Republikeinen en Democraten, maar ook en vooral door de groeiende onenigheid binnen elk van de twee rivaliserende kampen. Voorlopig is de populist Trump de favoriet, ondanks alle pogingen om hem buiten spel te zetten. In feite blijft de vloedgolf van populisme diep geworteld in de Amerikaanse politiek, zoals het ook duidelijk zichtbaar is in verschillende Europese landen..
Een dergelijke situatie dompelt niet alleen de Amerikaanse bourgeoisie, maar ook de kanselarijen in de wereld onder in onzekerheid, omdat ze niet van tevoren kunnen bepalen wat het standpunt van Washington zal zijn over de brandende kwesties die de geopolitiek van de wereld beïnvloeden. Deze botsingen tussen fracties binnen de Amerikaanse bourgeoisie - van de opruiende uitspraken van Trump tot de politieke impasse in het Congres over militaire steun aan Oekraïne – zijn een belangrijke versneller van imperialistische destabilisatie.
De interne puinhoop ondermijnt de geloofwaardigheid en het gezag van de Verenigde Staten zelf, die steeds meer ondermijnd worden door een chaotische internationale situatie. Deze instabiliteit moedigt de grote rivalen en de secundaire regionale machten verder aan;… het versterkt de irrationele pretenties van Poetin en bekrachtigt Zelinsky in hun dodelijke logica;.. het stimuleert de oorlogskoorts van Netanyahu, van Iran en aanverwante terroristische groepen. En terwijl China een onmiddellijke reactie op de provocaties en druk van Washington vermijdt, voert het de druk op Taiwan en de Filipijnen op en is het meer openlijk aan het kijken naar de mogelijkheid om op de langere termijn zijn status als uitdager van Uncle Sam te versterken.
De toenemende agressiviteit van de imperialistische haaien, groot en klein, die de botsingen tussen burgerlijke klieken in de Verenigde Staten proberen uit te buiten, betekent geenszins dat deze gespaard zouden blijven van interne spanningen: Poetin zit gevangen tussen de slachtingen in de Donbass en de ‘oorlog tegen het terrorisme’ van de Islamitische Staat, wiens commando's infiltreren vanuit de voormalige Sovjetrepublieken in Centraal-Azië, een dreiging die de heersende clan en zijn geheime diensten niet hebben kunnen neutraliseren ondanks waarschuwingen van verschillende buitenlandse geheime diensten. In China wordt Xi geconfronteerd met economische stagnatie, met destabilisatie van de ‘Zijderoutes’ door de heersende chaos en interne spanningen binnen het CCP-apparaat. Israëls vlucht vooruit is het resultaat van felle confrontaties tussen de extremistische nationalistische klieken aan de macht en andere facties van de bourgeoisie, evenals de strijd om het politieke voortbestaan van Netanyahu, die gerechtelijk wordt vervolgd.
De huidige instabiliteit van het Amerikaanse beleid baart ook de Europese kanselarijen zorgen en accentueert de verdeeldheid binnen de EU zelf over het te voeren beleid ten aanzien de door NAVO en de Verenigde Staten uitgeoefende druk. Het gevolg is dat de ruzies binnen het "Frans-Duitse koppel", dat al tot een "gedwongen huwelijk" was gedwongen, steeds groter worden.
Tegenover het wegzinken van de maatschappij in barbarij heeft het proletariaat niets te verwachten van de komende presidentsverkiezingen in Amerika, zoals van alle andere die nog komen gaan. Wat de uitslag van de verkiezingen in november in de Verenigde Staten ook zal zijn, ze zullen op geen enkele manier de trend naar chaos, oorlog en versplintering van de wereld keren en de arbeidersklasse zal meer dan ooit lijden onder de gevolgen van de kapitalistische uitbuiting. Verkiezingen zijn alleen belangrijk om de arbeidersklasse de illusie te geven dat ze de loop der gebeurtenissen kan beïnvloeden door de ‘juiste keuze’ te maken, terwijl het verkiezingscircus alleen maar de verscheuring van de burgerlijke klieken uitdrukt die steeds brutaler om de macht strijden. In tegenstelling tot de leugens die verspreid worden door de democraten, en in het bijzonder door ultralinkse groeperingn, die een ‘progressief’ kamp of het kamp ‘van het minste kwaad’van Biden plaatsen tegenover het ‘absolute kwaad’ van Trump, zal het proletariaat het ‘democratische’ discours moeten weerleggen, de stembusvalstrik moeten weigeren en zijn autonome klassenstrijd moeten voeren.
Wat de bourgeoisfracties betreft, zij vechten alleen maar over de meest effectieve en goedkoopste strategie om de Amerikaanse suprematie te bestendigen waarvan ze het eens zijn dat ze die met alle middelen willen handhaven, ongeacht de gevolgen voor de mensheid en de planeet. Iran militair aanvallen of verzwakken door een economische blokkade? De druk op Rusland zo hoog opvoeren dat het implodeert, of de stellingenoorlog 'bevriezen'? De Europese ‘bondgenoten’ chanteren omtrent veiligheid? .... Wat de antwoorden ook zijn, ze zullen zich altijd inschrijven in een logica van oorlog en de financiering ervan zal steeds meer nieuwe ‘offers’ vereisen van de arbeiders. Kortom, welke factie de verkiezingen ook wint, het resultaat zal meer destabilisatie, nieuwe slachtpartijen en een politiek van de ‘verschroeide aarde’ zijn.
Tegenover deze onuitsprekelijke barbaarsheid, geconfronteerd met de belofte van wijdverspreide chaos, vertegenwoordigt het proletariaat het enige mogelijke alternatief om de mensheid te redden van een vernietiging die geprogrammeerd is door de moorddadige logica van een volledig achterhaald kapitalistisch systeem.
De arbeidersklasse heeft haar strijd hervat en haar revolutionair potentieel blijft intact om op termijn haar perspectief en haar kommunistische project te bevestigen.
Het is voor deze strijd dat we als klasse moeten vechten en vanaf nu elke geplande logica van oorlog en economische ‘opoffering’ moeten verwerpen. De burgerlijke retoriek die oorlog voorstelt als een ‘noodzaak’ in naam van het bewaren van de vrede is een walgelijke leugen! De echte schuldige is het kapitalistische systeem!
EKA / 18.04.24
De staat laat een lawine aan bezuinigingen en aanvallen op de arbeiders, werklozen, sociale minima, gepensioneerden, enz. neerkomen. De massale ontslagen nemen hand over hand toe. Zowel in de publieke als in de private sector is er een gebrek aan middelen. De openbare diensten falen volledig. Tekorten aan medicijnen en zelfs voedsel zijn aan de orde van de dag. Miljoenen gezinnen, zelfs diegenen die nog het ‘geluk’ hebben van een vaste baan slagen er niet in om rond te komen. De prijzen voor voedsel, verwarming, huisvesting en benzine rijzen de pan uit, net als de gas- en elektriciteitsrekeningen. De rijen voor de de voedselbanken worden dramatisch langer. De armsten moeten zelfs maaltijden overslaan... Welk beeld is angstaanjagender en uitdrukkelijker dan dat van kinderen die doodvriezen in de straten van de grote hoofdsteden van Europa, in het hart van de machtigste economieën ter wereld? In vier jaar tijd hebben dramatische gebeurtenissen elkaar in hoog tempo opgevolgd: Covid, de oorlog in Oekraïne, het bloedbad in Gaza, klimaatrampen... Deze wervelwind van catastrofes heeft de crisis alleen maar verergerd en de wereldwijde chaos nog verder aangewakkerd. (1) De toekomst die het kapitalisme voor ons in petto heeft, kan niet duidelijker zijn: de ontwikkeling van de economische crisis versnelt de bedreigingen voor de mensheid aanzienlijk, wat tot haar ondergang zou kunnen leiden. Maar de crisis is ook de smeltkroes van de strijd van de arbeidersklasse!
Geconfronteerd met zulke uitdagingen en de onverbiddelijke en angstaanjagende ineenstorting van de burgerlijke maatschappij, legt de arbeidersklasse zich niet echter zonder slag of stoot neer bij de aanvaarding van ellende. Ondanks de oorlogen en de oorlogszucht strijdt de arbeidersklasse nu al bijna twee jaar overal op grote schaal. In vele landen wordt de strijd vaak omschreven als ‘historisch’ wat betreft het aantal betrokken stakers en demonstranten, maar ook wat betreft de vastberadenheid van arbeiders om te vechten voor hun waardigheid en levensomstandigheden. Het is een echte breuk met decennia van gelatenheid. (2)
Sinds de zomer van 2022 is het proletariaat in Groot-Brittannië in verzet gekomen tegen de crisis. Maanden achtereen gingen arbeiders in staking en demonstreerden op straat om betere lonen en waardigere werkomstandigheden te eisen, iets wat we drie decennia lang niet meer gezien hadden! Begin 2023, terwijl stakingen zich over de hele wereld uitbreidden, verzamelde het proletariaat in Frankrijk zich massaal tegen de pensioenhervorming. Miljoenen enthousiaste mensen, van alle sectoren en generaties, gingen de straat op, vastbesloten om samen te vechten. In de herfst begonnen arbeiders in de Verenigde Staten aan een van de meest massale stakingen in de geschiedenis van dat land, met name in de automobielsector, gevolgd door een beweging in de publieke sector in Quebec, die ook als historisch wordt omschreven.
Recentelijk staakten ook de arbeiders in de Tesla-fabrieken in Zweden, een land dat wordt voorgesteld als een ‘sociaal model’, gevolgd door solidariteitsacties van werkers bij de post die alle post blokkeerden naar de werkplaatsen van het bedrijf dat wordt geleid door miljardairclown Elon Musk. Havenarbeiders blokkeerden op hun beurt vier havens en elektriciens weigerden onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan oplaadpunten voor elektrische voertuigen.
In Noord-Ierland werd in januari ook gestaakt door honderdduizenden werkers, vooral in de publieke sector, tijdens de grootste staking in de geschiedenis van de regio. Ze eisten betaling van hun loon.
Zelfs nu, terwijl de oorlog nog steeds woedt in Oekraïne en Gaza, nemen het aantal stakingen en demonstraties van arbeiders over de hele wereld toe, vooral in Europa.
In Duitsland, de grootste economie van Europa, begonnen spoorwegarbeiders eind januari een massale staking van een week die zijn weerga niet kende. Het was de laatste in een lange reeks stakingen tegen langere werktijden en voor hogere lonen. In de komende maanden zouden de spoorwegen getroffen kunnen worden door stakingen van onbepaalde duur (wat evenwel niet is gebeurd). In het land van de ‘sociale dialoog’ zijn er al maanden stakingen in talrijke sectoren: in de staalindustrie, de ambtenarij, de transportsector, de gezondheidszorg, de vuilnisophaaldienst, enz. Op 30 januari vond in Hannover een nationale bijeenkomst plaats van 5.000 artsen. Op 1 februari werden elf luchthavens van het land getroffen door een staking van het beveiligingspersoneel, terwijl 90.000 bus-, tram- en metrobestuurders het werk neerlegden. Half februari staakten eveneens 10.000 werkers in de distributiesector. Het grondpersoneel van Lufthansa werd op 20 februari tot staking opgeroepen...
De omvang, massaliteit en duur van deze stakingsbeweging is ook ongekend in een land dat bekend staat om de enorme administratieve hindernissen die het opwerpt voor elke sociale beweging en het ijzeren korset van vakbonden dat de bourgeoisie lange tijd in staat heeft gesteld om bezuinigingsplannen en ‘hervormingen’ op te stapelen zonder dat de arbeidersklasse echt reageerde. Ondanks de moeilijkheden om uit het corporatistische keurslijf te breken en ‘allen tezamen’ te strijden, zijn de gevechten in Duitsland van immens belang en van een sterke symbolische betekenis. Ze vinden plaats in het hart van een belangrijk industrieel centrum, in het land dat het epicentrum was van de revolutionaire golf van de jaren 1920 en de tragische hoofdrolspeler van een lange periode van contrarevolutie. De huidige beweging maakt duidelijk deel uit van de internationale heropleving van de klassenstrijd.
Maar de strijdbaarheid van de arbeiders beperkt zich niet tot Duitsland. In Finland, een land met weinig traditie op het gebied van strijd, duurde een ‘historische staking’ begin februari 48 uur. Nog recenter, tussen 18 en 21 februari, legden havenarbeiders vier dagen lang de havenactiviteiten lam in dit land. Het bracht tot 300.000 stakers op de been tegen de hervorming van de arbeidswetgeving. In Turkije mobiliseerden tienduizenden metaalarbeiders zich maandenlang om een loonsverhoging te eisen terwijl de prijzen de pan uitrezen. In België staakte de non-profitsector op 31 januari en demonstreerde op dezelfde dag in Brussel. In Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Griekenland… wordt er steeds meer gestaakt in talrijke. De bourgeoisie handhaaft een oorverdovende stilte ten aanzien van de berichtgeving van deze stakingen, omdat ze zich terdege bewust is van de groeiende ontevredenheid onder de arbeiders en het gevaar dat uitgaat van dergelijke mobilisaties.
Maar de doorbraak waarvan we getuige zijn heeft niet alleen te maken met het massale en gelijktijdige karakter van de gevechten. Het proletariaat begint zichzelf opnieuw, zij het bij benadering en op een nog aarzelende wijze, te herkennen als een maatschappelijke kracht en herontdekt zijn identiteit. Ondanks alle illusies en verwarringen zagen we overal, op borden en in discussies, dat ‘we arbeiders zijn!’, dat ‘we allemaal in hetzelfde schuitje zitten!’ .... Dit waren zeker geen loze woorden! Want achter deze woorden gaat een echte solidariteit schuil: allereerst, solidariteit tussen generaties, zoals we heel duidelijk zagen in Frankrijk toen gepensioneerden massaal de straat op gingen om ‘de jongeren’ te steunen; en vervolgens tussen sectoren, zoals in de Verenigde Staten met de toeterende concerten voor stakende fabrieken of in Scandinavië ter verdediging van de Tesla-arbeiders.
Er waren zelfs embryonale uitingen van internationale solidariteit. De Mobilier National in Frankrijk staakte uit solidariteit met de strijd van de culturele werkers in Groot-Brittannië. Raffinaderijen in België staakten ter ondersteuning van de strijd in Frankrijk, terwijl overal ter wereld kleine demonstraties plaatsvonden om de wrede onderdrukking door de Franse staat aan de kaak te stellen. In Italië, terwijl veel sectoren al maandenlang protesteren, staakten op 24 januari bus-, tram- en metrobestuurders: in het kielzog van de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk zeiden arbeiders dat ze betogingen wilden houden ‘zoals in Frankrijk’, wat aantoont de arbeiders over de grenzen heen verbanden beginnen te leggen en lering willen trekken uit eerdere bewegingen.
Het proletariaat begint zich ook zijn ervaring met strijd opnieuw eigen te maken. In Groot-Brittannië verwees de zogenaamde ‘zomer van woede’ expliciet naar de grote stakingen van de ‘winter van onvrede’ in 1978-1979. In de Franse demonstraties waren op de plakkaten verwijzingen naar Mei ‘68 en de strijd tegen de CPE [de startbanen voor jongeren] in 2006 te zien en tegelijkertijd een begin van een overdenking op deze bewegingen. En dat alles terwijl de staat beperkingen oplegt en veel ophef blijft maken om de oorlog te rechtvaardigen.
Natuurlijk zijn we nog ver verwijderd van een massale en diepgaande terugkeer van het klassenbewustzijn. Natuurlijk zitten al deze uitingen van solidariteit en overdenking vol verwarringen en illusies, waardoor deze gemakkelijk op een dwaalspoor gebracht worden door de inkaderingsstructuren van de bourgeoisie, de vakbonden en de linkse partijen. Maar beseffen de revolutionairen, die dit alles vanaf het balkon gadeslaan, hun neus ophalend (3), welke verschuiving er plaatsvindt in vergelijking met voorgaande decennia, decennia van stilte, berusting, afwijzing van het idee zelf van de arbeidersklasse en vergetelheid van haar ervaringen?
Hoewel deze strijd duidelijk aantoont dat de arbeidersklasse niet verslagen is en de enige maatschappelijke kracht blijft die in staat is om de bourgeoisie het hoofd te bieden, is haar strijd nog lang niet gestreden. Ze gaat nog steeds gebukt onder reusachtige zwakheden en illusies, die op onbarmhartige wijze worden geïllustreerd door de huidige bewegingen. Tot nu toe zijn de vakbonden erin geslaagd om de strijd als geheel in te kaderen, ze binnen een sterk corporatistisch kader te houden, zoals we momenteel kunnen zien in Frankrijk en Duitsland, terwijl ze, waar nodig, de voorkeur geven aan een schijn van eenheid en radicalisme, zoals met het ‘Gemeenschappelijk Front’ van de Canadese vakbonden of de beweging in Finland.
Tijdens de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk begonnen vele arbeiders, op hun hoede voor de eindeloze dagen van mobilisatie door de vakbonden, zich af te vragen hoe ze moesten vechten, hoe ze zich moesten verenigen, hoe ze de regering moesten doen wijken... maar nergens slaagde de klasse erin om de vakbonden de leiding van de strijd te betwisten door middel van zelfstandige algemene vergaderingen, net zoals ze niet in staat was om te breken met de corporatistische logica die door de vakbonden werd opgelegd.
De bourgeoisie zet ook haar hele ideologische arsenaal in om het bewustzijn te ondermijnen dat begint te rijpen in de hoofden van de arbeiders. Terwijl ze zwijgt over de massale stakingen van de arbeidersklasse, heeft ze natuurlijk een oorverdovend lawaai gemaakt over de boerenbeweging. In Duitsland, Nederland, Frankrijk, België, Polen, Spanje... heeft de bourgeoisie opnieuw op haar linkse partijen kunnen rekenen om de deugden op te hemelen van strijdmethoden die de antithese zijn van die van het proletariaat en om uit te leggen dat “de arbeidersbeweging moet profiteren van de bres”. (4) Terwijl het proletariaat schuchter zijn klassenidentiteit begint te herontdekken, buit de bourgeoisie de boerenstrijd ideologisch uit met een mediaoffensief om het denkproces dat gaande is te saboteren en de aandacht af te leiden van de vele arbeidersstakingen.
Ze bespaart zich ook geen moeite om de arbeidersklasse aan de kar van de burgerlijke democratie te binden. Terwijl de verrotting van haar systeem politieke afwijkingen voortbrengt zoals Trump in de Verenigde Staten, Milei in Argentinië, het Rassemblement National in Frankrijk, Alternative für Deutschland, Fratelli d'Italia enzovoort, probeert de bourgeoisie zowel in Europa als in Amerika, althans haar fracties die het minst verrot zijn door de ontbinding van de maatschappij, om de invloed van uiterst-rechtse partijen te beperken en haar successen in allerijl te gebruiken tegen de arbeidersklasse. Met name in Duitsland gingen, na oproepen van zowel linkse als rechtse partijen, in verschillende steden, meer dan een miljoen mensen de straat op om te protesteren tegen uiterst-rechts. Opnieuw is het doel om democratische illusies in stand te houden en te voorkomen dat het proletariaat zijn historische strijd verdedigt tegen de burgerlijke staat verdedigt.
Eén ding is echter zeker: in de hitte van de huidige en toekomstige strijd zal de arbeidersklasse geleidelijk aan de politieke wapens vinden om zich te verdedigen tegen de valstrikken van de bourgeoisie en uiteindelijk haar weg zal vinden naar de kommunistische revolutie.
EG, 20 februari 2024
1 International revolution or the destruction of humanity: the crucial responsibility of revolutionary organisations [240], International Review nr. 170 (2023).
2 After the rupture in the class struggle, the necessity for politicisation [241], International Review nr. 171 (2023).
De wervelwind van ernstige schokken in de wereldeconomie van de afgelopen twee jaar, eerst als gevolg van de coronapandemie en de verwoestende milieuvernietiging en nu in toenemende mate als gevolg van de oorlogen, heeft ook de Duitse economie onder zware druk gezet. Terwijl deze er tijdens de coronapandemie in geslaagd was om de economie tijdelijk overeind te houden, voornamelijk dankzij gigantische reddingspakketten, hebben de oorlog in Oekraïne en het daarmee gepaard gaande wereldwijde offensief van de VS op economisch vlak tot enorme kenteringen geleid.
De sancties tegen Rusland als gevolg van de oorlog hebben het Duitse kapitaal gedwongen om drastisch te snijden in zijn energievoorziening en hebben tegelijkertijd de meest massale en langdurige prijsstijgingen veroorzaakt, vooral in de energie- en voedingssector. Er is een gigantisch programma voor de vernieuwing en omschakeling van de energievoorziening gelanceerd... en kort nadat het was aangenomen, stuitte het al op hindernissen en verzet tegen de financiering.
De omschakeling naar nieuwe technologieën (warmtepompen), de uitbreiding van oplaadstations voor elektrische voertuigen, enz. is compleet ondenkbaar zonder massale financiële steun van de staat. Na aanvankelijke uitgebreide subsidietoezeggingen zijn deze en andere subsidies nu sterk verlaagd. Als gevolg van de inflatie en de daarmee gepaard gaande stijging van de rente bevinden banken zich in een precaire situatie. Maar vooral de bouwsector heeft al een daling van 30% in orders en sluitingen van bouwwerven gemeld.
Terwijl de defensie-industrie een krachtige impuls heeft gekregen en nieuwe recorden aan orders viert, stort de productie in andere delen van de economie in - met als gevolg dat Duitsland de laagste groei van Europa laat zien en zelfs in een recessie is beland. Tegelijkertijd heeft de inflatie het concurrentievermogen bedreigd, vooral in de sector van de energieprijzen, aangezien de prijs van gas/elektriciteit in Duitsland tot vijf keer hoger ligt dan in de VS.
Daarnaast heeft de coronapandemie de kwetsbaarheid al aan het licht gebracht door de grote afhankelijkheid van leveranciers van medische producten uit China en India. In een poging om Rusland economisch in het nauw te drijven, is de hele energiesector op zijn kop gezet - maar dit heeft alleen maar nieuwe afhankelijkheden gecreëerd met de bijbehorende mogelijkheden voor chantage en de bovengenoemde verzwakking van het concurrentievermogen. De oorlog in het Midden-Oosten, en de uitbreiding van het conflict naar steeds meer gebieden in de hele regio sindsdien, hebben nu nieuwe knelpunten gecreëerd in de bevoorradingsketens als gevolg van de raketaanvallen door de Houthis aan de Rode Zee / Straat van Djibouti (zoals langere en duurdere omwegen via Afrika).
Naast het sanctiepakket tegen Rusland en de poging om Rusland economisch droog te bloeden, hebben de VS ook direct en indirect hun reeks sancties tegen China versterkt, tegen alle bedrijven die in China actief zijn. Tegelijkertijd hebben de VS de Inflation Reduction Act ingevoerd, die bedoeld is om investeringen in de VS te stimuleren. Dit brengt het risico van deïndustrialisatie in Europa met zich mee. Amerikaanse bedrijven die in Europa investeren, worden ook getroffen door Amerikaanse strafmaatregelen (zoals Ford, dat investeringen in Ford Keulen schrapt ten gunste van investeringen in de VS, waardoor 1700 banen verloren gaan). Het Duitse kapitaal weet dat als Trump opnieuw president wordt, niet alleen de toon harder zal worden, maar dat ook het aantal conflicten tussen Duitsland en de VS zal toenemen.
Terwijl de VS China op de knieën wil dwingen, wordt Duitsland tegelijkertijd door China onder druk gezet. Van het wereldwijde Zijderouteproject tot de aankoop van ondernemingen en fabrieken dringt de Chinese concurrentie steeds verder door. Na het eerdere succes van Duitsland om een aanzienlijk deel van de Chinese automarkt te veroveren, waardoor verschillende Duitse autofabrikanten op piekmomenten ongeveer 40% van hun omzet in China genereerden, is China nu ook al enige tijd in het offensief in de e-autosector. Naast Tesla is de Chinese concurrentie de gevaarlijkste voor de Duitse autosector.
Aan de ene kant betekent de dreiging van de VS dat Duitse bedrijven zich terugtrekken uit China, hetzij volledig of op bepaalde gebieden, en dat sommige Duitse autofabrieken worden omgevormd tot (schijnbaar) onafhankelijke eenheden voor China om een lokale aanwezigheid overeind te houden. In het geval van een escalatie van de Westerse economische oorlog tegen China, is Volkswagen China bijvoorbeeld van plan om zich af te splitsen van het Duitse hoofdkantoor - in zijn nadeel. "Als gevolg hiervan zijn de Duitse investeringen in China onlangs sterk toegenomen, waardoor de Duitse investeringsportefeuille daar tot recordhoogte is gestegen. Economen geven toe dat dit gevolg van de westerse economische oorlog paradoxaal is en eigenlijk niet de bedoeling" (https://www.german-foreign-policy.com/news/detail/9429 [244]). In het geval van een escalatie zou de productie ‘in China voor China’ moeten kunnen doorgaan door te ontkoppelen en te profiteren van de lagere Chinese lonen. Een dergelijke productie, autonoom van Duitsland, zal natuurlijk leiden tot een dramatisch verlies van banen in Duitsland zelf. Daarom staan de zwaarste bezuinigingen voor de deur in de auto-industrie, die lange tijd een steunpilaar van de Duitse economie is geweest.
Kortom, de door de VS geïntensiveerde militaire opbouw tegen China en de economische sanctiepakketten zetten het Duitse kapitaal nu al onder extreme druk. En de jarenlange opkomst van China, waarvan ook Duitsland lange tijd heeft geprofiteerd omdat China een belangrijke markt en werkplaats voor de wereld was geworden, slaat nu als een boemerang terug. Hoewel Duitsland er zeker een gemeenschappelijk belang bij heeft om met de VS samen te werken om China te verzwakken, wil het zelf geen schade oplopen. Er zullen daarom meer conflicten ontstaan tussen de VS en Duitsland en tussen Duitsland en China en dus ook binnen de Duitse bourgeoisie over deze kwestie (hier waren de geschilpunten het duidelijkst tussen de SPD en de Groenen).
Door de opening van het Oosten en de geleidelijke integratie van de meeste landen in de EU had Duitsland de meeste voordelen binnengehaald: bv. toegang tot lage lonen. Geen bouwwerf, geen ambachtelijk bedrijf, geen levering van goederen zonder vrachtwagenchauffeurs uit Oost-Europa, geen bejaardentehuis of ziekenhuis, geen landbouwbedrijf zonder arbeiders met lage lonen, vooral uit Oost-Europa. In dit opzicht heeft de ontstane algemene neerwaartse druk op de lonen het concurrentievermogen vergroot en behouden naast de bekende marktuitbreiding in Oost-Europa door de gemeenschappelijke markt. De wereldwijde golf van globalisering, die zich had voorgedaan met de integratie van China en andere delen van de periferie, en die wereldwijd is afgenomen met de coronapandemie, de oorlog in Oekraïne en de poging om China in bedwang te houden, wordt ook weerspiegeld in Oost-Europa, waar de oorlog in Oekraïne de regio heeft gedestabiliseerd (zie bijvoorbeeld de grensblokkades tussen Polen en Hongarije). De gevolgen van de oorlog, de hernieuwde dominantie van nationale belangen en de sterke aanwezigheid van populistische krachten in heel Europa zorgen voor meer conflictgebieden en onzekerheden in de economie.
Door de meedogenloze intensivering van de concurrentie en de wereldwijde strijd om investeringsprikkels is elke staat gedwongen om schulden te blijven maken en kapitaal aan te trekken door middel van gigantische subsidies. Concurrentie zonder gigantische subsidies, allemaal gefinancierd met belastinggeld, is ondenkbaar. Geen enkel project voor modernisering en/of vernieuwing/herstel van de infrastructuurvoorzieningen zonder financiële injecties van de staat (een voorbeeld hiervan zijn de investeringen in productiefaciliteiten in de halfgeleiderindustrie met miljarden aan staatssteun). Deze keten van subsidies, heropbouwmaatregelen van de staat en reddingspakketten werd al sinds 1989 systematisch in gang gezet na de Duitse hereniging, met als resultaat dat de staatsschuld een astronomisch hoog niveau heeft bereikt. Zolang de rente laag of zelfs nul was, bleef de prijs ‘laag’. Maar met de stijging van de rente, aangewakkerd door de oorlog in Oekraïne, is ook hier een keerpunt bereikt.
De laatste ‘begrotingscrisis’ is slechts het topje van de schuldengekte. Het meest recente parlementair-juridische spektakel heeft de regering gedwongen, of beter gezegd: heeft de regering deze crisis gebruikt, om een reeks ingrijpende prijsverhogingen en bezuinigingen door te voeren die elk gezin duur zullen komen te staan. Voorbij is de fase van het‘relatieve uitstel’ en ‘verzachting’ na corona en het ‘sparen’ en toedekken van de kosten van de oorlog. Een ingrijpende verslechtering is nu op handen.
Ook al heeft Duitsland, vanwege zijn nog voortdurende superioriteit, van alle landen in de EU nog steeds de meeste middelen om staatssubsidies toe te kennen, wordt de marge ook voor het Duitse kapitaal steeds kleiner, waardoor het gedwongen wordt om aanvallen te lanceren.
De eerste gevolgen van de gasprijsstijgingen hadden al geleid tot banenverlies en delokalisaties bij de grote chemische bedrijven. Door de ‘groene’ transformatie dreigt een massaal banenverlies in de auto-industrie, terwijl warenhuizen en winkels in de detailhandel massaal sluiten. Het motto is overal ‘bezuinigen op arbeidskosten’! Door de verdere schaarste aan woningen en de ineenstorting van de investeringen in de bouwsector zullen huurders een nog groter deel van hun inkomen aan huur moeten uitgeven.[1]
Verschillende factoren komen samen:
- het demografische probleem. Zoals in veel geïndustrialiseerde landen krimpt de ‘autochtone’ bevolking (we kunnen hier niet ingaan op de afzonderlijk redenen);
- als gevolg van jaren van genadeloze afbouw van het personeel, verslechterende arbeidsomstandigheden (vooral in de gezondheidszorg, geriatrische zorg, onderwijs, vervoer), zijn veel werkers versleten en lijden aan burn-out;
- tegelijkertijd neemt, net als elders (van China tot de VS), de motivatie af om hard te werken, waardoor velen afhaken (quiet-quitting)[2];
- het opleidingsniveau is op veel gebieden gedaald als gevolg van de ontbinding (zie het Pisa-onderzoek)[3];
- gebrek aan ongeschoold en vooral aan gekwalificeerd personeel (alleen al in de halfgeleiderindustrie is het tekort aan geschoold personeel gestegen van 62.000 naar meer dan 80.000), met andere woorden: de productie wordt afgeremd door een tekort aan arbeidskrachten, terwijl veel arbeiders in andere sectoren hun baan verliezen.
De crisis heeft niet langer slechts één gezicht – massa-ontslagen - maar meerdere gezichten: ontslagen en tekorten aan arbeidskrachten.
Tegelijkertijd wordt het Duitse kapitaal gehinderd door politieke achterstand, xenofobie en populisme, die zelfs de instroom van (gekwalificeerde) arbeidskrachten belemmeren. Tot slot moet de ongelooflijke traagheid van de Duitse bureaucratie worden genoemd. Ze slaagt er niet in om immigratie aanzienlijk te vergemakkelijken. Dit alles beperkt het concurrentievermogen, terwijl er tegelijkertijd een hele campagne tegen illegale immigratie aan de gang is en er strengere uitzettingsmaatregelen werden aangekondigd.
Als gevolg van de opeenstapeling van de kosten van oorlog, de kosten van milieuvernietiging, inflatie, de energiecrisis, de kosten van concurrentie, de kosten van schulden en de prijs van decennia van verwaarlozing - of de opzettelijke ontmanteling en het verval van de infrastructuur - de bezuinigingen op het onderwijssysteem, de gelijktijdige onverbiddelijke stijging van de kosten van huisvesting en het onderhouden van het onstuitbare aantal vluchtelingen, zal het Duitse kapitaal steeds harder moeten optreden.
Het zal ook moeten ontsnappen aan de druk van de VS en China. Welke invloed zal de situatie in de VS hebben op de oorlog in Oekraïne en de financiering ervan in het bijzonder? Wat zullen de gevolgen zijn van de wereldwijde afbrokkeling van de globalisering? Zal Duitsland doorgaan met het sluiten van gezamenlijke overeenkomsten met de EU, vooral met Frankrijk? Tot nu toe hebben zich de tendensen van het ‘ieder voor zich’ ook hier versterkt. We kunnen het over het algemeen stellen dat er al sinds de coronaperiode een overheersende tendens was om alles alleen te doen, met de bijbehorende chaos in de omgang met vaccins en maskers als gevolg. Hoe de Duitse bourgeoisie ook reageert, alles komt neer op het opvoeren van de aanvallen tegen de arbeidersklasse.
De situatie en de dynamiek van de crisis in Duitsland zijn een uitdrukking van een wereldwijde ontwikkeling waarin de hele ellende wordt gedragen door de arbeidersklasse. We mogen dit niet accepteren en moeten onze levensomstandigheden verenigd verdedigen en over de grenzen van de landen heen. We zullen in een ander artikel bespreken wat dit betekent.
TW 19.02.2024
Op 15 oktober 1923 stuurden 46 leden van de Bolsjewistische Partij een geheime brief naar het Politiek Bureau van het Centraal Comité van de Partij waarin ze onder andere de bureaucratische verstikking van het interne leven binnen de Partij aan de kaak stelden. Het ‘Platform van de 46’ markeerde de geboorte van de Linkse Oppositie, met Trotski als boegbeeld.
Trotskistische groeperingen beroepen zich op de Linkse Oppositie, waaruit in 1938 de door hen geclaimde Vierde Internationale ontstond
Over het algemeen hebben ze het echter niet nodig gevonden om deze verjaardag te vieren, en ook zijn ze zeer discreet gebleven over hun vermeende verbondenheid. Het verband dat ze leggen (en altijd hebben gelegd) tussen zichzelf en de revolutionairen van de jaren 1920 komt er echter op neer dat ze de ‘fouten’ van de arbeidersbeweging van die tijd als onveranderlijke politieke principes opvatten, in plaats van de revolutionaire standpunten die dankzij de revolutionaire golf van 1917-1923 konden worden geformuleerd. Het waren bovendien diezelfde dwalingen die als voedingsbodem dienden voor de basisstandpunten van het ‘trotskisme’ dat sinds de Tweede Wereldoorlog heeft gediend als een ‘linkse’ ondersteuning van de politiek van de burgerlijke staat tegen de arbeidersklasse.
De bloedige mislukking van het proletariaat, eerst in Duitsland en daarna in Hongarije in 1919, betekende het einde van de revolutionaire golf, die in oktober 1917 in Rusland was ontstaan. Dit werd gevolgd door een teruggang van de strijd over de hele wereld en het groeiende isolement van de revolutie in Rusland. Deze situatie woog zwaar op de Communistische Internationale (CI) en de Bolsjewistische Partij, die maatregelen begon te nemen die tegen de belangen van de arbeidersklasse ingingen: de onderwerping van de Sovjets aan de Partij, de inlijving van arbeiders in de vakbonden, de ondertekening van het Verdrag van Rapallo[1] en de bloedige onderdrukking van arbeidersstrijd (Kronstadt, Petrograd 1921). De goedkeuring van deze politiek versnelde slechts de nederlaag van de revolutie, waarvan deze maatregelen zelf de uitdrukking waren, en lokte reacties uit van de Linkerzijde in zowel de CI als in de Bolsjewistische Partij. Op het Derde Congres van de CI (1921) veroordeelde de Duits-Nederlandse Linkerzijde, verenigd in de KAPD, de terugkeer van het parlementarisme en het syndicalisme als een breuk met de standpunten van het Eerste Congres van de CI in maart 1919. Op ditzelfde congres reageerde ook de ‘Italiaanse Linkerzijde’ fel tegen de gewetenloze politiek van alliantie met de "centristen" en de uitholling van de kommunistische partijen door de massale intrede van fracties uit de sociaal-democratie.
Maar de eerste oppositie verscheen in Rusland zelf. Al in 1918 waarschuwde het tijdschrift Kommunist, opgericht door Boecharin, Ossinsky en Radek, de partij voor het gevaar van een politiek van staatskapitalisme. Tussen 1919 en 1921 reageerden verschillende groepen ("Democratisch Centralisme", "Arbeidersoppositie") ook op de opkomst van de bureaucratie binnen de partij en de groeiende concentratie van de beslissingsmacht in de handen van een minderheid. Maar de meest consequente reactie op het opportunistische afglijden van de Bolsjewistische Partij was de "Arbeidersgroep" van Miasnikov, die de geleidelijke opoffering van de belangen van de wereldrevolutie aan de belangen van de Russische staat door de partij aan de kaak stelde. Al deze beslist proletarische tendensen wachtten niet op Trotski en de Linkse Oppositie om te strijden voor de verdediging van de revolutie en de Communistische Internationale.
In feite begon de stroming, die bekend staat als de "Linkse Oppositie", pas vorm te krijgen binnen de Bolsjewistische Partij, en meer precies in haar leidende kringen na de politieke ineenstorting van de CI in Duitsland in 1923 en in Bulgarije in 1924. De betekenis van haar strijd kan worden samengevat in haar eigen ordewoord: "Dood aan de koelak, de Nepmen, de bureaucraat". Met andere woorden, het was een kwestie van het aanvallen van zowel de interclassistische politiek van ‘verrijk jezelf op het platteland’ dat Boecharin voorstond, als van de welig tierende bureaucratie van de partij en haar methoden. Internationaal richtte de kritiek van de oppositie zich op de vorming van het Anglo-Russisch Comité en de politiek van de Internationale in de Chinese Revolutie. Maar in feite konden al deze kwesties worden samengevat in één strijd, die van de verdediging van de proletarische revolutie tegen de theorie van ‘socialisme in één land’. Met andere woorden, de strijd ter verdediging van de belangen van het wereldproletariaat tegen het nationalistische politiek van de stalinistische bureaucratie.
De Linkse Oppositie in Rusland werd daarom geboren als een proletarische reactie op de catastrofale gevolgen van de contrarevolutie.
Maar haar late verschijning woog zwaar op haar denken en haar strijd. Ze bleek niet in staat om de werkelijke aard van het stalinistische en bureaucratische verschijnsel te begrijpen, gevangen als de Oppositie was in illusies over het arbeiderskarakter van de Russische staat. Het gevolg was dat ze, terwijl ze de politiek van Stalin bekritiseerde, actief de onderwerping van de arbeidersklasse steunde door de militarisering van de arbeid onder het beschermheerschap van de vakbonden, en zelfs het staatskapitalisme verdedigde door versnelde industrialisatie.
Omdat de Oppositie niet kon breken met de dubbelzinnigheden van de Bolsjewistische Partij over de verdediging van het ‘Sovjetvaderland’, was ze niet in staat om een vastberaden en samenghangende strijd te voeren tegen de ontaarding van de revolutie en bleef ze altijd op een lager niveau dan de proletarische oppositie die na 1918 was ontstaan. Vanaf 1928 werden steeds meer leden van de oppositie onderworpen aan stalinistische repressie. Ze werden opgejaagd en vermoord door de stalinisten. Trotski zelf werd de USSR uitgezet.
In andere secties van de Communistische Internationale ontstonden tendensen die zich verzetten tegen het toenemende contrarevolutionaire karakter van de politiek van de CI. Vanaf 1929 vormde zich rond en op instigatie van Trotski een groepering die de naam ‘Internationale Linkse Oppositie’ (ILO) kreeg. Deze vormde een uitbreiding van de Linkse Oppositie in Rusland en nam haar belangrijkste ideeën over. Maar in veel opzichten was deze oppositie een beginselloze groepering van allen die beweerden een linkse kritiek op het stalinisme te willen leveren. Door zichzelf elke echte politieke opheldering te ontzeggen, en door aan Trotski de rol over te laten om als haar belangrijkste woordvoerder en theoreticus op te treden, bleek ze niet in staat een vastberaden en samrnhangende strijd te voeren om de continuïteit van het kommunistische programma en de kommunistische principes te verdedigen. Erger nog, haar onjuiste opvatting van de ‘gedegenereerde arbeidersstaat’ leidde er uiteindelijk toe dat ze het Russische staatskapitalisme verdedigde. In 1929 verdedigde de Oppositie bijvoorbeeld de interventie van het Russische leger in China na de uitwijzing van Sovjetambtenaren door de regering van Tsjang Kai Tsjek. Bij deze gelegenheid lanceerde Trotski de beruchte leuze: "Onsterfelijke steun voor het socialistische vaderland, nooit voor het stalinisme!". Door de stalinistische (en dus kapitalistische) belangen los te koppelen van de nationale belangen van Rusland, kon deze leuze de arbeidersklasse er alleen maar toe aanzetten het vaderland te verdedigen, wat de weg vrijmaakte voor steun aan het imperialisme van de Sovjet-Unie. Deze opportunistische politiek werd ook belichaamd in de verdediging van de politiek van het verenigd front met de sociaal-democratie en de volksfrontvorming ten gunste van het antifascisme, ter verdediging van democratische ordewoorden en de verdediging van ‘het recht van volkeren op zelfbeschikking’.
Uiteindelijk was elke nieuwe tactiek van Trotski en de ILO slechts een volgende stap in de richting van capitulatie en onderwerping aan de contrarevolutie.
Deze catastrofale dwaling nam ook concrete vormen aan op organisatorisch vlak. In tegenstelling tot de Linkse Fractie van de Kommunistische Partij van Italië was de ILO niet in staat om de rol te begrijpen en te assimileren die moest worden gespeeld door organisaties die trouw bleven aan het kommunistische programma en de kommunistische principes toen de revolutie was verslagen en de kommunistische partijen waren overgelopen naar het kamp van de contrarevolutie. Door zichzelf op te vatten als een eenvoudige ‘loyale oppositie’ van de CI, met als doel deze van binnenuit te corrigeren, was de ILO niet in staat om lering te trekken uit de mislukking van de revolutionaire golf en om de fouten van de Communistische Internationale bij de wortel aan te pakken.
Tot 1933, toen ze definitief uit de ILO werd gezet, leidde de Linkse Fractie van de Kommunistische Partij van Italië de strijd binnen de Internationale Oppositie, zodat deze laatste op het spoor kon komen van het werk van een fractie die haar in staat zou stellen de continuïteit van het kommunistische programma en de kommunistische principes op zich te nemen met het oog op het openen van een nieuwe revolutionaire periode en de vorming van een nieuwe klassenpartij: "In het verleden hebben we de fundamentele notie van de 'fractie' verdedigd tegen het zogenaamde 'oppositie' standpunt. Met de fractie bedoelden we het organisme dat de kaders opbouwt om de continuïteit van de revolutionaire strijd te verzekeren en die voorbestemd zijn om de speerpunt van de proletarische overwinning te worden. Tegenover ons zegevierde het begrip 'oppositie' binnen de Internationale Linkse Oppositie. Deze verklaarde dat het niet nodig was om de noodzaak van de vorming van kaders aan te kondigen: de sleutel tot de gebeurtenissen lag in de handen van het centrisme en niet in de handen van de fractie. Deze divergentie neemt een nieuw karakter aan, maar het is nog steeds hetzelfde contrast, hoewel het op het eerste gezicht lijkt dat het probleem vandaag hierin bestaat: voor of tegen de nieuwe partijen. Kameraad Trotski verwaarloost voor de tweede keer totaal het werk van het vormen van kaders, in de overtuiging dat hij onmiddellijk kan overgaan tot de opbouw van nieuwe partijen en de nieuwe Internationale"[2]. Het onvermogen van Trotski en de oppositie om zich in te zetten voor het fractiewerk bracht hem ertoe de partijvorming op te vatten als een simpele kwestie van tactiek waarbij de wil van een selecte groep de historische omstandigheden kon vervangen. Deze benadering, die meer te maken had met magie dan met materialisme, verdoezelde duidelijk "de voorwaarden van de klassenstrijd omdat deze afhankelijk zijn van de historische ontwikkeling en de krachtsverhouding tussen de bestaande klassen"[3]. Zonder een echt politiek kompas kon de oppositie alleen maar heen en weer geslingerd worden door de grillen van de historische gebeurtenissen. Vandaar de oproep tot de oprichting van de Vierde Internationale (1938) op een moment dat de arbeidersklasse gemobiliseerd werd om de belangen van de verschillende imperialistische machten te verdedigen en de wereld op de rand stond van een tweede wereldslachting.
Dus in plaats van een geloofwaardige bijdrage te leveren aan de voorbereiding van de voorwaarden voor de toekomstige partij, verzwakte het traject van de Linkse Oppositie het revolutionaire milieu aanzienlijk en was het een bron van verwarring en desoriëntatie binnen de werkende massa's in de nacht van de contrarevolutie. De trotskistische beweging onderging het lot van elk opportunistische onderneming. Door tijdens de Tweede Wereldoorlog de verdediging van de USSR en het anti-fascistische kamp op zich te nemen, verraadde ze het proletarisch internationalisme en ging ze met al heel haar hebben en houden over naar het kamp van de bourgeoisie. Haar afstammelingen, de huidige trotskistische organisaties, staan nu aan de kant van de burgerlijke staat[4]. Anderzijds was de Italiaanse Fractie, door haar historische rol te begrijpen, in staat om het kommunistische programma en de organisatorische principes te behouden en te verdedigen. Ze was in staat de toekomst voor te bereiden door eerst de Gauche Communiste de France (1944-1952) en daarna de IKS in staat te stellen deze politieke erfenis over te nemen en de historische continuïteit van de organisatie van revolutionairen op zich te nemen om zo bij te dragen aan de vorming van de toekomstige partij, onmisbaar voor de triomf van de proletarische revolutie.
Vincent, 16 december 2023
[1] Geheime diplomatie van staat tot staat: de toestemming voor Duitse troepen om op Russisch grondgebied te trainen.
[2] Revue Bilan, nr. 1 (november 1933).
[3] Problèmes actuels du mouvement ouvrier international [248], Internationalisme nr. 23 (juni 1947)
[4] Niettemin moet worden opgemerkt dat Trotski tijdens de vroege stadia van de Tweede Wereldoorlog nog steeds de kracht had om al zijn politieke standpunten volledig te herzien, met name over de aard van de USSR. "In zijn laatste pamflet, “De USSR in oorlog”, zei hij dat als het stalinisme zegevierend en versterkt uit de oorlog zou komen, zijn oordeel over de USSR herzien zou moeten worden. Dit is wat Natalia Trotski, gebruikmakend van de gedachtegang van haar metgezel net als andere Trotskisten, met name Munis, ook deed op 9 mei 1951 door te breken met de Vierde Internationale over de aard van de USSR” (Trotsky, le "Révolutionnaire", l'"Internationaliste [249], RévoIution Internationale no. 179, mei 1989)
In de afgelopen decennia is het duidelijk geworden dat de burgerlijke beschaving een ernstige bedreiging vormt voor de natuurlijke gesteldheid die de basis vormt voor het menselijk bestaan op deze planeet. Het is ook steeds duidelijker geworden dat de belangrijkste facties van de heersende klasse verplicht zijn om de ernst van de ecologische crisis te erkennen, en zelfs het verband met de andere belangrijkste uitingen van een maatschappij in verval, vooral de vlucht in militarisme en oorlog[1]. Dit recent verworven ‘begrip’ wordt helemaal niet tenietgedaan door het feit dat andere delen van diezelfde heersende klasse zich terugtrekken in een openlijk irrationeel en suïcidale politiek van ontkenning ten aanzien van het gevaar van klimaatverandering en de vervuiling van lucht, bodem en water. Maar noch erkenning noch ontkenning kan het feit verhullen dat de bourgeoisie niet in staat is om de moloch van ecologische vernietiging af te remmen, laat staan tot stilstand te brengen. We kunnen in het bijzonder wijzen op de overduidelijke en herhaalde mislukking van de spectaculaire COP-klimaatconferenties van de afgelopen jaren.
Deze ontmaskering van de machteloosheid van de heersende klasse heeft geleid tot de behoefte aan een soort ideologische compensatie, met name van de kant van de linkervleugel van de bourgeoisie. Vandaar de opkomst van een soort ‘groen keynesianisme’, de notie van een ‘Groene New Deal’, waarin de staat, door de ergste vervuilers te straffen en te investeren in ‘duurzame’ technologieën, niet alleen zou kunnen voorkomen dat de klimaatverandering uit de hand loopt, maar ook groene banen en groene groei zou kunnen creëren - kortom, een gezond groen kapitalisme.
Maar er zijn ook radicalere stemmen die al snel wijzen op de tekortkomingen van dit soort schone kapitalisme. De belangrijkste onder hen zijn de voorstanders van ‘krimp’. Schrijvers als Jason Hickel[2] kunnen gemakkelijk aantonen dat het kapitalisme voortgestuwd wordt door de voortdurende behoefte om uit te breiden, om waarde te accumuleren, en dat het de natuur moet behandelen als een ‘geschenk’ dat maximaal uitgebuit moet worden terwijl het elke laatste uithoek van de planeet probeert te onderwerpen aan de wetten van de markt. Hickel spreekt daarom over de noodzaak van een overgang naar een postkapitalistische economie[3]. Anderen, zoals John Bellamy Foster, gaan verder en verwijzen explicieter naar Karl Marx’ groeiende interesse in ecologische kwesties in de latere stadia van zijn leven, naar wat zij Marx' ‘ecosocialisme’ noemen[4]. Maar recentelijk hebben de boeken van de Japanse schrijver Kohei Saito, die zeer goed onderlegd is in de latere geschriften van Marx als gevolg van zijn betrokkenheid bij de nieuwe editie van de complete werken van Marx en Engels (het MEGA-project), enorme belangstelling en aanzienlijke verkoopcijfers getrokken, in het bijzonder zijn meest recente werk, getiteld Slow Down: How Degrowth Communism Can Save the Earth (2024). Terwijl Saito’s vorige boeken[5] in een nogal academische stijl waren geschreven, is dit een veel meer populariserende poging, die niet alleen zijn belangrijkste argument presenteert dat Marx zelf een ‘krimp kommunist’ was geworden, maar ook de stappen schetst die zouden kunnen leiden tot het implementatie van ‘krimp kommunisme’ vandaag de dag. En op het eerste gezicht lijkt hij het inderdaad te hebben over het kommunisme zoals dat door de echte, historische kommunistische beweging wordt begrepen - een maatschappij van vrij geassocieerde producenten, waar loonarbeid niet langer bestaat. Het feit dat hij verder wil gaan dan de term ecosocialisme’ (die impliceert dat er vormen van socialisme kunnen zijn en zijn geweest die niet ecologisch waren, die niet minder ecologisch destructief waren dan het kapitalisme) en het nu over kommunisme heeft, is een reactie op een groeiende zoektocht naar oplossingen die naar de wortels van de huidige beschavingscrisis gaan. Maar een nader en kritischer onderzoek van Saito’s redenering laat zien dat het een antwoord is dat alleen maar kan leiden tot meer nepoplossingen.
Zoals we al zeiden, is Saito niet de eerste die erop wijst dat de ‘late Marx’ een sterke belangstelling ontwikkelde voor zowel ecologische kwesties als voor de communautaire sociale vormen die voorafgingen aan het ontstaan van de klassenmaatschappij en die zelfs na de opkomst van het kapitaal hun sporen nalieten. Specifiek voor Saito is het idee dat de studie van deze vragen Marx bracht tot een ‘epistemologische breuk’[6], met wat hij noemt de ‘lineaire, progressieve kijk’ op de geschiedenis, gekenmerkt door ‘productivisme’ en ‘eurocentrisme’, en in de richting van een nieuwe visie op het kommunisme. Kortom, Marx verliet het historisch materialisme ten gunste van een ‘krimpkommunisme’. Maar Marx was nooit een aanhanger van een ‘lineaire, progressieve kijk’ op de geschiedenis. Zijn opvatting was eerder dialectisch: verschillende productiewijzen hebben perioden van opgang doorgemaakt, waarin hun smaatschappelijke verhoudingen een werkelijke ontwikkeling van productie en cultuur mogelijk maakten, maar ook perioden van stagnatie, achteruitgang en zelfs regressie, die ofwel konden leiden tot hun verdwijning zonder meer, ofwel tot een periode van maatschappelijke omwenteling die een hogere productiewijze kon inluiden. In het verlengde hiervan kan in dit historische proces weliswaar een algemeen progressieve beweging worden waargenomen, maar alle vooruitgang heeft zijn prijs: vandaar bijvoorbeeld het idee van Marx en Engels dat de vervanging van het primitieve kommunisme door de klassenmaatschappij en de staat zowel een achteruitgang als een vooruitgang was, en dat het kommunisme van de toekomst een soort ‘terugkeer op een hoger niveau’ zou zijn naar de archaïsche maatschappelijke vorm[7].
Met betrekking tot het kapitalisme wees de Marx van het Kommunistisch Manifest op de enorme ontwikkeling van de productiecapaciteit die mogelijk was geworden door de opkomst van de burgerlijke maatschappij. Nogmaals, deze vooruitgang ging ten koste van de meedogenloze uitbuiting van het proletariaat, maar de strijd van het proletariaat tegen deze uitbuiting legde de basis voor een kommunistische revolutie die de nieuwe productiekrachten in dienst van de mensheid kon stellen. En zelfs in dit vroege stadium in het leven van het kapitaal keek Marx ongeduldig uit naar zo'n revolutie, omdat hij de crises van overproductie zag als tekenen dat de kapitalistische maatschappelijke verhoudingen al te smal waren geworden voor de productiekrachten die ze hadden ontketend. De nederlaag van de revolutiegolf van 1848 bracht hem ertoe deze visie te herzien en te erkennen dat het kapitalisme nog een aanzienlijke ontwikkeling voor de boeg had voordat een proletarische revolutie mogelijk zou worden. Maar dit betekende niet dat elk land en elke regio van de wereld veroordeeld was om precies hetzelfde ontwikkelingsproces door te maken. Toen de Russische populiste Vera Zasulich hem in 1881 schreef om zijn mening te vragen over de mogelijkheid dat de Russische mir of landbouwkommune een rol zou kunnen spelen in de overgang naar het kommunisme, stelde Marx het probleem als volgt: terwijl het kapitalisme zich in grote delen van de wereld nog in de beginfase bevond, "is het kapitalistische systeem in het Westen over zijn hoogtepunt heen en nadert het het moment waarop het niet meer dan een regressief maatschappelijk regime zal zijn"[8]. Dit betekende dat de objectieve voorwaarden voor een proletarische revolutie snel rijpten in de centra van het systeem, en dat als die er zou komen, "dan kan het huidige Russische gemeenschappelijke grondbezit dienen als uitgangspunt voor een kommunistische ontwikkeling"[9].
Deze hypothese impliceerde niet dat de methode van het historisch materialisme werd opgegeven. Integendeel, het was een poging om deze methode toe te passen in een tegenstrijdige periode waarin het kapitalisme tegelijkertijd tekenen van historisch verval vertoonde en nog steeds beschikte over een zeer groot ‘achterland’ waarvan de ontwikkeling de groeiende innerlijke tegenstellingen tijdelijk kon bezweren. En in plaats van deze ontwikkeling, die al tot uitdrukking kwam in de imperialistische drang van de grootmachten, te bepleiten of te steunen, zag Marx dat hoe eerder de proletarische revolutie uitbrak in de geïndustrialiseerde centra, hoe minder pijn en ellende er zou worden toegebracht in de periferie van het systeem. Marx leefde niet lang genoeg om alle gevolgen van de verovering van de planeet door het imperialisme te zien, maar anderen die zijn methode overnamen, zoals Lenin en Luxemburg, waren in staat om in de eerste jaren van de 20e eeuw te erkennen dat het kapitalisme als geheel zijn tijdperk van verval inging, waardoor de mogelijkheid - en de noodzaak - voor een wereldwijde proletarische revolutie ontstond.
Dezelfde bezorgdheid kenmerkte de groeiende belangstelling van de ‘late’ Marx voor het ecologische vraagstuk. Gestimuleerd door het lezen van wetenschappers als Liebig en Fraas, die zich bewust waren geworden van de destructieve kant van de kapitalistische landbouw (Liebig noemde het ‘rooflandbouw’), die in zijn honger naar onmiddellijke winst de vruchtbaarheid van de grond uitputte en moedwillig de bossen vernietigde (waarvan Marx al had opgemerkt dat het een schadelijk effect had op het klimaat). Als de ontwikkeling van het kapitalisme de natuurlijke basis voor de productie van levensbehoeften al aan het ondermijnen was, dan naderde zijn ‘progressieve missie‘ misschien haar einde - maar dit ontkrachtte niet de methode die in staat was geweest om de positieve rol te erkennen die de bourgeoisie had gespeeld bij het overwinnen van de barrières van het feodalisme. Bovendien - en Saito is zich hier terdege van bewust, omdat hij dit in zijn eerdere werken heeft laten zien - kwam Marx’ preoccupatie met de invloed van het kapitalisme op de relatie tussen mens en natuur niet uit het niets: de wortels ervan zijn te vinden in de notie van de vervreemding van de mens van zijn ‘anorganische lichaam’ in de Economische en Filosofische Manuscripten van 1844, een notie die verder is uitgewerkt in de Grundrisse en Het Kapitaal, met name in het idee van de ‘metabolische breuk’ in het laatstgenoemde werk. Op dezelfde manier is de erkenning dat de kommunistische maatschappij de rigide scheiding tussen stad en platteland zou moeten doorbreken, terug te vinden in zowel de vroege geschriften van Marx en Engels als in de periode van Marx’ onderzoek naar de landbouwwetenschap, toen dit werd gezien als een voorwaarde voor het herstel van de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem. Uitwerking, ontwikkeling, kritiek op achterhaalde ideeën - maar geen ‘epistemologische breuk’.
We zouden nog veel meer kunnen zeggen over Saito’s eigenlijke visie op het kommunisme. In het bijzonder leunt het zwaar op de notie van de ‘commons’, wat impliceert dat prekapitalistische gemeenschapsvormen nog steeds een substantieel bestaan hebben in het huidige kapitalisme, en zelfs zouden kunnen dienen als een soort kern voor de kommunistische omvorming. In feite was het in Lenin’s tijd al duidelijk geworden dat het imperialistische kapitaal het werk dat in de periode van ‘primitieve accumulatie’ was verricht - de vernietiging van de gemeenschapsbanden en de scheiding tussen de producent en het land - snel aan het voltooien was. Een eeuw of meer later is dit nog duidelijker. De uitgestrekte sloppenwijken rond de megasteden in de periferie van het systeem getuigen zowel van de verwoesting van oude gemeenschapsvormen als van het onvermogen van het kapitalisme in verval om een groot aantal bezitlozen te integreren in het ‘moderne’ productienetwerk.
Dit idee dat de nieuwe maatschappij kan worden gebouwd in het omhulsel van de oude maatschappij onthult wat misschien wel de meest fundamentele verdraaiing van het marxisme in Saito’s boek is. Zeker, Saito bekritiseert de ‘Green New Deal’ - zowel vanwege de afhankelijkheid van ‘top down’ maatregelen opgelegd door de staat, als omdat het niet het probleem aanpakt van de behoefte van het kapitalisme aan eindeloze ‘groei’, die onverenigbaar is met het behoud van een gezonde natuurlijke omgeving. Saito benadrukt dat de nieuwe maatschappij alleen kan voortkomen uit een maatschappelijke beweging ‘van onderaf’. Voor Marx was het kommunisme de echte beweging van de arbeidersklasse, die begon met de verdediging van haar klassenbelangen en leidde tot de omverwerping van de bestaande orde. Voor Saito daarentegen is de sociale beweging een conglomeraat van verschillende klassenkrachten - naast pogingen om kleine uitingen van ‘the commons’ op te zetten in de buurten van hedendaagse steden, zoals Detroit, verwijst hij naar interklassistische protesten zoals de Gele Hesjes in Frankrijk, protestgroepen die zich van meet af aan op een burgerlijk terrein bevinden, zoals Extinction Rebellion, een aantal arbeidersstakingen, de ‘burgervergaderingen’ die onder auspiciën van Macron zijn opgezet als reactie op de protesten van de Gele Hesjes. Kortom, niet de klassenstrijd; niet de strijd van de uitgebuitenen om los te komen van de kapitalistische organen die hen in bedwang houden (zoals de vakbonden en linkse partijen); niet de opkomst van een kommunistisch bewustzijn zoals dat tot uitdrukking komt in de vorming van revolutionaire minderheden.
Een van de duidelijkste bewijzen dat Saito het niet heeft over de klassenstrijd als hefboom van het kommunisme is zijn houding ten opzichte van de Indignados-beweging die in 2011 in Spanje verscheen. Dit was een beweging die gebaseerd was op een proletarische vorm van organiseren - de massavergaderingen - ook al zag de meerderheid van de hoofdrolspelers zichzelf eerder als ‘burgers’ dan als proletariërs. Binnen de vergaderingen was er een strijd tussen organisaties als ‘Democracia Ya’ die wilden dat de volksvergaderingen het reeds bestaande ‘democratische’ systeem nieuw leven zouden inblazen, en een proletarische vleugel die de autonomie van de vergaderingen verdedigde tegenover alle uitingen van de staat, met inbegrip van zijn lokale, gemeentelijke tentakels. Saito prijst de ‘Beweging van de Pleinen’ maar spreekt zich tegelijkertijd uit voor het kanaliseren van de vergaderingen naar de vorming van een gemeentelijke politieke partij, zoals in Barcelona met Comu, en voor de verkiezing van een radicale burgemeester, zoals Comu’s Ada Colau, wiens bestuur een reeks ‘democratiserende’ maatregelen en ecologische verklaringen heeft voorgesteld. Bovendien heeft het experiment in Barcelona geleid tot de beweging ‘Ciudades sin Miedo’, die hetzelfde model wil toepassen in een aantal andere steden in de wereld.
Dit is niet de internationale uitbreiding van de arbeidersstrijd - een voorwaarde voor de kommunistische revolutie - maar een structuur voor het recupereren van de authentieke klassenstrijd. En het is gebaseerd op de verwerping van een ander fundamenteel element van het kommunistische project, de les die Marx, Engels, Pannekoek en Lenin trokken uit de ervaring van de Parijse Commune van 1871: dat de taak van het proletariaat, de eerste stap in zijn revolutie, bestaat uit het ontmantelen van de bestaande staatsmachinerie, niet alleen zijn legers, zijn politie en zijn centrale regeringsapparaat, maar ook zijn gemeenteraden en andere vormen van plaatselijke controle. Voor Saito daarentegen "zou het dwaas zijn om de staat af te wijzen als middel om dingen gedaan te krijgen, zoals het creëren van infrastructuur of de transformatie van productie" (Slow Down, p. 232) Waar dit op neerkomt is een ‘Green New Deal’ van onderaf, niet de revolutionaire omverwerping van bestaande omstandigheden.
Dit is niet het moment om in te gaan op de reusachtige uitdagingen waar de arbeidersklasse voor komt te staan als ze eenmaal de macht in handen heeft en de overgang naar het kommunisme heeft ingezet. Het is duidelijk dat de ecologische kwestie centraal zal staan in haar zorgen en dit zal een reeks maatregelen vereisen die gericht zijn op de onderdrukking van de drang tot accumulatie en de vervanging ervan door productie voor gebruik - niet alleen op plaatselijke schaal maar op de hele planeet. Het zal ook de ontmanteling vereisen van het gigantische apparaat van afvalproductie dat de klimaatramp voedt: de wapenindustrie, reclame-industrie, financiële instellingen, enzovoort. Zoals we elders hebben laten zien[10], hebben eerdere marxisten, van Bebel tot Bordiga, ook gesproken over het overwinnen van de waanzinnige stormloop die wordt aangewakkerd door het accumulatieproces, over het ‘afremmen’ van de hectiek van het leven onder het kapitaal. Maar we beschrijven dit niet als ‘krimp’ om twee redenen: ten eerste omdat het kommunisme de basis is voor een echte ‘ontwikkeling van de productiekrachten’ met een geheel nieuwe kwaliteit, verenigbaar met de werkelijke behoeften van de mensheid en haar metabolisme met de natuur. En ten tweede omdat spreken over krimp in het kader van het bestaande systeem - en Saito's ‘kommunisme’ ontsnapt hier niet aan - gemakkelijk kan worden gebruikt als rechtvaardiging voor bezuinigingen door de burgerlijke staat, als een reden voor de arbeidersklasse om haar ‘egoïstische’ strijd tegen loon- of ontslagen te staken en eraan te wennen haar consumptie nog meer te verminderen.
Amos
[1] Zie onze Update of the Theses on Decomposition (2023) [212] (2023), International Review 170. [2] Less is More: How Degrowth Will Save the World,, 2020 [3] Hickels kritiek op de Green New Deal gaat echter niet erg ver: voor hem moedigde de New Deal van 1930 groei aan "om de bestaansmiddelen van mensen te verbeteren en progressieve maatschappelijke resultaten te bereiken... vroege progressieve regeringen behandelden groei als een gebruikswaarde" (pagina 94). In werkelijkheid was het doel van de New Deal om het kapitalisme te redden en zich voor te bereiden op de oorlog..... [4] Bijvoorbeeld Marx’s Ecology: Materialism and Nature, 2000 [5] Karl Marx’s Ecosocialism: Capital, Nature and the Unfinished Critique of Political Economy 2017; Marx in the Anthropocene: Towards the Idea of Degrowth Communism, 2022 [6] Saito leent deze term van Althusser, een zeer geraffineerd apologeet voor het stalinisme, die hem toepaste op wat hij zag als de verschuiving van de jeugdige, idealistische Marx van de manuscripten uit 1844 naar de harde wetenschapper van het Kapitaal. We hebben dit hier tegengesproken: The study of Capital and the foundations of Communism [255], International Review no. 75. Als er al zo'n breuk was, dan vond die plaats toen Marx brak met de radicale democratie en zich identificeerde met het proletariaat als de drager van het communisme, rond 1843-44. [7] Zie: Bordiga and the Big City [256], International Review 166. [8] [257] Zie: The Mature Marx - Past and Future Communism [258], International Review 81 [9] [259] Idem [10] [260] Zie: Bordiga and the Big City [256], International Review 166In november vond er volgens de burgerlijke commentatoren een politieke aardverschuiving plaats in Nederland. De verkiezingen leverden de populistische partijen tezamen nog net geen absolute meerderheid op, maar de PVV van Geert Wilders is wel veruit de grootste partij geworden. Een aantal traditionele partijen, tientallen jaren de steunpilaren van het politieke stelsel zagen hun zetels in het parlement opnieuw gehalveerd, zoals de christendemocraten, of overleven dank zij de vorming van een kartel, zoals dat tussen de sociaal-democraten van de PvdA met Groen Links. Over de politieke situatie in Nederland na de verkiezingen stelden we in een vorig artikel de vraag: een “nieuw elan” of nog meer chaos en instabiliteit? [262], maar het is nu wel zeker dat dit laatste het politiek toneel in Nederland in de komende periode steeds meer zal overheersen.
Het is niet de eerste keer dat een populistische partij in Nederland zo’n enorme winst behaalt. In 2002 had de Lijst Pim Fortuyn dat al eens gedaan, in 2010 gevolgd door de PVV van Wilders, in 2019 door het Forum voor Democratie van Thierry Baudet, en tijdens de Senaatsverkiezingen van 2023 door de Boer Burger Beweging. Maar in November 2023 heeft het populisme een nooit vertoonde vooraanstaande positie in de Nederlandse politiek weten te veroveren.
Bij afwezigheid van oud-premier Mark Rutte, die de voorgaande populistische oprispingen nog wist te neutraliseren, speelde Wilders handig in op de onvrede over de bestaande misère, door zijn propaganda te doorspekken met een openlijk racistische anti-allochtonen campagne om ‘de Nederlander op één te zetten’. “We moeten weer de baas worden over onze eigen grenzen, geld en wetten. We moeten ook onze nationale soevereiniteit terugpakken. We moeten Nederland terugveroveren”[1]. Het betreft een duidelijke zondebokkenpolitiek: migranten, die huisvesting zoeken, krijgen de schuld van het woningtekort. Links die de maatregelen ten behoeve van het klimaat verdedigt, krijgt de schuld van het duurder geworden leven. De politieke elite (‘zakkenvullers’) krijgt de schuld van het verloren gaan van de Nederlandse eigenheid. Het was deze demagogische cocktail waarmee de PVV erin slaagde bijna een kwart van de Nederlanders voor zich te winnen.
Hoewel Nederland een van de eerste westerse landen was waar het populisme een grote invloed kon verwerven, is het geen typisch Nederlands verschijnsel. Het populisme heeft door klinkende verkiezingsoverwinningen of regeringsdeelnames in diverse landen al flink van zich doen spreken: in Europa door de regeringsdeelname van de Vijfsterrenbeweging of de Lega Nord in Italië, en door de Brexit ‘beweging’ of de leidende fractie binnen de Tory-partij in Groot Brittannië. In Zuid-Amerika door de opgang, eerst van Bolsenaro in Brazilië en momenteel van Milei in Argentinië. In de VS door de kandidatuur van Trump voor de Republikeinse Partij in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van november.
Het populisme, dat vanaf het begin van de 21ste eeuw opgang doet:
- "is uiteraard niet het gevolg van een bewuste politieke wil van de heersende sectoren van de bourgeoisie". Integendeel, het is een bevestiging van de tendens naar "een toenemend verlies van controle door de heersende klasse over haar politieke apparaat"[2].
- gaat gepaard met " het fundamentele verlies van vertrouwen in de ‘elites’ (...) omwille van het feit dat ze niet in staat zijn om de economie gezond te maken, om een einde te maken aan de voortdurende toename van de werkloosheid en de ellende”. Deze opstand tegen de politieke leiders mondt echter in geen geval uit “in een alternatief perspectief voor het kapitalisme”[3].
Het populisme is een typische uitdrukking van de verrotting van het kapitalisme, een reactie op de opeenstapeling van problemen die door de gevestigde politieke partijen niet daadwerkelijk worden aangepakt, wat leidt tot groeiende moeilijkheden. Al die onopgeloste problemen wakkeren zowel de onderlinge tegenstellingen aan tussen burgerlijke fracties als de opstandigheid van de kleinburgerij, en dit vormt de voedingsbodem voor het vandalistische gedrag van de populistische tendensen.
Zolang de arbeidersklasse er niet in slaagt, door de ontwikkeling van haar strijd, haar revolutionair alternatief voor de kapitalistische verrotting beslissend door te zetten, zullen populistische stromingen de politieke agenda blijven bepalen. Gekenmerkt door de afwezigheid van een toekomstvisie op de maatschappij en de neiging om naar het verleden te kijken om te zoeken naar zondebokken die ze verantwoordelijk kunnen houden voor de huidige catastrofale ontwikkeling, zullen deze populisten met hun irrationele standpunten het burgerlijke politiek toneel in toenemende mate destabiliseren.
In de jaren 1990 steunde het politiek systeem in Nederland essentieel op 3 à 4 centrale partijen: de christendemocratische CDA, de socialistische PvdA, de liberale VVD en D66. De laatste jaren is het een voortdurend veranderende mozaïek geworden met een toenemend aantal splinterpartijen. Niet alleen stappen parlementsleden regelmatig over van de ene naar de anderepartij, maar het aantal partijen vermeerdert in de loop van een regeringsperiode regelmatig ook doordat parlementsleden zich afsplitsen en als ‘éénmansfractie’ verdergaan. Dit is het resultaat, enerzijds van tegenstellingen binnen de Nederlandse bourgeoisie die duidelijker aan de oppervlakte komen, en anderzijds van een algemene onvrede over het bestuur van de traditionele partijen, die tot uiting komt in het ontstaan van partijen die zich profileren rond een specifiek thema.
De tegenstellingen binnen de bourgeoisie over de toenemende greep van de EU op de Nederlandse politiek komen steeds duidelijker tot uiting in het verzet:
- tegen wat werd beschouwd als een verlies van soevereiniteit aan een ondemocratische en bureaucratische ‘Europese superstaat’, stemde Nederland in 2005 in een referendum reeds tegen de invoering van een Europese grondwet.
- tegen het associatieverdrag met Oekraïne in 2016. Nederland was het enige EU land dat het associatieverdrag verwierp uit protest tegen de ‘ondemocratische’ besluitvorming van Brussel en om te voorkomen dat de Oekraïense corruptie zou overwaaien.
- van de populistische partijen tegen de deelname aan een Europees leger, waarbij sommige zich zelfs verzetten tegen verdere samenwerking op militair gebied met een land als Duitsland.
Anno 2024 wordt het parlement ‘ingenomen’ door een hele scala van grotere en kleinere populistische partijen wier standpunten elkaar vinden in een afkeer tegen de Europese natuurherstelwet, tegen de Europese migratiepolitiek, tegen wapenleveringen aan de Oekraïne, maar zelfs standpunten tegen de EU en de NAVO. Daarnaast heeft ieder van deze partijen ook nog hun eigen politieke speerpunt: voor de PVV is deze ‘minder Marokkanen’, voor de NSC ‘weg met de schimmige achterkamertjespolitiek’, en voor de BBB ‘geen dictaat van Den Haag’.
De verkiezingen van november jongstleden hebben de situatie voor de bourgeoisie in Nederland met name ten aanzien van de EU uiterst gecompliceerd gemaakt. Want met één of twee populistische partijen in de regering, wat waarschijnlijk niet te vermijden zal zijn, gaat er hoe dan ook een sterke anti-EU wind waaien. Hier en daar wordt zelfs al gesproken van een Nederlandse ‘exit’ uit de EU (Nexit). Hoewel het waarschijnlijk niet zover zal komen als de Brexit, zal de anti-EU wind de positie van Nederland in de EU ernstig onder druk zetten. Hoewel de verschillende populistische partijen de gevestigde ‘elite’ niet vertrouwen, betekent dat niet automatisch dat ze elkaar wel vertrouwen, integendeel. Tijdens de onderhandelingen over de vorming van een nieuwe regering bleek het onderlinge wantrouwen reeds overduidelijk. De instabiliteit van het politieke systeem in Nederland en de impact hiervan op de ganse politiek ten opzichte van Europa dreigt voor de bourgeoisie zorgelijke vormen aan te nemen.
Het populisme is een typische uitdrukking van de fase van de ontbinding van het kapitalisme, van het ieder voor zich, van de groeiende fricties binnen de bourgeoisie waardoor haar bekwaamheid een coherent antwoord te formuleren op de verschillende crisisverschijnselen, steeds meer afneemt. Maar de bourgeoisie is handig genoeg om de negatieve effecten van de ontbinding ook in te zetten tegen haar grootste vijand: de arbeidersklasse. Zo gebruikt ze het populistisch verschijnselom een schijntegenstelling te scheppen en het anti-populistisme flink in de verf te zetten.
- Aan de ene kant effenen de populistische partijen zich een weg, gebuikmakend van “aantijgingen, beschuldigingen en het demoniseren van anderen” (Sigrid Kaag van de linksliberale D’66). Daarbij wordt een vorm van demagogie gehanteerd tegen de bestaande politieke orde en leidende politieke ‘elite’, en een diskwalificatie van genomen maatregelen, dat door een deel van de Nederlandse bevolking zonder meer toegejuicht wordt. Tegelijkertijd weten de populistische partijen ook een deel van de bevolking aan zich te binden, niet alleen door irrealistische maatregelen zoals de sluiting van de grenzen voor migranten, maar ook door even bedriegelijke ‘sociale’ maatregelen ten gunste van het ‘eigen volk’, zoals de verlaging van de pensioenleeftijd, een hoger minimumloon en een lagere zorgpremie.
- Aan de andere kant stoken de linkse organisaties het vuurtje op door het populisme te presenteren als het grootste gevaar dat ons bedreigt. Niet alleen door ultralinks, maar zelfs door de sociaaldemocratische propaganda wordt het populisme min of meer gelijkgesteld met totalitarisme, racisme of zelfs fascisme. Frans Timmermans, de linkse kandidaat voor het premierschap, riep na de verkiezingsoverwinning van de PVV onmiddellijk uit: “Nu breekt het uur aan dat wij de democratie gaan verdedigen!”. Het anti-populisme houdt dan ook onverminderd vast aan haar weigering om, vanwege ‘principiële redenen’, zitting te nemen in een regeringscombinatie met de PVV.
Zoals het Verenigd Koninkrijk enkele jaren geleden verdeeld werd in een pro- en anti-Brexit kamp, zo is Nederland op dit moment vooral verdeeld in een pro-Wilders en een anti-Wilders kamp. Met het opkloppen van deze tegenstelling probeert de bourgeoisie een deel van de arbeidersklasse mee te lokken in acties, variërend van blokkades van nieuwe centra voor asielzoekers tot protesten tegen bijeenkomsten van populisten, die tot doel hebben de strijd op het klasseterrein te ondergraven en de arbeiders te mobiliseren achter de doelstellingen van het ene of het andere burgerlijk kamp.
Ongeacht welke van de twee kampen aan de macht is, zullen de aanvallen op hun inkomens en levensomstandigheden zonder ophouden doorgaan omdat ze het gevolg zijn van de militaire, economische en ecologische schokgolven die het kapitalistisch systeem op zijn grondvesten doet schudden. Arbeiders moeten dan ook de strijd onverminderd voortzetten op het terrein waar ze, zelfstandig, hun kracht tot volle ontplooiing kunnen brengen tegen. Hierbij moeten ze het voorbeeld volgen van de arbeiders in het Verenigd Koninkrijk die, ondanks de jarenlange oorverdovende Brexit-campagne tussen ‘Remainers’ en ‘Leavers’, vanaf de zomer van 2022 toch een jaar lang een eensgezinde strijd ontwikkelden tegen de gevolgen van de ‘cost of living’ crisis. Ook in Nederland heeft de arbeidersklasse een jaar geleden laten zien dat ze de strijdwil en het vermogen bezit om zich tegen de heilloze maatregelen van de bourgeoisie te verzetten [4]. Door zich aan te sluiten bij de internationale strijddynamiek die het afgelopen jaar in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, op gang is gekomen, kan ze zich inschakelen in een internationaal verzet tegen dit achterhaalde en zieltogende systeem, dat van de ene catastrofe in de andere rolt.
Dennis / 2024.04.05
[1]Verkiezingsprogramma van de PVV [2] Rapport over de hedendaagse ontbinding (mei 2017) [225], IKSonline 2020. [3] IdemSinds de barbaarse uitbarsting van het conflict in Oekraïne en de ontaarding ervan in een verschrikkelijke positieoorlog, de bloedbaden in Gaza en de dreiging van een vuurzee in het Midden-Oosten door een rechtstreeks conflict tussen Israël en Iran, de spanningen rond Taiwan, heeft de oncontroleerbare honger van naties de burgerlijke politici aangezet tot de ‘ontdekking’ dat de oude kapitalistische wereld een sinistere krabbenmand is. Aan het begin van het conflict in Oekraïne probeerden de toespraken ons er onmiddellijk van te overtuigen dat we moesten breken met het ‘engelengedoe’ en ons moesten voorbereiden op ‘oorlogvoering met een hoge intensiteit’: offers brengen om nieuwe massamoorden aan te wakkeren en vernietiging te plannen! Natuurlijk, in naam van de ‘vrede’ en de ‘verdediging van de democratie’...
In een context van toenemende imperialistische spanningen waar ‘het ieder voor zich’ de regel is, verdubbelen de westerse bourgeoisieën in Europa en de Verenigde Staten hun inspanningen om de ergste oorlogszuchtige campagnes in de media te propageren. President Macron, gesteund door de staatshoofden van zeven Europese landen, heeft het voortouw genomen door de bewering dat de mogelijkheid om Westerse troepen naar Oekraïne te sturen “niet moet worden uitgesloten”. In Groot-Brittannië pleitte generaal Patrick Sanders voor "een verdubbeling van de omvang van het Britse leger" en riep hij gewone mensen op zich voor te bereiden op "mobilisatie van burgers". Hij werd bijgevallen door het hoofd van de militaire commissie van de NAVO, admiraal Rob Bauer, die in een toespraak verklaarde dat"De verantwoordelijkheid voor vrijheid ligt niet alleen op de schouders van degenen in uniform ligt." (...) "We hebben publieke en private actoren nodig om hun manier van denken te veranderen van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar was, gericht op efficiëntie .... naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren". Kortom, ze willen de bevolking kunnen mobiliseren voor de ‘oorlogsinspanning’ en de troepen voorbereiden op de strijd.
Hoewel dergelijke uitspraken sterk toenemen en reacties uitlokken, werden ze onmiddellijk tegengesproken door de verdeeldheid en spanningen tussen de verschillende burgerlijke facties. Maar over één ding waren ze het allemaal eens: ons aansporen om één kant in de oorlog te steunen, in dit geval die van de Oekraïne. In alle toespraken wordt unaniem beweerd dat ‘Oekraïne voor ons vecht’ en dat ‘in geval van een nederlaag, het Russische leger voor onze deur zal staan’. Dit was de achtergrond waartegen de vijfenzeventigste verjaardag van de NAVO een speciale betekenis kreeg, gevierd met veel pracht en praal, terwijl werd onderstreept dat de vastloper van Poetin hem niet minder gevaarlijk maakte. En hoewel secretaris-generaal Jens Stoltenberg duidelijk maakte dat er "geen plannen waren om NAVO-troepen naar Oekraïne te sturen", wees hij er graag op dat "NAVO-bondgenoten Oekraïne nog nooit vertoonde steun bieden".
Dit heeft alles te maken met het voorbereiden van de geest van mensen om het principe van oorlog en de bijbehorende offers te accepteren. Dit is des te belangrijker omdat, zoals Rosa Luxemburg ten tijde van de Eerste Wereldoorlog opmerkte, "de oorlog is een methodisch georganiseerd, reusachtig moorden. Voor het stelselmatig moorden moet echter bij normaal aangelegde mensen eerst de daarbij passende bedwelming gekweekt worden. Dat is vanouds de welgefundeerde methode van oorlogvoerenden. De beestachtigheid van de praktijk moet overeenstemmen met de beestachtigheid van de gedachten en van de gezindheid, de laatste moet de eerste voorbereiden en begeleiden.". [1]
Vanuit dit perspectief is het primaire doel van alle oorlogszucht vandaag de dag natuurlijk om overal de duizelingwekkende stijging van militaire budgetten te rechtvaardigen. In dit opzicht zijn de indrukwekkende stijgingen van de wapenuitgaven in de Scandinavische landen (met 20% in Noorwegen bijvoorbeeld) en in de Baltische staten zeer symbolisch voor deze nieuwe waanzinnige wapenwedloop. In feite leveren alle Europese landen grote inspanningen. Polen mikt bijvoorbeeld op een record van 4% van het BBP (het hoogste van alle NAVO-landen), Duitsland bereikt, met de defensiebegroting van dit jaar (€68 miljard), voor het eerst in meer dan dertig jaar 2,1% van het BBP, en Frankrijk voorziet om in een periode van zeven jaar maar liefst €413,3 miljard uit te geven.
Vandaag krijgen de betrokkenheid en de inspanningen die nodig zijn in termen van wapenuitgaven een nieuwe kwaliteit. Maar sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog is ‘vrede’ in werkelijkheid niet meer dan een misleiding, met zoveel lijken die zich opstapelen. Na de ineenstorting van het Oostblok heeft de nieuwe ‘multipolaire wereld’ alleen maar chaos veroorzaakt, waarbij de legers van de grote imperialistische mogendheden steeds meer betrokken raakten bij kostbare conflicten, met de Verenigde Staten voorop. Maar de gigantische sommen geld, die nu worden gepland, worden uitgegeven in een context van versnelde ontbinding en een dramatische verdieping van de economische crisis die volgde op de brute schok veroorzaakt door de Covid-epidemie.
De huidige situatie wordt gekenmerkt door stagnerende industriële groei en zelfs tekenen van recessie, terwijl de schulden blijven groeien en de inflatie de lonen blijft uithollen. Deze zeer verslechterde context dwingt de bourgeoisie de arbeiders nog meer aan te vallen om zo haar militaire middelen te versterken. Om het duidelijk te stellen: gezien de spiraal waarin ze wordt meegesleurd door het failliet van haar systeem, het kapitalisme, heeft de bourgeoisie geen andere keuze dan het koelbloedig plannen van aanvallen met het oog op het voorbereiden van oorlog en het opleggen van bezuinigingen om ons verder mee te sleuren in haar logica van vernietiging.
Dergelijke waanzin en de nieuwe economische aanvallen die het met zich meebrengt, kunnen de voorwaarden voor een voortzetting van de klassenstrijd alleen maar bevorderen. In werkelijkheid onthullen de ideologische campagnes over oorlog paradoxaal genoeg dat de bourgeoisie op eieren moet lopen om haar bezuinigingen op te kunnen leggen. Al haar zorgen worden bevestigd door de hervatting van de arbeidersstrijd op internationaal vlak, met name in Europa en Noord-Amerika. Dit verzet, ondanks zijn grote zwakheden, getuigt dat de arbeidersklasse in deze landen niet bereid is om ‘te sterven voor het vaderland’.
WH, 10 april 2024
[1] Rosa Luxemburg, De crisis der sociaal-democratie, Hoofdstuk II (De onvermijdelijkheid van de oorlog)Nu alle verkiezingen (federaal, regionaal, lokaal) achter de rug zijn, zetten de Vlaams nationalisten van NVA en de Franstalige liberalen van MR, respectievelijk de grootste politieke partijen in Vlaanderen en Wallonië, samen met de Christendemocraten van CD&V en ‘Les Engagés’, alsmede de Vlaamse socialisten van ‘Vooruit’ de onderhandelingen voort in een poging de plannen voor een federale regering uit te werken. Maar nog voordat die regering gevormd is, zijn haar plannen om ‘de staatsfinanciën terug op orde te brengen’ al grotendeels ‘uitgelekt’. Daaruit blijkt dat de arbeidersklasse in België zich mag opmaken voor een nieuwe frontale aanval op haar inkomen en de werkomstandigheden. Terwijl arbeiders aan de ene kant massaal ontslagen worden, wil de nieuwe Arizona-regering aan de nadere kant de hakbijl zetten in de uitgaven voor de sociale zekerheid, inclusief de pensioenen. En voor de werkenden worden het werk nog onzekerder en flexibeler gemaakt zodat de ondernemers nog meer waarde uit hun arbeidskracht geperst kunnen persen.
De gevolgen van de crisis
van het kapitalisme worden afgewend op de arbeiders
Om te begrijpen wat de bourgeoisie drijft om een dergelijk aanval te ontketenen, moeten we vooral kijken naar de effecten van de internationale crisis en de oorlogen op de Belgische economie.
Door de moordende concurrentie op de wereldmarkt waardoor onder meer. De chemiesector in Antwerpen, het paradepaartje van de Belgische exportsector, zware klappen krijgt door de concurrentie uit Azië. In 2023 was de export met 18 procent en de omzet met 14 procent gedaald. Diezelfde moordende concurrentie heeft inmiddels ook al ingrijpende gevolgen voor de auto-en autocarindustrie.
Landen als België raken steeds meer betrokken bij de oorlog in Oekraïne, waardoor het wapenarsenaal moet worden opgetuigd. Bovendien verzoekt de NAVO van België dat niet 1,1% maar minstens 2% van het BBP wordt besteed aan bewapening.
Tenslotte schetsen de meest recente cijfers een uiterst zorgwekkend beeld van de Europese economie, wat leidt tot een stagnatie van de Belgische export. Vooral de voortslepende recessie in Duitsland, de belangrijkste handelspartner van België, is fnuikend voor de Belgische economie.
De gevolgen hiervan zijn al duidelijk voelbaar. In het voorjaar werden 1600 arbeiders ontslagen bij Van Hool in Lier. In september verloren 440 arbeiders van de chipfabrikant Belgan in Oudenaarde hun baan. Bij Audi in het Brusselse worden 1400 werkers ontslagen, en de 1600 resterende arbeiders waarschijnlijk in april 2025. Uiteraard met directe gevolgen voor de tewerkstelling bij de onderaannemers en toeleveringsbedrijven. 2024 is nu al het jaar met het hoogste aantal collectieve ontslagen in tien jaar tijd.
Een tweede element dat een grote impact heeft op de politiek van de Belgische bourgeoisie, is de beslissing van de Europese Commissie om de touwtjes op het vlak van de financiën van haar lidstaten strakker aan te trekken [1]. Landen met een schuld van meer dan 90% en/of een jaarlijks begrotingstekort van meer dan 3 procent, worden door de EU gedwongen om fors te bezuinigen op de uitgaven. België, met een staatsschuld van 105% en een begrotingstekort van 4,6% behoort ook tot die landen. De noodzaak om in de komende 5 tot 7 jaar een gat van 27 miljard euro’s te dichten stelt de komende Belgische regering voor de grootste uitdaging in tientallen jaren.
Om die dubbele uitdaging op te kunnen pakken wil de Belgische bourgeoisie een golf van besparingen en rationaliseringen ontketenen die de hele arbeidersklasse zal treffen. Zo overweegt de nieuw te vormen Arizona-coalitie een frontale aanval op de sociale zekerheid en dienstverlening door
Fors te bezuinigen op de pensioenen door de afschaffing van alle vormen van brugpensioen en een volledige pensioenuitkering alleen toe te kennen bij een ‘effectieve tewerkstelling’ van minimaal 35 jaar door een inperking van de ‘gelijkgestelde’ periodes;
Drastisch te snijden in de uitkeringen voor werkloosheid, wat zijn beslag moet krijgen door de looptijd van de werkloosheid te beperken tot 2 jaar;
Flink te korten op de uitgaven voor de langdurig zieken: iedereen die eerder dan twaalf weken na de werkhervatting opnieuw ziek wordt zou voortaan geen recht meer hebben op gewaarborgd loon;
De uitkeringen worden niet langer systematisch aangepast aan de stijging van de lonen;
Een afslanking van twee procent van het totaal aan overheidspersoneel en de exploitatiekosten van de openbare diensten door te voeren.
Verder zijn de partijen van de coalitie ook van plan om de uitbuiting van de arbeidskracht flink op te drijven door de arbeidsmarkt nog flexibeler te maken. De ondernemers krijgen ruimere mogelijkheden om werkers in te zetten zonder een vast arbeidscontract, met onregelmatige diensten, voor korte opdrachten, enz. Bovendien wordt het verbod op zondagsarbeid, nachtarbeid en arbeid op feestdagen voor alle sectoren afgeschaft. Overuren en de daarbij behorende extra beloning gaat niet meer in vanaf 8 uur ’s avonds, maar pas vanaf 12 uur ’s nachts. Tenslotte zullen de arbeiders hun inkomen zien verschrompelen omdat de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering, bonussen, enz. in de toekomst zullen worden uitgesloten van de loonindexering, d.w.z. van de automatische, weliswaar gedeeltelijke, aanpassing van de salarissen aan de stijgende levensduurte
Al met al: duizenden werkers worden ontslagen, maar in de plannen van de Arizona-regering zal het deel dat wordt uitgesloten van de werkloosheidsuitkering toenemen. Het werktempo in bedrijven vernietigt de gezondheid van de arbeiders, maar de nieuwe regering wil de zieken weer dwingen om het werk te hervatten! Stijgende prijzen verminderen onze koopkracht, maar als het aan de komende regering ligt gaat het loon voor nacht- en weekendwerk omlaag. Het wordt tijd dat de arbeiders deze tendens een halt toeroepen: ‘genoeg is genoeg’.
Vakbonden en links bereiden zich voor om het verzet tegen de maatregelen te ontkrachten
De bourgeoisie beseft terdege wat deze plannen kunnen losmaken binnen de arbeidersklasse in een periode waarin ze op internationaal vlak reeds heeft laten zien dat ze de tientallen jaren van teruggang van de strijd te boven is gekomen.[2]
Reeds met de strijdgolf in Groot Brittannië In 2022, de zomer van woede, wist de bourgeoisie heel goed dat de verdieping van de crisis en de gevolgen van de oorlog gingen verergeren en zij in deze context onvermijdelijk nieuwe aanvallen moest ontketenen Het feit dat zich toen al een massale beweging ontwikkelde tegenover de eerste aanvallen, fundamenteel gelijkaardig voor alle fracties van het proletariaat, niet alleen in Groot-Brittannië maar in gans Europa en in sommige delen van de wereld, baart de bourgeoisie grote zorgen. Daarom hecht de bourgeoisie eraan om goed voorbereid te werk te gaan en de krachten te verenigen die nodig zijn om de verwachte weerstand op te vangen en af te leiden.
Zo stellen de bonden vandaag onomwonden dat de aanvallen op de arbeidersklasse algemeen en wijdverspreid zullen zijn. Zoals Miranda Ulens van de ABVV onlangs verklaarde “Dat betekent een gigantische ontwrichting van onze welvaartsstaat”. De bonden lijken dus de leiding van het verzet te willen nemen maar daarmee drukt ze in werkelijkheid slechts haar onmin uit over het eenzijdige karakter van de bezuinigingen, waarbij de arbeiders zouden “worden gebruikt om de winsten van aandeelhouders te vergroten” en het gelag moeten betalen. Maar het ABVV verzet zich natuurlijk niet tegen de noodzaak van bezuinigingen, want ook zij vindt dat alle mensen de broekriem moeten aanhalen om de nationale economie te verdedigen tegen de moordende internationale concurrentie. Als de bonden oproepen tot betogen en staken, dan is dat dus niet om de strijd aan te gaan tegen besparingen en rationalisaties maar om te ijveren voor een ‘eerlijke’ verdeling van de lasten en vooral om op deze manier te vermijden dat de arbeiders een consequente strijd, op eigen terrein, zouden voeren tegen de aanvallen van regering en patronaat.
Op 16 september hadden de vakbonden al een gezamenlijke betoging georganiseerd onder de leuze: ‘De industrie is van ons’ [3]. De betoging werd voorgesteld als een middel om druk uit te oefenen op de regering, want de vakbonden verdedigen het standpunt dat “de industrie hier moet blijven”, zoals ACV-voorzitter Ann Vermorgen zei in haar toespraak op 16 september. De hele betoging was natuurlijk een daad van een grove misleiding van de arbeiders. Allereerst is de opvatting “de industrie is van ons” een leugen. We leven immers niet in een kommunistische samenleving met een gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen, maar in een kapitalistische maatschappij met privé-eigendom en daarin zijn de ondernemers de eigenaars van de industrie. Bovendien is het ordewoord dat “de industrie hier [in België] moet blijven” een standpunt van het zuiverste nationalistische vaarwater, iets waar de arbeiders zich ook verre van moeten houden. De economische crisis is nu eenmaal wereldwijd, en de arbeiders hebben er geen enkel belang bij om zich voor de kar van de bourgeoisie te laten spannen en onderling uit te vechten in welk land de banen moeten verdwijnen. In wezen had de vakbondsbetoging geen andere bedoeling dan de arbeiders een vals perspectief voor te houden en daarmee haar verzet op een dwaalspoor te brengen.
De vakbonden worden in deze verraderlijke politiek gesteund door ultralinks. Zo schreef de Links Socialistische Partij (LSP): “De betoging op 16 september kan het begin zijn van een strijd voor het behoud van de productiemiddelen, de jobs en de know-how van het bedrijf.” “Vonk” voegde zich in het koor met de woorden “Het goede initiatief van de vakbonden van de autofabrikant Audi in Brussel, gericht op het organiseren van een nationale betoging ‘voor de toekomst van de industrie’, is een eerste stap”. Volgens de PVDA zijn de vakbondsbetogingen volledig gerechtvaardigd, want “In de afgelopen twee jaar heeft de Audi-groep de grootste winsten geboekt in de geschiedenis van zijn bestaan, dankzij het harde werk van het personeel”.
En als de arbeiders niet langer achter de vakbond aan willen lopen, maar strijden voor oplossingen die een reëel perspectief openen voor hen, die ingaan tegen de crisislogica, dan zullen die ultralinkse organisaties klaarstaan om dit verzet op te vangen, om de arbeiders vervolgens weer terug te loodsen in het kielzog van de vakbonden. En daarvoor is geen opvatting te radicaal. Zo roept een van die ultralinkse organisaties bijvoorbeeld op tot een strijd voor de onteigening van de Audi-vestiging in Vorst, de strijd van de arbeiders van Audi te verbreden door ze uit te nodigen voor vakbondsvergaderingen in andere bedrijven, en desnoods, als een soort strijdsyndicalisme, acties op gang te trekken zonder de vakbondsleiders. Maar geen van deze voorgestelde acties moeten in optiek van deze burgerlijke organisatie natuurlijk plaatsvinden buiten het bestaande vakbondskader.
Onder druk van de arbeiders hebben de vakbonden in recentelijk wel al verschillende stakingen moeten erkennen zoals bij de Lijn op 10 en 11 september, van het grondpersoneel op de luchthaven in Charleroi op 12 en 13 september, bij Ontex in Eeklo op 13 september, opnieuw bij De Lijn op maandag 23 september, en van het veiligheidspersoneel van Brussels Airport op 1 oktober. En onder het thema ‘Wachten kan niet meer’ heeft de ACV voor donderdag 7 november een nationale staking in de non-profitsector aangekondigd.
De groei van de strijdbare stemming onder de arbeiders uitte zich al op 23 april van dit jaar toen het onderwijspersoneel uit Wallonië en onderwijspersoneel uit Vlaanderen voor de eerste keer sinds decennia samen in Brussel demonstreerden en kwam ook tot uiting met de solidariteitsbetuigingen die de arbeiders bij Audi ontvingen van ex-arbeiders bij Van Hool en onderwijskrachten. Om een dam op te werpen tegen de algemene aanval die ‘Arizona’ voorbereidt, zullen deze kernen van groeiende strijdbaarheid moeten uitbreiden en zich verenigen tot een brede beweging van arbeidersverzet.
Dennis/ oktober 2024.
[1] De Europese Commissie probeert de waarde van de euro op peil te houden. In het tweede kwartaal van 2022 bereikte de euro een historisch dieptepunt ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Sindsdien heeft het zich enigszins hersteld, maar de druk op de euro blijft groot.
[2] Zie ook: After the rupture in the class struggle, the necessity for politicisation
[3] Er was ook een spandoek met: ‘Audi is van ons’ in de demonstratie op 16 september.
Op 5 augustus 2024 juichten tientallen studenten op het dak van de residentie van de gevluchte premier van Bangladesh, Sheikh Hasina. Ze vierden de overwinning van de strijd die vijf weken had geduurd, 439 levens had geëist en uiteindelijk de huidige regering ten val had gebracht. Maar wat voor soort ‘overwinning’ was het eigenlijk? Was het een overwinning van het proletariaat of van de bourgeoisie? De trotskistische groep Revolutionary Communist International (RCI, voorheen de International Marxist Tendency) beweerde boudweg dat er een revolutie had plaatsgevonden in Bangladesh en dat de demonstraties het punt hadden bereikt waarop ze “de schijnvertoning van de burgerlijke ‘democratie’ aan de kaak zouden kunnen stellen, een congres van revolutionaire comités bijeen zouden kunnen roepen en de macht zouden kunnen grijpen in naam van de revolutionaire massa's [en] dat een Sovjet-Bangladesh aan de orde van de dag zou zijn als dat het geval was”[1].
Een maatschappij die staat weg te rotten
De economie van Bangladesh zit al een aantal jaren in de problemen. De internationale economische crisis heeft grote gevolgen gehad voor het land door de extreme stijging van de voedsel- en brandstofprijzen. De inflatie bereikte begin 2024 bijna 9,86%, een van de hoogste percentages in decennia. Werkloosheid treft bijna 9,5% van de 73 miljoen werkende mensen...
Corruptie is alomtegenwoordig in alle lagen van de Bengalese maatschappij. Onregelmatige betalingen en steekpenningen worden vaak betaald om gunstige rechterlijke uitspraken te verkrijgen. Het ‘Corporate Anti-Corruption Portal’ rangschikt de politie van Bangladesh onder de minst betrouwbare ter wereld. Mensen worden bedreigd en/of gearresteerd door de politie met afpersing als enige doel.
Jarenlang heeft de ‘Awami League’, de ‘socialistische’ partij van Sheikh Hasina, in samenwerking met de politie, de macht op straat uitgeoefend door middel van afpersing, illegale tolheffing, ‘bemiddeling’ voor toegang tot diensten, om nog maar te zwijgen van intimidatie van politieke tegenstanders en journalisten. De gangsterachtige praktijken van de ‘Bangladesh Chhatra League’ (BSL), de studentenvleugel van de ‘Awami League’, zijn berucht. Tussen 2009 en 2018 hebben haar leden 129 mensen gedood en duizenden verwond. Tijdens de protesten van dit jaar werden ze alom gehaat om hun meedogenloze gedrag, vooral tegenover vrouwen. Jarenlang konden ze deze misdaden straffeloos begaan, dankzij hun nauwe banden met de politie en de ‘Awami League’.
De regering van Sheikh Hasina, die in 2009 aantrad, veranderde al snel in een autocratisch regime. In de afgelopen tien jaar had ze haar exclusieve greep op de belangrijkste instellingen van het land gevestigd, waaronder de bureaucratie, veiligheidsdiensten, verkiezingsautoriteiten en de rechterlijke macht. De regering van Sheikh Hasina had de andere burgerlijke fracties systematisch het zwijgen opgelegd. Voor de verkiezingen van 2024 arresteerde de regering meer dan 8.000 leiders en aanhangers van de oppositiepartij ‘Bangladesh Nationalist Party’ (BNP).
Maar de onderdrukking van de stemmen van de politieke oppositie, de media, de vakbonden, enz. maakte de fundamenten van het politieke regime zeer instabiel. Het volledig verstikken van het ‘publieke debat’, zelfs in het parlement, heeft bijgedragen tot de verdere erosie van de fundamenten van het politieke spel en uiteindelijk tot het totale verlies van alle politieke controle. Tegen 2024 had Sheikh Hasina niet langer alleen maar te maken met een loyale oppositie. De meeste delen van de bourgeoisie waren haar felste vijanden geworden, klaar om haar voor de rest van haar leven in de gevangenis te stoppen en zelfs haar dood te eisen.
De mislukking van de strijd tegen de werkloosheid
De demonstraties vonden plaats tegen een achtergrond van massale jeugdwerkloosheid. En het land heeft geen werkloosheidsverzekering, dus werkzoekenden krijgen geen uitkering en leven daardoor in extreme armoede. In deze context is het quotasysteem, dat 30% van de banen in overheidsdienst reserveert voor nakomelingen van de ‘vrijheidsstrijders’ uit de onafhankelijkheidsoorlog van 1971, een bron van woede en frustratie voor iedereen die met werkloosheid wordt geconfronteerd.
Protesten tegen het quotasysteem zijn niets nieuws. In 2008, 2013 en 2018 hadden ook al protesten plaatsgevonden. Maar al die jaren waren ze beperkt gebleven tot de universiteiten, volledig gericht op het quotasysteem. De beperkte eisen van de studenten voor een ‘eerlijke’ verdeling van nieuwe banen in overheidsdienst konden geen basis bieden om de beweging uit te breiden naar de hele arbeidersklasse, degenen zonder werk of onderwijs inbegrepen.
De studenten negeerden het belang van het formuleren van verenigende eisen om de strijd uit te breiden naar arbeiders die geconfronteerd werden met hetzelfde schrikbeeld van werkloosheid. En in 2024 waren de eisen van de studenten niet anders: in plaats van te proberen de strijd uit te breiden naar arbeiders, op basis van arbeiderseisen, raakten ze opnieuw verstrikt in gewelddadige botsingen met de politie en politieke bendes.
Zelfs toen het personeel, de docenten en andere werkers van 35 universiteiten op 1 juli 2024 in staking gingen tegen de nieuwe algemene pensioenregeling, zochten de studenten geen steun bij de 50.000 stakende universiteitsmedewerkers. De staking duurde twee weken, maar werd opmerkelijk genoeg vrijwel genegeerd door de studenten.
Een zogenaamde revolutie uitsluitend in het voordeel van de bourgeoisie
De studenten en een deel van de bevolking organiseerden een massale demonstratie die uitgroeide tot een opstand die het regime openlijk uitdaagde. Uiteindelijk tekende Sheikh Hasina op 5 augustus 2024 haar ontslag in aanwezigheid van militaire leiders en droeg ze de macht over aan het leger. De verandering van regime, omschreven als een ‘revolutie’, was in werkelijkheid een verhulde militaire staatsgreep waarbij de demonstranten dienden als een burgerlijke dekmantel en als een gemakkelijk te manipuleren massa.
De hierboven geciteerde linkse organisatie beweert dat de studenten in staat waren om "de schijnvertoning van de burgerlijke 'democratie' aan de kaak te stellen". Terwijl het brute antwoord van de regering liet zien dat een gekozen democratische regering een openlijke dictatuur was geworden, vervingen de revoltes deze door de dictatuur van een andere burgerlijke factie! En de studentenorganisaties eisen nu alleen nieuwe, meer ‘democratische’ burgerlijke verkiezingen. Dat is alles!
De kwestie van de werkloosheid is uitgebuit om rekeningen te vereffenen tussen burgerlijke kliekjes, des te gemakkelijker omdat de eis van een ‘eerlijke’ verdeling van banen in de openbare dienst voor studenten alleen geen gunstig strijdterrein vormt voor de arbeidersklasse. Integendeel, het is een valstrik, die van corporatistische opsluiting. De ‘revolutionaire massa's’ bestonden alleen in de verbeelding van de linkse organisaties.
Net als de 4,5 miljoen textielarbeiders die vorig jaar staakten, blijft de strijd van de arbeiders tegen de gevolgen van de economische crisis het enige echte vooruitzicht. Want de enige klasse die in staat is een politiek perspectief te geven aan de strijd tegen de gevolgen van de kapitalistische crisis is de arbeidersklasse. Maar we moeten ons ook geen illusies maken: de arbeidersklasse in Bangladesh is te onervaren om in haar eentje de valstrikken te weerstaan die de heersende klasse met haar linkse partijen en vakbonden voor haar heeft uitgezet. Naar het voorbeeld van de internationale strijd van het proletariaat, vooral in de oudste bastions van de arbeidersklasse in Europa, zullen de arbeiders in Bangladesh de weg vinden naar een authentieke revolutionaire strijd.
Dennis/ 10 september 2024
Oorlogen, terrorisme, pandemieën, klimaatverandering, wijdverspreide onveiligheid, hongersnood... Er gaat geen dag voorbij zonder een nieuwe ramp, zonder een nieuw bloedbad! Alle regio's van de wereld, zelfs de machtigste landen, worden getroffen door deze reusachtige wereldwijde chaos. De bourgeoisie heeft geen oplossing voor de historische crisis van haar systeem; ze kan de mensheid alleen maar meeslepen in haar waanzinnige race van oorlog en vernietiging. Naast de tragedie van de steeds bloedigere oorlogsconflicten, die ze voeden en aanwakkeren over de hele wereld, worden de grootmachten zelf getroffen door steeds ingrijpendere politieke schokken.
In dit opzicht is de situatie in de Verenigde Staten emblematisch: terwijl Trump een karikatuur is van egocentrisme en onverantwoordelijkheid en openlijk de belangen van zijn kleinburgerlijke kliek behartigt ten koste van die van het nationale kapitaal, wordt de hele Amerikaanse bourgeoisie, met inbegrip van haar meest ‘verantwoordelijke’ fracties, getroffen door een epidemie van het ‘ieder voor zich’ waardoor de verschillende partijen van de heersende klasse steeds minder in staat zijn om samen te werken. De poging tot moord op de Republikeinse kandidaat en de manier waarop Joe Biden, de aftakelende president, zich wanhopig vastklampte aan zijn kandidatuur, waardoor hij de overwinning van zijn kamp ernstig in gevaar bracht, zijn treffende symbolen van deze tendens naar desintegratie en chaos binnen het staatsapparaat zelf, dat geacht wordt de samenhang van de maatschappij te garanderen.
Het onvermogen tot nu toe van de dominante facties van de Amerikaanse bourgeoisie om Trump te diskwalificeren, ondanks talrijke pogingen op gerechtelijk en financieel, vlak, heeft de spanningen tussen de verschillende politieke kampen alleen maar doen toenemen, waarbij vooral de intensiviteit van de revanchistische geest van de Trump-aanhangers toenam en de oorverdovende mediahype rond het ‘gevaar’ dat Trump en zijn kliek voor de ‘Amerikaanse democratie’ vormde.
Beide partijen staan in vuur en vlam vooral omdat Kamala Harris, sinds het gedwongen terugtreden van Biden en ondanks de vrees voor een implosie van het democratische kamp, massaal wordt gesteund, waardoor de peilingen snel een nek aan nek race met Trump lieten zien. Het onbesliste karakter van de resultaten beklemtoont het geweld van de confrontaties en de moeilijkheden om het spel van de verkiezingen te beheersen.
De instellingen van de Amerikaanse staat worden dus zwaar dooreengeschud door een grote destabilisering die, gezien de plaats van de Verenigde Staten in de mondiale imperialistische arena, niet zonder gevolgen kan blijven voor de hele planeet. De uitkomst van deze confrontatie tussen de Democraten en de Republikeinen blijft de regeringen in de hele wereld zorgen baren, die niet meer weten welke kant ze op moeten. De verkiezingen zijn ook een bron van diepe bezorgdheid over het verloop van militaire conflicten, vooral in Oekraïne en het Midden-Oosten.
Maar afgezien van de onmiddellijke resultaten in november, zal de spanning binnen de bourgeoisie van de Amerikaanse supermacht niet afnemen en kan het de verhoudingen tussen alle imperialistische machten op deze planeet alleen maar verder destabiliseren.
Terwijl de politieke situatie in de Verenigde Staten een grote invloed heeft op elk continent, is het verre van een geïsoleerd geval. Integendeel, het is een voortzetting van de wereldwijde populistische golf, een puur product van de ontbinding van het kapitalistische systeem, waar de meest achterlijke, verdeeldheid zaaiende en irrationele burgerlijke opvattingen zegevieren. De opkomst van het populisme in Europa werd grotendeels bevestigd tijdens de Europese verkiezingen, waardoor het proces van destabilisering van het ‘oude continent’ versneld werd en in de toekomst alleen maar kan toenemen.
Maar de populistische golf is slechts de meest spectaculaire uitdrukking van een veel breder proces van desintegratie en groeiende chaos binnen de Europese bourgeoisie. In Frankrijk heeft de ontbinding van de Nationale Vergadering geleid tot een steeds onbeheersbaardere politieke situatie. Het gedwongen huwelijk van het Frans-Duitse koppel strandt en kanselier Scholz is zelf politiek verzwakt door de sterke opkomst van de AfD, vooral in het oosten van het land. In Groot-Brittannië is de Conservatieve Partij ingestort en heeft Farage's populistische Reform Party een ongekende electorale doorbraak gemaakt, terwijl de rellen van uiterst-rechtse groepen aanleiding gaven tot tegendemonstraties, een situatie die ook steeds meer gepolariseerd en chaotisch is. De destabilisering en verzwakking van de Europese staten begint al gevolgen te hebben voor de situatie in de wereld, vooral aan het Oekraïense front en in Oost-Europa, maar ook in de onontwarbare chaos van Afrika ten zuiden van de Sahara.
De arbeidersklasse wordt geconfronteerd met een steeds diepere economische crisis van het kapitalisme, met werkloosheid, onzekere banen, bezuinigingen en een ongecontroleerde inflatie. Tegen deze achtergrond van ernstige verslechtering, in het licht van imperialistische spanningen en confrontaties op alle fronten, zijn regeringen gedwongen om hun toch al kolossale militaire uitgaven te verhogen, wat de schulden alleen maar kan vergroten en de bezuinigingen en aanvallen doen toenemen.
Geconfronteerd met bezuinigingen is het proletariaat overal ter wereld al begonnen te reageren, zoals tijdens de enorme strijd in Groot-Brittannië van juni 2022 tot het voorjaar van 2023, tijdens de beweging in Frankrijk tegen de pensioenhervorming in 2023 of tijdens de stakingen in de Verenigde Staten in 2023 in openbare sector in Californië of in de auto-industrie. Ook nu nog zijn er talrijke mobilisaties: stakingen van het spoorwegpersoneel in Canada deze zomer, massale stakingen bij Samsung in Zuid-Korea, de dreiging van massale stakingen in de auto- en luchtvaartindustrie in de Verenigde Staten...
Het gevoel tot dezelfde klasse te behoren, slachtoffer te zijn van dezelfde aanvallen en eensgezind en solidair te moeten strijden, begint zich geleidelijk aan te ontwikkelen. Maar deze breuk met het verleden, na decennia van verlamming, wordt nog steeds gekenmerkt door zwakheden en onbeantwoorde vragen. Hoe kunnen we ontsnappen aan het corporatisme waarin de vakbonden ons gevangen houden? Hoe kunnen we vechten zodat we niet machteloos blijven? Wat voor maatschappij willen we?
De ontbinding van de burgerlijke maatschappij en de destabilisering van het politieke apparaat van de bourgeoisie vormen op dit moment totaal geen voordeel voor de strijd van de arbeidersklasse. De bourgeoisie probeert alle verschijnselen en uitwasemingen van de ontbinding te gebruiken door ze ideologisch uit te buiten en tegen het proletariaat te keren. Ze doet dit al op grote schaal met oorlogen, waarbij ze probeert de proletariërs te dwingen het ene imperialistische kamp te kiezen tegen het andere, zoals we zagen met het conflict in Oekraïne, maar vooral met de oorlog in Gaza, met pro-Palestijnse demonstraties die bedoeld zijn om de afschuw over de slachtingen af te leiden naar het terrein van het nationalisme. Ze doet dit ook met de opkomst van het populisme en de destabilisering van haar politieke apparaat door heen een enorme propagandacampagne ten gunste van de burgerlijke democratie.
Linkse partijen zijn bijzonder doeltreffend op dit gebied, ze roepen voortdurend op om het populisme via de verkiezingen tegen te houden, om ‘democratische’ instellingen nieuw leven in te blazen tegen de ‘langzamerhand steeds fascistischer wordende rechtse partijen’, en beloven wonderen als ze eenmaal aan de macht zijn.
In Frankrijk is dit het geval met het Nouveau Front Populaire, dat in opstand komt tegen de weigering van president Macron om haar kandidaat Lucie Castets tot premier van Frankrijk te benoemen en dit ‘fnuiken van de democratie' aan de kaak stelt. Een deel van links rond La France Insoumise en de groenen organiseerde op 7 september ook ‘een tegenaanval’ door de straten te bezetten en te verhinderen dat de arbeidersklasse zou vechten tegen de economische aanvallen en de kapitalistische barbarij.
In de Verenigde Staten jaagt Kamala Harris met haar ‘empathie’ en haar politiek van bevoordeling van de ‘betrokkenheid’, effectief op het terrein van Trump en slaagt erin een groot vrouwelijk publiek en een jong electoraat voor zich te winnen. Deze herlancering van de ideologische campagne voor de democratie, die relatief succesvol blijkt te zijn, probeert ook het proletariaat af te leiden van de strijd.
De arbeidersklasse moet deze ideologische campagnes, die erop gericht zijn haar te reduceren tot niets meer en niets minder dan de verdediging van de burgerlijke ‘democratische’ staat en het keurslijf van het nationalisme, zonder meer verwerpen. Ze moet op haar hoede zijn voor deze ideologie en vooral voor haar antifascistische versies, zoals die in Groot-Brittannië werden gebruikt ter gelegenheid van de uiterst-rechtse rellen, in demonstraties waarin het valse radicalisme van ultralinks, met name de trotskisten, bijzonder sterk tot uiting kwam. Ze zijn altijd geneigd om het marxisme en de geschiedenis van de arbeidersbeweging te verdraaien om het proletariaat beter terug te drijven op het terrein van de bourgeoisie, en voor steun aan ‘rechtvaardige oorlogen’ of voor ‘stemmen voor verandering’.
WH, 8 september 2024
Ik wil graag reageren op de openbare bijeenkomst van vanmiddag over de verkiezingen. Allereerst wil ik u bedanken voor deze discussie. Ik had het gevoel dat we geen tijd zouden hebben om alle voorgestelde onderwerpen te behandelen, wat jammer is, maar de discussie was toch erg interessant. Het internationale karakter van de bijeenkomst, met kameraden uit veel verschillende landen die verschillende perspectieven boden, was erg verrijkend, en ik hoop dat de IKS, ondanks de problemen en moeilijkheden van het houden van bijeenkomsten in meerdere talen, in staat zal zijn om meer van dit soort bijeenkomsten te organiseren [...].
Het tweede punt dat ik aan de orde wil stellen, en dat ik helaas niet heb kunnen bespreken tijdens de discussie, is de rol van de Volksfronten, en in het bijzonder de analyse die de ICT ervan maakt. [1] Ik heb niet de gelegenheid gehad om in detail in te gaan op het standpunt van de ICT, dus ik kan alleen verwijzen naar wat kameraad P. heeft gezegd, namelijk dat de ICT een parallel trekt tussen de NFP en het Volksfront van Léon Blum in 1936. De ICT zegt dat de rol van de Volksfronten is om de arbeidersklasse mee te sleuren in de spiraal van de imperialistische wereldoorlog. Dit is een misleidende en lege parallel, maar niet verwonderlijk als je het kader van de ontbinding buiten beschouwing laat. Helaas is het onderwerp niet erg uitgewerkt, en bij het herlezen van de discussie merk ik dat er erg weinig bijdragen over dit onderwerp waren.
Om te begrijpen hoe de situatie verschilt, moeten we de huidige situatie vergelijken met die van 1936 en de verkiezing van het Volksfront. In 1936 had de arbeidersklasse net een grote nederlaag geleden. Deze nederlaag liet het terrein vrij voor de bourgeoisie om al haar ambities na te streven en op te leggen, wat uiteindelijk leidde tot het bloedbad van de Tweede Wereldoorlog. In die tijd was het Volksfront de uitdrukking van de zwakte en de nederlaag van het proletariaat, dat geen andere keuze had dan zich achter de bourgeoisie te scharen en zich te laten omarmen door alle burgerlijke ideologieën, zoals het antifascisme.
Vandaag is de situatie radicaal anders: het proletariaat heeft geen nederlaag geleden, integendeel, het begint zich te herstellen van zijn vorige nederlaag en van de periode van contrarevolutie, zoals blijkt uit de internationale bewegingen van de afgelopen jaren, die veel grootschaliger zijn dan die van de afgelopen decennia. Zoals we eerder zagen, vormt het populisme weliswaar een bedreiging voor de bourgeoisie, maar het heeft ook het voordeel dat het gebruikt kan worden om de arbeidersklasse te mobiliseren op het parlementaire vlak. In die zin heeft links zichzelf op het voorplan geplaatst van de verdediging van de democratie, door zich te presenteren als het enige alternatief voor het populisme. Maar toch blijft links, na decennia van misleiding, leugens en aanvallen zodra het aan de macht komt, tamelijk ongeloofwaardig.
Daarom presenteert ze, in een poging om te overtuigen en te mobiliseren, een steeds onrealistischer programma. Ik denk bijvoorbeeld aan het minimumloon van 1600 euro dat de NFP in Frankrijk heeft voorgesteld. Een andere aanwijzing is het gebrek aan eenheid binnen de NFP. In tegenstelling tot het Volksfront van de jaren 1930 was de NFP nog maar nauwelijks aan de macht gekomen of het was al uiteen aan het vallen door zijn heterogeniteit en politieke incoherentie. Deze paar elementen/sporen laten duidelijk zien dat de situatie onvergelijkbaar is met die van de jaren 1930 en dat de ICT, door een dergelijke parallel te trekken, zich alleen maar totaal kan vergissen in haar analyse.
Wat links betreft, ben ik van mening dat een beroep op de herinnering aan het Front Populaire in de huidige context, waarin het niet eens in staat is om de arbeiders te mobiliseren en de instemming van de arbeiders te krijgen, een ernstige vergissing is van links en dat het links op lange termijn duur kan komen te staan omdat het een belangrijke factor is in de ondermijning van zijn geloofwaardigheid [...].
C.
[1] Internationalist Communist Tendency, een organisatie die behoort tot de Kommunistische Linkerzijde.
Eind juli organiseerden we een internationale online publieke bijeenkomst om te discussiëren over het thema: "De verkiezingen in Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk: de linkerzijde van het kapitaal kan dit stervende systeem niet redden".
In onze verschillende openbare bijeenkomsten, permanenties, brieven en e-mails hadden we de ongerustheid opgemerkt die werd veroorzaakt door de lawine van signalen over de opkomst van het populisme, over de opkomst van deze formaties tijdens de Europese verkiezingen, met name in Frankrijk en Duitsland, tot de electorale impuls die werd gegeven door de aanslag op Trump in de Verenigde Staten. Het was daarom belangrijk om het debat over dit verschijnsel te stimuleren om de betekenis ervan te begrijpen en het ideologische gebruik ervan door de bourgeoisie te bestrijden.
We hebben al een aantal artikelen gepubliceerd waarin we onze analyse van het verschijnsel van de populistische ontwikkeling uiteenzetten en de ideologische campagnes aan de kaak stellen van de bourgeoisie die probeert de effecten van haar eigen verrotting tegen de arbeidersklasse te keren, met de bedoeling twijfels over onze analyses, kritiek of suggesties te uiten, zodat de overdenking wordt aangewakkerd om een confrontatie te voeden die tot maximale duidelijkheid zal leiden. De response op ons voorstel was zeer positief, met de deelname van kameraden uit verschillende landen, die verschillende talen spraken (de IKS zorgde voor de vertaling van de tussenkomsten in het Engels, Frans, Spaans en Italiaans). Kortom, er ontstond een levendig internationaal debat over een van de vele problemen waar de arbeidersklasse wereldwijd mee geconfronteerd wordt, wat getuigt van de geldigheid van ons initiatief.
In onze presentatie stelden we drie thema's voor die gekoppeld waren aan de vragen die van onze contacten:
- Wat betekent de opkomst van het populisme?
- Welke invloed kan de opkomst van het populisme hebben op de arbeidersklasse, met name via de democratische campagnes waarin links van het kapitaal ons oproept het te bestrijden?
- Wat zijn de verantwoordelijkheden van revolutionairen?
Het debat concentreerde zich voornamelijk op de eerste twee punten. Aan het begin van de discussie hadden verschillende sprekers de neiging om het populisme te zien als een ‘opzettelijke manoeuvre’ een soort "voorbedachte strategie van de bourgeoisie als geheel om de arbeidersklasse een ideologische nederlaag toe te brengen". De tussenkomsten van andere kameraden, evenals die van de IKS, deelden dit standpunt niet en probeerden dit debat te verduidelijken door middel van verschillende argumenten: "zelfs als de opkomst van het populisme geen door de bourgeoisie geplande strategie is, betekent dit niet dat de heersende klasse niet in staat is om de effecten van haar eigen verrotting en ontbinding tegen het proletariaat te keren".
De opkomst van het populisme is geen uiting van het vermogen van de bourgeoisie om de maatschappij in de richting te sturen van haar "organische oplossing voor het kapitalisme in verval", d.w.z. een wereldoorlog te ontketenen. Een nieuw veralgemeend imperialistisch bloedbad, zoals de Eerste en Tweede Wereldoorlog, is vandaag de dag niet mogelijk vanwege de realiteit van het ‘ieder voor zich’ in de internationale verhoudingen en binnen de nationale bourgeoisie zelf, vanwege de onmogelijkheid voor de bourgeoisie om een minimale discipline te garanderen die het mogelijk zou maken om imperialistische blokken te vormen. De verscherping van het ‘ieder voor zich’ getuigt integendeel van een tendens van de bourgeoisie om de politieke controle te verliezen over haar eigen systeem, die in een stroomversnelling raakt waarbij de gesel van het militarisme gepaard gaat met lokale oorlogen die zich uitbreiden en steeds irrationeler worden. Alle wedijverende hoofdrolspelers staan aan de verliezende kant en getuigen van hun onvermogen om een ecologische ramp te beperken waarvan ze zich volledig bewust zijn, maar die ze niet kunnen bestrijden omdat het hun kapitalistische aard, de zucht naar winst, in vraag zou stellen.
Zelfs in landen waar de bourgeoisie het meest ‘verantwoordelijk’ en ervaren is, zijn hun verschillende politieke facties steeds meer verdeeld en de groeiende invloed van het populisme stelt alleen maar politieke programma’s voor die onwerkbaar of ongunstig zijn voor het nationale kapitaal als geheel. Brexit is hier een lichtend voorbeeld van, net als de kwetsbaarheid van populistische fracties voor de invloed van een rivaliserende imperialistische macht zoals het Rusland van Poetin: de AfD in Duitsland, de RN in Frankrijk en zelfs, in mindere mate, onder de aanhangers van Trump.
Dat het populisme een mengelmoes is van burgerlijke waarden valt niet te ontkennen. Daarom steunen hooggeplaatste kapitalisten het schaamteloos (dat is het geval met Elon Musk of Trump, bijvoorbeeld). Maar zijn verkiezing tot het staatshoofd heeft niet verhinderd dat hij een handicap vormde voor alle fracties van de bourgeoisie. Dit is geldig voor veel landen. De pogingen om hem in bedwang te houden zijn dan ook niet louter een ‘theatraal’ spelletje van de andere burgerlijke fracties om het proletariaat om de tuin te leiden. Het cordon sanitaire dat in Duitsland is ingesteld, de opkomst van Macron bij de presidentsverkiezingen van 2017 of de razendsnelle opkomst van Kamala Harris in de Verenigde Staten onlangs, tonen precies aan dat de bourgeoisie vreest de controle over haar politieke apparaat te verliezen, niet in de laatste plaats vanwege het gevaar dat uitgaat van het populisme: een belemmering voor de consequente verdediging van de belangen van het nationale kapitaal.
Sommige kameraden uitten hun twijfels en wezen erop dat veel arbeiders op populistische partijen stemmen. Er werd echter duidelijk gemaakt dat de verkiezingen niet het terrein is waar het proletariaat zich als klasse uitdrukt. Bij verkiezingen zien we geatomiseerde individuen, misleid en geïsoleerd door de sombere toekomst die de kapitalistische maatschappij aankondigt en, in veel gevallen, vatbaar voor de ‘simplistische en bevooroordeelde’ verklaringen van populistische politici, die zondebokken zoeken: immigranten, zoals de zogenaamde ‘begunstigden’ van een paar bespottelijke kruimels van de uitbuitende staat, die verantwoordelijk worden gehouden voor de ellende, de onzekerheid, de werkloosheid of de ongezonde huisvesting.
Maar als deze vooringenomenheid al misleidend en gevaarlijk is, dan is die van de ‘democratische’ en linkse fracties van het kapitaal dat nog meer, die ons oproepen hen te steunen als de enige bolwerken tegen het populisme, terwijl ze in feite de producten en verdedigers zijn van hetzelfde morbide systeem. In werkelijkheid zijn we vandaag getuige van een toenemend ongeloofwaardigheid van deze traditionele formaties van de bourgeoisie, juist omdat hun regeringen de koers naar de crisis, de barbarij en de oorlog die het kapitalisme voor ons in petto heeft niet kunnen stoppen, omdat zij de sinistere acteurs en verdedigers ervan zijn.
Zelfs als niet alles wat nodig is voor het argumentatie ontwikkeld kon worden tijdens de discussie, toch ontwikkelde zich een debat in een poging om de betekenis van het huidige populisme te onderscheiden van het fascisme of stalinisme van de jaren 1930, toen deze laatsten het resultaat waren van een nederlaag van het proletariaat die eerder had plaatsgevonden en waarin de krachten van links van het kapitaal een beslissende rol hadden gespeeld. De huidige opkomst van het populisme is daarentegen helemaal niet gesitueerd in een context van contrarevolutie, d.w.z. de ideologische en fysieke nederlaag van het proletariaat. Door te proberen dit tragische verleden, dat van Léon Blum en het aan de macht komen van het Volksfront, te imiteren en uit te buiten en door te surfen op het beeld van ‘overwinning’ dat sindsdien door de bourgeois propaganda wordt uitgedragen, is het Nieuwe Volksfront in Frankrijk niets anders dan een belachelijke klucht, net zo burgerlijk als het Volksfront van de jaren 1930 in Frankrijk of Spanje. Maar dat maakt het nog niet onschuldig. Integendeel! Deze inderhaast opgerichte alliantie blijft gevaarlijk vanwege zijn democratische propaganda ten gunste van de burgerlijke staat. Het Volksfront bestond precies uit die krachten die in staat waren om de bevolking, met name het proletariaat, te rekruteren en te disciplineren om ze mee te sleuren in de imperialistische wereldoorlog. Vandaag is het proletariaat nog lang niet verslagen, ook al ondervindt het grote moeilijkheden en is het kwetsbaar.
Dit is een van de vragen die diepgaander besproken moeten worden: hoe kan het klassenbewustzijn zich ontwikkelen in het proletariaat? Welke belangen staan tegenover de kapitalistische maatschappij? Wat is het perspectief van de klassenstrijd? En wat is in dit alles de verantwoordelijkheid van revolutionairen?
Dit internationale debat is vruchtbaar en dynamisch geweest. We zijn uiteraard van plan om de discussie over deze vragen voort te zetten en te ontwikkelen via onze openbare bijeenkomsten en onze permanenties als een uitbreiding van deze overdenking die, daar zijn we van overtuigd, niet alleen onder onze directe contacten, maar op bredere schaal plaatsvindt binnen het proletariaat.
IKS/ 9 september 2024
Een van de eerste tekenen van een herontwaken van de arbeidersklasse na het verraad van haar organisaties en het eerste jaar van slachtingen in de imperialistische oorlog van 1914-18 was de conferentie die in september 1915 in Zimmerwald, Zwitserland, werd gehouden en die een klein aantal internationalisten uit verschillende landen bijeenbracht. De conferentie was een forum waar veel verschillende standpunten over de oorlog naar voren werden gebracht - de meerderheid daarvan neigde naar pacifisme, terwijl slechts een minderheid ter linkerzijde een openlijk revolutionair verzet tegen de oorlog verdedigde. Maar de linksen in Zimmerwald bleven op deze en volgende conferenties aandringen op verduidelijking; en dit werk - in combinatie met de heropleving van de klassenstrijd op een meer algemeen niveau, culminerend in de revolutionaire uitbarstingen in Rusland en Duitsland - zou de geboorte betekenen van een nieuwe wereldwijde politieke partij gebaseerd op duidelijk revolutionaire standpunten - de Kommunistische Internationale, opgericht in 1919[1].
Vandaag de dag zijn we nog ver verwijderd van de vorming van zo'n partij, vooral omdat de arbeidersklasse nog een lange weg te gaan heeft voordat ze opnieuw de kwestie van revolutie kan stellen. Maar tegenover een wereldsysteem dat naar zelfvernietiging hobbelt, tegenover de intensivering en verspreiding van imperialistische oorlogen, zien we kleine tekenen van een heroplevend bewustzijn over de noodzaak van een internationaal en internationalistisch antwoord op kapitalistische oorlog. Zoals we al zeiden in ons vorige artikel over de Praagse "Actieweek"[2], was de bijeenkomst in Praag zo'n teken - niet minder heterogeen en verward dan de eerste Zimmerwald conferentie, en veel ongeorganiseerder, maar niettemin een teken.
Voor ons, een organisatie die haar oorsprong vindt in de Kommunistische Linkerzijde van de jaren 1920, en daarvoor in de linkerzijde van Zimmerwald rond de Bolsjewiki en andere groeperingen, was het noodzakelijk om zoveel mogelijk aanwezig te zijn op de Praagse bijeenkomst om een aantal politieke principes en organisatiemethoden te verdedigen door:
- Tegenover de heersende desorganisatie die delen van de "Actieweek" in een actief fiasco veranderde, de noodzaak van een georganiseerd en open debat te stellen rond welbepaalde agenda's en gericht op duidelijke resultaten. Dit betekent dat vergaderingen moeten worden voorgezeten, dat er aantekeningen moeten worden gemaakt, dat er conclusies moeten worden getrokken, enzovoort.
- Tegenover de onmiddellijke drang om alleen te praten over "wat kunnen we nu doen", de noodzaak om te discussiëren in een breder historisch kader om de aard van de huidige oorlogen te begrijpen, de krachtsverhoudingen tussen de twee grote klassen en het perspectief voor toekomstige massale klassenbewegingen.
- Tegenover het idee van "exemplarische", substitutionistische acties door kleine groepen met het doel de oorlogsinspanningen van verschillende staten te saboteren, de noodzaak om te erkennen dat alleen de massale mobilisatie van de arbeidersklasse een echte oppositie tegen de imperialistische oorlog kan vormen; en dat, in eerste instantie, zulke bewegingen eerder zullen voortkomen uit de strijd tegen de gevolgen van de economische crisis (natuurlijk verergerd door de groei van een oorlogseconomie) dan uit directe massa-acties tegen oorlog.
Om dergelijke standpunten naar voren te brengen, was het nodig om verzet aan te tekenen tegen de voorgenomen uitsluiting van de procedure van de groepen van de Kommunistische Linkerzijde door de elementen achter de organisatie van de Actieweek. Op deze kwestie komen we hieronder terug.
In ons eerste artikel, dat tot doel had een beschrijving te geven van de chaotische uitkomst van de Actieweek, en enkele van de onderliggende redenen daarvoor aan te dragen, wezen we ook op de constructieve rol die de groepen van het Linkskommunisme, maar ook enkele andere elementen, speelden in een poging een georganiseerd kader op te bouwen voor een serieus debat (wat de "Zelfgeorganiseerde Assemblee" werd genoemd). De IKS-delegatie steunde dit initiatief, maar we maakten ons geen illusies over de moeilijkheden waarmee deze nieuwe formatie te maken zou krijgen, en nog minder over de mogelijkheden dat er een soort georganiseerd vervolg op het evenement zou komen - als eerste stap de organisatie van een website die als forum zou kunnen dienen voor debatten die niet in Praag ontwikkeld konden worden. Het lijkt er nu op dat zelfs deze minimale hoop op niets is uitgelopen en dat het nodig zal zijn om vanaf nul te beginnen om de parameters en mogelijkheden van toekomstige bijeenkomsten te definiëren.
Sinds het einde van de Praagse week zijn er maar weinig pogingen geweest om te beschrijven wat er gebeurd is, laat staan om politieke lessen te trekken uit deze overduidelijke mislukking. Het Anarchist Communist Network heeft een kort verslag[3] geschreven, maar het lijkt zich vooral te richten op de problemen die veroorzaakt werden door de verdeeldheid onder Tsjechische anarchisten tussen "verdedigers van Oekraïne " en degenen die een internationalistisch standpunt over de oorlog nastreefden. Dit was zeker een element in de desorganisatie van de manifestatie, maar, zoals we in ons eerste artikel betoogden, het is nodig om veel dieper te gaan dan dit - op zijn minst, op de activistische benadering die nog steeds overheerst onder de anarchisten die tegen de oorlog zijn op een internationalistische basis.[4]
Voor zover wij weten zijn het meeste commentaar wordt geleverd door degenen die het meest vijandig staan tegenover de groepen van de Kommunistische Linkerzijde. Allereerst een groep uit Duitsland die zich richt op solidariteit met gevangenen[5] Deze groep was alleen aanwezig aan het einde van de eerste dag van de Zelfgeorganiseerde Assemblee en een deel van de tweede, voordat ze naar de officiële conferentie[6] ging, waar volgens haar een aantal interessante discussies plaatsvonden, terwijl ze ons helemaal niets vertelt over wat er besproken werd. Maar ze zijn heel duidelijk over wie ze de schuld geven van het saboteren van de actieweek:
"We realiseerden het ons op dat moment niet, maar het was al duidelijk dat in de toch al chaotische situatie groepen probeerden de bijeenkomst van binnenuit op te blazen, naast de aanvallen van NAVO-anarchisten, waar op dat moment andere conflicten tussen groepen werden uitgevochten. In de eerste plaats door Linkskommunistische groepen".
Dus in plaats van te proberen een uitweg te bieden uit de chaotische situatie die de officiële organisatoren hadden nagelaten, waren de Linkskommunistische groepen er alleen maar op uit om het erger te maken!
Het meest "substantiële" verslag van wat er gebeurde wordt geleverd door de Tsjechische groep Tridni Valka, waarvan de meeste mensen dachten dat ze betrokken waren bij de organisatie van de actieweek - en met reden, want op hun website stonden alle aankondigingen erover[7]. Maar het meest substantiële aan dit artikel zijn de vele vervormingen en laster die erin staan. Naar onze mening heeft dit artikel drie hoofddoelen:
- Ze willen hun eigen verantwoordelijkheid voor het fiasco verbergen door de schuld te geven aan wat zij afschilderen als een volledig apart "organisatiecomité" waarvan de samenstelling tot op de dag van vandaag een mysterie is. Tridni Valka beweert dat het alleen voorstander was van het niet-openbare Anti-Oorlog Congres aan het einde van de week en dacht dat de organisatoren niet over de middelen beschikten om een hele week aan evenementen te organiseren. Ze zijn vooral kritisch over de "anti-oorlogsdemonstratie" die gepland stond voor de vrijdag van de week, die de dag ervoor als zinloos en als een bedreiging voor de veiligheid was afgewezen door alle elementen die zich uitspraken voor het boycotten van de demonstratie ten gunste van het voortzetten van het politieke debat (d.w.z. het houden van de Zelf Georganiseerde Assemblee). En toch is de aankondiging die mensen opriep om deel te nemen aan de demonstratie nog steeds te vinden op de website van Tridni Valka[8]. Deze verwarring is het onvermijdelijke resultaat van een politieke opvatting die een duidelijke politieke afbakening tussen verschillende organisaties vermijdt of verwerpt en het dus onmogelijk maakt om uit te maken welke groep of comité verantwoordelijk is voor welke beslissing, een situatie die alleen maar verwarring en wantrouwen kan zaaien.
- Ze proberen hun politiek van uitsluiting van het Linkskommunisme van het congres te rechtvaardigen, eerst door een terminologisch argument aan te voeren over het label "Kommunistisch Links", vervolgens door een aantal historische voorbeelden te geven die de bestaande groepen van de Kommunistische Linkerzijde ervan beschuldigen te proberen een "massapartij" op te bouwen naar bolsjewistisch model; door te beweren dat alle groepen van het Linkskommunisme pleitten voor de ondertekening van het Verdrag van Brest-Litovsk in 1918 door de Bolsjewiki ("een echte steek in de rug voor de proletariërs in Rusland, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, een 'verraad' zouden sommigen zeggen!"); door de Zimmerwald conferentie en de Zimmerwald Linkerzijde te hekelen, waar de Linkskommunisten ook naar verwijzen, als niets anders dan een stelletje pacifisten en door te beweren zelfs dat "het zogenaamde 'Linkskommunisme' het standpunt van de Derde Internationale over het koloniale vraagstuk verdedigt (min of meer, afhankelijk van de nuances die door elk van deze organisaties worden voorgestaan)". Al deze argumenten worden aangevoerd om aan te tonen dat de standpunten van het Linkskommunisme onverenigbaar waren met deelname aan het Anti-Oorlogscongres. We kunnen hier niet op al deze argumenten ingaan, maar één of twee punten moeten zeker genoemd worden, omdat ze de omvang van de onwetendheid (of opzettelijke verdraaiing) in het artikel van Tridni Valka onthullen: ten eerste is de kritiek op het sociaaldemocratische idee van de massapartij in eerste instantie ontwikkeld door niemand minder dan de Bolsjewiki vanaf 1903[9]; in Rusland in 1918 was het juist het verzet tegen het Verdrag van Brest-Litovsk dat aanleiding gaf tot het ontstaan van de Linkskommunistische fractie in de Russische partij (hoewel het waar is dat sommige linkskommunisten, met name de Italiaanse fractie, - naar onze mening terecht - later argumenteerden tegen het standpunt van "revolutionaire oorlog" dat de linkskommunisten aanboden als alternatief voor het ondertekenen van het Verdrag); en wat betreft het argument dat de huidige groepen van het Linkskommunisme allemaal het standpunt van de Derde Internationale over het koloniale vraagstuk blijven verdedigen... . . we kunnen Tridni Valka verwijzen naar een willekeurig aantal artikelen op onze website die precies het tegenovergestelde beweren.
- Tenslotte willen ze de IKS definitief uitsluiten van het proletarische kamp. Waarom? Omdat we beweerden dat de groep die Tridni Valka het sterkst heeft beïnvloed, de Groupe Communiste Internationaliste, uiteindelijk flirtte met terrorisme en dat Tridni Valka nooit heeft verduidelijkt welke verschillen ze hadden met de GCI. Het antwoord van Tridni Valka: "Het is zeer waarschijnlijk dat de Tsjechische (en andere) staatsveiligheidsdiensten blij zullen zijn met dit soort 'onthullingen' en 'informatie' over de vermeende banden van onze groep 'met terrorisme'. Met dank aan de onderkruipers van de IKS, dat zichzelf beter IKS-B zou kunnen noemen, met een B voor 'Bolsjewiek' maar vooral voor 'Verrader'! Verdomde verklikkers!!!"
Integendeel: de IKS heeft lang geleden zijn politieke verantwoordelijkheid genomen door de pretenties van de GCI als het nec plus ultra van het internationalisme aan de kaak te stellen door hun steeds groteskere steun voor terroristische acties en organisaties als uitingen van het proletariaat in kaart te brengen: beginnend met het Populair Revolutionair Blok in El Salvador en het Lichtend Pad in Peru, en culminerend in het zien van een proletarisch verzet in de gruweldaden van Al Qaida[10]. Dergelijke politieke standpunten stellen alle echte revolutionaire organisaties duidelijk bloot aan onderdrukking door de staatsveiligheidsdiensten, die het zullen gebruiken om internationalisme gelijk te stellen met islamitisch terrorisme. Bovendien hebben we een ander facet laten zien van het vermogen van de GCI om het werk van de politie te doen: hun dreigementen met geweld tegen onze kameraden in Mexico, van wie sommigen al fysiek waren aangevallen door Mexicaanse maoïsten[11].Als Tridni Valka enig verantwoordelijkheidsgevoel had ten opzichte van de noodzaak om het internationalistische kamp te verdedigen, zouden ze zich publiekelijk hebben gedistantieerd van de dwalingen van de GCI.
We hebben ons laatste woord nog niet gezegd over de lessen van de Praagse gebeurtenis, noch over andere pogingen om een internationalistisch antwoord op de oorlog te ontwikkelen, maar we konden niet om deze aanvallen heen. Door de traditie van de Kommunistische Linkerzijde voor te stellen als niets anders dan een obstakel voor de poging om de bescheiden internationalistische krachten van vandaag samen te brengen, onthullen de auteurs van deze aanvallen dat zij het zijn die tegen deze poging zijn. In toekomstige artikelen willen we reageren op de balans die het CWO van de conferentie heeft opgemaakt en ingaan op enkele van de belangrijkste kwesties die door de conferentie aan de orde zijn gesteld. Dat betekent in het bijzonder dat we dieper ingaan op de vraag waarom we volhouden dat alleen de echte beweging van de arbeidersklasse zich kan verzetten tegen de imperialistische oorlog, waarom alleen de omverwerping van het kapitalisme een einde kan maken aan de toenemende spiraal van oorlog en vernietiging, en waarom de activistische aanpak die de voorkeur heeft van de meerderheid van de groepen die deelnamen aan de Actieweek alleen maar kan leiden tot een impasse.
Amos
[1] Zie bijvoorbeeld Zimmerwald (1915-1917): From war to revolution [276], International Review 44
[2] Prague "Action Week": Activism is a barrier to political clarification [277], International Review 172
[3] https://anarcomuk.uk/2024/05/28/prague-congress-interim-report/ [278]
https://anarcomuk.uk/2024/05/31/prague-congress-report-part-2/ [279]
[4] De Communist Workers Organisation heeft ook een kort verslag geschreven, maar we willen hier in een apart artikel op reageren. Internationalist Initiatives Against War and Capitalism [280], Revolutionary Perspectives 24
[5] Das Treffen in Prag, der Beginn von einer Katastrophe [281], Soligruppe für Gefangene
[6] Dat wil zeggen, het niet-openbare "anti-oorlogscongres" bijeengeroepen door het oorspronkelijke organisatiecomité, dat de Linkskommunistische groepen uitsloot. Deze bijeenkomst gaf aanleiding tot een korte gemeenschappelijke verklaring die hier te vinden is: https://anarcomuk.uk/2024/06/15/declaration-of-revolutionary-internationalists/ [282]
[9] Zie bijvoorbeeld 1903-4: the birth of Bolshevism [285], International Review 116
[10] How the Groupe Communiste Internationaliste spits on proletarian internationalism [286], ICC Online; What is the GCI (Internationalist Communist Group) good for? [287] International Review 124
Met diepe droefheid informeren wij onze sympathisanten en lezers over het overlijden, op 74-jarige leeftijd, van onze kameraad Enrique. Zijn onverwachte dood maakte een plotseling einde aan meer dan 50 jaar toewijding en bijdrage aan de strijd van het wereldproletariaat. Zijn kameraden en vrienden hebben natuurlijk een zeer pijnlijke schok ondergaan. Voor onze organisatie, voor de hele traditie en het heden van de Kommunistische Linkerzijde, is het een aanzienlijk verlies dat we allemaal samen onder ogen zullen moeten zien.
Praten over het militante traject van een kameraad als Enrique roept bij ieder van ons die hem kende, op persoonlijk en politiek vlak, duizenden herinneringen op aan zijn enthousiasme, solidariteit en kameraadschap. Zijn gevoel voor humor was aanstekelijk, niet het ongelovige cynisme dat zo gebruikelijk is bij zogenaamde ‘intellectuelen’ en ‘critici’, maar eerder de energie en vitaliteit van iemand die ons aanmoedigde om te vechten, om alles te geven in de strijd voor de bevrijding van de mensheid. Voor hem, net als voor Marx, ‘komt vechten overeen met zijn idee van het nastreven van geluk’. Daarom was hij geduldig en begripvol in discussies, en wist hij de zorgen te begrijpen van degenen die het niet eens waren met wat hij verdedigde. Maar hij was ook standvastig in zijn argumenten. Het was, zoals hij zei, zijn manier om eerlijk te zijn in een strijd voor opheldering die de arbeidersklasse als geheel ten goede kwam. En hoewel hij een enorm theoretisch en creatief vermogen had om artikelen te schrijven en bij te dragen aan discussies, was Enrique niet wat je een ‘theoreticus’ zou noemen. Hij was een enthousiaste deelnemer aan de verkoop van de pers, deelde pamfletten uit bij demonstraties, bijeenkomsten, enzovoort.
Hij maakte deel uit van een generatie die was opgeleid om een positie in te nemen in de democratische staat en het stokje over te nemen van de oude rotten van het Francoïsme, waaruit mensen als Felipe González, Guerra, Albors, enz. zijn voortgekomen. En hij had meer dan genoeg politieke, intellectuele en persoonlijke kwaliteiten om ‘carrière te maken’ in de staat zoals anderen hebben gedaan; maar vanaf het begin stond hij aan de kant van de arbeidersklasse in haar strijd tegen de burgerlijke staat voor het vooruitzicht van het kommunisme.
Enrique was een van de vele jonge arbeiders die tot de arbeidersstrijd werden gedreven door de vele stakingen in Spanje eind jaren 1960 en begin jaren 1970, die in feite de uitdrukking waren van de internationale opkomst van klassenstrijd die een einde maakte aan de contrarevolutie na de Tweede Wereldoorlog. Dit was een van de eerste redenen waarom Enrique zich losmaakte van de wirwar van linkse groeperingen van allerlei pluimage die er in die tijd in overvloed waren. Terwijl deze groepen de arbeidersstrijd in Asturië, Vigo, Pamplona, Bajo Llobregat, Vitoria, enz. presenteerden als uitingen van een ‘vrijheidsstrijd’, was Enrique's werk op geen enkele manier beperkt tot links. Enrique begreep dat ze deel uitmaakten van een ondeelbare beweging van strijd (Mei '68, Italiaanse Herfst, Cordobazo in Argentinië in 1969, Polen in 1970, enz.) die de kapitalistische staat confronteerde in zijn ‘dictatoriale’ of ‘democratische’ of zelfs ‘socialistische’ versie. Dit internationalistische perspectief van de klassenstrijd was een van de bronnen van het enthousiasme dat Enrique zijn hele leven vergezelde. Terwijl de overgrote meerderheid van de arbeidersmilitanten in de jaren 1970 gedemoraliseerd en gefrustreerd raakte door deze foutieve interpreatie van de arbeidersstrijd als een ‘strijd voor vrijheden’, kon Enrique zijn overtuiging in de strijd van het wereldproletariaat versterken. Hij was een tijdlang geëmigreerd naar Frankrijk en niets was stimulerender voor hem dan te gaan en te interveniëren in strijd over de hele wereld (zoals hij onlangs kon doen tijdens de ‘zomer van ontevredenheid’ in Groot-Brittannië) of deel te nemen aan discussies op de vijf continenten met kameraden die toenadering zochten om deel te nemen aan de historische en internationale strijd van de arbeidersklasse. Hij toonde altijd een energie die indruk maakte op de jongere kameraden en die voortkwam uit zijn vertrouwen en overtuiging in het historische perspectief van de strijd van het proletariaat, van het kommunisme.
Vanwege zijn oprechte en consequente internationalisme brak Enrique uiteindelijk met organisaties die, in een schijnbaar radicaler discours dan dat van de ‘hervormers’, ervoor pleitten dat het proletariaat partij moest kiezen in inter-imperialistische conflicten, die toen ‘nationale bevrijdingsstrijd’ werden genoemd. Net als vandaag de dag, bijvoorbeeld in Gaza, riepen de toenmalige linkse organisaties de arbeiders op om de guerrilla’s in Vietnam te steunen, of die in Latijns-Amerika, enzovoort. Maar dit valse ‘internationalisme’ was precies het tegenovergestelde van wat revolutionairen altijd hadden verdedigd tegenover de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De zoektocht naar continuïteit met het echte internationalisme bracht Enrique ertoe zich te wenden tot de historische afstamming van de Kommunistische Linkerzijde.
Hetzelfde geldt voor zijn constante aanklacht tegen de vakbonden als organen van de kapitalistische staat. Het alternatief was niet ‘teleurgesteld’ te zijn in de arbeidersklasse of haar strijd tegen uitbuiting te verwerpen, maar zich de bijdragen van de Kommunistische Linkerzijde (Italiaanse, Duits-Nederlandse en daarna Franse) opnieuw toe te eigenen om de zelforganisatie van de strijd, de arbeidersvergaderingen, de embryo's van de arbeidersraden, te verdedigen.
Het was de zoektocht naar deze continuïteit met revolutionaire standpunten die Enrique ertoe bracht contact op te nemen met Révolution Internationale (RI)[1] in Frankrijk in oktober 1974, nadat hij de publicatie Accíon Proletaria had gevonden in een boekwinkel in Montpellier (waar hij werkte)[2]. Enrique heeft altijd gezegd dat hij verbaasd was over de snelheid waarmee Révolution Internationale (de afdeling in Frankrijk van de IKS) zijn correspondentie beantwoordde en zaken met hem kwam bespreken. Vanaf dat moment vond er een rigoureus en geduldig proces van discussie plaats dat leidde tot de oprichting van de Spaanse sectie van de IKS in 1976, met een groep jonge elementen die ook uit de strijd voortkwamen en die Enrique zelf probeerde samen te brengen en te stimuleren om in hen de militante overtuiging van de noodzaak en mogelijkheid van internationale revolutie te ontwikkelen. Bij deze interventie kon Enrique rekenen op de steun en begeleiding van de internationale en gecentraliseerde revolutionaire organisatie die de IKS al was, die de overdracht verzekerde en continuïteit gaf aan de historische strijd van de Kommunistische Linkerzijde. Enrique, die de eerste fasen van zijn militante leven bijna alleen moest doen, benadrukte herhaaldelijk het belang om het beste te maken van de ‘schat’ en de continuïteit die de Internationale Kommunistische Stroming vertegenwoordigde. Hij werd zelf een actieve en volhardende factor in deze overdracht van het revolutionaire erfgoed.
Met de eerlijkheid en het kritisch vermogen (inclusief zelfkritiek) die hem altijd kenmerkten, erkende Enrique dat deze kwestie van voorhoedeorganisatie moeilijk te assimileren was voor hem. Onderschatting van de functie, of zelfs afwijzing van de noodzaak van revolutionaire organisatie, was in die tijd relatief gebruikelijk onder jongeren die op zoek waren naar politieke oriëntatie, gezien de kracht die uitging van een zeer jong proletariaat in de grote strijd van de jaren 1960 en 1970, waardoor de activiteit van revolutionaire organisaties ‘overbodig’ leek. Dit is begrijpelijk gezien de ervaringen van verraad door de ‘socialistische’, ‘kommunistische’, trotskistische partijen, enz., die sporen, trauma’s en wantrouwen achterlieten in de arbeidersklasse, nog verergerd door de demoraliserende werking van het vervreemdende militantisme in de linkse groepen van de jaren 1970 en 1980. Enrique gaf met name toe beïnvloed te zijn door het anarchisme[3] en te hebben deelgenomen aan een Situationistische groep op de universiteit. Binnen de IKS zelf kwam zijn onderschatting tot uiting van de noodzaak tot organisatie in de radenistische tendensen, waarvan Enrique aanvankelijk zelf de woordvoerder was, wat resulteerde in een weigering om dergelijke tendensen te bestrijden en een centrisme ten opzichte van het radenisme. De strijd tegen deze tendensen was doorslaggevend in Enrique’s evolutie op het vlak van organisatie. Hij liet zich niet meeslepen door frustratie of gevoelens van ontgoocheling, maar streefde ernaar de onmisbare noodzaak van revolutionaire organisatie te begrijpen en wijdde zich onvermoeibaar aan de verdediging ervan, onlosmakelijk verbonden met de niet aflatende strijd tegen opportunisme, tegen de druk van de burgerlijke ideologie in de rangen van de arbeidersklasse.
Enrique was altijd een geduldig polemist, in staat om de oorsprong uit te leggen van de verwarringen en dwalingen die een ideologische invloed uitten die vreemd was aan het proletariaat, en tegelijkertijd de theoretische en politieke bijdragen van de arbeidersbeweging te onderstrepen die hielpen deze te overwinnen. Deze geest van permanente strijd was nog een van zijn bijdragen, het reageren op elke fout, elk misverstand, het tot op de bodem uitzoeken van de wortels, het trekken van lessen voor de toekomst.
Waar hij altijd met energie en onverzettelijkheid tegen in opstand kwam, was de besmetting van politieke debatten door hypocrisie, dubbelhartigheid, laster, aanklachten en manoeuvres, met andere woorden door het gedrag en de moraal van de vijandige klasse, de bourgeoisie. Ook hier is Enrique altijd een dam geweest voor de verdediging van de waardigheid van het proletariaat.
Het militante traject van onze kameraad Enrique, al zijn bijdrage, al die militante passie, al die energie en werkcapaciteit die hij heeft getoond gedurende meer dan 50 jaar van voortdurende strijd voor de wereldrevolutie zijn niet alleen karakteristieke uitingen van Enrique's persoonlijkheid. Deze karaktereigenschappen komen overeen met het revolutionaire karakter van de klasse die hij op genereuze en voorbeeldige wijze diende. Bilan, de Italiaanse Kommunistische Linkerzijde, die afstand wilde nemen van het personalisme, bepleitte dat ‘elke militant zichzelf moet herkennen in de organisatie en de organisatie zichzelf op haar beurt moet herkennen in elke militant’. Enrique vertegenwoordigde de essentie van de IKS als weinig anderen. We zullen je altijd missen, kameraad, en we zullen ernaar streven om naar jouw voorbeeld te leven. Laten we je strijd voortzetten!
IKS, juni 2024.
[1] Révolution Internationale is de Franse groep die zich heeft ingezet voor de oprichting van het IKS (dat in 1975 werd opgericht) na het samengaan van verschillende organisaties zoals World Revolution in Groot-Brittannië, Internationalisme in België en Revoluzione Internazionale in Italië.
[2] Acción Proletaria was - vóór 1974 - de publicatie van een groep uit Barcelona waarmee RI contact had opgenomen en die aanvankelijk dichter bij de standpunten van de Kommunistische Linkerzijde stond. De groep redigeerde de eerste twee nummers van de publicatie en ging uiteindelijk uit elkaar onder het gewicht van nationalisme en links. Daarna bleef Acción Proletaria in Toulouse verschijnen en militanten van Révolution Internationale smokkelden het naar Spanje (nog steeds onder het regime van Franco); vanaf 1976, met de vorming van een afdeling van de IKS in Spanje, nam deze laatste de publicatie over.
[3] In de jaren 1970 had het anarchisme veel gewicht in Spanje. Op 2 juli 1977, bijvoorbeeld, stroomden 300.000 mensen naar Montjuic om een bijeenkomst bij te wonen die georganiseerd was door Federica Montseny. Federica Montseny was een Spaans anarcho-syndicaliste, die in 1936 als minister van Volksgezondheid toetrad tot de Tweede Spaanse Republiek.
Update, 2 Oktober 2024
Sinds dit artikel is geschreven, bevestigen recente gebeurtenissen, en in het bijzonder de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, duidelijk de voorspelling van het artikel dat we de toenemende escalatie van de oorlog tussen Israël en Hezbollah in Libanon zien. De oorlog heeft zich al uitgebreid naar Jemen met Israëlische aanvallen op havens die in handen zijn van de Houthi’s en naar Syrië met een aanval op Damascus. Het offensief van Israël tegen Hezbollah, dat begon met een uiterst geraffineerde en toch volstrekt barbaarse operatie die door de Mossad was bedacht in het hart van Beiroet, waarbij tegelijkertijd bijna 500 illegale telefoonpiepers en walkietalkiebommen tot ontploffing werden gebracht, werd gevolgd door een intens luchtbombardement op de Libanese hoofdstad, waarbij honderden mensen, waaronder veel kinderen, werden gedood, meer dan 1800 burgers gewond raakten op 26 september en tot een miljoen mensen werden gedwongen om hun huizen te ontvluchten. Rapporten geven aan dat honderdduizenden van hen hun toevlucht hebben gezocht in Syrië, waar al talloze vluchtelingenkampen zijn waar basisvoorzieningen vrijwel onbestaande zijn.
Op 27 september nog een coup voor de Israëlische staat: de moord op de hoogste leider van Hezbollah, Hassan Nasrallah. Deze en andere slagen tegen Hezbollah zijn duidelijk in het voordeel van het Netanyahu-regime, dat hier kan bogen op duidelijke ‘overwinningen’ in tegenstelling tot het dodelijke moeras in Gaza. Ondertussen is een Israëlisch grondoffensief in Zuid-Libanon al begonnen, met commandoaanvallen op Hezbollah-bases, ondersteund door luchtmacht. Het Israëlische offensief heeft Hezbollah beroofd van een aanzienlijk deel van zijn huidige leiders, maar het is een complete illusie om te denken dat je terrorisme kunt uitroeien door een paar commandanten weg te vagen. De oorlog in Libanon zal voor Israël geen snelle en gemakkelijke uitkomst hebben, zoals het al in 2006 ontdekte.
Hezbollah heeft wraak gezworen en blijft oproepen tot de vernietiging van de staat Israël, terwijl Teheran op zijn beurt een regen van ballistische raketten lanceert op Tel Aviv en Jeruzalem als vergelding, wat opnieuw een escalatie van de reactie van Israël zal uitlokken. De twee partijen maken gebruik van de huidige aandacht voor de komende Amerikaanse verkiezingen, hun onzekere uitkomst en de nabijheid van deze deadline, om hun provocatieve beleid te intensiveren, waarbij ze doof blijven voor de bevelen van zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie, die hebben opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Het is duidelijk dat de lokale machten zich halsoverkop storten op een escalerende en irrationele militaire situatie die de hele regio in vuur en vlam dreigt te zetten. Tegelijkertijd onthult het conflict de tegenstrijdige houding van de VS, die wapens blijven leveren aan Israël en inlichtingen verschaffen bij sommige van zijn aanvallen, zoals de Israëlische inval in Jemen. Washington heeft belang bij de verzwakking van Iran en zijn bondgenoten in de regio - wat ook een klap zou zijn voor Rusland, aangezien Iran een van zijn belangrijkste wapenleveranciers is. Zowel de VS als Groot-Brittannië hebben een directe rol gespeeld in de reactie van Israël op de Iraanse raketaanval (inlichtingen en antiraketvuur van de Amerikaanse Middellandse Zeevloot). Maar tegelijkertijd wil Washington niet dat de hele situatie uit de hand loopt; en Netanyahu’s groeiende verzet tegen de oproepen van de VS is een verder teken van de afnemende autoriteit van Amerika op wereldschaal.
In mindere mate, maar net zo belangrijk, is de oorlog tussen Rusland en Oekraïne aan verschanst en vastlopen. Zelensky heeft onlangs een toespraak gehouden bij de VN in een poging de ‘internationale gemeenschap’ ervan te overtuigen Oekraïne effectiever te steunen, waarbij hij schijnheilig een ‘plan voor vrede’ presenteerde, terwijl hij in feite op nauwelijks verholen wijze toegeeft dat het een kwestie is van druk uitoefenen op Moskou om Rusland ‘te dwingen vrede te sluiten’ onder de nieuwe voorwaarden die Oekraïne heeft opgelegd. Dit lokte alleen maar een venijnige reactie van Poetin uit, die verklaarde dat “hij nooit vrede onder dwang zou accepteren” en opnieuw bevestigde dat de voorwaarden van Moskou voor een staakt-het-vuren altijd dezelfde zijn geweest: erkenning van de regio’s die Rusland aan het begin van de oorlog heeft veroverd en het uitsluiten van toetreding van Oekraïne tot de NAVO. Deze voorwaarden zijn op hun beurt totaal onaanvaardbaar voor Kiev.
Bovendien heeft Groot-Brittannië langeafstandsraketten van het type Storm Shadow naar Oekraïne gestuurd en lijkt het zijn standpunt over het toestaan van het gebruik van deze raketten tegen doelen in Rusland te hebben gewijzigd. Als de VS, Duitsland en anderen in het Westen groen licht geven voor het gebruik van deze raketten in Rusland, zou dat weer een stap in de richting van de afgrond zijn. In reactie hierop heeft Poetin het protocol voor het gebruik van kernwapens veranderd, waardoor ze nu ‘asymmetrisch’ kunnen worden ingezet als cruciale installaties op Russisch grondgebied worden bedreigd, zelfs door een niet-nucleaire mogendheid. Als gevolg van dit alles wordt het vooruitzicht op heropening van de onderhandelingen tussen de twee hoofdrolspelers in het conflict opnieuw begraven. Op de grond daarentegen nemen de gevechten en de wederzijdse vernietiging niet alleen toe, maar dreigen ze opnieuw een nog dreigender wending te nemen met de hervatting van de bombardementen rond de kernreactoren van de Zaporizzja-centrale, terwijl beide partijen elkaar verwijten dat ze met vuur spelen.
Deze oorlogen laten zien dat de hele heersende klasse van dit barbaarse systeem schuldig is aan het spelen met vuur.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Deze zomer zijn de dodelijke spanningen in Oekraïne en het Midden-Oosten verder opgelopen in een destructieve escalatie waarvan de uitkomst niet duidelijker kan zijn: voor geen van de strijdende partijen zal er ooit iets goeds uit deze oorlogen voortkomen.
Een oneindige escalatie van oorlog
De opmars van het Russische leger in Oost-Oekraïne is beantwoord met nieuwe invallen. Deze keer rechtstreeks door het Oekraïense leger op Russisch grondgebied in de Koersk-regio. Er is een nieuwe stap gezet, die de bevolking en de wereld bedreigt met een uitbreiding van het conflict en een nog dodelijker confrontatie. Alle strijdende partijen zijn in een uiterst gevaarlijke spiraal terechtgekomen: Zelenski, bijvoorbeeld, wacht allen maar op een kans om Rusland harder te kunnen raken dankzij de Europese en Amerikaanse raketten die hij ontvangt. En dit voedt alleen maar de moorddadige vlucht naar voren van het Kremlin, zoals in het geval van de aanvallen in Poltava, die 55 doden toevoegden aan de eindeloze lijst van slachtoffers. Van zijn kant blijft ook Wit-Rusland een macht die mogelijk een actieve rol kan spelen in het conflict: met de Oekraïense inval in Koersk is deze mogelijkheid toegenomen. De regering Loekasjenko heeft een derde van zijn leger gestationeerd aan de gemeenschappelijke grens tussen Wit-Rusland en Oekraïne en de militaire oefeningen in juni hebben eraan herinnerd dat het Russische kernwapens op zijn grondgebied heeft. Het risico dat de oorlogsspiraal zich uitbreidt is ook aanwezig in Polen, dat opnieuw zijn bezorgdheid heeft geuit door zijn troepen in staat van paraatheid te houden. Hoewel de NAVO, waar Polen lid van is, officieel heeft geweigerd troepen te sturen, sprak de Poolse premier Donald Tusk eind maart van een “tijdperk van naderende oorlog”.
In het Midden-Oosten zijn de dagelijkse gruwelen in Gaza nog verergerd door het offensief van het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever en de interventie in Zuid-Libanon, in een totaal irrationele vlucht naar voren. De provocerende moord op de Hamas-leider in Teheran leidde alleen maar tot zijn vervanging door een nieuwe leider die nog extremistischer en bloeddorstiger is, en ontstak een nieuw lont in het regionale kruitvat. Dit alles heeft Iran en zijn bondgenoten uiteraard nieuwe voorwendselen gegeven om zich nog meer in het conflict te mengen en om hun misdaden en provocaties op te voeren.
Terwijl de hypocriete onderhandelingen over een staakt-het-vuren half augustus in Doha plaatsvonden, gingen de slachtingen en vernietigingen onverminderd en met grotere intensiteit door. Netanyahu torpedeert voortdurend elke poging tot een diplomatieke opening, om zo zijn politiek van de verschroeide aarde kracht bij te zetten, waarbij hij de lijken opstapelt in een poging zijn hachje te redden. Elke partij voerde het bloedbad alleen maar op om de onderhandelingen te beïnvloeden.
Netanyahu en Hamas, Poetin en Zelenski en de imperialistische mogendheden die hen actief steunen, al deze imperialistische aasgieren storten zich in een eindeloze logica van alsmaar destructievere confrontaties. Dit bevestigt ten volle dat de oorlogsspiraal van het kapitalisme in volle staat van ontbinding elke economische rationaliteit heeft verloren en de neiging heeft om te ontsnappen aan de controle van zowel zijn directe protagonisten als van alle betrokken imperialistische machten.
De ontbinding van het kapitalisme versnelt, de conflicten verergeren
Deze conflicten illustreren het enorme gewicht van de ontbinding van het kapitalistische systeem, waarvan de onomkeerbare versnelling de mensheid steeds meer dreigt te vernietigen, zowel vanwege hun duur, de manier waarop ze zich ontvouwen, de politieke impasse waarin ze wegzakken als door de vlucht naar voren in een logica van verschroeide aarde. Hoewel een wereldoorlog niet aan de orde is, vanwege de instabiliteit van de allianties en de algemene ongedisciplineerdheid die de internationale verhoudingen nu kenmerken, kan de intensivering en geleidelijke uitbreiding van conflicten op termijn alleen maar leiden tot steeds meer vernietiging en chaos.
Het feit dat er geen imperialistische blokken bestaan die klaar zijn voor een wereldoorlog (zoals het Westblok en het Oostblok tijdens de Koude Oorlog) leidt uiteindelijk tot grotere instabiliteit: aangezien er niet langer een gemeenschappelijke vijand is en er geen blokdiscipline meer bestaat, handelt elke staat en/of factie nu uitsluitend voor zijn eigen doeleinden, waardoor ze gemakkelijker met elkaar in botsing komen in een strijd van allen tegen allen. Hierdoor worden de acties van anderen belemmert en is het steeds moeilijker de eigen politiek onder controle te houden.
Vanwege deze tendens de Verenigde Staten, terwijl het hun steun aan de NAVO handhaaft, ziet ze hun eigen facties elkaar verscheuren over de te volgen politiek, zowel in Oekraïne als in Gaza. Terwijl de regering Biden de steun aan haar bondgenoten wil handhaven, proberen de Republikeinen die te beperken. Aanvankelijk bevroren ze in het Congres 60 miljard dollar aan steun voor Oekraïne en 14 miljard dollar voor Israël, om uiteindelijk toe te geven en ermee in te stemmen die steun vrij te geven. Deze scheuren accentueren de moeilijkheid van de Verenigde Staten om hun hegemonie aan de wereld op te leggen. Zo verliezen ze steeds meer controle over hun politiek en hun autoriteit over de protagonisten in conflicten.
In deze context gooit de groeiende polarisatie tussen de twee grootmachten, China en de Verenigde Staten, olie op het vuur. Hoewel een grootschalige oorlog tussen deze twee grootmachten voorlopig uitgesloten is, zijn de spanningen constant en neemt het risico op een regionale confrontatie over Taiwan alleen maar toe. China zet zijn militaire oefeningen in de buurt van en rond het eiland voort, het gaat door met en voert zijn militaire provocaties in de Chinese Zee, zij het voorzichtig, op en het voert zijn intimidaties, vooral richting de Filipijnen en Japan. De Verenigde Staten, zeer bezorgd, verheffen hun stem en bevestigen opnieuw hun steun aan hun lokale bondgenoten die worden bedreigd, terwijl ze ook hun provocaties opvoeren. De situatie wordt steeds oncontroleerbaarder. Het risico op nieuwe conflicten neemt voortdurend toe.
De arbeiders
blijven de grootste slachtoffers
Of ze zich nu in de onmiddellijke nabijheid van de conflictgebieden bevinden of buiten de frontlinies geconfronteerd worden met de aanvallen als gevolg van de oorlogseconomie, het zijn altijd de arbeiders die het zwaarst getroffen worden. In oorlogsgebieden zijn ze het slachtoffer van bombardementen, lijden ze onder beperkingen en gaan ze gebukt ze terreur, verschrikkingen en bloedbaden. Als ze niet worden uitgebuit in fabrieken, mijnen of kantoren, worden ze door de bourgeoisie gebruikt als kanonnenvoer. In Oekraïne ronselt de regering willekeurig elke man tussen de 25 en 60 jaar, rechtstreeks door ontvoering of met het lokkertje van een hoger salaris dan met een baan in de burgerlijke maatschappij. Bovenop de dienstplicht misbruikt de bourgeoisie ook nog de erbarmelijke omstandigheden van de arbeiders om zich hun bloed en leven toe te eigenen.
Dit alles is alleen mogelijk dankzij intense nationalistische propaganda, grootschalige ideologische campagnes en een conditionering gepland door de staat: “De oorlog is een methodisch georganiseerd, reusachtig moorden. Voor het stelselmatig moorden moet echter bij normaal aangelegde mensen eerst de daarbij passende bedwelming opgewekt worden. Dat is vanouds de gebruikelijke methode van oorlogvoerenden. De beestachtigheid van de gedachten en van de gezindheid moet overeenstemmen met de beestachtigheid van de praktijk, de eerste moet de laatste voorbereiden en begeleiden “[1]. Dit is de reden waarom de arbeidersklasse in Oekraïne, Rusland en het Midden-Oosten op dit moment niet het vermogen heeft om te reageren, en het heel moeilijk zal vinden om dat te doen gezien de ‘bedwelming’ waaraan ze wordt blootgesteld.
Het is waar dat Netanyahu’s regering steeds impopulairder wordt, en dat het nieuws van elke Hamas-moord op Israëlische gijzelaars enorme demonstraties heeft uitgelokt, omdat steeds meer Israëli’s erkennen dat het verklaarde doel van de regering om de gijzelaars te bevrijden en Hamas te vernietigen, met elkaar in tegenspraak zijn. Maar de demonstraties, zelfs als ze een staakt-het-vuren eisen, blijven binnen de grenzen van het nationalisme en de burgerlijke democratie en bevatten geen dynamiek in de richting van een proletarisch antwoord op de oorlog.
Het proletariaat van de Westerse landen blijft door zijn ervaring met de klassenstrijd, in het bijzonder met de geraffineerde valstrikken die de burgerlijke overheersing oplegt, het belangrijkste tegengif tegen de vernietigende spiraal. Door zijn strijd tegen de gevolgen van de oorlogseconomie, zowel de bezuinigingen als de uit de pan rijzende inflatie, legt hij de basis voor zijn toekomstige aanvallen op het kapitalisme n
Tatlin/WH, 5 september 2024
[1] Rosa Luxemburg, De crisis van de sociaal-democratie (1915)
Internationale Kommunistische Stroming aan:
En aan de groep Internationalist Communist Perspective (Z. Korea)
Beste kameraden,
Hierbij voegen wij een voorstel voor een oproep van de Kommunistische Linkerzijde tegen de reusachtige internationale campagne van de bourgeoisie ter verdediging van de ‘democratie’ tegen het populisme en uiterst rechts. Ondanks hun verschillen komen alle linkskommunistische groepen voort uit de enige politieke traditie die steeds de valse keuzes heeft verworpen voor de regeringen, die de bourgeoisie aanwendt om haar permanente dictatuur te verbergen en de arbeidersklasse af te leiden van haar strijdterrein. Het is van vitaal belang dat deze groepen vandaag een gezamenlijke verklaring afleggen die een referentie biedt voor de verdediging van de politieke belangen en strijd van het proletariaat en die een duidelijk alternatief vormt voor de hypocriete leugens van de vijandige klasse.
Graag ontvingen wij een snelle reactie op deze brief en dit voorstel. De formuleringen van de voorgestelde oproep kunnen uiteraard besproken en gewijzigd worden binnen het kader van de klassegrenzen.
Wij kijken uit naar jullie antwoord.
Kommunistische groeten
IKS, 30 augustus 2024
Voorgestelde oproep
Oproep van de Kommunistische Linkerzijde tegen de internationale campagne ter mobilisatie voor de burgerlijke democratie
Tegen het bedrog van de burgerlijke democratie en haar valse keuzes!
Voor een resolute strijd van de arbeidersklasse tegen de dictatuur van de kapitalistische klasse!
De afgelopen maanden hebben de media (die gecontroleerd worden door en het werk doen van de kapitalistische klasse) wereldwijd zich gericht op het verkiezingscarnaval dat heeft plaatsgevonden in Frankrijk, daarna in Groot-Brittannië en in de rest van de wereld, zoals Venezuela, Iran en India, en nu steeds meer in de Verenigde Staten.
Het dominante thema van de verkiezingspropaganda is de verdediging van de democratische façade van regeringen in dienst van de kapitalistische overheersing. Een façade die ontworpen is om de realiteit van de imperialistische oorlog, de verarming van de arbeidersklasse, de vernietiging van het milieu en de vervolging van vluchtelingen te verbergen. Het is het democratische vijgenblad dat de dictatuur van het kapitaal verbergt, welke partij (rechts, links of centrum) ook de politieke macht waarneemt in de burgerlijke staat.
De arbeidersklasse wordt gevraagd om valse keuzes te maken tussen de ene of de andere kapitalistische regering, tussen deze of gene partij of leider en vandaag de dag steeds vaker om te kiezen voor degenen die beweren de democratische regels van de burgerlijke staat te respecteren, tegenover degenen die, zoals populistisch rechts, deze regels met openlijke minachting behandelen, in plaats van verborgen zoals de democratische partijen doen.
Maar in plaats van te kiezen wie haar de komende jaren zal uitbuiten en onderdrukken, moet de arbeidersklasse haar eigen klassenbelangen verdedigen op het gebied van de lonen en de levensomstandigheden en proberen haar eigen politieke macht te veroveren- doelstellingen die de met de ophef over democratie afgeleid worden en als onmogelijk voorkomen.
Wat de uitslag van de verkiezingen ook zal zijn, in deze en andere landen zal dezelfde kapitalistische dictatuur van wapengeweld en armoede voortduren en erger worden. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld, waar de centrumlinkse Labourpartij zojuist een populistisch beïnvloede Tory-regering heeft vervangen, heeft de nieuwe premier geen tijd verloren met het versterken van de betrokkenheid van de Britse bourgeoisie bij de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en met het handhaven en opvoeren van de aanvallen op de arbeidersklasse om haar imperialistische ondernemingen te helpen financieren.
Welke politieke krachten verdedigen werkelijk de belangen van de arbeidersklasse tegen de toenemende aanvallen van de kapitalistische klasse? Niet de erfgenamen van de sociaaldemocratische partijen die hun ziel verkochten aan de bourgeoisie tijdens de Eerste Wereldoorlog en die, samen met de vakbonden, de arbeidersklasse mobiliseerden in uniform en in de loopgraven voor de slachting van miljoenen mensen. Noch de laatste apologeten van het stalinistische "communistische" regime dat tientallen miljoenen arbeiders opofferde voor de imperialistische belangen van de Russische natie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Noch het trotskisme of de officiële anarchistische stroming die, op een paar uitzonderingen na, kritische steun gaven aan de ene of de andere kant in dit imperialistische bloedbad. Vandaag de dag scharen de afstammelingen van deze laatste politieke krachten zich "kritisch" achter de liberale en linkse burgerlijke democratie tegen populistisch rechts om zo mee de arbeidersklasse te demobiliseren.
Alleen de Kommunistische Linkerzijde, hoewel klein in aantal, is in de laatste honderd jaar trouw gebleven aan de arbeidersstrijd, als onafhankelijke klasse, gedurende de laatste honderd jaar. Tijdens de revolutionaire arbeidersgolf van 1917-23 verwierp de politieke stroming onder leiding van Amadeo Bordiga, die toen overheerste in de Italiaanse Kommunistische Partij, de valse keuze tussen de fascistische en antifascistische partijen, die samen hadden gewerkt om de revolutionaire opleving van de arbeidersklasse met geweld neer te slaan. In zijn tekst "Het Democratische Principe" uit 1922 hekelde Bordiga de aard van de democratische mythe in dienst van de kapitalistische uitbuiting en moord.
In de jaren 1930 klaagde de Kommunistische Linkerzijde de linkse en rechtse fracties van de bourgeoisie aan, of ze nu fascistisch of antifascistisch waren, die het naderende imperialistische bloedbad voorbereidden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was alleen deze stroming in staat om een internationalistisch standpunt in te nemen en op te roepen tot de transformatie van de imperialistische oorlog in een burgeroorlog van de arbeidersklasse tegen de hele kapitalistische klasse in elk land. De Kommunistische Linkerzijde weigerde de macabere keuze tussen democratisch of fascistisch bloedvergieten, tussen de wreedheden van Auschwitz of Hiroshima.
Daarom hebben de verschillende expressies van de Kommunistische Linkerzijde, ongeacht hun politieke verschillen, vandaag besloten om een gezamenlijke oproep aan de arbeidersklasse te lanceren, in het licht van de hernieuwde campagnes die deze valse keuzes ondersteunen, die allemaal ten gunste van kapitalistische regimes zijn en bedoeld om de arbeidersklasse achter de liberale democratie of het rechtse populisme, achter het fascisme of antifascisme te scharen:
WEG MET HET BEDROG VAN DE BURGERLIJKE DEMOCRATIE, DIE DE DICTATUUR VAN HET KAPITAAL EN ZIJN IMPERIALISTISCH MILITARISME VERBERGT!
TEGEN DE BEZUINIGINGEN VAN DE KAPITALISTISCHE DEMOCRATIE EN HET NATIONAAL BELANG, LEVE DE STRIJD VAN HET INTERNATIONALE PROLETARIAAT TER VERDEDIGING VAN ZIJN KLASSENBELANGEN!
VOOR EEN REVOLUTIE VAN DE ARBEIDERSKLASSE OM DE BOURGEOISIE HAAR POLITIEKE MACHT TE ONTNEMEN, DE KAPITALISTISCHE KLASSE TE ONTEIGENEN EN EEN EINDE TE MAKEN AAN DE CONFLICTEN TUSSEN KLASSEBROEDER DIE HET PROLETARIAAT WORDEN OPGELEGD DOOR CONCURRERENDE NATIESTATEN!
Na de dood door de steekpartij van drie kinderen in Southport op 29 juli ging extreemrechts in de aanval op sociale media. Met behulp van de verspreiding van valse informatie en geruchten buitten ze deze verachtelijke misdaad onmiddellijk uit door immigranten als zondebok aan te wijzen. Tussen 30 juli en 5 augustus namen de racistische aanvallen in het Verenigd Koninkrijk razendsnel snel toe, gericht tegen de huizen van asielzoekers en advocaten gespecialiseerd in de rechten van migranten, moskeeën en winkels van immigranten. De rellen breidden zich uit naar meer dan 35 plaatsen. Zelfs in Noord-Ierland werden aanslagen gemeld. Hoewel de ideologische invloed van de (officieel ontbonden) English Defence League opmerkelijk was, waren de rellen niet georganiseerd, maar kwamen ze vooral voort uit extreemrechtse internetnetwerken. Dit waren de ergste rellen sinds 2011, die de diepe verdeeldheid binnen de Britse maatschappij blootlegden.
Deze golf van racistische aanvallen staat niet op zichzelf. In de afgelopen jaren zijn de anti-migranten retoriek en haatmisdrijven steeds vaker voorgekomen in het Verenigd Koninkrijk. Dergelijke uitbarstingen zijn een wijdverbreid verschijnsel geworden in de wereld. Brutale aanvallen op migranten en vluchtelingen door menigten die vooral bestaan uit de maatschappelijk meest achtergestelde lagen van de bevolking vinden nu plaats in veel landen over de hele wereld, van Chili tot Kirgizië en van Zweden tot India.
Een paar opvallende voorbeelden:
- In Chemnitz, Duitsland, ontaardden op 26 en 27 augustus 2018 twee dagen van gewelddadige extreemrechtse demonstraties in een jacht op mensen waarvan van vermoed werd dat ze immigranten waren. Zwaaiend met Duitse vlaggen en enkelen die nazi-groet brachten, baande een woedende menigte van 8.000 mensen zich een weg door de straten. In groepen vielen ze voorbijgangers met een donkere huidskleur aan en moedigden ze mensen aan om mee te doen met de jacht. Deze agressie, die begon na de fatale steekpartij op een 35-jarige Duitser door een Syrische migrant, was een uiting van de heropleving van haat en de verspreiding van een geest van pogrom.
- In Turkije was de nacht van 30 juni 2024 het begin van drie nachten van haat en racistische aanvallen tegen Syrische vluchtelingen en hun bezittingen. In Kayseri veranderde de aanvankelijke verontwaardiging in een pogrom waarbij huizen van vluchtelingen werden platgebrand, voertuigen werden vernield en in brand gestoken, winkels werden geplunderd en beschadigd, dit alles onder begeleiding van leuzen tegen de vluchtelingen. In de dagen daarna verspreidden de aanvallen zich naar andere steden, waar Syriërs opnieuw werden geterroriseerd. In Antalya werd een 17-jarige Syriër gedood en raakten twee van zijn vrienden ernstig gewond. Het motief voor de aanvallen was volledig verzonnen.
- In september 2019 werden migranten in Zuid-Afrika brutaal aangevallen en hun bezittingen vernield door lokale burgers in verschillende steden en provincies in het hele land. De aanvallen begonnen als een demonstratie met gezangen waarin werd geëist dat buitenlanders zouden terugkeren naar waar ze vandaan kwamen. Tijdens de demonstratie begon de menigte eigendommen te plunderen, bedrijven van Afrikaanse migranten te vernielen en in brand te steken. Ze vielen ook mensen aan die probeerden de plundering of vernieling van hun winkels te beschermen of te voorkomen. Als gevolg van deze aanvallen werden twaalf Afrikaanse migranten gedood en raakten duizenden gewond.
De escalatie van aanvallen op migranten, Arabieren en zwarten staat niet op zichzelf: ze zijn het resultaat van een jarenlange racistische politiek en retoriek van politici van zowel rechtse als linkse partijen. De heersende klasse heeft altijd de racistische kaart gespeeld wanneer het haar uitkwam. Maar populisten en extreemrechts zijn nog steeds de meest heftige en brutale uitingen van anti-migrantenretoriek, waarbij ze de 'ander' afschilderen als een bedreiging voor het welzijn van de autochtone bevolking. De diepgewortelde haat die ze tegen hen aanwakkeren, vindt een steeds vruchtbaardere bodem in een kapitalistische maatschappij, die staat weg te rotten.
In dit verwrongen wereldbeeld zijn migranten verantwoordelijk voor het lijden van iedereen. Deze zondebokvorming impliceert een daad van ontmenselijking, waarbij het extreemrechtse en populistische discours de vluchtelingen presenteren als wezens van een andere soort. Marine Le Pen van Rassemblement National, heeft de toestroom van vluchtelingen naar Europa bijvoorbeeld vergeleken met een invasie van barbaren. Laurence Fox, van de Reclaim Party[1], suggereerde onlangs dat moslims indringers zijn. Jarosław Kaczyński, leider van de Poolse partij Wet en Rechtvaardigheid, waarschuwde dat migranten allerlei ongedierte met zich mee kunnen brengen. Donald Trump verklaarde dat de meeste immigranten uit Mexico verkrachters, drugsdealers en criminelen zijn.
De bourgeoisie gebruikt de rellen om de uitbreiding en versterking van haar repressieve apparaat te legitimeren. De voorzitter van de politievakbond in het Verenigd Koninkrijk gebruikte de rellen om op te roepen tot meer bevoegdheden voor de ordedienst. In de nasleep van de rellen heeft de Britse regering law-and-order maatregelen aangekondigd om extreem-rechts te bestrijden, waaronder de oprichting van een "permanent leger" van gespecialiseerde politieagenten die snel kunnen worden ingezet in gebieden met rellen en extreem-rechts geweld. Maar zoals we al schreven in een eerder artikel: "No to divide and rule! Our only defence is the class struggle! [292]”: de versterking van de repressie zal onvermijdelijk gebruikt worden tegen de toekomstige strijd van de arbeidersklasse.
Deze toename van anti-immigrantendiscours houdt verband met het groeiende aantal ontheemden dat naar veilige delen van de wereld vluchten en met het onvermogen van de nationale bourgeoisieën om hun opvang en integratie in het land van aankomst te organiseren. Maar het is ook belangrijk om op te merken dat de staat het steeds moeilijker vindt om de “ieder voor zich” in de maatschappij tegen te gaan, evenals de versplintering en diepgaande erosie van de maatschapprelijke samenhang. In dergelijke omstandigheden uit de ontevredenheid zich vaak gemakkelijker in willekeurig geweld, dat als uitlaatklep dient voor de bewoners van de regio's die het meest te lijden hebben onder de verschijnselen van de ontbinding.
Daarbij komt nog de algemene verontwaardiging over de onmenselijke behandeling van migranten, die ook een uitweg zoekt: demonstraties tegen het racistische politiek van regeringen en politieke partijen, pogingen van minderheden om de huizen van migranten te verdedigen of blokkades te vormen om de uitzetting van migranten te voorkomen. Maar bepaalde fracties van de bourgeoisie proberen deze verontwaardiging altijd om te zetten in een verdediging van de burgerlijke democratie, die bedreigd zou worden door extreem-rechtse of fascistische organisaties.
Het etiket ‘fascistisch’, dat wordt opgeplakt op organisaties die oproepen tot, en in sommige gevallen leiding geven aan aanvallen van racistische aard, is bedoeld om de bevolking, inclusief arbeiders, te mobiliseren tegen het gevaar dat zij zouden vormen voor de democratie. Tegenover de zogenaamde fascistische dreiging werken politieke partijen van gematigd rechts tot extreem links meestal samen om de bevolking te mobiliseren in het kielzog van de burgerlijke staat.
Een dergelijke manoeuvre werd begin 2024 uitgevoerd tijdens demonstraties in Duitsland als reactie op de organisaties Alternative für Deutschland en de Identitarian Movement, die een plan hadden besproken voor de massale uitzetting van asielzoekers. Opgeroepen door een alliantie van burgerrechtenbewegingen, vakbonden en politieke partijen, en actief gesteund door de meeste ultralinkse organisaties, gingen honderdduizenden mensen de straat op om drie opeenvolgende weekenden te protesteren tegen wat Olaf Scholz omschreef als "een aanval op onze democratie".
Deze mobilisaties tegen racisme blijven vormen van deelstrijd rondom een enkele kwestie, die "zich voornamelijk voordoen op het niveau van de bovenbouw, waarbij hun eisen zich richten op thema's die de fundamenten van de kapitalistische maatschappij buiten beschouwing laten, ook al kunnen ze naar het kapitalisme wijzen als de veratwoordelijke".
Wanneer het niet gaat om openlijke eisen voor democratische rechten, dan doen de politieke krachten van de heersende klasse er alles aan om te voorkomen dat arbeiders het noodzakelijke verband leggen tussen de strijd tegen racisme en alle vormen van segregatie of uitbuiting (tegen vrouwen, homoseksuelen, enz.) en de historische strijd van de arbeidersklasse. Het doel is altijd om het vraagstuk te herleiden tot het terrein van democratische rechten en de gevaarlijke illusie dat de burgerlijke staat een antwoord kan bieden op al deze criminele wandaden. In tegenstelling tot wat ultralinkse groeperingen beweren, kan de antiracistische strijd nooit het begin zijn van een strijd tegen het kapitalistische systeem.
Democratie is slechts één uitdrukking van de dictatuur van het kapitaal. De strijd voor democratie lost het probleem van racisme in de maatschappij niet op en leidt alleen maar tot voortzetting van de kapitalistische uitbuiting en overheersing. Maar de bourgeoisie grijpt elke gelegenheid aan om de arbeidersklasse af te leiden van de strijd op haar eigen terrein en deze in een impasse te brengen. Dit is een opzettelijke manoeuvre, zoals het geval was met de mobilisaties aan het begin van het jaar in Duitsland, om de arbeiders af te leiden van de klassestrijd, het enige terrein waarop echte solidariteit met de verdoemden der aarde tot uiting gebracht kan worden.
De Britse arbeidersklasse heeft een rijke geschiedenis:
- Zij stond aan de wieg van de internationale arbeidersbeweging en streed voor de internationale eenheid van alle arbeiders, ongeacht hun afkomst.
- Op 31 december 1862 kwamen duizenden arbeiders bijeen in Manchester en waren de eersten die hun sympathie uitspraken voor de noordelijke staten van de Verenigde Staten en Lincoln opriepen om de slavernij af te schaffen.
- In 2022-2023 vochten arbeiders van alle kleuren, religies en etniciteiten samen om hun levensomstandigheden te verdedigen tegen de crisis in de kosten van levensonderhoud.
- In augustus van dit jaar, op een moment dat bijna 20% van het NHS-personeel van niet-Britse afkomst was, werden solidariteitsbetuigingen geuit met geïmmigreerde gezondheidswerkers, die het meest kwetsbaar waren bij de uitvoering van hun taken.
Het zijn dit soort gevechten die de sleutel vormen tot het overwinnen van racisme en alle andere giftige verdeeldheid in de samenleving.
Dennis, 5 september 2024
[1] The Reclaim Party is a right wing populist party in the UK that was launched by former actor Laurence Fox in 2020.
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_372_klweb.pdf
[2] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftn7
[3] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref1
[4] https://www.theguardian.com/environment/2018/dec/29/green-new-deal-plans
[5] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref2
[6] https://en.internationalism.org/content/16760/90-years-after-1929-crash-
[7] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref3
[8] https://en.wikipedia.org/wiki/New_Deal
[9] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref4
[10] https://neweconomics.org
[11] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref5
[12] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref6
[13] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref7
[14] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref8
[15] https://en.internationalism.org/content/16766/green-new-deal-or-greenwashing-capitalism#_ftnref9
[16] https://en.internationalism.org/content/16734/ecological-disaster-poison
[17] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/groene-economie
[18] https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het-
[19] https://en.internationalism.org/ir/023_proletariat_under_decadence.html
[20] https://en.internationalism.org/content/16832/war-masks-bourgeoisie-class-thieves
[21] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/corona
[22] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/coronacrisis-0
[23] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/ontbinding
[24] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/pandemie
[25] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatstaking
[26] https://en.internationalism.org/content/16711/report-impact-decomposition-political-life-bourgeoisie-23rd-icc-congress
[27] https://en.internationalism.org/international-review/201702/14255/trump-election-and-crumbling-capitalist-world-order
[28] https://en.internationalism.org/icconline/201808/16506/elections-italy-populism-problem-bourgeoisie-obstacle-proletariat
[29] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-belgie
[30] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/covid-19
[31] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/sars-cov-2
[32] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_373_klweb_0.pdf
[33] https://socialisme.nu/een-socialistisch-antwoord-op-covid-19/
[34] https://www.grenzeloos.org/content/de-crisis-geen-kans-maar-de-vijand
[35] https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/19/hoe-nederland-reageerde-op-het-nieuwe-virus-uit-china-van-niks-aan-de-hand-tot-blinde-paniek-a4003075
[36] https://www.groene.nl/artikel/de-ja-knikkers-van-hugo
[37] https://nl.internationalism.org/content/1508/het-kapitalisme-verantwoordelijkheid-voor-de-gezondheidscatastrofe
[38] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/coronacrisis
[39] https://nl.internationalism.org/content/1513/politieke-instabiliteit-belgie-en-covid-19-arbeiders-mogen-er-de-rekening-niet-voor
[40] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865loonprijs.htm
[41] https://nl.internationalism.org/content/1497/volksopstanden-zijn-geen-antwoord-op-de-verdieping-van-de-crisis-en-de-ellende-van-het
[42] https://nl.internationalism.org/tag/people/de-croo
[43] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/regeringsvorming
[44] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/vivaldi
[45] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/de-croo-i
[46] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftn1
[47] https://nl.internationalism.org/content/1540/rapport-over-de-covid-19-pandemie-en-de-periode-van-kapitalistische-ontbinding#_ftn2
[48] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftn3
[49] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftn4
[50] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftn5
[51] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftn6
[52] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftn7
[53] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref1
[54] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref2
[55] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref3
[56] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref4
[57] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref5
[58] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref6
[59] https://nl.internationalism.org/print/book/export/html/1540#_ftnref7
[60] https://en.internationalism.org/pamphlets/decadence/ch1
[61] https://nl.internationalism.org/tag/11/151/congres-resoluties
[62] https://nl.internationalism.org/tag/3/47/maatschappelijke-ontbinding
[63] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1877/anti-duhring/26.htm
[64] https://nl.qaz.wiki/wiki/The_Internationale#Original_French_lyrics
[65] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/verkiezingen-vs
[66] https://nl.internationalism.org/tag/17/320/trump
[67] https://nl.internationalism.org/tag/6/323/parlementarisme
[68] https://en.internationalism.org/content/16894/war-vaccines-capitalism-obstacle-discovery-treatment
[69] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/covid-19
[70] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_374_klweb.pdf
[71] https://nl.internationalism.org/content/1539/nieuwe-belgische-regering-de-croo-een-dynamische-ploeg-om-het-vertrouwen-de-politiek-te
[72] https://nl.internationalism.org/content/1540/rapport-over-de-covid-19-pandemie-en-de-periode-van-kapitalistische-ontbinding
[73] https://fr.internationalism.org/content/10421/covid-19-afrique-du-vain-espoir-2020-a-dure-realite-2021
[74] https://nl.internationalism.org/tag/people/mark-rutte
[75] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-nederland
[76] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_375_klweb_0.pdf
[77] https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1917/staat-revolutie/ch05.htm
[78] https://www.972mag.com/palestinian-protests-unity-jerusalem/
[79] https://libcom.org/forums/news/jerusalem-gaza-14052021
[80] https://en.internationalism.org/content/17028/against-nationalist-poison-international-solidarity-all-workers
[81] https://www.redblacknotes.com/2021/05/14/freedom-for-palestine-statement-from-anarchist-communist-groups-in-oceania/
[82] https://www.anarchistcommunism.org/2021/05/17/on-the-crisis-in-israel-palestine/
[83] https://socialismoryourmoneyback.blogspot.com/2021/05/war-without-end.html
[84] https://en.internationalism.org/content/16885/acg-rejects-identity-politics-accepts-democratic-secular-state-israel
[85] https://en.internationalism.org/content/17016/wars-and-pogroms-future-capitalism-offers-us
[86] http://www.leftcom.org/en/articles/2021-05-20/neither-israel-nor-palestine-no-war-but-the-class-war
[87] https://www.angryworkers.org/2021/05/25/editorial-3-palestine-israel/
[88] https://nl.internationalism.org/tag/4/90/israel
[89] https://nl.internationalism.org/tag/4/91/palestina
[90] https://nl.internationalism.org/tag/3/45/internationalisme
[91] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/israel
[92] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/palestina
[93] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/internationalisme
[94] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/nationalisme
[95] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/internationalist-communist-tendency
[96] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/angry-workers-world
[97] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/kras
[98] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/anarchist-communist-group
[99] https://nl.internationalism.org/content/1442/het-kapitalisme-bedreigt-de-planeet-en-de-mensheid-alleen-de-wereldwijde-strijd-van-het
[100] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/klimaatopwarming
[101] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatbetoging
[102] https://nl.internationalism.org/content/1455/ecologroen-en-vlaams-belang-de-winnaars-van-de-verkiezingen-de-gevaarlijke-misleidingen
[103] https://businessam.be/hervormingen-zijn-de-weg-uit-deze-crisis-waar-wachten-we-op/
[104] https://www.nbb.be/doc/dq/f/dq3/nfco.pdf
[105] https://www.voka.be/publicaties/voka-paper-juni-2021-de-houdbaarheid-van-onze-overheidsfinancien
[106] https://www.gva.be/cnt/dmf20210922_97953931
[107] https://nl.internationalism.org/content/1566/covid-19-crisispolitiek-belgie-achter-de-maskerade-van-1-ploeg-van-11-miljoen
[108] https://nl.internationalism.org/content/1570/overstromingen-droogte-branden-kapitalisme-leidt-de-mensheid-naar-een-wereldwijde
[109] https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/10/14/wooncrisis-vlaanderen-is-sinds-2014-bevoegd-voor-wonen-maar-weigert-in-te-grijpen/
[110] https://abvv.be/sociaal-economische-barometer-abvv-op-naar-meer-zekerheid-en-kwaliteit
[111] https://www.hln.be/jobs/werken-en-toch-in-armoede-leven-het-bestaat-ook-in-belgie~a5c03588/
[112] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-belgie
[113] https://pp.one/
[114] https://www.rtl.nl/onderzoek/artikel/5248327/achterstallig-onderhoud-huurwoningen-woningstichting-corporatie-matig
[115] https://en.internationalism.org/worldrevolution/201301/6246/capitalism-produces-housing-crisis
[116] https://www.theguardian.com/society/2012/dec/03/squatters-criminalised-not-home-stealers
[117] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1872/1872woning.htm
[118] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-nederland
[119] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/woningnood
[120] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_376_klweb_0.pdf
[121] https://fr.internationalism.org/content/10732/etats-unis-russie-union-europeenne-ukraine-tous-etats-sont-responsables-guerre#sdfootnote4anc
[122] https://nl.internationalism.org/iksonline/201601/1302/orientatietekst-militarisme-en-ontbinding
[123] https://fr.internationalism.org/content/10732/etats-unis-russie-union-europeenne-ukraine-tous-etats-sont-responsables-guerre#sdfootnote5anc
[124] https://fr.internationalism.org/content/10732/etats-unis-russie-union-europeenne-ukraine-tous-etats-sont-responsables-guerre#sdfootnote6anc
[125] https://fr.internationalism.org/content/10553/alliance-militaire-aukus-lexacerbation-chaotique-des-rivalites-imperialistes
[126] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlog-oekraine-1
[127] https://nl.internationalism.org/tag/17/285/poetin
[128] https://nl.internationalism.org/tag/4/95/rusland-kaukasus-centraal-azie
[129] https://www.istitutoonoratodamen.it/
[130] https://www.internationalistvoice.org/
[131] http://communistleft.jinbo.net/xe/
[132] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen
[133] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde
[134] https://nl.internationalism.org/tag/8/133/de-beweging-van-zimmerwald
[135] https://www.marxists.org/nederlands/luxemburg/1915/junius/7.htm
[136] https://en.internationalism.org/content/17165/brief-position-statement-war-ukraine
[137] https://en.internationalism.org/content/17166/some-impressions-icc-meetings-5th-and-6th-march-2022
[138] https://nl.internationalism.org/rint/17/zwakkeschakel
[139] https://nl.internationalism.org/content/1599/gezamenlijke-verklaring-van-de-groepen-van-de-internationale-kommunistische-linkerzijde
[140] https://nl.internationalism.org/ir/16_function
[141] https://nl.internationalism.org/tag/aktiviteiten-van-de-iks/openbare-discussiebijeenkomsten-permanenties
[142] https://nl.internationalism.org/files/nl/2022_n-pamflet_strijd-voorbereiden_jan2022_web_0.pdf
[143] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/inflatie
[144] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/cadiz
[145] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/iran
[146] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/algemene-staking
[147] https://fr.internationalism.org/rinte44/zimmer.htm
[148] https://fr.internationalism.org/revue-internationale/201508/9244/conference-zimmerwald-courants-centristes-organisations-politiques-
[149] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/zimmerwald
[150] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_377_klweb-afvlak.pdf
[151] https://www.leftcom.org/en/articles/2022-08-15/wildcat-strikes-in-the-uk-getting-ready-for-a-hot-autumn
[152] https://nl.internationalism.org/content/1631/de-bourgeoisie-gelast-nieuwe-opofferingen-de-arbeidersklasse-antwoordt-met-strijd
[153] https://libcom.org/article/wildcat-action-hit-refineries-and-power-plants-august-24th
[154] https://www.wsws.org/en/articles/2022/09/08/coef-s08.html
[155] http://www.leftcom.org/en/articles/2022-08-31/north-sea-oil-and-gas-fields-the-struggle-continues
[156] https://notesfrombelow.org/article/wildcat-strike-amazon
[157] https://nl.internationalism.org/tag/4/73/groot-brittannie
[158] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/summer-discontent-2022
[159] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-verenigd-koninkrijk-2022
[160] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/situatie-belgie
[161] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1894/kapitaal-3/kapitaal3.pdf
[162] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865arbeid.htm
[163] https://fr.internationalism.org/content/10764/surproduction-et-inflation
[164] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/inflatie-2022
[165] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/economische-crisis
[166] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/staatskapitalisme
[167] https://nl.internationalism.org/content/1621/militarisme-en-ontbinding-mei-2022
[168] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten
[169] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[170] https://nl.internationalism.org/tag/11/155/tussenkomsten
[171] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijk-2022
[172] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_378_klweb_0.pdf
[173] https://nl.internationalism.org/tag/4/72/griekenland
[174] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/treinongeluk-griekenland
[175] https://nl.internationalism.org/content/1655/de-versnelling-van-de-kapitalistische-ontbinding-stelt-openlijk-de-kwestie-van-de
[176] https://www.leftcom.org/en/articles/2023-01-11/notes-on-the-uk-strike-wave
[177] https://www.leftcom.org/en/articles/2010-03-01/unions-whose-side-are-they-on
[178] http://www.leftcom.org/en/articles/2023-03-03/unite-the-strikes
[179] https://www.leftcom.org/en/articles/2015-06-07/spanish-telecom-workers-on-all-out-strike
[180] https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwifj4-f-Yj-AhXegv0HHc2CDpYQFnoECCIQAQ&url=https%3A%2F%2Fwww.leftcom.org%2Fen%2Farticles%2F2015-06-07%2Fspanish-telecom-workers-on-all-out-strike&usg=AOvVaw0THmopDp5VI8aV95gctLsm
[181] https://nl.internationalism.org/content/1663/verenigd-koninkrijk-frankrijk-spanje-duitsland-mexico-chinaoveral-dezelfde-vraag-hoe-de
[182] https://www.leftcom.org/hu/forum/2011-08-16/icc-theses-on-decomposition
[183] https://www.leftcom.org/en/articles/2017-07-26/a-crisis-of-the-entire-system
[184] https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwinmq2l0Kn-AhWv8rsIHc3CAjIQFnoECA4QAQ&url=https%3A%2F%2Fleftcom.org%2Fen%2Fforum%2F2019-01-21%2Fthe-party-fractions-and-periodisation&usg=AOvVaw23XFRipFL9At5Wi-homhh0
[185] http://www.leftcom.org/en/articles/2023-04-06/two-comments-on-recent-bus-strikes-in-the-uk
[186] https://en.internationalism.org/content/17291/why-proletariat-revolutionary-class-critical-notes-article-lecons-de-la-lutte-des
[187] https://www.leftcom.org/en/articles/2005-06-01/the-question-of-consciousness-a-basis-for-discussion
[188] https://nl.internationalism.org/tag/7/113/communist-workers-organisation
[189] https://www.grenzeloos.org/content/nederland-verdient-beter-nederland-heeft-stevige-eisen-en-actie-nodig-om-van-rutte-en-de
[190] https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwje15_vzZ3-AhVxgv0HHSIODOQQFnoECA8QAQ&url=https%3A%2F%2Fnl.socialisme.be%2F84021%2Fgerommel-aan-de-top-van-het-abvv-voor-een-strijdbare-vakbond-met-democratie-van-onderuit&usg=AOvVaw3GumXkSb-ue8dYwJRC5OC1
[191] https://socialistischalternatief.nl/2023/02/strijdbaarheid-neemt-toe-in-nederland/
[192] https://socialisme.nu/nederland-verdient-een-democratische-en-strijdbare-vakbeweging/
[193] https://www.sap-rood.org/geconfronteerd-met-toenemende-onzekerheid-en-verslechterende-werkomstandigheden-haal-het-geld-daar-waar-het-zit/
[194] https://nl.internationalism.org/iks/201501/1232/13-de-contra-revolutionaire-aard-van-de-‘arbeiders’-partijen
[195] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/klassenstrijd-nederland
[196] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/heropleving-klassestrijd
[197] https://en.internationalism.org/content/17238/how-can-proletariat-overthrow-capitalism
[198] https://nl.internationalism.org/tag/11/153/lezersbrieven
[199] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/dynamiek-arbeiderstrijd
[200] https://nl.internationalism.org/content/1668/de-arbeiders-tonen-strijdbaarheid-en-solidariteit
[201] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/cm.pdf
[202] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijkvk-2023
[203] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/belasting-op-superwinsten
[204] https://en.internationalism.org/content/17326/peru-dead-end-protests-and-role-state-repression
[205] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_379_klweb_0.pdf
[206] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/oorlog-palestina-israel
[207] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/palestiijns-israelische-oorlog
[208] https://fr.internationalism.org/content/10874/capitalisme-mene-a-destruction-lhumanite-seule-revolution-mondiale-du-proletariat-peut
[209] https://fr.internationalism.org/content/11040/pourquoi-cci-parle-t-il-rupture-dynamique-lutte-classe
[210] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1883/natuur/8.htm
[211] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatopwarming
[212] https://en.internationalism.org/content/17377/update-theses-decomposition-2023
[213] https://en.internationalism.org/content/17362/report-class-struggle-25th-icc-congress
[214] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote1sym
[215] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote2sym
[216] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote1anc
[217] https://internationalistperspective.org/
[218] https://www.leftcommunism.org/
[219] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote2anc
[220] https://fr.internationalism.org/manifeste1
[221] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote3anc
[222] https://fr.internationalism.org/french/Rinte10/rencontre_inter_BC
[223] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote4anc
[224] https://nl.internationalism.org/content/1567/nederland-na-de-verkiezingen-het-einde-van-de-politieke-stabiliteit
[225] https://nl.internationalism.org/content/1524/rapport-over-de-hedendaagse-ontbinding-mei-2017
[226] https://nl.internationalism.org/iksonline/201701/1357/over-de-kwestie-van-het-populisme
[227] https://nl.internationalism.org/content/gemeenteraadsverkiezingen-enkel-nog-bluf-en-illusies-de-toekomst-wordt-beslist-de-sociale
[228] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/verkiezingen-nederland
[229] https://www.leftcom.org/en/articles/2023-10-11/the-latest-butchery-in-the-middle-east-is-part-of-the-march-to-generalised-war
[230] https://www.international-communist-party.org/English/TheCPart/TCP_055.htm#Gaza
[231] https://www.anarchistcommunism.org/2023/10/11/neither-israel-nor-hamas/
[232] https://anarcomuk.uk/2023/10/09/neither-one-state-nor-two-states-no-state-will-end-the-slaughter-of-our-class/
[233] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oo
[234] https://nl.internationalism.org/tag/4/55/afrika
[235] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/sahel
[236] https://nl.internationalism.org/files/nl/2023_n-pamflet_vs-staking_okt2023.pdf
[237] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijkvkvs-2023
[238] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_380_klweb.pdf
[239] https://someviewontheworld.wordpress.com/2024/03/09/herrezen-extreemrechts-nie-wieder/
[240] https://en.internationalism.org/content/17373/international-revolution-or-destruction-humanity-crucial-responsibility-revolutionary
[241] https://en.internationalism.org/content/17451/after-rupture-class-struggle-necessity-politicisation
[242] https://en.internationalism.org/content/17337/icts-ambiguities-about-historical-significance-strike-wave-uk
[243] https://en.internationalism.org/content/17469/anger-farmers-cry-despair-instrumentalised-against-workers-consciousness
[244] https://www.german-foreign-policy.com/news/detail/9429
[245] https://www.arte.tv/de/videos/101919-000-A/die-welt-in-der-schuldenfalle/
[246] https://nl.internationalism.org/tag/4/69/duitsland
[247] https://nl.internationalism.org/tag/3/42/economie
[248] https://archivesautonomies.org/spip.php?article1811
[249] https://fr.internationalism.org/Brochure/trotsky
[250] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/linkse-oppositie
[251] https://nl.internationalism.org/tag/people/trotsky
[252] https://nl.internationalism.org/tag/7/126/trotskisme
[253] https://nl.internationalism.org/tag/3/50/partij-en-fractie
[254] https://nl.internationalism.org/tag/8/134/derde-internationale
[255] https://en.internationalism.org/internationalreview/199311/1570/study-capital-and-foundations-communism
[256] https://en.internationalism.org/content/16838/bordiga-and-big-city
[257] https://en.internationalism.org/content/17488/critique-saitos-degrowth-communism#_ftnref8
[258] https://en.internationalism.org/internationalreview/199506/1685/mature-marx-past-and-future-communism
[259] https://en.internationalism.org/content/17488/critique-saitos-degrowth-communism#_ftnref9
[260] https://en.internationalism.org/content/17488/critique-saitos-degrowth-communism#_ftnref10
[261] https://nl.internationalism.org/tag/people/saito
[262] https://nl.internationalism.org/content/1712/een-nieuw-elan-nog-meer-chaos-en-instabiliteit-wie-er-ook-wint-geen-oplossing-voor-de
[263] https://nl.internationalism.org/content/1675/de-strijddynamiek-ontkracht-door-misleidende-voorstellen-van-radicaal-links
[264] https://nl.internationalism.org/tag/people/geert-wilders
[265] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/wilders
[266] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/pvv
[267] https://nl.internationalism.org/tag/6/312/populisme
[268] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/antipopulisme
[269] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlogscampagnes
[270] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_381_klweb.pdf
[271] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/verkiezingen-belgie
[272] https://nl.internationalism.org/tag/4/61/azie
[273] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/rellen-bangladesh
[274] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/verkiezingen-vs
[275] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/volksfront
[276] https://en.internationalism.org/content/3154/zimmerwald-1915-1917-war-revolution
[277] https://en.internationalism.org/content/17524/prague-action-week-activism-barrier-political-clarification
[278] https://anarcomuk.uk/2024/05/28/prague-congress-interim-report/
[279] https://anarcomuk.uk/2024/05/31/prague-congress-report-part-2/
[280] https://www.leftcom.org/en/articles/2024-08-13/internationalist-initiatives-against-war-and-capitalism
[281] https://www.anarchistischefoderation.de/ueber-ein-antimilitaristisches-treffen-in-prag-im-mai-2024-die-action-week/
[282] https://anarcomuk.uk/2024/06/15/declaration-of-revolutionary-internationalists/
[283] https://libcom.org/article/aw2024-report-prague
[284] https://www.autistici.org/tridnivalka/aw2024-demonstration-against-capitalist-wars-and-capitalist-peace/
[285] https://en.internationalism.org/internationalreview/200401/317/1903-4-birth-bolshevism
[286] https://en.internationalism.org/icconline/2006/groupe-communiste-internationaliste
[287] https://en.internationalism.org/ir/124_gci_icg
[288] https://en.internationalism.org/worldrevolution/200503/1180/solidarity-our-threatened-militants
[289] https://nl.internationalism.org/tag/people/enrique
[290] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/oorlog-het-midden-oosten-en-oekraine
[291] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlog-het-midden-oosten
[292] https://en.internationalism.org/content/17549/no-divide-and-rule-our-only-defence-class-struggle