In België vinden op 9 juni verkiezingen plaats voor het Europese, federale en de drie gewestelijke parlementen. Van uiterst links tot uiterst rechts probeert de bourgeoisie eendrachtig de bevolking, en vooral de nieuwe jonge kiezers en de arbeidersklasse, warm te maken om deel te nemen aan dit verkiezingscircus, via grootschalige kiestesten, peilingen, bevragingen via sociale media, infosessies in scholen, enz. Hét feest bij uitstek van de burgerlijke ‘democratie’, waar de arbeidende bevolking zogenaamd via een “juiste keuze” ‘haar’ politiek zou kunnen opleggen aan de burgerlijke staat, weliswaar binnen de grenzen van ‘zijn’ kapitalistische marktwetten, ‘zijn’ oorlogsinspanningen, ‘zijn’ economische crisis, ‘zijn’ klimaatcrisis, ‘zijn’ vluchtelingen crisis en zo kunnen we het lijstje nog aanvullen.
Laat er geen twijfel over bestaan, wat ook de samenstelling mag worden van de komende regeringen, voor haar is de uitslag al lang bekend, hiervoor zijn geen verkiezingen nodig, want er is voor haar geen andere weg! Onder druk van een turbulente wereldsituatie zullen in de komende periode heel wat belangrijke beslissingen genomen worden om de nationale belangen van de bourgeoisie te verdedigen. Dit is de grote kopzorg van de bourgeoisie, want een regering zal het vermogen moeten hebben om snel ingrijpende maatregelen te nemen. Al doet de Belgische economie het, met een groei van 1,5%, ogenschijnlijk beter dan het Europese gemiddelde, de werkelijkheid is dat de industriële productie in België gezakt is naar het laagste peil sinds de pandemie en was in februari dit jaar bijna 7 procent minder dan een jaar eerder. België staat onder grote druk wegens een veel te hoog begrotingstekort (4.4%) en de EU heeft haar lidstaten begrotingsregels opgelegd die stellen dat dit tekort in 2031 teruggebracht moet zijn tot 1,5 procent van het BBP. Daardoor zou België in de komende zeven jaar minstens 27 miljard, oftewel 4 miljard per jaar moeten bezuinigen. Maar ook de schuldgraad van 105% van het BBP moet beneden de 100% teruggebracht worden. Kredietbeoordeelaars dreigen België ’s rating te verlagen wat tot nog meer rente zou leiden. Daarenboven moeten verschillende dossiers, die de bestaande federale regering voor zich uitgeschoven of beantwoord heeft met halfslachtige maatregelen, zoals die m.b.t. de stikstofuitstoot, de verdere hervorming van pensioenen en fiscaliteit, of de inperking van de uitgaven voor werkloosheid of het beheer van de asielcentra en gevangenissen, grondig aangepakt worden.
De instabiliteit van de situatie op wereldvlak die een ware spiraal en wervelwind aan crises veroorzaken, verhogen de druk en maken nieuwe ingrepen noodzakelijk zoals de verhoging van de uitgaven voor defensie tot 2%, vereist door de NAVO. Of de verhoging van de uitgaven om de gevolgen van de klimaatopwarming en de milieuvervuiling op te vangen en de energietransitie door te zetten (met enkele tientallen miljarden). Maar eveneens verhoogt dit nog de druk op de Belgische economie die steeds meer de gevolgen ondervindt van de slecht draaiende Duitse economie, die al een jaar lang in een recessie verkeert, en die dit jaar in België tot nog veel meer ontslagen zal kunnen leiden (bvb bij Audi Vorst of de Chemische industrie).
Het moge duidelijk zijn dat er voor de bourgeoisie maar één programma zinvol is: het verdedigen van de nationale economie in de actuele economische, militaire en ecologische chaos op de wereldmarkt impliceert automatisch een reductie van de budgetten voor sociale uitgaven en van de loonmassa in alle sektoren.
In een eerder nummer van Internationalisme maakten we al gewag van de algemeen groeiende afkeer van de politieke ‘elite’ in België. “Een onderzoek van politicologen van vijf Belgische universiteiten kwam tot de conclusie dat de afkeer van het politieke establishment, een van de wezenlijke kenmerken van het populisme, in de maatschappij toeneemt en dat er zelfs een algemene antipolitieke stemming aan het groeien is onder de kiezers.”(Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen! [2]) In 2019 bracht één op zes kiezers in Vlaanderen al geen stem uit voor een politieke partij. Een recente studie in Waalse steden, zoals Verviers, bevestigd deze trend voor gans het land. (zie De Standaard Weekblad: Verviers voelt zich vergeten, 20 april 2024)
Het populisme teert op dit ongenoegen en het gebrek aan perspectief. Het zoekt zondebokken en doet zich voor alsof het geen deel zou uitmaken van de burgerlijke politiek en beschermheren van de belangen van het kapitaal. Het Vlaams Belang, dat volgens de peilingen, net als de PVV in Nederland, de grootste partij van Vlaanderen wordt en misschien zelfs van het land, speelt in op die tendens. In zijn programma, hoewel het VB essentieel niet tegen de EU, tegen de NAVO, en tegen de steun aan Oekraïne is, keert het zich in de kern, net als andere populistische partijen, faliekant tegen de vermeende islamisering van de maatschappij en zet het zich af tegen de politieke ‘elite’, wat nog eens haarscherp onderstreept werd door Tom van Grieken in zijn toespraak op zondag 21 januari van dit jaar:“De politieke elite gomt de Vlaamse identiteit weg, vervreemd van haar cultuur, beroofd van haar normen en waarden, bestolen van haar eigenheid”. (Herrezen extreemrechts – Nie wieder! [3]) Daarnaast verzet zich ook de linkse Partij van de Arbeid (PVDA/ PTB) zich tegen de politieke elite, de EU en de NAVO.
Dezelfde peilingen tonen aan dat het politieke landschap in België zich ook steeds meer verkavelt en versnippert. Onder druk van de effecten van de historische ontbinding van het kapitalisme wordt het politiek apparaat alsmaar instabieler, aangetast door de tendens van het ‘ieder voor zich’, verliest de bourgeoisie er almaar meer de controle over. Uitgezonderd de MR (franstalige liberalen) en het CD&V (vlaamse christendemocraten), staan de partijen, die momenteel samen de federale VIVALDI regering vormen, in de peilingen op een behoorlijk verlies. Sommige van hen dreigen te worden gereduceerd tot een splinterpartij.
Het politieke apparaat van België is sowieso al erg complex en versnipperd door het feit dat er geen nationale partijen bestaan, maar dat deze per talengemeenschap opgericht zijn (behalve de PVDA/ PTB). Verder is het ook verdeeld in een federale, gewestelijke en communautaire component. Dit betekent dat de vorming van coherente beslissingskrachtige regeringsploegen die de belangen van het Belgische kapitaal kan verdedigen en in de komende jaren, zowel op federaal als op regionaal vlak, en de nodige maatregelen kan nemen, wellicht een complexe klus wordt.
Verkiezingen bieden geen alternatief voor de crisis van het systeem. Hun doel is net de bevolking, en vooral de arbeidersklasse, van het tegenovergestelde te overtuigen, van hen wijs te maken dat stemmen zinvol is, dat ze op die manier de “juiste keuzes” kunnen maken om “onze welvaart” veilig te stellen. De verkiezingscampagne stelt met aandrang dat er geen beter systeem bestaat dan de democratie, want het zou het enige systeem zijn dat het mogelijk maakt om ‘met het volk en voor het volk’ de problemen op een rationele manier aan te pakken, in een kader dat gevormd wordt door de nationale economie met daarin de rol van de nationale staat, als de behoeder van het ‘algemeen belang’ tegenover de bijzondere belangen van de private ondernemingen. Zo zou de kiezer, bijvoorbeeld door te kiezen voor “de radicale breuk” van de PVDA, een fundamenteel andere politiek kunnen opleggen aan een nieuwe regeringsmeerderheid.
Maar de werkelijkheid is totaal anders, want als de hoeder van de nationale economie verdedigt de staat ten volle de belangen van het kapitaal en de heerschappij van de bourgeoisie. Vanuit dit opzicht is er geen andere politiek mogelijk dan het reduceren van de staatsschuld, het herstellen van de budgettaire evenwichten, het investeren in moderne legeruitrusting en wapenproductie, hetgeen automatisch moet leiden tot de reductie van de sociale uitgaven en de reductie van de loonmassa. Daarbij vormen de verkiezingen niets anders dan een mechanisme om deze klassenheerschappij te camoufleren en te vergoelijken. De verkiezingen zijn één grote misleidingscampagne, vooral gericht tegen de arbeidersklasse, om deze ertoe te brengen om de strijd voor haar klassebelangen op te geven ten gunste van de algemene belangen van haar klassevijand. In deze context is een van de grove leugens in de verkiezingscampagne de zogenaamde tegenstelling tussen de ‘redelijke’ partijen die de democratische waarden “verdedigen”, en de ‘onredelijke’ (zoals VB en PVDA/PTB) die deze waarden “in gevaar brengen”. Beide bieden geen enkel perspectief, want ze zijn gebonden aan de irrationele logica van het in stand houden van een overjaars kapitalisme.
Tegenover de ideologische aanvallen van de bourgeoisie, waarvan de verkiezingscampagne een van de belangrijkste is, moet de arbeidersklasse haar onafhankelijkheid bewaren. Als de enige kracht in de maatschappij die een oplossing kan bieden voor de toenemende ellende, chaos en vernietiging in de wereld, moet ze een helder en diepgaand bewustzijn ontwikkelen van de weg die ze in haar strijd moet afleggen. Die strijd loopt niet langs de burgerlijke parlementaire weg, maar zal noodzakelijkerwijs de grenzen van dit achterhaalde kapitalistische systeem moeten overstijgen, een systeem dat zijn vervaldatum heeft bereikt met oorlogen die enkel nog genocide en ruïnes oogsten, onmacht om de klimaatcrisis aan te pakken, een economische crisis die bedrijven sluit, goederen vernietigd, massa’s vluchtelingen, armoede, hongersnood en uitzichtloosheid creëert omdat er OVERPRODUCTIE is! Terwijl er genoeg goederen worden voortgebracht om 1.5 keer de wereldbevolking te voeden.
“Het is voldoende de handelscrisissen te noemen, die met hun periodieke terugkeer telkens dreigender het bestaan van de gehele burgerlijke maatschappij in gevaar brengen. In de handelscrisissen wordt een groot gedeelte niet alleen van de voortgebrachte producten, maar van de reeds geschapen productiekrachten geregeld vernietigd. In de crisissen breekt een maatschappelijke epidemie uit, die voor alle vroegere periodes iets onzinnigs zou hebben geleken — de epidemie van de overproductie. De maatschappij vindt zich plotseling teruggezet in een toestand van ogenblikkelijke barbaarsheid; een hongersnood, een algemene verdelgingsoorlog schijnen haar alle levensmiddelen te hebben afgesneden: de industrie, de handel schijnen vernietigd, en waarom? Omdat zij te veel beschaving, te veel levensmiddelen, te veel industrie, te veel handel bezit. De productiekrachten, die haar ter beschikking staan, dienen niet meer tot bevordering van de burgerlijke eigendomsverhoudingen; integendeel, zij zijn te geweldig geworden voor deze verhoudingen, zij worden belemmerd en zodra zij deze belemmering overwinnen, brengen zij de gehele burgerlijke maatschappij in wanorde, brengen zij het bestaan van het burgerlijk eigendom in gevaar. De burgerlijke verhoudingen zijn te eng geworden, om de door hen voortgebrachte rijkdom te omvatten.”(Marx&Engels, Communistisch Manifest, cm.pdf (marxists.org) [4].
ADK/LAC - 23.04.2024
De bloedige aanslag op het stadhuis van Moskou op 22 maart, het kille cynisme van Poetin in Oekraïne, het misdadige extremisme van de massaslachting en uithongering van burgers door de regering-Netanyahu... dit alles bevestigt dat het kapitalistische systeem bankroet is, dat de burgerlijke samenleving wel degelijk wordt meegezogen in een wervelwind van vernietiging en wijdverspreide chaos. En dit proces kan alleen maar versnellen, zoals de angstaanjagende desintegratie van het Midden-Oosten, waar het risico van een catastrofale directe confrontatie tussen twee regionale machten, Israël en Iran, immens is.
De IKS heeft al herhaaldelijk gewezen op de historische dynamiek van chaos die heerst over de kapitalistische samenleving sinds de verdwijning van de blokken en de onvermijdelijke verzwakking van het Amerikaanse leiderschap op de planeet. Discipline tussen "bondgenoten" neigt nu te verdwijnen en de smerige imperialistische belangen van de grote en kleine mogendheden laaien op. Zelfs een Amerikaanse bondgenoot als Israël, dat volledig afhankelijk is van Amerikaanse bescherming, doet wat het wil, voert zijn provocaties op, zoals de aanval op de Iraanse vertegenwoordiging in Damascus, en ontketent chaos in de regio die Washington zo goed mogelijk probeert in te dammen. Iran heeft sinds het begin van de oorlog in Gaza olie op het vuur gegooid (via Hamas, Hezbollah en de Houthi's) en heeft onlangs een stap verder gezet in de confrontatie door een grootscheepse luchtaanval rechtstreeks op Israël te lanceren. Ondanks wanhopige pogingen van de Verenigde Staten om de brand te bedwingen, bevestigen de ontwikkelingen in het Midden-Oosten de voortdurende achteruitgang van hun macht over de wereld en dreigen ze de regio mee te sleuren in een algemene vuurzee.
De bourgeoisie kan niets doen aan de dodelijke dynamiek van haar systeem. De chronische economische crisis, de milieurampen en de oorlogen weerspiegelen het lelijke gezicht van de ontbinding van het kapitalisme, het wegrotten van een samenleving die voortkomt uit een verouderde productiewijze, gevormd door de uitbuiting van arbeidskracht, concurrentie tussen allen tegen allen en oorlog, en die nu niets anders te bieden heeft dan terreur, lijden en dood. Steeds meer regio's in de wereld worden onleefbaar voor hun bevolking, zoals Haïti in de greep van chaos, overgeleverd aan criminele bendes, of zoals veel staten in Afrika en Latijns-Amerika, blootgesteld aan wijdverspreide corruptie, krijgsheren, maffia's en drugshandelaren.
Het epicentrum van deze helse spiraal ligt in het hart van het kapitalisme, in de eerste plaats in 's werelds grootste mogendheid, de Verenigde Staten. Nadat de Verenigde Staten de chaos in de afgelopen decennia hebben vergroot door te proberen hun rol als wereldpolitieagent op te leggen (met name in Irak en Afghanistan), zetten ze nu alle beschikbare middelen in om hun onomkeerbare achteruitgang tegen te gaan en aarzelen ze niet om hun voormalige ‘bondgenoten’, nu rivalen, meedogenloos onder de voet te lopen.
De uitvoering van dit beleid verergert ook de spanningen binnen de Amerikaanse bourgeoisie zelf, zoals blijkt uit de botsingen die nu al de verkiezingscampagne voor de presidentsverkiezingen van komende november kenmerken. Deze spanningen wakkeren de destabilisatie van het Amerikaanse politieke systeem aan, dat steeds meer gefragmenteerd en gepolariseerd raakt, niet alleen door de verdeeldheid tussen Republikeinen en Democraten, maar ook en vooral door de groeiende onenigheid binnen elk van de twee rivaliserende kampen. Voorlopig is de populist Trump de favoriet, ondanks alle pogingen om hem buiten spel te zetten. In feite blijft de vloedgolf van populisme diep geworteld in de Amerikaanse politiek, zoals het ook duidelijk zichtbaar is in verschillende Europese landen..
Een dergelijke situatie dompelt niet alleen de Amerikaanse bourgeoisie, maar ook de kanselarijen in de wereld onder in onzekerheid, omdat ze niet van tevoren kunnen bepalen wat het standpunt van Washington zal zijn over de brandende kwesties die de geopolitiek van de wereld beïnvloeden. Deze botsingen tussen fracties binnen de Amerikaanse bourgeoisie - van de opruiende uitspraken van Trump tot de politieke impasse in het Congres over militaire steun aan Oekraïne – zijn een belangrijke versneller van imperialistische destabilisatie.
De interne puinhoop ondermijnt de geloofwaardigheid en het gezag van de Verenigde Staten zelf, die steeds meer ondermijnd worden door een chaotische internationale situatie. Deze instabiliteit moedigt de grote rivalen en de secundaire regionale machten verder aan;… het versterkt de irrationele pretenties van Poetin en bekrachtigt Zelinsky in hun dodelijke logica;.. het stimuleert de oorlogskoorts van Netanyahu, van Iran en aanverwante terroristische groepen. En terwijl China een onmiddellijke reactie op de provocaties en druk van Washington vermijdt, voert het de druk op Taiwan en de Filipijnen op en is het meer openlijk aan het kijken naar de mogelijkheid om op de langere termijn zijn status als uitdager van Uncle Sam te versterken.
De toenemende agressiviteit van de imperialistische haaien, groot en klein, die de botsingen tussen burgerlijke klieken in de Verenigde Staten proberen uit te buiten, betekent geenszins dat deze gespaard zouden blijven van interne spanningen: Poetin zit gevangen tussen de slachtingen in de Donbass en de ‘oorlog tegen het terrorisme’ van de Islamitische Staat, wiens commando's infiltreren vanuit de voormalige Sovjetrepublieken in Centraal-Azië, een dreiging die de heersende clan en zijn geheime diensten niet hebben kunnen neutraliseren ondanks waarschuwingen van verschillende buitenlandse geheime diensten. In China wordt Xi geconfronteerd met economische stagnatie, met destabilisatie van de ‘Zijderoutes’ door de heersende chaos en interne spanningen binnen het CCP-apparaat. Israëls vlucht vooruit is het resultaat van felle confrontaties tussen de extremistische nationalistische klieken aan de macht en andere facties van de bourgeoisie, evenals de strijd om het politieke voortbestaan van Netanyahu, die gerechtelijk wordt vervolgd.
De huidige instabiliteit van het Amerikaanse beleid baart ook de Europese kanselarijen zorgen en accentueert de verdeeldheid binnen de EU zelf over het te voeren beleid ten aanzien de door NAVO en de Verenigde Staten uitgeoefende druk. Het gevolg is dat de ruzies binnen het "Frans-Duitse koppel", dat al tot een "gedwongen huwelijk" was gedwongen, steeds groter worden.
Tegenover het wegzinken van de maatschappij in barbarij heeft het proletariaat niets te verwachten van de komende presidentsverkiezingen in Amerika, zoals van alle andere die nog komen gaan. Wat de uitslag van de verkiezingen in november in de Verenigde Staten ook zal zijn, ze zullen op geen enkele manier de trend naar chaos, oorlog en versplintering van de wereld keren en de arbeidersklasse zal meer dan ooit lijden onder de gevolgen van de kapitalistische uitbuiting. Verkiezingen zijn alleen belangrijk om de arbeidersklasse de illusie te geven dat ze de loop der gebeurtenissen kan beïnvloeden door de ‘juiste keuze’ te maken, terwijl het verkiezingscircus alleen maar de verscheuring van de burgerlijke klieken uitdrukt die steeds brutaler om de macht strijden. In tegenstelling tot de leugens die verspreid worden door de democraten, en in het bijzonder door ultralinkse groeperingn, die een ‘progressief’ kamp of het kamp ‘van het minste kwaad’van Biden plaatsen tegenover het ‘absolute kwaad’ van Trump, zal het proletariaat het ‘democratische’ discours moeten weerleggen, de stembusvalstrik moeten weigeren en zijn autonome klassenstrijd moeten voeren.
Wat de bourgeoisfracties betreft, zij vechten alleen maar over de meest effectieve en goedkoopste strategie om de Amerikaanse suprematie te bestendigen waarvan ze het eens zijn dat ze die met alle middelen willen handhaven, ongeacht de gevolgen voor de mensheid en de planeet. Iran militair aanvallen of verzwakken door een economische blokkade? De druk op Rusland zo hoog opvoeren dat het implodeert, of de stellingenoorlog 'bevriezen'? De Europese ‘bondgenoten’ chanteren omtrent veiligheid? .... Wat de antwoorden ook zijn, ze zullen zich altijd inschrijven in een logica van oorlog en de financiering ervan zal steeds meer nieuwe ‘offers’ vereisen van de arbeiders. Kortom, welke factie de verkiezingen ook wint, het resultaat zal meer destabilisatie, nieuwe slachtpartijen en een politiek van de ‘verschroeide aarde’ zijn.
Tegenover deze onuitsprekelijke barbaarsheid, geconfronteerd met de belofte van wijdverspreide chaos, vertegenwoordigt het proletariaat het enige mogelijke alternatief om de mensheid te redden van een vernietiging die geprogrammeerd is door de moorddadige logica van een volledig achterhaald kapitalistisch systeem.
De arbeidersklasse heeft haar strijd hervat en haar revolutionair potentieel blijft intact om op termijn haar perspectief en haar kommunistische project te bevestigen.
Het is voor deze strijd dat we als klasse moeten vechten en vanaf nu elke geplande logica van oorlog en economische ‘opoffering’ moeten verwerpen. De burgerlijke retoriek die oorlog voorstelt als een ‘noodzaak’ in naam van het bewaren van de vrede is een walgelijke leugen! De echte schuldige is het kapitalistische systeem!
EKA / 18.04.24
De staat laat een lawine aan bezuinigingen en aanvallen op de arbeiders, werklozen, sociale minima, gepensioneerden, enz. neerkomen. De massale ontslagen nemen hand over hand toe. Zowel in de publieke als in de private sector is er een gebrek aan middelen. De openbare diensten falen volledig. Tekorten aan medicijnen en zelfs voedsel zijn aan de orde van de dag. Miljoenen gezinnen, zelfs diegenen die nog het ‘geluk’ hebben van een vaste baan slagen er niet in om rond te komen. De prijzen voor voedsel, verwarming, huisvesting en benzine rijzen de pan uit, net als de gas- en elektriciteitsrekeningen. De rijen voor de de voedselbanken worden dramatisch langer. De armsten moeten zelfs maaltijden overslaan... Welk beeld is angstaanjagender en uitdrukkelijker dan dat van kinderen die doodvriezen in de straten van de grote hoofdsteden van Europa, in het hart van de machtigste economieën ter wereld? In vier jaar tijd hebben dramatische gebeurtenissen elkaar in hoog tempo opgevolgd: Covid, de oorlog in Oekraïne, het bloedbad in Gaza, klimaatrampen... Deze wervelwind van catastrofes heeft de crisis alleen maar verergerd en de wereldwijde chaos nog verder aangewakkerd. (1) De toekomst die het kapitalisme voor ons in petto heeft, kan niet duidelijker zijn: de ontwikkeling van de economische crisis versnelt de bedreigingen voor de mensheid aanzienlijk, wat tot haar ondergang zou kunnen leiden. Maar de crisis is ook de smeltkroes van de strijd van de arbeidersklasse!
Geconfronteerd met zulke uitdagingen en de onverbiddelijke en angstaanjagende ineenstorting van de burgerlijke maatschappij, legt de arbeidersklasse zich niet echter zonder slag of stoot neer bij de aanvaarding van ellende. Ondanks de oorlogen en de oorlogszucht strijdt de arbeidersklasse nu al bijna twee jaar overal op grote schaal. In vele landen wordt de strijd vaak omschreven als ‘historisch’ wat betreft het aantal betrokken stakers en demonstranten, maar ook wat betreft de vastberadenheid van arbeiders om te vechten voor hun waardigheid en levensomstandigheden. Het is een echte breuk met decennia van gelatenheid. (2)
Sinds de zomer van 2022 is het proletariaat in Groot-Brittannië in verzet gekomen tegen de crisis. Maanden achtereen gingen arbeiders in staking en demonstreerden op straat om betere lonen en waardigere werkomstandigheden te eisen, iets wat we drie decennia lang niet meer gezien hadden! Begin 2023, terwijl stakingen zich over de hele wereld uitbreidden, verzamelde het proletariaat in Frankrijk zich massaal tegen de pensioenhervorming. Miljoenen enthousiaste mensen, van alle sectoren en generaties, gingen de straat op, vastbesloten om samen te vechten. In de herfst begonnen arbeiders in de Verenigde Staten aan een van de meest massale stakingen in de geschiedenis van dat land, met name in de automobielsector, gevolgd door een beweging in de publieke sector in Quebec, die ook als historisch wordt omschreven.
Recentelijk staakten ook de arbeiders in de Tesla-fabrieken in Zweden, een land dat wordt voorgesteld als een ‘sociaal model’, gevolgd door solidariteitsacties van werkers bij de post die alle post blokkeerden naar de werkplaatsen van het bedrijf dat wordt geleid door miljardairclown Elon Musk. Havenarbeiders blokkeerden op hun beurt vier havens en elektriciens weigerden onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan oplaadpunten voor elektrische voertuigen.
In Noord-Ierland werd in januari ook gestaakt door honderdduizenden werkers, vooral in de publieke sector, tijdens de grootste staking in de geschiedenis van de regio. Ze eisten betaling van hun loon.
Zelfs nu, terwijl de oorlog nog steeds woedt in Oekraïne en Gaza, nemen het aantal stakingen en demonstraties van arbeiders over de hele wereld toe, vooral in Europa.
In Duitsland, de grootste economie van Europa, begonnen spoorwegarbeiders eind januari een massale staking van een week die zijn weerga niet kende. Het was de laatste in een lange reeks stakingen tegen langere werktijden en voor hogere lonen. In de komende maanden zouden de spoorwegen getroffen kunnen worden door stakingen van onbepaalde duur (wat evenwel niet is gebeurd). In het land van de ‘sociale dialoog’ zijn er al maanden stakingen in talrijke sectoren: in de staalindustrie, de ambtenarij, de transportsector, de gezondheidszorg, de vuilnisophaaldienst, enz. Op 30 januari vond in Hannover een nationale bijeenkomst plaats van 5.000 artsen. Op 1 februari werden elf luchthavens van het land getroffen door een staking van het beveiligingspersoneel, terwijl 90.000 bus-, tram- en metrobestuurders het werk neerlegden. Half februari staakten eveneens 10.000 werkers in de distributiesector. Het grondpersoneel van Lufthansa werd op 20 februari tot staking opgeroepen...
De omvang, massaliteit en duur van deze stakingsbeweging is ook ongekend in een land dat bekend staat om de enorme administratieve hindernissen die het opwerpt voor elke sociale beweging en het ijzeren korset van vakbonden dat de bourgeoisie lange tijd in staat heeft gesteld om bezuinigingsplannen en ‘hervormingen’ op te stapelen zonder dat de arbeidersklasse echt reageerde. Ondanks de moeilijkheden om uit het corporatistische keurslijf te breken en ‘allen tezamen’ te strijden, zijn de gevechten in Duitsland van immens belang en van een sterke symbolische betekenis. Ze vinden plaats in het hart van een belangrijk industrieel centrum, in het land dat het epicentrum was van de revolutionaire golf van de jaren 1920 en de tragische hoofdrolspeler van een lange periode van contrarevolutie. De huidige beweging maakt duidelijk deel uit van de internationale heropleving van de klassenstrijd.
Maar de strijdbaarheid van de arbeiders beperkt zich niet tot Duitsland. In Finland, een land met weinig traditie op het gebied van strijd, duurde een ‘historische staking’ begin februari 48 uur. Nog recenter, tussen 18 en 21 februari, legden havenarbeiders vier dagen lang de havenactiviteiten lam in dit land. Het bracht tot 300.000 stakers op de been tegen de hervorming van de arbeidswetgeving. In Turkije mobiliseerden tienduizenden metaalarbeiders zich maandenlang om een loonsverhoging te eisen terwijl de prijzen de pan uitrezen. In België staakte de non-profitsector op 31 januari en demonstreerde op dezelfde dag in Brussel. In Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Griekenland… wordt er steeds meer gestaakt in talrijke. De bourgeoisie handhaaft een oorverdovende stilte ten aanzien van de berichtgeving van deze stakingen, omdat ze zich terdege bewust is van de groeiende ontevredenheid onder de arbeiders en het gevaar dat uitgaat van dergelijke mobilisaties.
Maar de doorbraak waarvan we getuige zijn heeft niet alleen te maken met het massale en gelijktijdige karakter van de gevechten. Het proletariaat begint zichzelf opnieuw, zij het bij benadering en op een nog aarzelende wijze, te herkennen als een maatschappelijke kracht en herontdekt zijn identiteit. Ondanks alle illusies en verwarringen zagen we overal, op borden en in discussies, dat ‘we arbeiders zijn!’, dat ‘we allemaal in hetzelfde schuitje zitten!’ .... Dit waren zeker geen loze woorden! Want achter deze woorden gaat een echte solidariteit schuil: allereerst, solidariteit tussen generaties, zoals we heel duidelijk zagen in Frankrijk toen gepensioneerden massaal de straat op gingen om ‘de jongeren’ te steunen; en vervolgens tussen sectoren, zoals in de Verenigde Staten met de toeterende concerten voor stakende fabrieken of in Scandinavië ter verdediging van de Tesla-arbeiders.
Er waren zelfs embryonale uitingen van internationale solidariteit. De Mobilier National in Frankrijk staakte uit solidariteit met de strijd van de culturele werkers in Groot-Brittannië. Raffinaderijen in België staakten ter ondersteuning van de strijd in Frankrijk, terwijl overal ter wereld kleine demonstraties plaatsvonden om de wrede onderdrukking door de Franse staat aan de kaak te stellen. In Italië, terwijl veel sectoren al maandenlang protesteren, staakten op 24 januari bus-, tram- en metrobestuurders: in het kielzog van de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk zeiden arbeiders dat ze betogingen wilden houden ‘zoals in Frankrijk’, wat aantoont de arbeiders over de grenzen heen verbanden beginnen te leggen en lering willen trekken uit eerdere bewegingen.
Het proletariaat begint zich ook zijn ervaring met strijd opnieuw eigen te maken. In Groot-Brittannië verwees de zogenaamde ‘zomer van woede’ expliciet naar de grote stakingen van de ‘winter van onvrede’ in 1978-1979. In de Franse demonstraties waren op de plakkaten verwijzingen naar Mei ‘68 en de strijd tegen de CPE [de startbanen voor jongeren] in 2006 te zien en tegelijkertijd een begin van een overdenking op deze bewegingen. En dat alles terwijl de staat beperkingen oplegt en veel ophef blijft maken om de oorlog te rechtvaardigen.
Natuurlijk zijn we nog ver verwijderd van een massale en diepgaande terugkeer van het klassenbewustzijn. Natuurlijk zitten al deze uitingen van solidariteit en overdenking vol verwarringen en illusies, waardoor deze gemakkelijk op een dwaalspoor gebracht worden door de inkaderingsstructuren van de bourgeoisie, de vakbonden en de linkse partijen. Maar beseffen de revolutionairen, die dit alles vanaf het balkon gadeslaan, hun neus ophalend (3), welke verschuiving er plaatsvindt in vergelijking met voorgaande decennia, decennia van stilte, berusting, afwijzing van het idee zelf van de arbeidersklasse en vergetelheid van haar ervaringen?
Hoewel deze strijd duidelijk aantoont dat de arbeidersklasse niet verslagen is en de enige maatschappelijke kracht blijft die in staat is om de bourgeoisie het hoofd te bieden, is haar strijd nog lang niet gestreden. Ze gaat nog steeds gebukt onder reusachtige zwakheden en illusies, die op onbarmhartige wijze worden geïllustreerd door de huidige bewegingen. Tot nu toe zijn de vakbonden erin geslaagd om de strijd als geheel in te kaderen, ze binnen een sterk corporatistisch kader te houden, zoals we momenteel kunnen zien in Frankrijk en Duitsland, terwijl ze, waar nodig, de voorkeur geven aan een schijn van eenheid en radicalisme, zoals met het ‘Gemeenschappelijk Front’ van de Canadese vakbonden of de beweging in Finland.
Tijdens de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk begonnen vele arbeiders, op hun hoede voor de eindeloze dagen van mobilisatie door de vakbonden, zich af te vragen hoe ze moesten vechten, hoe ze zich moesten verenigen, hoe ze de regering moesten doen wijken... maar nergens slaagde de klasse erin om de vakbonden de leiding van de strijd te betwisten door middel van zelfstandige algemene vergaderingen, net zoals ze niet in staat was om te breken met de corporatistische logica die door de vakbonden werd opgelegd.
De bourgeoisie zet ook haar hele ideologische arsenaal in om het bewustzijn te ondermijnen dat begint te rijpen in de hoofden van de arbeiders. Terwijl ze zwijgt over de massale stakingen van de arbeidersklasse, heeft ze natuurlijk een oorverdovend lawaai gemaakt over de boerenbeweging. In Duitsland, Nederland, Frankrijk, België, Polen, Spanje... heeft de bourgeoisie opnieuw op haar linkse partijen kunnen rekenen om de deugden op te hemelen van strijdmethoden die de antithese zijn van die van het proletariaat en om uit te leggen dat “de arbeidersbeweging moet profiteren van de bres”. (4) Terwijl het proletariaat schuchter zijn klassenidentiteit begint te herontdekken, buit de bourgeoisie de boerenstrijd ideologisch uit met een mediaoffensief om het denkproces dat gaande is te saboteren en de aandacht af te leiden van de vele arbeidersstakingen.
Ze bespaart zich ook geen moeite om de arbeidersklasse aan de kar van de burgerlijke democratie te binden. Terwijl de verrotting van haar systeem politieke afwijkingen voortbrengt zoals Trump in de Verenigde Staten, Milei in Argentinië, het Rassemblement National in Frankrijk, Alternative für Deutschland, Fratelli d'Italia enzovoort, probeert de bourgeoisie zowel in Europa als in Amerika, althans haar fracties die het minst verrot zijn door de ontbinding van de maatschappij, om de invloed van uiterst-rechtse partijen te beperken en haar successen in allerijl te gebruiken tegen de arbeidersklasse. Met name in Duitsland gingen, na oproepen van zowel linkse als rechtse partijen, in verschillende steden, meer dan een miljoen mensen de straat op om te protesteren tegen uiterst-rechts. Opnieuw is het doel om democratische illusies in stand te houden en te voorkomen dat het proletariaat zijn historische strijd verdedigt tegen de burgerlijke staat verdedigt.
Eén ding is echter zeker: in de hitte van de huidige en toekomstige strijd zal de arbeidersklasse geleidelijk aan de politieke wapens vinden om zich te verdedigen tegen de valstrikken van de bourgeoisie en uiteindelijk haar weg zal vinden naar de kommunistische revolutie.
EG, 20 februari 2024
1 International revolution or the destruction of humanity: the crucial responsibility of revolutionary organisations [7], International Review nr. 170 (2023).
2 After the rupture in the class struggle, the necessity for politicisation [8], International Review nr. 171 (2023).
De wervelwind van ernstige schokken in de wereldeconomie van de afgelopen twee jaar, eerst als gevolg van de coronapandemie en de verwoestende milieuvernietiging en nu in toenemende mate als gevolg van de oorlogen, heeft ook de Duitse economie onder zware druk gezet. Terwijl deze er tijdens de coronapandemie in geslaagd was om de economie tijdelijk overeind te houden, voornamelijk dankzij gigantische reddingspakketten, hebben de oorlog in Oekraïne en het daarmee gepaard gaande wereldwijde offensief van de VS op economisch vlak tot enorme kenteringen geleid.
De sancties tegen Rusland als gevolg van de oorlog hebben het Duitse kapitaal gedwongen om drastisch te snijden in zijn energievoorziening en hebben tegelijkertijd de meest massale en langdurige prijsstijgingen veroorzaakt, vooral in de energie- en voedingssector. Er is een gigantisch programma voor de vernieuwing en omschakeling van de energievoorziening gelanceerd... en kort nadat het was aangenomen, stuitte het al op hindernissen en verzet tegen de financiering.
De omschakeling naar nieuwe technologieën (warmtepompen), de uitbreiding van oplaadstations voor elektrische voertuigen, enz. is compleet ondenkbaar zonder massale financiële steun van de staat. Na aanvankelijke uitgebreide subsidietoezeggingen zijn deze en andere subsidies nu sterk verlaagd. Als gevolg van de inflatie en de daarmee gepaard gaande stijging van de rente bevinden banken zich in een precaire situatie. Maar vooral de bouwsector heeft al een daling van 30% in orders en sluitingen van bouwwerven gemeld.
Terwijl de defensie-industrie een krachtige impuls heeft gekregen en nieuwe recorden aan orders viert, stort de productie in andere delen van de economie in - met als gevolg dat Duitsland de laagste groei van Europa laat zien en zelfs in een recessie is beland. Tegelijkertijd heeft de inflatie het concurrentievermogen bedreigd, vooral in de sector van de energieprijzen, aangezien de prijs van gas/elektriciteit in Duitsland tot vijf keer hoger ligt dan in de VS.
Daarnaast heeft de coronapandemie de kwetsbaarheid al aan het licht gebracht door de grote afhankelijkheid van leveranciers van medische producten uit China en India. In een poging om Rusland economisch in het nauw te drijven, is de hele energiesector op zijn kop gezet - maar dit heeft alleen maar nieuwe afhankelijkheden gecreëerd met de bijbehorende mogelijkheden voor chantage en de bovengenoemde verzwakking van het concurrentievermogen. De oorlog in het Midden-Oosten, en de uitbreiding van het conflict naar steeds meer gebieden in de hele regio sindsdien, hebben nu nieuwe knelpunten gecreëerd in de bevoorradingsketens als gevolg van de raketaanvallen door de Houthis aan de Rode Zee / Straat van Djibouti (zoals langere en duurdere omwegen via Afrika).
Naast het sanctiepakket tegen Rusland en de poging om Rusland economisch droog te bloeden, hebben de VS ook direct en indirect hun reeks sancties tegen China versterkt, tegen alle bedrijven die in China actief zijn. Tegelijkertijd hebben de VS de Inflation Reduction Act ingevoerd, die bedoeld is om investeringen in de VS te stimuleren. Dit brengt het risico van deïndustrialisatie in Europa met zich mee. Amerikaanse bedrijven die in Europa investeren, worden ook getroffen door Amerikaanse strafmaatregelen (zoals Ford, dat investeringen in Ford Keulen schrapt ten gunste van investeringen in de VS, waardoor 1700 banen verloren gaan). Het Duitse kapitaal weet dat als Trump opnieuw president wordt, niet alleen de toon harder zal worden, maar dat ook het aantal conflicten tussen Duitsland en de VS zal toenemen.
Terwijl de VS China op de knieën wil dwingen, wordt Duitsland tegelijkertijd door China onder druk gezet. Van het wereldwijde Zijderouteproject tot de aankoop van ondernemingen en fabrieken dringt de Chinese concurrentie steeds verder door. Na het eerdere succes van Duitsland om een aanzienlijk deel van de Chinese automarkt te veroveren, waardoor verschillende Duitse autofabrikanten op piekmomenten ongeveer 40% van hun omzet in China genereerden, is China nu ook al enige tijd in het offensief in de e-autosector. Naast Tesla is de Chinese concurrentie de gevaarlijkste voor de Duitse autosector.
Aan de ene kant betekent de dreiging van de VS dat Duitse bedrijven zich terugtrekken uit China, hetzij volledig of op bepaalde gebieden, en dat sommige Duitse autofabrieken worden omgevormd tot (schijnbaar) onafhankelijke eenheden voor China om een lokale aanwezigheid overeind te houden. In het geval van een escalatie van de Westerse economische oorlog tegen China, is Volkswagen China bijvoorbeeld van plan om zich af te splitsen van het Duitse hoofdkantoor - in zijn nadeel. "Als gevolg hiervan zijn de Duitse investeringen in China onlangs sterk toegenomen, waardoor de Duitse investeringsportefeuille daar tot recordhoogte is gestegen. Economen geven toe dat dit gevolg van de westerse economische oorlog paradoxaal is en eigenlijk niet de bedoeling" (https://www.german-foreign-policy.com/news/detail/9429 [11]). In het geval van een escalatie zou de productie ‘in China voor China’ moeten kunnen doorgaan door te ontkoppelen en te profiteren van de lagere Chinese lonen. Een dergelijke productie, autonoom van Duitsland, zal natuurlijk leiden tot een dramatisch verlies van banen in Duitsland zelf. Daarom staan de zwaarste bezuinigingen voor de deur in de auto-industrie, die lange tijd een steunpilaar van de Duitse economie is geweest.
Kortom, de door de VS geïntensiveerde militaire opbouw tegen China en de economische sanctiepakketten zetten het Duitse kapitaal nu al onder extreme druk. En de jarenlange opkomst van China, waarvan ook Duitsland lange tijd heeft geprofiteerd omdat China een belangrijke markt en werkplaats voor de wereld was geworden, slaat nu als een boemerang terug. Hoewel Duitsland er zeker een gemeenschappelijk belang bij heeft om met de VS samen te werken om China te verzwakken, wil het zelf geen schade oplopen. Er zullen daarom meer conflicten ontstaan tussen de VS en Duitsland en tussen Duitsland en China en dus ook binnen de Duitse bourgeoisie over deze kwestie (hier waren de geschilpunten het duidelijkst tussen de SPD en de Groenen).
Door de opening van het Oosten en de geleidelijke integratie van de meeste landen in de EU had Duitsland de meeste voordelen binnengehaald: bv. toegang tot lage lonen. Geen bouwwerf, geen ambachtelijk bedrijf, geen levering van goederen zonder vrachtwagenchauffeurs uit Oost-Europa, geen bejaardentehuis of ziekenhuis, geen landbouwbedrijf zonder arbeiders met lage lonen, vooral uit Oost-Europa. In dit opzicht heeft de ontstane algemene neerwaartse druk op de lonen het concurrentievermogen vergroot en behouden naast de bekende marktuitbreiding in Oost-Europa door de gemeenschappelijke markt. De wereldwijde golf van globalisering, die zich had voorgedaan met de integratie van China en andere delen van de periferie, en die wereldwijd is afgenomen met de coronapandemie, de oorlog in Oekraïne en de poging om China in bedwang te houden, wordt ook weerspiegeld in Oost-Europa, waar de oorlog in Oekraïne de regio heeft gedestabiliseerd (zie bijvoorbeeld de grensblokkades tussen Polen en Hongarije). De gevolgen van de oorlog, de hernieuwde dominantie van nationale belangen en de sterke aanwezigheid van populistische krachten in heel Europa zorgen voor meer conflictgebieden en onzekerheden in de economie.
Door de meedogenloze intensivering van de concurrentie en de wereldwijde strijd om investeringsprikkels is elke staat gedwongen om schulden te blijven maken en kapitaal aan te trekken door middel van gigantische subsidies. Concurrentie zonder gigantische subsidies, allemaal gefinancierd met belastinggeld, is ondenkbaar. Geen enkel project voor modernisering en/of vernieuwing/herstel van de infrastructuurvoorzieningen zonder financiële injecties van de staat (een voorbeeld hiervan zijn de investeringen in productiefaciliteiten in de halfgeleiderindustrie met miljarden aan staatssteun). Deze keten van subsidies, heropbouwmaatregelen van de staat en reddingspakketten werd al sinds 1989 systematisch in gang gezet na de Duitse hereniging, met als resultaat dat de staatsschuld een astronomisch hoog niveau heeft bereikt. Zolang de rente laag of zelfs nul was, bleef de prijs ‘laag’. Maar met de stijging van de rente, aangewakkerd door de oorlog in Oekraïne, is ook hier een keerpunt bereikt.
De laatste ‘begrotingscrisis’ is slechts het topje van de schuldengekte. Het meest recente parlementair-juridische spektakel heeft de regering gedwongen, of beter gezegd: heeft de regering deze crisis gebruikt, om een reeks ingrijpende prijsverhogingen en bezuinigingen door te voeren die elk gezin duur zullen komen te staan. Voorbij is de fase van het‘relatieve uitstel’ en ‘verzachting’ na corona en het ‘sparen’ en toedekken van de kosten van de oorlog. Een ingrijpende verslechtering is nu op handen.
Ook al heeft Duitsland, vanwege zijn nog voortdurende superioriteit, van alle landen in de EU nog steeds de meeste middelen om staatssubsidies toe te kennen, wordt de marge ook voor het Duitse kapitaal steeds kleiner, waardoor het gedwongen wordt om aanvallen te lanceren.
De eerste gevolgen van de gasprijsstijgingen hadden al geleid tot banenverlies en delokalisaties bij de grote chemische bedrijven. Door de ‘groene’ transformatie dreigt een massaal banenverlies in de auto-industrie, terwijl warenhuizen en winkels in de detailhandel massaal sluiten. Het motto is overal ‘bezuinigen op arbeidskosten’! Door de verdere schaarste aan woningen en de ineenstorting van de investeringen in de bouwsector zullen huurders een nog groter deel van hun inkomen aan huur moeten uitgeven.[1]
Verschillende factoren komen samen:
- het demografische probleem. Zoals in veel geïndustrialiseerde landen krimpt de ‘autochtone’ bevolking (we kunnen hier niet ingaan op de afzonderlijk redenen);
- als gevolg van jaren van genadeloze afbouw van het personeel, verslechterende arbeidsomstandigheden (vooral in de gezondheidszorg, geriatrische zorg, onderwijs, vervoer), zijn veel werkers versleten en lijden aan burn-out;
- tegelijkertijd neemt, net als elders (van China tot de VS), de motivatie af om hard te werken, waardoor velen afhaken (quiet-quitting)[2];
- het opleidingsniveau is op veel gebieden gedaald als gevolg van de ontbinding (zie het Pisa-onderzoek)[3];
- gebrek aan ongeschoold en vooral aan gekwalificeerd personeel (alleen al in de halfgeleiderindustrie is het tekort aan geschoold personeel gestegen van 62.000 naar meer dan 80.000), met andere woorden: de productie wordt afgeremd door een tekort aan arbeidskrachten, terwijl veel arbeiders in andere sectoren hun baan verliezen.
De crisis heeft niet langer slechts één gezicht – massa-ontslagen - maar meerdere gezichten: ontslagen en tekorten aan arbeidskrachten.
Tegelijkertijd wordt het Duitse kapitaal gehinderd door politieke achterstand, xenofobie en populisme, die zelfs de instroom van (gekwalificeerde) arbeidskrachten belemmeren. Tot slot moet de ongelooflijke traagheid van de Duitse bureaucratie worden genoemd. Ze slaagt er niet in om immigratie aanzienlijk te vergemakkelijken. Dit alles beperkt het concurrentievermogen, terwijl er tegelijkertijd een hele campagne tegen illegale immigratie aan de gang is en er strengere uitzettingsmaatregelen werden aangekondigd.
Als gevolg van de opeenstapeling van de kosten van oorlog, de kosten van milieuvernietiging, inflatie, de energiecrisis, de kosten van concurrentie, de kosten van schulden en de prijs van decennia van verwaarlozing - of de opzettelijke ontmanteling en het verval van de infrastructuur - de bezuinigingen op het onderwijssysteem, de gelijktijdige onverbiddelijke stijging van de kosten van huisvesting en het onderhouden van het onstuitbare aantal vluchtelingen, zal het Duitse kapitaal steeds harder moeten optreden.
Het zal ook moeten ontsnappen aan de druk van de VS en China. Welke invloed zal de situatie in de VS hebben op de oorlog in Oekraïne en de financiering ervan in het bijzonder? Wat zullen de gevolgen zijn van de wereldwijde afbrokkeling van de globalisering? Zal Duitsland doorgaan met het sluiten van gezamenlijke overeenkomsten met de EU, vooral met Frankrijk? Tot nu toe hebben zich de tendensen van het ‘ieder voor zich’ ook hier versterkt. We kunnen het over het algemeen stellen dat er al sinds de coronaperiode een overheersende tendens was om alles alleen te doen, met de bijbehorende chaos in de omgang met vaccins en maskers als gevolg. Hoe de Duitse bourgeoisie ook reageert, alles komt neer op het opvoeren van de aanvallen tegen de arbeidersklasse.
De situatie en de dynamiek van de crisis in Duitsland zijn een uitdrukking van een wereldwijde ontwikkeling waarin de hele ellende wordt gedragen door de arbeidersklasse. We mogen dit niet accepteren en moeten onze levensomstandigheden verenigd verdedigen en over de grenzen van de landen heen. We zullen in een ander artikel bespreken wat dit betekent.
TW 19.02.2024
Op 15 oktober 1923 stuurden 46 leden van de Bolsjewistische Partij een geheime brief naar het Politiek Bureau van het Centraal Comité van de Partij waarin ze onder andere de bureaucratische verstikking van het interne leven binnen de Partij aan de kaak stelden. Het ‘Platform van de 46’ markeerde de geboorte van de Linkse Oppositie, met Trotski als boegbeeld.
Trotskistische groeperingen beroepen zich op de Linkse Oppositie, waaruit in 1938 de door hen geclaimde Vierde Internationale ontstond
Over het algemeen hebben ze het echter niet nodig gevonden om deze verjaardag te vieren, en ook zijn ze zeer discreet gebleven over hun vermeende verbondenheid. Het verband dat ze leggen (en altijd hebben gelegd) tussen zichzelf en de revolutionairen van de jaren 1920 komt er echter op neer dat ze de ‘fouten’ van de arbeidersbeweging van die tijd als onveranderlijke politieke principes opvatten, in plaats van de revolutionaire standpunten die dankzij de revolutionaire golf van 1917-1923 konden worden geformuleerd. Het waren bovendien diezelfde dwalingen die als voedingsbodem dienden voor de basisstandpunten van het ‘trotskisme’ dat sinds de Tweede Wereldoorlog heeft gediend als een ‘linkse’ ondersteuning van de politiek van de burgerlijke staat tegen de arbeidersklasse.
De bloedige mislukking van het proletariaat, eerst in Duitsland en daarna in Hongarije in 1919, betekende het einde van de revolutionaire golf, die in oktober 1917 in Rusland was ontstaan. Dit werd gevolgd door een teruggang van de strijd over de hele wereld en het groeiende isolement van de revolutie in Rusland. Deze situatie woog zwaar op de Communistische Internationale (CI) en de Bolsjewistische Partij, die maatregelen begon te nemen die tegen de belangen van de arbeidersklasse ingingen: de onderwerping van de Sovjets aan de Partij, de inlijving van arbeiders in de vakbonden, de ondertekening van het Verdrag van Rapallo[1] en de bloedige onderdrukking van arbeidersstrijd (Kronstadt, Petrograd 1921). De goedkeuring van deze politiek versnelde slechts de nederlaag van de revolutie, waarvan deze maatregelen zelf de uitdrukking waren, en lokte reacties uit van de Linkerzijde in zowel de CI als in de Bolsjewistische Partij. Op het Derde Congres van de CI (1921) veroordeelde de Duits-Nederlandse Linkerzijde, verenigd in de KAPD, de terugkeer van het parlementarisme en het syndicalisme als een breuk met de standpunten van het Eerste Congres van de CI in maart 1919. Op ditzelfde congres reageerde ook de ‘Italiaanse Linkerzijde’ fel tegen de gewetenloze politiek van alliantie met de "centristen" en de uitholling van de kommunistische partijen door de massale intrede van fracties uit de sociaal-democratie.
Maar de eerste oppositie verscheen in Rusland zelf. Al in 1918 waarschuwde het tijdschrift Kommunist, opgericht door Boecharin, Ossinsky en Radek, de partij voor het gevaar van een politiek van staatskapitalisme. Tussen 1919 en 1921 reageerden verschillende groepen ("Democratisch Centralisme", "Arbeidersoppositie") ook op de opkomst van de bureaucratie binnen de partij en de groeiende concentratie van de beslissingsmacht in de handen van een minderheid. Maar de meest consequente reactie op het opportunistische afglijden van de Bolsjewistische Partij was de "Arbeidersgroep" van Miasnikov, die de geleidelijke opoffering van de belangen van de wereldrevolutie aan de belangen van de Russische staat door de partij aan de kaak stelde. Al deze beslist proletarische tendensen wachtten niet op Trotski en de Linkse Oppositie om te strijden voor de verdediging van de revolutie en de Communistische Internationale.
In feite begon de stroming, die bekend staat als de "Linkse Oppositie", pas vorm te krijgen binnen de Bolsjewistische Partij, en meer precies in haar leidende kringen na de politieke ineenstorting van de CI in Duitsland in 1923 en in Bulgarije in 1924. De betekenis van haar strijd kan worden samengevat in haar eigen ordewoord: "Dood aan de koelak, de Nepmen, de bureaucraat". Met andere woorden, het was een kwestie van het aanvallen van zowel de interclassistische politiek van ‘verrijk jezelf op het platteland’ dat Boecharin voorstond, als van de welig tierende bureaucratie van de partij en haar methoden. Internationaal richtte de kritiek van de oppositie zich op de vorming van het Anglo-Russisch Comité en de politiek van de Internationale in de Chinese Revolutie. Maar in feite konden al deze kwesties worden samengevat in één strijd, die van de verdediging van de proletarische revolutie tegen de theorie van ‘socialisme in één land’. Met andere woorden, de strijd ter verdediging van de belangen van het wereldproletariaat tegen het nationalistische politiek van de stalinistische bureaucratie.
De Linkse Oppositie in Rusland werd daarom geboren als een proletarische reactie op de catastrofale gevolgen van de contrarevolutie.
Maar haar late verschijning woog zwaar op haar denken en haar strijd. Ze bleek niet in staat om de werkelijke aard van het stalinistische en bureaucratische verschijnsel te begrijpen, gevangen als de Oppositie was in illusies over het arbeiderskarakter van de Russische staat. Het gevolg was dat ze, terwijl ze de politiek van Stalin bekritiseerde, actief de onderwerping van de arbeidersklasse steunde door de militarisering van de arbeid onder het beschermheerschap van de vakbonden, en zelfs het staatskapitalisme verdedigde door versnelde industrialisatie.
Omdat de Oppositie niet kon breken met de dubbelzinnigheden van de Bolsjewistische Partij over de verdediging van het ‘Sovjetvaderland’, was ze niet in staat om een vastberaden en samenghangende strijd te voeren tegen de ontaarding van de revolutie en bleef ze altijd op een lager niveau dan de proletarische oppositie die na 1918 was ontstaan. Vanaf 1928 werden steeds meer leden van de oppositie onderworpen aan stalinistische repressie. Ze werden opgejaagd en vermoord door de stalinisten. Trotski zelf werd de USSR uitgezet.
In andere secties van de Communistische Internationale ontstonden tendensen die zich verzetten tegen het toenemende contrarevolutionaire karakter van de politiek van de CI. Vanaf 1929 vormde zich rond en op instigatie van Trotski een groepering die de naam ‘Internationale Linkse Oppositie’ (ILO) kreeg. Deze vormde een uitbreiding van de Linkse Oppositie in Rusland en nam haar belangrijkste ideeën over. Maar in veel opzichten was deze oppositie een beginselloze groepering van allen die beweerden een linkse kritiek op het stalinisme te willen leveren. Door zichzelf elke echte politieke opheldering te ontzeggen, en door aan Trotski de rol over te laten om als haar belangrijkste woordvoerder en theoreticus op te treden, bleek ze niet in staat een vastberaden en samrnhangende strijd te voeren om de continuïteit van het kommunistische programma en de kommunistische principes te verdedigen. Erger nog, haar onjuiste opvatting van de ‘gedegenereerde arbeidersstaat’ leidde er uiteindelijk toe dat ze het Russische staatskapitalisme verdedigde. In 1929 verdedigde de Oppositie bijvoorbeeld de interventie van het Russische leger in China na de uitwijzing van Sovjetambtenaren door de regering van Tsjang Kai Tsjek. Bij deze gelegenheid lanceerde Trotski de beruchte leuze: "Onsterfelijke steun voor het socialistische vaderland, nooit voor het stalinisme!". Door de stalinistische (en dus kapitalistische) belangen los te koppelen van de nationale belangen van Rusland, kon deze leuze de arbeidersklasse er alleen maar toe aanzetten het vaderland te verdedigen, wat de weg vrijmaakte voor steun aan het imperialisme van de Sovjet-Unie. Deze opportunistische politiek werd ook belichaamd in de verdediging van de politiek van het verenigd front met de sociaal-democratie en de volksfrontvorming ten gunste van het antifascisme, ter verdediging van democratische ordewoorden en de verdediging van ‘het recht van volkeren op zelfbeschikking’.
Uiteindelijk was elke nieuwe tactiek van Trotski en de ILO slechts een volgende stap in de richting van capitulatie en onderwerping aan de contrarevolutie.
Deze catastrofale dwaling nam ook concrete vormen aan op organisatorisch vlak. In tegenstelling tot de Linkse Fractie van de Kommunistische Partij van Italië was de ILO niet in staat om de rol te begrijpen en te assimileren die moest worden gespeeld door organisaties die trouw bleven aan het kommunistische programma en de kommunistische principes toen de revolutie was verslagen en de kommunistische partijen waren overgelopen naar het kamp van de contrarevolutie. Door zichzelf op te vatten als een eenvoudige ‘loyale oppositie’ van de CI, met als doel deze van binnenuit te corrigeren, was de ILO niet in staat om lering te trekken uit de mislukking van de revolutionaire golf en om de fouten van de Communistische Internationale bij de wortel aan te pakken.
Tot 1933, toen ze definitief uit de ILO werd gezet, leidde de Linkse Fractie van de Kommunistische Partij van Italië de strijd binnen de Internationale Oppositie, zodat deze laatste op het spoor kon komen van het werk van een fractie die haar in staat zou stellen de continuïteit van het kommunistische programma en de kommunistische principes op zich te nemen met het oog op het openen van een nieuwe revolutionaire periode en de vorming van een nieuwe klassenpartij: "In het verleden hebben we de fundamentele notie van de 'fractie' verdedigd tegen het zogenaamde 'oppositie' standpunt. Met de fractie bedoelden we het organisme dat de kaders opbouwt om de continuïteit van de revolutionaire strijd te verzekeren en die voorbestemd zijn om de speerpunt van de proletarische overwinning te worden. Tegenover ons zegevierde het begrip 'oppositie' binnen de Internationale Linkse Oppositie. Deze verklaarde dat het niet nodig was om de noodzaak van de vorming van kaders aan te kondigen: de sleutel tot de gebeurtenissen lag in de handen van het centrisme en niet in de handen van de fractie. Deze divergentie neemt een nieuw karakter aan, maar het is nog steeds hetzelfde contrast, hoewel het op het eerste gezicht lijkt dat het probleem vandaag hierin bestaat: voor of tegen de nieuwe partijen. Kameraad Trotski verwaarloost voor de tweede keer totaal het werk van het vormen van kaders, in de overtuiging dat hij onmiddellijk kan overgaan tot de opbouw van nieuwe partijen en de nieuwe Internationale"[2]. Het onvermogen van Trotski en de oppositie om zich in te zetten voor het fractiewerk bracht hem ertoe de partijvorming op te vatten als een simpele kwestie van tactiek waarbij de wil van een selecte groep de historische omstandigheden kon vervangen. Deze benadering, die meer te maken had met magie dan met materialisme, verdoezelde duidelijk "de voorwaarden van de klassenstrijd omdat deze afhankelijk zijn van de historische ontwikkeling en de krachtsverhouding tussen de bestaande klassen"[3]. Zonder een echt politiek kompas kon de oppositie alleen maar heen en weer geslingerd worden door de grillen van de historische gebeurtenissen. Vandaar de oproep tot de oprichting van de Vierde Internationale (1938) op een moment dat de arbeidersklasse gemobiliseerd werd om de belangen van de verschillende imperialistische machten te verdedigen en de wereld op de rand stond van een tweede wereldslachting.
Dus in plaats van een geloofwaardige bijdrage te leveren aan de voorbereiding van de voorwaarden voor de toekomstige partij, verzwakte het traject van de Linkse Oppositie het revolutionaire milieu aanzienlijk en was het een bron van verwarring en desoriëntatie binnen de werkende massa's in de nacht van de contrarevolutie. De trotskistische beweging onderging het lot van elk opportunistische onderneming. Door tijdens de Tweede Wereldoorlog de verdediging van de USSR en het anti-fascistische kamp op zich te nemen, verraadde ze het proletarisch internationalisme en ging ze met al heel haar hebben en houden over naar het kamp van de bourgeoisie. Haar afstammelingen, de huidige trotskistische organisaties, staan nu aan de kant van de burgerlijke staat[4]. Anderzijds was de Italiaanse Fractie, door haar historische rol te begrijpen, in staat om het kommunistische programma en de organisatorische principes te behouden en te verdedigen. Ze was in staat de toekomst voor te bereiden door eerst de Gauche Communiste de France (1944-1952) en daarna de IKS in staat te stellen deze politieke erfenis over te nemen en de historische continuïteit van de organisatie van revolutionairen op zich te nemen om zo bij te dragen aan de vorming van de toekomstige partij, onmisbaar voor de triomf van de proletarische revolutie.
Vincent, 16 december 2023
[1] Geheime diplomatie van staat tot staat: de toestemming voor Duitse troepen om op Russisch grondgebied te trainen.
[2] Revue Bilan, nr. 1 (november 1933).
[3] Problèmes actuels du mouvement ouvrier international [15], Internationalisme nr. 23 (juni 1947)
[4] Niettemin moet worden opgemerkt dat Trotski tijdens de vroege stadia van de Tweede Wereldoorlog nog steeds de kracht had om al zijn politieke standpunten volledig te herzien, met name over de aard van de USSR. "In zijn laatste pamflet, “De USSR in oorlog”, zei hij dat als het stalinisme zegevierend en versterkt uit de oorlog zou komen, zijn oordeel over de USSR herzien zou moeten worden. Dit is wat Natalia Trotski, gebruikmakend van de gedachtegang van haar metgezel net als andere Trotskisten, met name Munis, ook deed op 9 mei 1951 door te breken met de Vierde Internationale over de aard van de USSR” (Trotsky, le "Révolutionnaire", l'"Internationaliste [16], RévoIution Internationale no. 179, mei 1989)
In de afgelopen decennia is het duidelijk geworden dat de burgerlijke beschaving een ernstige bedreiging vormt voor de natuurlijke gesteldheid die de basis vormt voor het menselijk bestaan op deze planeet. Het is ook steeds duidelijker geworden dat de belangrijkste facties van de heersende klasse verplicht zijn om de ernst van de ecologische crisis te erkennen, en zelfs het verband met de andere belangrijkste uitingen van een maatschappij in verval, vooral de vlucht in militarisme en oorlog[1]. Dit recent verworven ‘begrip’ wordt helemaal niet tenietgedaan door het feit dat andere delen van diezelfde heersende klasse zich terugtrekken in een openlijk irrationeel en suïcidale politiek van ontkenning ten aanzien van het gevaar van klimaatverandering en de vervuiling van lucht, bodem en water. Maar noch erkenning noch ontkenning kan het feit verhullen dat de bourgeoisie niet in staat is om de moloch van ecologische vernietiging af te remmen, laat staan tot stilstand te brengen. We kunnen in het bijzonder wijzen op de overduidelijke en herhaalde mislukking van de spectaculaire COP-klimaatconferenties van de afgelopen jaren.
Deze ontmaskering van de machteloosheid van de heersende klasse heeft geleid tot de behoefte aan een soort ideologische compensatie, met name van de kant van de linkervleugel van de bourgeoisie. Vandaar de opkomst van een soort ‘groen keynesianisme’, de notie van een ‘Groene New Deal’, waarin de staat, door de ergste vervuilers te straffen en te investeren in ‘duurzame’ technologieën, niet alleen zou kunnen voorkomen dat de klimaatverandering uit de hand loopt, maar ook groene banen en groene groei zou kunnen creëren - kortom, een gezond groen kapitalisme.
Maar er zijn ook radicalere stemmen die al snel wijzen op de tekortkomingen van dit soort schone kapitalisme. De belangrijkste onder hen zijn de voorstanders van ‘krimp’. Schrijvers als Jason Hickel[2] kunnen gemakkelijk aantonen dat het kapitalisme voortgestuwd wordt door de voortdurende behoefte om uit te breiden, om waarde te accumuleren, en dat het de natuur moet behandelen als een ‘geschenk’ dat maximaal uitgebuit moet worden terwijl het elke laatste uithoek van de planeet probeert te onderwerpen aan de wetten van de markt. Hickel spreekt daarom over de noodzaak van een overgang naar een postkapitalistische economie[3]. Anderen, zoals John Bellamy Foster, gaan verder en verwijzen explicieter naar Karl Marx’ groeiende interesse in ecologische kwesties in de latere stadia van zijn leven, naar wat zij Marx' ‘ecosocialisme’ noemen[4]. Maar recentelijk hebben de boeken van de Japanse schrijver Kohei Saito, die zeer goed onderlegd is in de latere geschriften van Marx als gevolg van zijn betrokkenheid bij de nieuwe editie van de complete werken van Marx en Engels (het MEGA-project), enorme belangstelling en aanzienlijke verkoopcijfers getrokken, in het bijzonder zijn meest recente werk, getiteld Slow Down: How Degrowth Communism Can Save the Earth (2024). Terwijl Saito’s vorige boeken[5] in een nogal academische stijl waren geschreven, is dit een veel meer populariserende poging, die niet alleen zijn belangrijkste argument presenteert dat Marx zelf een ‘krimp kommunist’ was geworden, maar ook de stappen schetst die zouden kunnen leiden tot het implementatie van ‘krimp kommunisme’ vandaag de dag. En op het eerste gezicht lijkt hij het inderdaad te hebben over het kommunisme zoals dat door de echte, historische kommunistische beweging wordt begrepen - een maatschappij van vrij geassocieerde producenten, waar loonarbeid niet langer bestaat. Het feit dat hij verder wil gaan dan de term ecosocialisme’ (die impliceert dat er vormen van socialisme kunnen zijn en zijn geweest die niet ecologisch waren, die niet minder ecologisch destructief waren dan het kapitalisme) en het nu over kommunisme heeft, is een reactie op een groeiende zoektocht naar oplossingen die naar de wortels van de huidige beschavingscrisis gaan. Maar een nader en kritischer onderzoek van Saito’s redenering laat zien dat het een antwoord is dat alleen maar kan leiden tot meer nepoplossingen.
Zoals we al zeiden, is Saito niet de eerste die erop wijst dat de ‘late Marx’ een sterke belangstelling ontwikkelde voor zowel ecologische kwesties als voor de communautaire sociale vormen die voorafgingen aan het ontstaan van de klassenmaatschappij en die zelfs na de opkomst van het kapitaal hun sporen nalieten. Specifiek voor Saito is het idee dat de studie van deze vragen Marx bracht tot een ‘epistemologische breuk’[6], met wat hij noemt de ‘lineaire, progressieve kijk’ op de geschiedenis, gekenmerkt door ‘productivisme’ en ‘eurocentrisme’, en in de richting van een nieuwe visie op het kommunisme. Kortom, Marx verliet het historisch materialisme ten gunste van een ‘krimpkommunisme’. Maar Marx was nooit een aanhanger van een ‘lineaire, progressieve kijk’ op de geschiedenis. Zijn opvatting was eerder dialectisch: verschillende productiewijzen hebben perioden van opgang doorgemaakt, waarin hun smaatschappelijke verhoudingen een werkelijke ontwikkeling van productie en cultuur mogelijk maakten, maar ook perioden van stagnatie, achteruitgang en zelfs regressie, die ofwel konden leiden tot hun verdwijning zonder meer, ofwel tot een periode van maatschappelijke omwenteling die een hogere productiewijze kon inluiden. In het verlengde hiervan kan in dit historische proces weliswaar een algemeen progressieve beweging worden waargenomen, maar alle vooruitgang heeft zijn prijs: vandaar bijvoorbeeld het idee van Marx en Engels dat de vervanging van het primitieve kommunisme door de klassenmaatschappij en de staat zowel een achteruitgang als een vooruitgang was, en dat het kommunisme van de toekomst een soort ‘terugkeer op een hoger niveau’ zou zijn naar de archaïsche maatschappelijke vorm[7].
Met betrekking tot het kapitalisme wees de Marx van het Kommunistisch Manifest op de enorme ontwikkeling van de productiecapaciteit die mogelijk was geworden door de opkomst van de burgerlijke maatschappij. Nogmaals, deze vooruitgang ging ten koste van de meedogenloze uitbuiting van het proletariaat, maar de strijd van het proletariaat tegen deze uitbuiting legde de basis voor een kommunistische revolutie die de nieuwe productiekrachten in dienst van de mensheid kon stellen. En zelfs in dit vroege stadium in het leven van het kapitaal keek Marx ongeduldig uit naar zo'n revolutie, omdat hij de crises van overproductie zag als tekenen dat de kapitalistische maatschappelijke verhoudingen al te smal waren geworden voor de productiekrachten die ze hadden ontketend. De nederlaag van de revolutiegolf van 1848 bracht hem ertoe deze visie te herzien en te erkennen dat het kapitalisme nog een aanzienlijke ontwikkeling voor de boeg had voordat een proletarische revolutie mogelijk zou worden. Maar dit betekende niet dat elk land en elke regio van de wereld veroordeeld was om precies hetzelfde ontwikkelingsproces door te maken. Toen de Russische populiste Vera Zasulich hem in 1881 schreef om zijn mening te vragen over de mogelijkheid dat de Russische mir of landbouwkommune een rol zou kunnen spelen in de overgang naar het kommunisme, stelde Marx het probleem als volgt: terwijl het kapitalisme zich in grote delen van de wereld nog in de beginfase bevond, "is het kapitalistische systeem in het Westen over zijn hoogtepunt heen en nadert het het moment waarop het niet meer dan een regressief maatschappelijk regime zal zijn"[8]. Dit betekende dat de objectieve voorwaarden voor een proletarische revolutie snel rijpten in de centra van het systeem, en dat als die er zou komen, "dan kan het huidige Russische gemeenschappelijke grondbezit dienen als uitgangspunt voor een kommunistische ontwikkeling"[9].
Deze hypothese impliceerde niet dat de methode van het historisch materialisme werd opgegeven. Integendeel, het was een poging om deze methode toe te passen in een tegenstrijdige periode waarin het kapitalisme tegelijkertijd tekenen van historisch verval vertoonde en nog steeds beschikte over een zeer groot ‘achterland’ waarvan de ontwikkeling de groeiende innerlijke tegenstellingen tijdelijk kon bezweren. En in plaats van deze ontwikkeling, die al tot uitdrukking kwam in de imperialistische drang van de grootmachten, te bepleiten of te steunen, zag Marx dat hoe eerder de proletarische revolutie uitbrak in de geïndustrialiseerde centra, hoe minder pijn en ellende er zou worden toegebracht in de periferie van het systeem. Marx leefde niet lang genoeg om alle gevolgen van de verovering van de planeet door het imperialisme te zien, maar anderen die zijn methode overnamen, zoals Lenin en Luxemburg, waren in staat om in de eerste jaren van de 20e eeuw te erkennen dat het kapitalisme als geheel zijn tijdperk van verval inging, waardoor de mogelijkheid - en de noodzaak - voor een wereldwijde proletarische revolutie ontstond.
Dezelfde bezorgdheid kenmerkte de groeiende belangstelling van de ‘late’ Marx voor het ecologische vraagstuk. Gestimuleerd door het lezen van wetenschappers als Liebig en Fraas, die zich bewust waren geworden van de destructieve kant van de kapitalistische landbouw (Liebig noemde het ‘rooflandbouw’), die in zijn honger naar onmiddellijke winst de vruchtbaarheid van de grond uitputte en moedwillig de bossen vernietigde (waarvan Marx al had opgemerkt dat het een schadelijk effect had op het klimaat). Als de ontwikkeling van het kapitalisme de natuurlijke basis voor de productie van levensbehoeften al aan het ondermijnen was, dan naderde zijn ‘progressieve missie‘ misschien haar einde - maar dit ontkrachtte niet de methode die in staat was geweest om de positieve rol te erkennen die de bourgeoisie had gespeeld bij het overwinnen van de barrières van het feodalisme. Bovendien - en Saito is zich hier terdege van bewust, omdat hij dit in zijn eerdere werken heeft laten zien - kwam Marx’ preoccupatie met de invloed van het kapitalisme op de relatie tussen mens en natuur niet uit het niets: de wortels ervan zijn te vinden in de notie van de vervreemding van de mens van zijn ‘anorganische lichaam’ in de Economische en Filosofische Manuscripten van 1844, een notie die verder is uitgewerkt in de Grundrisse en Het Kapitaal, met name in het idee van de ‘metabolische breuk’ in het laatstgenoemde werk. Op dezelfde manier is de erkenning dat de kommunistische maatschappij de rigide scheiding tussen stad en platteland zou moeten doorbreken, terug te vinden in zowel de vroege geschriften van Marx en Engels als in de periode van Marx’ onderzoek naar de landbouwwetenschap, toen dit werd gezien als een voorwaarde voor het herstel van de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem. Uitwerking, ontwikkeling, kritiek op achterhaalde ideeën - maar geen ‘epistemologische breuk’.
We zouden nog veel meer kunnen zeggen over Saito’s eigenlijke visie op het kommunisme. In het bijzonder leunt het zwaar op de notie van de ‘commons’, wat impliceert dat prekapitalistische gemeenschapsvormen nog steeds een substantieel bestaan hebben in het huidige kapitalisme, en zelfs zouden kunnen dienen als een soort kern voor de kommunistische omvorming. In feite was het in Lenin’s tijd al duidelijk geworden dat het imperialistische kapitaal het werk dat in de periode van ‘primitieve accumulatie’ was verricht - de vernietiging van de gemeenschapsbanden en de scheiding tussen de producent en het land - snel aan het voltooien was. Een eeuw of meer later is dit nog duidelijker. De uitgestrekte sloppenwijken rond de megasteden in de periferie van het systeem getuigen zowel van de verwoesting van oude gemeenschapsvormen als van het onvermogen van het kapitalisme in verval om een groot aantal bezitlozen te integreren in het ‘moderne’ productienetwerk.
Dit idee dat de nieuwe maatschappij kan worden gebouwd in het omhulsel van de oude maatschappij onthult wat misschien wel de meest fundamentele verdraaiing van het marxisme in Saito’s boek is. Zeker, Saito bekritiseert de ‘Green New Deal’ - zowel vanwege de afhankelijkheid van ‘top down’ maatregelen opgelegd door de staat, als omdat het niet het probleem aanpakt van de behoefte van het kapitalisme aan eindeloze ‘groei’, die onverenigbaar is met het behoud van een gezonde natuurlijke omgeving. Saito benadrukt dat de nieuwe maatschappij alleen kan voortkomen uit een maatschappelijke beweging ‘van onderaf’. Voor Marx was het kommunisme de echte beweging van de arbeidersklasse, die begon met de verdediging van haar klassenbelangen en leidde tot de omverwerping van de bestaande orde. Voor Saito daarentegen is de sociale beweging een conglomeraat van verschillende klassenkrachten - naast pogingen om kleine uitingen van ‘the commons’ op te zetten in de buurten van hedendaagse steden, zoals Detroit, verwijst hij naar interklassistische protesten zoals de Gele Hesjes in Frankrijk, protestgroepen die zich van meet af aan op een burgerlijk terrein bevinden, zoals Extinction Rebellion, een aantal arbeidersstakingen, de ‘burgervergaderingen’ die onder auspiciën van Macron zijn opgezet als reactie op de protesten van de Gele Hesjes. Kortom, niet de klassenstrijd; niet de strijd van de uitgebuitenen om los te komen van de kapitalistische organen die hen in bedwang houden (zoals de vakbonden en linkse partijen); niet de opkomst van een kommunistisch bewustzijn zoals dat tot uitdrukking komt in de vorming van revolutionaire minderheden.
Een van de duidelijkste bewijzen dat Saito het niet heeft over de klassenstrijd als hefboom van het kommunisme is zijn houding ten opzichte van de Indignados-beweging die in 2011 in Spanje verscheen. Dit was een beweging die gebaseerd was op een proletarische vorm van organiseren - de massavergaderingen - ook al zag de meerderheid van de hoofdrolspelers zichzelf eerder als ‘burgers’ dan als proletariërs. Binnen de vergaderingen was er een strijd tussen organisaties als ‘Democracia Ya’ die wilden dat de volksvergaderingen het reeds bestaande ‘democratische’ systeem nieuw leven zouden inblazen, en een proletarische vleugel die de autonomie van de vergaderingen verdedigde tegenover alle uitingen van de staat, met inbegrip van zijn lokale, gemeentelijke tentakels. Saito prijst de ‘Beweging van de Pleinen’ maar spreekt zich tegelijkertijd uit voor het kanaliseren van de vergaderingen naar de vorming van een gemeentelijke politieke partij, zoals in Barcelona met Comu, en voor de verkiezing van een radicale burgemeester, zoals Comu’s Ada Colau, wiens bestuur een reeks ‘democratiserende’ maatregelen en ecologische verklaringen heeft voorgesteld. Bovendien heeft het experiment in Barcelona geleid tot de beweging ‘Ciudades sin Miedo’, die hetzelfde model wil toepassen in een aantal andere steden in de wereld.
Dit is niet de internationale uitbreiding van de arbeidersstrijd - een voorwaarde voor de kommunistische revolutie - maar een structuur voor het recupereren van de authentieke klassenstrijd. En het is gebaseerd op de verwerping van een ander fundamenteel element van het kommunistische project, de les die Marx, Engels, Pannekoek en Lenin trokken uit de ervaring van de Parijse Commune van 1871: dat de taak van het proletariaat, de eerste stap in zijn revolutie, bestaat uit het ontmantelen van de bestaande staatsmachinerie, niet alleen zijn legers, zijn politie en zijn centrale regeringsapparaat, maar ook zijn gemeenteraden en andere vormen van plaatselijke controle. Voor Saito daarentegen "zou het dwaas zijn om de staat af te wijzen als middel om dingen gedaan te krijgen, zoals het creëren van infrastructuur of de transformatie van productie" (Slow Down, p. 232) Waar dit op neerkomt is een ‘Green New Deal’ van onderaf, niet de revolutionaire omverwerping van bestaande omstandigheden.
Dit is niet het moment om in te gaan op de reusachtige uitdagingen waar de arbeidersklasse voor komt te staan als ze eenmaal de macht in handen heeft en de overgang naar het kommunisme heeft ingezet. Het is duidelijk dat de ecologische kwestie centraal zal staan in haar zorgen en dit zal een reeks maatregelen vereisen die gericht zijn op de onderdrukking van de drang tot accumulatie en de vervanging ervan door productie voor gebruik - niet alleen op plaatselijke schaal maar op de hele planeet. Het zal ook de ontmanteling vereisen van het gigantische apparaat van afvalproductie dat de klimaatramp voedt: de wapenindustrie, reclame-industrie, financiële instellingen, enzovoort. Zoals we elders hebben laten zien[10], hebben eerdere marxisten, van Bebel tot Bordiga, ook gesproken over het overwinnen van de waanzinnige stormloop die wordt aangewakkerd door het accumulatieproces, over het ‘afremmen’ van de hectiek van het leven onder het kapitaal. Maar we beschrijven dit niet als ‘krimp’ om twee redenen: ten eerste omdat het kommunisme de basis is voor een echte ‘ontwikkeling van de productiekrachten’ met een geheel nieuwe kwaliteit, verenigbaar met de werkelijke behoeften van de mensheid en haar metabolisme met de natuur. En ten tweede omdat spreken over krimp in het kader van het bestaande systeem - en Saito's ‘kommunisme’ ontsnapt hier niet aan - gemakkelijk kan worden gebruikt als rechtvaardiging voor bezuinigingen door de burgerlijke staat, als een reden voor de arbeidersklasse om haar ‘egoïstische’ strijd tegen loon- of ontslagen te staken en eraan te wennen haar consumptie nog meer te verminderen.
Amos
[1] Zie onze Update of the Theses on Decomposition (2023) [22] (2023), International Review 170. [2] Less is More: How Degrowth Will Save the World,, 2020 [3] Hickels kritiek op de Green New Deal gaat echter niet erg ver: voor hem moedigde de New Deal van 1930 groei aan "om de bestaansmiddelen van mensen te verbeteren en progressieve maatschappelijke resultaten te bereiken... vroege progressieve regeringen behandelden groei als een gebruikswaarde" (pagina 94). In werkelijkheid was het doel van de New Deal om het kapitalisme te redden en zich voor te bereiden op de oorlog..... [4] Bijvoorbeeld Marx’s Ecology: Materialism and Nature, 2000 [5] Karl Marx’s Ecosocialism: Capital, Nature and the Unfinished Critique of Political Economy 2017; Marx in the Anthropocene: Towards the Idea of Degrowth Communism, 2022 [6] Saito leent deze term van Althusser, een zeer geraffineerd apologeet voor het stalinisme, die hem toepaste op wat hij zag als de verschuiving van de jeugdige, idealistische Marx van de manuscripten uit 1844 naar de harde wetenschapper van het Kapitaal. We hebben dit hier tegengesproken: The study of Capital and the foundations of Communism [23], International Review no. 75. Als er al zo'n breuk was, dan vond die plaats toen Marx brak met de radicale democratie en zich identificeerde met het proletariaat als de drager van het communisme, rond 1843-44. [7] Zie: Bordiga and the Big City [24], International Review 166. [8] [25] Zie: The Mature Marx - Past and Future Communism [26], International Review 81 [9] [27] Idem [10] [28] Zie: Bordiga and the Big City [24], International Review 166In november vond er volgens de burgerlijke commentatoren een politieke aardverschuiving plaats in Nederland. De verkiezingen leverden de populistische partijen tezamen nog net geen absolute meerderheid op, maar de PVV van Geert Wilders is wel veruit de grootste partij geworden. Een aantal traditionele partijen, tientallen jaren de steunpilaren van het politieke stelsel zagen hun zetels in het parlement opnieuw gehalveerd, zoals de christendemocraten, of overleven dank zij de vorming van een kartel, zoals dat tussen de sociaal-democraten van de PvdA met Groen Links. Over de politieke situatie in Nederland na de verkiezingen stelden we in een vorig artikel de vraag: een “nieuw elan” of nog meer chaos en instabiliteit? [31], maar het is nu wel zeker dat dit laatste het politiek toneel in Nederland in de komende periode steeds meer zal overheersen.
Het is niet de eerste keer dat een populistische partij in Nederland zo’n enorme winst behaalt. In 2002 had de Lijst Pim Fortuyn dat al eens gedaan, in 2010 gevolgd door de PVV van Wilders, in 2019 door het Forum voor Democratie van Thierry Baudet, en tijdens de Senaatsverkiezingen van 2023 door de Boer Burger Beweging. Maar in November 2023 heeft het populisme een nooit vertoonde vooraanstaande positie in de Nederlandse politiek weten te veroveren.
Bij afwezigheid van oud-premier Mark Rutte, die de voorgaande populistische oprispingen nog wist te neutraliseren, speelde Wilders handig in op de onvrede over de bestaande misère, door zijn propaganda te doorspekken met een openlijk racistische anti-allochtonen campagne om ‘de Nederlander op één te zetten’. “We moeten weer de baas worden over onze eigen grenzen, geld en wetten. We moeten ook onze nationale soevereiniteit terugpakken. We moeten Nederland terugveroveren”[1]. Het betreft een duidelijke zondebokkenpolitiek: migranten, die huisvesting zoeken, krijgen de schuld van het woningtekort. Links die de maatregelen ten behoeve van het klimaat verdedigt, krijgt de schuld van het duurder geworden leven. De politieke elite (‘zakkenvullers’) krijgt de schuld van het verloren gaan van de Nederlandse eigenheid. Het was deze demagogische cocktail waarmee de PVV erin slaagde bijna een kwart van de Nederlanders voor zich te winnen.
Hoewel Nederland een van de eerste westerse landen was waar het populisme een grote invloed kon verwerven, is het geen typisch Nederlands verschijnsel. Het populisme heeft door klinkende verkiezingsoverwinningen of regeringsdeelnames in diverse landen al flink van zich doen spreken: in Europa door de regeringsdeelname van de Vijfsterrenbeweging of de Lega Nord in Italië, en door de Brexit ‘beweging’ of de leidende fractie binnen de Tory-partij in Groot Brittannië. In Zuid-Amerika door de opgang, eerst van Bolsenaro in Brazilië en momenteel van Milei in Argentinië. In de VS door de kandidatuur van Trump voor de Republikeinse Partij in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van november.
Het populisme, dat vanaf het begin van de 21ste eeuw opgang doet:
- "is uiteraard niet het gevolg van een bewuste politieke wil van de heersende sectoren van de bourgeoisie". Integendeel, het is een bevestiging van de tendens naar "een toenemend verlies van controle door de heersende klasse over haar politieke apparaat"[2].
- gaat gepaard met " het fundamentele verlies van vertrouwen in de ‘elites’ (...) omwille van het feit dat ze niet in staat zijn om de economie gezond te maken, om een einde te maken aan de voortdurende toename van de werkloosheid en de ellende”. Deze opstand tegen de politieke leiders mondt echter in geen geval uit “in een alternatief perspectief voor het kapitalisme”[3].
Het populisme is een typische uitdrukking van de verrotting van het kapitalisme, een reactie op de opeenstapeling van problemen die door de gevestigde politieke partijen niet daadwerkelijk worden aangepakt, wat leidt tot groeiende moeilijkheden. Al die onopgeloste problemen wakkeren zowel de onderlinge tegenstellingen aan tussen burgerlijke fracties als de opstandigheid van de kleinburgerij, en dit vormt de voedingsbodem voor het vandalistische gedrag van de populistische tendensen.
Zolang de arbeidersklasse er niet in slaagt, door de ontwikkeling van haar strijd, haar revolutionair alternatief voor de kapitalistische verrotting beslissend door te zetten, zullen populistische stromingen de politieke agenda blijven bepalen. Gekenmerkt door de afwezigheid van een toekomstvisie op de maatschappij en de neiging om naar het verleden te kijken om te zoeken naar zondebokken die ze verantwoordelijk kunnen houden voor de huidige catastrofale ontwikkeling, zullen deze populisten met hun irrationele standpunten het burgerlijke politiek toneel in toenemende mate destabiliseren.
In de jaren 1990 steunde het politiek systeem in Nederland essentieel op 3 à 4 centrale partijen: de christendemocratische CDA, de socialistische PvdA, de liberale VVD en D66. De laatste jaren is het een voortdurend veranderende mozaïek geworden met een toenemend aantal splinterpartijen. Niet alleen stappen parlementsleden regelmatig over van de ene naar de anderepartij, maar het aantal partijen vermeerdert in de loop van een regeringsperiode regelmatig ook doordat parlementsleden zich afsplitsen en als ‘éénmansfractie’ verdergaan. Dit is het resultaat, enerzijds van tegenstellingen binnen de Nederlandse bourgeoisie die duidelijker aan de oppervlakte komen, en anderzijds van een algemene onvrede over het bestuur van de traditionele partijen, die tot uiting komt in het ontstaan van partijen die zich profileren rond een specifiek thema.
De tegenstellingen binnen de bourgeoisie over de toenemende greep van de EU op de Nederlandse politiek komen steeds duidelijker tot uiting in het verzet:
- tegen wat werd beschouwd als een verlies van soevereiniteit aan een ondemocratische en bureaucratische ‘Europese superstaat’, stemde Nederland in 2005 in een referendum reeds tegen de invoering van een Europese grondwet.
- tegen het associatieverdrag met Oekraïne in 2016. Nederland was het enige EU land dat het associatieverdrag verwierp uit protest tegen de ‘ondemocratische’ besluitvorming van Brussel en om te voorkomen dat de Oekraïense corruptie zou overwaaien.
- van de populistische partijen tegen de deelname aan een Europees leger, waarbij sommige zich zelfs verzetten tegen verdere samenwerking op militair gebied met een land als Duitsland.
Anno 2024 wordt het parlement ‘ingenomen’ door een hele scala van grotere en kleinere populistische partijen wier standpunten elkaar vinden in een afkeer tegen de Europese natuurherstelwet, tegen de Europese migratiepolitiek, tegen wapenleveringen aan de Oekraïne, maar zelfs standpunten tegen de EU en de NAVO. Daarnaast heeft ieder van deze partijen ook nog hun eigen politieke speerpunt: voor de PVV is deze ‘minder Marokkanen’, voor de NSC ‘weg met de schimmige achterkamertjespolitiek’, en voor de BBB ‘geen dictaat van Den Haag’.
De verkiezingen van november jongstleden hebben de situatie voor de bourgeoisie in Nederland met name ten aanzien van de EU uiterst gecompliceerd gemaakt. Want met één of twee populistische partijen in de regering, wat waarschijnlijk niet te vermijden zal zijn, gaat er hoe dan ook een sterke anti-EU wind waaien. Hier en daar wordt zelfs al gesproken van een Nederlandse ‘exit’ uit de EU (Nexit). Hoewel het waarschijnlijk niet zover zal komen als de Brexit, zal de anti-EU wind de positie van Nederland in de EU ernstig onder druk zetten. Hoewel de verschillende populistische partijen de gevestigde ‘elite’ niet vertrouwen, betekent dat niet automatisch dat ze elkaar wel vertrouwen, integendeel. Tijdens de onderhandelingen over de vorming van een nieuwe regering bleek het onderlinge wantrouwen reeds overduidelijk. De instabiliteit van het politieke systeem in Nederland en de impact hiervan op de ganse politiek ten opzichte van Europa dreigt voor de bourgeoisie zorgelijke vormen aan te nemen.
Het populisme is een typische uitdrukking van de fase van de ontbinding van het kapitalisme, van het ieder voor zich, van de groeiende fricties binnen de bourgeoisie waardoor haar bekwaamheid een coherent antwoord te formuleren op de verschillende crisisverschijnselen, steeds meer afneemt. Maar de bourgeoisie is handig genoeg om de negatieve effecten van de ontbinding ook in te zetten tegen haar grootste vijand: de arbeidersklasse. Zo gebruikt ze het populistisch verschijnselom een schijntegenstelling te scheppen en het anti-populistisme flink in de verf te zetten.
- Aan de ene kant effenen de populistische partijen zich een weg, gebuikmakend van “aantijgingen, beschuldigingen en het demoniseren van anderen” (Sigrid Kaag van de linksliberale D’66). Daarbij wordt een vorm van demagogie gehanteerd tegen de bestaande politieke orde en leidende politieke ‘elite’, en een diskwalificatie van genomen maatregelen, dat door een deel van de Nederlandse bevolking zonder meer toegejuicht wordt. Tegelijkertijd weten de populistische partijen ook een deel van de bevolking aan zich te binden, niet alleen door irrealistische maatregelen zoals de sluiting van de grenzen voor migranten, maar ook door even bedriegelijke ‘sociale’ maatregelen ten gunste van het ‘eigen volk’, zoals de verlaging van de pensioenleeftijd, een hoger minimumloon en een lagere zorgpremie.
- Aan de andere kant stoken de linkse organisaties het vuurtje op door het populisme te presenteren als het grootste gevaar dat ons bedreigt. Niet alleen door ultralinks, maar zelfs door de sociaaldemocratische propaganda wordt het populisme min of meer gelijkgesteld met totalitarisme, racisme of zelfs fascisme. Frans Timmermans, de linkse kandidaat voor het premierschap, riep na de verkiezingsoverwinning van de PVV onmiddellijk uit: “Nu breekt het uur aan dat wij de democratie gaan verdedigen!”. Het anti-populisme houdt dan ook onverminderd vast aan haar weigering om, vanwege ‘principiële redenen’, zitting te nemen in een regeringscombinatie met de PVV.
Zoals het Verenigd Koninkrijk enkele jaren geleden verdeeld werd in een pro- en anti-Brexit kamp, zo is Nederland op dit moment vooral verdeeld in een pro-Wilders en een anti-Wilders kamp. Met het opkloppen van deze tegenstelling probeert de bourgeoisie een deel van de arbeidersklasse mee te lokken in acties, variërend van blokkades van nieuwe centra voor asielzoekers tot protesten tegen bijeenkomsten van populisten, die tot doel hebben de strijd op het klasseterrein te ondergraven en de arbeiders te mobiliseren achter de doelstellingen van het ene of het andere burgerlijk kamp.
Ongeacht welke van de twee kampen aan de macht is, zullen de aanvallen op hun inkomens en levensomstandigheden zonder ophouden doorgaan omdat ze het gevolg zijn van de militaire, economische en ecologische schokgolven die het kapitalistisch systeem op zijn grondvesten doet schudden. Arbeiders moeten dan ook de strijd onverminderd voortzetten op het terrein waar ze, zelfstandig, hun kracht tot volle ontplooiing kunnen brengen tegen. Hierbij moeten ze het voorbeeld volgen van de arbeiders in het Verenigd Koninkrijk die, ondanks de jarenlange oorverdovende Brexit-campagne tussen ‘Remainers’ en ‘Leavers’, vanaf de zomer van 2022 toch een jaar lang een eensgezinde strijd ontwikkelden tegen de gevolgen van de ‘cost of living’ crisis. Ook in Nederland heeft de arbeidersklasse een jaar geleden laten zien dat ze de strijdwil en het vermogen bezit om zich tegen de heilloze maatregelen van de bourgeoisie te verzetten [4]. Door zich aan te sluiten bij de internationale strijddynamiek die het afgelopen jaar in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, op gang is gekomen, kan ze zich inschakelen in een internationaal verzet tegen dit achterhaalde en zieltogende systeem, dat van de ene catastrofe in de andere rolt.
Dennis / 2024.04.05
[1]Verkiezingsprogramma van de PVV [2] Rapport over de hedendaagse ontbinding (mei 2017) [32], IKSonline 2020. [3] IdemSinds de barbaarse uitbarsting van het conflict in Oekraïne en de ontaarding ervan in een verschrikkelijke positieoorlog, de bloedbaden in Gaza en de dreiging van een vuurzee in het Midden-Oosten door een rechtstreeks conflict tussen Israël en Iran, de spanningen rond Taiwan, heeft de oncontroleerbare honger van naties de burgerlijke politici aangezet tot de ‘ontdekking’ dat de oude kapitalistische wereld een sinistere krabbenmand is. Aan het begin van het conflict in Oekraïne probeerden de toespraken ons er onmiddellijk van te overtuigen dat we moesten breken met het ‘engelengedoe’ en ons moesten voorbereiden op ‘oorlogvoering met een hoge intensiteit’: offers brengen om nieuwe massamoorden aan te wakkeren en vernietiging te plannen! Natuurlijk, in naam van de ‘vrede’ en de ‘verdediging van de democratie’...
In een context van toenemende imperialistische spanningen waar ‘het ieder voor zich’ de regel is, verdubbelen de westerse bourgeoisieën in Europa en de Verenigde Staten hun inspanningen om de ergste oorlogszuchtige campagnes in de media te propageren. President Macron, gesteund door de staatshoofden van zeven Europese landen, heeft het voortouw genomen door de bewering dat de mogelijkheid om Westerse troepen naar Oekraïne te sturen “niet moet worden uitgesloten”. In Groot-Brittannië pleitte generaal Patrick Sanders voor "een verdubbeling van de omvang van het Britse leger" en riep hij gewone mensen op zich voor te bereiden op "mobilisatie van burgers". Hij werd bijgevallen door het hoofd van de militaire commissie van de NAVO, admiraal Rob Bauer, die in een toespraak verklaarde dat"De verantwoordelijkheid voor vrijheid ligt niet alleen op de schouders van degenen in uniform ligt." (...) "We hebben publieke en private actoren nodig om hun manier van denken te veranderen van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar was, gericht op efficiëntie .... naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren". Kortom, ze willen de bevolking kunnen mobiliseren voor de ‘oorlogsinspanning’ en de troepen voorbereiden op de strijd.
Hoewel dergelijke uitspraken sterk toenemen en reacties uitlokken, werden ze onmiddellijk tegengesproken door de verdeeldheid en spanningen tussen de verschillende burgerlijke facties. Maar over één ding waren ze het allemaal eens: ons aansporen om één kant in de oorlog te steunen, in dit geval die van de Oekraïne. In alle toespraken wordt unaniem beweerd dat ‘Oekraïne voor ons vecht’ en dat ‘in geval van een nederlaag, het Russische leger voor onze deur zal staan’. Dit was de achtergrond waartegen de vijfenzeventigste verjaardag van de NAVO een speciale betekenis kreeg, gevierd met veel pracht en praal, terwijl werd onderstreept dat de vastloper van Poetin hem niet minder gevaarlijk maakte. En hoewel secretaris-generaal Jens Stoltenberg duidelijk maakte dat er "geen plannen waren om NAVO-troepen naar Oekraïne te sturen", wees hij er graag op dat "NAVO-bondgenoten Oekraïne nog nooit vertoonde steun bieden".
Dit heeft alles te maken met het voorbereiden van de geest van mensen om het principe van oorlog en de bijbehorende offers te accepteren. Dit is des te belangrijker omdat, zoals Rosa Luxemburg ten tijde van de Eerste Wereldoorlog opmerkte, "de oorlog is een methodisch georganiseerd, reusachtig moorden. Voor het stelselmatig moorden moet echter bij normaal aangelegde mensen eerst de daarbij passende bedwelming gekweekt worden. Dat is vanouds de welgefundeerde methode van oorlogvoerenden. De beestachtigheid van de praktijk moet overeenstemmen met de beestachtigheid van de gedachten en van de gezindheid, de laatste moet de eerste voorbereiden en begeleiden.". [1]
Vanuit dit perspectief is het primaire doel van alle oorlogszucht vandaag de dag natuurlijk om overal de duizelingwekkende stijging van militaire budgetten te rechtvaardigen. In dit opzicht zijn de indrukwekkende stijgingen van de wapenuitgaven in de Scandinavische landen (met 20% in Noorwegen bijvoorbeeld) en in de Baltische staten zeer symbolisch voor deze nieuwe waanzinnige wapenwedloop. In feite leveren alle Europese landen grote inspanningen. Polen mikt bijvoorbeeld op een record van 4% van het BBP (het hoogste van alle NAVO-landen), Duitsland bereikt, met de defensiebegroting van dit jaar (€68 miljard), voor het eerst in meer dan dertig jaar 2,1% van het BBP, en Frankrijk voorziet om in een periode van zeven jaar maar liefst €413,3 miljard uit te geven.
Vandaag krijgen de betrokkenheid en de inspanningen die nodig zijn in termen van wapenuitgaven een nieuwe kwaliteit. Maar sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog is ‘vrede’ in werkelijkheid niet meer dan een misleiding, met zoveel lijken die zich opstapelen. Na de ineenstorting van het Oostblok heeft de nieuwe ‘multipolaire wereld’ alleen maar chaos veroorzaakt, waarbij de legers van de grote imperialistische mogendheden steeds meer betrokken raakten bij kostbare conflicten, met de Verenigde Staten voorop. Maar de gigantische sommen geld, die nu worden gepland, worden uitgegeven in een context van versnelde ontbinding en een dramatische verdieping van de economische crisis die volgde op de brute schok veroorzaakt door de Covid-epidemie.
De huidige situatie wordt gekenmerkt door stagnerende industriële groei en zelfs tekenen van recessie, terwijl de schulden blijven groeien en de inflatie de lonen blijft uithollen. Deze zeer verslechterde context dwingt de bourgeoisie de arbeiders nog meer aan te vallen om zo haar militaire middelen te versterken. Om het duidelijk te stellen: gezien de spiraal waarin ze wordt meegesleurd door het failliet van haar systeem, het kapitalisme, heeft de bourgeoisie geen andere keuze dan het koelbloedig plannen van aanvallen met het oog op het voorbereiden van oorlog en het opleggen van bezuinigingen om ons verder mee te sleuren in haar logica van vernietiging.
Dergelijke waanzin en de nieuwe economische aanvallen die het met zich meebrengt, kunnen de voorwaarden voor een voortzetting van de klassenstrijd alleen maar bevorderen. In werkelijkheid onthullen de ideologische campagnes over oorlog paradoxaal genoeg dat de bourgeoisie op eieren moet lopen om haar bezuinigingen op te kunnen leggen. Al haar zorgen worden bevestigd door de hervatting van de arbeidersstrijd op internationaal vlak, met name in Europa en Noord-Amerika. Dit verzet, ondanks zijn grote zwakheden, getuigt dat de arbeidersklasse in deze landen niet bereid is om ‘te sterven voor het vaderland’.
WH, 10 april 2024
[1] Rosa Luxemburg, De crisis der sociaal-democratie, Hoofdstuk II (De onvermijdelijkheid van de oorlog)Nu alle verkiezingen (federaal, regionaal, lokaal) achter de rug zijn, zetten de Vlaams nationalisten van NVA en de Franstalige liberalen van MR, respectievelijk de grootste politieke partijen in Vlaanderen en Wallonië, samen met de Christendemocraten van CD&V en ‘Les Engagés’, alsmede de Vlaamse socialisten van ‘Vooruit’ de onderhandelingen voort in een poging de plannen voor een federale regering uit te werken. Maar nog voordat die regering gevormd is, zijn haar plannen om ‘de staatsfinanciën terug op orde te brengen’ al grotendeels ‘uitgelekt’. Daaruit blijkt dat de arbeidersklasse in België zich mag opmaken voor een nieuwe frontale aanval op haar inkomen en de werkomstandigheden. Terwijl arbeiders aan de ene kant massaal ontslagen worden, wil de nieuwe Arizona-regering aan de nadere kant de hakbijl zetten in de uitgaven voor de sociale zekerheid, inclusief de pensioenen. En voor de werkenden worden het werk nog onzekerder en flexibeler gemaakt zodat de ondernemers nog meer waarde uit hun arbeidskracht geperst kunnen persen.
De gevolgen van de crisis
van het kapitalisme worden afgewend op de arbeiders
Om te begrijpen wat de bourgeoisie drijft om een dergelijk aanval te ontketenen, moeten we vooral kijken naar de effecten van de internationale crisis en de oorlogen op de Belgische economie.
Door de moordende concurrentie op de wereldmarkt waardoor onder meer. De chemiesector in Antwerpen, het paradepaartje van de Belgische exportsector, zware klappen krijgt door de concurrentie uit Azië. In 2023 was de export met 18 procent en de omzet met 14 procent gedaald. Diezelfde moordende concurrentie heeft inmiddels ook al ingrijpende gevolgen voor de auto-en autocarindustrie.
Landen als België raken steeds meer betrokken bij de oorlog in Oekraïne, waardoor het wapenarsenaal moet worden opgetuigd. Bovendien verzoekt de NAVO van België dat niet 1,1% maar minstens 2% van het BBP wordt besteed aan bewapening.
Tenslotte schetsen de meest recente cijfers een uiterst zorgwekkend beeld van de Europese economie, wat leidt tot een stagnatie van de Belgische export. Vooral de voortslepende recessie in Duitsland, de belangrijkste handelspartner van België, is fnuikend voor de Belgische economie.
De gevolgen hiervan zijn al duidelijk voelbaar. In het voorjaar werden 1600 arbeiders ontslagen bij Van Hool in Lier. In september verloren 440 arbeiders van de chipfabrikant Belgan in Oudenaarde hun baan. Bij Audi in het Brusselse worden 1400 werkers ontslagen, en de 1600 resterende arbeiders waarschijnlijk in april 2025. Uiteraard met directe gevolgen voor de tewerkstelling bij de onderaannemers en toeleveringsbedrijven. 2024 is nu al het jaar met het hoogste aantal collectieve ontslagen in tien jaar tijd.
Een tweede element dat een grote impact heeft op de politiek van de Belgische bourgeoisie, is de beslissing van de Europese Commissie om de touwtjes op het vlak van de financiën van haar lidstaten strakker aan te trekken [1]. Landen met een schuld van meer dan 90% en/of een jaarlijks begrotingstekort van meer dan 3 procent, worden door de EU gedwongen om fors te bezuinigen op de uitgaven. België, met een staatsschuld van 105% en een begrotingstekort van 4,6% behoort ook tot die landen. De noodzaak om in de komende 5 tot 7 jaar een gat van 27 miljard euro’s te dichten stelt de komende Belgische regering voor de grootste uitdaging in tientallen jaren.
Om die dubbele uitdaging op te kunnen pakken wil de Belgische bourgeoisie een golf van besparingen en rationaliseringen ontketenen die de hele arbeidersklasse zal treffen. Zo overweegt de nieuw te vormen Arizona-coalitie een frontale aanval op de sociale zekerheid en dienstverlening door
Fors te bezuinigen op de pensioenen door de afschaffing van alle vormen van brugpensioen en een volledige pensioenuitkering alleen toe te kennen bij een ‘effectieve tewerkstelling’ van minimaal 35 jaar door een inperking van de ‘gelijkgestelde’ periodes;
Drastisch te snijden in de uitkeringen voor werkloosheid, wat zijn beslag moet krijgen door de looptijd van de werkloosheid te beperken tot 2 jaar;
Flink te korten op de uitgaven voor de langdurig zieken: iedereen die eerder dan twaalf weken na de werkhervatting opnieuw ziek wordt zou voortaan geen recht meer hebben op gewaarborgd loon;
De uitkeringen worden niet langer systematisch aangepast aan de stijging van de lonen;
Een afslanking van twee procent van het totaal aan overheidspersoneel en de exploitatiekosten van de openbare diensten door te voeren.
Verder zijn de partijen van de coalitie ook van plan om de uitbuiting van de arbeidskracht flink op te drijven door de arbeidsmarkt nog flexibeler te maken. De ondernemers krijgen ruimere mogelijkheden om werkers in te zetten zonder een vast arbeidscontract, met onregelmatige diensten, voor korte opdrachten, enz. Bovendien wordt het verbod op zondagsarbeid, nachtarbeid en arbeid op feestdagen voor alle sectoren afgeschaft. Overuren en de daarbij behorende extra beloning gaat niet meer in vanaf 8 uur ’s avonds, maar pas vanaf 12 uur ’s nachts. Tenslotte zullen de arbeiders hun inkomen zien verschrompelen omdat de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering, bonussen, enz. in de toekomst zullen worden uitgesloten van de loonindexering, d.w.z. van de automatische, weliswaar gedeeltelijke, aanpassing van de salarissen aan de stijgende levensduurte
Al met al: duizenden werkers worden ontslagen, maar in de plannen van de Arizona-regering zal het deel dat wordt uitgesloten van de werkloosheidsuitkering toenemen. Het werktempo in bedrijven vernietigt de gezondheid van de arbeiders, maar de nieuwe regering wil de zieken weer dwingen om het werk te hervatten! Stijgende prijzen verminderen onze koopkracht, maar als het aan de komende regering ligt gaat het loon voor nacht- en weekendwerk omlaag. Het wordt tijd dat de arbeiders deze tendens een halt toeroepen: ‘genoeg is genoeg’.
Vakbonden en links bereiden zich voor om het verzet tegen de maatregelen te ontkrachten
De bourgeoisie beseft terdege wat deze plannen kunnen losmaken binnen de arbeidersklasse in een periode waarin ze op internationaal vlak reeds heeft laten zien dat ze de tientallen jaren van teruggang van de strijd te boven is gekomen.[2]
Reeds met de strijdgolf in Groot Brittannië In 2022, de zomer van woede, wist de bourgeoisie heel goed dat de verdieping van de crisis en de gevolgen van de oorlog gingen verergeren en zij in deze context onvermijdelijk nieuwe aanvallen moest ontketenen Het feit dat zich toen al een massale beweging ontwikkelde tegenover de eerste aanvallen, fundamenteel gelijkaardig voor alle fracties van het proletariaat, niet alleen in Groot-Brittannië maar in gans Europa en in sommige delen van de wereld, baart de bourgeoisie grote zorgen. Daarom hecht de bourgeoisie eraan om goed voorbereid te werk te gaan en de krachten te verenigen die nodig zijn om de verwachte weerstand op te vangen en af te leiden.
Zo stellen de bonden vandaag onomwonden dat de aanvallen op de arbeidersklasse algemeen en wijdverspreid zullen zijn. Zoals Miranda Ulens van de ABVV onlangs verklaarde “Dat betekent een gigantische ontwrichting van onze welvaartsstaat”. De bonden lijken dus de leiding van het verzet te willen nemen maar daarmee drukt ze in werkelijkheid slechts haar onmin uit over het eenzijdige karakter van de bezuinigingen, waarbij de arbeiders zouden “worden gebruikt om de winsten van aandeelhouders te vergroten” en het gelag moeten betalen. Maar het ABVV verzet zich natuurlijk niet tegen de noodzaak van bezuinigingen, want ook zij vindt dat alle mensen de broekriem moeten aanhalen om de nationale economie te verdedigen tegen de moordende internationale concurrentie. Als de bonden oproepen tot betogen en staken, dan is dat dus niet om de strijd aan te gaan tegen besparingen en rationalisaties maar om te ijveren voor een ‘eerlijke’ verdeling van de lasten en vooral om op deze manier te vermijden dat de arbeiders een consequente strijd, op eigen terrein, zouden voeren tegen de aanvallen van regering en patronaat.
Op 16 september hadden de vakbonden al een gezamenlijke betoging georganiseerd onder de leuze: ‘De industrie is van ons’ [3]. De betoging werd voorgesteld als een middel om druk uit te oefenen op de regering, want de vakbonden verdedigen het standpunt dat “de industrie hier moet blijven”, zoals ACV-voorzitter Ann Vermorgen zei in haar toespraak op 16 september. De hele betoging was natuurlijk een daad van een grove misleiding van de arbeiders. Allereerst is de opvatting “de industrie is van ons” een leugen. We leven immers niet in een kommunistische samenleving met een gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen, maar in een kapitalistische maatschappij met privé-eigendom en daarin zijn de ondernemers de eigenaars van de industrie. Bovendien is het ordewoord dat “de industrie hier [in België] moet blijven” een standpunt van het zuiverste nationalistische vaarwater, iets waar de arbeiders zich ook verre van moeten houden. De economische crisis is nu eenmaal wereldwijd, en de arbeiders hebben er geen enkel belang bij om zich voor de kar van de bourgeoisie te laten spannen en onderling uit te vechten in welk land de banen moeten verdwijnen. In wezen had de vakbondsbetoging geen andere bedoeling dan de arbeiders een vals perspectief voor te houden en daarmee haar verzet op een dwaalspoor te brengen.
De vakbonden worden in deze verraderlijke politiek gesteund door ultralinks. Zo schreef de Links Socialistische Partij (LSP): “De betoging op 16 september kan het begin zijn van een strijd voor het behoud van de productiemiddelen, de jobs en de know-how van het bedrijf.” “Vonk” voegde zich in het koor met de woorden “Het goede initiatief van de vakbonden van de autofabrikant Audi in Brussel, gericht op het organiseren van een nationale betoging ‘voor de toekomst van de industrie’, is een eerste stap”. Volgens de PVDA zijn de vakbondsbetogingen volledig gerechtvaardigd, want “In de afgelopen twee jaar heeft de Audi-groep de grootste winsten geboekt in de geschiedenis van zijn bestaan, dankzij het harde werk van het personeel”.
En als de arbeiders niet langer achter de vakbond aan willen lopen, maar strijden voor oplossingen die een reëel perspectief openen voor hen, die ingaan tegen de crisislogica, dan zullen die ultralinkse organisaties klaarstaan om dit verzet op te vangen, om de arbeiders vervolgens weer terug te loodsen in het kielzog van de vakbonden. En daarvoor is geen opvatting te radicaal. Zo roept een van die ultralinkse organisaties bijvoorbeeld op tot een strijd voor de onteigening van de Audi-vestiging in Vorst, de strijd van de arbeiders van Audi te verbreden door ze uit te nodigen voor vakbondsvergaderingen in andere bedrijven, en desnoods, als een soort strijdsyndicalisme, acties op gang te trekken zonder de vakbondsleiders. Maar geen van deze voorgestelde acties moeten in optiek van deze burgerlijke organisatie natuurlijk plaatsvinden buiten het bestaande vakbondskader.
Onder druk van de arbeiders hebben de vakbonden in recentelijk wel al verschillende stakingen moeten erkennen zoals bij de Lijn op 10 en 11 september, van het grondpersoneel op de luchthaven in Charleroi op 12 en 13 september, bij Ontex in Eeklo op 13 september, opnieuw bij De Lijn op maandag 23 september, en van het veiligheidspersoneel van Brussels Airport op 1 oktober. En onder het thema ‘Wachten kan niet meer’ heeft de ACV voor donderdag 7 november een nationale staking in de non-profitsector aangekondigd.
De groei van de strijdbare stemming onder de arbeiders uitte zich al op 23 april van dit jaar toen het onderwijspersoneel uit Wallonië en onderwijspersoneel uit Vlaanderen voor de eerste keer sinds decennia samen in Brussel demonstreerden en kwam ook tot uiting met de solidariteitsbetuigingen die de arbeiders bij Audi ontvingen van ex-arbeiders bij Van Hool en onderwijskrachten. Om een dam op te werpen tegen de algemene aanval die ‘Arizona’ voorbereidt, zullen deze kernen van groeiende strijdbaarheid moeten uitbreiden en zich verenigen tot een brede beweging van arbeidersverzet.
Dennis/ oktober 2024.
[1] De Europese Commissie probeert de waarde van de euro op peil te houden. In het tweede kwartaal van 2022 bereikte de euro een historisch dieptepunt ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Sindsdien heeft het zich enigszins hersteld, maar de druk op de euro blijft groot.
[2] Zie ook: After the rupture in the class struggle, the necessity for politicisation
[3] Er was ook een spandoek met: ‘Audi is van ons’ in de demonstratie op 16 september.
Op 5 augustus 2024 juichten tientallen studenten op het dak van de residentie van de gevluchte premier van Bangladesh, Sheikh Hasina. Ze vierden de overwinning van de strijd die vijf weken had geduurd, 439 levens had geëist en uiteindelijk de huidige regering ten val had gebracht. Maar wat voor soort ‘overwinning’ was het eigenlijk? Was het een overwinning van het proletariaat of van de bourgeoisie? De trotskistische groep Revolutionary Communist International (RCI, voorheen de International Marxist Tendency) beweerde boudweg dat er een revolutie had plaatsgevonden in Bangladesh en dat de demonstraties het punt hadden bereikt waarop ze “de schijnvertoning van de burgerlijke ‘democratie’ aan de kaak zouden kunnen stellen, een congres van revolutionaire comités bijeen zouden kunnen roepen en de macht zouden kunnen grijpen in naam van de revolutionaire massa's [en] dat een Sovjet-Bangladesh aan de orde van de dag zou zijn als dat het geval was”[1].
Een maatschappij die staat weg te rotten
De economie van Bangladesh zit al een aantal jaren in de problemen. De internationale economische crisis heeft grote gevolgen gehad voor het land door de extreme stijging van de voedsel- en brandstofprijzen. De inflatie bereikte begin 2024 bijna 9,86%, een van de hoogste percentages in decennia. Werkloosheid treft bijna 9,5% van de 73 miljoen werkende mensen...
Corruptie is alomtegenwoordig in alle lagen van de Bengalese maatschappij. Onregelmatige betalingen en steekpenningen worden vaak betaald om gunstige rechterlijke uitspraken te verkrijgen. Het ‘Corporate Anti-Corruption Portal’ rangschikt de politie van Bangladesh onder de minst betrouwbare ter wereld. Mensen worden bedreigd en/of gearresteerd door de politie met afpersing als enige doel.
Jarenlang heeft de ‘Awami League’, de ‘socialistische’ partij van Sheikh Hasina, in samenwerking met de politie, de macht op straat uitgeoefend door middel van afpersing, illegale tolheffing, ‘bemiddeling’ voor toegang tot diensten, om nog maar te zwijgen van intimidatie van politieke tegenstanders en journalisten. De gangsterachtige praktijken van de ‘Bangladesh Chhatra League’ (BSL), de studentenvleugel van de ‘Awami League’, zijn berucht. Tussen 2009 en 2018 hebben haar leden 129 mensen gedood en duizenden verwond. Tijdens de protesten van dit jaar werden ze alom gehaat om hun meedogenloze gedrag, vooral tegenover vrouwen. Jarenlang konden ze deze misdaden straffeloos begaan, dankzij hun nauwe banden met de politie en de ‘Awami League’.
De regering van Sheikh Hasina, die in 2009 aantrad, veranderde al snel in een autocratisch regime. In de afgelopen tien jaar had ze haar exclusieve greep op de belangrijkste instellingen van het land gevestigd, waaronder de bureaucratie, veiligheidsdiensten, verkiezingsautoriteiten en de rechterlijke macht. De regering van Sheikh Hasina had de andere burgerlijke fracties systematisch het zwijgen opgelegd. Voor de verkiezingen van 2024 arresteerde de regering meer dan 8.000 leiders en aanhangers van de oppositiepartij ‘Bangladesh Nationalist Party’ (BNP).
Maar de onderdrukking van de stemmen van de politieke oppositie, de media, de vakbonden, enz. maakte de fundamenten van het politieke regime zeer instabiel. Het volledig verstikken van het ‘publieke debat’, zelfs in het parlement, heeft bijgedragen tot de verdere erosie van de fundamenten van het politieke spel en uiteindelijk tot het totale verlies van alle politieke controle. Tegen 2024 had Sheikh Hasina niet langer alleen maar te maken met een loyale oppositie. De meeste delen van de bourgeoisie waren haar felste vijanden geworden, klaar om haar voor de rest van haar leven in de gevangenis te stoppen en zelfs haar dood te eisen.
De mislukking van de strijd tegen de werkloosheid
De demonstraties vonden plaats tegen een achtergrond van massale jeugdwerkloosheid. En het land heeft geen werkloosheidsverzekering, dus werkzoekenden krijgen geen uitkering en leven daardoor in extreme armoede. In deze context is het quotasysteem, dat 30% van de banen in overheidsdienst reserveert voor nakomelingen van de ‘vrijheidsstrijders’ uit de onafhankelijkheidsoorlog van 1971, een bron van woede en frustratie voor iedereen die met werkloosheid wordt geconfronteerd.
Protesten tegen het quotasysteem zijn niets nieuws. In 2008, 2013 en 2018 hadden ook al protesten plaatsgevonden. Maar al die jaren waren ze beperkt gebleven tot de universiteiten, volledig gericht op het quotasysteem. De beperkte eisen van de studenten voor een ‘eerlijke’ verdeling van nieuwe banen in overheidsdienst konden geen basis bieden om de beweging uit te breiden naar de hele arbeidersklasse, degenen zonder werk of onderwijs inbegrepen.
De studenten negeerden het belang van het formuleren van verenigende eisen om de strijd uit te breiden naar arbeiders die geconfronteerd werden met hetzelfde schrikbeeld van werkloosheid. En in 2024 waren de eisen van de studenten niet anders: in plaats van te proberen de strijd uit te breiden naar arbeiders, op basis van arbeiderseisen, raakten ze opnieuw verstrikt in gewelddadige botsingen met de politie en politieke bendes.
Zelfs toen het personeel, de docenten en andere werkers van 35 universiteiten op 1 juli 2024 in staking gingen tegen de nieuwe algemene pensioenregeling, zochten de studenten geen steun bij de 50.000 stakende universiteitsmedewerkers. De staking duurde twee weken, maar werd opmerkelijk genoeg vrijwel genegeerd door de studenten.
Een zogenaamde revolutie uitsluitend in het voordeel van de bourgeoisie
De studenten en een deel van de bevolking organiseerden een massale demonstratie die uitgroeide tot een opstand die het regime openlijk uitdaagde. Uiteindelijk tekende Sheikh Hasina op 5 augustus 2024 haar ontslag in aanwezigheid van militaire leiders en droeg ze de macht over aan het leger. De verandering van regime, omschreven als een ‘revolutie’, was in werkelijkheid een verhulde militaire staatsgreep waarbij de demonstranten dienden als een burgerlijke dekmantel en als een gemakkelijk te manipuleren massa.
De hierboven geciteerde linkse organisatie beweert dat de studenten in staat waren om "de schijnvertoning van de burgerlijke 'democratie' aan de kaak te stellen". Terwijl het brute antwoord van de regering liet zien dat een gekozen democratische regering een openlijke dictatuur was geworden, vervingen de revoltes deze door de dictatuur van een andere burgerlijke factie! En de studentenorganisaties eisen nu alleen nieuwe, meer ‘democratische’ burgerlijke verkiezingen. Dat is alles!
De kwestie van de werkloosheid is uitgebuit om rekeningen te vereffenen tussen burgerlijke kliekjes, des te gemakkelijker omdat de eis van een ‘eerlijke’ verdeling van banen in de openbare dienst voor studenten alleen geen gunstig strijdterrein vormt voor de arbeidersklasse. Integendeel, het is een valstrik, die van corporatistische opsluiting. De ‘revolutionaire massa's’ bestonden alleen in de verbeelding van de linkse organisaties.
Net als de 4,5 miljoen textielarbeiders die vorig jaar staakten, blijft de strijd van de arbeiders tegen de gevolgen van de economische crisis het enige echte vooruitzicht. Want de enige klasse die in staat is een politiek perspectief te geven aan de strijd tegen de gevolgen van de kapitalistische crisis is de arbeidersklasse. Maar we moeten ons ook geen illusies maken: de arbeidersklasse in Bangladesh is te onervaren om in haar eentje de valstrikken te weerstaan die de heersende klasse met haar linkse partijen en vakbonden voor haar heeft uitgezet. Naar het voorbeeld van de internationale strijd van het proletariaat, vooral in de oudste bastions van de arbeidersklasse in Europa, zullen de arbeiders in Bangladesh de weg vinden naar een authentieke revolutionaire strijd.
Dennis/ 10 september 2024
Oorlogen, terrorisme, pandemieën, klimaatverandering, wijdverspreide onveiligheid, hongersnood... Er gaat geen dag voorbij zonder een nieuwe ramp, zonder een nieuw bloedbad! Alle regio's van de wereld, zelfs de machtigste landen, worden getroffen door deze reusachtige wereldwijde chaos. De bourgeoisie heeft geen oplossing voor de historische crisis van haar systeem; ze kan de mensheid alleen maar meeslepen in haar waanzinnige race van oorlog en vernietiging. Naast de tragedie van de steeds bloedigere oorlogsconflicten, die ze voeden en aanwakkeren over de hele wereld, worden de grootmachten zelf getroffen door steeds ingrijpendere politieke schokken.
In dit opzicht is de situatie in de Verenigde Staten emblematisch: terwijl Trump een karikatuur is van egocentrisme en onverantwoordelijkheid en openlijk de belangen van zijn kleinburgerlijke kliek behartigt ten koste van die van het nationale kapitaal, wordt de hele Amerikaanse bourgeoisie, met inbegrip van haar meest ‘verantwoordelijke’ fracties, getroffen door een epidemie van het ‘ieder voor zich’ waardoor de verschillende partijen van de heersende klasse steeds minder in staat zijn om samen te werken. De poging tot moord op de Republikeinse kandidaat en de manier waarop Joe Biden, de aftakelende president, zich wanhopig vastklampte aan zijn kandidatuur, waardoor hij de overwinning van zijn kamp ernstig in gevaar bracht, zijn treffende symbolen van deze tendens naar desintegratie en chaos binnen het staatsapparaat zelf, dat geacht wordt de samenhang van de maatschappij te garanderen.
Het onvermogen tot nu toe van de dominante facties van de Amerikaanse bourgeoisie om Trump te diskwalificeren, ondanks talrijke pogingen op gerechtelijk en financieel, vlak, heeft de spanningen tussen de verschillende politieke kampen alleen maar doen toenemen, waarbij vooral de intensiviteit van de revanchistische geest van de Trump-aanhangers toenam en de oorverdovende mediahype rond het ‘gevaar’ dat Trump en zijn kliek voor de ‘Amerikaanse democratie’ vormde.
Beide partijen staan in vuur en vlam vooral omdat Kamala Harris, sinds het gedwongen terugtreden van Biden en ondanks de vrees voor een implosie van het democratische kamp, massaal wordt gesteund, waardoor de peilingen snel een nek aan nek race met Trump lieten zien. Het onbesliste karakter van de resultaten beklemtoont het geweld van de confrontaties en de moeilijkheden om het spel van de verkiezingen te beheersen.
De instellingen van de Amerikaanse staat worden dus zwaar dooreengeschud door een grote destabilisering die, gezien de plaats van de Verenigde Staten in de mondiale imperialistische arena, niet zonder gevolgen kan blijven voor de hele planeet. De uitkomst van deze confrontatie tussen de Democraten en de Republikeinen blijft de regeringen in de hele wereld zorgen baren, die niet meer weten welke kant ze op moeten. De verkiezingen zijn ook een bron van diepe bezorgdheid over het verloop van militaire conflicten, vooral in Oekraïne en het Midden-Oosten.
Maar afgezien van de onmiddellijke resultaten in november, zal de spanning binnen de bourgeoisie van de Amerikaanse supermacht niet afnemen en kan het de verhoudingen tussen alle imperialistische machten op deze planeet alleen maar verder destabiliseren.
Terwijl de politieke situatie in de Verenigde Staten een grote invloed heeft op elk continent, is het verre van een geïsoleerd geval. Integendeel, het is een voortzetting van de wereldwijde populistische golf, een puur product van de ontbinding van het kapitalistische systeem, waar de meest achterlijke, verdeeldheid zaaiende en irrationele burgerlijke opvattingen zegevieren. De opkomst van het populisme in Europa werd grotendeels bevestigd tijdens de Europese verkiezingen, waardoor het proces van destabilisering van het ‘oude continent’ versneld werd en in de toekomst alleen maar kan toenemen.
Maar de populistische golf is slechts de meest spectaculaire uitdrukking van een veel breder proces van desintegratie en groeiende chaos binnen de Europese bourgeoisie. In Frankrijk heeft de ontbinding van de Nationale Vergadering geleid tot een steeds onbeheersbaardere politieke situatie. Het gedwongen huwelijk van het Frans-Duitse koppel strandt en kanselier Scholz is zelf politiek verzwakt door de sterke opkomst van de AfD, vooral in het oosten van het land. In Groot-Brittannië is de Conservatieve Partij ingestort en heeft Farage's populistische Reform Party een ongekende electorale doorbraak gemaakt, terwijl de rellen van uiterst-rechtse groepen aanleiding gaven tot tegendemonstraties, een situatie die ook steeds meer gepolariseerd en chaotisch is. De destabilisering en verzwakking van de Europese staten begint al gevolgen te hebben voor de situatie in de wereld, vooral aan het Oekraïense front en in Oost-Europa, maar ook in de onontwarbare chaos van Afrika ten zuiden van de Sahara.
De arbeidersklasse wordt geconfronteerd met een steeds diepere economische crisis van het kapitalisme, met werkloosheid, onzekere banen, bezuinigingen en een ongecontroleerde inflatie. Tegen deze achtergrond van ernstige verslechtering, in het licht van imperialistische spanningen en confrontaties op alle fronten, zijn regeringen gedwongen om hun toch al kolossale militaire uitgaven te verhogen, wat de schulden alleen maar kan vergroten en de bezuinigingen en aanvallen doen toenemen.
Geconfronteerd met bezuinigingen is het proletariaat overal ter wereld al begonnen te reageren, zoals tijdens de enorme strijd in Groot-Brittannië van juni 2022 tot het voorjaar van 2023, tijdens de beweging in Frankrijk tegen de pensioenhervorming in 2023 of tijdens de stakingen in de Verenigde Staten in 2023 in openbare sector in Californië of in de auto-industrie. Ook nu nog zijn er talrijke mobilisaties: stakingen van het spoorwegpersoneel in Canada deze zomer, massale stakingen bij Samsung in Zuid-Korea, de dreiging van massale stakingen in de auto- en luchtvaartindustrie in de Verenigde Staten...
Het gevoel tot dezelfde klasse te behoren, slachtoffer te zijn van dezelfde aanvallen en eensgezind en solidair te moeten strijden, begint zich geleidelijk aan te ontwikkelen. Maar deze breuk met het verleden, na decennia van verlamming, wordt nog steeds gekenmerkt door zwakheden en onbeantwoorde vragen. Hoe kunnen we ontsnappen aan het corporatisme waarin de vakbonden ons gevangen houden? Hoe kunnen we vechten zodat we niet machteloos blijven? Wat voor maatschappij willen we?
De ontbinding van de burgerlijke maatschappij en de destabilisering van het politieke apparaat van de bourgeoisie vormen op dit moment totaal geen voordeel voor de strijd van de arbeidersklasse. De bourgeoisie probeert alle verschijnselen en uitwasemingen van de ontbinding te gebruiken door ze ideologisch uit te buiten en tegen het proletariaat te keren. Ze doet dit al op grote schaal met oorlogen, waarbij ze probeert de proletariërs te dwingen het ene imperialistische kamp te kiezen tegen het andere, zoals we zagen met het conflict in Oekraïne, maar vooral met de oorlog in Gaza, met pro-Palestijnse demonstraties die bedoeld zijn om de afschuw over de slachtingen af te leiden naar het terrein van het nationalisme. Ze doet dit ook met de opkomst van het populisme en de destabilisering van haar politieke apparaat door heen een enorme propagandacampagne ten gunste van de burgerlijke democratie.
Linkse partijen zijn bijzonder doeltreffend op dit gebied, ze roepen voortdurend op om het populisme via de verkiezingen tegen te houden, om ‘democratische’ instellingen nieuw leven in te blazen tegen de ‘langzamerhand steeds fascistischer wordende rechtse partijen’, en beloven wonderen als ze eenmaal aan de macht zijn.
In Frankrijk is dit het geval met het Nouveau Front Populaire, dat in opstand komt tegen de weigering van president Macron om haar kandidaat Lucie Castets tot premier van Frankrijk te benoemen en dit ‘fnuiken van de democratie' aan de kaak stelt. Een deel van links rond La France Insoumise en de groenen organiseerde op 7 september ook ‘een tegenaanval’ door de straten te bezetten en te verhinderen dat de arbeidersklasse zou vechten tegen de economische aanvallen en de kapitalistische barbarij.
In de Verenigde Staten jaagt Kamala Harris met haar ‘empathie’ en haar politiek van bevoordeling van de ‘betrokkenheid’, effectief op het terrein van Trump en slaagt erin een groot vrouwelijk publiek en een jong electoraat voor zich te winnen. Deze herlancering van de ideologische campagne voor de democratie, die relatief succesvol blijkt te zijn, probeert ook het proletariaat af te leiden van de strijd.
De arbeidersklasse moet deze ideologische campagnes, die erop gericht zijn haar te reduceren tot niets meer en niets minder dan de verdediging van de burgerlijke ‘democratische’ staat en het keurslijf van het nationalisme, zonder meer verwerpen. Ze moet op haar hoede zijn voor deze ideologie en vooral voor haar antifascistische versies, zoals die in Groot-Brittannië werden gebruikt ter gelegenheid van de uiterst-rechtse rellen, in demonstraties waarin het valse radicalisme van ultralinks, met name de trotskisten, bijzonder sterk tot uiting kwam. Ze zijn altijd geneigd om het marxisme en de geschiedenis van de arbeidersbeweging te verdraaien om het proletariaat beter terug te drijven op het terrein van de bourgeoisie, en voor steun aan ‘rechtvaardige oorlogen’ of voor ‘stemmen voor verandering’.
WH, 8 september 2024
Ik wil graag reageren op de openbare bijeenkomst van vanmiddag over de verkiezingen. Allereerst wil ik u bedanken voor deze discussie. Ik had het gevoel dat we geen tijd zouden hebben om alle voorgestelde onderwerpen te behandelen, wat jammer is, maar de discussie was toch erg interessant. Het internationale karakter van de bijeenkomst, met kameraden uit veel verschillende landen die verschillende perspectieven boden, was erg verrijkend, en ik hoop dat de IKS, ondanks de problemen en moeilijkheden van het houden van bijeenkomsten in meerdere talen, in staat zal zijn om meer van dit soort bijeenkomsten te organiseren [...].
Het tweede punt dat ik aan de orde wil stellen, en dat ik helaas niet heb kunnen bespreken tijdens de discussie, is de rol van de Volksfronten, en in het bijzonder de analyse die de ICT ervan maakt. [1] Ik heb niet de gelegenheid gehad om in detail in te gaan op het standpunt van de ICT, dus ik kan alleen verwijzen naar wat kameraad P. heeft gezegd, namelijk dat de ICT een parallel trekt tussen de NFP en het Volksfront van Léon Blum in 1936. De ICT zegt dat de rol van de Volksfronten is om de arbeidersklasse mee te sleuren in de spiraal van de imperialistische wereldoorlog. Dit is een misleidende en lege parallel, maar niet verwonderlijk als je het kader van de ontbinding buiten beschouwing laat. Helaas is het onderwerp niet erg uitgewerkt, en bij het herlezen van de discussie merk ik dat er erg weinig bijdragen over dit onderwerp waren.
Om te begrijpen hoe de situatie verschilt, moeten we de huidige situatie vergelijken met die van 1936 en de verkiezing van het Volksfront. In 1936 had de arbeidersklasse net een grote nederlaag geleden. Deze nederlaag liet het terrein vrij voor de bourgeoisie om al haar ambities na te streven en op te leggen, wat uiteindelijk leidde tot het bloedbad van de Tweede Wereldoorlog. In die tijd was het Volksfront de uitdrukking van de zwakte en de nederlaag van het proletariaat, dat geen andere keuze had dan zich achter de bourgeoisie te scharen en zich te laten omarmen door alle burgerlijke ideologieën, zoals het antifascisme.
Vandaag is de situatie radicaal anders: het proletariaat heeft geen nederlaag geleden, integendeel, het begint zich te herstellen van zijn vorige nederlaag en van de periode van contrarevolutie, zoals blijkt uit de internationale bewegingen van de afgelopen jaren, die veel grootschaliger zijn dan die van de afgelopen decennia. Zoals we eerder zagen, vormt het populisme weliswaar een bedreiging voor de bourgeoisie, maar het heeft ook het voordeel dat het gebruikt kan worden om de arbeidersklasse te mobiliseren op het parlementaire vlak. In die zin heeft links zichzelf op het voorplan geplaatst van de verdediging van de democratie, door zich te presenteren als het enige alternatief voor het populisme. Maar toch blijft links, na decennia van misleiding, leugens en aanvallen zodra het aan de macht komt, tamelijk ongeloofwaardig.
Daarom presenteert ze, in een poging om te overtuigen en te mobiliseren, een steeds onrealistischer programma. Ik denk bijvoorbeeld aan het minimumloon van 1600 euro dat de NFP in Frankrijk heeft voorgesteld. Een andere aanwijzing is het gebrek aan eenheid binnen de NFP. In tegenstelling tot het Volksfront van de jaren 1930 was de NFP nog maar nauwelijks aan de macht gekomen of het was al uiteen aan het vallen door zijn heterogeniteit en politieke incoherentie. Deze paar elementen/sporen laten duidelijk zien dat de situatie onvergelijkbaar is met die van de jaren 1930 en dat de ICT, door een dergelijke parallel te trekken, zich alleen maar totaal kan vergissen in haar analyse.
Wat links betreft, ben ik van mening dat een beroep op de herinnering aan het Front Populaire in de huidige context, waarin het niet eens in staat is om de arbeiders te mobiliseren en de instemming van de arbeiders te krijgen, een ernstige vergissing is van links en dat het links op lange termijn duur kan komen te staan omdat het een belangrijke factor is in de ondermijning van zijn geloofwaardigheid [...].
C.
[1] Internationalist Communist Tendency, een organisatie die behoort tot de Kommunistische Linkerzijde.
Eind juli organiseerden we een internationale online publieke bijeenkomst om te discussiëren over het thema: "De verkiezingen in Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk: de linkerzijde van het kapitaal kan dit stervende systeem niet redden".
In onze verschillende openbare bijeenkomsten, permanenties, brieven en e-mails hadden we de ongerustheid opgemerkt die werd veroorzaakt door de lawine van signalen over de opkomst van het populisme, over de opkomst van deze formaties tijdens de Europese verkiezingen, met name in Frankrijk en Duitsland, tot de electorale impuls die werd gegeven door de aanslag op Trump in de Verenigde Staten. Het was daarom belangrijk om het debat over dit verschijnsel te stimuleren om de betekenis ervan te begrijpen en het ideologische gebruik ervan door de bourgeoisie te bestrijden.
We hebben al een aantal artikelen gepubliceerd waarin we onze analyse van het verschijnsel van de populistische ontwikkeling uiteenzetten en de ideologische campagnes aan de kaak stellen van de bourgeoisie die probeert de effecten van haar eigen verrotting tegen de arbeidersklasse te keren, met de bedoeling twijfels over onze analyses, kritiek of suggesties te uiten, zodat de overdenking wordt aangewakkerd om een confrontatie te voeden die tot maximale duidelijkheid zal leiden. De response op ons voorstel was zeer positief, met de deelname van kameraden uit verschillende landen, die verschillende talen spraken (de IKS zorgde voor de vertaling van de tussenkomsten in het Engels, Frans, Spaans en Italiaans). Kortom, er ontstond een levendig internationaal debat over een van de vele problemen waar de arbeidersklasse wereldwijd mee geconfronteerd wordt, wat getuigt van de geldigheid van ons initiatief.
In onze presentatie stelden we drie thema's voor die gekoppeld waren aan de vragen die van onze contacten:
- Wat betekent de opkomst van het populisme?
- Welke invloed kan de opkomst van het populisme hebben op de arbeidersklasse, met name via de democratische campagnes waarin links van het kapitaal ons oproept het te bestrijden?
- Wat zijn de verantwoordelijkheden van revolutionairen?
Het debat concentreerde zich voornamelijk op de eerste twee punten. Aan het begin van de discussie hadden verschillende sprekers de neiging om het populisme te zien als een ‘opzettelijke manoeuvre’ een soort "voorbedachte strategie van de bourgeoisie als geheel om de arbeidersklasse een ideologische nederlaag toe te brengen". De tussenkomsten van andere kameraden, evenals die van de IKS, deelden dit standpunt niet en probeerden dit debat te verduidelijken door middel van verschillende argumenten: "zelfs als de opkomst van het populisme geen door de bourgeoisie geplande strategie is, betekent dit niet dat de heersende klasse niet in staat is om de effecten van haar eigen verrotting en ontbinding tegen het proletariaat te keren".
De opkomst van het populisme is geen uiting van het vermogen van de bourgeoisie om de maatschappij in de richting te sturen van haar "organische oplossing voor het kapitalisme in verval", d.w.z. een wereldoorlog te ontketenen. Een nieuw veralgemeend imperialistisch bloedbad, zoals de Eerste en Tweede Wereldoorlog, is vandaag de dag niet mogelijk vanwege de realiteit van het ‘ieder voor zich’ in de internationale verhoudingen en binnen de nationale bourgeoisie zelf, vanwege de onmogelijkheid voor de bourgeoisie om een minimale discipline te garanderen die het mogelijk zou maken om imperialistische blokken te vormen. De verscherping van het ‘ieder voor zich’ getuigt integendeel van een tendens van de bourgeoisie om de politieke controle te verliezen over haar eigen systeem, die in een stroomversnelling raakt waarbij de gesel van het militarisme gepaard gaat met lokale oorlogen die zich uitbreiden en steeds irrationeler worden. Alle wedijverende hoofdrolspelers staan aan de verliezende kant en getuigen van hun onvermogen om een ecologische ramp te beperken waarvan ze zich volledig bewust zijn, maar die ze niet kunnen bestrijden omdat het hun kapitalistische aard, de zucht naar winst, in vraag zou stellen.
Zelfs in landen waar de bourgeoisie het meest ‘verantwoordelijk’ en ervaren is, zijn hun verschillende politieke facties steeds meer verdeeld en de groeiende invloed van het populisme stelt alleen maar politieke programma’s voor die onwerkbaar of ongunstig zijn voor het nationale kapitaal als geheel. Brexit is hier een lichtend voorbeeld van, net als de kwetsbaarheid van populistische fracties voor de invloed van een rivaliserende imperialistische macht zoals het Rusland van Poetin: de AfD in Duitsland, de RN in Frankrijk en zelfs, in mindere mate, onder de aanhangers van Trump.
Dat het populisme een mengelmoes is van burgerlijke waarden valt niet te ontkennen. Daarom steunen hooggeplaatste kapitalisten het schaamteloos (dat is het geval met Elon Musk of Trump, bijvoorbeeld). Maar zijn verkiezing tot het staatshoofd heeft niet verhinderd dat hij een handicap vormde voor alle fracties van de bourgeoisie. Dit is geldig voor veel landen. De pogingen om hem in bedwang te houden zijn dan ook niet louter een ‘theatraal’ spelletje van de andere burgerlijke fracties om het proletariaat om de tuin te leiden. Het cordon sanitaire dat in Duitsland is ingesteld, de opkomst van Macron bij de presidentsverkiezingen van 2017 of de razendsnelle opkomst van Kamala Harris in de Verenigde Staten onlangs, tonen precies aan dat de bourgeoisie vreest de controle over haar politieke apparaat te verliezen, niet in de laatste plaats vanwege het gevaar dat uitgaat van het populisme: een belemmering voor de consequente verdediging van de belangen van het nationale kapitaal.
Sommige kameraden uitten hun twijfels en wezen erop dat veel arbeiders op populistische partijen stemmen. Er werd echter duidelijk gemaakt dat de verkiezingen niet het terrein is waar het proletariaat zich als klasse uitdrukt. Bij verkiezingen zien we geatomiseerde individuen, misleid en geïsoleerd door de sombere toekomst die de kapitalistische maatschappij aankondigt en, in veel gevallen, vatbaar voor de ‘simplistische en bevooroordeelde’ verklaringen van populistische politici, die zondebokken zoeken: immigranten, zoals de zogenaamde ‘begunstigden’ van een paar bespottelijke kruimels van de uitbuitende staat, die verantwoordelijk worden gehouden voor de ellende, de onzekerheid, de werkloosheid of de ongezonde huisvesting.
Maar als deze vooringenomenheid al misleidend en gevaarlijk is, dan is die van de ‘democratische’ en linkse fracties van het kapitaal dat nog meer, die ons oproepen hen te steunen als de enige bolwerken tegen het populisme, terwijl ze in feite de producten en verdedigers zijn van hetzelfde morbide systeem. In werkelijkheid zijn we vandaag getuige van een toenemend ongeloofwaardigheid van deze traditionele formaties van de bourgeoisie, juist omdat hun regeringen de koers naar de crisis, de barbarij en de oorlog die het kapitalisme voor ons in petto heeft niet kunnen stoppen, omdat zij de sinistere acteurs en verdedigers ervan zijn.
Zelfs als niet alles wat nodig is voor het argumentatie ontwikkeld kon worden tijdens de discussie, toch ontwikkelde zich een debat in een poging om de betekenis van het huidige populisme te onderscheiden van het fascisme of stalinisme van de jaren 1930, toen deze laatsten het resultaat waren van een nederlaag van het proletariaat die eerder had plaatsgevonden en waarin de krachten van links van het kapitaal een beslissende rol hadden gespeeld. De huidige opkomst van het populisme is daarentegen helemaal niet gesitueerd in een context van contrarevolutie, d.w.z. de ideologische en fysieke nederlaag van het proletariaat. Door te proberen dit tragische verleden, dat van Léon Blum en het aan de macht komen van het Volksfront, te imiteren en uit te buiten en door te surfen op het beeld van ‘overwinning’ dat sindsdien door de bourgeois propaganda wordt uitgedragen, is het Nieuwe Volksfront in Frankrijk niets anders dan een belachelijke klucht, net zo burgerlijk als het Volksfront van de jaren 1930 in Frankrijk of Spanje. Maar dat maakt het nog niet onschuldig. Integendeel! Deze inderhaast opgerichte alliantie blijft gevaarlijk vanwege zijn democratische propaganda ten gunste van de burgerlijke staat. Het Volksfront bestond precies uit die krachten die in staat waren om de bevolking, met name het proletariaat, te rekruteren en te disciplineren om ze mee te sleuren in de imperialistische wereldoorlog. Vandaag is het proletariaat nog lang niet verslagen, ook al ondervindt het grote moeilijkheden en is het kwetsbaar.
Dit is een van de vragen die diepgaander besproken moeten worden: hoe kan het klassenbewustzijn zich ontwikkelen in het proletariaat? Welke belangen staan tegenover de kapitalistische maatschappij? Wat is het perspectief van de klassenstrijd? En wat is in dit alles de verantwoordelijkheid van revolutionairen?
Dit internationale debat is vruchtbaar en dynamisch geweest. We zijn uiteraard van plan om de discussie over deze vragen voort te zetten en te ontwikkelen via onze openbare bijeenkomsten en onze permanenties als een uitbreiding van deze overdenking die, daar zijn we van overtuigd, niet alleen onder onze directe contacten, maar op bredere schaal plaatsvindt binnen het proletariaat.
IKS/ 9 september 2024
Een van de eerste tekenen van een herontwaken van de arbeidersklasse na het verraad van haar organisaties en het eerste jaar van slachtingen in de imperialistische oorlog van 1914-18 was de conferentie die in september 1915 in Zimmerwald, Zwitserland, werd gehouden en die een klein aantal internationalisten uit verschillende landen bijeenbracht. De conferentie was een forum waar veel verschillende standpunten over de oorlog naar voren werden gebracht - de meerderheid daarvan neigde naar pacifisme, terwijl slechts een minderheid ter linkerzijde een openlijk revolutionair verzet tegen de oorlog verdedigde. Maar de linksen in Zimmerwald bleven op deze en volgende conferenties aandringen op verduidelijking; en dit werk - in combinatie met de heropleving van de klassenstrijd op een meer algemeen niveau, culminerend in de revolutionaire uitbarstingen in Rusland en Duitsland - zou de geboorte betekenen van een nieuwe wereldwijde politieke partij gebaseerd op duidelijk revolutionaire standpunten - de Kommunistische Internationale, opgericht in 1919[1].
Vandaag de dag zijn we nog ver verwijderd van de vorming van zo'n partij, vooral omdat de arbeidersklasse nog een lange weg te gaan heeft voordat ze opnieuw de kwestie van revolutie kan stellen. Maar tegenover een wereldsysteem dat naar zelfvernietiging hobbelt, tegenover de intensivering en verspreiding van imperialistische oorlogen, zien we kleine tekenen van een heroplevend bewustzijn over de noodzaak van een internationaal en internationalistisch antwoord op kapitalistische oorlog. Zoals we al zeiden in ons vorige artikel over de Praagse "Actieweek"[2], was de bijeenkomst in Praag zo'n teken - niet minder heterogeen en verward dan de eerste Zimmerwald conferentie, en veel ongeorganiseerder, maar niettemin een teken.
Voor ons, een organisatie die haar oorsprong vindt in de Kommunistische Linkerzijde van de jaren 1920, en daarvoor in de linkerzijde van Zimmerwald rond de Bolsjewiki en andere groeperingen, was het noodzakelijk om zoveel mogelijk aanwezig te zijn op de Praagse bijeenkomst om een aantal politieke principes en organisatiemethoden te verdedigen door:
- Tegenover de heersende desorganisatie die delen van de "Actieweek" in een actief fiasco veranderde, de noodzaak van een georganiseerd en open debat te stellen rond welbepaalde agenda's en gericht op duidelijke resultaten. Dit betekent dat vergaderingen moeten worden voorgezeten, dat er aantekeningen moeten worden gemaakt, dat er conclusies moeten worden getrokken, enzovoort.
- Tegenover de onmiddellijke drang om alleen te praten over "wat kunnen we nu doen", de noodzaak om te discussiëren in een breder historisch kader om de aard van de huidige oorlogen te begrijpen, de krachtsverhoudingen tussen de twee grote klassen en het perspectief voor toekomstige massale klassenbewegingen.
- Tegenover het idee van "exemplarische", substitutionistische acties door kleine groepen met het doel de oorlogsinspanningen van verschillende staten te saboteren, de noodzaak om te erkennen dat alleen de massale mobilisatie van de arbeidersklasse een echte oppositie tegen de imperialistische oorlog kan vormen; en dat, in eerste instantie, zulke bewegingen eerder zullen voortkomen uit de strijd tegen de gevolgen van de economische crisis (natuurlijk verergerd door de groei van een oorlogseconomie) dan uit directe massa-acties tegen oorlog.
Om dergelijke standpunten naar voren te brengen, was het nodig om verzet aan te tekenen tegen de voorgenomen uitsluiting van de procedure van de groepen van de Kommunistische Linkerzijde door de elementen achter de organisatie van de Actieweek. Op deze kwestie komen we hieronder terug.
In ons eerste artikel, dat tot doel had een beschrijving te geven van de chaotische uitkomst van de Actieweek, en enkele van de onderliggende redenen daarvoor aan te dragen, wezen we ook op de constructieve rol die de groepen van het Linkskommunisme, maar ook enkele andere elementen, speelden in een poging een georganiseerd kader op te bouwen voor een serieus debat (wat de "Zelfgeorganiseerde Assemblee" werd genoemd). De IKS-delegatie steunde dit initiatief, maar we maakten ons geen illusies over de moeilijkheden waarmee deze nieuwe formatie te maken zou krijgen, en nog minder over de mogelijkheden dat er een soort georganiseerd vervolg op het evenement zou komen - als eerste stap de organisatie van een website die als forum zou kunnen dienen voor debatten die niet in Praag ontwikkeld konden worden. Het lijkt er nu op dat zelfs deze minimale hoop op niets is uitgelopen en dat het nodig zal zijn om vanaf nul te beginnen om de parameters en mogelijkheden van toekomstige bijeenkomsten te definiëren.
Sinds het einde van de Praagse week zijn er maar weinig pogingen geweest om te beschrijven wat er gebeurd is, laat staan om politieke lessen te trekken uit deze overduidelijke mislukking. Het Anarchist Communist Network heeft een kort verslag[3] geschreven, maar het lijkt zich vooral te richten op de problemen die veroorzaakt werden door de verdeeldheid onder Tsjechische anarchisten tussen "verdedigers van Oekraïne " en degenen die een internationalistisch standpunt over de oorlog nastreefden. Dit was zeker een element in de desorganisatie van de manifestatie, maar, zoals we in ons eerste artikel betoogden, het is nodig om veel dieper te gaan dan dit - op zijn minst, op de activistische benadering die nog steeds overheerst onder de anarchisten die tegen de oorlog zijn op een internationalistische basis.[4]
Voor zover wij weten zijn het meeste commentaar wordt geleverd door degenen die het meest vijandig staan tegenover de groepen van de Kommunistische Linkerzijde. Allereerst een groep uit Duitsland die zich richt op solidariteit met gevangenen[5] Deze groep was alleen aanwezig aan het einde van de eerste dag van de Zelfgeorganiseerde Assemblee en een deel van de tweede, voordat ze naar de officiële conferentie[6] ging, waar volgens haar een aantal interessante discussies plaatsvonden, terwijl ze ons helemaal niets vertelt over wat er besproken werd. Maar ze zijn heel duidelijk over wie ze de schuld geven van het saboteren van de actieweek:
"We realiseerden het ons op dat moment niet, maar het was al duidelijk dat in de toch al chaotische situatie groepen probeerden de bijeenkomst van binnenuit op te blazen, naast de aanvallen van NAVO-anarchisten, waar op dat moment andere conflicten tussen groepen werden uitgevochten. In de eerste plaats door Linkskommunistische groepen".
Dus in plaats van te proberen een uitweg te bieden uit de chaotische situatie die de officiële organisatoren hadden nagelaten, waren de Linkskommunistische groepen er alleen maar op uit om het erger te maken!
Het meest "substantiële" verslag van wat er gebeurde wordt geleverd door de Tsjechische groep Tridni Valka, waarvan de meeste mensen dachten dat ze betrokken waren bij de organisatie van de actieweek - en met reden, want op hun website stonden alle aankondigingen erover[7]. Maar het meest substantiële aan dit artikel zijn de vele vervormingen en laster die erin staan. Naar onze mening heeft dit artikel drie hoofddoelen:
- Ze willen hun eigen verantwoordelijkheid voor het fiasco verbergen door de schuld te geven aan wat zij afschilderen als een volledig apart "organisatiecomité" waarvan de samenstelling tot op de dag van vandaag een mysterie is. Tridni Valka beweert dat het alleen voorstander was van het niet-openbare Anti-Oorlog Congres aan het einde van de week en dacht dat de organisatoren niet over de middelen beschikten om een hele week aan evenementen te organiseren. Ze zijn vooral kritisch over de "anti-oorlogsdemonstratie" die gepland stond voor de vrijdag van de week, die de dag ervoor als zinloos en als een bedreiging voor de veiligheid was afgewezen door alle elementen die zich uitspraken voor het boycotten van de demonstratie ten gunste van het voortzetten van het politieke debat (d.w.z. het houden van de Zelf Georganiseerde Assemblee). En toch is de aankondiging die mensen opriep om deel te nemen aan de demonstratie nog steeds te vinden op de website van Tridni Valka[8]. Deze verwarring is het onvermijdelijke resultaat van een politieke opvatting die een duidelijke politieke afbakening tussen verschillende organisaties vermijdt of verwerpt en het dus onmogelijk maakt om uit te maken welke groep of comité verantwoordelijk is voor welke beslissing, een situatie die alleen maar verwarring en wantrouwen kan zaaien.
- Ze proberen hun politiek van uitsluiting van het Linkskommunisme van het congres te rechtvaardigen, eerst door een terminologisch argument aan te voeren over het label "Kommunistisch Links", vervolgens door een aantal historische voorbeelden te geven die de bestaande groepen van de Kommunistische Linkerzijde ervan beschuldigen te proberen een "massapartij" op te bouwen naar bolsjewistisch model; door te beweren dat alle groepen van het Linkskommunisme pleitten voor de ondertekening van het Verdrag van Brest-Litovsk in 1918 door de Bolsjewiki ("een echte steek in de rug voor de proletariërs in Rusland, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, een 'verraad' zouden sommigen zeggen!"); door de Zimmerwald conferentie en de Zimmerwald Linkerzijde te hekelen, waar de Linkskommunisten ook naar verwijzen, als niets anders dan een stelletje pacifisten en door te beweren zelfs dat "het zogenaamde 'Linkskommunisme' het standpunt van de Derde Internationale over het koloniale vraagstuk verdedigt (min of meer, afhankelijk van de nuances die door elk van deze organisaties worden voorgestaan)". Al deze argumenten worden aangevoerd om aan te tonen dat de standpunten van het Linkskommunisme onverenigbaar waren met deelname aan het Anti-Oorlogscongres. We kunnen hier niet op al deze argumenten ingaan, maar één of twee punten moeten zeker genoemd worden, omdat ze de omvang van de onwetendheid (of opzettelijke verdraaiing) in het artikel van Tridni Valka onthullen: ten eerste is de kritiek op het sociaaldemocratische idee van de massapartij in eerste instantie ontwikkeld door niemand minder dan de Bolsjewiki vanaf 1903[9]; in Rusland in 1918 was het juist het verzet tegen het Verdrag van Brest-Litovsk dat aanleiding gaf tot het ontstaan van de Linkskommunistische fractie in de Russische partij (hoewel het waar is dat sommige linkskommunisten, met name de Italiaanse fractie, - naar onze mening terecht - later argumenteerden tegen het standpunt van "revolutionaire oorlog" dat de linkskommunisten aanboden als alternatief voor het ondertekenen van het Verdrag); en wat betreft het argument dat de huidige groepen van het Linkskommunisme allemaal het standpunt van de Derde Internationale over het koloniale vraagstuk blijven verdedigen... . . we kunnen Tridni Valka verwijzen naar een willekeurig aantal artikelen op onze website die precies het tegenovergestelde beweren.
- Tenslotte willen ze de IKS definitief uitsluiten van het proletarische kamp. Waarom? Omdat we beweerden dat de groep die Tridni Valka het sterkst heeft beïnvloed, de Groupe Communiste Internationaliste, uiteindelijk flirtte met terrorisme en dat Tridni Valka nooit heeft verduidelijkt welke verschillen ze hadden met de GCI. Het antwoord van Tridni Valka: "Het is zeer waarschijnlijk dat de Tsjechische (en andere) staatsveiligheidsdiensten blij zullen zijn met dit soort 'onthullingen' en 'informatie' over de vermeende banden van onze groep 'met terrorisme'. Met dank aan de onderkruipers van de IKS, dat zichzelf beter IKS-B zou kunnen noemen, met een B voor 'Bolsjewiek' maar vooral voor 'Verrader'! Verdomde verklikkers!!!"
Integendeel: de IKS heeft lang geleden zijn politieke verantwoordelijkheid genomen door de pretenties van de GCI als het nec plus ultra van het internationalisme aan de kaak te stellen door hun steeds groteskere steun voor terroristische acties en organisaties als uitingen van het proletariaat in kaart te brengen: beginnend met het Populair Revolutionair Blok in El Salvador en het Lichtend Pad in Peru, en culminerend in het zien van een proletarisch verzet in de gruweldaden van Al Qaida[10]. Dergelijke politieke standpunten stellen alle echte revolutionaire organisaties duidelijk bloot aan onderdrukking door de staatsveiligheidsdiensten, die het zullen gebruiken om internationalisme gelijk te stellen met islamitisch terrorisme. Bovendien hebben we een ander facet laten zien van het vermogen van de GCI om het werk van de politie te doen: hun dreigementen met geweld tegen onze kameraden in Mexico, van wie sommigen al fysiek waren aangevallen door Mexicaanse maoïsten[11].Als Tridni Valka enig verantwoordelijkheidsgevoel had ten opzichte van de noodzaak om het internationalistische kamp te verdedigen, zouden ze zich publiekelijk hebben gedistantieerd van de dwalingen van de GCI.
We hebben ons laatste woord nog niet gezegd over de lessen van de Praagse gebeurtenis, noch over andere pogingen om een internationalistisch antwoord op de oorlog te ontwikkelen, maar we konden niet om deze aanvallen heen. Door de traditie van de Kommunistische Linkerzijde voor te stellen als niets anders dan een obstakel voor de poging om de bescheiden internationalistische krachten van vandaag samen te brengen, onthullen de auteurs van deze aanvallen dat zij het zijn die tegen deze poging zijn. In toekomstige artikelen willen we reageren op de balans die het CWO van de conferentie heeft opgemaakt en ingaan op enkele van de belangrijkste kwesties die door de conferentie aan de orde zijn gesteld. Dat betekent in het bijzonder dat we dieper ingaan op de vraag waarom we volhouden dat alleen de echte beweging van de arbeidersklasse zich kan verzetten tegen de imperialistische oorlog, waarom alleen de omverwerping van het kapitalisme een einde kan maken aan de toenemende spiraal van oorlog en vernietiging, en waarom de activistische aanpak die de voorkeur heeft van de meerderheid van de groepen die deelnamen aan de Actieweek alleen maar kan leiden tot een impasse.
Amos
[1] Zie bijvoorbeeld Zimmerwald (1915-1917): From war to revolution [51], International Review 44
[2] Prague "Action Week": Activism is a barrier to political clarification [52], International Review 172
[3] https://anarcomuk.uk/2024/05/28/prague-congress-interim-report/ [53]
https://anarcomuk.uk/2024/05/31/prague-congress-report-part-2/ [54]
[4] De Communist Workers Organisation heeft ook een kort verslag geschreven, maar we willen hier in een apart artikel op reageren. Internationalist Initiatives Against War and Capitalism [55], Revolutionary Perspectives 24
[5] Das Treffen in Prag, der Beginn von einer Katastrophe [56], Soligruppe für Gefangene
[6] Dat wil zeggen, het niet-openbare "anti-oorlogscongres" bijeengeroepen door het oorspronkelijke organisatiecomité, dat de Linkskommunistische groepen uitsloot. Deze bijeenkomst gaf aanleiding tot een korte gemeenschappelijke verklaring die hier te vinden is: https://anarcomuk.uk/2024/06/15/declaration-of-revolutionary-internationalists/ [57]
[9] Zie bijvoorbeeld 1903-4: the birth of Bolshevism [60], International Review 116
[10] How the Groupe Communiste Internationaliste spits on proletarian internationalism [61], ICC Online; What is the GCI (Internationalist Communist Group) good for? [62] International Review 124
Met diepe droefheid informeren wij onze sympathisanten en lezers over het overlijden, op 74-jarige leeftijd, van onze kameraad Enrique. Zijn onverwachte dood maakte een plotseling einde aan meer dan 50 jaar toewijding en bijdrage aan de strijd van het wereldproletariaat. Zijn kameraden en vrienden hebben natuurlijk een zeer pijnlijke schok ondergaan. Voor onze organisatie, voor de hele traditie en het heden van de Kommunistische Linkerzijde, is het een aanzienlijk verlies dat we allemaal samen onder ogen zullen moeten zien.
Praten over het militante traject van een kameraad als Enrique roept bij ieder van ons die hem kende, op persoonlijk en politiek vlak, duizenden herinneringen op aan zijn enthousiasme, solidariteit en kameraadschap. Zijn gevoel voor humor was aanstekelijk, niet het ongelovige cynisme dat zo gebruikelijk is bij zogenaamde ‘intellectuelen’ en ‘critici’, maar eerder de energie en vitaliteit van iemand die ons aanmoedigde om te vechten, om alles te geven in de strijd voor de bevrijding van de mensheid. Voor hem, net als voor Marx, ‘komt vechten overeen met zijn idee van het nastreven van geluk’. Daarom was hij geduldig en begripvol in discussies, en wist hij de zorgen te begrijpen van degenen die het niet eens waren met wat hij verdedigde. Maar hij was ook standvastig in zijn argumenten. Het was, zoals hij zei, zijn manier om eerlijk te zijn in een strijd voor opheldering die de arbeidersklasse als geheel ten goede kwam. En hoewel hij een enorm theoretisch en creatief vermogen had om artikelen te schrijven en bij te dragen aan discussies, was Enrique niet wat je een ‘theoreticus’ zou noemen. Hij was een enthousiaste deelnemer aan de verkoop van de pers, deelde pamfletten uit bij demonstraties, bijeenkomsten, enzovoort.
Hij maakte deel uit van een generatie die was opgeleid om een positie in te nemen in de democratische staat en het stokje over te nemen van de oude rotten van het Francoïsme, waaruit mensen als Felipe González, Guerra, Albors, enz. zijn voortgekomen. En hij had meer dan genoeg politieke, intellectuele en persoonlijke kwaliteiten om ‘carrière te maken’ in de staat zoals anderen hebben gedaan; maar vanaf het begin stond hij aan de kant van de arbeidersklasse in haar strijd tegen de burgerlijke staat voor het vooruitzicht van het kommunisme.
Enrique was een van de vele jonge arbeiders die tot de arbeidersstrijd werden gedreven door de vele stakingen in Spanje eind jaren 1960 en begin jaren 1970, die in feite de uitdrukking waren van de internationale opkomst van klassenstrijd die een einde maakte aan de contrarevolutie na de Tweede Wereldoorlog. Dit was een van de eerste redenen waarom Enrique zich losmaakte van de wirwar van linkse groeperingen van allerlei pluimage die er in die tijd in overvloed waren. Terwijl deze groepen de arbeidersstrijd in Asturië, Vigo, Pamplona, Bajo Llobregat, Vitoria, enz. presenteerden als uitingen van een ‘vrijheidsstrijd’, was Enrique's werk op geen enkele manier beperkt tot links. Enrique begreep dat ze deel uitmaakten van een ondeelbare beweging van strijd (Mei '68, Italiaanse Herfst, Cordobazo in Argentinië in 1969, Polen in 1970, enz.) die de kapitalistische staat confronteerde in zijn ‘dictatoriale’ of ‘democratische’ of zelfs ‘socialistische’ versie. Dit internationalistische perspectief van de klassenstrijd was een van de bronnen van het enthousiasme dat Enrique zijn hele leven vergezelde. Terwijl de overgrote meerderheid van de arbeidersmilitanten in de jaren 1970 gedemoraliseerd en gefrustreerd raakte door deze foutieve interpreatie van de arbeidersstrijd als een ‘strijd voor vrijheden’, kon Enrique zijn overtuiging in de strijd van het wereldproletariaat versterken. Hij was een tijdlang geëmigreerd naar Frankrijk en niets was stimulerender voor hem dan te gaan en te interveniëren in strijd over de hele wereld (zoals hij onlangs kon doen tijdens de ‘zomer van ontevredenheid’ in Groot-Brittannië) of deel te nemen aan discussies op de vijf continenten met kameraden die toenadering zochten om deel te nemen aan de historische en internationale strijd van de arbeidersklasse. Hij toonde altijd een energie die indruk maakte op de jongere kameraden en die voortkwam uit zijn vertrouwen en overtuiging in het historische perspectief van de strijd van het proletariaat, van het kommunisme.
Vanwege zijn oprechte en consequente internationalisme brak Enrique uiteindelijk met organisaties die, in een schijnbaar radicaler discours dan dat van de ‘hervormers’, ervoor pleitten dat het proletariaat partij moest kiezen in inter-imperialistische conflicten, die toen ‘nationale bevrijdingsstrijd’ werden genoemd. Net als vandaag de dag, bijvoorbeeld in Gaza, riepen de toenmalige linkse organisaties de arbeiders op om de guerrilla’s in Vietnam te steunen, of die in Latijns-Amerika, enzovoort. Maar dit valse ‘internationalisme’ was precies het tegenovergestelde van wat revolutionairen altijd hadden verdedigd tegenover de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De zoektocht naar continuïteit met het echte internationalisme bracht Enrique ertoe zich te wenden tot de historische afstamming van de Kommunistische Linkerzijde.
Hetzelfde geldt voor zijn constante aanklacht tegen de vakbonden als organen van de kapitalistische staat. Het alternatief was niet ‘teleurgesteld’ te zijn in de arbeidersklasse of haar strijd tegen uitbuiting te verwerpen, maar zich de bijdragen van de Kommunistische Linkerzijde (Italiaanse, Duits-Nederlandse en daarna Franse) opnieuw toe te eigenen om de zelforganisatie van de strijd, de arbeidersvergaderingen, de embryo's van de arbeidersraden, te verdedigen.
Het was de zoektocht naar deze continuïteit met revolutionaire standpunten die Enrique ertoe bracht contact op te nemen met Révolution Internationale (RI)[1] in Frankrijk in oktober 1974, nadat hij de publicatie Accíon Proletaria had gevonden in een boekwinkel in Montpellier (waar hij werkte)[2]. Enrique heeft altijd gezegd dat hij verbaasd was over de snelheid waarmee Révolution Internationale (de afdeling in Frankrijk van de IKS) zijn correspondentie beantwoordde en zaken met hem kwam bespreken. Vanaf dat moment vond er een rigoureus en geduldig proces van discussie plaats dat leidde tot de oprichting van de Spaanse sectie van de IKS in 1976, met een groep jonge elementen die ook uit de strijd voortkwamen en die Enrique zelf probeerde samen te brengen en te stimuleren om in hen de militante overtuiging van de noodzaak en mogelijkheid van internationale revolutie te ontwikkelen. Bij deze interventie kon Enrique rekenen op de steun en begeleiding van de internationale en gecentraliseerde revolutionaire organisatie die de IKS al was, die de overdracht verzekerde en continuïteit gaf aan de historische strijd van de Kommunistische Linkerzijde. Enrique, die de eerste fasen van zijn militante leven bijna alleen moest doen, benadrukte herhaaldelijk het belang om het beste te maken van de ‘schat’ en de continuïteit die de Internationale Kommunistische Stroming vertegenwoordigde. Hij werd zelf een actieve en volhardende factor in deze overdracht van het revolutionaire erfgoed.
Met de eerlijkheid en het kritisch vermogen (inclusief zelfkritiek) die hem altijd kenmerkten, erkende Enrique dat deze kwestie van voorhoedeorganisatie moeilijk te assimileren was voor hem. Onderschatting van de functie, of zelfs afwijzing van de noodzaak van revolutionaire organisatie, was in die tijd relatief gebruikelijk onder jongeren die op zoek waren naar politieke oriëntatie, gezien de kracht die uitging van een zeer jong proletariaat in de grote strijd van de jaren 1960 en 1970, waardoor de activiteit van revolutionaire organisaties ‘overbodig’ leek. Dit is begrijpelijk gezien de ervaringen van verraad door de ‘socialistische’, ‘kommunistische’, trotskistische partijen, enz., die sporen, trauma’s en wantrouwen achterlieten in de arbeidersklasse, nog verergerd door de demoraliserende werking van het vervreemdende militantisme in de linkse groepen van de jaren 1970 en 1980. Enrique gaf met name toe beïnvloed te zijn door het anarchisme[3] en te hebben deelgenomen aan een Situationistische groep op de universiteit. Binnen de IKS zelf kwam zijn onderschatting tot uiting van de noodzaak tot organisatie in de radenistische tendensen, waarvan Enrique aanvankelijk zelf de woordvoerder was, wat resulteerde in een weigering om dergelijke tendensen te bestrijden en een centrisme ten opzichte van het radenisme. De strijd tegen deze tendensen was doorslaggevend in Enrique’s evolutie op het vlak van organisatie. Hij liet zich niet meeslepen door frustratie of gevoelens van ontgoocheling, maar streefde ernaar de onmisbare noodzaak van revolutionaire organisatie te begrijpen en wijdde zich onvermoeibaar aan de verdediging ervan, onlosmakelijk verbonden met de niet aflatende strijd tegen opportunisme, tegen de druk van de burgerlijke ideologie in de rangen van de arbeidersklasse.
Enrique was altijd een geduldig polemist, in staat om de oorsprong uit te leggen van de verwarringen en dwalingen die een ideologische invloed uitten die vreemd was aan het proletariaat, en tegelijkertijd de theoretische en politieke bijdragen van de arbeidersbeweging te onderstrepen die hielpen deze te overwinnen. Deze geest van permanente strijd was nog een van zijn bijdragen, het reageren op elke fout, elk misverstand, het tot op de bodem uitzoeken van de wortels, het trekken van lessen voor de toekomst.
Waar hij altijd met energie en onverzettelijkheid tegen in opstand kwam, was de besmetting van politieke debatten door hypocrisie, dubbelhartigheid, laster, aanklachten en manoeuvres, met andere woorden door het gedrag en de moraal van de vijandige klasse, de bourgeoisie. Ook hier is Enrique altijd een dam geweest voor de verdediging van de waardigheid van het proletariaat.
Het militante traject van onze kameraad Enrique, al zijn bijdrage, al die militante passie, al die energie en werkcapaciteit die hij heeft getoond gedurende meer dan 50 jaar van voortdurende strijd voor de wereldrevolutie zijn niet alleen karakteristieke uitingen van Enrique's persoonlijkheid. Deze karaktereigenschappen komen overeen met het revolutionaire karakter van de klasse die hij op genereuze en voorbeeldige wijze diende. Bilan, de Italiaanse Kommunistische Linkerzijde, die afstand wilde nemen van het personalisme, bepleitte dat ‘elke militant zichzelf moet herkennen in de organisatie en de organisatie zichzelf op haar beurt moet herkennen in elke militant’. Enrique vertegenwoordigde de essentie van de IKS als weinig anderen. We zullen je altijd missen, kameraad, en we zullen ernaar streven om naar jouw voorbeeld te leven. Laten we je strijd voortzetten!
IKS, juni 2024.
[1] Révolution Internationale is de Franse groep die zich heeft ingezet voor de oprichting van het IKS (dat in 1975 werd opgericht) na het samengaan van verschillende organisaties zoals World Revolution in Groot-Brittannië, Internationalisme in België en Revoluzione Internazionale in Italië.
[2] Acción Proletaria was - vóór 1974 - de publicatie van een groep uit Barcelona waarmee RI contact had opgenomen en die aanvankelijk dichter bij de standpunten van de Kommunistische Linkerzijde stond. De groep redigeerde de eerste twee nummers van de publicatie en ging uiteindelijk uit elkaar onder het gewicht van nationalisme en links. Daarna bleef Acción Proletaria in Toulouse verschijnen en militanten van Révolution Internationale smokkelden het naar Spanje (nog steeds onder het regime van Franco); vanaf 1976, met de vorming van een afdeling van de IKS in Spanje, nam deze laatste de publicatie over.
[3] In de jaren 1970 had het anarchisme veel gewicht in Spanje. Op 2 juli 1977, bijvoorbeeld, stroomden 300.000 mensen naar Montjuic om een bijeenkomst bij te wonen die georganiseerd was door Federica Montseny. Federica Montseny was een Spaans anarcho-syndicaliste, die in 1936 als minister van Volksgezondheid toetrad tot de Tweede Spaanse Republiek.
Update, 2 Oktober 2024
Sinds dit artikel is geschreven, bevestigen recente gebeurtenissen, en in het bijzonder de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, duidelijk de voorspelling van het artikel dat we de toenemende escalatie van de oorlog tussen Israël en Hezbollah in Libanon zien. De oorlog heeft zich al uitgebreid naar Jemen met Israëlische aanvallen op havens die in handen zijn van de Houthi’s en naar Syrië met een aanval op Damascus. Het offensief van Israël tegen Hezbollah, dat begon met een uiterst geraffineerde en toch volstrekt barbaarse operatie die door de Mossad was bedacht in het hart van Beiroet, waarbij tegelijkertijd bijna 500 illegale telefoonpiepers en walkietalkiebommen tot ontploffing werden gebracht, werd gevolgd door een intens luchtbombardement op de Libanese hoofdstad, waarbij honderden mensen, waaronder veel kinderen, werden gedood, meer dan 1800 burgers gewond raakten op 26 september en tot een miljoen mensen werden gedwongen om hun huizen te ontvluchten. Rapporten geven aan dat honderdduizenden van hen hun toevlucht hebben gezocht in Syrië, waar al talloze vluchtelingenkampen zijn waar basisvoorzieningen vrijwel onbestaande zijn.
Op 27 september nog een coup voor de Israëlische staat: de moord op de hoogste leider van Hezbollah, Hassan Nasrallah. Deze en andere slagen tegen Hezbollah zijn duidelijk in het voordeel van het Netanyahu-regime, dat hier kan bogen op duidelijke ‘overwinningen’ in tegenstelling tot het dodelijke moeras in Gaza. Ondertussen is een Israëlisch grondoffensief in Zuid-Libanon al begonnen, met commandoaanvallen op Hezbollah-bases, ondersteund door luchtmacht. Het Israëlische offensief heeft Hezbollah beroofd van een aanzienlijk deel van zijn huidige leiders, maar het is een complete illusie om te denken dat je terrorisme kunt uitroeien door een paar commandanten weg te vagen. De oorlog in Libanon zal voor Israël geen snelle en gemakkelijke uitkomst hebben, zoals het al in 2006 ontdekte.
Hezbollah heeft wraak gezworen en blijft oproepen tot de vernietiging van de staat Israël, terwijl Teheran op zijn beurt een regen van ballistische raketten lanceert op Tel Aviv en Jeruzalem als vergelding, wat opnieuw een escalatie van de reactie van Israël zal uitlokken. De twee partijen maken gebruik van de huidige aandacht voor de komende Amerikaanse verkiezingen, hun onzekere uitkomst en de nabijheid van deze deadline, om hun provocatieve beleid te intensiveren, waarbij ze doof blijven voor de bevelen van zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie, die hebben opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Het is duidelijk dat de lokale machten zich halsoverkop storten op een escalerende en irrationele militaire situatie die de hele regio in vuur en vlam dreigt te zetten. Tegelijkertijd onthult het conflict de tegenstrijdige houding van de VS, die wapens blijven leveren aan Israël en inlichtingen verschaffen bij sommige van zijn aanvallen, zoals de Israëlische inval in Jemen. Washington heeft belang bij de verzwakking van Iran en zijn bondgenoten in de regio - wat ook een klap zou zijn voor Rusland, aangezien Iran een van zijn belangrijkste wapenleveranciers is. Zowel de VS als Groot-Brittannië hebben een directe rol gespeeld in de reactie van Israël op de Iraanse raketaanval (inlichtingen en antiraketvuur van de Amerikaanse Middellandse Zeevloot). Maar tegelijkertijd wil Washington niet dat de hele situatie uit de hand loopt; en Netanyahu’s groeiende verzet tegen de oproepen van de VS is een verder teken van de afnemende autoriteit van Amerika op wereldschaal.
In mindere mate, maar net zo belangrijk, is de oorlog tussen Rusland en Oekraïne aan verschanst en vastlopen. Zelensky heeft onlangs een toespraak gehouden bij de VN in een poging de ‘internationale gemeenschap’ ervan te overtuigen Oekraïne effectiever te steunen, waarbij hij schijnheilig een ‘plan voor vrede’ presenteerde, terwijl hij in feite op nauwelijks verholen wijze toegeeft dat het een kwestie is van druk uitoefenen op Moskou om Rusland ‘te dwingen vrede te sluiten’ onder de nieuwe voorwaarden die Oekraïne heeft opgelegd. Dit lokte alleen maar een venijnige reactie van Poetin uit, die verklaarde dat “hij nooit vrede onder dwang zou accepteren” en opnieuw bevestigde dat de voorwaarden van Moskou voor een staakt-het-vuren altijd dezelfde zijn geweest: erkenning van de regio’s die Rusland aan het begin van de oorlog heeft veroverd en het uitsluiten van toetreding van Oekraïne tot de NAVO. Deze voorwaarden zijn op hun beurt totaal onaanvaardbaar voor Kiev.
Bovendien heeft Groot-Brittannië langeafstandsraketten van het type Storm Shadow naar Oekraïne gestuurd en lijkt het zijn standpunt over het toestaan van het gebruik van deze raketten tegen doelen in Rusland te hebben gewijzigd. Als de VS, Duitsland en anderen in het Westen groen licht geven voor het gebruik van deze raketten in Rusland, zou dat weer een stap in de richting van de afgrond zijn. In reactie hierop heeft Poetin het protocol voor het gebruik van kernwapens veranderd, waardoor ze nu ‘asymmetrisch’ kunnen worden ingezet als cruciale installaties op Russisch grondgebied worden bedreigd, zelfs door een niet-nucleaire mogendheid. Als gevolg van dit alles wordt het vooruitzicht op heropening van de onderhandelingen tussen de twee hoofdrolspelers in het conflict opnieuw begraven. Op de grond daarentegen nemen de gevechten en de wederzijdse vernietiging niet alleen toe, maar dreigen ze opnieuw een nog dreigender wending te nemen met de hervatting van de bombardementen rond de kernreactoren van de Zaporizzja-centrale, terwijl beide partijen elkaar verwijten dat ze met vuur spelen.
Deze oorlogen laten zien dat de hele heersende klasse van dit barbaarse systeem schuldig is aan het spelen met vuur.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Deze zomer zijn de dodelijke spanningen in Oekraïne en het Midden-Oosten verder opgelopen in een destructieve escalatie waarvan de uitkomst niet duidelijker kan zijn: voor geen van de strijdende partijen zal er ooit iets goeds uit deze oorlogen voortkomen.
Een oneindige escalatie van oorlog
De opmars van het Russische leger in Oost-Oekraïne is beantwoord met nieuwe invallen. Deze keer rechtstreeks door het Oekraïense leger op Russisch grondgebied in de Koersk-regio. Er is een nieuwe stap gezet, die de bevolking en de wereld bedreigt met een uitbreiding van het conflict en een nog dodelijker confrontatie. Alle strijdende partijen zijn in een uiterst gevaarlijke spiraal terechtgekomen: Zelenski, bijvoorbeeld, wacht allen maar op een kans om Rusland harder te kunnen raken dankzij de Europese en Amerikaanse raketten die hij ontvangt. En dit voedt alleen maar de moorddadige vlucht naar voren van het Kremlin, zoals in het geval van de aanvallen in Poltava, die 55 doden toevoegden aan de eindeloze lijst van slachtoffers. Van zijn kant blijft ook Wit-Rusland een macht die mogelijk een actieve rol kan spelen in het conflict: met de Oekraïense inval in Koersk is deze mogelijkheid toegenomen. De regering Loekasjenko heeft een derde van zijn leger gestationeerd aan de gemeenschappelijke grens tussen Wit-Rusland en Oekraïne en de militaire oefeningen in juni hebben eraan herinnerd dat het Russische kernwapens op zijn grondgebied heeft. Het risico dat de oorlogsspiraal zich uitbreidt is ook aanwezig in Polen, dat opnieuw zijn bezorgdheid heeft geuit door zijn troepen in staat van paraatheid te houden. Hoewel de NAVO, waar Polen lid van is, officieel heeft geweigerd troepen te sturen, sprak de Poolse premier Donald Tusk eind maart van een “tijdperk van naderende oorlog”.
In het Midden-Oosten zijn de dagelijkse gruwelen in Gaza nog verergerd door het offensief van het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever en de interventie in Zuid-Libanon, in een totaal irrationele vlucht naar voren. De provocerende moord op de Hamas-leider in Teheran leidde alleen maar tot zijn vervanging door een nieuwe leider die nog extremistischer en bloeddorstiger is, en ontstak een nieuw lont in het regionale kruitvat. Dit alles heeft Iran en zijn bondgenoten uiteraard nieuwe voorwendselen gegeven om zich nog meer in het conflict te mengen en om hun misdaden en provocaties op te voeren.
Terwijl de hypocriete onderhandelingen over een staakt-het-vuren half augustus in Doha plaatsvonden, gingen de slachtingen en vernietigingen onverminderd en met grotere intensiteit door. Netanyahu torpedeert voortdurend elke poging tot een diplomatieke opening, om zo zijn politiek van de verschroeide aarde kracht bij te zetten, waarbij hij de lijken opstapelt in een poging zijn hachje te redden. Elke partij voerde het bloedbad alleen maar op om de onderhandelingen te beïnvloeden.
Netanyahu en Hamas, Poetin en Zelenski en de imperialistische mogendheden die hen actief steunen, al deze imperialistische aasgieren storten zich in een eindeloze logica van alsmaar destructievere confrontaties. Dit bevestigt ten volle dat de oorlogsspiraal van het kapitalisme in volle staat van ontbinding elke economische rationaliteit heeft verloren en de neiging heeft om te ontsnappen aan de controle van zowel zijn directe protagonisten als van alle betrokken imperialistische machten.
De ontbinding van het kapitalisme versnelt, de conflicten verergeren
Deze conflicten illustreren het enorme gewicht van de ontbinding van het kapitalistische systeem, waarvan de onomkeerbare versnelling de mensheid steeds meer dreigt te vernietigen, zowel vanwege hun duur, de manier waarop ze zich ontvouwen, de politieke impasse waarin ze wegzakken als door de vlucht naar voren in een logica van verschroeide aarde. Hoewel een wereldoorlog niet aan de orde is, vanwege de instabiliteit van de allianties en de algemene ongedisciplineerdheid die de internationale verhoudingen nu kenmerken, kan de intensivering en geleidelijke uitbreiding van conflicten op termijn alleen maar leiden tot steeds meer vernietiging en chaos.
Het feit dat er geen imperialistische blokken bestaan die klaar zijn voor een wereldoorlog (zoals het Westblok en het Oostblok tijdens de Koude Oorlog) leidt uiteindelijk tot grotere instabiliteit: aangezien er niet langer een gemeenschappelijke vijand is en er geen blokdiscipline meer bestaat, handelt elke staat en/of factie nu uitsluitend voor zijn eigen doeleinden, waardoor ze gemakkelijker met elkaar in botsing komen in een strijd van allen tegen allen. Hierdoor worden de acties van anderen belemmert en is het steeds moeilijker de eigen politiek onder controle te houden.
Vanwege deze tendens de Verenigde Staten, terwijl het hun steun aan de NAVO handhaaft, ziet ze hun eigen facties elkaar verscheuren over de te volgen politiek, zowel in Oekraïne als in Gaza. Terwijl de regering Biden de steun aan haar bondgenoten wil handhaven, proberen de Republikeinen die te beperken. Aanvankelijk bevroren ze in het Congres 60 miljard dollar aan steun voor Oekraïne en 14 miljard dollar voor Israël, om uiteindelijk toe te geven en ermee in te stemmen die steun vrij te geven. Deze scheuren accentueren de moeilijkheid van de Verenigde Staten om hun hegemonie aan de wereld op te leggen. Zo verliezen ze steeds meer controle over hun politiek en hun autoriteit over de protagonisten in conflicten.
In deze context gooit de groeiende polarisatie tussen de twee grootmachten, China en de Verenigde Staten, olie op het vuur. Hoewel een grootschalige oorlog tussen deze twee grootmachten voorlopig uitgesloten is, zijn de spanningen constant en neemt het risico op een regionale confrontatie over Taiwan alleen maar toe. China zet zijn militaire oefeningen in de buurt van en rond het eiland voort, het gaat door met en voert zijn militaire provocaties in de Chinese Zee, zij het voorzichtig, op en het voert zijn intimidaties, vooral richting de Filipijnen en Japan. De Verenigde Staten, zeer bezorgd, verheffen hun stem en bevestigen opnieuw hun steun aan hun lokale bondgenoten die worden bedreigd, terwijl ze ook hun provocaties opvoeren. De situatie wordt steeds oncontroleerbaarder. Het risico op nieuwe conflicten neemt voortdurend toe.
De arbeiders
blijven de grootste slachtoffers
Of ze zich nu in de onmiddellijke nabijheid van de conflictgebieden bevinden of buiten de frontlinies geconfronteerd worden met de aanvallen als gevolg van de oorlogseconomie, het zijn altijd de arbeiders die het zwaarst getroffen worden. In oorlogsgebieden zijn ze het slachtoffer van bombardementen, lijden ze onder beperkingen en gaan ze gebukt ze terreur, verschrikkingen en bloedbaden. Als ze niet worden uitgebuit in fabrieken, mijnen of kantoren, worden ze door de bourgeoisie gebruikt als kanonnenvoer. In Oekraïne ronselt de regering willekeurig elke man tussen de 25 en 60 jaar, rechtstreeks door ontvoering of met het lokkertje van een hoger salaris dan met een baan in de burgerlijke maatschappij. Bovenop de dienstplicht misbruikt de bourgeoisie ook nog de erbarmelijke omstandigheden van de arbeiders om zich hun bloed en leven toe te eigenen.
Dit alles is alleen mogelijk dankzij intense nationalistische propaganda, grootschalige ideologische campagnes en een conditionering gepland door de staat: “De oorlog is een methodisch georganiseerd, reusachtig moorden. Voor het stelselmatig moorden moet echter bij normaal aangelegde mensen eerst de daarbij passende bedwelming opgewekt worden. Dat is vanouds de gebruikelijke methode van oorlogvoerenden. De beestachtigheid van de gedachten en van de gezindheid moet overeenstemmen met de beestachtigheid van de praktijk, de eerste moet de laatste voorbereiden en begeleiden “[1]. Dit is de reden waarom de arbeidersklasse in Oekraïne, Rusland en het Midden-Oosten op dit moment niet het vermogen heeft om te reageren, en het heel moeilijk zal vinden om dat te doen gezien de ‘bedwelming’ waaraan ze wordt blootgesteld.
Het is waar dat Netanyahu’s regering steeds impopulairder wordt, en dat het nieuws van elke Hamas-moord op Israëlische gijzelaars enorme demonstraties heeft uitgelokt, omdat steeds meer Israëli’s erkennen dat het verklaarde doel van de regering om de gijzelaars te bevrijden en Hamas te vernietigen, met elkaar in tegenspraak zijn. Maar de demonstraties, zelfs als ze een staakt-het-vuren eisen, blijven binnen de grenzen van het nationalisme en de burgerlijke democratie en bevatten geen dynamiek in de richting van een proletarisch antwoord op de oorlog.
Het proletariaat van de Westerse landen blijft door zijn ervaring met de klassenstrijd, in het bijzonder met de geraffineerde valstrikken die de burgerlijke overheersing oplegt, het belangrijkste tegengif tegen de vernietigende spiraal. Door zijn strijd tegen de gevolgen van de oorlogseconomie, zowel de bezuinigingen als de uit de pan rijzende inflatie, legt hij de basis voor zijn toekomstige aanvallen op het kapitalisme n
Tatlin/WH, 5 september 2024
[1] Rosa Luxemburg, De crisis van de sociaal-democratie (1915)
Internationale Kommunistische Stroming aan:
En aan de groep Internationalist Communist Perspective (Z. Korea)
Beste kameraden,
Hierbij voegen wij een voorstel voor een oproep van de Kommunistische Linkerzijde tegen de reusachtige internationale campagne van de bourgeoisie ter verdediging van de ‘democratie’ tegen het populisme en uiterst rechts. Ondanks hun verschillen komen alle linkskommunistische groepen voort uit de enige politieke traditie die steeds de valse keuzes heeft verworpen voor de regeringen, die de bourgeoisie aanwendt om haar permanente dictatuur te verbergen en de arbeidersklasse af te leiden van haar strijdterrein. Het is van vitaal belang dat deze groepen vandaag een gezamenlijke verklaring afleggen die een referentie biedt voor de verdediging van de politieke belangen en strijd van het proletariaat en die een duidelijk alternatief vormt voor de hypocriete leugens van de vijandige klasse.
Graag ontvingen wij een snelle reactie op deze brief en dit voorstel. De formuleringen van de voorgestelde oproep kunnen uiteraard besproken en gewijzigd worden binnen het kader van de klassegrenzen.
Wij kijken uit naar jullie antwoord.
Kommunistische groeten
IKS, 30 augustus 2024
Voorgestelde oproep
Oproep van de Kommunistische Linkerzijde tegen de internationale campagne ter mobilisatie voor de burgerlijke democratie
Tegen het bedrog van de burgerlijke democratie en haar valse keuzes!
Voor een resolute strijd van de arbeidersklasse tegen de dictatuur van de kapitalistische klasse!
De afgelopen maanden hebben de media (die gecontroleerd worden door en het werk doen van de kapitalistische klasse) wereldwijd zich gericht op het verkiezingscarnaval dat heeft plaatsgevonden in Frankrijk, daarna in Groot-Brittannië en in de rest van de wereld, zoals Venezuela, Iran en India, en nu steeds meer in de Verenigde Staten.
Het dominante thema van de verkiezingspropaganda is de verdediging van de democratische façade van regeringen in dienst van de kapitalistische overheersing. Een façade die ontworpen is om de realiteit van de imperialistische oorlog, de verarming van de arbeidersklasse, de vernietiging van het milieu en de vervolging van vluchtelingen te verbergen. Het is het democratische vijgenblad dat de dictatuur van het kapitaal verbergt, welke partij (rechts, links of centrum) ook de politieke macht waarneemt in de burgerlijke staat.
De arbeidersklasse wordt gevraagd om valse keuzes te maken tussen de ene of de andere kapitalistische regering, tussen deze of gene partij of leider en vandaag de dag steeds vaker om te kiezen voor degenen die beweren de democratische regels van de burgerlijke staat te respecteren, tegenover degenen die, zoals populistisch rechts, deze regels met openlijke minachting behandelen, in plaats van verborgen zoals de democratische partijen doen.
Maar in plaats van te kiezen wie haar de komende jaren zal uitbuiten en onderdrukken, moet de arbeidersklasse haar eigen klassenbelangen verdedigen op het gebied van de lonen en de levensomstandigheden en proberen haar eigen politieke macht te veroveren- doelstellingen die de met de ophef over democratie afgeleid worden en als onmogelijk voorkomen.
Wat de uitslag van de verkiezingen ook zal zijn, in deze en andere landen zal dezelfde kapitalistische dictatuur van wapengeweld en armoede voortduren en erger worden. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld, waar de centrumlinkse Labourpartij zojuist een populistisch beïnvloede Tory-regering heeft vervangen, heeft de nieuwe premier geen tijd verloren met het versterken van de betrokkenheid van de Britse bourgeoisie bij de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en met het handhaven en opvoeren van de aanvallen op de arbeidersklasse om haar imperialistische ondernemingen te helpen financieren.
Welke politieke krachten verdedigen werkelijk de belangen van de arbeidersklasse tegen de toenemende aanvallen van de kapitalistische klasse? Niet de erfgenamen van de sociaaldemocratische partijen die hun ziel verkochten aan de bourgeoisie tijdens de Eerste Wereldoorlog en die, samen met de vakbonden, de arbeidersklasse mobiliseerden in uniform en in de loopgraven voor de slachting van miljoenen mensen. Noch de laatste apologeten van het stalinistische "communistische" regime dat tientallen miljoenen arbeiders opofferde voor de imperialistische belangen van de Russische natie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Noch het trotskisme of de officiële anarchistische stroming die, op een paar uitzonderingen na, kritische steun gaven aan de ene of de andere kant in dit imperialistische bloedbad. Vandaag de dag scharen de afstammelingen van deze laatste politieke krachten zich "kritisch" achter de liberale en linkse burgerlijke democratie tegen populistisch rechts om zo mee de arbeidersklasse te demobiliseren.
Alleen de Kommunistische Linkerzijde, hoewel klein in aantal, is in de laatste honderd jaar trouw gebleven aan de arbeidersstrijd, als onafhankelijke klasse, gedurende de laatste honderd jaar. Tijdens de revolutionaire arbeidersgolf van 1917-23 verwierp de politieke stroming onder leiding van Amadeo Bordiga, die toen overheerste in de Italiaanse Kommunistische Partij, de valse keuze tussen de fascistische en antifascistische partijen, die samen hadden gewerkt om de revolutionaire opleving van de arbeidersklasse met geweld neer te slaan. In zijn tekst "Het Democratische Principe" uit 1922 hekelde Bordiga de aard van de democratische mythe in dienst van de kapitalistische uitbuiting en moord.
In de jaren 1930 klaagde de Kommunistische Linkerzijde de linkse en rechtse fracties van de bourgeoisie aan, of ze nu fascistisch of antifascistisch waren, die het naderende imperialistische bloedbad voorbereidden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was alleen deze stroming in staat om een internationalistisch standpunt in te nemen en op te roepen tot de transformatie van de imperialistische oorlog in een burgeroorlog van de arbeidersklasse tegen de hele kapitalistische klasse in elk land. De Kommunistische Linkerzijde weigerde de macabere keuze tussen democratisch of fascistisch bloedvergieten, tussen de wreedheden van Auschwitz of Hiroshima.
Daarom hebben de verschillende expressies van de Kommunistische Linkerzijde, ongeacht hun politieke verschillen, vandaag besloten om een gezamenlijke oproep aan de arbeidersklasse te lanceren, in het licht van de hernieuwde campagnes die deze valse keuzes ondersteunen, die allemaal ten gunste van kapitalistische regimes zijn en bedoeld om de arbeidersklasse achter de liberale democratie of het rechtse populisme, achter het fascisme of antifascisme te scharen:
WEG MET HET BEDROG VAN DE BURGERLIJKE DEMOCRATIE, DIE DE DICTATUUR VAN HET KAPITAAL EN ZIJN IMPERIALISTISCH MILITARISME VERBERGT!
TEGEN DE BEZUINIGINGEN VAN DE KAPITALISTISCHE DEMOCRATIE EN HET NATIONAAL BELANG, LEVE DE STRIJD VAN HET INTERNATIONALE PROLETARIAAT TER VERDEDIGING VAN ZIJN KLASSENBELANGEN!
VOOR EEN REVOLUTIE VAN DE ARBEIDERSKLASSE OM DE BOURGEOISIE HAAR POLITIEKE MACHT TE ONTNEMEN, DE KAPITALISTISCHE KLASSE TE ONTEIGENEN EN EEN EINDE TE MAKEN AAN DE CONFLICTEN TUSSEN KLASSEBROEDER DIE HET PROLETARIAAT WORDEN OPGELEGD DOOR CONCURRERENDE NATIESTATEN!
Na de dood door de steekpartij van drie kinderen in Southport op 29 juli ging extreemrechts in de aanval op sociale media. Met behulp van de verspreiding van valse informatie en geruchten buitten ze deze verachtelijke misdaad onmiddellijk uit door immigranten als zondebok aan te wijzen. Tussen 30 juli en 5 augustus namen de racistische aanvallen in het Verenigd Koninkrijk razendsnel snel toe, gericht tegen de huizen van asielzoekers en advocaten gespecialiseerd in de rechten van migranten, moskeeën en winkels van immigranten. De rellen breidden zich uit naar meer dan 35 plaatsen. Zelfs in Noord-Ierland werden aanslagen gemeld. Hoewel de ideologische invloed van de (officieel ontbonden) English Defence League opmerkelijk was, waren de rellen niet georganiseerd, maar kwamen ze vooral voort uit extreemrechtse internetnetwerken. Dit waren de ergste rellen sinds 2011, die de diepe verdeeldheid binnen de Britse maatschappij blootlegden.
Deze golf van racistische aanvallen staat niet op zichzelf. In de afgelopen jaren zijn de anti-migranten retoriek en haatmisdrijven steeds vaker voorgekomen in het Verenigd Koninkrijk. Dergelijke uitbarstingen zijn een wijdverbreid verschijnsel geworden in de wereld. Brutale aanvallen op migranten en vluchtelingen door menigten die vooral bestaan uit de maatschappelijk meest achtergestelde lagen van de bevolking vinden nu plaats in veel landen over de hele wereld, van Chili tot Kirgizië en van Zweden tot India.
Een paar opvallende voorbeelden:
- In Chemnitz, Duitsland, ontaardden op 26 en 27 augustus 2018 twee dagen van gewelddadige extreemrechtse demonstraties in een jacht op mensen waarvan van vermoed werd dat ze immigranten waren. Zwaaiend met Duitse vlaggen en enkelen die nazi-groet brachten, baande een woedende menigte van 8.000 mensen zich een weg door de straten. In groepen vielen ze voorbijgangers met een donkere huidskleur aan en moedigden ze mensen aan om mee te doen met de jacht. Deze agressie, die begon na de fatale steekpartij op een 35-jarige Duitser door een Syrische migrant, was een uiting van de heropleving van haat en de verspreiding van een geest van pogrom.
- In Turkije was de nacht van 30 juni 2024 het begin van drie nachten van haat en racistische aanvallen tegen Syrische vluchtelingen en hun bezittingen. In Kayseri veranderde de aanvankelijke verontwaardiging in een pogrom waarbij huizen van vluchtelingen werden platgebrand, voertuigen werden vernield en in brand gestoken, winkels werden geplunderd en beschadigd, dit alles onder begeleiding van leuzen tegen de vluchtelingen. In de dagen daarna verspreidden de aanvallen zich naar andere steden, waar Syriërs opnieuw werden geterroriseerd. In Antalya werd een 17-jarige Syriër gedood en raakten twee van zijn vrienden ernstig gewond. Het motief voor de aanvallen was volledig verzonnen.
- In september 2019 werden migranten in Zuid-Afrika brutaal aangevallen en hun bezittingen vernield door lokale burgers in verschillende steden en provincies in het hele land. De aanvallen begonnen als een demonstratie met gezangen waarin werd geëist dat buitenlanders zouden terugkeren naar waar ze vandaan kwamen. Tijdens de demonstratie begon de menigte eigendommen te plunderen, bedrijven van Afrikaanse migranten te vernielen en in brand te steken. Ze vielen ook mensen aan die probeerden de plundering of vernieling van hun winkels te beschermen of te voorkomen. Als gevolg van deze aanvallen werden twaalf Afrikaanse migranten gedood en raakten duizenden gewond.
De escalatie van aanvallen op migranten, Arabieren en zwarten staat niet op zichzelf: ze zijn het resultaat van een jarenlange racistische politiek en retoriek van politici van zowel rechtse als linkse partijen. De heersende klasse heeft altijd de racistische kaart gespeeld wanneer het haar uitkwam. Maar populisten en extreemrechts zijn nog steeds de meest heftige en brutale uitingen van anti-migrantenretoriek, waarbij ze de 'ander' afschilderen als een bedreiging voor het welzijn van de autochtone bevolking. De diepgewortelde haat die ze tegen hen aanwakkeren, vindt een steeds vruchtbaardere bodem in een kapitalistische maatschappij, die staat weg te rotten.
In dit verwrongen wereldbeeld zijn migranten verantwoordelijk voor het lijden van iedereen. Deze zondebokvorming impliceert een daad van ontmenselijking, waarbij het extreemrechtse en populistische discours de vluchtelingen presenteren als wezens van een andere soort. Marine Le Pen van Rassemblement National, heeft de toestroom van vluchtelingen naar Europa bijvoorbeeld vergeleken met een invasie van barbaren. Laurence Fox, van de Reclaim Party[1], suggereerde onlangs dat moslims indringers zijn. Jarosław Kaczyński, leider van de Poolse partij Wet en Rechtvaardigheid, waarschuwde dat migranten allerlei ongedierte met zich mee kunnen brengen. Donald Trump verklaarde dat de meeste immigranten uit Mexico verkrachters, drugsdealers en criminelen zijn.
De bourgeoisie gebruikt de rellen om de uitbreiding en versterking van haar repressieve apparaat te legitimeren. De voorzitter van de politievakbond in het Verenigd Koninkrijk gebruikte de rellen om op te roepen tot meer bevoegdheden voor de ordedienst. In de nasleep van de rellen heeft de Britse regering law-and-order maatregelen aangekondigd om extreem-rechts te bestrijden, waaronder de oprichting van een "permanent leger" van gespecialiseerde politieagenten die snel kunnen worden ingezet in gebieden met rellen en extreem-rechts geweld. Maar zoals we al schreven in een eerder artikel: "No to divide and rule! Our only defence is the class struggle! [69]”: de versterking van de repressie zal onvermijdelijk gebruikt worden tegen de toekomstige strijd van de arbeidersklasse.
Deze toename van anti-immigrantendiscours houdt verband met het groeiende aantal ontheemden dat naar veilige delen van de wereld vluchten en met het onvermogen van de nationale bourgeoisieën om hun opvang en integratie in het land van aankomst te organiseren. Maar het is ook belangrijk om op te merken dat de staat het steeds moeilijker vindt om de “ieder voor zich” in de maatschappij tegen te gaan, evenals de versplintering en diepgaande erosie van de maatschapprelijke samenhang. In dergelijke omstandigheden uit de ontevredenheid zich vaak gemakkelijker in willekeurig geweld, dat als uitlaatklep dient voor de bewoners van de regio's die het meest te lijden hebben onder de verschijnselen van de ontbinding.
Daarbij komt nog de algemene verontwaardiging over de onmenselijke behandeling van migranten, die ook een uitweg zoekt: demonstraties tegen het racistische politiek van regeringen en politieke partijen, pogingen van minderheden om de huizen van migranten te verdedigen of blokkades te vormen om de uitzetting van migranten te voorkomen. Maar bepaalde fracties van de bourgeoisie proberen deze verontwaardiging altijd om te zetten in een verdediging van de burgerlijke democratie, die bedreigd zou worden door extreem-rechtse of fascistische organisaties.
Het etiket ‘fascistisch’, dat wordt opgeplakt op organisaties die oproepen tot, en in sommige gevallen leiding geven aan aanvallen van racistische aard, is bedoeld om de bevolking, inclusief arbeiders, te mobiliseren tegen het gevaar dat zij zouden vormen voor de democratie. Tegenover de zogenaamde fascistische dreiging werken politieke partijen van gematigd rechts tot extreem links meestal samen om de bevolking te mobiliseren in het kielzog van de burgerlijke staat.
Een dergelijke manoeuvre werd begin 2024 uitgevoerd tijdens demonstraties in Duitsland als reactie op de organisaties Alternative für Deutschland en de Identitarian Movement, die een plan hadden besproken voor de massale uitzetting van asielzoekers. Opgeroepen door een alliantie van burgerrechtenbewegingen, vakbonden en politieke partijen, en actief gesteund door de meeste ultralinkse organisaties, gingen honderdduizenden mensen de straat op om drie opeenvolgende weekenden te protesteren tegen wat Olaf Scholz omschreef als "een aanval op onze democratie".
Deze mobilisaties tegen racisme blijven vormen van deelstrijd rondom een enkele kwestie, die "zich voornamelijk voordoen op het niveau van de bovenbouw, waarbij hun eisen zich richten op thema's die de fundamenten van de kapitalistische maatschappij buiten beschouwing laten, ook al kunnen ze naar het kapitalisme wijzen als de veratwoordelijke".
Wanneer het niet gaat om openlijke eisen voor democratische rechten, dan doen de politieke krachten van de heersende klasse er alles aan om te voorkomen dat arbeiders het noodzakelijke verband leggen tussen de strijd tegen racisme en alle vormen van segregatie of uitbuiting (tegen vrouwen, homoseksuelen, enz.) en de historische strijd van de arbeidersklasse. Het doel is altijd om het vraagstuk te herleiden tot het terrein van democratische rechten en de gevaarlijke illusie dat de burgerlijke staat een antwoord kan bieden op al deze criminele wandaden. In tegenstelling tot wat ultralinkse groeperingen beweren, kan de antiracistische strijd nooit het begin zijn van een strijd tegen het kapitalistische systeem.
Democratie is slechts één uitdrukking van de dictatuur van het kapitaal. De strijd voor democratie lost het probleem van racisme in de maatschappij niet op en leidt alleen maar tot voortzetting van de kapitalistische uitbuiting en overheersing. Maar de bourgeoisie grijpt elke gelegenheid aan om de arbeidersklasse af te leiden van de strijd op haar eigen terrein en deze in een impasse te brengen. Dit is een opzettelijke manoeuvre, zoals het geval was met de mobilisaties aan het begin van het jaar in Duitsland, om de arbeiders af te leiden van de klassestrijd, het enige terrein waarop echte solidariteit met de verdoemden der aarde tot uiting gebracht kan worden.
De Britse arbeidersklasse heeft een rijke geschiedenis:
- Zij stond aan de wieg van de internationale arbeidersbeweging en streed voor de internationale eenheid van alle arbeiders, ongeacht hun afkomst.
- Op 31 december 1862 kwamen duizenden arbeiders bijeen in Manchester en waren de eersten die hun sympathie uitspraken voor de noordelijke staten van de Verenigde Staten en Lincoln opriepen om de slavernij af te schaffen.
- In 2022-2023 vochten arbeiders van alle kleuren, religies en etniciteiten samen om hun levensomstandigheden te verdedigen tegen de crisis in de kosten van levensonderhoud.
- In augustus van dit jaar, op een moment dat bijna 20% van het NHS-personeel van niet-Britse afkomst was, werden solidariteitsbetuigingen geuit met geïmmigreerde gezondheidswerkers, die het meest kwetsbaar waren bij de uitvoering van hun taken.
Het zijn dit soort gevechten die de sleutel vormen tot het overwinnen van racisme en alle andere giftige verdeeldheid in de samenleving.
Dennis, 5 september 2024
[1] The Reclaim Party is a right wing populist party in the UK that was launched by former actor Laurence Fox in 2020.
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_380_klweb.pdf
[2] https://nl.internationalism.org/content/1513/politieke-instabiliteit-belgie-en-covid-19-arbeiders-mogen-er-de-rekening-niet-voor
[3] https://someviewontheworld.wordpress.com/2024/03/09/herrezen-extreemrechts-nie-wieder/
[4] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/cm.pdf
[5] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-belgie
[6] https://nl.internationalism.org/tag/6/323/parlementarisme
[7] https://en.internationalism.org/content/17373/international-revolution-or-destruction-humanity-crucial-responsibility-revolutionary
[8] https://en.internationalism.org/content/17451/after-rupture-class-struggle-necessity-politicisation
[9] https://en.internationalism.org/content/17337/icts-ambiguities-about-historical-significance-strike-wave-uk
[10] https://en.internationalism.org/content/17469/anger-farmers-cry-despair-instrumentalised-against-workers-consciousness
[11] https://www.german-foreign-policy.com/news/detail/9429
[12] https://www.arte.tv/de/videos/101919-000-A/die-welt-in-der-schuldenfalle/
[13] https://nl.internationalism.org/tag/4/69/duitsland
[14] https://nl.internationalism.org/tag/3/42/economie
[15] https://archivesautonomies.org/spip.php?article1811
[16] https://fr.internationalism.org/Brochure/trotsky
[17] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/linkse-oppositie
[18] https://nl.internationalism.org/tag/people/trotsky
[19] https://nl.internationalism.org/tag/7/126/trotskisme
[20] https://nl.internationalism.org/tag/3/50/partij-en-fractie
[21] https://nl.internationalism.org/tag/8/134/derde-internationale
[22] https://en.internationalism.org/content/17377/update-theses-decomposition-2023
[23] https://en.internationalism.org/internationalreview/199311/1570/study-capital-and-foundations-communism
[24] https://en.internationalism.org/content/16838/bordiga-and-big-city
[25] https://en.internationalism.org/content/17488/critique-saitos-degrowth-communism#_ftnref8
[26] https://en.internationalism.org/internationalreview/199506/1685/mature-marx-past-and-future-communism
[27] https://en.internationalism.org/content/17488/critique-saitos-degrowth-communism#_ftnref9
[28] https://en.internationalism.org/content/17488/critique-saitos-degrowth-communism#_ftnref10
[29] https://nl.internationalism.org/tag/people/saito
[30] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/groene-economie
[31] https://nl.internationalism.org/content/1712/een-nieuw-elan-nog-meer-chaos-en-instabiliteit-wie-er-ook-wint-geen-oplossing-voor-de
[32] https://nl.internationalism.org/content/1524/rapport-over-de-hedendaagse-ontbinding-mei-2017
[33] https://nl.internationalism.org/content/1675/de-strijddynamiek-ontkracht-door-misleidende-voorstellen-van-radicaal-links
[34] https://nl.internationalism.org/tag/people/geert-wilders
[35] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-nederland
[36] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/wilders
[37] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/pvv
[38] https://nl.internationalism.org/tag/6/312/populisme
[39] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/antipopulisme
[40] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlogscampagnes
[41] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_381_klweb.pdf
[42] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/situatie-belgie
[43] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/verkiezingen-belgie
[44] https://nl.internationalism.org/tag/4/61/azie
[45] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/rellen-bangladesh
[46] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten
[47] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/verkiezingen-vs
[48] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[49] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/volksfront
[50] https://nl.internationalism.org/tag/aktiviteiten-van-de-iks/openbare-discussiebijeenkomsten-permanenties
[51] https://en.internationalism.org/content/3154/zimmerwald-1915-1917-war-revolution
[52] https://en.internationalism.org/content/17524/prague-action-week-activism-barrier-political-clarification
[53] https://anarcomuk.uk/2024/05/28/prague-congress-interim-report/
[54] https://anarcomuk.uk/2024/05/31/prague-congress-report-part-2/
[55] https://www.leftcom.org/en/articles/2024-08-13/internationalist-initiatives-against-war-and-capitalism
[56] https://www.anarchistischefoderation.de/ueber-ein-antimilitaristisches-treffen-in-prag-im-mai-2024-die-action-week/
[57] https://anarcomuk.uk/2024/06/15/declaration-of-revolutionary-internationalists/
[58] https://libcom.org/article/aw2024-report-prague
[59] https://www.autistici.org/tridnivalka/aw2024-demonstration-against-capitalist-wars-and-capitalist-peace/
[60] https://en.internationalism.org/internationalreview/200401/317/1903-4-birth-bolshevism
[61] https://en.internationalism.org/icconline/2006/groupe-communiste-internationaliste
[62] https://en.internationalism.org/ir/124_gci_icg
[63] https://en.internationalism.org/worldrevolution/200503/1180/solidarity-our-threatened-militants
[64] https://nl.internationalism.org/tag/people/enrique
[65] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/oorlog-het-midden-oosten-en-oekraine
[66] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlog-het-midden-oosten
[67] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen
[68] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde
[69] https://en.internationalism.org/content/17549/no-divide-and-rule-our-only-defence-class-struggle