Een eeuw na zijn dood... Lenin blijft een voorbeeld voor alle communistische militanten

Printer-friendly version

De bourgeoisie heeft altijd veel moeite gedaan om de geschiedenis van de arbeidersbeweging te vervalsen en degenen die zich daarin hebben onderscheiden af te schilderen als ongevaarlijk of verwerpelijk. De bourgeoisie weet dit net zo goed als wij. Daarom grijpt ze nog steeds alle mogelijke middelen aan om de overdracht van de gevechten van de grote revolutionairen uit het verleden en hun bijdragen aan de arbeidersbeweging te verdraaien of te verbergen, om ze uit het historisch geheugen van het proletariaat te wissen. Een van de fundamentele wapens van onze klasse in haar voortdurende confrontatie met het kapitalisme is haar klassenbewustzijn, dat zich onvermijdelijk voedt met de revolutionaire theorie, de marxistische theorie en de lessen en ervaringen van haar strijd. Vandaag, een eeuw na de dood van Lenin, kunnen we nieuwe ideologische aanvallen verwachten op de grote revolutionair die hij was, op het geheel van zijn bijdragen aan de strijd van het proletariaat: theoretisch, organisatorisch, strategisch...

De vervalsing van Lenin door de bourgeoisie

Waar Marx wordt voorgesteld als een stoutmoedige en enigszins subversieve filosoof, wiens vermeende achterhaalde bijdragen het kapitalisme desondanks in staat stelden zijn ergste tekortkomingen te vermijden, dan kan niet hetzelfde worden gezegd van Lenin. Lenin nam deel aan en speelde een belangrijke rol in de grootste revolutionaire ervaring van het proletariaat; hij nam deel aan een gebeurtenis die de fundamenten van het kapitalisme deden schudden. Hij liet in zijn vele geschriften grote sporen na van deze fundamentele ervaring, die buitengewoon rijk was aan lessen voor de toekomstige strijd van het proletariaat. Maar al lang voor de Oktoberrevolutie had Lenin, zowel politiek als strategisch, een beslissende bijdrage geleverd aan de vormgeving van de organisatie van het proletariaat. Hij heeft een methode in het debat, in de overdenking en in de theoretische constructie toegepast die vandaag de dag essentiële wapens zijn voor de revolutionairen.

De bourgeoisie weet dit ook allemaal. Lenin was geen ‘staatsman’ zoals de bourgeoisie die altijd voortbrengt, maar een revolutionaire militant die zich inzette voor zijn klasse. Dit is wat de bourgeoisie het meest probeert te verbergen, door Lenin voor te stellen als een autoritaire man, die op eigen houtje beslissingen nam, zijn tegenstanders uitschakelde en gebruik maakte van onderdrukking en terreur ten voordele van zijn persoonlijk belangen. Op deze manier kan de heersende klasse een ononderbroken directe lijn trekken, een gelijkheidsteken zetten tussen Lenin en Stalin, die het werk van de eerste zou hebben voltooid door een systeem van terreur op te zetten in de USSR dat het exacte doeleind zou zijn van Lenins persoonlijke ontwerp.

Om tot die conclusie te komen blijft de bourgeoisie, naast een constante stroom schaamteloze leugens, hameren op de fouten van Lenin en isoleert ze die van al het andere, en vooral van het proces van debat en verheldering waarin deze fouten naar voren kwamen en natuurlijk overwonnen konden worden. Ze isoleert ze ook van de internationale context van de nederlaag van de wereldwijde revolutionaire beweging, die de Russische revolutie belette haar werk voort te zetten en haar deed afdrijven naar een bijzondere vorm van staatskapitalisme in de greep van Stalin.

Ultralinks, met de trotskisten voorop, zijn niet de laatsten die hun ideologische misleidingen te gelde maken gebaseerd op de fouten van Lenin, in het bijzonder toen hij zich ernstig vergiste en illusies had in de nationale bevrijdingsstrijd en in het potentieel van het proletariaat in de landen aan de periferie van het kapitalisme (de theorie van de zwakke schakel). Ultralinks heeft deze fouten gebruikt en gebruiken deze nog steeds om hun burgerlijke oorlogspropaganda te ontketenen, om de proletariërs ertoe aan te zetten om als kanonnenvoer op te treden in de imperialistische conflicten door middel van hun nationalistische leuzen en hun steun voor het ene imperialistische kamp tegen het andere, en in totale tegenspraak met het revolutionair en internationalistisch perspectief dat Lenin zo resoluut verdedigde. Hetzelfde geldt voor Lenins foute opvatting over trusts en grote banken, volgens welke de concentratie van kapitaal de overgang naar het communisme zou vergemakkelijken. Ultralinks greep dit aan om de nationalisatie van de banken en de grootindustrie te eisen en zo het staatskapitalisme te promoten als springplank naar het communisme, en zo hun leugenachtig opvatting te rechtvaardigen dat de ‘sovjet’-economie en de wreedheid van de uitbuiting in de USSR geen voorbeeld van kapitalisme was.

Maar Lenin laat zich absoluut niet samenvatten door hem te reduceren tot tot de fouten die hij maakte. Dit betekent niet dat ze genegeerd moeten worden. Ten eerste omdat ze, dankzij kritisch onderzoek, belangrijke lessen opleveren voor de arbeidersbeweging. Maar ook omdat er, tegenover het weerzinwekkende portret dat de bourgeoisie van hem schetst, geen sprake kan zijn van het neerzetten van Lenin als een perfecte, alwetende leider.

Lenin was inderdaad een strijder van de arbeidersklasse wiens vastberadenheid, organisatorisch inzicht, overtuiging en methode respect afdwingen. Zijn invloed op de revolutionaire koers aan het begin van de vorige eeuw is onbetwistbaar. Maar dit alles vindt plaats in een context, een beweging, een strijd, een internationaal debat, zonder welke Lenin niets had kunnen doen, niets had kunnen bijdragen aan de revolutionaire beweging van de arbeidersklasse, net zoals Marx zijn reusachtige werk niet had kunnen doen en uitvoeren in dienst van het proletariaat, noch zijn inzet en militante energie had kunnen geven aan de opbouw van een internationale proletarische organisatie zonder een historische context van politieke opkomst van de arbeidersklasse.

Alleen in zulke omstandigheden kunnen revolutionaire persoonlijkheden zich uiten en het beste van zichzelf is onaf geven. Lenin heeft in bijzondere historische omstandigheden, gedurende zijn korte leven vorm gegeven en een fundamentele bijdrage nagelaten aan het proletariaat als geheel, op organisatorisch, politiek, theoretisch en strategisch vlak.

De militant, de strijder

Verre van een academische intellectueel te zijn, was Lenin bovenal een revolutionaire militant. Het voorbeeld van de Zimmerwald Conferentie [1] is in dit opzicht treffend. Terwijl Lenin altijd een fervent verdediger van het proletarisch internationalisme was geweest en op het voorplan stond in de strijd tegen het bankroet van de Tweede Internationale, die het proletariaat in 1914 de oorlog indreef, bevond hij zich in de voorhoede van de strijd om de internationalistische vlam levend te houden terwijl de kanonnen in Europa bulderden.

Maar de Zimmerwald Conferentie werd niet alleen bijgewoond door overtuigde internationalisten, er waren ook veel verdedigers van pacifistische illusies die Lenin’s plan om de nationalistische waanzin te bestrijden die het proletariaat gevangen hield onder een regen van kogels, verzwakten. Maar Lenin begreep, binnen de Bolsjewistische delegatie, dat het sluiten van belangrijke compromissen met de andere tendensen op de conferentie de enige manier was om het proletariaat op dat moment hoop te geven.

Maar zelfs na de conferentie zou hij blijven vechten om de kwesties die op het spel stonden te verduidelijken door resoluut het pacifisme en de gevaarlijke illusies die het bevorderde, te bekritiseren. Deze standvastigheid, deze vastberadenheid om zijn standpunten te verdedigen en ze tegelijkertijd te versterken door theoretische verdieping en de confrontatie van argumenten, ligt aan de basis van een methode die elke revolutionaire militant vandaag de dag moet inspireren.

De verdediger van de partijgeest

Op organisatorisch vlak leverde Lenin een zeer grote militante bijdrage aan de debatten die het Tweede Congres van de Russische Partij in 1903 dooreen schudden [2]. Hij had zijn standpunt al in 1902 uiteengezet in “Wat te doen?” een brochure die gepubliceerd werd als bijdrage aan het debat binnen de partij. Daarin verzette hij zich tegen de economistische visies die zich aan het ontwikkelen waren en pleitte hij daarentegen voor de visie van een revolutionaire partij, d.w.z. een wapen voor het proletariaat in zijn strijd tegen het kapitalisme.

Maar tijdens ditzelfde Tweede Congres voerde hij een beslissende en vastberaden strijd om zijn visie van de revolutionaire partij aanvaard te krijgen binnen de RSDAP: een partij van militanten, gedreven door een strijdgeest, bewust van hun engagement en hun verantwoordelijkheden in de klasse, tegenover een lakse opvatting van de revolutionaire organisatie die gezien werd als een som, een verzameling van ‘sympathisanten’ en occasionele medewerkers, zoals de Mensjewiki dat verdedigden. Deze strijd was ook een moment van verduidelijking over wat een militant in een revolutionaire partij is: geen lid van een groep vrienden die voorrang geven aan persoonlijke loyaliteit, maar een lid van een organisatie waarvan de gemeenschappelijke belangen, als uitdrukking van een verenigde en solidaire klasse, voorrang hebben op al het andere. Deze strijd heeft de arbeidersbeweging in staat gesteld om de overgang van de ‘kringgeest’ naar de ‘partijgeest’ tot stand te brengen.
Deze principes stelden de Bolsjewistische Partij in staat een leidende rol te spelen in de ontwikkeling van de strijd in Rusland tot aan de Oktoberopstand, door zichzelf te organiseren als een voorhoedepartij, die de belangen van de arbeidersklasse verdedigde en elk binnendringen van vreemde ideologieën in haar midden bestreed. We blijven deze principes verdedigen en ons hierop beroepen als de enige manier om de partij van morgen op te bouwen.

In zijn werk “Eén stap voorwaarts, twee stappen terug” komt Lenin terug op die strijd van het Tweede Congres en laat hij op elke bladzijde de methode zien die hij hanteerde om deze kwesties op te helderen: met geduld, vasthoudendheid, argumentatie, overtuiging. En niet, zoals de bourgeoisie ons wil doen geloven: met autoritarisme, bedreigingen, uitsluiting. De indrukwekkende hoeveelheid geschriften die Lenin heeft nagelaten is al voldoende om te begrijpen hoezeer hij het principe van geduldige en vastberaden argumentatie verdedigde en tot leven wist te brengen als het enige middel om revolutionaire ideeën te bevorderen: overtuigen in plaats van opdringen.

De verdediger van het revolutionaire perspectief

Veertien jaar na het congres van 1903, in april 1917, keerde Lenin terug uit ballingschap en paste dezelfde methode toe om zijn partij ertoe aan te zetten de vraagstukken van de periode op te helderen. In slechts een paar regels somden de beroemde Aprilstellingen[3] sterke, duidelijke en overtuigende argumenten op om te voorkomen dat de Bolsjewistische Partij zich op zou sluiten in het verdedigen van de burgerlijke voorlopige regering, en daarentegen aan de strijd voor een tweede revolutionaire fase te beginnen.

Dit was geen tekst die Lenin schreef in opdracht van de partij, die hem overigens ongewijzigd aanvaardde, maar een bijdrage aan een debat dat binnen de partij plaatsvond en waarin Lenin de meerderheid probeerde te overtuigen. In deze tekst definieert Lenin een strategie die gebaseerd op het minderheidskarakter van de partij binnen de massa, wat discussie en geduldige propaganda vereist: "leg geduldig, systematisch en met volharding uit". Dit is wat Lenin in werkelijkheid was, en die de bourgeoisie blijft afschilderen als een ‘alleenheersend en bloeddorstig iemand’...

Lenin was er nooit op uit iets op te dringen, maar altijd te overtuigen. Om dit te doen moest hij gegronde argumenten ontwikkelen en daarvoor moest hij zijn beheersing van de theorie ontwikkelen: niet voor zijn eigen persoonlijke cultuur, maar om deze vervolgens beter te kunnen doorgeven aan de hele partij en de arbeidersklasse als wapen voor de toekomstige gevechten. In zijn eigen woorden vatte hij zijn benadering als volgt samen: "er kan geen revolutionaire beweging zijn zonder revolutionaire theorie". En een bijzonder belangrijk werk laat toe om dat concreet te begrijpen: “Staat en de Revolutie” [4]. In de Aprilstellingen waarschuwde Lenin voor de Staat die was voortgekomen uit de Februariopstand en benadrukte hij de noodzaak om resoluut een revolutionaire dynamiek op te bouwen tegen deze Staat. In september voelde hij dat het onderwerp steeds crucialer werd en begon hij deze brochure te schrijven om een argumentatie te ontwikkelen dat gestoeld was op de verworvenheden van het marxisme over de kwestie van de Staat. Hij heeft het werk nooit afgemaakt, want het werd onderbroken door de Oktoberopstand.

Ook hier wordt Lenin’s methode geïllustreerd. De bourgeoisie schuift graag mannen naar voren die worden voorgesteld als natuurlijke leiders wier autoriteit enkel gebaseerd is op hun ‘genialiteit’ en ‘flair’. Lenin daarentegen dankte zijn overtuigingsvermogen aan een diepe betrokkenheid bij de zaak die hij verdedigde. In plaats van te proberen zijn standpunt op te dringen door gebruik te maken van zijn autoriteit binnen de partij of door gekonkel achter de schermen, verdiepte hij zich in het werk van de arbeidersbeweging over de kwestie van de Staat. Hij verdiepte zich in het onderwerp om beter te kunnen pleiten voor een breuk met het sociaaldemocratische idee om het bestaande staatsapparaat simpelweg over te nemen, en om te benadrukken dat het absoluut noodzakelijk was om ze te vernietigen.

Een revolutionair kan de juiste strategie niet door zijn genialiteit alleen ‘ontdekken’, maar door een diep begrip van wat er op het spel staat in de situatie en het krachtsverhouding tussen de klassen. Dit werd duidelijk geïllustreerd in juli 1917[5]. Terwijl de Bolsjewistische Partij in april het ordewoord ‘alle macht aan de sovjets’ lanceerde om de arbeidersklasse te richten tegen de burgerlijke staat die uit de Februarirevolutie was voortgekomen, begon het proletariaat zich in juli in Petrograd massaal te verzetten tegen de democratische heerschappij. De bourgeoisie deed toen wat ze het beste kan: ze zette een valstrik op voor het proletariaat door te proberen een voortijdige opstand uit te lokken die haar in staat zou hebben gesteld een ongebreidelde repressie te ontketenen, vooral tegen de Bolsjewiki.

Het succes van een dergelijke onderneming zou de revolutionaire dynamiek in Rusland ongetwijfeld op beslissende wijze in gevaar hebben gebracht en de Oktoberrevolutie zou waarschijnlijk niet hebben plaatsgevonden. Op dat moment was de rol van de Bolsjewistische Partij van fundamenteel belang om aan de arbeidersklasse uit te leggen dat het niet het moment was om aan te vallen en dat het proletariaat buiten Petrograd niet klaar was en gedecimeerd zou worden.

Om helderheid te krijgen over de leuzen die op een bepaald moment naar voren gebracht moesten worden, was een diep inzicht nodig in de machtsverhouding tussen de twee bepalende klassen in de maatschappij, maar ook het vertrouwen van het proletariaat op een moment dat deze laatste, in Petrograd, slechts uit was op de omverwerping van de regering. Dit vertrouwen werd niet gewonnen door middel van dwang, bedreigingen of andere ‘democratische’ trucjes, maar door het vermogen om de klasse op een duidelijke, diepgaande en goed geargumenteerde manier te oriënteren.  Lenins rol in deze gebeurtenissen was ongetwijfeld cruciaal, maar het waren zijn jaren van onophoudelijke en geduldige strijd, vanaf de oprichting van de moderne partij van het proletariaat in 1903, via Zimmerwald en de Aprilstellingen van 1917 tot de julidagen, die de Bolsjewistische Partij in staat stelden de rol op zich te nemen die haar in elke periode toekwam en zo door het hele proletariaat erkend werd als het ware lichtbaken van de communistische revolutie.

De bourgeoisie zal Lenin altijd kunnen afschilderen als een op macht beluste strateeg, een hooghartige man die geen tegenspraak of erkenning van zijn fouten duldde. Ze zal de geschiedenis van het Russische proletariaat en zijn revolutie altijd in dit licht kunnen herschrijven, maar Lenin’s leven en werk zijn een blijvende ontkenning van deze grove ideologische manoeuvres. Voor alle revolutionairen van vandaag en morgen maken de diepte van zijn overtuiging, de nauwgezetheid van zijn toepassing van de marxistische theorie en methode, het rotsvaste vertrouwen dat hij daaruit putte in het vermogen van zijn klasse om de mensheid naar het communisme te leiden, van Lenin, een eeuw na zijn dood, een oneindig rijk voorbeeld van wat een communistische militant zou moeten zijn.

GD, januari 2024


[1] Zie: Zimmerwald (1915-1917): From war to revolution, International Review no. 44.

[2] Het doel van dit artikel is niet om in te gaan op de details van deze strijd. We verwijzen de lezers naar het artikel dat we over dit onderwerp hebben geschreven: 1903-04: The birth of Bolshevism, Deel 1, Deel 2 en Deel 3, International Review no.116, 117 en 118.

People: 

Rubric: