Door Wereldrevolutie op
Opnieuw staat het Midden-Oosten in vlammen. Israëlische vliegtuigen en oorlogsschepen voeren systematische bombardementen uit op Beiroet en andere doelen in Zuid- en Noord-Libanon. Honderden burgers zijn vermoord of verminkt, vitale infrastructuur is verwoest. Vluchtelingen proberen in groeiende aantallen aan de gebombardeerde gebieden te ontkomen. Op het moment van schrijven vinden er voorbereidingen plaats voor een invasie over land door het Israëlische leger. In het zuiden, in Gaza, is het hele gebied slechts enkele maanden na de Israëlische troepenterugtrekking opnieuw tot een strijdperk tussen Israëlische troepen en gewapende Palestijnse organisaties omgevormd. De Israëlische militaire blokkade van beide regio’s wurgt de economie en veroorzaakt onnoemelijke ontberingen voor de plaatselijke bevolkingen. Maar ook de Israëlische bevolking wordt steeds angstiger: de raketten van Hezbollah hebben al verschillende levens geëist in het noorden waar acht mensen omkwamen door granaatinslagen in een spoorwegdepôt in Haifa.
De ontvoeringen van Israëlische soldaten door Hamas in het zuiden en Hezbollah in het noorden worden als reden opgegeven voor dit grootschalige offensief van de Israëlische staat. Maar dat is slechts een voorwendsel: Israël heeft de crisis aangegrepen om de Hamas-regering in de bezette gebieden kreupel te slaan of te liquideren, en om van de Libanese staat te eisen om Hezbollah te ontwapenen - iets dat helemaal buiten het bereik van diens mogelijkheden ligt. Het probeert ook om Syrië en Iran in het conflict te betrekken, door dreigende taal uit te slaan in de richting van Syrië, en door te beweren dat één van de doelen voor het bombarderen van Libanon bestaat uit het verhinderen dat de ontvoerde Israëlische soldaten worden overgebracht naar Iran, dat Hezbollah bewapent en steunt.
De dreiging van een regionale oorlog
Het conflict draagt de dreiging in zich om tot een regionale oorlog te escaleren. En omdat het Midden-Oosten een regio is van zo’n groot strategisch belang, betekent iedere oorlog daar niet alleen een conflict tussen Israël en de Palestijnen of zijn Arabische buren, maar tussen de grootmachten. In 1948 steunden Rusland en Amerika de oprichting van de staat Israël als een middel om de greep van Groot-Brittannië en Frankrijk te breken, de oude koloniale machten die voordien de regio controleerden. De oorlog rond het Suez-kanaal van 1956 bevestigde dat de Verenigde Staten voortaan baas in de regio zou zijn. Ze vernederden de Fransen en de Britten door van hen te dwingen hun invallen in Nasser’s Egypte stop te zetten. De oorlogen van 1967, 1973 en 1982 maakten deel uit van het globale conflict tussen het Amerikaanse en het Russische blok, waarbij de Verenigde Staten Israël steunde en Rusland de PLO en de Arabische regimes.
Met de ineenstorting van het Russische blok in 1989 was het toneel gereed voor een ‘Pax Americana’ in Israël en Palestina. De Verenigde Staten werden de makelaar van de Oslo-verdragen in 1993. Ze hoopten dat de regeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict hen tot de onbetwiste meester in de regio zou maken. Het tentoonspreiden van de Amerikaanse vernietigingskracht in Irak in 1991 diende hetzelfde doel.
Maar alle pogingen van het Amerikaanse imperialisme om in het Midden-oosten een ‘nieuwe wereldorde’ op te leggen, hebben tot niets geleid. Sinds de zogenaamde ‘vredesverdragen’ van Oslo, en vooral sinds de ‘tweede Intifada’ van 2000 zijn er voortdurend conflicten in Israël-Palestina geweest: onophoudelijke rondes van moorddadige zelfmoordaanslagen, gevolgd door brutale Israëlische vergeldingsacties, gevolgd door meer zelfmoordaanslagen, en nog meer vergeldingsacties. Parallel hieraan zijn de inspanningen van de Verenigde Staten om hun controle over Afghanistan en Irak veilig te stellen (de zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’), in hun eigen gezicht ontploft. Ze hebben twee nieuwe Vietnams geschapen en beide landen in een totale chaos gestort. Terwijl de situatie in Libanon escaleert, wordt de Iraakse bevolking dagelijks gemarteld door verschrikkelijke sektarische bloedbaden, en heeft de Afghaanse regering, gesteund door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, haar greep over het grootste deel van het land verloren. De gevolgen van het militaire moeras in Irak en Afghanistan hebben hun weerslag op het Israëlisch-Palestijnse conflict en omgekeerd. De provocerende houding van Israël tegenover Iran is een echo van de Amerikaanse confrontatie met Teheran over diens nucleaire programma, terwijl de ‘vooruitgang’ van het Islamitisch terrorisme in Irak op zijn beurt de acties van Hamas en Hezbollah beïnvloedt. De meedogenloze afslachtingen van burgers in New York, Madrid en Londen door terroristische bendes bevestigen dat de oorlog in het Midden-Oosten al zijn terugslag heeft in de centra van het systeem zelf. Het zich overleveren aan militair aventurisme is het enige middel dat iedere macht of kliek nog tot zijn beschikking heeft, vanaf de grootste tot aan de onbetekendste, om hun imperialistische belangen te verdedigen tegen hun rivalen.
Kortom, de situatie in heel het Midden-Oosten laat zien dat de Verenigde Staten haar niet onder controle hebben, maar dat zich een oncontroleerbare chaos verspreidt. Israël’s ultra-agressieve houding toont dit beeldend aan (1)
De rivalen van de Verenigde Staten proberen er voordeel uit te slaan
De andere grootmachten zwaaien met ‘vredes’-spandoeken, zoals ze dat ook voor de invasie van Irak deden. Frankrijk en Rusland hebben Israël’s ‘disproportionele’ militaire operatie in Libanon duidelijk veroordeeld. Ook Groot-Brittannië heeft een meer onafhankelijke lijn aangenomen: het heeft Israël’s ‘collectieve bestraffing’ van de Palestijnen in Gaza scherp bekritiseerd, en heeft een grote show gemaakt van het sturen van oorlogsbodems om Britten uit Libanon te evacueren. Maar deze machten zijn helemaal niet geïnteresseerd in vrede maar slechts om hun invloedssferen in de regio te handhaven. Zij zullen met zekerheid trachten te profiteren van de zwakte van de Verenigde Staten, maar geen van hen is in staat om de rol van wereldwijde politieagent op zich te nemen, en hun conflicterende imperialistische belangen maken het hen onmogelijk om een samenhangende gezamenlijke politiek te voeren. Dat is de reden waarom de grootmachten tijdens de recente top van de Grote Acht in Rusland een ‘verenigde’ houding over de Libanoncrisis aannamen... die onmiddellijk aanleiding gaf tot wederzijdse beschuldigingen en onenigheid.
Alle bij dit conflict betrokken staten en krachten zijn bezig om militaire en diplomatieke plannen te smeden die aan hun eigen belangen beantwoorden. Ze gebruiken ongetwijfeld de meest ‘rationele’ methoden om ze op te stellen, maar allemaal zijn ze gevangen in een fundamenteel irrationeel proces: het onstuitbare afglijden van het kapitalistische systeem in imperialistische oorlog, dat momenteel steeds meer de vorm aanneemt van een oorlog van ieder tegen allen. Zelfs de machtige Verenigde Staten worden deze afgrond in getrokken. In de geschiedenis raakten beschavingen die op hun laatste benen liepen in eindeloze oorlogen verwikkeld. Het feit dat het kapitalisme een systeem van permanente oorlog is geworden, is het duidelijkste bewijs dat het in een toestand van fundamenteel verval verkeert, en dat zijn voortbestaan een dodelijk gevaar voor de mensheid is geworden.
De klassenstrijd is de enige oplossing
Wanneer alle ‘vredesplannen’ van het kapitalisme tot mislukken gedoemd zijn, welk alternatief bestaat er dan voor de imperialistische wanorde die ze veroordeelt? Dat zijn zeker niet de verschillende nationalistische en religieuze bendes die beweren zich te verzetten tegen het imperialisme in Palestina, Irak of Afghanistan: Hamas, de PLO, Hezbollah, Al Qaïda... Ook zij zitten helemaal gevangen in de logica van het imperialisme, of ze er nu voor eigen rekening op los slaan, of dat ze direct aan kapitalistische staten zijn verbonden. Hun doelen, of het nu gaat om de oprichting van nieuwe nationale staten of de droom van een islamitisch kalifaat in het hele Midden-Oosten, kunnen alleen worden nagestreefd door imperialistische oorlog. En hun methoden, die altijd het aanrichten van willekeurige bloedbaden onder de burgerbevolking insluiten, zijn precies dezelfde als die van de staten waartegen zij beweren zich te verzetten.
De enige oppositie tegen het imperialisme is het verzet van de arbeidersklasse tegen uitbuiting, omdat dit alleen kan uitgroeien tot een open strijd tegen het kapitalistische systeem, een strijd om dit stervende systeem van winst en oorlog te vervangen door een maatschappij die zich richt op de menselijke behoeften. Omdat de uitgebuiten overal dezelfde belangen hebben, is de klassenstrijd internationaal en zonder belang om zich met de ene staat te verbinden tegen een andere. Zijn methoden zijn direct tegengesteld aan de verscherping van de haat tussen etnische en nationale groepen, omdat hij de proletariërs van alle landen rond een gezamenlijke strijd tegen het kapitaal en de staat schaart.
In het Midden-Oosten heeft de spiraal van nationalistische conflicten de klassenstrijd zeer moeilijk gemaakt, maar hij bestaat nog steeds - in demonstraties van werkloze Palestijnse arbeiders tegen de Palestijnse autoriteiten, in stakingen door de arbeiders in de openbare sector in Israël tegen de bezuigingsmaatregelen van de regering. Maar de meest waarschijnlijke bres in de muur van oorlog en haat in het Midden-Oosten ligt buiten deze regio: in de groeiende strijd van de arbeiders in de centrale landen. Het beste voorbeeld van klassensolidariteit dat we kunnen geven aan de bevolkingen die de verschrikkingen van de imperialistische oorlog in het Midden-Oosten direct ondergaan is om de strijd verder te ontwikkelen, die al is opgenomen door de toekomstige arbeiders aan de Franse scholen en universiteiten, door de metaalarbeiders van Vigo in Spanje, de postarbeiders van Belfast en de luchthavenarbeiders van Londen.
Internationale Kommunistische Stroming, 17 juli 2006
(1) De barbaarse oorlogspolitiek van de Israëlische staat staat onder onmiddellijke verantwoordelijkheid van Amir Peretz; de leider van de linkervleugel van de Arbeiderspartij, lange tijd een vakbondsbons en voormalig militant van de pacifistische beweging Vrede Nu. Men zou zich kunnen voorstellen dat het een soort van specifiek ‘Israëlische schotel’ is dat ‘een man van links’ de onbuigzame slager uithangt - maar dat zou een vergissing zijn. Een jaar eerder, toen de politie van London in de metro een jonge Braziliaanse arbeiders vermoordde, werd één van de meeste resolute rechtvaardigingen voor van ‘shoot to kill’-politiek voor iedereen die ervan verdacht werd een ‘terrorist’ te zijn gegeven door niemand minder dan ‘Rode Ken’ Livingstone, de ultra-linkse burgemeester van Londen. Zodra het gaat om een bloedige militaire verdediging van de nationale hoofdstad heeft ‘links’ altijd een vastbeslotenheid zonder scrupules aan de dag gelegd, om welk land het ook ging.