Strijd in de VS, Iran, Italië, Korea... Noch de pandemie, noch de economische crisis heeft de strijdlust van het proletariaat gebroken!

Printer-friendly version

Een reeks stakingen in de Verenigde Staten, gedragen door geïrriteerde arbeiders, doet grote delen van het land op hun grondvesten schudden. Deze beweging met de naam "striketober" (samentrekking van "strike" en "october") mobiliseert duizenden arbeiders die de ondraaglijke arbeidsomstandigheden, de fysieke en psychische vermoeidheid, de schandalige winststijgingen van de  ondernemers van industriële groepen zoals Kellog's, John Deere, PepsiCo of in de gezondheidssector en privé-klinieken, zoals in New York, aan de kaak stellen. Het precieze aantal stakingen is moeilijk te tellen, omdat de federale regering alleen die stakingen telt waarbij meer dan duizend  arbeiders betrokken zijn. Het feit dat de arbeidersklasse kan reageren en een strijdbaarheid aan de dag kan leggen in een land dat nu in het centrum van het wereldwijde ontbindingsproces staat, is een teken dat het proletariaat niet verslagen is.

Bijna twee jaar lang lag er overal ter wereld een loden deken over de arbeidersklasse met het uitbreken van de Covid-19 pandemie, de herhaalde lockdowns, de spoedopnames in ziekenhuizen en de miljoenen sterfgevallen. Overal ter wereld was de arbeidersklasse het slachtoffer van de veralgemeende nalatigheid van de bourgeoisie, van de verwaarlozing van de gezondheidsdiensten, die overbelast waren en altijd onderhevig aan de eisen van winstgevendheid.  De druk van het alledaagse leven en de angst voor morgen versterkten een reeds sterk gevoel van  kwetsbaarheid in de gelederen van de arbeiders, waardoor de tendens om in zijn schulp te kruipen nog werd geaccentueerd. Na de heropleving van de strijdlust die in de loop van 2019 en begin 2020 in verschillende landen tot uiting was gekomen, is de sociale confrontatie plots tot stilstand gekomen. Terwijl de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk een nieuwe dynamiek in de sociale confrontatie had laten zien, bleek de Covid-19 pandemie een krachtige verstikkende factor te zijn.

Maar temidden van de pandemie kon hier en daar, in Spanje, Italië, Frankrijk, strijd op het terrein van de arbeidersklasse ontstaan, via sporadische bewegingen die reeds blijk gaven van een betrekkelijk reactievermogen tegenover de ondraaglijke arbeidsomstandigheden, met name tegenover de toegenomen uitbuiting en het cynisme van de bourgeoisie in sectoren als de gezondheidszorg, het vervoer of de handel. Het isolement dat door het dodelijke virus werd opgelegd en het klimaat van terreur dat door de bourgeoisie werd verspreid, zorgden ervoor dat deze strijd echter niet bij machte was om een  werkelijk alternatief naar voren te schuiven voor de voelbare achteruitgang van de gezondheid en de economische en sociale aftakeling.

Erger nog, deze uitingen van onvrede met de helse en gezondheidsbedreigende arbeidsomstandigheden, de weigeringen (door een minderheid) om zonder maskers en bescherming naar het werk te gaan, werden door de bourgeoisie voorgesteld als egoïstische, onverantwoordelijke  en vooral schuldig eisen aan het ondermijnen van de sociale en economische eenheid van elke natie  in haar strijd tegen de gezondheidscrisis.

Een broos maar echt ontwaken van de strijdbaarheid van de arbeiders

Terwijl de Amerikaanse bevolking al jaren gedwongen is te vertrouwen op de almachtige staat, die haar gezondheids-, economische en sociale logica oplegt, gevoed, zoals elders, door de populistische leugens van een Donald Trump, die de kampioen van de volledige werkgelegenheid wilde zijn, en door de praatjes van de ‘nieuwe Roosevelt’, Joe Biden, scheppen duizenden arbeiders langzaam de voorwaarden om een collectieve kracht te herontdekken die ze  enige tijd vergeten waren. Langzamerhand hervinden zij het vertrouwen in hun eigen kracht en hun vermogen om het schandelijke ‘two-tier pay system’ te weigeren[1], waarmee zij blijk geven van solidariteit tussen de generaties, waarbij de meerderheid van de ervaren en ‘beschermde’ werkers  zij aan zij strijdt met hun jonge en in onzekerheid verkerende collega's.

Deze solidariteit tussen de generaties was in Frankrijk al in 2014 gebleken tijdens de strijd bij de Franse spoorweg- (SNCF) en luchtvaartmaatschappij (Air France) tegen identieke hervormingen. Het kwam ook al tot uiting in Spanje, tijdens de Indignados-beweging in 2011, en in Frankrijk, in 2006, tijdens de strijd tegen de CPE (Contrat de Première Embauche - Eerste Werkcontract). Deze solidariteit tussen de generaties vormt een groot potentieel voor de ontwikkeling van toekomstige strijd. Het is het teken van een zoektocht naar eenheid in de gelederen van de arbeidersklasse, terwijl de bourgeoisie nooit ophoudt de ‘oude profiteurs’ en de ‘luie jongeren’ te verdelen, zoals we bijvoorbeeld kunnen zien in de ‘Youth for climate’-beweging, die ter gelegenheid van de COP 26 opnieuw werd geactiveerd.

Ook al worden deze stakingen zeer goed omkaderd door de vakbonden (wat de bourgeoisie overigens in staat heeft gesteld deze mobilisaties voor te stellen als de ‘grote terugkeer’ van de vakbonden in de Verenigde Staten), toch hebben we enkele tekenen gezien die erop wijzen dat de door de verschillende vakbonden ondertekende overeenkomsten worden in vraag gesteld. Dit protest is nog embryonaal en de arbeidersklasse is nog ver verwijderd van een directe en bewuste confrontatie met deze waakhonden van de burgerlijke staat. Maar het is een zeer reëel teken van strijdbaarheid.

Sommigen zouden kunnen denken dat deze strijd in de VS de uitzondering is die de regel bevestigt: dat is niet zo! In de afgelopen weken en maanden waren er nog andere gevechten te zien:

  • In Iran hebben deze zomer stakingen in de oliesector tegen lage lonen en hoge kosten van levensonderhoud arbeiders van meer dan 70 locaties aan de beweging doen deelnemen. Dit was de eerste keer in het 42  jarig bestaan  van de Islamitische Republiek. Ook andere sectoren steunden de stakers;
  • In Korea moesten de vakbonden in oktober een algemene staking organiseren voor sociale bescherming, tegen onzekerheid en ongelijkheid;
  • In Italië waren er in september en oktober talrijke actiedagen, stakingen en oproepen tot een algemene staking tegen de ontslagen, ook tegen de besprekingen tussen het Italiaanse Algemeen Verbond van de Arbeid, de regering en de werkgevers voor een ‘sociaal pact’ om uit de Covid te geraken. Kortom: voor gemakkelijker ontslag en afschaffing van het minimumloon;
  • In Duitsland voelt de vakbond voor openbare diensten ‘Ver.Di’ (Vereinte Dienstleistungsgewerkschaft ) zich verplicht met stakingen te dreigen in een poging loonsverhogingen te verkrijgen.

De inflatie zal de levensomstandigheden verslechteren

Volgens de burgerlijke economen is de huidige inflatie, die de prijzen van energie en basisgoederen opdrijft en zo de koopkracht doet dalen, in de VS, Frankrijk, het VK of Duitsland, slechts een conjunctureel product van het ‘economisch herstel’.  Ze houdt zogezegd verband met ‘specifieke aspecten’, zoals flessehalsproblemen in het zee- of wegtransport, de ‘oververhitting’ van de industriële productie, met name de spectaculaire stijging van de brandstof- en gasprijzen. Ze zou van voorbijgaande aard zijn    voordat er opnieuw een regulering, een evenwicht in de productie van goederen plaatsvindt.

Alles is goed om gerust te stellenen en een  ‘noodzakelijk’ inflatoir proces te rechtvaardigen... dat, ondanks alles, dreigt te blijven duren.

Het ‘helikoptergeld’, de honderden miljarden dollars, euro's, yen of yuan die de staten zonder de kosten te tellen maandenlang hebben gedrukt en uitgegeven om de economische en sociale gevolgen van de pandemie op te vangen en een wijdverspreide chaos te voorkomen, heeft de waarde van de valuta's alleen maar verzwakt en een chronisch inflatoir proces in de hand gewerkt. Er zal een prijs moeten worden betaald en de arbeidersklasse bevindt zich in de frontlinie van deze aanvallen.

Ook al is er nog geen directe en massale reactie gekomen  op deze aanval, de inflatie kan dienen als een krachtige factor  in de  ontwikkeling en éénmaking van de strijd: de stijging van de prijzen van producten voor basisbehoeften, gas, brood, elektriciteit, enz. kan alleen maar een directe verslechtering betekenen van de levensomstandigheden van alle arbeiders, of zij nu in de openbare of in de particuliere sector werken, of zij nu actief, werkloos of gepensioneerd zijn.

De regeringen vergissen zich dan ook niet. Hoewel zij nog geen formele bezuinigingsprogramma's hebben opgelegd en integendeel op grote schaal miljoenen en miljoenen dollars, yuan en euro's hebben geïnjecteerd, weten zij dat het absoluut noodzakelijk is de activiteit nieuw leven in te blazen en dat er een sociale bom bestaat. Terwijl de regeringen dachten snel een einde te maken aan alle steunmaatregelen in verband met Covid en de rekeningen zo snel mogelijk te ‘normaliseren’, heeft Biden (om een sociale ramp te voorkomen) een ‘historisch’ plan van interventie opgesteld dat “miljoenen banen zal scheppen, de economie zal doen groeien en zal investeren in onze natie en onze mensen”[2].Je zou denken dat je droomde! Hetzelfde geldt voor Spanje, waar de socialist Pedro Sanchez een massaal plan van 248 miljard euro aan sociale uitgaven ten uitvoer legt, tot groot ongenoegen van een deel van de bourgeoisie,  dat niet weet hoe de rekening zal worden betaald. Ook in Frankrijk probeert de regering achter alle hoera en verkiezingsretoriek voor de presidentsverkiezingen van 2022 in te spelen op sociale onvrede en ongenoegen met ‘energiebonnen’ en een ‘inflatiepremie’ voor miljoenen belastingbetalers zonder het probleem op te lossen.

Moeilijkheden en valkuilen die moeten worden overwonnen

Maar het erkennen en benadrukken van het reactievermogen van het proletariaat mag niet leiden tot euforie en de illusie dat er voor de arbeidersstrijd een koninklijke weg open ligt. Omdat het voor de arbeidersklasse moeilijk is zichzelf als uitgebuite klasse te erkennen en zich bewust te worden van haar revolutionaire rol, is het pad van significante gevechten die de weg naar een revolutionaire periode kunnen openen, nog  ver verwijderd.

In deze omstandigheden blijft de confrontatie broos, slecht georganiseerd, grotendeels ingekaderd door de vakbonden, die staatsorganen gespecialiseerd in het saboteren van de strijd en die handig gebruik maken van corporatisme en verdeeldheid. In Italië bijvoorbeeld zijn de oorspronkelijke eisen en de strijdlust van de laatste strijd door de vakbonden en de Italiaanse extreem linkse partijen omgebogen naar een gevaarlijke impasse: de verrotte slogan van de “eerste massale staking in Europa tegen de  gezondheidspas”, die de Italiaanse regering aan alle arbeiders heeft opgelegd.

Ook, terwijl sommige sectoren sterk te lijden hebben onder de crisis, sluitingen, herstructureringen en hogere arbeidsritme, worden andere sectoren geconfronteerd met een gebrek aan arbeidskrachten en/of een eenmalige productietoename (zoals in het vrachtvervoer, waar honderdduizenden chauffeurs in Europa ontbreken). In deze situatie schuilt het gevaar van verdeeldheid binnen de klasse door  sectoriële eisen, die de vakbonden niet zullen aarzelen uit te buiten of aan te wakkeren.

Voeg daaraan de oproepen van radicaal links van het kapitaal om ook op burgerlijk terrein te mobiliseren: tegen extreem-rechts en de ‘fascisten’ of voor de ‘burgermarsen’ voor het klimaat... Hieruit blijkt eens te meer hoe kwetsbaar de proletariërs zijn voor de retoriek van "radicaal" links, dat elk middel weet te gebruiken om de strijd te verleggen naar een niet-proletarisch terrein, met name dat van het interklassisme.

En ook al kan de inflatie een factor van éénwording van de strijd zijn, het treft ook de kleinburgerij, met de stijging van de benzineprijs en de belastingen, elementen die overigens aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan van de interklassistische beweging van de ‘gele hesjes’ in Frankrijk. De huidige context blijft inderdaad bevorderlijk voor het ontstaan van ‘volksopstanden’ waarin de proletarische eisen bedolven blijven onder de steriele en reactionaire verzuchtingen van de kleine bazen die zelf hard door de crisis zijn getroffen. Dit is bijvoorbeeld het geval in China, waar de ineenstorting van de vastgoedgigant Evergrande op zeer spectaculaire wijze de realiteit van een door overmatige schulden verzwakt China symboliseert, maar die leidt tot het protest van kleine eigenaars die bestolen zijn en als zodanig reageren.

De interklassistische strijd is een ware valstrik en stelt de arbeidersklasse niet in staat haar eigen eisen, haar eigen strijdbaarheid, haar eigen autonomie voor een revolutionair perspectief te doen gelden. De verrotting van de kapitalistische maatschappij, nog versterkt door de pandemie, weegt en zal blijven wegen op de arbeidersklasse, die nog steeds in grote moeilijkheden verkeert.

Alleen de verenigde strijd van alle proletariërs kan een perspectief bieden

Het absenteïsme op het werk, de aaneenschakeling van ontslagnemingen in de bedrijven, de weigering om terug te keren naar werk dat vaak zwaar werk is voor zeer lage lonen, zijn de laatste maanden blijven toenemen. Maar dit zijn individuele reacties die meer een weerspiegeling zijn van een (illusoire) poging om te ontsnappen aan de kapitalistische uitbuiting dan om deze het hoofd te bieden door een collectieve strijd met  klassebroeders. De bourgeoisie aarzelt niet deze zwakte uit te buiten om deze ‘ontslagnemers’, deze ‘veeleisende’ arbeiders te denigreren en zich schuldig te laten voelen, door hen rechtstreeks ‘verantwoordelijk’ te stellen voor het gebrek aan personeel in bijvoorbeeld ziekenhuizen of restaurants. Met andere woorden, om meer verdeeldheid te zaaien in de rangen van de arbeiders!

Ondanks alle moeilijkheden en valkuilen heeft deze laatste periode een bres geslagen en duidelijk bevestigd dat de arbeidersklasse in staat is zich te doen gelden op haar eigen strijdterrein. De ontwikkeling van haar bewustzijn loopt via deze vernieuwing van strijdbaarheid en het is nog een lange weg vol valkuilen. Op hun niveau moeten revolutionairen deze strijd verwelkomen en begeleiden, maar hun eerste verantwoordelijkheid is om zo goed mogelijk te strijden voor de uitbreiding ervan, voor hun politisering, die nodig is om het revolutionaire perspectief levend te houden, terwijl zij in staat moeten zijn hun grenzen en zwakheden te erkennen door de valstrikken die de bourgeoisie voor hen heeft uitgezet en de illusies die hen bedreigen krachtig aan de kaak te stellen,waar zij ook vandaan komen.

Stopio / 03.11.2021

 


[1]Een systeem van lagere lonen voor nieuwe werkers, bekend als de ‘grootvaderclausule’, die veel vakbonden met beide handen hebben ondertekend.                   

[2] Dit programma, dat typerend is voor het staatskapitalisme, is ook bedoeld om de Amerikaanse economie te moderniseren om haar concurrenten, met name China, beter het hoofd te kunnen bieden.

Recent en lopend: 

Rubric: 

Internationale  klassenstrijd