Door Internationalisme op
Bijlage | Grootte |
---|---|
2019_n_pamflet_climat_bam.pdf | 805.68 KB |
In de afgelopen maanden zijn er in 270 steden over de hele wereld demonstraties van jongeren geweest die protesteerden tegen de verslechtering van het klimaat en de vernietiging van het milieu.
Jongeren gaan de straat op om uiting te geven aan hun terechte bezorgdheid over de toekomst van de planeet en de menselijke soort zelf, een toekomst die steeds meer in gevaar wordt gebracht door de gevolgen van een productiesysteem dat de natuurlijke omgeving vernietigt (terwijl het leven van miljoenen mensen wordt vernietigd door uitbuiting, oorlog en de ellende die het veroorzaakt). Dit veroorzaakt veranderingen in de klimatologische, atmosferische en reproductieve omstandigheden van de planeet, met steeds meer catastrofale gevolgen.
Ook uiten zij hun verontwaardiging over het cynisme en de hypocrisie van de leiders die hun mond vol hebben van uitspraken die "hun bezorgdheid" uiten over het "milieuprobleem" en die talloze fora (Kyoto, Parijs, enz.) organiseren om spectaculaire en inefficiënte "maatregelen" te nemen, terwijl ze tegelijkertijd, in dienst van hun imperialistische en economische plannen, de achteruitgang van de planeet alleen maar aanzwengelen.
De valstrik van de beweging ‘voor het klimaat’
We delen de bezorgdheid en verontwaardiging van deze tienduizenden jongeren volledig, maar we moeten ons afvragen of deze beweging, in haar doelstellingen, benaderingen en methoden, een afdoende strijd is om het probleem op te lossen, of dat het eerder een valstrik is die hen alleen maar kan leiden tot ontmoediging en verbittering gebruikt en bedrogen te zijn geworden.
De geschiedenis van de afgelopen 100 jaar staat bol van dit soort weerzinwekkende misleidingen door regeringen en partijen die het kapitalisme dienen. Zo werden in de jaren dertig en tachtig van de vorige eeuw grote "vredesdemonstraties" georganiseerd door regeringen en "democratische" partijen, en de ervaring leert dat dit een vreselijke manipulatie was omdat zij zich met deze "pacifistische" mobilisaties voorbereiden op oorlog: de Tweede Wereldoorlog met zijn 60 miljoen doden of de ontelbare lokale oorlogen die nog steeds de wereld rond dood, ruïnes en ellende zaaien.
De huidige demonstraties richten zich op het ‘vragen aan de autoriteiten om iets te doen’, om druk op hen uit te oefenen, zelfs om hun computers te vullen met e-mails, tweets, etc. vol bedreigingen.
Maar het zijn diezelfde autoriteiten die maatregelen nemen die de verslechtering van het klimaat en het milieu alleen maar verergeren, teneinde de kapitalistische belangen van maximale winst en het innemen van strategische posities op de wereldmarkt veilig te stellen. Dit soort benadering van ‘druk’ op overheden om ‘iets te ondernemen’ is als het vragen aan een hacker om voor computerbeveiliging te zorgen of aan een vos om op de kippen te letten.
Staatsleiders staan niet ‘ten dienste van de burgers’ en proberen ook niet ‘naar hun eisen te luisteren’. De staat is niet het orgaan van het ‘volk’, maar de exclusieve en uitsluitende machine die de belangen van elk nationaal kapitaal verdedigt, van de minderheid die ons uitbuit en verantwoordelijk is voor de aantasting van het milieu.
De initiatiefnemers op wereldvlak van de beweging hekelen het feit dat “al 40 jaar lang politieke partijen van alle pluimage de oorlog tegen de klimaatverandering aan het verliezen zijn!” Deze partijen beloven en misleiden alleen het publiek, terwijl ze in de praktijk economische, militaire of oorlogszuchtige beslissingen nemen die bijdragen aan de vernietiging van de planeet. Een 18-jarige middelbare scholier uit Genève klaagde deze klucht aan: “Er is veel wantrouwen in de institutionele politiek, maar ook in milieuorganisaties als Greenpeace, die als te gematigd en geïnstitutionaliseerd worden ervaren”.
De demonstraties spitsen zich uiteindelijk toe op het voeren van ‘gesprekken’ met ministers, parlementariërs, pressiegroepen en milieuactivisten. Dit komt alleen de democratische staat ten goede om hun handen wit te wassen en de manifestanten in de doolhof van wetten en overheidsbeleid te laten verdwalen. Alle pogingen tot ‘dialoog’ met politieke woordvoerders leiden alleen maar tot grootsprakerige beloften die niets oplossen.
Het motto van de demonstraties is: ‘Save the climate, change the system’. Maar dit is een vage formule die in de praktijk zich vertaalt in ‘back to business’ en zich oplost in een reeks van lokale of regionale maatregelen die absoluut geen aarde aan de dijk brengen en slechts uitputting en teleurstelling opleveren.
In verschillende scholen zijn bijvoorbeeld ‘klimaatcomités’ opgericht om ‘klimaatprojecten’ per school te ontwikkelen. Onder het motto ‘Verander de wereld, begin bij jezelf’ is de voorgestelde doelstelling om je eigen ‘ecologische voetafdruk’ te verkleinen.
Dit soort oriëntatie is bijzonder pervers omdat het ons opzadelt met het schuldgevoel dat WIJ VERANTWOORDELIJK ZOUDEN ZIJN VOOR DE KLIMAATKATASTROFE, zodat een historisch gegroeid en globaal probleem veroorzaakt door het kapitalisme wordt omgezet in een ‘huishoudelijk’ probleem veroorzaakt door individuen. Het verminderen van onze ‘ecologische voetafdruk’ zou betekenen dat we minder water gebruiken om de vaat te wassen, slechts één keer per week douchen en het toilet niet doorspoelen...
Deze zienswijze om ‘individuen verantwoordelijk te stellen’ is bijzonder gevaarlijk. Ten eerste omdat het dient om het Kapitaal en de Staten en regeringen die in haar dienst staan vrij te stellen van elke aansprakelijkheid.
Ten tweede omdat het deze duizenden jongeren die vandaag leerlingen of studenten zijn, maar morgen werknemers of werklozen zullen zijn, herleidt tot geatomiseerde ‘burgers’ die ‘eisen en bedelen bij hun regeringen’. Dit wekt een verkeerd beeld op van de maatschappij waarin wij leven: zij bestaat niet uit ‘vrije en gelijke burgers’ maar uit sociale klassen die geconfronteerd worden met tegenstrijdige belangen: een minderheid, de kapitalistische klasse, die bijna alles bezit en steeds rijker wordt, en een immense meerderheid, het proletariaat, dat niets bezit en steeds maar armer wordt.
En ten derde en voornaamste: de individualistische benadering van ‘laten we allemaal iets voor het klimaat doen’ leidt tot verdeeldheid en confrontatie binnen de arbeidersklasse zelf. Wanneer autofabrieken of andere industriële of logistieke filialen worden gesloten in naam van de ‘klimaatstrijd’, zullen de autoriteiten met de vinger wijzen naar de werknemers die zich verzetten tegen de ontslagen door hen aan te klagen als medeplichtigen aan de aantasting van het klimaat.
Met dezelfde aanpak, maar dan net omgekeerd (“laten we ophouden met praten over klimaatverandering en banen behouden”), won de populistische demagoog Trump veel stemmen in de getroffen industriële staten van het Amerikaanse Midwesten ("de roestgordel"), waardoor hij de presidentsverkiezingen kon winnen.
Het is een dilemma waarmee ze ons in de val willen lokken: de werkgelegenheid in stand houden ten koste van het klimaat of de levensomstandigheden en de werkgelegenheid zelf verliezen om ‘de planeet te redden’? Het is een vicieuze valstrik waarmee het kapitalisme zijn egoïstische belangen redt, verpakt onder de aantrekkelijke vlag van ‘het redden van de planeet’.
Het alternatief ligt in handen van het wereldproletariaat
De problemen van vernietiging van de natuur, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, verslechtering en opwarming van de aarde kunnen alleen op wereldschaal worden opgelost. De bourgeoisie kan en wil dit niet doen omdat de NatieStaat in het kapitalisme de hoogste vorm van eenheid is die zij kan en wil bereiken. Als gevolg daarvan botsen naties als gieren, hoe ‘groen’ hun regeringen ook zijn, ondanks het bestaan van internationale conferenties en supranationale organisaties zoals de VN of de Europese Unie.
Het doel van Internationale organisaties zoals de VN is niet om ‘de problemen van de wereldbevolking op te lossen’. Er bestaat niet zoiets als een ‘internationale gemeenschap van naties’. Integendeel, de wereld is het toneel van een brute imperia-listische confrontatie tussen alle staten en een helse concurrentiestrijd voor het grootste gewin. De VN of de vele internationale ‘samenwerkingsorganisaties’ zijn toevluchts-oorden van sjacheraars die door elke nationaal kapitaal worden gebruikt om haar eigen belangen op te leggen.
De enige klasse die een echt internationalisme kan bevestigen is de arbeidersklasse.
Welke maatschappelijke krachten kunnen dan zo een fundamentele verandering realiseren? In tegenstelling tot de bourgeoisie is de arbeidersklasse in staat om zich op wereldvlak te verenigen, om verdeeldheid en tegenstellingen tussen NatieStaten te overstijgen. Zij heeft geen enkel voorrecht te verdedigen in de uitbuitingsmaatschappij van vandaag. Alleen in het kader van een revolutionaire strijd van de wereldarbeidersklasse kunnen milieuproblemen worden aangepakt.
De arbeidersklasse heeft als meest uitgebuite klasse in de samenleving geen belang bij het verdedigen van dit systeem in verval. Anderzijds kan zij, door de geassocieerde wijze waarop ze in het kapitalisme is georganiseerd, de kiem leggen van een andere samenleving: een samenleving die geen scheiding oplegt tussen volkeren, tussen de natuur en de producten die daaruit voortkomen, tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving. Zodra de arbeidersklasse zich als een zelfstandige klasse opstelt, door massaal de strijd te ontwikkelen en op haar eigen klassenterrein, zal zich een groeiend deel van de samenleving achter haar aansluiten, achter haar eigen strijdmethoden en unitaire ordewoorden en tenslotte haar eigen revolutionaire project voor de omvorming van de samenleving.
De beweging tegen de opwarming van de aarde ontwikkelt zich in een context van een bijna totale afwezigheid van strijd van de arbeidersklasse, die ook geconfronteerd wordt met een verlies van zelfvertrouwen en zelfs van haar eigen klasse-identiteit. Daardoor is de arbeidersklasse nog niet in staat om de vraag te beantwoorden die sommige deelnemers aan de klimaatbeweging zich stellen, namelijk wat is het toekomstperspectief tegenover een kapitalistische samenleving op weg naar de afgrond?.
Wat kunnen we doen? Het gaat er zeker niet om niets te doen, maar onder het voorwendsel om ‘toch maar iets te doen’ de partijen en regeringen die dienaars van het kapitalisme te steunen, dat moeten we verwerpen.
De verontwaardiging en bezorgdheid over de toekomst van de planeet zal stilaan een antwoord ontdekken binnen het historisch kader dat zich ontplooid met de ontwikkeling van de strijd van de arbeidersklasse tegen de aanvallen op haar levensomstandigheden, de ontslagen, enz. omdat er een eenheid bestaat tussen de strijd tegen de gevolgen van de kapitalistische uitbuiting en de strijd voor de afschaffing ervan.
De jongeren die aan de beweging deelnemen, moeten begrijpen dat zij geen ‘toekomstige burgers’ zijn, maar in hun overgrote meerderheid in de toekomst zullen deel uitmaken van de werknemers met precaire contracten, van de werklozen, de uitgebuiten. Zij zullen zich moeten verenigen en een globale strijd aangaan tegen kapitalistische uitbuiting, tegen oorlog, vernietiging van het milieu, morele barbaarsheid, enz. vervat in alle poriën van dit uitbuitingssysteem.
Dit is wat de beweging tegen de invoering van de CPE (startbanencontract) in Frankrijk in 2006 of de Indignados-beweging in Spanje en andere landen in 2011, zij het met mondjesmaat, begon te doen. Dit waren jongerenbewegingen die hun toekomst niet zagen als ‘vrije en gelijkwaardige burgers’, maar als deel van de uitgebuiten die moeten strijden tegen de uitbuiting om deze uiteindelijk af te schaffen.
In het kapitalisme is er geen oplossing: noch voor de vernietiging van de planeet, noch voor oorlogen, noch voor de werkloosheid, noch voor de precaire onzekerheid. Alleen de strijd van het wereldproletariaat,samen met alle onderdrukten en uitgebuiten van de wereld, kan de weg openen naar een alternatief.
Internationale kommunistische stroming / 14.03.2019.