PVDA, Doorbraak, Communistisch Platform: Een valse schijn van internationalisme tegenover de oorlog

Printer-friendly version

In eerdere artikels hebben we al de werkelijke toedracht van de standpunten van de trotskisten [1] en de meeste anarchisten[2] aan de kaak gesteld. In dit artikel richten we ons vooral op andere ‘ultralinkse’ organisaties in Nederland en in België die niet tot de beide categorieën behoren: Doorbraak en Communistisch Platform in Nederland en PVDA in België.

In de eerste maanden van de oorlog in Oekraïne waren deze zich ‘marxistisch’ of ‘revolutionair’ noemende organisaties buitengewoon actief in de protesten tegen de oorlog. Ze tuimelden over elkaar heen in een poging om de meest ‘radicale’ verklaringen af te leggen en vooral om hun solidariteit voor het voetlicht te brengen met de arbeiders in Oekraïne en Rusland, die slachtoffer zijn van dit gewapend conflict. In ieder geval

  • keerden ze zich in hun teksten allemaal zowel tegen het westerse als tegen het Russische imperialisme[3];
  • veroordeelden ze bijna allen de invasie van de Oekraïne door Rusland, keerden ze zich tegen de militaire steun aan Oekraïne en wezen ze de economische sancties tegen Rusland af;
  • zeiden ze bijna allemaal, onder bepaalde voorwaarden, te ijveren voor een beëindiging van de oorlog in de vorm van een ‘vrede’ tussen de direct betrokken nationale staten, Rusland en Oekraïne.

De oorlog in Oekraïne is een belangrijke testcase op het vlak van de verdediging van de internationale solidariteit. Dat de solidariteit, die deze organisaties voorstaan, niet gebaseerd is op een internationalistisch principe, een principe dat de verwerping van de beide oorlogvoerende kampen (Oekraïne inbegrepen) inhoudt, zullen we in dit artikel proberen aan te tonen.

Strijd voor de vrede is geen strijd tegen de oorlog

In hun ijver om voorop te lopen in de protesten tegen de oorlog riepen de genoemde organisaties om het hardst dat ze de voorstellen en initiatieven steunden die een einde aan de oorlog moeten maken, ten langen leste zelfs die van de vredesbeweging.

  • “De vredesbeweging is een standvastige en moedige beweging die tegen het militarisme van de machtigen ingaat” (PVDA).
  • “In de klimaatmars in Rotterdam liepen we in een ‘vredesblok’. Samen met Stop de Wapenhandel, Pax en Kerk en Vrede hadden we hiertoe opgeroepen” (Doorbraak).
  • Tegenover de oorlog zijn dit “de eisen waar wij nu voor pleiten”en die kracht moeten worden bijgezet door de strijd“binnen de arbeidersbeweging en vredesbeweging” (Communistisch Platform).

In tegenstelling tot wat deze organisaties voorwenden, bestaat er een essentieel verschil tussen de strijd tegen de oorlog en de strijd voor vrede, ook al lopen die in de protesten vaak door elkaar heen. Een strijd tegen de oorlog impliceert een strijd tegen het kapitalistisch systeem dat onvermijdelijk militarisme en oorlog genereert. Deze strijd kan alleen worden gevoerd worden door de arbeidersklasse omdat alleen zij in staat is deze strijd te richten tegen de wortels van het kapitalisme. Een strijd voor de vrede is daar het faliekante tegenovergestelde van. Door te steunen op het valse idee dat de kapitalistische Staten naar vrede streven, terwijl deze in wezen altijd de oorlog voorbereiden, blijft het pacifisme fundamenteel op burgerlijk terrein en propageert het de verzoening met de bourgeoisie, een campagne die de geesten van de arbeiders vergiftigt.

Meer dan 100 jaar geleden, vlak na het begin van de Eerste Wereldoorlog schreef Herman Gorter, die toen deel uitmaakte van de internationale linkse oppositie tegen de oorlog, een vlammend betoog tegen het pacifisme. Daarin benadrukte hij dat de strijd voor vrede de voorbereiding van de oorlog betekent en daardoor essentieel reactionair van karakter is: “Vredesbeweging en imperialisme behoren bij elkaar. Zij zijn twee zijden van hetzelfde ding. De vredesbeweging is de poging van de bourgeoisie, de reformisten en de radicalen om, nu het proletariaat staat voor de keuze van imperialisme of socialisme, het proletariaat te sturen naar het eerste. De vredesbeweging is de poging van het imperialisme van de bourgeoisie tegen het socialisme van het proletariaat”[4]. In wezen is het standpunt van de vredesbeweging, dat ontwapening mogelijk is, dat het militarisme uitgeroeid kan worden, en dat het kapitalisme een ‘vredelievend’ bestaan kan garanderen, één grote misleiding.

In de periode van het verval kent het kapitalisme maar één antwoord op zijn groeiende interne tegenspraken, veroorzaakt door de onoplosbare economische crisis: “In welke richting het zich ook evolueert, welke middelen het ook aanwendt om zich uit de greep van de crisis los te maken, het kapitalisme wordt onweerstaanbaar in de richting van zijn bestemming geduwd: de oorlog”[5]. Kapitalisme is oorlog, en zeker in de huidige periode van de historische crisis van het kapitalisme neigt de oorlog, ook al is dat in de vorm van een proliferatie van lokale oorlogen, zich te veralgemenen en een wereldwijd karakter aan te nemen.

Het sprookje van de nationale zelfbeschikking

De genoemde organisaties verdedigen niet Rusland en ook niet de Verenigde Staten en de NAVO, maar staan wel vierkant achter Oekraïne, want “Het Groot-Russische chauvinisme stelt de legitimiteit van het bestaan zelf van het huidige Oekraïne in vraag” (PVDA) wat een reden is om “onmiddellijk maatregelen [te] nemen die Putin en zijn belangrijkste bondgenoten direct raken” (Communistisch Platform) en een financiële bijdrage te geven “aan een van onderop-collectief van activisten in Oekraïne dat humanitaire hulp en steun aan kameraden in de territoriale verdediging organiseert” (Doorbraak).

Doorheen het protest tegen het in vraag stellen van de legitimiteit van Oekraïne door het Russische regime klinkt de roep om de zelfbeschikking van Oekraïne te verdedigen, waar dit land zogezegd recht op zou hebben, niettegenstaande het zogezegde gebrek aan ‘democratie’ door de duidelijke invloed van de neonazistische groeperingen, en maffia-achtige oligarchen op het regime.

Het ‘recht der naties op zelfbeschikking’, een leuze die tijdens de Eerste Wereldoorlog door Lenin werd gehanteerd, is echter een burgerlijk ordewoord en richt zich tegen de revolutionaire strijd van de arbeidersklasse, zoals Rosa Luxemburg al aantoonde in haar geschrift over de Russische Revolutie. “Lenin en zijn kameraden hadden kennelijk verwacht dat zij als voorvechters van de nationale vrijheid, ‘inclusief losmaking uit de Russische staat’, Finland, de Oekraïne, Polen, Litouwen, de Baltische landen, de Kaukasiërs enzovoort tot evenzovele trouwe bondgenoten van de Russische Revolutie zouden maken, maar het tegendeel bleek waar: elk van deze ‘naties’ gebruikte deze nieuw verkregen vrijheid om zich als doodsvijand van de Russische Revolutie aan te sluiten bij het Duitse imperialisme en droeg onder bescherming daarvan de banier van de contrarevolutie tot in Rusland zelve”[6]. De naties, aan wie na 1917 zelfbeschikkingsrecht was toegekend door de Bolsjewiki, keerden zich dus onmiddellijk tegen de Oktoberrevolutie. Het recht op zelfbeschikking is in het verleden zelfs gebruikt als rechtvaardiging om een oorlog te beginnen, zoals in de Eerste Wereldoorlog toen de aantasting van de zelfbeschikking van Servië voor Rusland en van België voor Frankrijk en Groot-Brittannië een rechtvaardiging vormde om Centrale machten de oorlog te verklaren.  Voor Rosa Luxemburg was het zonneklaar dat het idee van nationale zelfbeschikking“het grootste gevaar vormt voor het internationale socialisme”

Alle naties, groot of klein, zijn imperialistisch

Op 28 juli 1914 viel Oostenrijk-Hongarije Servië binnen en zou men formeel kunnen stellen dat dit laatste land een zuivere verdedigingsoorlog voerde, omdat het op een laffe wijze werd aangevallen. Echter, enkele jaren daarvoor had Servië in de eerste Balkanoorlog, van 8 oktober 1912 tot 18 juli 1913, zijn ware gezicht al laten zien door een deel van Kosovo te veroveren, dat behoorde tot het Ottomaanse rijk, en door in zijn expansiedrift naar de Adriatische kust verschillende minderheden binnen het Oostenrijks-Hongaars keizerrijk tegen Wenen op te stoken.

Maar het is niet alleen in een groot imperialistisch conflict dat kleinere naties (zoals Servië of België in 1914 of Oekraïne vandaag) hun imperialistische ambities doen gelden. Ook in beperkte conflicten maken deze staten hun nationale belangen tot inzet van oorlog, zoals we nog maar kortgeleden hebben gezien in de oorlog tussen Noord en Zuid-Soedan, tussen Azerbeidzjan en Armenië en tussen Kirgizië en Tadzjikistan.

Sinds het begin van de 20e eeuw zijn alle naties, groot of klein, imperialistisch en streven ze naar uitbreiding van hun invloedssfeer, het innemen van strategische posities of het veroveren van economisch interessante markten, ook al wordt dit laatste vanwege de permanente aard en diepgang van de wereldwijde economische crisis alsmaar moeilijker.

Eén organisatie doet het desondanks voorkomen alsof de oorlog in Oekraïne een zelfmobilisatie van het Oekraïense volk,“een echte vrijheidsstrijdgericht tegen deze imperialistische agressie is” (Doorbraak). Aldus ontleent Oekraïne haar gevechtskracht vooral “aan de motivatie van de bevolking – van de soldaten, gewapende vrijwilligers en mensen die op andere manier helpen” (Doorbraak). Maar Doorbraak doet daarmee de realiteit geweld aan, want behalve de klassenoorlog is elke oorlog hetzelfde, hoe je hem verder ook noemt: hij zaait dood en verderf zaait, jaagt tienduizenden jonge mensen de dood in en leidt tot een massale vernietiging, waaronder essentiële voorzieningen zoals scholen, ziekenhuizen, verzorgingscentra, enzovoort. Daarom is het oproepen en aanmoedigen van mensen om zich te engageren voor de oorlog, zoals uit naam van de strijd tegen het imperialisme, een regelrechte misdaad. Want de oorlog, en ook die in Oekraïne, is een door de heersende klasse georganiseerde geweldsdaad, waarin grote delen van de arbeidersklasse gedwongen tegenover elkaar worden geplaatst, met een massale afslachting als gevolg.

Antikapitalisme betekent afschaffing van de kapitalistische Staat

De voornoemde organisaties schrijven ook dat de arbeidersklasse in de oorlogvoerende landen zich moet ontdoen van het kapitalisme en de regimes die dit systeem overeind houden. Zo zegt Communistisch Platform bijvoorbeeld dat“enkel via de ontwapening van de kapitalistische klasse door een zegevierende internationale arbeidersklasse het gevaar van oorlog voor eens en altijd kan worden bezworen.” en dat er“maar twee keuzes zijn: socialisme of barbarij”. Ondertussen bindt dezelfde organisatie de “zegevierende internationale arbeidersklasse” echter wel “aan de breed gedragen behoefte aan vrede” (Communistisch Platform). Deze breed gedragen behoefte krijgt gestalte in de vredesbeweging die, zoals we eerder hebben aangetoond, de strijd van de arbeidersklasse een einde te maken aan het kapitalisme echter niet ondersteunt, maar integendeel juist ondermijnt.

Ook anderen schrijven radicale taal, bijvoorbeeld dat“‘no war but the class war’ onder de aandacht en in de praktijk moet worden gebracht” (Doorbraak), of nog: “het ultieme doel is het omverwerpen van het kapitalisme” (PVDA).

Als ultralinks zegt dat er klassenstrijd nodig is en dat het kapitalisme omver geworpen moet worden, dan bedoelen ze daarmee geen massastaking die uitloopt in een proletarische revolutie. Al stellen ze het omverwerpen van het kapitalisme als het ‘ultieme doel’, in de tussentijd pleiten ze vooral voor ‘socialistische’ veranderingen die zou moeten worden bewerkstelligd door de invoering van een meer ‘radicale’ democratie, waarin de arbeiders hun overwicht in aantal binnen de maatschappij tot uitdrukking kunnen brengen in de keuze voor een regering louter bestaande uit ‘arbeiderspartijen’. De omverwerping van het kapitalisme zou starten met een ‘socialisatie’ van de bestaande burgerlijke staat, die in feite dus gewoon blijft bestaan, maar omgedoopt wordt tot een ‘socialistische’ staat. Daarmee is de grondslag voor imperialistische oorlog echter geenszins uit de wereld, wel integendeel.

De enige klasse die op termijn in staat is definitief een einde kan maken aan de oorlog is de arbeidersklasse. Want, terwijl de bourgeoisie niet in staat is het kader van de nationale staat te overstijgen en een werkelijke internationale eenheid te tot stand te brengen, kan de arbeidersklasse dit wel. Omdat ze in alle landen aan precies dezelfde uitbuitingsvoorwaarden is onderworpen, kent ze geen belangen die zich tot de nationale grenzen beperken. Deze fundamentele eigenschap van de arbeidersklasse ligt aan de basis van de stelling van het Kommunistisch Manifest “De arbeiders hebben geen vaderland”. Daarom neigt haar strijd er fundamenteel toe de nationale grenzen te overstijgen en is haar revolutie noodzakelijkerwijs internationaal.

Internationalisme is een klassengrens

In het verlengde van de campagnes ter verdediging van de democratie in Oekraïne, voeren deze groepen campagne voor internationale solidariteit met de “vrijheidsstrijd die in Oekraïne ook woedt” (Doorbraak). De campagnes hebben de arbeidersklasse niet op grote schaal weten over te halen om haar steun te geven aan de Oekraïne, aan de NAVO of aan beiden en zelfs de ‘radicale’ standpunten van deze ‘ultralinkse’ organisaties hebben daar geen verandering in kunnen brengen. We kunnen dat alleen maar toejuichen, omdat die standpunten niets te maken hebben met het internationalistisch principe, dat revolutionairen verdedigen. Want zonder er openlijk voor uit te komen, gaat hun argumentatie regelrecht in de richting van een rechtvaardiging van de verdedigingsoorlog van Oekraïne tegen de invasie door Rusland.

Internationale solidariteit is niet zomaar een opvatting die je kunt inwisselen voor iedere willekeurige andere opvatting. Voor de revolutionairen is het de uitdrukking van een principe, van het internationalisme, dat is geschreven in het bloed van de revolutionaire arbeiders die sinds 1848 - de eerste keer in de geschiedenis dat de arbeidersklasse zelfstandig optrad - hebben gestreden voor een maatschappijvorm vrij van uitbuiting, van onderdrukking en van oorlog. Dit principe geeft ook de fundamentele grens aan die bestaat tussen het kamp van de reactionaire bourgeoisie en van het revolutionaire proletariaat, een grens die ten enen male niet overschreden kan worden. Gebeurt dit wel door toch een kant te kiezen in de oorlog, dan betekent dat zonder meer verraad aan het internationalisme.

Dennis, Oktober 2022


[3] De PVDA spreekt liever niet over Rusland als een imperialistische macht (wat op zich al veelzeggend is voor hun zgn. ‘internationalisme’), maar neemt voor het overige een soortgelijk standpunt als de beide andere organisaties, die vermeld zijn in dit artikel.

[6] Rosa Luxemburg, “De Russische Revolutie”.

Politieke stromingen en verwijzingen: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Imperialistisch conflict in Oekraïne