Door Internationalisme op
Voordat de vloedgolf van de Covid-19 crisis de planeet overspoelde, vormden de gevechten van de arbeidersklasse in Frankrijk, Finland, de VS en elders aanwijzingen voor een nieuwe stemming in het proletariaat, voor een onwil om te buigen voor de eisen die een toenemende economische crisis oplegt. Met name in Frankrijk waren er tekenen van een herstel van de klasse-identiteit die is uitgehold door tientallen jaren van kapitalistische ontbinding door de opkomst van een populistische stroming die die een vals beeld geeft van de echte verdeling van de maatschappij in klassen en die in Frankrijk de straat op is gegaan met de Gele Hesjes.
In die zin had de pandemie van Covid-19 niet op een slechter moment kunnen komen voor de strijd van de arbeidersklasse: net op het moment dat ze op straat begon te komen, om samen te komen in demonstraties om economische aanvallen te weerstaan die nog moeilijk kunnen verbergen dat ze veroorzaakt worden door de kapitalistische crisis, dan zich terug te trekken in het individuele huishouden, grote bijeenkomsten te vermijden, zich ‘af te zonderen’ onder het toeziend oog van een slagvaardig staatsapparaat dat luidkeels heeft kunnen oproepen tot ‘nationale eenheid’ tegenover een onzichtbare vijand die - zo wordt ons verteld - geen onderscheid maakt tussen rijk en arm, tussen baas en arbeider.
De moeilijkheden waarmee de arbeidersklasse wordt geconfronteerd zijn reëel en diepgaand, en we zullen ze in dit artikel verder onderzoeken. Maar wat in zekere zin opmerkelijk is, is het feit dat, ondanks de alomtegenwoordige angst voor besmetting, ondanks de schijnbare almacht van de kapitalistische staat, de tekenen van strijdwil die we in de winter hebben gezien, niet zomaar zijn verdampt. In een eerste fase, en geconfronteerd met de schokkende nalatigheid en gebrek aan voorbereiding van de bourgeoisie, hebben we zeer wijdverspreide defensieve bewegingen van de arbeidersklasse gezien. Arbeiders over de hele wereld hebben geweigerd om als zich als ‘lammetjes naar de slachtbank’ te laten leiden, maar hebben een vastberaden strijd gevoerd ter verdediging van hun gezondheid, hun leven, waarbij ze adequate veiligheidsmaatregelen hebben geëist of de sluiting van bedrijven die niet betrokken zijn bij essentiële productie (zoals autofabrieken).
De belangrijkste kenmerken van deze strijd zijn de volgende.
Ze hebben op wereldschaal plaatsgevonden, gezien de wereldwijde aard van de pandemie, maar een van hun belangrijkste elementen is dat ze zich duidelijker hebben voorgedaan in de centrale kapitalistische landen, met name in de landen die het hardst door de ziekte zijn getroffen: ten aanzien van de situatie in Italië bijvoorbeeld noemt de Internationalistische Communistische Tendens spontane stakingen in Piemonte, Ligurië, Lombardije, Veneto, Emilia Romagna, Toscane, Umbrië, en Apulië.[1] Het waren vooral de Italiaanse fabrieksarbeiders die voor het eerst de leuze ‘wij zijn geen lammetjes voor de slachtbank’ aanvoerden. In Spanje waren er stakingen bij Mercedes, FIAT, Balay huishoudelijke apparaten; werkers van Telepizza, die staakten tegen het tot slachtoffer maken van werkers die hun leven niet wilden wagen door pizza’s af te leveren, en verdere protesten van koeriersdiensten in Madrid.
Misschien wel het belangrijkste van alles - niet in de laatste plaats omdat deze het imago ter discussie stelt van een Amerikaanse arbeidersklasse die zich onkritisch achter de demagogie van Donald Trump zou hebben geschaard, - zijn er in de VS wijdverbreide stakingen geweest: stakingen bij FIAT in Indiana, Warren Trucks, door buschauffeurs in Detroit en Birmingham Alabama, in havens, restaurants, in de voedseldistributie, gezondheidszorg, de bouw; stakingen bij Amazon (dat ook in heel wat andere landen is getroffen door stakingen), Whole Foods, Instacart, Walmart, FedEx, enzovoort. We hebben ook een groot aantal huurstakingen gezien in de VS. Dit is een vorm van strijd die, hoewel het hier niet vanzelfsprekend gaat om proletariërs, ook geenszins vreemd is aan de tradities van de arbeidersklasse (we kunnen bijvoorbeeld de huurstakingen in Glasgow noemen, die integraal deel uitmaakten van de strijd van de arbeiders tijdens de Eerste Wereldoorlog, of de huurstaking van Merseyside in 1972, die gepaard ging met de eerste internationale golf van stakingen na 1968). En voor de ‘opgesloten’ sectoren van de arbeidersklasse, met name in de VS, hangt er een reële dreiging van huisuitzetting boven het hoofd.
In Frankrijk en Groot-Brittannië zijn dergelijke bewegingen minder wijdverbreid, maar we hebben in Groot-Brittannië inofficiële werkonderbrekingen gezien van postbodes en van bouwvakkers, magazijnwerkers en vuilnismannen, en in Frankrijk stakingen op de scheepswerven van Saint-Nazaire. Amazon-centra in Lille en Montelimar, bij ID-logistiek... In Latijns-Amerika zijn er voorbeelden van Chili (Coca Cola), havenarbeiders in Argentinië en Brazilië, inpakkers in Venezuela. In Mexico “hebben de stakingen zich verspreid over de Mexicaanse stad Ciudad Juárez, die grenst aan El Paso, Texas, waarbij honderden maquiladora-arbeiders de sluiting eisen van niet-essentiële fabrieken, die open zijn gehouden ondanks het groeiende dodental vanwege de COVID-19-pandemie, waaronder 13 arbeiders van de Amerikaanse autostoelfabriek Lear. De stakingen... volgen op soortgelijke acties van arbeiders in de grenssteden Matamoros, Mexicali, Reynosa en Tijuana”.[2] In Turkije waren er proteststakingen bij de textielfabriek Sarar (tegen het advies van de vakbonden in), bij de scheepswerf Galataport, en bij de post- en telegraaf werkers. In Australië, stakingen door haven- en distributie-arbeiders. De lijst kan gemakkelijk worden uitgebreid.
Een aantal van de stakingen is spontaan geweest, zoals in Italië, in de Amerikaanse autofabrieken en in de Amazon-centra, en de vakbonden zijn er op grote schaal op bekritiseerd en soms zelfs frontaal tegengewerkt vanwege hun openlijke samenwerking met het management. Volgens een artikel op Libcom, dat een breed panorama biedt op de recente stakingen in de VS[3]: “Arbeiders van Fiat Chrysler's Sterling Heights (SHAP) en Jefferson North (JNAP) assemblagefabrieken in Metro Detroit namen gisteravond het heft in eigen hand en dwongen vanmorgen een productiestop af om de verspreiding van het coronavirus te stoppen.
De werkonderbrekingen begonnen gisteravond in Sterling Heights, slechts enkele uren nadat de United Auto Workers en de autofabrieken van Detroit een waardeloze overeenkomst hadden gesloten om de fabrieken open en operationeel te houden tijdens de wereldwijde pandemie... Dezelfde dag weigerden talloze arbeiders in de Lear Seating fabriek in Hammond, Indiana aan het werk te gaan, waardoor de onderdelenfabriek en de nabijgelegen Chicago Assembly Plant moesten worden stilgelegd”. Het artikel bevat ook een interview met een arbeider in een autofabriek:
“De UAW zou eigenlijk voor ons moeten vechten om ons van het werk te ontzien. De vakbond en het bedrijf geven meer om het maken van vrachtwagens dan om ieders gezondheid. Ik heb het gevoel dat ze niets gaan doen tenzij we actie ondernemen. We moeten ons verenigen. Ze kunnen ons niet allemaal ontslaan”.
Deze bewegingen vinden plaats op een fundamenteel klasse-terrein: rond werkomstandigheden (vraag naar adequate veiligheidsuitrusting) maar ook om ziekte-uitkeringen, onbetaald lonen, tegen sancties tegen arbeiders die weigerden om in onveilige omstandigheden te werken, enz. Ze tonen een weigering tot opoffering die in continuïteit is met het vermogen van de klasse om weerstand te bieden aan de drang naar oorlog, een onderliggende factor in de wereldsituatie sinds de heropleving van de klassestrijd in 1968.
De gezondheidswerkers hebben weliswaar een buitengewoon verantwoordelijkheidsgevoel getoond, dat een element van proletarische solidariteit is, maar ze hebben ook hun ongenoegen geuit over hun omstandigheden, hun woede over de schijnheilige oproepen en lofprijzingen van de regeringen, ook al heeft dit vooral de vorm aangenomen van individuele protesten en verklaringen[4]; maar er zijn collectieve acties geweest, waaronder stakingen, in Malawi, Zimbabwe, Papoea-Nieuw-Guinea, en demonstraties van verpleegkundigen in New York.
De coronacrisis brengt de klassenstrijd een slag toe
Maar dit proletarische verantwoordelijkheidsgevoel, dat ook miljoenen mensen ertoe aanzet de regels te volgen en zichzelf af te zonderen, toont aan dat de meerderheid van de arbeidersklasse de realiteit van deze ziekte accepteert, zelfs in een land als de VS, dat het ‘centrum’ is van verschillende vormen van ontkenning van de pandemie. De strijd die we hebben gezien is dus noodzakelijkerwijs beperkt gebleven tot ofwel ‘essentiële’ werkers die strijden voor veiligere werkomstandigheden - en deze categorieën zullen zeker een minderheid van de klasse blijven, hoe vitaal hun rol ook is - ofwel tot werkers die zich al heel vroeg hebben afgevraagd of hun werk wel echt nodig was, zoals de arbeiders van de autofabrieken in Italië en de VS; en dus was het hun centrale eis om naar huis gestuurd te worden (met financiële ondersteuning van het bedrijf of de taat in plaats van te worden ontslagen, zoals velen is overkomen).
Maar deze eis, hoe noodzakelijk ook, kon slechts een soort tactische terugtocht van de strijd inhouden, in plaats van een intensivering of uitbreiding ervan. Er zijn pogingen gedaan - bijvoorbeeld onder de Amazon-werkers in de VS - om online strijdbijeenkomsten te houden, om te picknicken terwijl men veilige afstand in acht nam, enzovoorts, maar er is geen ontkomen aan het feit dat de omstandigheden van isolement en lock-down een enorme barrière vormen voor een onmiddellijke ontwikkeling van de strijd.
En in afzondering is het moeilijker om weerstand te bieden aan het gigantische spervuur van propaganda en ideologische vertroebeling.
Dagelijks worden er hymnen voor nationale eenheid uitgezonden door de media, gebaseerd op het idee dat het virus een vijand is die geen onderscheid maakt: in het Verenigd Koninkrijk wordt het feit dat Boris Johnson en prins Charles door het virus zijn besmet, gepresenteerd als het bewijs daarvan.[5] De verwijzing naar de oorlog, de geest van de ‘blitz’ tijdens de Tweede Wereldoorlog (zelf het product van een grote propaganda-oefening gericht op het verbergen van elke sociale ontevredenheid) laat niet af in het Verenigd Koninkrijk, met name met de lofuitingen aan een 100 jaar oude luchtmachtveteraan die miljoenen ophaalde voor de NHS (Britse Nationale Gezondheidszorg) door 100 rondjes in zijn grote tuin te lopen. In Frankrijk heeft Macron zich ook gepresenteerd als aanvoerder in de oorlog. In de VS heeft Trump moeite gedaan om Covid-19 te karakteriseren als het ‘Chinese virus’, waarbij hij de aandacht afleidde van de jammerlijke aanpak van de crisis door zijn regering en speelde met het gebruikelijke thema ‘America First’. Overal - ook in het Schengengebied van de Europese Unie - wordt het sluiten van de grenzen benadrukt als het beste middel om de besmetting in te dammen. Regeringen na nationale eenheid worden gevormd in landen waar ooit schijnbaar onoplosbare verdeeldheid heerste (zoals in België), of oppositiepartijen worden meer dan ooit ‘loyaal’ aan de nationale ‘oorlogsinspanning’.
Het beroep op het nationalisme gaat gepaard met de staat voor te stellen als de enige kracht die de burgers kan beschermen, of het nu gaat om het krachtdadig afdwingen van de lock-down of om het vriendelijker en zachtaardiger maken van de hulp aan mensen in nood; of het nu gaat om de miljarden die worden uitgedeeld om ontslagen arbeiders en zelfstandigen die hun bedrijf hebben moeten sluiten, of om de gezondheidsdiensten die door de staat worden beheerd. In Groot-Brittannië is de ‘National Health Service’ lange tijd een heilig icoon geweest van bijna de hele bourgeoisie, maar vooral van links. Links beschouwt de NHS als haar bijzondere prestatie, sinds die werd geïntroduceerd door de naoorlogse Labourregering die haar op de een of andere manier presenteert buiten de kapitalistische vercommercialisering van het bestaan, ondanks de kwaadaardige ondermijning door privé-ondernemers. Deze opschepperij over de NHS en gelijkaardige instellingen wordt gesteund door de wekelijkse rituelen van applaus en het onophoudelijke prijzen van de gezondheidswerkers als helden, vooral door dezelfde politici meer dan een decennium lang ertoe hebben bijgedragen de gezondheidsdiensten de grond in te boren.
Volgens de linkse Labour-politicus Michael Foot stond Groot-Brittannië nooit dichter bij het socialisme dan tijdens de Tweede Wereldoorlog. En nu de staat de zorgen over onmiddellijke winstgevendheid terzijde moet schuiven om de maatschappij bij elkaar te houden, is de oude illusie dat “we vandaag de dag allemaal socialisten zijn” (een idee dat door de heersende klasse tijdens de revolutionaire golf na 1917 algemeen werd geuit) nieuw leven ingeblazen door de massale uitgaven die door de Covid-19crisis aan de regeringen werden opgedrongen. De invloedrijke linkse filosoof SlavoZizek lijkt in een interview op Youtube, getiteld ‘Kommunisme of barbarij’[6], te suggereren dat de bourgeoisie nu zelf verplicht is om geld te behandelen als een louter boekhoudkundig mechanisme, een vorm van arbeidstijdvouchers, die volledig losstaat van de werkelijke waarde. Kortom, de barbaren worden kommunisten. In werkelijkheid is de toenemende scheiding van geld en waarde het teken van de volledige uitputting van de kapitalistische maatschappelijke verhouding en dus de noodzaak van het kommunisme, maar het negeren van de wetten van de markt door de burgerlijke staat is allesbehalve een stap in de richting van een hogere productiewijze: het is het laatste bastion voor dit rottende systeem. En het is vooral de functie van de linkervleugel van het kapitalisme om dit te verbergen voor de arbeidersklasse, om het af te leiden van zijn eigen weg, die vereist dat de greep van de staat wordt doorbroken en de revolutionaire vernietiging voorbereid wordt.
Maar in het tijdperk van het populisme heeft links geen monopolie op valse kritiek op het systeem. De onbetwistbare realiteit dat de staat deze crisis overal zal gebruiken om zijn toezicht en controle op de bevolking op te voeren - en dus de realiteit van een heersende klasse die onophoudelijk ‘samenzweert’ om haar klasseheerschappij te handhaven - geeft aanleiding tot een nieuwe oogst van ‘samenzweringstheorieën’, die het werkelijke gevaar van Covid-19 verwerpen of ronduit ontkennen: het is een 'Scamdemic' [pandemie is een bedrog] die gesteund wordt door een sinister kabaal van de globalisten om hun agenda van ‘Eén Wereldregering’ op te leggen. En deze theorieën, die bijzonder invloedrijk zijn in de VS, beperken zich niet tot de cyber-sfeer. De Trump fractie in de VS zweert bij het argument dat er bewijs is dat Covid-19 is ontsnapt uit een laboratorium in Wuhan - ook al hebben de Amerikaanse inlichtingendiensten dit al uitgesloten. China heeft gereageerd met soortgelijke beschuldigingen tegen de VS. Er zijn ook grote protesten geweest in de VS die een terugkeer naar het werk en een einde van de lock-down eisten, bijvoorbeeld door Trump en vaak hun inspiratie vinden in de heersende samenzweringstheorieën (en door religieuze fantasieën: de ziekte is echt, maar we kunnen het verslaan met de kracht van het gebed). Er zijn ook enkele racistische aanvallen geweest op mensen uit het verre oosten, die verantwoordelijk werden geacht voor het virus. Het lijdt geen twijfel dat dergelijke ideologieën delen van de arbeidersklasse treffen, met name degenen die geen enkele vorm van financiële steun krijgen van ondernemers of de staat, maar de ‘back-to-work’ demonstraties in de VS lijken vooral geleid te zijn door kleinburgerlijke elementen die hun bedrijf weer op de rails willen zetten. Zoals we hebben gezien, hebben veel arbeiders ervoor gevochten om het tegenovergestelde te bereiken!
Dit enorme ideologische offensief versterkt de objectieve atomisering, opgelegd door de lock-down, de angst dat iemand buiten uw huishouden een bron van ziekte en dood zou kunnen zijn. En het feit dat de lock-down waarschijnlijk enige tijd zal duren, dat er geen terugkeer naar het normale zal zijn en dat er misschien nog meer periodes van inperking zullen zijn als de ziekte een tweede golf doormaakt, zal de moeilijkheden waarmee de arbeidersklasse te kampen heeft, nog verergeren. En we kunnen het ons niet veroorloven te vergeten dat deze moeilijkheden niet begonnen zijn met de lock-down, maar een lange geschiedenis achter de rug hebben, vooral sinds het begin van de periode van ontbinding na 1989, die een diepe terugval heeft gekend zowel in de strijdwil als in het bewustzijn, een groeiend verlies van de klasse-identiteit, een verergering van de neiging tot het ‘ieder voor zich’ op elk niveau. Zo markeert de pandemie, als duidelijk product van het ontbindingsproces, een nieuwe fase in dit proces, een intensivering van al haar meest karakteristieke elementen.[7]
De noodzaak van politieke overdenking en debat
Toch heeft de Covid-19 crisis in ongekende mate ook de aandacht gevestigd op de politieke dimensie: het dagelijkse gesprek en het onophoudelijke geklets van de media is bijna volledig gericht op de pandemie en de lock-down, de reactie van de regeringen, de benarde situatie van de gezondheids- en andere ‘essentiële’ werkers en de dagelijkse overlevingsproblemen van een groot deel van de bevolking in haar geheel. Ongetwijfeld is de ‘ideeënmarkt’ voor een groot deel in het nauw gedreven door de verschillende vormen van de heersende ideologie, maar er zijn nog steeds hoeken waar een beduidende minderheid fundamentele vragen kan stellen over de aard van deze maatschappij. De vraag wat ‘essentieel’ is in het maatschappelijk leven, wie het meest vitale werk doet en er toch zo erbarmelijk voor wordt betaald, de nalatigheid van regeringen, de absurditeit van nationale verdeeldheid in het licht van een wereldwijde pandemie, in wat voor soort wereld we zullen leven in post-Covid: dit zijn kwesties die niet volledig kunnen worden verborgen of afgeleid. En mensen zijn niet helemaal geatomiseerd: de mensen die zijn opgesloten gebruiken sociale media, internetfora, video- of audioconferenties niet alleen om loonarbeid te blijven verrichten of contact te houden met familie en vrienden, maar ook om de situatie te bespreken en vragen te stellen over de werkelijke betekenis ervan. Fysiek (indien op de vereiste sociale afstand...) kunnen ontmoetingen met bewoners van het flatgebouw of de buurt ook een discussiepunt worden, ook al moeten we het wekelijkse applausritueel niet verwarren met echte solidariteit of groepen van plaatselijke wederzijdse hulp met de strijd tegen het systeem.
In Frankrijk was er een slogan die populair werd “kapitalisme is het virus, revolutie is het vaccin”. Met andere woorden, minderheden van de klasse drijven de discussie en de overdenking tot hun logische conclusie. De ‘voorhoede’ van dit proces bestaat uit die elementen, waarvan sommigen zeer jong zijn, die duidelijk hebben begrijpen dat het kapitalisme volledig failliet is en dat de wereldwijde proletarische revolutie het enig alternatief voor de mensheid is - met andere woorden, door degenen die zich in de richting van het kommunisme bewegen, en dus van de links-kommunistische traditie. De verschijning van deze generatie van ‘zoekende’ elementen naar het kommunisme stelt de bestaande groepen van het links-kommunisme voor een immense verantwoordelijkheid in het proces van de opbouw van een kommunistische organisatie, die een rol zal kunnen spelen in de toekomstige strijd van het proletariaat.
De defensieve strijd die we in het beginstadium van de pandemie hebben gezien, het overdenkingsproces dat tijdens de lock-down heeft plaatsgevonden, zijn aanwijzingen dat het potentieel van de klassestrijd nog intact is, die ook voor een aanzienlijke periode kan worden ‘opgesloten’, maar die op de langere termijn kan uitgroeien tot een punt waarop het zich openlijk kan uitdrukken. Het onvermogen om grote aantallen van de werklozen te re-integreren die op het hoogtepunt van de crisis zijn ontslagen, de noodzaak voor de bourgeoisie om de ‘cadeaus’ die zij in het belang van de maatschappijke stabiliteit heeft uitgedeeld terug te winnen, de nieuwe bezuinigingsronde die de heersende klasse zal moeten opleggen: dit zal zeker de realiteit zijn van de volgende fase van het Covid-19 verhaal, dat tegelijkertijd een verhaal is van de historische economische crisis van het kapitalisme en de voortschrijdende ontbinding ervan. Dan is er ook het verhaal over de verscherping van de imperialistische spanningen, aangezien verschillende mogendheden de Covid-19 crisis proberen te gebruiken om de wereldwijde pikorde verder te verstoren. Er kan met name een nieuw offensief van het Chinese kapitalisme komen dat erop gericht is de VS als de leidende macht in de wereld uit te dagen. Hoe dan ook, de pogingen van Trump om de schuld van de pandemie bij China te leggen, kondigen nu al een steeds agressievere houding van de VS aan. Arbeiders zullen gevraagd worden offers te brengen om de post-Covid wereld te ‘weer op te bouwen’ en de nationale economie te verdedigen tegen de dreiging van buitenaf.
Ook hier geldt dat we moeten waarschuwen tegen elk immediatisme. Een waarschijnlijk gevaar - gezien de huidige zwakte van de klasse-identiteit en de groeiende ellende die alle lagen van de wereldbevolking treft - is dat het antwoord op verdere aanvallen op de levensstandaard de vorm zal aannemen van interklassistische, ‘volks’-opstanden waarbij de arbeiders niet naar voren komen als een onderscheiden klasse met hun eigen methoden en eisen. We hebben een golf van dergelijke opstanden gezien voorafgaand aan de lock-down en zelfs tijdens de lock-down zijn ze alweer opgedoken in de Libanon en elders, wat onderstreept dat dit soort reacties een bijzonder probleem is in de meer 'perifere' regio's van het kapitalistische systeem. In een recent VN-rapport werd gewaarschuwd dat delen van de wereld, vooral in Afrika en in door oorlog geteisterde landen als Jemen en Afghanistan, als gevolg van de pandemische crisis hongersnoden van ‘Bijbelse proporties’ zullen doormaken, en dit zal ook het gevaar van wanhopige reacties doen toenemen, die geen perspectief bieden.[8]
We weten ook dat massale werkloosheid in een eerste periode kan leiden tot verlamming van de arbeidersklasse: de bourgeoisie kan dit gebruiken om de arbeiders te disciplineren en om verdeeldheid te creëren tussen werkenden en werklozen. En het is in ieder geval van nature moeilijker om de sluiting van ondernemingen te bestrijden dan om zich te verzetten tegen aanvallen op de lonen en de omstandigheden. En we weten dat de bourgeoisie in tijden van open economische crisis altijd op zoek zal gaan naar alibi's waarbij het kapitalistische systeem vrijuit gaat: in het begin van de jaren 1970 was het de ‘oliecrisis’; in 2008 ‘de hebzuchtige bankiers’. Vandaag de dag, als je je baan kwijt bent, zal het de schuld zijn van het virus. Maar deze excuses zijn juist nodig omdat de economische crisis, en met name de massale werkloosheid, een aanklacht is tegen de kapitalistische productiewijze, waarvan de wetten uiteindelijk zullen verhinderen haar slaven te voeden.
Revolutionairen moeten meer dan ooit geduld hebben.Zoals het Kommunistisch Manifest het stelt onderscheiden de kommunisten zich door “de voorwaarden, de gang en de resultaten van de proletarische beweging” te begrijpen. De massale strijd van onze klasse, hun veralgemening en politisering, is een proces dat zich over een lange periode ontwikkelt en vele vooruitgang en tegenslagen kent. Maar we doen niet alleen maar aan wensvervulling als we, zoals aan het eind van onze internationale pamflet over de pandemie, benadrukken dat de “de toekomst aan de klassestrijd behoort.”[9]
Amos / 12.05.2020
[1] https://www.leftcom.org/en/articles/2020-03-14/italy-we-re-not-lambs-to-the-slaughter-class-struggle-in-the-time-of-coronavirus
[3] https://libcom.org/article/workers-launch-wave-wildcat-strikes-trump-pushes-return-work-amidst-exploding-coronavirus
[4] Voor reacties door de Belgische en Franse gezondheidswerkers, zie: https://fr.internationalism.org/content/10107/covid-19-des-reactions-face-a-lincurie-bourgeoisie.
De verklaring van de Belgische werkers kan gevonden worden op ons Engelstalig Forum, post 59: https://en.internationalism.org/forum/16820/corona-virus-more-evidence-capitalism-has-become-danger-humanity
[5] Dit refrein is tot op zekere hoogte ondermijnd door het groeiende bewijs dat de armste elementen in de maatschappij, waaronder etnische minderheden, veel harder worden getroffen door het virus.
[7] We hebben een aantal van deze moeilijkheden onlangs nog aan de orde gesteld: https://en.internationalism.org/content/16707/report-class-struggle-formation-loss-and-re-conquest-proletarian-class-identity