Door IKSonline op
15 september 2007 was het tachtig jaar geleden dat Herman Gorter overleed in een Brussels hotel. Tien jaar geleden verscheen de tot dusverre uitvoerigste biografie van Herman Gorter, interessant voor wat betreft zijn leven, maar beslist onvoldoende voor wat betreft zijn politieke betekenis (1). Daarom publiceren we hieronder een artikel van Anton Pannekoek uit 1952, ter gelegenheid van het 25-jarig overlijden van Herman Gorter, dat in kort bestek veel beter zijn ware betekenis verwoordt, en dat eveneens in het Frans, Duits en Engels verscheen.
Herman Gorter is tot het Socialisme gekomen langs de weg van de theorie. Als jong dichter van “Mei” nam hij deel aan de sterke opbloei van de dichtkunst in de jaren tachtig, weerspiegeling van een economische opbloei, de opkomst van het kapitalisme in Nederland. Daarna teleurgesteld over het inzinken van deze bloei, zoekende naar de oorzaken, waardoor slechts nu en dan grote dichtkunst in de geschiedenis van de mensheid optrad, kreeg hij ten slotte de geschriften van Marx in handen. En hier vond hij wat hij zocht. Marx leerde hem de geschiedenis begrijpen als een stoffelijke en geestelijke ontwikkeling van de mensheid, gedragen door de economische ontwikkeling. Telkens, zo begreep hij nu, wanneer een nieuwe productiewijze opkwam en een nieuwe klasse tot heerschappij bracht, kwamen de dichters op, die haar grootheid en overwinning bezongen. Maar Marx leerde hem daarbij ook het kapitalisme kennen als het laatste stelsel van uitbuiting der arbeidende massa’s door een heersende klasse, en toonde hem, hoe de arbeidersklasse door haar revolutie, door zich meester van de productiemiddelen te maken, een nieuw stelsel van arbeid tot stand zal brengen zonder klassentegenstelling en uitbuiting.
Toen hij dit inzicht had verworven, bracht het onmiddellijk zijn praktische gevolgen mee. Wilde hij meewerken aan de toekomst en het geluk van de mensheid, dan moest hij zich bij de arbeiders aansluiten en zich in dienst stellen van hun klassenstrijd. Van toen af aan bepaalden deze twee dingen zijn leven en werk: het Marxisme, dat zijn geest vervulde met helder inzicht in de ontwikkeling en groei van de maatschappij en de strijd van de arbeidersklasse, die alle gaven van zijn hart richtte op het grote ideaal van het Socialisme.
In de S.D.A.P.
In de S.D.A.P., waartoe hij was toegetreden, was hij al spoedig een van de meest gezochte propagandisten. Maar reeds na enige jaren kwamen de conflicten met de politieke leiders, met name Troelstra. In West-Europa was sinds 1895 een gunstige conjunctuur en een sterke ontwikkeling van het kapitalisme ingetreden, die de arbeiders in sterker strijd in vakbeweging dreef, en tevens de noodzaak en de mogelijkheid voor een modernisering van het kapitalisme door sociale hervormingen schiep. Daar de burgerlijke politici, naar de oude liberale beginselen, geheel ingesteld waren op de winstbehoeften van de kapitalisten, moest de strijd voor hervormingen door de socialistische politici gevoerd worden. Daar deze rekenden in het parlement meer te kunnen bereiken, naarmate ze daar meer macht kregen, trachtten zij zoveel mogelijk kiezers en zetels te winnen door een reformistische politiek. De Marxisten, die de verheldering van socialistisch bewustzijn in de arbeiders als hoofddoel van de propaganda beschouwden, zagen in het aankweken van reformisme een bron van verzwakking in de klassenstrijd.
Het was vooral Gorter, die met zijn mede-redacteuren van “De Nieuwe Tijd”, Van der Goes, Henriëtte Roland Holst en Wiedijk, telkens de strijd tegen de politieke leiders aanbond, in 1901 over de agrarische kwestie, in 1902 over de schoolstrijd, in 1903 over de grote spoorwegstaking, de krachtigste uitbarsting van spontane klassenstrijd. Op het partijcongres in 1905 kwam de afrekening; daar de arbeiders de politieke leiders nodig hadden om in het parlement hervormingen te bewerken, sprak de partij-meerderheid haar afkeuring over de criticasters uit.
Voor Gorter brak er nu een rustiger tijd aan, daar hij nu, niet meer bezet door mondeling propagandawerk, zich in eigen studie en literair kon verdiepen. Voortreffelijke brochures kwamen in deze tijd uit zijn handen: over de grondslagen van het Socialisme, over het Reformisme, over het Historisch Materialisme, en ook, in 1912, zijn dichtwerk “Pan”, dat in allegorische vorm de bevrijdingsstrijd van de arbeiders uitbeeldt. De partijkritiek was nu overgelaten aan de jongeren, Wijnkoop, Van Ravesteijn, en Ceton, die als redactie van de daartoe opgerichte “Tribune” deze zo scherp voerden, dat ze in 1909 uitgesloten werden en een nieuwe partij, de S.D.P. oprichtten. Gorter stond natuurlijk aan hun zijde, al liet hij hun de dagelijkse strijd over.
Imperialisme en wereldoorlog
Intussen voltrokken zich op internationaal terrein ontwikkelingen, die ook op de beweging in Nederland terugwerkten. Men had hier in de afgelopen [periode] de internationale strijd tegen het reformisme meegemaakt. Dat, theoretisch telkens verslagen, praktisch steeds meer aan de winnende hand was. Maar nu kwam een andere strijd op. De opbloei van het kapitalisme betrof vooral Duitsland, dat in zijn groot-industriële ontwikkeling alle landen van Europa achter zich liet en Amerika opzij streefde. De Duitse bourgeoisie, eiste haar aandeel in de exploitatie van de verre werelddelen en wapende zich om wereldmacht te veroveren. In Duitsland wilde de uiterste linkerzijde van de S.P. met krachtiger strijdmiddelen, met massa-actie en massastaking van de arbeiders, daartegen optreden. Maar zij vond een nieuwe meerderheid tegenover zich van oud-radicale partij-bureaucratieën, de reformisten. Tegen het dreigend oorlogsgevaar werd in Basel in 1912 een vredescongres gehouden, waar mooie redevoeringen tegen de oorlog werden afgestoken. Gorter was er heen gegaan om een discussie te bewerken over de praktische middelen, waardoor de arbeiders tegen de oorlog zouden kunnen strijden. Maar de discussie werd afgesneden, omdat, zei men, dat het blijken van onze meningsverschillen omtrent de middelen de grote indruk van onze eensgezindheid bij de regering zou verzwakken. Het was natuurlijk net omgekeerd: de regeringen wisten nu, dat zij van de socialistische partijen geen ernstige tegenstand hadden te duchten. In 1914 brak de wereldoorlog uit. Het was een catastrofe van de socialistische arbeidersbeweging ; het was tevens de eerste fase van de ondergang van het Europese kapitalisme.
De Russische en Duitse revolutie
Wat Gorter in deze catastrofe het diepst trof, was de gewilligheid, waarmee de arbeiders in alle landen zich zonder verzet aan de oorlog en de nationalistische propaganda onderwierpen. In zijn geschrift over het imperialisme en de wereldoorlog zegt hij het scherp: gij hebt de hervormingen gewild, niets dan hervormingen; nu hebt ge gekregen: oorlog, ondergang, dood! Maar hij rekende er ook op, dat de ervaring van de oorlogsellende het proletariaat tot verzet en revolutie zou brengen. Hij zag nu hoe zware strijd de arbeiders wachtte; en met die grotere helderheid van een nabije revolutie werk hij zijn dichtwerk “Pan” uit tot een veel groter rijkdom van detail.
In Rusland brak de revolutie uit, en na een snelle ontwikkeling veroverd de bolsjewistische partij de macht. Gorter leefde vol geestdrift mee; hij zag daarin het begin van de algemene proletarische revolutie, en in zijn brochure “De Wereldrevolutie” (in 1918) riep hij de arbeiders op tot een algemene strijd, gaf een programma dat gedeeltelijk gebaseerd was op de arbeidersraden als vorm van klassen-organisatie, en vierde Lenin als de grote leider van de wereldrevolutie. Toen in november 1918 in Duitsland de revolutie uitbrak, het keizerrijk ineenstortte en de oorlog eindigde, was hij voor herstel van gezondheid in Zwitserland (door oververmoeienis gedurende vele jaren was zijn oorspronkelijk krachtig gestel sterk aangetast); maar hij wist naar Berlijn te komen, waar hij met Liebknecht en Rosa Luxemburg besprekingen hield; vandaar kwam hij terug naar Nederland. In alle landen kwamen de arbeiders in beweging; kommunistische groepen vormden zich uit ultralinkse oppositie van de socialistische partijen (in Nederland had de S.D.P. haar naam reeds in C.P. veranderd); van uit Rusland kreeg hij met zijn medestanders de opdracht om als “West-Europees Bureau” hier de opkomende bewegingen te organiseren. Maar de Duitse revolutie hield geen stand; reeds in haar eerst dagen had Ebert, de voorzitter van de socialistische partij, in overleg met de generaals een nieuwe regering gevormd. De gewapende arbeidersgroepen, in de steek gelaten door de massa’s onder de ban van de partijdiscipline, werden in Berlijn door militaire macht neergeslagen; Liebknecht en Rosa Luxemburg werden vermoord. Door heel Duitsland werden de opstandige arbeiders met hun eerste “raden” door militaire expedities ten onder gebracht. De kans, dat de revolutie zich van Rusland in een stormloop over Duitsland en zo verder zou uitbreiden, was verdwenen. De arbeidersrevolutie, die het kapitalisme moet vernietigen, dat bleek nu, kon alleen de vrucht zijn van een lange, geduldige ontwikkeling van dieper klassenbewustzijn, dat zich op eigen kracht en taak bezint.
Het conflict met de Derde Internationale
Van uit Rusland kwam nu echter de aanwijzing van een andere tactiek: de kommunistische partijen groot en machtig maken door zoveel mogelijk leden en groepen uit de socialistische partijen en winnen, en wel door deel te nemen aan parlementsverkiezingen. Dit vond fel verzet bij tal van aanhangers die als vroegere linkse oppositie in de S.P. alle bederf kenden, dat van het parlementarisme uitging. De meerderheid van de Duitse K.P. was ertegen; maar door een gemene knoeiing van het partijbestuur werd zij uitgesloten, waarop ze een nieuwe partij, de K.A.P., oprichtte. In tal van artikelen in “De Nieuwe Tijd” bestreed Gorter deze nieuwe tactiek. Het griefde hem diep, dat in het oude socialisme zulk een belemmering van goede klassenpolitiek was geweest, nu de kern had aangetast van wat de centrale macht van de wereldrevolutie moest zijn. Het West-Europees Bureau werd door Moskou gediskwalificeerd. Tegen de Duitse en andere oppositie schreef Lenin zijn boekje over het radicalisme als kinderziekte. Gorter, als woordvoerder van de revolutionaire richting, antwoordde hem in zijn “Open Brief aan Lenin”, weldra in het Duits, Frans en Engels vertaald. Hij wees er op, dat de methode van Rusland, waar de boeren aan de zijde van de arbeidersrevolutie hadden gestaan, in West-Europa onbruikbaar moet zijn, omdat de boeren hier over de grond beschikken en kapitalistisch voelen, zodat de arbeiders van hen geen hulp, maar enkel tegenstand te verwachten hebben. De arbeiders in het Westen staan alleen en moeten dus over veel diepere kracht beschikken.
Het was een nieuwe, bittere teleurstelling voor hem, dat, wat zulk een schitterende hoop had opgewekt, nu weer door kortzichtigheid van bekrompen belangenpolitiek was te gronde gericht. Hij wilde echter nog niet alle hoop opgeven en meende door een persoonlijk bezoek aan Moskou, Lenin en de andere leiders te kunnen overtuigen, dat hun tactiek voor West-Europa verkeerd was. De tocht, die hij tezamen met drie Duitse vrienden van de K.A.P. ondernam, was uiterst bezwaarlijk; van Stettin, als verstekelingen op een schip naar Reval en na een moeilijke grensovergang naar Moskou. Hier zette hij in een vergadering van uit alle landen afkomstige afgevaardigden van de Derde Internationale zijn kritiek uiteen. Hij bracht het diepe verschil tussen Oost en West naar voren; trek een lijn, zo sprak hij, van Dantzig naar Triest; zij scheidt de streken, waar de boeren uw vrienden zijn, van die, waar de boeren uw vijanden zijn; met uw tactiek komt gij over die lijn niet heen! Er kwam toen een zo grote beroering in de zaal, dat hij een ogenblik moest ophouden. Toen hij na afloop aan enige hoorders vroeg, wat de reden was geweest, werd hem gezegd, dat in de Poolse oorlog de zegevierend oprukkende rode legers juist op die lijn werden gestuit, doordat de boeren achter hun linies hun verbindingen verbraken; verward door deze ongewone ervaring moesten ze ijlings terugtrekken. Nu voor het eerst had Gorter hun in zijn rede dit vreemde geval verklaard. Natuurlijk had zijn rede verder geen effect. En evenmin had hij succes, toen hij met Lenin vriendschappelijk alle vraagstukken van de arbeidersrevolutie, Europa en Rusland besprak. Lenin ziet alles, zij hij later, van Russisch, niet van wereld standpunt; hij is niet, waarvoor ik hem hield, leider van de wereldrevolutie, maar hij is de Washington van Rusland.
De terugtocht was nog moeilijker; ruw behandeld en half ziek, werd hij ten slotte bij aankomst in Stettin gevangen gezet, en met moeite slaagden Hollandse vrienden er in hem vrij te krijgen.
Naar nieuwe oriëntatie
Het werd nu stiller om hem heen; de kring van zijn medestanders was kleiner geworden. Maar zijn geestelijke kracht was ongebroken. Helderder dan tevoren zag hij nu de maatschappelijke ontwikkeling. Met de Duitse arbeiders van de K.A.P. werkte hij samen, door het schrijven van artikelen en brochuretjes, om de denkbeelden van het radenstelsel verder uit te werken en te verhelderen. Uit deze discussies hebben zich de groepen van “Internationale Kommunisten” gevormd, die in latere jaren wezen en betekenis van de arbeidersraden tot nog groter klaarheid zouden brengen. Tegelijkertijd verdiepte hij zich nu in literair werk. Zijn studiën over de grote dichters uit de wereld-literatuur werkte hij nu breder uit. In het huis in de Verbrande Pan, waar hij, zwervend over duin en strand, de meeste tijd doorbracht, schreef hij het gedicht “De Arbeidersraad”, een epos van de arbeid, een wijde visie op de ontwikkeling van de wereld en de maatschappij. Plannen voor nog groter werk had hij; maar zijn gezondheid, in lange jaren van strijd ondermijnd, begaf het. Ziek uit Zwitserland terugkerend, stierf hij op 15 september 1927 in een hotel in Brussel.
Gorter, als dichter en als socialist even hoog uitstekend boven zijn tijdgenoten, behoort tot de grootste persoonlijkheden van het achter ons liggend tijdperk. Waar hij optrad, in de politieke zowel als in de literaire wereld, won hij vriendschap en verering, door de warme eenvoud van zijn hart, door zijn klare en schitterende geest, door de vastheid van zijn gehele wezen. Zelfs zijn felste politieke tegenstanders konden hem hun respect en bewondering niet onthouden door de volmaakte eerlijkheid, die ook in zijn felst striemende kritiek (als bijv. in zijn “Partijmoraal” zijn betoog kenmerkte. Voor de arbeiders, zijn strijdmakkers, was hij een trouwe en vereerde kameraad, voor de jongere intellectuelen de bewonderde zanger van de schoonheid der wereld. Voor ons is hij in de eerste plaats de onvergetelijke toegewijde medestrijder en voorganger in de bevrijdingsstrijd van de arbeidersklasse.
(1) Herman de Liagre Böhl, Herman Gorter 1864-1927, met al mijn bloed heb ik voor u geleefd, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 1996, 559 p.; herdrukt Amsterdam, Uitgeverij Contact, 2000, Serie Olympus.