Stakingen in Duitsland: De arbeidersklasse reageert op de chantage van de delocalisaties

Printer-friendly version

Midden juli heeft Daimler de arbeiders van Sindelfingen-Stuttgart (Baden-Wurtemberg) een ultimatum gesteld: ofwel stemden ze erin toe hun ‘voordelen’ (1) op te geven, waardoor de productiekosten verlaagd zouden kunnen worden, ofwel zou de productie van de nieuwe Mercedes C-klasse overgebracht worden naar Bremen en naar East London (in Zuid-Afrika).

In reactie daarop heeft de metaalvakbond IG Metall op 15 juli opgeroepen tot stakingen en protestbetogingen van de loontrekkenden van Daimler. De vakbond rechtvaardigde zijn 'strijdlustige houding' met het feit dat het bedrijf vorig jaar 5,7 miljard euro winst had geboekt.

Zestigduizend arbeiders bij Daimler, vooral uit de ochtendploegen, gingen in staking en betoogden overal in Duitsland (2) waarbij ze de steun kregen van de plaatselijke bevolking. De deelname van de arbeiders in Bremen, waar de zesduizend jobs die in Stuttgart geschrapt zouden worden naar toe konden gaan, was niet minder talrijk of minder strijdbaar dan elders.

Die actiedag bewijst dat de woede groot is en dat er echt een gevoel van solidariteit bestaat bij de arbeiders. In de betogingen hebben de arbeiders herhaaldelijk de ontwikkeling aangeklaagd van hetzelfde soort chantage in andere ondernemingen en dat vaak geprobeerd wordt arbeiders langer te laten werken zonder extra loon. Het ging er de arbeiders om de nieuwe trend bij de directies te breken die geïllustreerd wordt door het akkoord dat bij Siemens in Bocholt en Kamp-Lindfort bereikt werd, waarbij er weer veertig uur gewerkt moet worden om aan de verhuizing van de productie naar Hongarije te ontkomen.

Tijdens de actiedag begonnen regering en politici druk uit te oefenen op Daimler opdat de directie daar snel tot een akkoord zou komen, met als geste het aanvaarden van een verlaging met 10% van de directielonen. De protestbeweging duurde echter voort met 12.000 stakende arbeiders op 17 juli in Sindelfingen en betogingen in de streek van Stuttgart in het begin van de volgende week. De arbeiders van andere bedrijven in Stuttgart en ook de woordvoerders van een ‘initiatief van arbeiders met tijdelijke jobs’ zouden aan die betogingen hebben deelgenomen (maar we vermoeden dat het vooral om vakbondsafgevaardigden ging).

De onderhandelingen begonnen op donderdag 24 juli. De IG Metall ‘dreigde’ ermee alle 160.000 arbeiders van Daimler tot staking op te roepen moest er geen akkoord uit de bus komen. Dat akkoord werd vrijdag al ondertekend, alle eisen van de directie werden ingewilligd, in ruil voor ‘werkzekerheid’ tot eind 2011.

Het spreekt vanzelf dat de media, de patroons en de vakbonden dat akkoord begroet hebben als een grote zege van de redelijkheid en een voorbeeld om de tewerkstelling in Duitsland te redden. De arbeiders reageerden anders en toonden grote woede. Arbeiders protesteerden fel tegen het feit dat de vakbonden en de ondernemingsraad zo’n akkoord in hun naam ondertekend hadden, waartoe ze niet gerechtigd waren. Maar dergelijke taferelen waren natuurlijk niet te zien op het tv-journaal ’s avonds.

Het is duidelijk dat de arbeiders een nederlaag geleden hebben en dat ze beseffen dat de vakbonden daar voor iets mee te maken hebben. Tijdens de actie zelf lijkt er geen enkel verzet tegen de vakbonden te zijn geweest, maar na deze nederlaag kunnen we in dit vakbondsbastion dat Daimler is en waar 90% van de arbeiders is aangesloten bij de IG Metall, een begin verwachten van nadenken over de rol van de vakbonden.

Onze afdeling in Duitsland is met een pamflet in deze strijd tussengekomen. We drukken er hier de belangrijkste stukken uit af.

Pamflet van de IKS in Duitsland: Het antwoord op de kapitalistische crisis: arbeiders­solidariteit

Het lijkt erop dat het patronaat kreeg wat het wilde. Miljoenen loontrekkers werden op verlof gestuurd met het bericht dat de grootste industriereus van Europa, de vestiging van Mercedes in Stuttgart-Sindelfingen, bezig is te besparen op de productiekosten, voor een waarde van een half miljard euro, op kosten van de arbeiders. Men wil ons duidelijk maken dat zelfs als de bedrijven winst maken, de arbeiders machteloos staan tegenover de chantage van de verplaatsing van de productie en de dreiging met massale ontslagen. Tijdens de vakantieperiode worden we verondersteld het hoofd te buigen voor de verplichting meer te werken voor minder loon. Net op het moment dat de krachten van de arbeiders versnipperd zijn gedurende de zomervakantie, en nu het gevoel van machteloosheid in het isolement bijzonder hard aankomt, willen ze ons wijsmaken dat er een bres geslagen is. Een bres tegen de arbeiders die niet alleen de arbeiders bij Daimler-Chrysler bedreigt, maar alle loonslaven.

De markteconomie biedt niets dan verarming, onzekerheid en eindeloze ellende

Amper enkele weken nadat het personeel van de Siemensfabrieken in Bocholt en Kamp-Lindfort gezwicht is voor de chantage die het dwong terug te keren naar de veertig-urenweek zonder enige loonopslag; na de beslissing in Beieren de werkdag zonder looncompensatie te verlengen, ook in de openbare diensten, begint het patronaat de verlenging van de werkweek te eisen - naargelang het geval - tot 40, 42, ja zelfs tot 50 uur. In Karstadt bijvoorbeeld (in de commerciële sector) zei men tegen de arbeiders: ofwel werk je 42 uur, ofwel er worden 4000 banen geschrapt. Of het nu in de bouwsector is, bij Mann of bij Bosch, overal wordt dezelfde eis gesteld.

De ervaring van de afgelopen weken bewijst wat steeds meer arbeiders al begonnen aan te voelen: de markteconomie (met of zonder ‘sociale’ praatjes) heeft niets anders te bieden dan verarming, onzekerheid en ellende zonder eind.

Het spookbeeld van de arbeiderssolidariteit

Bovenop de bittere maar noodzakelijke erkenning van die realiteit, moeten nog andere lessen getrokken en begrepen worden uit de conflicten van de afgelopen weken.

Na de strijd bij Daimler-Chrysler wil de heersende klasse er ons toe brengen te denken dat het nergens toe dient zich te verzetten, dat de logica van de kapitalistische concurrentie zich hoedan ook zal doorzetten en dat het dus beter is zich neer te leggen bij het standpunt dat uitbuiters en uitgebuiten tenslotte in hetzelfde schuitje zitten van het “behoud van de werkgelegenheid in Duitsland”. Vanuit het standpunt van de arbeidersklasse moeten compleet andere conclusies getrokken worden. Meer dan 60.000 arbeiders van Daimler-Chrysler hebben de laatste weken aan de stakingen en protestacties deelgenomen. De arbeiders van Siemens, Porsche, Bosch en Alcatel hebben aan de betogingen in Sindelfingen deelgenomen. Deze acties tonen dat de arbeiders weer de weg van de strijd opgaan. Tegenover het vooruitzicht van een verergering van het lijden en de ellende van de arbeiders van de hele wereld in de komende jaren is het belangrijkste niet dat de kapitalisten zich eens te meer organiseren om hun wil op te leggen maar wel dat de aanvallen dit keer niet passief worden ondergaan.

Daimler-Chrysler heeft heel bewust de kaart gespeeld van de verdeling van de arbeiders uit de verschillende vestigingen, door te dreigen jobs te schrappen in Sindelfingen, Untertürkheim en Mannheim ten voordele van de vestiging in Bremen, waar vanaf 2007 de productie van de nieuwe modellen van de S-klasse zou worden ondergebracht. Het feit dat de arbeiders uit Bremen deelgenomen hebben aan de betogingen tegen de loondalingen, tegen de werktijdverlenging en de sluiting van de fabrieken in Baden-Wurtemberg is zonder twijfel het belangrijkste element van deze strijd. Door de strategie van het patronaat gedeeltelijk te doen mislukken hebben de arbeiders met hun actie duidelijk gemaakt dat het antwoord van de arbeiders op de crisis van het kapitalisme enkel kan liggen in de solidariteit tussen de arbeiders. Die solidariteit is de kracht die de strijd mogelijk maakt en die hem betekenis geeft.

De heersende klasse wil ons de indruk geven dat de strijd bij Mercedes haar in het geheel niet beroerd heeft. Maar als we de gebeurtenissen van de laatste dagen aandachtig bekijken zien we dat de heersende klasse in feite zeer oplettend is geweest voor de uitingen van verzet van de arbeidersklasse. Ze vreest inderdaad vooral dat de proletariërs zouden beseffen dat solidariteit niet alleen het beste wapen is voor de verdediging van hun eigen belangen, maar dat ze ook het fundamentele beginsel inhoudt van een hogere sociale orde die een alternatief biedt voor de huidige maatschappij.

Een gecoördineerde actie van de kapitalistische klasse

Het is natuurlijk geen toeval dat meteen na de terugkeer naar de veertig-urenweek bij Siemens in het Roergebied, een andere enorme en publieke uitdaging gericht wordt tot de arbeiders van Daimler-Chrysler. Siemens diende als waarschuwing voor de arbeiders:overal waar ze bedreigd zullen worden met fabriekssluiting, zullen ze verslechterde werkvoorwaarden en lonen moeten slikken, en langere werktijden. Bij Mercedes in Stuttgart was er - voor het ogenblik - nog geen sprake van sluiting van het bedrijf, dat nog efficiënt en rendabel geacht wordt. Daimler-Chrysler werd uitgekozen om een tweede boodschap te lanceren: de verergering zonder grenzen van de uitbuiting hoeft niet beperkt te blijven tot bedrijven en fabrieken die met de rug tegen de muur staan. Alle ondernemingen zijn betrokken. Daimler-Chrysler is juist het paradepaardje van de Duitse industrie: de grootste concentratie van de industriële arbeidersklasse in Duitsland, in het hart van Baden-Wurtemberg met zijn honderdduizenden industriearbeiders. De betekenis van de luide en duidelijke boodschap van de kapitalisten is deze: als de sterkste fractie van de arbeidersklasse, bekend zowel voor haar strijdervaring als voor haar strijdwil, zich niet tegen dergelijke maatregelen kan verzetten, dan zal de arbeidersklasse nergens anders in Duitsland dat kunnen.

Het is geen toeval dat de werkgevers zijn krachten verenigd heeft in wat ondernemersvakbonden genoemd worden. Daarmee kunnen zij hun inspanningen coördineren tegen de arbeidersklasse. Bovendien zijn die organismen geïntegreerd in het staatsapparaat. Dit betekent dat de strategie van het patronaat gebonden is aan de globale strategie die door de regering op nationaal en regionaal niveau geleid wordt, en dus met de regerende sociaal-democratie. Binnen die strategie bestaat er een taakverdeling tussen regering en bedrijven. De meeste hervormingen waartoe de bondsregering besluit en die direct uitgevoerd worden door de staat zelf, worden meestal geprogrammeerd gedurende de eerste helft van de regeringsperiode. Zo zagen we de afgelopen twee jaar de invoering van de meest ongelooflijke aanvallen tegen het levenspeil van de arbeiders: ‘de hervorming van de gezondheidszorg’, de wet Hartz tegen de werkloosheid, de ‘versoepeling’ van de wetten die de werklozen beschermen, enzovoort. Nu, in de periode die leidt naar de volgende algemene verkiezingen, wil de SPD het graag aan de werkgevers overlaten om het initiatief tot de aanvallen te nemen, in de hoop dat de bevolking zich zal blijven vereenzelvigen met de staat, dat ze zal gaan stemmen en het vertrouwen in de sociaal-democratie niet compleet zal verliezen.

De arbeiders mogen zich niet laten misleiden door de verklaringen waarin de SPD haar steun betuigd aan de arbeiders van Daimler-Chrysler. In feite zijn de aanvallen van vandaag rechtstreeks verbonden met de ‘hervormingen’ van de bondsregering. Het is zeker geen toeval dat de nieuwe vragenlijst voor werklozen (die dient om de financiële middelen van de werklozen en van hun familie te kennen - en die kennis te gebruiken om hun uitkering te verminderen) zo dik in het nieuws gebracht is net op het moment dat de aanvallen bij Daimler zich ontwikkelden. Hetsamensmelten van de uitkering voor langdurig werklozen met de sociale minimumuitkering, net als de versterkte controle en begeleiding van werklozen, dienen om het staatsbudget te verlichten, door de hulp aan de armsten onder de armen te verminderen. Maar dat alles dient ook om alle chantagemiddelen tegen wie nog werk heeft doeltreffender te maken. Voor diegenen die nog een job hebben moet het duidelijk zijn dat ook zij in bodemloze armoede gestort kunnen worden als ze hun stem verheffen en niet aanvaarden wat men van hen vraagt.

De arbeiderssolidariteit maakt de heersende klasse zenuwachtig

Het feit echter dat de aanvallen vanwege het kapitaal niet zonder strijd geslikt worden blijkt niet alleen uit de mobilisaties bij Daimler, maar ook uit de wijze waarop de bourgeoisie erop gereageerd heeft. Het werd al snel duidelijk dat politici, vakbonden, de ondernemingsraad, maar ook de werkgevers zich realiseerden dat het conflict bij Daimler zo snel mogelijk opgelost moest worden. De kapitalistische strategie was er in het begin op gericht de arbeiders van Stuttgart op te zetten tegen die van Bremen. Dat de arbeiders in het zuidwesten van Duitsland, die meer zelfvertrouwen hebben en die nu rechtstreeks aangevallen werden, zich zouden verzetten, werd verwacht. Maar wat verraste was het enthousiasme waarmee de arbeiders uit Bremen deelnamen aan de beweging. Het spook van de arbeiderssolidariteit, dat lange tijd als dood en begraven werd beschouwd, of in ieder geval dood verklaard, dreigde de kop weer op te steken. En dat maakte de vertegenwoordigers van het kapitalisme zichtbaar nerveus.

De woordvoerders van de politieke partijen in het parlement - de liberalen van de FDP die zichzelf de partij van de rijken noemen, inbegrepen - begonnen de directie van Daimler-Chrysler te interpelleren opdat die zou instemmen met een verlaging van haar eigen salarissen. Natuurlijk zou zo’n maatregel enkel zand in de ogen zijn. De directie bepaalt de lonen, dus ze kan zich ten allen tijde verzekeren tegen een dergelijke ‘vermindering’. Bovendien zal dat de arbeiders niet helpen om hun huur of de opvoeding van hun kinderen te betalen.

Waarom riepen de politieke leiders de patroons dan op zo’n geste te doen? Om de ideologie te propageren dat bazen en arbeiders sociale partners zijn, die allebei in moeilijkheden dreigen te geraken door een sociaal conflict.

Om dezelfde reden hebben de politici hun kritiek losgelaten op de arrogantie van de patroons. Wat er problematisch is aan de huidige situatie waarin de patroons de aanvallen op hun eentje uitvoeren, terwijl de staat zich als ‘neutrale kracht’ in de schaduw houdt, is dat zoiets te zichtbaar wordt. Patroons als Schremp of Hubbert hebben niet de finesse van de sociaal-democratie wanneer het erom gaat de arbeidersklasse een klinkende nederlaag te bezorgen zonder haar te grof te provoceren. De heersende klasse vreest voor alles dat de arbeiders te veel zouden beginnen na te denken over hun eigen strijd en over hun levensvooruitzichten onder het kapitalisme. In dat verband spreken de kritieken die kanselier Schröder gemaakt heeft voor zich: “Mijn advies is die problemen binnen de bedrijven te laten en er zo weinig mogelijk over te praten.”

Sinds het stalinisme ineengestort is - een bijzonder ondoeltreffende vorm van staatskapitalisme, rigide en overgereglementeerd - is tot in den treuren herhaald dat er voor het socialisme geen enkel vooruitzicht meer is en dat de klassenstrijd van de arbeidersklasse niet meer bestaat. Maar niets is meer afdoende dan de grote gevechten van de arbeidersklasse om aan de wereld te tonen dat noch de arbeidersklasse, noch de klassenstrijd tot het verleden behoren.

De verdelingspolitiek van aanbonden en media

We willen de strijd bij Daimler niet overschatten. Hij volstaat niet om te beletten dat een nieuwe kapitalistische ‘bres’ geslagen wordt in de levensvoorwaarden van de arbeiders. Om te beginnen blijft het conflict voornamelijk beperkt tot de arbeiders bij Daimler. Heel de geschiedenis toont dat enkel de uitbreiding van de strijd naar andere delen van de arbeidersklasse in staat is - zelfs maar tijdelijk - de bourgeoisie terug te dringen. Daarbij is de strijd op geen enkel moment de controle door de vakbonden ter discussie gesteld. De IG Metall en de plaatselijke fabrieksraad hebben zich eens te meer meesters getoond om alle aandacht te vestigen op de vraag wat de situatie van de arbeiders bij Mercedes anders maakt dan die van andere arbeiders: de rentabiliteit van het bedrijf wordt gezien als een probleem van de arbeiders die er werken, de bestellingen als de zaak van elke fabriek afzonderlijk, hun hoge productiviteit als een troef van de metaalarbeiders van Baden-Wurtemberg. Daardoor werd een actievere en sterkere solidariteit tussen de arbeiders vermeden. De media hebben van hun kant hetzelfde thema gekozen door de jaloezie aan te dikken die er tegen de ‘bijzonder bevoorrechte arbeiders’ van Daimler zou bestaan. Het was opvallend te zien hoe de media dagelijks verslag uitbrachten van de situatie in Sindelfingen (waar de uit marmer gemaakte oversteekplaatsen voor voetgangers speciaal voor de camera gebracht werden), terwijl met geen woord werd gerept over de situatie in Bremen (waar de elementen van de arbeiderssolidariteit veel duidelijker aanwezig waren).

Ruim voordat de eisen van de directie van een half miljard euro besparingen per jaar bekend was geworden, had de ondernemingsraadal bezuinigingen ter waarde van 180 miljoen euro per jaar voorgesteld. En zodra de directie aanvaardde mee te werken aan het spelletje van ‘ook haar offer te brengen’, drukten de IG Metall en de ondernemingsraad een ‘globaal akkoord’ uit met een plan dat op alle punten tegemoet kwam aan de eisen van de directie, maar dat als een overwinning voor de arbeiders voorgesteld werd omdat er zogenaamd een ‘werkgarantie’ voor iedereen inzat.

Het is niet omdat ze de incarnatie van de duivel zouden zijn dat de vakbonden de arbeiders verdelen en de belangen van het bedrijf verdedigen ten koste van de uitgebuiten. Nee, ze maken sinds lang deel uit van het kapitalisme en zijn een onderdeel van de logica daarvan. Dat betekent daarentegen wel dat arbeiderssolidariteit, de uitbreiding van de strijd, enkele gerealiseerd kan worden door de arbeiders zelf. Daarvoor zijn soevereine massavergaderingen nodig, een wijze van strijden die zich richt op de rechtstreekse deelname van de verschillende sectoren arbeiders, aan het werk of werkloos. Dat kan enkel werkelijkheid worden buiten en tegen de vakbonden.

Een strijd die de arbeidersklasse aan het denken moet zetten

We zijn nog ver verwijderd van een dergelijke praktijk van autonome strijd die steunt op actieve solidariteit. Toch zijn nu al de kiemen zichtbaar van die komende gevechten. De arbeiders van Daimler waren zichzelf zeer bewust van het feit dat ze niet enkel voor zichzelf vochten, maar voor de belangen van alle arbeiders. Het valt niet de ontkennen dat hun strijd - ondanks de haatdragende campagnes over de voorrechten toegekend aan die van Sindelfingen - kon rekenen op de sympathie van heel de arbeidersklasse, wat niet meer was voorgekomen sinds de staking bij Krupp Rheinhausen in 1987.

De arbeiders bij Krupp begonnen destijds de kwestie te stellen van actieve uitbreiding van de strijd naar andere sectoren, en ze stelden de vakbondscontrole over hun strijd in vraag. Het feit dat die kwesties vandaag nog niet echt aan de orde zijn, toont hoeveel terrein de arbeidersklasse de laatste vijftien jaar verloren heeft, in Duitsland en in de rest van de wereld. Maar anderzijds betekenden gevechten zoals die bij Krupp, of de strijd van de Britse mijnwerkers, het einde van een reeks arbeidersgevechten die duurde van 1968 tot 1989 en die gevolgd werd door een lange periode van terugval. De strijd van nu daarentegen, zoals in de openbare sector in Frankrijk en Oostenrijk vorig jaar, of nu bij Daimler, staan aan het begin van een nieuwe reeks belangrijke sociale gevechten. Die ontwikkelen zich op een moeizamer en trager manier dan vroeger. Vandaag is de crisis van het kapitalisme veel verder gevorderd, de algemene barbaarsheid van het systeem is veel zichtbaarder, de dreigende rampspoed van dewerkloosheid is veel breder aanwezig.

Maar vandaag, veel meer dan het geval was bij Krupp-Rheinhausen, is de grote golf sympathie voor de strijdende arbeiders die de bevolking beroerd heeft veel directer verbonden aan de steeds bredere erkenning van de ernst van de situatie. De heersende klasse en de vakbonden doen vandaag hun best om de verlenging van de arbeidstijd die opgelegd wordt voor te stellen als een tijdelijke maatregel om jobs te behouden ‘tot de concurrentiekracht hersteld zal zijn’. Maar de arbeiders beginnen te begrijpen dat er iets veel fundamentelers aan de hand is. Inderdaad! Het zijn verworvenheden, niet van de laatste tientallen jaren, maar van twee eeuwen arbeidersstrijd die vandaag opgedoekt dreigen te worden. Wat er vandaag gebeurt, is dat de arbeidsdag net als in het begin van het kapitalisme steeds langer wordt, maar dan met de arbeidsvoorwaarden van het moderne kapitalisme, met de hel van de intensifiëring van de arbeid. Wat er steeds meer gebeurt, is dat de menselijke arbeid, de bron van de rijkdommen van de maatschappij, steeds minder gewaardeerd wordt en dat hij op lange termijn gedoemd is te verdwijnen. Dat alles is geen teken van de moeizame en pijnlijke geboorte van een nieuw systeem, maar is integendeel de uitdrukking van een zieltogend kapitalisme dat een hindernis geworden is voor de vooruitgang van de mensheid. Op lange termijn zullen de onzekere inspanningen van vandaag tot arbeidersverzet, naar een terugkeer naar de solidariteit, samen gaan met een diepgaande overdenking van de situatie. Dit kan en moet leiden tot het in vraag stellen van dit barbaars systeem, met het vooruitzicht op een hoger, op een socialistisch sociaal systeem.

Weltrevolution (afdeling in Duitsland van de IKS).

(1) De ‘plaspauze’ van 5 minuten elk uur, de berekeningswijze van de overuren tijdens de nacht, waardoor één uur meer uitbetaald wordt dan bij andere Mercedesvestigingen. Plus, ten opzichte van hun makkers in Bremen, drie extra verlofdagen per jaar.

(2) Daimler stelt 160.000 arbeiders te werk in Duitsland, waarvan 41.000 in Sindelfingen, 15.500 in Bremen, 20.9000 in Untertürkheim (ook bij Stuttgart) en 5.200 in Düsseldorf.

Geografisch: