Door IKSonline op
Half november 2015. De week na de terroristische aanslagen in Parijs stonden in de Belgische provincies Namen en Henegouwen syndicale acties en stakingen geprogrammeerd tegen de maatregelen van de regering Michel (indexsprong, hervorming van het pensioenenstelsel, verhoging van de prijs van een aantal basisvoorzieningen, zoals elektriciteit, …). Deze pasten in een beurtrol per provincie in het kader van een uitgebreid syndicaal plan van “acties” om de regering te “dwingen tot sociaal overleg” over deze maatregelen. Later in december, was het de beurt aan de spoorbonden, geconfronteerd met veel onvrede op de werkvloer, om 5 gespreide stakingsdagen aan te kondigen in januari tegen de besparingsplannen van de regering voor het spoor (4% productiviteitsstijging per jaar, langer werken en minder vakantie nemen) en de onverzoenlijke houding van beleidsverantwoordelijken van de NMBS (mislukking van sociaal akkoord 2016-2018).
De dynamiek van de arbeidersstrijd wordt echter mede bepaald door de context waarin die plaatsvindt. Wat is de betekenis van deze “acties” in een context van de “vluchtelingencrisis”, de massale toevloed aan vluchtelingen die de oorlog en de chaos in steeds uitgebreidere regio’s van de wereld ontvluchten, en van een soort “staat van beleg” uitgeroepen na de terroristische aanslagen in Parijs? Immers, Na deze gruweldaden in Parijs op 13.11 bleek snel dat de coördinatie van de aanval en de voorbereiding ervan voor een groot deel in België gebeurd is en dat verscheidene daders zelf uit Brussel kwamen. Minstens één van de daders vluchtte trouwens diezelfde avond naar België. Dit leidde snel tot het opdrijven van het “gevarenniveau” van 3 naar 4 (directe dreiging van aanslagen) en tot een soort van ‘staat van beleg’ met gewapende soldaten en pantservoertuigen in de centra van de grote steden, terwijl de meeste massa evenementen werden afgelast. Vooral echter overspoelde de bourgeoisie ons met een eensgezinde en overdonderende ideologische campagne.
Laten we eerst bekijken wat de doelstellingen zijn van deze campagnes meer specifiek in België. Zonder de imperialistische component te onderschatten (zie de aangekondigde herstrukturering en modernisatie van het leger), streven ze essentieel drie doelen na:
- de verdeling en de argwaan aanwakkeren tussen “autochtone” en “allochtone” arbeiders en de tegenstelling tussen proletariaat en bourgeoisie vervangen door de tegenstelling tussen “Belgen/Vlamingen/Walen” en “buitenlanders” (“Eigen volk eerst!”)
- angst te zaaien onder de bevolking, meer specifiek de arbeiders, en ze aan te zetten bescherming te zoeken onder de vleugels van de staat;
- de nationale eenheid na te streven onder alle “burgers” in de verdediging van de democratische staat en zijn “vrijheden”.
Als men nu de bedoeling en het resultaat bekijkt van de vakbondscampagnes, moet men zich afvragen: gaan ze hier tegen in? Hebben ze de greep van de campagnes op het arbeidersbewustzijn afgezwakt? Bieden ze een alternatief t.o.v. de propaganda van de bourgeoisie?
a) De verspreide en regionaal opgedeelde acties van de bonden in november of de sterk corporatistische staking van de spoorbonden (treinbestuurders, seingevers, …) in december-januari werken de sectoriële, lokale of zelfs communautaire verdeling in de hand. Zo ging de spoorstaking, die eerst herleid werd tot 2 dagen op 6 en 7 januari om “de examens van de studenten niet te storen”, uiteindelijk enkel door in Wallonië, omdat de Vlaamse vleugels van de spoorbonden hun actieplannen introkken en “voor overleg kozen”.
b) De bijna karikaturale opdeling van de stakingen tegen de algemene plannen van de regering, alsook de ultrasectoriële acties van de spoorbonden moesten eerst en vooral leiden tot compromisakkoorden en aantonen dat enkel overleg tussen de verschillende partijen binnen de democratisch overlegmaatschappij een uitweg biedt. Zo was de laatste wending in de soap van de spoorstakingen het nieuws dat bonden en directie opnieuw zonder voorwaarden of toegevingen gingen praten om te bekijken hoe de besparingen toch doorgevoerd kunnen worden zonder het personeel te hard te treffen “Wij willen dat er weer gepraat wordt, desnoods zonder bemiddelaar” stelde een verantwoordelijke van de Christelijke vakbond.
c) Tenslotte liet deze corporatistische aanpak de bourgeoisie toe een intense campagne te voeren over het “egoïsme” van de spoorarbeiders die de rest van de arbeiders en de ganse bevolking gijzelden en ingaan tegen het nationaal belang.
Het is duidelijk dat de resultaten van de vakbondscampagnes naadloos aansluiten bij de doelstellingen van de campagnes van de bourgeoisie.
Zeker, er heerst ontevredenheid en woede over de maatregelen van de regering. Maar ook veel radeloosheid en een gevoel van onmacht om hiertegen te reageren. In deze context van de burgerlijke campagnes rond de “dreiging van vluchtelingen” en van terroristische aanslagen, zijn deze syndicale acties, georganiseerd en gepland van A tot Z door de bonden, een versterkend element in de huidige campagne van de bourgeoisie. Door het gevoel van machteloosheid en zinloosheid te versterken tegenover de huidige uitdagingen, door het perspectief van “overleg” als alternatief aan te zwengelen, versterken ze ook het idee dat uiteindelijk alleen de Staat en zijn instrumenten bescherming kunnen bieden t.o.v. de huidige dreigingen. Voor de arbeiders, staat de strijd voor de verdediging van hun levensvoorwaarden lijnrecht tegenover de verdediging van de kapitalistische staat en zijn “burgerdemocratie”. Het gaat samen met de strijd voor de omverwerping van dit barbaars systeem en het tot stand brengen van een maatschappij die beantwoordt aan de behoefte van de mensheid.
Kra / 11.02.16