Het internationalisme en de oorlog: De opvatting van Lenin tegenover de huidige burgerlijke visie van het trotskisme

Printer-friendly version

Begin 2004 hadden we een briefwisseling via e-mail met de Groep CRI. In naam van een authentiek trotskisme beweerde deze groep te breken met de logica van het officiële trotskisme. Ze heeft ons eveneens een aantal documenten toegezonden die we lazen, evenals het geheel van hun publicaties die op hun Internetsite staan. Op basis van deze lectuur konden we hen het uitgebreide antwoord sturen dat we hieronder publiceren. Hierin tonen we aan, steunend op Lenin, dat er binnen het huidige trotskisme geen mogelijkheid bestaat om de standpunten van het proletariaat te verdedigen. Enkel willen breken met één bepaalde trotskistische organisatie, zonder te breken met de trotskistische logica zelf, kan in laatste instantie, voor wat het vraagstuk van de oorlog betreft, enkel leiden tot een steunbetuiging aan de ene fractie van de bourgeoisie tegen een andere.

Wij nemen acte van het feit dat jullie zowel in de mail die jullie ons stuurden als in het geheel van jullie teksten beweren dat jullie activiteit aansluiting wil zoeken bij de strijd van de arbeidersklasse en dat jullie 'historisch doel' de kommunistische revolutie is. Nochtans heeft de geschiedenis van de arbeidersbeweging de kommunisten op tragische wijze geleerd dat partijen die beweren de arbeidersklasse en de komst van het socialisme en het kommunisme te verdedigen, in feite en ondanks het bewustzijn dat hun militanten er van hadden, slechts de nederlaag van de arbeidersklasse, het behoud van de kapitalistische uitbuiting op het oog hadden en tenslotte de opoffering van miljoenen levens van proletariërs voor de belangen van hun nationale bourgeoisie tijdens de imperialistische oorlogen van de 20e eeuw.

De geschiedenis van die eeuw heeft overduidelijk aangetoond dat het internationalisme het wezenlijke kenmerk is dat het ware klassenkarakter bepaalt van een organisatie die zich op het proletariaat beroept. Het is geen toeval dat het dezelfde stromingen waren die zich duidelijk uitspraken tegen de imperialistische oorlog in 1914, die de drijvende krachten waren achter de conferenties van Zimmer-wald en Kiental (in het bijzonder de Bolsjeviki en de Spartakisten) en die men vervolgens ook terugvond aan het hoofd van de revolutie, terwijl de sociaal-chauvinistische of zelfs de centristische stromingen (Ebert-Scheidemann of de Mensjeviki) het speerpunt vormden van de contrarevolutie. Het is evenmin toevallig dat het ordewoord 'Proletariërs aller landen, verenigt u' de slotleuze is van het kommunistisch Manifest van 1848, maar ook van de openingsrede van de IAA (de Eerste Internationale) in 1864.

Terwijl de oorlogen vandaag onophoudelijk dit of gene deel van de planeet verwoesten, blijft de verdediging van het internationalisme een beslissend criterium voor het behoren van een bepaalde organisatie tot het kamp van de arbeidersklasse. Tegenover deze oorlogen, is de enige houding die overeenstemt met de belangen van het proletariaat, het verwerpen van elke deelname aan de zijde van het ene of het andere kamp, het aanklagen van alle burgerlijke krachten die de proletariërs oproepen om, onder welk voorwendsel ook, hun leven te geven voor één van deze kapitalistische kampen, het voorop stellen, zoals de Bolsjeviki in 1914, van het enig mogelijke perspectief : de onverzoenlijke klassenstrijd voor de omverwerping van het kapitalisme.

Elke houding die er toe leidt dat men aan de proletariërs vraagt om zich achter één van de tegenover elkaar staande militaire kampen te scharen, komt er op neer dat men een rekruteringsagent wordt van de imperialistische oorlog, een medeplichtige van de bourgeoisie, m.a.w. dus een verrader. Lenin en de Bolsjeviki gebruikten geen ander woord voor de sociaal-democraten die, in naam van de strijd tegen het 'Pruisisch militarisme' voor de enen of in naam van de strijd tegen de 'tsaristische onderdrukking' voor de anderen, de arbeiders opriepen om elkaar wederzijds af te slachten in 1914. En ondanks al jullie goede bedoelingen, is het jammer genoeg juist deze nationalistische politiek, die Lenin aankloeg, die jullie nu aannemen ten opzichte van de oorlog in Irak.

De steun aan het 'Irakese verzet': een burgerlijk ordewoord

 Als jullie in jullie pers oproepen tot 'onvoorwaardelijk steun aan de gewapende strijd van het Irakese volk tegen de invallers', dan betekent dit in werkelijkheid dat jullie de proletariërs van Irak oproepen om zich aan te bieden als kanonnenvlees ten dienste van die sector van de nationale bourgeoisie die vandaag van mening is dat hun kapitalistische en imperialistische belangen buiten en tegen een verbond met de Verenigde Staten liggen (terwijl andere burgerlijke sectoren menen dat het verkieslijker is om een verbond aan te gaan met de Verenigde Staten voor de verdediging van hun belangen). Het dient tevens te worden aangestipt dat de heersende sectoren van de Irakese bourgeoisie (die zich decennia lang achter Saddam Hussein geschaard hadden) naargelang de omstandigheden, zowel de beste bondgenoten van de Verenigde Staten zijn geweest (in het bijzonder in de oorlog tegen Iran in de jaren 1980) of tot de 'as van het kwaad' behoorden die er op uit was diezelfde grootmacht in het zand te doen bijten.

Om jullie politieke steun te rechtvaardigen ten gunste van een van de sectoren van de Irakese bourgeoisie, beroepen jullie zich (zoals op een van jullie forums op het laatste feest van Lutte Ouvrière) op het standpunt van Lenin tijdens het verloop van de Eerste Wereldoorlog wanneer hij in 'Het Socialisme en de Oorlog', bijvoorbeeld schreef: "… als morgen Marokko de oorlog zou verklaren aan Frankrijk, India aan Engeland, Perzië of China aan Rusland, enz.) zou elke socialist in het diepst van zijn hart de overwinning wensen van de onderdrukte, afhankelijke staten, die in hun rechten beknot worden, op de 'grote' onderdrukkende grootmachten, de slavenhandelaars en rovers." (hoofdstuk 1, de Beginselen van het socialisme en de oorlog van 1914-1915).

Nochtans vergeten jullie (of hebben jullie besloten te vergeten), dat juist één van de wezenlijke krachtlijnen van dit fundamentele geschrift van Lenin (net zoals de rest van zijn belangrijkste geschriften die in die tijd werden geschreven) bestond in het meedogenloos aanklagen van de voorwendsels die werden ingeroepen door de sociaalchauvinisten om hun steun aan de imperialistische oorlog te rechtvaardigen en die gebaseerd waren op de 'nationale onafhankelijkheid' van dit of gene land of nationaliteit.

Zo verklaart Lenin enerzijds dat: "De Duitse bourgeoisie in werkelijkheid een grote rooftocht georganiseerd heeft tegen Servië om het te onderwerpen en de nationale revolutie van de Zuid-Slaven te verstikken" (de oorlog en de Russische Sociaal-democratie). Hij schrijft ook dat "Het nationale element in de huidige oorlog enkel meespeelt in de oorlog van de Serviërs tegen Oostenrijk (…). Het is enkel in Servië en onder de Serviërs dat er een jarenlange nationale bevrijdingsbeweging bestaat, die miljoenen individuen enthousiasmeert onder de 'volksmassa's', en waarvan de oorlog van Servië tegen Oostenrijk het 'verlengstuk' is. Als deze oorlog geïsoleerd was, het is te zeggen als hij niet was verbonden aan de algemene Europese oorlog, aan de egoïstische visies en de roofzucht van Engeland, van Rusland, enz., zouden alle socialisten er aan houden het succes te wensen van de Servische bourgeoisie – dan zou dit de enige juiste en absoluut noodzakelijke conclusie zijn die wij zouden moeten trekken ontrent de nationale factor in de huidige oorlog ". Maar hij gaat verder : "De dialectiek van Marx, het laatste woord in de wetenschappelijke evolutionistische methode, verbiedt juist een geïsoleerd m.a.w. een eenzijdig en vervormd onderzoek van het studieobject. De nationale factor in de Servisch-Oostenrijkse oorlog heeft geen enkel ernstig belang in de algemene Europese oorlog en kan er ook geen krijgen. Als Duitsland overwint zal het België verstikken, nog een deel van Polen, misschien een deel van Frankrijk, enz. Als Rusland wint zal het Galicië verstikken, nog een deel van Polen, Armenië, enz. Als het resultaat 'nul' is, zal de oude nationale onderdrukking overeind blijven. Voor Servië, het is te zeggen voor één honderdste van de deelnemers aan de huidige oorlog, betekent deze het 'politieke verlengstuk' van de burgerlijke bevrijdingsbeweging. Maar voor 99 percent is de oorlog het verlengstuk van de voorbijgestreefde burgerlijke imperialis-tische politiek, die er slechts toe in staat is de naties te verderven, maar niet om hen te bevrijden. Door Servië te 'bevrijden', verkoopt de Entente de Servische vrijheid aan het Italiaanse imperialisme in ruil voor zijn steun bij het beroven van Oostenrijk. Dat alles is algemeen gekend maar werd zonder scrupules door Kautsky vervormd om de opportunisten te rechtvaardigen". (Het failliet van de 2e Internationale, hoofdstuk 6)

Vermelden wij nog in verband met Servië in 1914, dat de Socialistische Partij van dit land (en ze werd hiervoor begroet door al de internationalisten uit die tijd) 'het verzet van het Servische volk tegen de Oostenrijkse invaller' categoriek afgewezen en aangeklaagd heeft terwijl deze laatste de burgerbevolking van Belgrado aan het bombarderen was.

Om terug te keren naar de huidige periode, “is het algemeen bekend” (en we zouden er kunnen aan toevoegen dat al wie dat niet erkent niet anders doet dan “zonder scrupules de werkelijkheid vervormen”) dat de oorlog die door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië tegen Irak gevoerd wordt (net zoals de oorlog die in augustus 1914 ontketend werd door Oostenrijk en Duitsland tegen het 'kleine Servië') imperialistische implicaties heeft die dit land ver overstijgen. Concreet gezien hebben we, tegenover de landen van de 'coalitie', een reeks landen, zoals Frankrijk en Duitsland, wier belangen totaal tegengesteld zijn aan de eersten. Daarom hebben deze laatste twee landen alles in het werk gesteld om de Amerikaanse tussenkomst van 2003 te beletten, en ze hebben sindsdien geweigerd om ook maar enige troepenmacht te sturen naar Irak. En het feit dat ze pas in de Verenigde Naties een resolutie gestemd hebben die voorgedragen werd door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, betekent slechts dat de diplomatieke overeenkomsten, net zoals de ruzies, slechts een moment zijn in de onderhuidse oorlogsvoering van de grootmachten.

Ondanks alle vriendschapsverklarin-gen, die o.a. uitgebazuind werden op het moment van de viering van de landing in Normandië van 6 juni 1944, haalt het Franse imperialisme voordeel bij de moeilijkheden die de Verenigde Staten ondervinden in Irak. Waar loopt uiteindelijk jullie steun aan het 'Irakese verzet' op uit : om het spel te spelen van de bourgeoisie van 'jullie' land. En dan kunnen jullie niet eens Lenin inroepen om deze politiek te rechtvaardigen, aangezien hij, van zijn kant, opriep tot "… het in de eerste plaats bestrijden van de 'eigen' bourgeoisie" (De situatie en de Taken van de Socialistische Internationale, 1.11.1914).

Jullie moeten dit onder ogen zien en stoppen met jezelf fabeltjes wijsmaken als je tenminste het voorbeeld van Lenin wil volgen in de verdediging van het internationalisme: de steun aan “het verzet van de Irakese bevolking tegen de invaller” is een zuiver verraad van het internationalisme en bijgevolg een antiproletarische en chauvinistische politiek. Het is tegen een politiek zoals die van jullie dat Lenin schreef: "De sociaalchauvinisten nemen de misleiding van het volk door de bourgeoisie over, waarbij de oorlog zou gevoerd worden ter verdediging van de vrijheid en het bestaan van naties, en zo scharen zij zich aan de kant van de bourgeoisie tegen het proletariaat " (Het Socialisme en de Oorlog, hoofdstuk 1).

Daarenboven is de steun aan “het verzet van de Irakese bevolking”, "t is te zeggen aan de anti-Amerikaanse sectoren van de Irakese bourgeoisie, niet enkel een verraad aan het internationalisme vanuit het oogpunt alleen van wat Irak betekent in het spel van de tegenstellingen tussen de imperialistische grootmachten. Het betreft hier niet enkel een verraad van het internationalisme ten opzichte van de proletariërs van deze grootmachten. Het is tevens een verraad van het internationalisme tegenover de Irakese proletariërs die men appelen voor citroenen verkoopt en oproept om zich te laten afslachten ter verdediging van de imperialistische belangen van hun bourgeoisie. Want men hoeft zich niets wijs te maken: de Irakese staat is imperialistisch. In feite zijn alle staten in de huidige wereld imperialistisch, van de grootste tot de kleinste. Zo heeft het 'kleine Servië' dat in zijn geschiedenis een van de favoriete prooien was van de imperialistische roofhonger van sterkere grootmachten zoals Duitsland of Rusland (en Frankrijk) zich in de loop van de jaren 1990 gedragen als een imperialistische modelstaat met afslachtingen en 'etnische zuiveringen' met het oog op de opbouw van een 'Groot-Servië' ten koste van de andere nationaliteiten van ex-Joegoslavië. Dat alles natuurlijk in een Europese context die gedomineerd wordt door de tegenstellingen tussen de verschillende grootmachten die Kroatië (zoals Duitsland en Oostenrijk), Bosnië (zoals de Verenigde Staten), of nog Servië (zoals Frankrijk en Groot-Brittannië) 'steunden'.

De Irakese staat vormt geen uitzondering op deze realiteit van de huidige wereld. Verre daarvan zelfs. Het is er in tegendeel een leerrijke illustratie van.

In feite heeft deze staat, sinds zijn onafhankelijkheid t.o.v. de Britse sfeer na de Tweede Wereldoorlog, uit hoofde van zijn plaats en petroleumreserves, nooit opgehouden een speelbal te zijn voor de rivaliteiten tussen de grootmachten. Eerst een tijdlang 'klant' van de USSR, helde hij in de loop van de jaren 1970 over naar de westerse alliantie (namelijk door een spectaculaire toenadering tot Duitsland en vooral tot Frankrijk) toen de sovjetinvloed taande in het Midden-Oosten. Tussen 1980 en 1988, werd Irak, in een van de langste en dodelijke oorlogen (1.200.000 doden) sinds 1945, het speerpunt van het offensief van de westerse landen tegen het Iran van Khomeini dat tot de heilige oorlog had opgeroepen tegen de 'grote Satan' uit Amerika. De westerse grootmachten, en in het bijzonder de Verenigde Staten stonden volledig achter Irak, vooral vanaf de zomer van 1987, door het sturen van een aanzienlijke vloot naar de Perzische Golf die dagelijks botste met de strijdkrachten van Iran en dit land zou verplichten om het stoppen der vijandelijkheden te aanvaarden in de loop van 1988, terwijl het voordien striemende nederlagen had toegebracht aan Irak.

Het is duidelijk dat het niet louter voor de mooie ogen van de Verenigde Staten was dat Saddam Hussein honderdduizenden proletariërs en boeren in uniform uitstuurde om elkaar uit te moorden aan het Iranese front vanaf september 1980 (en dat hij ondertussen op één dag, op 16 maart 1988, 5.000 Koerdische burgers liet afslachten in Halabja). In feite streefde de Irakese bourgeoisie haar eigen oorlogsdoelen na door zich in dit conflict te lanceren. Buiten het feit van de Koerdische en Sjïtische bevolking door terreur in het gareel te dwingen, had ze o.a. als doel de hand te leggen op de Sjatt al-Arab (het estuarium van de Tigris en de Eufraat) die gecontroleerd werd door Iran. Bovendien moest deze oorlog Irak en Saddam Hussein het leiderschap toespelen van de Arabische wereld. Kortom deze oorlog was ten volle imperialistisch van aard.

Ook de oorlog van 1990-91 was van dezelfde aard. De imperialistische bedoelingen van de Verenigde Staten en hun geallieerden in de operatie 'Woestijnstorm' werden toen voluit aangetoond en aangeklaagd. Nochtans was het element dat diende als voorwendsel tot de kruistocht tegen Irak de inval door Irak in Koeweit in de loop van de zomer 1990. Het is duidelijk dat het er bij de marxisten niet op aan komt om beschouwingen te maken over wie de 'agressor' en wie de 'aangevallene' is, noch de verdediging op te nemen van Sjeik Jaber en zijn bankrekening of zijn oliereserves. Maar dit gezegd zijnde was de militaire operatie van 1990 van Irak tegen Koeweit wel degelijk die van de ene imperialistische gangster tegen een andere imperialistische gangster (om de term te gebruiken die Lenin graag gebruikte). Het feit dat het om kleine gangsters gaat verandert niets aan hun diepere politieke aard noch aan welke houding het proletariaat moet aannemen in dat soort van conflicten.

Een laatste commentaar betreft de imperialistische aard van de staten in de huidige wereld. Een argument dat dikwijls gegeven wordt om het idee te ondersteunen dat een staat als Irak niet imperialistisch zou zijn is dat het geen kapitaal uitvoert. Dit argument zou in lijn liggen met de analyse die door Lenin ontwikkeld werd in zijn werk 'Het imperialisme, hoogste stadium van het kapitalisme' dat een bijzondere aandacht besteedt aan dit aspect van de imperialistische politiek. In werkelijkheid is het aanwenden van deze eenzijdige visie op het imperialisme door de epigonen met de bedoeling om het verraad van het internationalisme te rechtvaardigen van hetzelfde type als het gebruik dat de stalinisten maakten van een (trouwens volledig uit de context gehaalde) zin in een artikel dat Lenin schreef in de loop van de wereldoorlog.

"De ongelijke politieke en economische ontwikkeling is een absolute wet van het kapitalisme. Hieruit volgt dat de overwinning van het socialisme in het begin mogelijk is in en klein aantal kapitalistische landen of zelfs in één enkel kapitalistisch land apart genomen. Het overwinnende proletariaat van dat land zou, na de kapitalisten onteigend en de socialistische productie ter plekke georganiseerd te hebben, zich keren tegen de rest van de kapitalistische wereld door de onderdrukte klassen van de andere landen voor zich te winnen, door hen er toe aan te zetten om  in opstand te komen tegen de kapitalisten, door zelfs in geval van nood, gebruik te maken van militaire macht tegen de uitgebuite klassen en hun staten" (Over het ordewoord van de Verenigde Staten van Europa).

Voor de stalinisten (die in het algemeen de laatste zin weglaten van dit citaat) "was het de grootste ontdekking van onze tijd. Ze werd de leidraad van elke actie van de Communistische Partij in haar strijd voor de overwinning van de socialistische revolutie en de opbouw van het socialisme in ons land. De theorie van Lenin over de mogelijkheid van de overwinning van het socialisme in één land tekenden voor het proletariaat een duidelijk strijdperspectief uit, en gaf de vrije loop aan de energie en het initiatief van de proletariërs in elk land om ten strijde te trekken tegen hun nationale bourgeoisie; het inspireerde de communistische partij en de arbeidersklasse om vertrouwen te hebben in de overwinning" (Instituut van het marxisme-leninisme bij het C.C. van de CPSU, Voorwoord bij de Keuze uit de werken van Lenin, Moskou, 1975).

Het trotskisme, uiterst linkse vleugel van het kapitaal

De methode is niet nieuw. Zij is steeds gebruikt door de vervalsers van het marxisme, door de afvalligen. Zo steunden de Duitse sociaal-democraten op de ene of de andere foute of dubbelzinnige formulering van de stichters van het marxisme om hun reformistische politiek en hun verraad aan het socialisme te rechtvaardigen. Zo hebben ze tot den treure het citaat versleten van Engels dat werd gelicht uit het voorwoord van 1895 bij de brochure van Marx 'De Klassenstrijd in Frankrijk':

"De oorlog van 1870-71 en de nederlaag van de Commune hebben, zoals Marx had voorspeld, het zwaartepunt van de Europese arbeidersbeweging voorlopig van Frankrijk naar Duitsland verlegt. In Frankrijk waren er vanzelfsprekend jaren nodig eer men zich had hersteld van de aderlating van mei 1871. In Duitsland echter, waar, mede als gevolg van de Franse miljardenregen de welhaast als in een broeikas opgekweekte industrie zich steeds verder ontwikkelde, groeide de sociaal-democratie nog veel sneller en duurzamer. Dank zij het inzicht waarmee de Duitse arbeiders het in 1866 ingevoerde algemene kiesrecht aanwendden, werd de verbazingwekkende groei van de partij in onbetwistbare cijfers voor iedereen zichtbaar.(…) Met dit succesvolle gebruik van het algemene kiesrecht was echter een geheel nieuwe strijdwijze van het proletariaat in werking getreden en deze ontwikkelde zich snel verder. Men ontdekte dat de staatsinstellingen, in het kader waarvan de heerschappij van de bourgeoisie is georganiseerd, nog meer aanknopingspunten bieden met behulp waarvan de arbeidersklasse deze zelfde staatsinstellingen kan bestrijden. Men nam deel aan verkiezingen voor landdagen, gemeenteraden en beroepsrechtbanken, men betwistte de bourgeoisie elke post, bij het bezetten waarvan een behoorlijk deel van het proletariaat meesprak. En zo kon het gebeuren dat bourgeoisie en regering tenslotte veel banger waren voor het legale dan voor het illegale optreden van de arbeiderspartij, veel banger waren voor de successen bij de verkiezingen dan voor die van een opstand ". (De Klassenstrijd in Frankrijk, Karl Marx, Pegasus, 1974, pp.18-21)

Het is precies dit antiproletarisch gebruik van een fout citaat van Engels dat Rosa Luxemburg aanklaagt op de tribune van het stichtingscongres van de K.P.D.:

"Engels heeft niet lang genoeg geleefd om de resultaten, de praktische consequenties te zien van het gebruik dat men maakte van zijn voorwoord, van zijn theorie. Maar ik ben zeker van één zaak: wanneer men de werken van Marx en Engels kent, wanneer men de levende, authentieke, gave revolutionaire geest kent die uit al hun geschriften, uit al hun leringen straalt, kan men er zeker van zijn dat Engels de eerste zou zijn geweest om te protesteren tegen de overdrijvingen die voortgevloeid zijn uit het zuiver parlementarisme; de arbeidersbeweging in Duitsland is ten prooi gevallen aan de corruptie, aan de degradatie, al vele jaren vóór 1914, want 4 augustus kwam niet uit de lucht gevallen, het was geen onverwachte wending, maar een logisch gevolg van de ervaringen die we voordien hadden opgedaan, dag na dag, jaar na jaar; Engels en zelfs Marx - als hij nog geleefd had – zouden de eersten geweest zijn om hier met geweld tegen in te gaan, om te beletten dat de wagen zou vastlopen in het sluik door hem tegen te houden en door brutaal af te remmen. Maar Engels is gestorven hetzelfde jaar waarin hij dat voorwoord schreef". (Rosa Luxemburg, Ons program en de politieke situatie, rapport op het stichtingscongres van de K.P.D).

Om terug te komen op de idee dat de enige uitdrukking van een imperialistische politiek zou bestaan in de uitvoer van kapitalen, moet gepreciseerd worden dat deze vreemd is aan het boek van Lenin 'Het imperialisme, hoogste stadium van het kapitalisme'. Wel in tegendeel, want er staat geschreven: "Bij de talrijke 'oude' beweegredenen van de koloniale politiek, heeft het financierkapitaal [dat volgens Lenin de voornaamste motor is van het imperialisme] de strijd gevoegd voor de bronnen van grondstoffen, voor de uitvoer van kapitalen, voor 'invloedszones', -'t is te zeggen de zones voor voordelige transacties, van concessies, van monopoliewinsten, enz. – en ten slotte, voor het economisch terrein in het algemeen". (Het imperialisme, hoogste stadium van het kapitalisme, hoofdstuk X).

Deze eenzijdige vervorming van de analyse van het imperialisme door Lenin had in werkelijkheid dezelfde doelstelling als de interpretatie die de stalinisten maakten van de korte passage die voordien geciteerd werd voor wat betreft de 'Opbouw van het socialisme in één land': proberen te doen geloven dat het systeem dat ingesteld werd in de USSR na de Oktoberrevolutie van 1917 en het mislukken van de revolutionaire wereldgolf die er op gevolgd was, niets kapitalistisch noch imperialistisch in zich had. Aangezien de USSR niet de financiële middelen had tot kapitaalexport (behalve op een belachelijke schaal vergeleken met de westerse grootmachten), kon de politiek die ze voerde niet imperialistisch zijn, volgens deze opvatting, zelfs als deze politiek de vorm aannam van territoriale verovering, van uitbreiding van haar 'invloedszones', van het plunderen van grondstoffen en landbouwproducten, ja zelfs van het eenvoudigweg demonteren van fabrieken uit de bezette landen. In feite sloot deze politiek zeer nauw aan bij die van Nazi-Duitsland in het bezette Europa (waar er wel weinig kapitaalexport en veel systematische plundering plaatsvond). Uiteraard kwam deze analyse van het imperialisme goed uit voor de stalinistische propaganda tegenover diegenen die de imperialistische drijverijen van de Sovjetstaat aanklaagden. Maar er dient ook aan herinnerd te worden dat de stalinisten niet de enigen waren om elk idee te verwerpen dat de USSR kapitalistisch en imperialistisch zou kunnen zijn. In hun misleidingonderneming kregen ze hierbij de onverbrekelijke steun van de trotskistische beweging met de analyse die Trotsky had ontwikkeld. Daarin werd de USSR voorgesteld als een 'gedegenereerde arbeidersstaat' waarin de kapitalistische productieverhoudingen opgedoekt waren.

In het kader van deze al vrij lange brief gaan we niet proberen om de ongerijmd-heid aan te tonen van de analyse die door Trotsky gemaakt werd van de productie-verhoudingen in de USSR. Wij verwijzen jullie hiervoor naar de verschillende artikelen die wij gepubliceerd hebben in onze Internationale Revue, zoals bijvoorbeeld 'De niet geïdentificeerde klasse, de sovjetbureaucratie gezien door Trotsky' (International Review nr. 92). Het blijft nochtans belangrijk om te onderstrepen dat het hoofdzakelijk in naam van de 'verdediging van de USSR en zijn arbeidersverworvenheden' was dat de Trotskistische beweging het kamp van de geallieerden heeft gesteund in de loop van de 2e Wereldoorlog, meer bepaald door deel te nemen aan de 'verzetsbewegingen’, m.a.w. door dezelfde politiek te voeren die de sociaal-chauvinisten heeft doorgedrukt in 1914. Ze heeft dus het kamp van de arbeidersklasse verraden en dat van de bourgeoisie vervoegd.

Dat de 'argumenten' die gebruikt werden door de trotskistische stroming om de deelname aan de imperialistische oorlog goed te praten niet identiek waren aan die van de sociaal-chauvinisten tijdens de Eerste Wereldoorlog verandert niets aan de grond van het probleem. In werkelijkheid waren ze van dezelfde aard aangezien ze opriepen om een fundamenteel onderscheid te maken tussen twee vormen van kapitalisme en tot het ondersteunen van één van beide in naam van het 'minste kwaad'. In de Eerste Wereldoorlog riepen de gepatenteerde chauvinisten op tot de verdediging van het vaderland. De sociaal-chauvinisten riepen op, de ene om de 'Duitse beschaving' te verdedigen tegen het 'despotisme van de tsaar', de andere op te komen voor het 'Frankrijk van de Grote Revolutie' tegen het 'Pruisisch militarisme'. In de Tweede wereldoorlog, riepen, naast De Gaulle die het 'eeuwige Frankrijk' verdedigde, de stalinisten (die trouwens ook verwezen naar het 'eeuwige Frankrijk') op tot de verdediging van de democratie tegen het fascisme en tot de verdediging van het 'vaderland van het socialisme'. Van hun kant liepen de trotskisten in de pas van de stalinisten en riepen op tot de deelname aan het 'Verzet' in naam van de arbeidersverworvenheden in de USSR'. Door dit te doen zijn ze, net zoals de stalinisten, tot rekruteringsagenten geworden voor rekening van het Anglo-Amerikaanse kamp in de imperialistische oorlog.

Door hun steun te verlenen aan de Heilige Eenheid tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben de socialistische partijen getekend voor hun overstap naar het kamp van de bourgeoisie. Door de theorie van de 'Opbouw van het socialisme in één land' te aanvaarden hebben de stalinis-tische partijen een beslissende stap gezet naar hun overstap ten dienste van het nationaal kapitaal die bezegeld werd door hun steun aan de herbewapeninginspan-ningen van hun respectievelijke nationale bourgeoisieën en de actieve voorbereiding van de oorlog die zich aankondigde. De deelname van de trotskis-tische stroming aan de Tweede Wereldoorlog bezegelt op haar beurt de overstap van deze stroming naar het kamp van het kapitaal. Daarom kan er geen ander alternatief bestaan, als we het klasseterrein van het proletariaat willen terugvinden, dan een breuk met het trotskisme en zeker niet het streven naar het terugvinden van een 'werkelijk trotskisme'. Dat hadden de stromingen in de 4e Internationale, die een internationalistisch standpunt wilden blijven handhaven, begrepen, zoals die van Munis (de officiële vertegenwoordiger van het trotskisme in Spanje), die van Scheuer in Oostenrijk, die van Stinas in Griekenland, van 'Socialisme ou Barbarie' in Frankrijk. Het was ook het geval voor de weduwe zelf van Trotsky, Natalia Sedova, die gebroken heeft met het trotskisme kort na de Tweede Wereldoorlog ontrent het vraagstuk van de verdediging van de USSR en de deelname in naam van deze verdediging aan de imperialistische oorlog.

Wat jullie betreft, indien jullie werkelijk, zoals jullie het schrijven, de strijd willen voeren aan de zijde van de arbeidersklasse, dan kunnen jullie niet ontkomen aan een duidelijke breuk met de trotskistische stroming en niet alleen met deze of gene organisatie van deze stroming.

Nogmaals, hoe men het probleem ook draait of keert, men kan Trotsky, Lenin of zelfs Marx inroepen, passages uit het hoofd citeren van 'Het imperialisme hoogste stadium van het kapitalisme', men kan zich de oren dichtstoppen of de ogen sluiten naar believen, ofwel ogen EN oren; men kan het hoofd in het zand of elders steken, maar niets zal de volgende prangende werkelijkheid kunnen veranderen: een groep die vandaag in Frankrijk of elders het 'Irakese verzet' steunt wordt niet enkel een rekruteringsagent die de Irakese proletariërs wil omvormen tot kanonnenvlees ten dienste van de meest achterlijke sectoren van de Irakese bourgeoisie (of het nu sjiieten of soennieten zijn), maar vertegenwoordigt tevens een waardevolle steun voor de imperialistische belangen van zijn eigen nationale bourgeoisie, terwijl hij de nationalistische anti-Amerikaanse sentimenten cultiveert van de Franse of andere Europese proletariërs. In elk geval eigent hij zich op onrechtmatige wijze de kwalificatie kommunistisch of internationalistisch toe. En hij verschilt niet met zij die Lenin sociaal-chauvinisten noemt: socialisten in woorden, chauvinisten en bourgeois in daden.

Wat betreft de schijnmarxistische argumenten die gebruik maken van deze of gene zin van Lenin of zelfs van Marx om de deelname aan de imperialistische oorlog te rechtvaardigen, daarop heeft Lenin al op voorhand geantwoord:

"Van bevrijder van de naties die het kapitalisme was in zijn strijd tegen het feodale regime, is het imperialistische kapitalisme tot de grootste onderdrukker van de naties geworden. Vroeger een factor van vooruitgang, is het kapitalisme reactionair geworden; het heeft de productiekrachten ontwikkeld tot op het punt dat de mensheid slechts hoeft over te stappen naar het socialisme, ofwel gedurende jaren en zelfs decennia, de gewapende strijd moet ondergaan van de ‘groot’ machten voor het kunstmatig in stand houden van het kapitalisme met behulp va kolonies, monopolies, privileges en nationale onderdrukking van allerlei aard". (De beginselen van het socialisme en de oorlog van 1914-1915 - De huidige oorlog is een imperialistische oorlog).

"De sociaal-chauvinisten (Plechanov op kop) roepen de tactiek in van Marx in de oorlog van 1870; de Duitse sociaal-chauvinisten (genre Lensch, David en Co.) roepen de verklaringen in van Engels in 1891 over de noodzaak voor de Duitse socialisten om het vaderland te verdedigen in het geval van een oorlog tegen Frankrijk en Rusland samen; de sociaal-chauvinisten van het genre van Kautsky tenslotte, die happig zijn om tot een vergelijk te komen met het internationale chauvinisme en om het te wettigen, roepen het feit in dat Marx en Engels, ook al veroordeelden ze de oorlogen, zich desalniettemin elke keer geschikt hebben, van 1854-1855 tot 1870-1871 en in 1876-1877, aan de zijde van één van de oorlogvoerende staten, eens dat het conflict ondanks alles toch uitbarstte. Al deze verwijzingen vervormen op schandalige wijze de opvattingen van Marx en Engels uit vleierij voor de bourgeoisie en de opportunisten (…) Vandaag de houding van Marx inroepen met betrekking tot de oorlogen van de progressieve bourgeoisie en de woorden van Marx vergeten: 'De arbeiders hebben geen vaderland', woorden die juist betrekking hebben op het tijdperk van de reactionaire bourgeoisie die haar tijd gehad heeft, op het tijdperk van de socialistische revolutie, komt neer op het cynisch vervormen van de gedachtegang van Marx en het socialistische gezichtspunt inruilen voor het burgerlijke". (Het socialisme en de oorlog, hoofdstuk 1).

We hopen dat deze elementen ertoe zullen bijdragen om jullie overdenkingen verder te zetten opdat jullie niet zouden blijven staan bij een simpele breuk met één trotskistische organisatie in het bijzonder, maar dit zouden doortrekken tot het trotskisme in het algemeen en tot alle burgerlijke opvattingen die het meezeult.

Kommunistische groeten,
De IKS, juni 2004

Theoretische vraagstukken: