Sociale situatie in België

Prijsstijgingen, reorganisaties, harder en langer werken, ... Zich verzetten tegen het opdrijven van de uitbuiting!

Na de enorme dip in het eerste jaar van de pandemie, zet de bourgeoisie in België sinds de afgelopen zomer volop in op een herstel van de economie. Als gevolg van de Covid-19 crisis is de context waarin dit ‘herstel’ zijn beslag moet krijgen zeer complex en onvoorspelbaar geworden en confronteert haar met een opeenstapeling van hindernissen die haar er onvermijdelijk toe zullen aanzetten de aanvallen op de werk- en  levensvoorwaarden van de arbeiders op te voeren.

Recente vakbondsacties versterken greep van de politieke campagnes van de bourgeoisie rond vluchtelingen en terroristische aanslagen

Half november 2015. De week na de terroristische aanslagen in Parijs stonden in de Belgische provincies Namen en Henegouwen syndicale acties en stakingen geprogrammeerd tegen de maatregelen van de regering Michel (indexsprong, hervorming van het pensioenenstelsel, verhoging van de prijs van een aantal basisvoorzieningen, zoals elektriciteit, …). Deze pasten in een beurtrol per provincie in het kader van een uitgebreid syndicaal plan van “acties” om de regering te “dwingen tot sociaal overleg” over deze maatregelen.

Betogingen en stakingen in België, De vakbondsacties leiden slechts tot ontmoediging en tot wanhoop

Van het Noord- tot het Zuid-station, waren de straten gevuld met rode, groene en blauwe kleuren. Een bonte verzameling van zowat 120.000 mensen afkomstig uit alle regio’s, over de taalgrens heen, die opstapten achter het ‘gemeenschappelijk’ vakbondsfront van socialisten christenen en liberalen. Die donderdag 6 november leek het wel alsof het centrum van het kapitalistische Europa, Brussel, veranderd was in een stad van ‘arbeidersvakbonden’. En dat was slechts het begin van een lange reeks acties, 3 dagen van ‘provinciale’ stakingen en een dag van ‘nationale staking, verspreid van midden november tot midden december, allemaal gericht tegen de maatregelen van de ‘Zweedse’ coalitie van de rechtse partijen (blauw voor de Nederlandstalige en Franstalige Liberalen, geel voor de Christendemocraten en de Vlaamse nationalisten).

Het huidig vakbondsmaneuver kan enkel tot ontmoediging en wanhoop leiden. Het is slechts een valstrik, een schakel in de provocaties om strijd op klasseterrein te blokkeren

Van het Noord- tot het Zuid-Station, waren de straten gevuld met rode, groene en blauwe kleuren. Een bonte verzameling van zowat 120.000 mensen afkomstig uit alle regio’s, over de taalgrens heen, die opstapten achter het gemeenschappelijk vakbondsfront. Die donderdag 6 november leek het wel alsof het centrum van het kapitalistische Europa, Brussel, veranderd was in een stad van de “socialistische” werkers.

Rapport over de situatie in België (Territoriale conferentie – december 2011)

Sinds de federale verkiezingen van juni 2010, ofwel bijna 540 dagen lang, zijn de schijnwerpers van de burgerlijke media gericht op het eindeloze afspringen van het communautaire feuilleton: onderhandelingen, compromis, breuken, verraad; de ‘burger’ werd permanent meegevoerd tussen de hoop van een nationaal compromis en de wanhoop van een uiteenvallen van het land.

Sociale zekerheid in België? Kapitalisme biedt arbeidersklasse slechts één perspectief: armoede

Regering en media bazuinen het rond : België zou zonder te grote kleerscheuren de crisis doorstaan hebben dank zij haar sociale zekerheid. En ondertussen kleurt de economische hemel weer op zodat soberheid en besparingen binnenkort nog slechts een nare droom zouden zijn voor ons “rijk” landje. De voorbije wintermaanden trokken alle caritatieve verenigingen nochtans aan de alarmbel want door de groeiende armoede werden velen het slachtoffer van de bittere kou. Sneeuw en vorst zijn intussen verdwenen maar de thuis- en daklozen, de armoede in steeds grotere delen van de bevolking, die zijn niet verdwenen. De winterbeelden lieten trouwens maar het topje van de ijsberg zien want de armoede neemt wereldwijd toe. De tijd dat armoede in verband werd gebracht met Afrika, Azië of Latijns Amerika is lang vervlogen. Vandaag worden ook in Europa miljoenen mensen ermee geconfronteerd. Een Europeaan op de vijf wordt met armoede bedreigd, volgens recente cijfers van Eurostat en EU-SILC (Europese Unie/ Study on Income and Living Conditions). Volgens de gehanteerde definitie kent elkeen die onder de 60% grens valt van het inkomen van een mediaan gezin een verhoogd risico op armoede. In Spanje en Griekenland leeft reeds 20 % van de bevolking onder de relatieve armoedegrens en 4,5 % van de bevolking leeft in extreme armoede. In het Verenigd Koninkrijk groeit een derde van de kinderen op in armoede. Voor België gaat het over een goede 15% (1 op 7 gezinnen) en dit aantal stijgt (meer dan 1.500.000 personen). Dit cijfer ligt trouwens hoger dan in de andere ‘rijkere’ West Europese landen.

 

Bestaansonzekerheid wordt de regel voor een steeds groeiend deel van de arbeiders. En als deze bestaansonzekerheid blijft duren hebben ze ook geen middelen om voor zichzelf en voor hun kinderen een toekomst uit te bouwen in dit maatschappelijk systeem.  Armoede in onze samenleving is niet enkel een financieel drama maar het strekt zich uit naar alle domeinen van de levenssfeer. Huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, maar ook sociale uitsluiting, isolement, perspectiefloosheid en extreme druk treffen daarom een steeds breder gamma van de bevolking. Dit alles vormt als het ware een vicieuze cirkel waardoor ganse gezinnen steeds dieper in de armoede wegzakken. Individuele drama’s en uitzichtloze revoltes als gevolg van deze situatie zijn dan ook bijna dagelijkse rubrieken in de media.

 

De arbeidersklasse komt steeds meer in de kringloop van de armoede terecht

De voorbije koude wintermaanden trokken alle caritatieve verenigingen aan de alarmbel want door de groeiende armoede werden velen het slachtoffer van de kou.  De sneeuw en de bitterste kou zijn intussen verdwenen. Maar meteen smolt ook de aandacht voor de armoede. Maar de thuis- en daklozen en de armoede in het algemeen zijn niet weg. Zo werden sinds 1 april de daklozen terug op straat gezet. De winterbeelden lieten trouwens maar het topje van de ijsberg zien. Het ontgaat inderdaad niemand meer: de armoede neemt wereldwijd toe. De tijd dat we armoede in verband brachten met gebieden als Sub-Saharaans Afrika, Azië of Latijns-Amerika is lang vervlogen. Vandaag worden ook in Europa miljoenen mensen ermee geconfronteerd. Een Europeaan op de vijf wordt met armoede bedreigd. Dat blijkt uit allerlei recente cijfers zoals die van Eurostat en EU-SILC (Europese Unie/Study on Income and Living Conditions). Volgens de gehanteerde definitie kent ieder die onder de 60% grens valt van het inkomen van een mediaan gezin een verhoogd risico op armoede. In Spanje en Griekenland leeft reeds 20 % van de bevolking onder de relatieve armoedegrens en 4,5 % van de bevolking leeft in extreme armoede. In het Verenigd Koninkrijk groeit een derde van de kinderen op in armoede. Voor België gaat het over een goede 15% (1 op 7 gezinnen) en dit aantal gaat in stijgende lijn (of meer dan 1.500.000 personen). Dit cijfer ligt trouwens hoger dan in de andere ‘rijkere’ West Europese landen.

 

 

Bestaansonzekerheid wordt de regel voor een steeds groeiend deel van de arbeidersklasse. En als die bestaansonzekerheid blijft duren hebben ze ook geen middelen meer om voor zichzelf en voor hun kinderen een toekomst uit te bouwen in dit maatschappelijk systeem.  Armoede in onze samenleving is niet enkel een financieel drama maar het strekt zich uit naar alle domeinen van de levenssfeer. Huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, maar ook sociale uitsluiting, isolement, perspectiefloosheid en extreme druk treffen daarom een steeds breder gamma van de bevolking. Dit alles vormt als het ware een kringloop waardoor ganse gezinnen de armoede niet meer uitgeraken. Individuele drama’s en uitzichtloze revoltes als gevolg van deze situatie zijn dan ook bijna dagelijkse rubrieken in de media.

 

Waarom zoveel aanvallen en zo weinig strijd?

Het regent aanvallen. Wij allen zijn bang, voor onszelf of voor onze verwanten, vanwege de aankondiging van een fabriekssluiting of een 'herstructureringsplan' wat gelijkstaat aan een ontslaggolf. Jongeren die tot de arbeidsmarkt toetreden staan voor een muur. De bedrijven werven niemand meer aan. De toelatingsexamens voor de openbare sector worden overspoeld met in het beste geval 100 overgekwalificeerde kandidaten voor... één job. Er worden enkel nog banen aangeboden door de uitzendbureaus of door tewerkstellingspools. Het zijn onzekere jobs, onderbetaald en met helse uitbuitingsomstandigheden. En allemaal aarzelen wij, of we nu een onzekere baan hebben, in de privé-sector of bij de overheid werken, om de strijd aan te gaan. De economische crisis slaat zonder onderscheid toe bij heel de arbeidersklasse, met een brutaliteit en wreedheid die wij tientallen jaren niet meer gekend hebben. Tegenover deze al maandenlange onhoudbare toestand is er bijna geen reactie, zijn er heel weinig stakingen en strijd. Waarom?

Opel, AB InBev: zelfde strijd, zelfde vakbondssabotage

Donderdag 21 januari stonden twee sociale info's op de voorpagina's: Opel Antwerpen wil sluiten en wil overgaan tot het collectief ontslag van de 2.600 mensen. In totaal zouden 5.000 jobs bedreigd zijn. Anderzijds: Een akkoord redt AB InBev uit een Renault-procedure. Het lijken twee tegenstrijdige situaties: de brouwersonderneming Anheuser-Bush InBev schorst op aandringen van de vakbonden de procedure van aangekondigde ontslagen, terwijl de automobielfabriek Opel Antwerpen gaat sluiten. Zou de vakbondsactie bij InBev beter gevoerd zijn dan bij Opel Antwerpen? In werkelijkheid geven de twee conflicten complementaire aanwijzingen over eenzelfde sociale realiteit.

Pagina's

Abonneren op RSS - Sociale situatie in België