Door Internationalisme op
Sinds enkele weken zien we talrijke sociale bewegingen opdoemen in verschillende landen op verschillende continenten: Libanon, Irak, Ecuador, Bolivia, Haïti, Guinee, Algerije... Hoewel deze mobilisaties hun eigenaardigheden hebben, vormen ze allemaal een reactie van protest en woede op de gevolgen van de economische crisis die de afgelopen maanden een verdere verergering heeft laten zien. We zullen deze internationale mobilisaties binnenkort op een meer globale manier op onze website aan de orde stellen. In de tussentijd publiceren we hieronder een artikel, geschreven door onze kameraden in Latijns-Amerika over de beweging die nu in Chili plaatsvindt. Sommige analyses in dit artikel zijn van toepassing op andere mobilisaties die aan de gang zijn. Al deze bewegingen leiden, door hun interklassistische en populaire aard, alsmede door de democratische illusies waarin ze gevangen zitten, naar een impasse en vormen een valstrik voor het wereldproletariaat. Daarmee vergroot het de verantwoordelijkheid, die rust op de schouders van het proletariaat van de centrale landen van het kapitalisme, die de meeste ervaring heeft met de valkuilen van de bourgeoisie, en de enige kracht die in staat is om de weg te wijzen naar de autonome strijd van de internationale arbeidersklasse.
Wat er in Chili gebeurt, vloeit voort uit de internationale economische crisis die zich in dit land manifesteert door begrotingstekorten, die al enkele jaren zwaar drukken op de Chileense staat. Multilaterale organisaties zoals de Wereldbank, het IMF, de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (ECLAC) wijzen op een geleidelijke vermindering van de groei gedurende de laatste drie of vier jaar. Ondanks zijn inspanningen om zijn economie te diversifiëren, is Chili in wezen afhankelijk van koper, waarvan de prijs, als gevolg van de crisis, sterk is gedaald. De maatregelen om de metrotarieven te verhogen, waren een poging om de tekorten van de Chileense staat op te vangen. Op wereldvlak zien we de eerste tekenen van een belangrijke economische omwenteling en, net als in andere perioden van de kapitalistische crisis, worden de zwakste landen als eerste getroffen: Brazilië, Turkije, Argentinië, Ecuador en nu Chili.
Het idee dat Chili een ‘uitzondering’ zou zijn in Latijns-Amerika door zijn economische situatie of het zogenaamde ‘welzijn’ van zijn arbeidersklasse is ontmaskerd als een leugen. President Pinera heeft zijn triomfantelijke beweringen moeten inslikken dat ‘Chili een oase van vrede en welvaart was in Latijns-Amerika’. De waarheid, die achter dit rookgordijn schuilgaat, is een gemiddeld loon van € 368 per maand, algemene werkonzekerheid, onevenredig hoge kosten voor voedsel en diensten, tekorten in het onderwijs, de gezondheidszorg en terwijl de pensioenuitkeringen de gepensioneerden tot armoede veroordelen. Dit is de realiteit die een toenemende achteruitgang van de levensomstandigheden van de arbeidersklasse en de hele bevolking laat zien.
De explosie van problemen
De regering Pinera heeft het niveau van sociale onrust onderschat. Een ogenschijnlijk onschuldige maatregel, de verhoging van metro-tarieven in Santiago, ontketende een algemene woede. Het antwoord vond echter niet plaats op het terrein van de arbeidersklasse, maar in een context die ongunstig en gevaarlijk was: een volksopstand en uitingen van geweld door van minderheden, en het lompenproletariaat [1], die door de staat konden worden uitgebuit. Profiterend van de zwakheid in de sociale respons lanceerde de regering een wrede repressie die, volgens officiële cijfers, leidde tot 19 doden. Meer dan een week lang werd de noodtoestand ingesteld en het leger ingeschakeld om de orde te handhaven. De terugkeer van de folteraars bracht ons terug naar de ergste dagen van Pinochet, en laat zien dat democratie en dictatuur twee gezichten zijn van dezelfde kapitalistische staat. De uitbarsting van het lompenproletariaat met zijn vandalisme, plunderingen, brandstichting en het irrationele en minderheidsgeweld, dat kenmerkend is voor kapitalistische ontbinding [2], is door de staat gebruikt om zijn onderdrukking te rechtvaardigen, angst te zaaien onder de bevolking en het proletariaat te intimideren, en zijn pogingen tot strijd af te leiden naar het terrein van nihilistisch geweld zonder enig perspectief [3].
Vakbondsmobilisaties om de arbeiders te demobiliseren en te demoraliseren
De Chileense bourgeoisie begreep echter dat wrede repressie niet voldoende was om de onvrede te kalmeren. De regering Pinera kwam daarom met een mea culpa. De doorgaans arrogante president nam een ‘nederige’ houding aan en verklaarde dat hij de ‘boodschap van het volk’ ‘begreep’ en de maatregelen ‘voorlopig’ zou intrekken en de deur zou openen voor een ‘sociaal overleg’. Dat kan worden vertaald in: aanvallen zullen worden opgelegd door ‘onderhandelingen’ rond een ‘tafel van dialoog’ waar de oppositiepartijen, de vakbonden en de ondernemers samen ‘de natie vertegenwoordigen’.
Waarom dan deze verandering van houding? Omdat repressie niet effectief is als het niet gepaard gaat met de democratische misleiding, waaronder de valstrik van nationale eenheid en de ontbinding van het proletariaat in de vormloze massa van het ‘volk’. De economische aanval, vereist door de crisis, heeft repressie nodig, maar bovenal een politiek offensief.
Hoewel het proletariaat in Chili en in de rest van de wereld een periode van ernstige verzwakking doormaakt, blijft het een historische bedreiging voor de kapitalistische uitbuiting. Het proletariaat van Chili, een van de meest geconcentreerde in Latijns-Amerika, heeft een zekere politieke ervaring. Het was bijvoorbeeld betrokken bij de massale staking in Iquique [4] in 1907 en leed vreselijk onder het bedrog van de Allende (1970-1973) die de weg baande voor de wrede dictatuur van kolonel Pinochet (1973-1990).
Het politieke offensief van de burgerij begon met de mobilisaties van de vakbonden die meer dan een week na de protesten opriepen tot een ‘algemene staking’. Wat een cynisme! Toen de regering de prijs van metrokaartjes verhoogde, vroegen de vakbonden niets. Toen de regering het leger op straat inzette, zwegen ze. Toen het leger en de paramilitairen de krachten bundelden, staken ze geen vinger uit. En nu roepen ze op tot ‘mobilisatie’.
Wanneer de arbeiders moeten vechten, verlammen de vakbonden hen. Wanneer de arbeiders de strijd aangaan, staan de vakbonden hen in de weg. En als de arbeiders er de kracht niet voor hebben of gedesoriënteerd zijn, roepen de vakbonden op tot ‘strijd’. De vakbonden treden altijd op tegen de arbeiders, zowel in hun verzet tegen spontane stakingen als in hun oproepen tot strijd als de arbeiders zwak, verward en verdeeld zijn. De vakbonden demobiliseren de arbeidersmobilisaties en mobiliseren de arbeiders om een demobilisatie te bewerkstelligen.
De linkse groepen, trotskisten, stalinisten of maoïsten, vullen de valstrik aan met hun voorstel van ‘een onbeperkte algemene staking’, een parodie op de ‘zelforganisatie van arbeiders’ waarbij ze in plaats van vergaderingen en gekozen, herroepbare stakingscomités een ‘coördinatie’ bestaande uit vakbonden en linkse groepen willen opzetten. Hun politieke alternatief is om Pinera er uit te gooien. Waarom? Om hem te vervangen door Michelle Bachelet van de Socialistische Partij, die het in de loop van haar twee mandaten (2006-2010, 2014-2018) hetzelfde of zelfs slechter deed dan hij. Ze vragen om de oprichting van een ‘grondwetgevende vergadering’. Achter de façade van hun radicalisme en hun toespraken ‘in naam van de arbeidersklasse’ verdedigen de ultralinkse groepen het kapitalisme door de arbeiders op het terrein van de verdediging van de democratie en met de beperkte methode van ‘vakbondsstrijd’ in de val te lokken.
Het politieke offensief van de Chileense bourgeoisie
In de tweede fase van het offensief kwamen de oppositiepartijen (de Nieuwe Meerderheid, de Stalinistische Partij en het Democratische Front) ten tonele, die pleitten voor ‘onderhandelingen’ en een ‘consensus’ en die elk kruimeltje van Pinera begroetten alsof het een overwinning was. In samenwerking met de regering en het leger [4] schiep de Chileense bourgeoisie een kader voor een nieuwe ideologische aanval op het bewustzijn van het proletariaat, teneinde elke neiging tegen te gaan om als een autonome klasse op te treden en het te binden aan de strijdwagen van de natie, aan de ideologieën van de vijandelijke klasse, in het bijzonder de ideologie van de democratie. In het weekend van 25 - 27 oktober werden er belangrijke demonstraties werden georganiseerd met de volgende punten:
- Nationale eenheid: in de demonstratie van Santiago, waarbij één miljoen mensen waren samengekomen, luidde de slogan: ‘Chili wordt wakker’. Dat wil zeggen dat er geen sprake was van een klasseconfrontatie, maar van een zogenaamde strijd van de ‘hele natie’ tegen een minderheid van corruptie en dieven. In de tijd van Allende luidde de leuze: ‘Het verenigde volk zal nooit worden verslagen’. Wat we niet moeten vergeten is dat achter deze eens zo modieuze slogan de waarheid schuilgaat dat ‘een proletariaat, dat is opgelost in het volk en de natie altijd, zal worden verslagen’.
- De eis van een ‘nieuwe grondwet’: de eis van een ‘grondwetgevende vergadering’ is een gevaarlijke valstrik. In 1931 bevestigde de ‘nieuwe grondwet’ dat Spanje een ‘arbeidersrepubliek’ was geworden, die bij de onderdrukking van arbeidersstakingen, tussen 1931 en 1933, vijftienhonderd mensen vermoordde. In 1936 kondigde Stalin voor de USSR ‘de meest democratische grondwet ter wereld’ af, maar tegelijkertijd zette hij de Moskouse showprocessen in gang waar hij de laatste Bolsjewiki liquideerde en de wrede terreur opvoerde. De Weimarrepubliek onderdrukte de poging tot een proletarische revolutie (1918-1923) en maakte de weg vrij voor de legale opkomst van Hitler en de nazi-terreur in 1933.
- Deze oriëntatie heeft tot doel het proletariaat op te lossen in een amorfe en manipuleerbare massa van het ‘volk’ waar alle sociale klassen ‘verenigd’ zouden zijn in het lichaam van de natie. Op het Italiaanse Plein van Santiago verkondigde een groot spandoek: “Protesteer op straat zonder angst voor de waardigheid van het volk”. De modieuze slogan die de Chileense media teistert, spreekt over een ‘transversale beweging’. Met dit woord bedoelen ze dat er geen klassestrijd is, maar een ‘beweging van alle mensen’ waarin zelfs de kinderen de bourgeoisie uit de welvarende wijken van Santiago zijn opgenomen. President Pinera stuurde een tweet en zei: “De massale, vreugdevolle en vreedzame mars van vandaag, waar Chilenen een eerlijker en rechtvaardiger Chili eisen, opent een grandioos uitzicht op de toekomst en geeft ons hoop. We hebben allemaal de boodschap gehoord; we zijn allemaal veranderd. Als een eenheid en met de hulp van God gaan we de weg op van een beter Chili voor iedereen”. Deze reactie zit vol met apert cynisme, maar geeft ook de omvang aan van de politieke manoeuvre van de bourgeoisie. Zelfs de baas van de Metro van Santiago toonde trots de foto's van zijn dochter die aan de protesten deelnam!
Onder de vlag van democratie brengt de bourgeoisie ellende, barbaarsheid en dood
Wij veroordelen deze politieke manoeuvre van de bourgeoisie, die de democratie als kader heeft. Democratie is de meest perverse en verwrongen vorm van kapitalistische overheersing. In naam van de democratie zijn de ergste slachtingen aangebracht onder de arbeiders. Beperken we ons tot Chili dan zien we dat ten tijde van de massale staking van 1907 200 arbeiders werden gedood bij een bloedbad op de school van Santa Maria. De ‘kampioen van de democratie’, Salvador Allende, onderdrukte op brute wijze de strijd van de mijnwerkers tegen de opvoering van het werktempo en loonsverlagingen. “In mei-juni 1972 werden de mijnwerkers opnieuw gemobiliseerd: 20.000 arbeiders staakten in de mijnen van El Teniente en Chuquicamata. De mijnwerkers in El Teniente eisten een loonsverhoging van 40%. Allende plaatste de provincies O'Higgins en Santiago onder militair bewind en zei dat de verlamming van El Teniente ‘de economie ernstig bedreigde’. De 'marxistische' leiders van de Union Popular verdreven de arbeiders en vervingen ze door onderkruipers. Vijfhonderd paramilitairen vielen de arbeiders aan met traangas en waterkanonnen. Vierduizend mijnwerkers protesteerden op 11 juni in Santiago en werden gewelddadig aangevallen door de politie. De regering behandelde de arbeiders als 'agenten van het fascisme'. De CP organiseerde in Santiago enkele betogingen tegen de mijnwerkers en riep de regering op om ‘vastberadenheid’ te tonen”[5].
Alle fracties van de bourgeoisie, en vooral de linkse fracties, sloten de rijen om de ‘democratische’ kapitalistische staat te verdedigen. In november 1970 kwam Fidel Castro naar Chili om de maatregelen van Allende tegen de arbeidersklasse te ondersteunen en berispte de mijnwerkers en noemde ze oproerkraaiers en ‘demagogen’. Bij de Chuquicamata-mijn verklaarde hij dat “honderd ton minder per dag een verlies van 36 miljoen dollar per jaar betekende” [7]. Allende stuurde het leger om de arbeiders te onderdrukken maar, erger nog, tijdens een bijenkomst voor het Moneda-paleis in juni 1972 applaudisseerde hij voor Pinochet als ‘een soldaat die trouw is aan de grondwet’.
Het herstel van de democratie in 1990 heeft de levens- en arbeidsomstandigheden in Chili niet verbeterd. De verschillende presidenten (van Alwyn tot Bachinet, waaronder Lagos en het eerste mandaat van Pinera) hebben de politieke economie van de Chicago School, die door de dictatuur van Pinochet werd opgelegd, behouden en versterkt. Ze hebben het pensioensysteem helemaal niet verbeterd zodat gepensioneerden veroordeeld zijn tot een pensioen dat lager is dan het minimumloon en moeten, om te overleven, soms blijven werken tot ze 75 jaar oud zijn. Dit is een systeem dat elk toekomstig pensioen weigert aan tal van jongeren, die zijn veroordeeld tot onzeker werk. Chili is tegenwoordig een van de meest ongelijke landen ter wereld en de ongelijkheid wordt nog verergerd door democratie: “Toen we de democratie herwonnen, liet de militaire regering, die ook slecht was voor de economie, een armoedecijfer achter van 4,7%. Vandaag is ons BNP meer dan verdubbeld en zijn we meerdere malen rijker dan voorheen. Maar het percentage armen is gestegen tot 35%.” [8].
Links fungeerde als de bevoorrechte woordvoerder van de bourgeoisie en onder de leuze “Nee tegen dictatuur, ja voor parlementaire democratie” riep ze ons op om de democratie te steunen en de dictatuur te beschouwen als het opperste kwaad: alsof dictatuur het monopolie heeft op repressie en de plundering van het proletariaat. Deze propaganda bracht de arbeidersklasse veel schade toe, omdat ze haar het idee gaf dat ze ‘vrij’ was, dat het ze kon ‘kiezen’, dat ze met de verkiezingen ‘macht’ had. Bovenal verdeelt en individualiseert deze propagande de arbeiders, door gevoelens van solidariteit en eenheid uit te wissen, door deze te vertroebelen in een spiraal van rivaliteit en van ‘het ieder voor zich’, van ‘de wet van de sterkste’ en van ‘aan de kant, dan kan ik je plaats innemen’.
De strijdmethoden van de arbeidersklasse
De arbeiders en hun meest bewuste minderheden moeten de valstrik van de bourgeoisie verwerpen en methodisch de basis leggen voor de opkomst van echte arbeidersstrijd. Dit perspectief is nog steeds erg ver weg en zal zich niet ontvouwen door een som van gebeurtenissen in elk land, maar vanuit een internationale dynamiek waarin de rol van de grote concentraties van ervaren arbeiders in West-Europa van fundamenteel belang zal zijn [9]. De arbeidersklasse van Chili en de hele wereld moeten zich de echte methoden van arbeidersstrijd opnieuw eigen maken, die in de loop van de geschiedenis in talloze belangrijke gevechten tot uitddrukking zijn gebracht (Mei 68 in Frankrijk, Polen 1980, de anti-CPE-beweging in 2006 in Frankrijk, de Indignados-beweging in 2011 in Spanje). Dit zijn methoden van strijd en organisatie die radicaal tegengesteld zijn aan die van de vakbonden:
- De massale staking die arbeiders zelf ontketenen door hun eigen beslissingen en buiten wettelijke en vakbondskanalen om.
- Algemene vergaderingen die openstaan voor alle werkers, actieve en werklozen, gepensioneerden, studenten, toekomstige werkers, immigranten en autochtonen werknemers, ALLEMAAL SAMEN.
- De directe uitbreiding van strijd door middel van massale delegaties.
- De coördinatie en eenmaking van strijd door gekozen en herroepbare comité’s.
Op basis hiervan kunnen we enkele duidelijke conclusies trekken:
- Geconfronteerd met zulke brute aanvallen, zo als die in Chili of Ecuador, is het antwoord niet de volksopstand, plunderingen of geweld van minderheden, maar autonome klassestrijd.
- De strijd moet worden gevoerd worden door de arbeiders zelf tegen sabotage van de vakbonden.
- De arbeiders moeten zich verenigen tegen repressie en zich verdedigen door solidariteit en een krachtige en strijdbare reactie. De strijd voortzetten, uitbreiden en klasse-eenheid bewerkstelligen is de enige verdediging.
- Zoals we eerder met Ecuador en vervolgens met evenementen in Chili hebben gezien, werd er overal met de nationale vlag gezwaaid. Het is de vlag van uitbuiting, repressie en oorlog. Het is de vlag van het kapitaal.
- Het wegzakken van het kapitalisme in de wereldcrisis zal nog meer leed en ellende veroorzaken en zal gepaard gaan met nieuwe imperialistische oorlogen en meer milieuvernietiging.
- Het probleem is wereldwijd en er is geen nationale oplossing. Er is maar één wereldwijde oplossing en die kan alleen bereikt worden door de internationale strijd van de arbeiders.
We weten dat dit strijdperspectief veel van ons zal vergen. Talloze gevechten, talloze nederlagen, talloze pijnlijke lessen zullen nodig zijn. We hebben echter de lessen van drie eeuwen ervaring die, uitgewerkt door de marxistische theorie, ons de theoretische, organisatorische en politieke middelen biedt om bij te dragen aan deze strijd. De Internationale Kommunistische Organisatie is het orgaan dat deze historische continuïteit van het proletariaat verdedigt. De programmatische, organisatorische, politieke en morele principes vormen de kritische synthese van deze wereldwijde ervaring van drie eeuwen klassestrijd. Het opbouwen van de organisatie, haar verdediging, haar versterking is de beste bijdrage aan de strijd van het proletariaat. Vandaag is dit vooral gericht tegen de stroom van campagnes voor nationale eenheid rond de verdediging van de democratie, maar morgen zal het een belangrijk onderdeel zijn van de heropleving van de internationale klassestrijd van het proletariaat.
Internantionale Kommunistische Stroming / 2019.11.01
Voetnoten
[1] Zie ons pamflet in het Spaans: “Chili: Tegenover de aanvallen van de regering staat niet de opstand van het volk, maar de klassenstrijd van het proletariaat”; https://es.internationalism.org/content/4479/chile-ante-los-ataques-del-....
[2] “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme”; Internationale Revue nr. 13; https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stelling...
[3] Het proletariaat zal het gebruik van klassengeweld nodig hebben, maar dit heeft niets te maken met en is het tegenovergestelde van de terreur van de bourgeoisie, het terrorisme van de kleinburgerij en het willekeurige geweld van het lompenproletariaat.
Zie: “Terreur, terrorisme en klassengeweld”; https://nl.internationalism.org/iksonline/201609/1340/terreur-terrorisme... en ook “Resolutie over Terreur, Terrorisme en Klassegeweld”; https://nl.internationalism.org/internationalerevue/197804/1321/resoluti...
[4] Zie in het Spaans: “De arbeidersbeweging in Chili aan het begin van de 20ste eeuw”. https://es.internationalism.org/content/4395/el-movimiento-obrero-en-chile-principios-del-siglo-xx
[5] De baas van de Nationale Defensie, de militaire man Iturraga Del Campo, sprak zijn staatshoofd tegen die had verklaard dat hij "in oorlog" was en zei: “Ik ben een gelukkig man; de waarheid is dat ik met niemand in oorlog ben” .
[6] Zie in het Engels “Thirty years after the fall of Allende: dictatorship and democracy are two faces of capitalist barbarity”; https://en.internationalism.org/ir/115_allende.htm
[7] Idem.
[8] Zie in het Spaans “Chili: dat is ongelijkheid, idioot” op de website clarin.com.
[9] Zie op onze website de Resolutie over de Internationale Situatie van het 23e Congres van het IKS.