Covid-19 crisispolitiek in België: Achter de maskerade van ‘1 ploeg van 11 miljoen’, onverminderde tegenstellingen en verdeeldheid

Printer-friendly version

Einde 2020 beschreven we als volgt de kwakkelende aanpak van de Covid-19 crisis door de Belgische bourgeoisie: “Het politieke gekonkel, dat sedert begin 2019 plaatsvond, werd in het begin van dit jaar nog aangewakkerd en verhevigd door de uitbarsting van de coronacrisis. De politieke crisis en de coronacrisis leverde een explosief brouwsel op en leidde tot een vlucht voor de verantwoordelijkheid door de politieke “leiders” en tot een aanzienlijke bestuurlijke chaos in het land. Gevestigde politieke bolwerken lieten het vuile werk van de covidcrisis opknappen door een regering van lopende zaken, die regelmatig botste met de ‘wilde’ initiatieven van de gewestelijke en lokale bestuurders. Gebrek aan onderling vertrouwen en een falen van de onderlinge communicatie maakten de dienst uit met als gevolg dat België nu het hoogste aantal coronadoden kent per 100.000 inwoners in de hele wereld” (Nieuwe Belgische regering De Croo : Een ‘dynamische ploeg’ om het vertrouwen in de politiek te herstellen; Internationalisme 372, 3de-4de kwartaal 2020).

In een poging om dit beeld van alomtegenwoordige onverantwoordelijkheid en chaos te verdrijven, werd begin oktober 2020 een ‘nieuwe, frisse’ federale regeringsploeg aangesteld, de regering De Croo, die komaf zou maken met de oude ‘kibbelcultuur’. Zij zou ‘resoluut kiezen voor eenheid’ achter een samenhangend beheer en een vernieuwend programma: ‘1 ploeg van 11 miljoen’ Belgen! Maar wat blijft er over van die ronkende beloftes na 9 maanden regeren?

1. De aanpak van de pandemie blijft chaotisch

Zoals haar Europese rivalen heeft de Belgische bourgeoisie weinig of geen lessen getrokken uit de eerste golf van de pandemie: mogelijke begeleidende maatregelen om de pandemie te monitoren en onder controle te houden, de tracking en tracing met verplichte quarantaine van de besmette personen bij buitenlandse reizen bijvoorbeeld, bleken op een totale flop uit te draaien. De regering De Croo, met de ‘socialistische’ minister van gezondheid F. Vandenbroucke op kop, had zich echter sowieso voorgenomen om zich bij de tweede golf niet neer te leggen bij de onvermijdelijkheid van een nieuwe algemene lockdown, waarbij alle niet-essentiële delen van de economie worden stilgelegd. Derhalve bestaat sinds november de onwrikbare kern van de regeringspolitiek erin ten aller prijzen de productieve sectoren van de economie draaiende te houden en, als ondersteuning hiervoor, ook het kleuter- en lager onderwijs open te houden, al slaagden de beschermende maatregelen zoals  de ventilatie van lokalen of de testing/zelftesting in bedrijven en scholen er niet in infecties of nieuwe varianten onder controle te houden, waardoor versoepelingsmaatregelen ook regelmatig teruggeschroefd moesten worden. Vervolgens startte de vaccinatiecampagne traag, met grote verschillen tussen regio’s (grote achterstand van het Brussels Hoofdstedelijk gewest t.o.v. andere regio’s, van de steden Antwerpen en Gent t.o.v. de rest van Vlaanderen bvb.). Ook hier barstten schandalen uit van gemeentebesturen die eigen medewerkers en familie lieten voorgaan in de vaccinatie en de opvolgingsregels van het vaccinatieschema aan hun laars lapten. Kortom, ondanks een betere centralisatie door de regering De Croo bleef de onmacht om de pandemie effectief aan te pakken schrijnend, met als gevolg duizenden extra doden, die niet nodig waren geweest.

2. Het gekibbel tussen burgerlijke fracties blijft aanhouden

Een van de redenen waarom het beheer van pandemie ondoeltreffend en onsamenhangend blijft is het feit dat de verschillende partijen en ook de verschillende deelregeringen voortdurend met verklaringen en voorstellen komen aanzetten die de plannen en maatregelen van de federale regering in vraag stellen of zelfs onderuithalen. Toen de regering strikte maatregelen voorschreef, werden deze openlijk in twijfel getrokken door partijvoorzitters van sommige regeringspartijen zelf (van de liberale MR tot de voorzitter van Ecolo die openlijk verklaarde de maatregelen niet te volgen). Toen de Federale regering een voorzichtige versoepeling voorstelde, ontstond er onmiddellijk een opbod aan versoepelingsmaatregelen vanwege de deelregeringen (Vlaanderen vooral) en de partijen (van de Franstalige Parti Socialiste tot de Vlaamse Liberaal Democraten), terwijl sommige burgemeesters en gemeenten openlijk verklaarden dat ze de monitoring van de versoepelingen niet zouden verzekeren (zoals in Luik of Middelkerke). Tenslotte botsten zelfs de liberale Eerste Minister met zijn ‘socialistische’ minister van volksgezondheid, die vond dat De Croo onvoldoende rekening hield met de zorgwekkende toestand in de ziekenhuizen.

Men zou zich kunnen afvragen waarom  de bourgeoisie op zo’n ongecontroleerde wijze de problemen aanpakt? Dit heeft niets te maken met slechte wil en nog minder met een machiavellistisch plan. De historische krisis van het kapitalistisch productiesysteem drijft sowieso de interne tegenstellingen op de spits en de woekerende ontbinding, waarvan de Covid-19 crisis zelf een uitdrukking en een versneller is, pookt het ‘elk voor zich’ zodanig op dat de bourgeoisie steeds grotere moeilijkheden ondervindt om haar eigen politieke apparaat onder controle te houden. Daar ligt de fundamentele verklaring voor de toenemende spanningen in het politieke apparaat van de Belgische bourgeoisie.

3. Spanningen nemen toe binnen de maatschappij

Spanningen en contestatie kwamen tot uiting in allerlei groepen van de maatschappij: van café- en restauranthouders tot cateraars, van de culturele sector tot de amateursporten en de fitnesscentra. Duizenden jongeren kwamen bijeen in parken of op pleinen en negeerden de coronamaatregelen (zoals bij ‘La Boum’ 1 en 2 in het Brusselse Terkamerenbos), terwijl burgemeesters alsmaar weigerachtiger stonden om de ordehandhaving te verzekeren. Bovendien is er de door uitzichtloosheid dn wanhoop gedreven rondzwerving van een losgeslagen militair van het elitekorps met uiterst rechtse en complotistische sympathieën. Deze roofde een arsenaal aan wapens (tot raketlanceerders tegen gepantserde voertuigen) uit de kazerne waar hij gelegerd was en dreigt een aantal beleidsvoerders en virologen te vermoorden omdat ze een coviddictatuur zouden opleggen. Hij wordt op sociale media door tienduizenden mensen bejubeld als een ‘moderne Robin Hood’ terwijl politiediensten en leger sedert weken proberen hem te arresteren.

De pandemie leidt dus alleszins niet tot het opleggen door de burgerlijke Staat van een ijzeren discipline aan haar bevolking; het gevaar ligt echter elders: dat arbeiders zich zouden aansluiten bij de campagnes van specifieke groepen (middenstanders, cultuursector) of voor de verdediging van ‘individuële vrijheden die in gevaar zouden zijn’, dat jonge werkers meegesleurd worden in campagnes om hun vrijheid opnieuw op te eisen: ‘ik wil mijn vrijheid terug; ik wil doen waar ik zin in heb’. Zulke bewegingen hebben niets positiefs in zich en dreigen de arbeiders mee te sleuren in zelfzuchtige protesten van bepaalde groepen tegen andere groepen van de maatschappij, waarbij elke vorm van solidariteit op klassebasis (de enige solidariteit die een uitweg uit de ellende biedt) compleet afwezig is. In begin van de covidcrisis was er nog een uiting van solidariteit naar het verplegend personeel toe. Vandaag zien deze protesterende groepen het verplegend personeel als lastige mensen die jou beletten om te doen waar je zin in hebt. Zij zijn een uiting van de ongekende toename van het egoïsme, van het ‘elk voor zich’ en de perspectiefloosheid die kenmerkend zijn voor deze fase van ontbinding van het kapitalistische systeem.

4. Verdeeldheid aanwakkeren onder de arbeiders om hen te doen opdraaien voor de crisis

Door haar cynische politiek om alles te doen ten gunste van het openhouden van bedrijven is de regering De Croo erin geslaagd de schade aan de economie binnen zekere perken te houden: de economie kende in 2020 een achteruitgang van 6,3%, wat de sterkste daling is sinds WO2, maar vergelijkbaar met die van Duitsland: 6%, en wat duidelijk minder is dan Frankrijk of Italië die meer dan 10% achteruitgaan. Door een massale en onvoorwaardelijke subsidiepolitiek naar bedrijven en werkers toe is België ook een van de best scorende landen in Europa wat betreft de geringe toename van de werkloosheid (van 3,6% tot 3,7%; Duitsland van 2,4% tot 2,9%).

Deze ondersteuningspakketten hebben echter een zware prijs: In 2020 is het begrotingstekort in ons land naar verwachting opgelopen tot iets meer dan 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is meer dan in onze buurlanden. En ook het budgettair herstel verloopt langzamer: in 2023 zal het tekort in Duitsland zijn teruggedrongen tot zowat 1 procent en in Nederland tot zowat 2 procent, terwijl het in ons land blijft hangen op 6 procent.(Agentschap Belga, 23.03.21). Het tekort van de overheidsfinanciën is fors toegenomen (tot 115% van het BNP in 2020, 120% in 2023; Nederland zag zijn schuldgraad stijgen van 60 naar 72 procent. Duitsland ging van 60 naar 70 procent) en vele bedrijven die door de crisis failliet zouden gaan, werden voorlopig kunstmatig in leven gehouden. Vele nepbedrijfjes zouden zelfs tijdens de lockdown opgericht zijn om te kunnen profiteren van de gulle ondersteuningsmaatregelen.

Het is echter de arbeidende klasse die in de komende jaren de rekening voor de Covid-19 crisis voorgeschoteld krijgt op het vlak van haar lonen en levensvoorwaarden. Eerst en vooral wordt hun koopkracht aangetast in de komende maanden en jaren door een aanzwellende inflatie: meer dan 2% in april en ongeveer 4% tegen jaareinde (De Morgen, 19.05.2021). Vervolgens legt het centraal loonakkoord een duidelijke loonmatiging op: in de komende 2 jaar wordt slechts een loonsverhoging van 0,4% boven op de indexaanpassingen toegelaten.

Tezelfdertijd is de bourgeoisie gestart met het aanwakkeren van de verdeel- en heerspolitiek om elk solidair en ééngemaakt verzet tegen haar politiek te ontkrachten: reeds einde 2020 sloot de regering De Croo een akkoord met het ziekenhuispersoneel dat loonsopslag en een verbetering van de werkomstandigheden inhield, zonder hierbij het onderhoudspersoneel en andere werkers in de gezondheidszorg erbij te betrekken. Bij het centraal loonakkoord dat in mei 2021doorgevoerd is, werd de mogelijkheid voorzien om een bijkomende premie van maximaal 500 € te onderhandelen, enkel voor ‘performante bedrijven’. De bonden verzetten zich tegen deze premie door zich te beroepen op de vrijheid om te onderhandelen over een sterkere loonsverhoging naarmate de ‘performantie’ van de bedrijven. Met andere woorden, na zich samen met regering en patronaat ingezet te hebben om de nationale productie op peil te houden, eisen de bonden nu het recht op om de arbeiders op te splitsen volgens de logica van de kapitalistische productie en het ‘elk voor zich’. Zo willen ze de onderlinge solidariteit nog meer ondergraven tussen beter betaalde arbeiders in ‘performante’ bedrijven en minder betaalde arbeiders in ‘niet performante’ bedrijven of sectoren.

Kortom, de onmacht van de bourgeoisie om een samenhangende politiek te voeren tegen het Covid-19 en haar groeiende moeilijkheden om haar politieke structuur in de hand te houden, bieden geen enkel voordeel voor de arbeiders. Een soberheidpolitiek wordt uitgerold, met volle medewerking van de bonden, die hen in de komende jaren zwaar in haar greep zal houden, terwijl het gevaar dreigt dat arbeiders meegesleurd worden in allerlei sociale spanningen en tegenstellingen tussen verschillende groepen in de maatschappij,die hun klasse-identiteit en klasse-zelfstandigheid nog verder dreigen te ondergraven.

Jos / 06.06.2021

Territoriale situatie: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Coronacrisis