De FAU kiest de kant van de Oekraïense bourgeoisie

Printer-friendly version

De belangrijkste anarchistische organisatie in het Nederlandse taalgebied, de Vrije Bond, heeft tot nog toe geen officieel standpunt ingenomen ten aanzien van de oorlog in Oekraïne. Maar de Anarchistische Groep Amsterdam, het kloppend hart van de Vrije Bond, organiseert zo nu en dan een geldinzamelingsactie voor Solidarity Collectives, een antiautoritair vrijwilligersnetwerk in Oekraïne dat volgens eigen zeggen “betrokken is bij het verzet tegen de Russische invasie”en dat met het ingezamelde geld “de meest noodzakelijke humanitaire artikelen, militaire uitrusting en medische benodigdheden koopt”. Hiermee verleent dit netwerk steun aan “anti-autoritaire activisten, vakbondsleden en basisactivisten die zich bij de militaire eenheden hebben aangesloten”. Geld inzamelen voor Solidarity Collectives betekent dus de kant kiezen van en steun verlenen aan de Oekraïense kapitalistische Staat.

In hiernavolgende artikel wordt het standpunt ontmaskert van een anarchistische organisatie in Duitsland, die vergelijkbaar is met de Vrije Bond: de Freien Arbeiter Union (FAU). Die organisatie beweert zich niet voor het karretje te laten spannen van een of ander imperialistisch kamp. Maar zoals we in de loop van het artikel zien komt ze toch niet zonder bloed aan de handen uit de strijd in de Oekraïne. Goed beschouwd beperkt de opstelling van de FAU zich niet tot een onschuldige verwarring, maar leidt deze rechtstreeks “naar de oorlogspolitiek van de heersende klasseen draagt ze bij aan de militaire barbaarsheid van de bourgeoisie. En net als de FAU, zou de Vrije Bond er ook goed aan doen niet langer stommetje te spelen, maar er ruiterlijk voor uit te komen dat ze zich schaart achter Oekraïense Staat en haar militaristisch geweld.

============================

"Direkte Aktion", het tijdschrift van de FAU in Duitstalige landen, publiceerde in maart 2022 de verklaring van het Internationale Comité van de FAU over de Russische inval in Oekraïne, die eindigt met de zin "Geen handdruk voor de oorlog en al zijn profiteurs - allen voor wereldwijde solidariteit".[1]

Wijst de FAU dus elke partijdigheid in deze oorlog strikt af en bestrijdt zij deze ook consequent? Nee, want de verklaring van het Internationaal Comité van de FAU bevat een hele reeks politieke standpunten die niets te maken hebben met een internationalistisch standpunt tegen de oorlog. Bij nader inzien gaan ze veel verder dan onschuldige verwarring en leiden ze rechtstreeks naar het terrein van de bourgeoisie en de oorlogspolitiek van de heersende klasse.In werkelijkheid bevindt zich achter deze verklaring een vindingrijke verdediging van de kapitalistische democratie en haar typische argumenten voor oorlog. In plaats van fel en zonder onderscheid alle partijen in de oorlog in Oekraïne te bestrijden en openlijk aan de kaak te stellen, kiest de FAU in feite één kant, die van Oekraïne en zijn bondgenoten.

De verklaring van het Internationaal Comité van de FAU is erg kort en sommige dingen worden slechts aangeduid, zoals haar standpunt over de politiek van het Duitse imperialisme ten aanzien van de oorlog in Oekraïne, de abstracte leuze van de FAU voor ‘wereldwijde solidariteit’. De FAU lijkt ook aan te nemen dat ‘humanitaire crises’ kunnen worden overwonnen binnen het kapitalisme (dat als geheel niets anders is dan een permanente humanitaire catastrofe!). Centraal staat echter hun democratische en linksburgerlijke rechtvaardiging van de oorlog. In hoeverre alle afdelingen, leden of sympathisanten van de enorm heterogene anarcho-syndicalistische beweging het eens zijn met deze verklaring is onduidelijk, maar we moeten haar op haar woord geloven, vooral omdat het geen artikel is van een enkel lid, maar de verklaring van een comité dat zich presenteert als de officiële vertegenwoordiger van het anarchosyndicalisme.

Internationalisme

De arbeidersbeweging heeft een lange ervaring met oorlog en heeft daar de pijnlijke lessen uit moeten trekken. Doorslaggevend is het standpunt van het revolutionair internationalisme, dat het enige geldige antwoord van de arbeidersklasse op oorlog kan zijn en dat in de geschiedenis ook is geweest. De FAU lijkt dit alles niet te weten, laat staan te hebben begrepen.

De twee centrale lessen van de confrontatie van de arbeidersbeweging met de oorlog moeten hier worden onderstreept: In tegenstelling tot de opvattingen van het pacifisme, dat uitgaat van een mogelijke vrede in het kapitalisme en juist tegenover de Eerste Wereldoorlog jammerlijk ineenstortte, is de uitroeiing van de kanker van de oorlog alleen mogelijk door het overwinnen van het kapitalisme als een historisch achterhaald systeem in verval dat zich thans in een irrationeel proces van ontbinding bevindt.Niet de vredesonderhandelingen en het staakt-het-vuren tussen de strijdende partijen, dat slechts een pauze is in de permanente oorlog, niet de vredesbeloften van linkse regeringen, niet de militaire bezetting van oorlogsgebieden door ‘vredestroepen’ kunnen een probleem oplossen dat in feite inherent is aan het kapitalisme en voordurend erger wordt.

Zelfs als de oorlog in Oekraïne is afgelopen, net zoals al velen daarvoor, zal de oorlogsspiraal niet stoppen. Alleen door een wereldwijde proletarische revolutie is dit mogelijk, ook al lijkt die ver weg.Nadat de Russische Revolutie van 1917 en de revolutionaire opstanden in andere oorlogvoerende landen de oorlog tijdelijk hadden gestopt, moest de arbeidersklasse de pijnlijke les ‘oorlog of revolutie’ leren.

Zoals Lenin het in 1918 zei: “Internationalisme betekent breken met de eigen sociaalchauvinisten (d.w.z. de verdedigers van het vaderland) en met de eigen imperialistische regering, betekent revolutionaire strijd tegen deze regering, betekent haar omverwerping, (...)"[2]."Er bestaat maar één werkelijk internationalisme: het met overgave werken aan het tot ontwikkeling brengen van de revolutionaire beweging en van de revolutionaire strijd in het eigen land, het ondersteunen (door propaganda, door morele en materiële hulp) juist van zulk een strijd, juist van zulk een lijn, en uitsluitend van zulk een lijn in alle landen zonder uitzondering”[3].

Internationalisme bestaat niet alleen uit een afwijzing van oorlog, maar gaat ervan uit dat slechts één kracht in de maatschappij, alleen de klassenstrijd van het proletariaat, de potentie heeft om oorlog te stoppen en uit te bannen. Een strijd van de arbeidersklasse die in alle landen hetzelfde karakter heeft en zich ook internationaal moet verenigen. Pacifisme, vredesbewegingen, oproepen tot weigering zijn geen uitdrukking van revolutionaire strijd, noch zijn ze een ‘eerste stap in de goede richting’.

Integendeel, zij verbergen het feit dat de strijd tegen de oorlog wordt gevoerd tussen de twee centrale klassen in de maatschappij, de bourgeoisie en het proletariaat. Ze zijn een smeltkroes van allerlei democratische illusies. Daarom is een internationalistisch standpunt gebaseerd op de contante strijd van het proletariaat en op niets anders.

Deze pijlers van het internationalisme waren de belangrijkste twistpunten op de conferenties van Zimmerwald 1915 en Kienthal 1916 tegen de oorlog. Niet de openlijke voorstanders van oorlog waren het grootste gevaar voor de arbeidersklasse, maar de heimelijke voorstanders, degenen die zich in arbeidersterminologie hulden, oppervlakkig tegen de oorlog waren, maar moeilijk te doorzien. Dit geldt nog steeds. De FAU, met haar snel zichtbare steun voor één partij in de oorlog in Oekraïne, zou in deze gelederen van schijninternationalisten zelfs geen plaats hebben gevonden!

"Vrijheidsrechten"

“De militaire agressie van de Russische regering eist momenteel doden en gewonden, vernietigt steden, gemeenschappen en bestaansmiddelen, en streeft de macht en economische belangen van enkelen na, betaald met het bloed en de levens van duizenden. Op lange termijn dreigt het de - ook nu nog beperkte - vrijheidsrechten van het Oekraïense volk volledig uit te wissen ten gunste van de politieke dictatuur”.Over welke ‘vrijheidsrechten’ heeft de FAU het, die de Oekraïense staat blijkbaar nog gedeeltelijk garandeert aan de arbeidersklasse? De arbeidersklasse in Oekraïne wordt net als in Rusland op dezelfde meedogenloze manier door ‘haar’ kapitalistische staat, vandaag geleid door de regering Zelenski, als kanonnenvoer naar het front gestuurd en als schild gebruikt. Allemaal onder bedreigingen, repressie en een streng verbod om het land te verlaten.Beide partijen in deze oorlog worden op een onvoorstelbare schaal gekenmerkt door militaire wreedheid. In plaats van het meedogenloze karakter van de twee regimes - in Rusland onder de kliek van Poetin en in Oekraïne onder Zelenksi, die van ‘komiek’ tot militaire leider is veranderd - aan de kaak te stellen en te benadrukken dat de arbeidersklasse geen van de beide kampen moet verdedigen, maar moet bestrijden, bagatelliseert de FAU de werkelijke situatie door te spreken over het gevaar van het verlies van bestaande ‘vrijheidsrechten’ van de Oekraïense bevolking. Voor de FAU is dit een eerste argument om de Oekraïense democratie te verdedigen. Is dat geen pure spot?

Als de oorlog altijd het karakter van de kapitalistische staat en zijn politiek jegens de arbeidersklasse blootlegt, dan legt hij ook de leugens en rookgordijnen bloot van de politiek van het staatskapitalisme dat specifiek op het proletariaat is gericht, zoals ‘democratische verkiezingen in tijden van oorlog’ of ‘vakbondsvrijheid zelfs in tijden van oorlog’. De laatste wordt gezien als een prachtig geschenk voor de arbeidersklasse, vooral door anarcho-syndicalistische organisaties voor hun zogenaamde“transnationale en basisdemocratischevakbeweging”. Vakbonden, evenals het parlementarisme waarmee ze hand in hand gaan, zijn centrale en onmisbare aspecten van de burgerlijke democratie, de meest intelligente vorm van de dictatuur van het kapitalisme.

Zeggenschap in de staat en daarmee zogenaamd de vrijheid en rechtvaardigheid van de democratie voor de arbeidersklasse. Dit alles past momenteel rechtstreeks in de oorlogspropaganda van de Oekraïense staat en haar bondgenoten, zoals de Verenigde Staten, omdat dit specifiek gebaseerd is op de huidige oorlog over dezeveelgeprezen ‘verdediging van democratie’ De vakbonden in Oekraïne, van links naar rechts, maken deel uit van de oorlogsinspanningen, om een oorlogswaardige industrie in stand te houden en hun routinematige controlefunctie in de arbeidersklasse uit te oefenen.

Het ongenuanceerde wrede, koelbloedige maar makkelijker te doorzien kapitalistische regime in Rusland onder de duim van de regering Poetin probeert de oorlog te verkopen als "denazificatie". Om historische redenen (de oorlog tussen Rusland en Duitsland tussen 1942-45) baseert de Russische staat zijn oorlogspropaganda eveneens op de vermeende verdediging van "vrijheidsrechten" tegen het fascisme. Het antifascisme was in vergelijking met het botte bloeddorstige fascisme de zegevierende ideologie, vooral in de Tweede Wereldoorlog,om de arbeidersklasse naar het slachthuis te dwingen, slim gebruikt door het stalinisme en de geallieerden. De mythe van "vrijheidsrechten" kent diversekleuren.

De verklaring van de FAU onderscheidt met haar meetlat tussen (vanuit het perspectief van de arbeidersklasse zoals ze waarschijnlijk denken) verschillende staten: Oekraïne als het ‘kleinere kwaad’ dan Rusland. Democratische vrijheidsrechten worden verondersteld dit verschil te maken die volgens de FAU de verdediging van Oekraïne moet handhaven. In het verval van het kapitalisme is er echter geen fundamenteel verschil tussen de verschillende politieke groepen van de heersende klasse, hetzij het op nationaal als op internationaal vlak. Wat hen onderscheidt, is de ideologie waarachter je zehun doeleinden verbergen, of het nu met democratische, met open nationalistische of populistische propaganda.

Laten we de KRAS (Confederatie van Revolutionaire Anarcho-Syndicalisten), een anarcho-syndicalistische internationalistische groepering uit Rusland, hierop een antwoord geven, die, geheel in tegenstelling tot de FAU, in haar eigen verklaring tegen de oorlog in Oekraïne als het ware bewust beide kanten aanklaagt en bestrijdt: “De heersende elites van Rusland en Oekraïne, aangespoord en geprovoceerd door het wereldkapitaal, hebzuchtig naar macht en opgeblazen met de miljarden die zijn gestolen van de werkende mensen, hebben zichverenigd in een dodelijk gevecht. Hun honger naar winst en heerschappij wordt nu betaald met het bloed van gewone mensen – mensen zoals wij. (...) Welke ‘humanistische’, nationalistische, militaristische, historische of andere retoriek het huidige conflict ook rechtvaardigt, erachter schuilen slechts de belangen van degenen die politieke, economische en militaire macht hebben. Voor ons, de werkende mensen, gepensioneerden en studenten, brengt hij alleen lijden, bloed en dood. Het bombarderen van vreedzame steden, de beschieting door de artillerie, het doden van mensen kan nergens door worden gerechtvaardigd. (...) We roepen de mensen in het achterland aan beide kanten van het front, de arbeiders in Rusland en Oekraïne op om deze oorlog niet te ondersteunen, om hem niet te helpen - integendeel, om hem met alle kracht weerstaan!” [4]

Ondanks twijfels... vooral applaus voor de bourgeoisie van de VS en de EU

Dat de FAU zich op burgerlijk terrein bevindt is geenszins overdreven. Wat vinden we vervolgens in de verklaring? “Hoewel wij de huidige druk tegen de Russische regering en banken toejuichen, vinden wij de morele verontwaardiging van de NAVO-landen en de EU weinig geloofwaardig tegen de achtergrond van hun eigen imperialistische politiek. We denken bijvoorbeeld aan de aanvalsoorlogen van de Turkse regering tegen Armenië, Noord-Irak, Noordoost-Syrië, we hebben het over het gebrek aan steun voor de opstanden in Wit-Rusland of Hongkong, we hebben het over het gebrek aan steun voor de opstandelingen in Soedan en Myanmar. Wij verzetten ons resoluut tegen alle imperialisme.” De FAU ‘verwelkomt’de politiek van de ene partij in de oorlog tegen de andere - duidelijke woorden! De druk van de VS en de EU-staten (allemaal natuurlijk met verschillende doelen, inzet en wederzijdse spanningen) bestaat uit economische sancties waaronder de burgerbevolking lijdt, wapenleveranties, training van het Oekraïense leger en nog veel meer..... met andere woorden naakte oorlogsvoering. Deze ‘druk’ toejuichen, zoals de FAU doet, is volledig in tegenspraak met een internationalistisch standpunt tegen de oorlog.
Wat zit er achter de fatale logica van de FAU? Enerzijds is het, zoals hierboven reeds beschreven, het directe gevolg van de opvatting dat de arbeidersklasse de voorkeur moet geven aan het democratisch kapitalisme. Maar bovenal rechtvaardigt de FAU haar schouderklopje voor de politiek van de VS en de EU-staten door te zeggen dat Rusland militair de grens heeft overschreden en dat de agressor op zijn plaats moet worden gezet.
Behalve de oorlog in Oekraïne klaagt de FAU ook over het ‘gebrek aan steun’ voor democratische bewegingen tegen een militaire agressor. Blijkbaar verlangt de FAU naar een dergelijke steun en een hardere aanpak, die in een oorlog altijd centraal op militair niveau plaatsvindt, van de VS en de staten van de EU tegen de Turkse agressor. Welke oorlogspartij als eerste over de grens overschrijdt, is niet bepalend voor de houding van de arbeidersklasse en haar revolutionaire organisaties tegenover de oorlog. Oorlog is onder het kapitalisme een permanente, alledaagse en een algemene levenswijze geworden en heeft in zijn geheel een imperialistisch karakter. Elke staat, klein of groot, heeft een imperialistisch karakter als integraal onderdeel van deze moorddadige dynamiek en voert een politiek overeenkomstig deze wetten. Achter de methode om oorlogvoerende partijen te onderscheiden in agressors en verdedigers, zoals we die in de verklaring aantreffen, schuilt botweg de rechtvaardiging van de ‘defensieve oorlog’.
 

Vechten tegen de oorlog aan beide kanten... of niet?

Wanneer de FAU oproept tot "alle mogelijke hulp aan de moedige anti-oorlogsdemonstranten in Rusland en Wit-Rusland", blijft de andere partij in de oorlog ongemoeid. Alleen op het vlak van deserties (“steun aan deserteurs van beide zijden”) lijkt de FAU het volledig oneens te zijn met de Oekraïense staat. Een internationalistisch standpunt verdedigt het standpunt dat de arbeidersklasse zich moet verzetten tegen een imperialistische oorlog in alle landen op basis van dezelfde grondbeginselen, beginselen die losstaan van de krachten waarover zij voor een dergelijke strijd beschikt. Dit betekent niet dat de situatie in de bij de oorlog betrokken landen wordt genegeerd, met de illusie de klasse te kunnen mobiliseren voor een krachtig verzet tegen de oorlog door middel van een radicale oproep.
Er is inderdaad een verschil tussen de situatie van de arbeidersklasse in Oekraïne en in Rusland. In Oekraïne is de arbeidersklasse tot dusver door de bourgeoisie met succes in de oorlog gemobiliseerd via de nationalistische propaganda van de verdediging van het vaderland (vergezeld van het verbod voor dienstplichtigen om het land te verlaten) en heeft zij ideologisch een fatale nederlaag geleden. De Russische bourgeoisie daarentegen moet met de grootste omzichtigheid mannen zonder enig vooruitzicht uit arme streken mobiliseren als kanonnenvoer, hoewel er tot nog toe geen proletarische reacties tegen de oorlog zichtbaar zijn geworden in Rusland. Wij gaan ervan uit dat in de huidige situatie in Oekraïne, maar ook in Rusland, hoewel de situatie niet identiek is, geen enkele reactie van de arbeidersklasse tegen de oorlog kan worden verwacht. Deze moet vooral komen van de landen van West-Europa, waar het proletariaat een grote, zij het nog beperkte, afkeer heeft van deze oorlog in zijn geheel.

Het proletariaat in West-Europa verkeert niet in dezelfde situatie, omdat het sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer op grote schaal in een oorlog is gemobiliseerd en dus, in combinatie met de meest ingrijpende historische ervaringen, een centrale verantwoordelijkheid draagt in de strijd tegen de oorlog. Het is de ontwikkeling van de klassenstrijd in West-Europa tegen de fatale gevolgen van de oorlog voor het proletariaat die een perspectief kan bieden voor het verzet van de arbeidersklasse in Oekraïne en Rusland.

Het stilzwijgen van de FAU over een noodzakelijk verzet van de arbeidersklasse tegen de oorlog in Oekraïne is echter niet gebaseerd op een echte analyse van wat op dit moment ‘mogelijk’ is voor het proletariaat, maar op haar keuze voor de bourgeoisie die zij moet steunen. Hoewel de FAU in vergelijking met de Duitse sociaal-democratie ten tijde van de Eerste Wereldoorlog volstrekt onbeduidend is, belichaamde die in wezen dezelfde methode: de Duitse sociaal-democratie nam het absurde en nationalistische standpunt in dat een Duitse militaire overwinning de situatie in Duitsland zou stabiliseren en zo een voordelig uitgangspositie zou garanderen voor de Duitse arbeidersklasse. Conclusie: Arbeiders trekken ten strijde! Het lijkt erop dat de FAU het voordeel en de zekerheid van ‘vrijheidsrechten’ verwacht van een stilzwijgen van de arbeidersklasse in Oekraïne tegenover ‘hun’ eveneens door oorlog geobsedeerde regering. Een politiek van zwijgen is steun aan de oorlog.

Deserties, waarmee de FAU zich solidair verklaart (voor één keer geldend voor beide oorlogskampen!), zijn een reactie van wanhoop aan het bloedige oorlogsfront. Deserteurs zijn weliswaar een begrijpelijke reactie op de wreedheid van de oorlog en de dwang om zich onder dreiging van executie als kanonnenvoer over te geven, maar zij blijven altijd veroordeeld tot de individuele daad van vluchten, onderduiken, opgejaagd worden, de permanente angst om verraden te worden of het stempel ‘verrader van het vaderland’ te behouden, ook nadat de oorlog voorbij is. De arbeidersklasse kan zich alleen collectief tegen de oorlog verzetten, vooral via de klassenstrijd achter de fronten, in de fabrieken. Met name de ervaringen van de Eerste Wereldoorlog hebben aangetoond dat alleen dit een perspectief kan geven aan een reactie van de soldaten aan het front tegen de oorlog. Maar ook daar is het collectief neerleggen van de wapens de belangrijke stap om de bourgeoisie het hoofd te bieden en zo het trieste lot van de individuele deserteurs te vermijden.
Het is geen toeval dat de FAU alleen de kwestie van deserties aan de orde stelt. Aandringen op een collectieve reactie van de onder dwang gemobiliseerde arbeiders in uniform (ook al is dat vandaag de dag in Rusland en Oekraïne niet mogelijk) is te ver verwijderd van haar methode. Het standpunt van de FAU is ook typerend voor veel organisaties en stromingen die beïnvloed zijn door het anarchisme, dat, op enkele uitzonderingen na, altijd de individuele rebellie centraal heeft gesteld.

"Zelfverdedigingseenheden"

De meest serieuze eis in de verklaring van de FAU is voor zelfverdedigingseenheden: “In de huidige aanvalsoorlog tegen de Oekraïense bevolking doen wij een beroep op jullie: Organiseer huisvesting, banen, officiële ondersteuning en transportdiensten voor de vluchtelingen uit Oekraïne, doneer geld, medicijnen, beschermende uitrusting zoals helmen en vesten aan linkse zelfverdedigings- en medische eenheden, steun deserteurs van beide kanten, (...)”. In de verklaring wordt een beroep gedaan op de solidariteit van de arbeiders om onder meer ‘zelfverdedigingseenheden’ te steunen. Het lijden van de burgerbevolking in Oekraïne als gevolg van de razende oorlog is grenzeloos, en alleen de vlucht van miljoenen zou velen kunnen redden van de dood door de bommen van beide strijdende partijen. De solidariteit van de arbeidersklasse met vluchtelingen is altijd - bijvoorbeeld ten tijde van de wereldoorlog - een uitdrukking geweest van de afkeer van de arbeidersklasse van oorlog, ook al was zij als klasse niet eens rudimentair in staat zich tegen de oorlog te verzetten. Het gevoel van solidariteit binnen de arbeidersklasse voor oorlogsslachtoffers kan echter gemakkelijk worden misbruikt door de heersende klasse. Vandaag is het de opoffering van vele arbeidersgezinnen in West-Europa die wordt uitgebuit in de vorm van steun voor depolitiek en de strategie van de West-Europese bourgeoisie: “Duitsland helpt de oorlogsslachtoffers”, maar in feite is het de arbeidersklasse die hen helpt... en de staat levert wapens!
De in de verklaring van de FAU genoemde ‘zelfverdedigingseenheden’, d.w.z. met wapens uitgeruste groepen, zijn en waren nooit iets anders dan een onderdeel van de oorlog. Sinds kort na het uitbreken van de oorlog in februari 2022 zijn er anarchistische gewapende groepen die openlijk samenwerken met het Oekraïense leger of er rechtstreeks deel van uitmaken. Het is macaber dat dit ook bestaat aan de Russische kant van de oorlog. De KRAS heeft dergelijke absurditeiten in de meest krachtige bewoordingen veroordeeld. Of de verklaring van de FAU hier nu blijk geeft van naïviteit, fantasie of wat dan ook, ‘zelfverdedigingseenheden’ voegen zich, zelfs wanneer zij worden voorgesteld als iets dat in het belang is van het lijdende mensen, rechtstreeks in de militaire barbarij van de bourgeoisie. Dat zou in Rusland niet anders zijn als de oorlog zich ook op Russisch grondgebied zou afspelen. Elke oorlogspartij rekent erop dat zij dergelijke civiele mobilisaties van ‘zelfbescherming’, d.w.z. civiele verdediging in de oorlog, in haar strategie kan opnemen. Zij vormen een onmisbaar onderdeel van de nationale oorlogsmobilisatie, een schakel tussen de burgerbevolking en het leger.

We overdrijven niet als we de verklaring van de FAU omschrijven als steun voor de oorlog. In een interview met een Oekraïense vakbondsman dat door de FAU is gemaakt, gepubliceerd en met geen woord bekritiseerd, eist deze laatste: “Ik wil iedereen oproepen Oekraïne te steunen, Oekraïense vluchtelingen en Oekraïense migranten te steunen en iedereen in Oekraïne te helpen”. Duidelijker kan men de tragische logica, die niets te maken heeft met een internationalistische houding, nauwelijks uitdrukken. Blijkbaar stoort de oproep om één partij in de oorlog te steunen de FAU niet.

Mario, 13.11.2022

Historische gebeurtenissen: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Anarchisten steunen de oorlog in Oekraïne