Nieuwe Belgische regering De Croo : Een ‘dynamische ploeg’ om het vertrouwen in de politiek te herstellen

Printer-friendly version

De afgelopen tien jaar zijn de mensen – en meer bepaald de arbeiders - in België ernstig op de proef gesteld allereerst door de mondialisering van de wereldeconomie en de daarmee gepaard gaande delokalisaties, alsmede door de financiële crisis en het grote aantal faillissementen, omstandigheden die leidden tot toenemende werkloosheid en werkonzekerheid (flexibele en nuluren-contracten). Bovendien moesten ze ook nog eens toezien hoe de verschillende politieke crises het slechte bestuur en de financiële verspilling hebben bevorderd, met als gevolg dat de problemen zowel op het vlak van de gezondheidzorg en migratie als op het vlak van de begroting en de schuldenlast alleen maar erger werden en daardoor de indruk versterkten dat de bevolking door dit  ‘malgoverno’ volledig aan haar lot werd overgelaten.

Het politieke gekonkel, dat sedert begin 2019 plaatsvond, werd in het begin van dit jaar nog aangewakkerd en verhevigd door de uitbarsting van de coronacrisis. De politieke crisis en de coronacrisis leverde een explosief brouwsel op en leidde tot een vlucht voor de verantwoordelijkheid door de politieke ‘leiders’ en tot een aanzienlijke bestuurlijke chaos in het land. Gevestigde politieke bolwerken lieten het vuile werk van de covidcrisis opknappen door een regering van lopende zaken, die regelmatig botste met de ‘wilde’ initiatieven van de gewestelijke en lokale bestuurders. Gebrek aan onderling vertrouwen en een falen van de onderlinge communicatie maakten de dienst uit met als gevolg dat België in 2020 het hoogste aantal coronadoden kent per 100.000 inwoners in de hele wereld.

De sterk afgenomen geloofwaardigheid van ‘de politiek’

In het artikel van april dit jaar maakten we melding van het feit dat“Een onderzoek van politicologen van vijf Belgische universiteiten kwam tot de conclusie dat de afkeer van het politieke establishment, een van de wezenlijke kenmerken van het populisme, in de maatschappij toeneemt en dat er zelfs een algemene antipolitieke stemming aan het groeien is onder de kiezers.” (1)

In het afgelopen half jaar is dit meer dan ooit een hot item gebleven. Zo blijkt uit de vijfjaarlijkse jongerenenquête van het weekblad Humo dat nog maar 12 procent van de Vlaamse jongeren vertrouwen heeft in de politici, terwijl dat vijf jaar geleden nog 15 procent was. (22-09-2020) Verschillende deskundigen, opiniemakers en onderzoeken maken duidelijk dat de “Belgen vooral weinig vertrouwen blijken te hebben in politieke partijen, de “politique politicienne”.” (Carl Devos op Radio1; 3-09-2020)

Ook de politieke partijen zelf zijn zich heel goed bewust van de groeiende afkeer van de partijpolitiek onder de mensen. Daarom is het een hoofddoelstelling van de nieuwe regering De Croo volgens Egbert Lachaert, voorzitter van de Vlaamse liberalen (Open VLD), te werken aan het herstel van het vertrouwen, want “na twee jaar stilstand is dat ook niet onlogisch”. Het cynisme van de bourgeoisie kent geen grenzen. Twee jaar van stilstand is een waarlijk eufemisme voor de totale verwaarlozing van hun taak als bestuurder en de cynische houding die ze tegenover de ‘eigen’ bevolking aan de dag hebben gelegd.

Na anderhalf jaar van de meest walgelijke politieke manoeuvres, worden we nu verwacht om met gejuich de nieuwe regering te begroeten die voor het grootste deel gevormd wordt door partijen die medeverantwoordelijk zijn voor de chaos, bij de laatste verkiezingen gevoelig hebben verloren en waarvan enkelen deze nederlaag een jaar daarna nog niet eens verteerd hebben. Toen de partijen eind september moesten instemmen met deelname aan de ‘Vivaldi’-regering (2) bleek bijvoorbeeld hoe broos de verhoudingen nog zijn binnen de Vlaamse Christendemocraten (CD&V).

De langdurige regeringsformatie, die bijna net zo lang duurde als in 2010-2011, is niet alleen een uitdrukking van de zwakheid van en verdeeldheid binnen de Belgische bourgeoisie, maar ook van een abjecte onverantwoordelijkheid zowel van de linkse als rechtse partijen en een totale onmacht van het politieke apparaat van de bourgeoisie om de diverse tegenstrijdige belangen tussen haar fracties en het beheer van de pandemie in goede banen te leiden. Partijen als bolwerken van gevestigde elites en verrotting van hun onderlinge verhoudingen. Dat is de balans die we van die politieke ontwikkeling moeten opmaken.

….en de zware druk op de economie

In april schreven we al: “Volgens de toenmalige prognoses van de Europese Commissie behoorde de Belgische economie tot een van de zwakste leerlingen van een Europese klas. (….) En het is in deze situatie van zwakte dat de coronastorm over de Belgische economie raast.” (3)

Ook het vertrouwen van de bevolking in de Belgische economie is in het afgelopen half jaar tot een absoluut dieptepunt gedaald. In april was het gedaald tot -26, waarna het weer een beetje toenam, tot het in augustus opnieuw daalde tot het niveau van april. Over de hele periode april tot en met oktober, bleef het consumentenvertrouwen gemiddeld 21 punten in het negatief.

Van alle beleggers ziet slechts 18 procent de Belgische economie in de maanden oktober-november-december aantrekken, terwijl liefst 53 procent een terugval vreest. (ING-beleggersbarometer van15-09-2020) Bovendien heeft de coronacrisis een zware impact op de investeringsvooruitzichten voor 2021, die ook volgend jaar 21 procent lager dreigen uit te komen dan normaal.

Op basis van een enquête gehouden op 19, 20 en 21 oktober door de Economic Risk Management Group schatten de Belgische ondernemingen dat hun omzet eind oktober 14 procent lager ligt dan in pré-coronatijden. Sinds augustus is het herstel in de investeringen volledig stilgevallen. Er wordt geen omzetverbetering verwacht in het vierde kwartaal.

Het vertrouwen in de economie is tot een dieptepunt gedaald, ook het vertrouwen dat de Belgische regering de economie er weer bovenop kan helpen is ver te zoeken. In de periode voorafgaand aan de coronacrisis was België, vanwege het ontbreken van elke landelijke coördinatie om het begrotingsgat te dichten, al bijna weer op het Europese strafbankje beland. En in de periode van de coronacrisis zijn de mensen alleen nog maar sceptischer geworden over de inspanningen van de autoriteiten om de economie nieuwe impulsen te geven.

De ‘anti-politiek’ keren door middel van een ‘uitdagend programma’

Het is dus niet zo verwonderlijk dat de nieuwe regering vooral één doel voor ogen heeft: onder het motto van “een welvarend, solidair en duurzaam België”, stelt ze zich tot taak het herstel van het vertrouwen van de bevolking in de politieke besluitvorming en in de economie terug te winnen. Hoe denkt ze dat te doen?

Door middel van (de presentatie van) een jonge, frisse regeringsploeg die vernieuwing uitstraalt en komaf maakt met de oude afbraakpolitiek.
De gemiddelde leeftijd van de regering is 44 jaar, en bestaat zelfs voor de helft uit vrouwen. Het is een ploeg met veel nieuwe gezichten, die geen besmet politiek verleden hebben. De nieuwe regering heeft gekozen voor een andere manier van politiek, die het cement moet worden dat de nieuwe regering tot een eenheid smeedt.“Dit is een groep die ervoor heeft gekozen om de tegenstellingen achter zich te laten”, aldus De Croo. Niemand zal dus aan de schandpaal worden genageld voor de ravage die de afgelopen tijd is aangericht. De regering maakt zich sterk om ‘uit de crisis te komen’, waarbij iedereen zijn steentje moet bijdragen.
Terwijl er volgens de voorzitter van de socialistische vakbond Thierry Bodson sprake is van “een echte breuk met de afgelopen vijf jaar” (Het Nieuwsblad, 01-10-2020) verwijt de meer ‘linkse’ PVDA/PTB de regering niet links genoeg te zijn. (De Standaard, 01-10-2020), maar met die kritiek dat er eigenlijk een meer linkse regering had moeten worden gevormd om de tegemoet te kunnen komen aan de noden van het kapitalisme van vandaag,vormt de PVDA/PTB in feite een hele goede aanvulling op de politiek van de regering en vervult zij bij uitstek haar rol van linkse oppositie.

Door middel van een‘uitdagend’ programma dat zich als innovatief, duurzaam en sociaal voordoet.
Innovatief: De regering De Croo wil van België een digitale kampioen maken. “Het België van de toekomst is Digital Belgium”, aldus de nieuwe premier De Croo.“De regering zal investeren in nieuwe groei. In toekomstgerichte sectoren.” Er is een ambitieus actieplan, met als hoofddoel 1.000 nieuwe start-ups en 50.000 banen.
Duurzaam: De nieuwe regering schaart zich achter de klimaatakkoord van Parijs en de Europese Green Deal. Verder wil ze het gebruik van fossiele brandstoffen te ontmoedigen door deze extra te belasten. “Alle nieuw bedrijfswagens moeten tegen 2026 broeikasgasvrij zijn.” Tenslotte wordt hergebruik van producten aangemoedigd, waarbij kunststoffen zoals plastic bijzondere aandacht krijgt.
Sociaal: Op dit vlak is het plan om op termijn de laagste pensioenen optrekken en de minimumuitkeringenverhogen. Daarbovenop krijgen de werkers in de ziekenhuizen een loonsverhoging en wordt er extra personeel aangeworven. Tenslotte streeft ze naar een goedkopere kinderopvang, meer geld voor mantelzorgers, en verdubbeling van het ouderschapsverlof.

Gegeven de uiterst risicovolle omstandigheden van een tweede golf is het voorkomen van de ineenstorting van de gezondheidszorg en van de economie op dit moment natuurlijk prioriteit nummer één. De bourgeoisie kan het zich gewoon niet permitteren dat de gezondheid van de factor arbeidskracht massaal aangetast wordt. Zelfs als ze niet in staat is de omvang van  de pandemie werkelijk terug te dringen dan zal ze, om haar geloofwaardigheid als regerende klasse niet nog verder te laten aantasten, daartegen toch maatregelen moeten blijven nemen. Zo zullen, om de schade van de pandemie voor de economie te beperken, de uitgaven in de vorm van financiële steun aan de bedrijven en de werkers - die overigens beduidend minder zullen zijn dan onder de regering Wilmès - geenszins van harte worden gedaan, maar in dit geval breekt nood wet.

Het mag duidelijk zijn dat het plan van de nieuwe regering pure bluf en nergens duurzaam en sociaal is, en maar één doel heeft: de mensen, en in het bijzonder de arbeidersklasse, een rad voor de ogen te draaien. Wat het fameuze regeringsplan meer in het bijzonder inhoudt zullen we in het volgende deel duiden.

De arbeiders wordt de rekening gepresenteerd

De regering gebruikt de tijdelijke financiële steunmaatregelen, maar vooral haar ‘verfrissend’ imago en het ‘sociale’ karakter van haar programma om het vertrouwen in de politiek te herstellen en dan vooral om de arbeidersklasse voor zich te winnen in het perspectief van een noodplan voor het redden van de Belgische economie. Onder het motto ‘niemand is verantwoordelijk voor de crisis’ worden de arbeiders nu al warm gemaakt voor het post-coronatijdperk waarin ze flink de broekriem aan moeten halen om, in samenwerking met hun klassevijand, de Belgische economie er weer bovenop te helpen. Want dat de arbeidersklasse uiteindelijk de rekening zal moeten betalen staat buiten kijf.

De bourgeoisie deelt nooit cadeautjes uit. Ze zal zich altijd inspannen om het geheel van het variabele kapitaal (salarissen, sociale uitkeringen, pensioenen), dat nodig is voor de reproductie van de arbeidskracht, tot een absoluut minimum terug te brengen. Binnen het kapitalisme bestaat er “een onophoudelijke strijd tussen kapitaal en arbeid, waarbij de kapitalist er voortdurend naar streeft het arbeidsloon (…)  of de waarde van de arbeid meer of minder tot op haar minimumgrens omlaag te drukken.”(4)
België maakt deel uit van een wereldsysteem, dat alle hoeken van de planeet aan haar wetten onderwerpt. Dat betekent dat België, wil haar economie overeind blijven in de moordende handelsoorlog, de loonkosten moet drukken, het arbeidsritme tot het uiterste opdrijven en zo nodig zelfs de arbeidsdag moet verlengen. Op een aantal van dit soort punten loopt ze ver achterop bij de andere West-Europese landen. Zo kent België in Europa, op Portugal na, de geringste flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Bovendien ligt de activeringsgraad er ruim onder de 70 procent ligt en komen de totale kosten voor de sociale uitkeringen beduidend hoger uit dan in de omringende landen.
Deze gegevens maken duidelijk in welk licht de bestrijding van de “sociale fraude” moet worden bekeken. De regering wil maatregelen doorvoeren om de ‘factor arbeid’ aan een strenger regime te onderwerpen. Ze wil de activeringsgraad omhoog brengen naar 80% en de flexibiliteit van de arbeid opvoeren door regelingen te voorzien voor minder vaste contracten, voor flexibele inzetbaarheid, voor deeltijdbanen, voor soepelere ontslagregeling, enzovoort.  Zo moet het moeilijker worden om nog een beroep te kunnen doen en dus in aanmerking te komen voor een sociale uitkering.

De regering maakt ook goede sier met haar plannen voor duurzame ontwikkeling: “Dat maakt van dit akkoord het meest groene regeerakkoord in de geschiedenis van ons land”, aldus Eerste Minister Alexander De Croo. De vertegenwoordigers van Ecolo-Groen zijn natuurlijk enthousiast, maar zijn nogal zwijgzaam over wie de rekening daarvoor moet gaan betalen. De nieuwe regering huldigt het principe dat “de vervuiler betaalt”, maar dat zegt niets, want wie is er nu geen vervuiler? In feite betekent het dat iedereen moet betalen.
Neem het voorbeeld van de kern-uitstap, een van de stokpaardjes van Ecolo-Groen. De nieuwe regering verbindt zich aan de beslissing om alle kerncentrales in 2025 te sluiten. De Europese Commissie is niet overtuigd van de haalbaarheid ervan en een van de meest cruciale vragen daarbij is waar het geld vandaan moet komen voor deze transitie. Het Federaal Planbureau berekende in 2018 dat de jaarlijkse kosten voor (geïmporteerde) energie750 en 900 miljoen hoger zullen uitvallen, dan wanneer twee kernreactoren 10 jaar langer openblijven. Frans Timmermans, ondervoorzitter van de Europese Commissie wond er geen doekjes om. “De overgang naar een groenere economie en naar de koolstofneutraliteit van de EU in 2050 zal “ongelooflijk complex, moeilijk, omslachtig en duur zijn”.” (La Libre Belgique, 12-10-2020).
Voor Groen-Kamerlid Kristof Calvo is dat allemaal niet zo’n probleem; in zijn optiek zijn het“de grote vermogens en de grote vervuilers[;] de Arcelors van deze wereld, de energie-intensieve bedrijven”, die de factuurvoor de ‘groene’ maatregelen in de bus zullen krijgen. (Knack; 03-02-2019) Mocht dat plan niet slagen dan kan er volgens Ecolo-Groen ook geld bijgedrukt worden.“We hebben dat gedaan om de banken te redden. Dus moeten we dat ook doen om het klimaat te redden”.(Bart Staes; HLN; 10-03-2019) Deze uitspraken verraden dat er linksom of rechtsom toch geld op tafel moet komen. En dat zullen geen kinderachtige bedragen zijn. Het is duidelijk dat de arbeiders zich kunnen opmaken voor extra belastingen om de ecologische plannen van de regering te bekostigen. (5)

De impasse van de burgerlijke protesten en het interklassisme

De nieuwe regering wekt de indruk op te komen voor van de ‘werkende bevolking’. Haar ‘progressieve’ imago is bedoeld om ze voor haar ‘andere politiek’ te winnen. Arbeiders moeten zich echter niet door de uiterlijk schijn van de regering en haar enigszins vage plannen laten misleiden. In een kapitalisme in verval zijn blijvende verbeteringen van hun levensvoorwaarden uitgesloten en de arbeidersklasse heeft niets te winnen, maar alles te verliezen als ze zich laat verleiden door de ‘progressieve’ praatjes van de lakeien van de bourgeoisie.

Zeker, de omstandigheden voor de arbeidersstrijd zijn op dit moment heel moeilijk. Deze wordt vandaag regelmatig in de schaduw gezet door vormen van burgerlijk-democratische strijd tegen ‘ongelijkheid’ (Black Lives Matter beweging), protesten van andere niet-uitbuitende lagen in de maatschappij (studenten, foorkramers, …) of zelfs gezamenlijke protesten van ondernemers en werkers (in de horeca of bij taxibedrijven). Daarnaast hebben er zowel in België maar vooral in Nederland ook verscheidene protesten plaatsgevonden tegen de nationale lockdown maatregelen van de regering.

Al deze protesten, hoewel ze meestal worden aangewakkerd door ontevredenheid en verontwaardiging over de erbarmelijke en gewelddadige condities van het kapitalisme, blijven niettemin steken in eisen voor een kapitalisme met een ‘menselijk’ gezicht. Omdat een dergelijk kapitalisme voortaan onmogelijk is - om leven voor de mensen mogelijk te maken moet het kapitalisme vernietigd worden - bieden deze protesten geen enkele oplossing voor onmenselijke ‘plagen’ die het kapitalisme in ontbinding op ons loslaat. Ze blijven eenvoudigweg gevangen in de kapitalistische logica en dikwijls worden ze op sleeptouw genomen door de meest reactionaire politieke stromingen die de maatschappij afschuimen, zoals het populisme.

Protesten op burgerlijk terrein (zoals BLM) en zelfs interklassistische protesten, waarin verschillende maatschappelijke lagen hun eisen tot uitdrukking brengen (‘Gele Hesjes’ beweging), lopen niet toevallig uit op blind geweld. “Omdat ze geen perspectief hebben op de radicale transformatie van maatschappij, het afschaffen van oorlog, armoede, groeiende onveiligheid en de andere beproevingen van een stervend kapitalisme, kunnen deze bewegingen (….) niet voorkomen dat ze alle gebreken verspreiden van de zich ontbindende kapitalistische maatschappij”.(6)

Al de hierboven genoemde protesten, die vaak uitdraaien op gewelddadige botsingen waardoor ze de indruk geven heel radicaal te zijn, gaan ook dikwijls vergezeld van omvangrijke mediacampagnes met als belangrijk oogmerk de arbeiders van hun eigen klasseterrein te lokken, hen in deze protesten te verdrinken en zo te verhinderen dat ze optreden als een onderscheiden klasse met hun eigen strijdmiddelen en eisen.

Dat neemt echter niet weg dat de arbeiders, door de drastische verslechtering van hun levensomstandigheden, genoodzaakt zijn hun strijdwil te versterken, zoals we in het afgelopen half jaar in sommige delen van België hebben gezien. Op 14 juni kwamen honderden gezondheidswerkers op straat voor een betere financiering van de gezondheidzorg: een opwaardering van de lonen en meer man- en vrouwkracht. Daarnaast kwamen ook arbeiders van diverse bedrijven in verzet tegen de onveilige werkomstandigheden vanwege corona, tegen de sluiting van bedrijven en ontslagen en tegen de opdrijving van het werktempo. Dit is de strijd, hoe beperkt in omvang en duur ze ook waren, die de weg wijst.

Alleen door te strijden als klasse, zelfstandig, met haar eigen eisen, kunnen de arbeiders een werkelijke breuk bewerkstelligen met de kapitalistische logica van de winst om de winst, de accumulatie om de accumulatie, kortom: van de ongebreidelde uitbuiting van de arbeidskracht, van de natuur en uiteindelijk ook van het leven. Dit is het enige en werkelijk ‘uitdagende programma’ dat de georganiseerde kommunistische minderheden de arbeidersklasse moeten voorhouden n

Dennis / 15.11.2020

 

(1) “Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen!”; https://nl.internationalism.org/content/1513/politieke-instabiliteit-bel...

(2) ‘Vivaldi’-regering: de kleuren van de 4  jaargetijden: blauw (liberalen), rood (socialisten), geel (christendemocraten) en groen (ecologisten).

(3) “Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen!”; https://nl.internationalism.org/content/1513/politieke-instabiliteit-bel...

(4) “Loon, Prijs en Winst”, Karl Marx;

https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865loonprijs.htm

 (5) Ecolo-Groen en Vlaams Belang, de winnaars van de verkiezingen: De gevaarlijke misleidingen van de groene ideologie en het populisme

(6) “Volksopstanden zijn geen antwoord op de verdieping van de crisis en de ellende van het wereldkapitalisme”; https://nl.internationalism.org/content/1497/volksopstanden-zijn-geen-an...

People: 

Territoriale situatie: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Regeringsvorming België