Een "nieuw elan" of nog meer chaos en instabiliteit? Wie er ook wint, geen oplossing voor de arbeidersklasse!

Printer-friendly version

De burgerlijke campagne voor de verkiezingen van de Tweede Kamer (het parlement) is in volle hevigheid losgebarsten. Alle partijen hebben inmiddels hun verkiezingsprogramma en hun kandidatenlijsten gepresenteerd. Volgens de peilingen wordt het behoorlijk spannend en komt er mogelijk een aardverschuiving in het parlement waarbij het zelfs niet is uitgesloten dat de vijf populistische partijen, die nu nog zo’n 25 Kamerzetels bezetten, na de verkiezingen van 22 november samen meer dan 75 Kamerzetels binnenhalen en een meerderheid in het parlement gaan vormen.

Deze opmars van het populisme geen typisch Nederlands verschijnsel, het is iets wat we in de hele wereld zien met als bekendste voorbeelden Bolsonaro in Brazilië, Trump in de Verenigde Staten, en Modi in India. Ook in Europa zijn er al regeringen die worden gedragen door populistische partijen, zoals in Italië, in Hongarije, en in Polen.

De extreme versplintering van het politieke toneel

Deze extreme versplintering van het politieke toneel in Nederland (in het parlement zitten bijna 20 partijen) is een uitdrukking van het verlies van controle door de bourgeoisie over haar politiek apparaat. Lange tijd was de Nederlandse politiek, geleid door Marc Rutte, een toonbeeld van stabiliteit en slaagde de bourgeoisie erin de populistische groei redelijk onder controle te houden. Maar de afgelopen twee jaar is de politieke situatie danig verslechterd.

In 2021 had de bourgeoisie al ontstellend veel moeilijkheden om een nieuwe regering samen te stellen. Maar toen deze eindelijk toch gevormd was, schreven we dat “De huidige moeilijkheden van de Nederlandse bourgeoisie om een nieuwe stabiele regering te vormen, die de natie door de huidige en de komende stormen kan leiden, brengt op treffende wijze tot uitdrukking de tendens van het ‘ieder voor zich’, [met] de kortetermijnpolitiek, die in de fase van de ontbinding steeds meer begint te overheersen”. [1]

Het besluit van M Rutte om zijn eigen regering ten val te brengen en zich terug te trekken uit de politiek, gevolgd door de politieke leiders van nagenoeg alle andere traditionele partijen, waardoor de populistische vloedgolf min of meer vrij baan krijgt, opent een nieuwe fase in de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich' op politiek vlak. De huidige situatie is daarmee onnoemelijk veel ernstiger dan bijvoorbeeld in 2001 toen de Lijst Pim Fortuyn (LPF) haar opmars maakte: de ‘aftakeling’ van de traditionele partijen is, zowel in kwantiteit (aantal zetels) als in kwaliteit (omvang van de schandalen), nu veel verder gevorderd. Bovendien is er nu niet één populistische partij die de aanval opent op de politieke hoofdstad, maar drie grotere vergezeld van enkele kleinere.

De onberekenbaarheid van het populisme

Het populisme is een typisch verschijnsel van de huidige fase van de ontbinding [2] van het kapitalisme en de duidelijkste uitdrukking van het verlies van controle van de bourgeoisie over haar politieke spel. Dit was de afgelopen 20 jaar al duidelijk te zien, toen de bourgeoisie in Nederland er nog nauwelijks in slaagde om een verkiezingsuitslag te ‘regelen’ die nodig was om een regering te kunnen vormen, die in staat is haar belangen te verdedigen. Door het populisme nu alle ruimte te geven om aan invloed te winnen, verslechtert situatie slechts en wordt de kans om wel een stabiele regering te vormen nog veel kleiner. Het populisme is in wezen immers niet veel meer dan een soort van revolte tegen de politieke elite en biedt geen alternatief perspectief voor het beheer van het kapitalisme. De politiek van deze partijen kan, “als ze hun programma's uitvoeren, alleen maar leiden tot een soort vandalisme dat de instabiliteit (...) slechts verergert” [3]. Kortom: de onberekenbaarheid en instabiliteit van de populistische partijen zal de politieke situatie voor de bourgeoisie alleen maar hachelijker en chaotischer maken.

Het populisme tast ook de traditionele beheerpartijen ernstig aan. Zo dreigt het Christen-Democratische Appel (CDA) gedecimeerd te worden. Deze partij, die in het verleden goed was voor enkele tientallen Kamerzetels en jarenlang een spil was van de Nederlandse politiek, is uitgehold door het populisme. Met de komende verkiezingen dreigt het terug te zakken tot een onbetekenende partij van 5 zetels of minder. Prominenten als Mona Keijzer en Pieter Omtzigt zijn respectievelijk overgestapt naar de populistische BoerBurgerBeweging (BBB) en Nieuw Sociaal Contract (NSC). Een groot aantal andere leden van het CDA heeft intussen ook het zinkende schip verlaten en de overstap naar naar een populistische partij gemaakt.

Om de Nederlandse economie in de moordende internationale concurrentieslag overeind te houden, heeft de bourgeoisie een stabiele regering nodig, die in staat is knopen door te hakken en ingrijpende beslissingen te nemen. Maar het politieke kader van de populistische partijen, dat veel is meer aangetast door de effecten van de ontbinding, is “er helemaal niet op voorbereid het bestuur van de staat over te nemen. (...) De economische en politieke keuzemogelijkheden, naar voren gebracht door het populisme, kunnen nimmer een realistische optie zijn voor het bestuur van het nationale kapitaal” [4].

De illusie van het ‘nieuwe elan’

Dit betekent echter niet dat de Nederlandse bourgeoisie bij de pakken blijft neerzitten. Van de nood een deugd makend, wendt ze de politieke chaos aan om de arbeiders wijs te maken dat deze verkiezingen gaan om fundamentele keuzes en om een ‘nieuw elan’ aan de democratie geven.

Zo bezetten de populistische partijen en andere combinaties tezamen zo goed als het hele politieke spectrum om alle mogelijke proteststemmen een kans te geven.

De drie grotere populistische partijen spreken elk een deel van de kiezers aan: de Partij Voor Vrijheid (PVV) met het verhaal over minder asielzoekers; de BBB met het verhaal over de uitwassen van de groene politiek; NSC met het verhaal over een eerlijke politiek en geen compromissen. Daarnaast is er aan de andere kant van het politieke spectrum een nieuwe anti-populistische pool tot stand gekomen, PvdA-GroenLinks, die met de ‘vuist voor een groen en sociaal Nederland’ ook probeert ontevreden kiezers voor zich te winnen.

Een bijkomend element dat de campagne kan aanjagen is het feit dat zo ongeveer de helft van de partijen de verkiezingen ingaan met een nieuwe partijleider, waarbij Frans Timmermans, die de combinatie PvdA-GroenLinks aanvoert, wel een van de meest prominente is. Nieuwe partijleiders wekken nieuwe verwachtingen en kunnen de illusies in de parlementaire vertegenwoordiging nieuw leven inblazen. Daarnaast hebben alle politieke partijen tezamen, de BBB en NSC niet meegerekend, ook de helft van hun kandidaten vervangen door nieuwe.

De opkomst van de populistische partijen is een uitdrukking van een verrotting van het politieke apparaat van de bourgeoisie. Maar de bourgeoisie zal geen heersende klasse zijn als ze die verrotting niet gebruikt in haar eigen voordeel (en natuurlijk tegen de arbeidersklasse). Het is dankzij diezelfde populistische partijen, die zich presenteren als een nieuw alternatief voor de gevestigde partijen, dat de valstrik van de verkiezingen nieuw leven wordt ingeblazen, “zowel via de kiezers die ze zelf mobiliseren als via degenen die tegenstemmers mobiliseren. Hoewel ze deels het gevolg zijn van de groeiende ontgoocheling over de traditionele partijen, kunnen ze ook helpen om het imago van deze laatsten te versterken” [5].

Kortom, de bourgeoisie haalt alles uit de kast om te proberen de arbeidersklasse aan te trekken en te mobiliseren voor haar verkiezingen.

Parlementaire verkiezingen zijn een wapen tegen de arbeidersstrijd

De verkiezingen zijn een mechanisme om de klasseheerschappij van de bourgeoisie te legitimeren, die haar klassemacht voorstelt als de macht van het volk. In die zin is het een omvangrijke misleidingscampagne, vooral gericht tegen de arbeidersklasse [6]. Ze probeert de arbeiders te doen geloven dat er niets beters is dan de parlementaire democratie en haar over te halen de klassestrijd op te geven, en precies op het moment dat de Nederlandse arbeiders in de eerste maanden van 2023 met een massale stakingsgolf lieten zien dat ze genoeg hadden van de meedogenloze bezuinigingen die ze moesten accepteren om het concurrentievermogen van de nationale economie zeker te stellen.

De arbeiders moeten zich echter geen illusies maken: welke partijen er ook op 22 november winnen, en of ze in de regering zitten of in het parlement, ze zullen geen oplossing brengen. Want de grote problemen van de ontbinding van het kapitalisme (klimaatopwarming, vluchtelingenstromen, economische crisis, de oorlog, als belangrijke katalysator voor alle andere genoemde problemen) kunnen binnen het kapitalisme niet opgelost worden en al helemaal niet door iedere nationale bourgeoisie afzonderlijk. Het medicijn dat de bourgeoisie toedient, zal de ziekte van de patiënt alleen maar verergeren.

Daarnaast zullen alle maatregelen die de bourgeoisie neemt, in een poging om de accumulatie van crises te bezweren, gepaard gaan met ingrijpende aanvallen op de levensvoorwaarden van de arbeidersklasse en andere niet-uitbuitende lagen in de maatschappij. Des te meer een reden voor de arbeidersklasse om het hele verkiezingscircus te negeren en zich te concentreren op de verdediging van haar materiële omstandigheden, zowel op het werk als thuis, zowel als werkende en als werkloze. Het is alleen in deze strijd tegen de economische aanvallen van de regering en de ondernemers dat ze een revolutionaire strijd kan ontwikkelen tegen dit systeem van uitbuiting en onderdrukking. De arbeidersklasse is de enige kracht in de maatschappij die dat vermogen heeft. Alleen zij kan, door de omverwerping van de heerschappij van de bourgeoisie, de vernietiging van de kapitalistische staat, met inbegrip van de parlementaire democratie, het tij keren dat onder het beheer van het kapitalisme onverbiddelijk naar de vernietiging leidt.

Dennis/ 14.10.2023

 

[1] Nederland na de verkiezingen Het einde van de politieke stabiliteit?
[2] Rapport over de hedendaagse ontbinding (mei 2017)
[3] Idem
[4] Over de kwestie van het populisme
[5] Rapport over de hedendaagse ontbinding (mei 2017)
[6] Gemeenteraadsverkiezingen: enkel nog bluf en illusies

Territoriale situatie: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Verkiezingen in Nederland