De buitengewone internationale conferentie van IKS. Het “nieuws” van onze verdwijning wordt zwaar overdreven!

Printer-friendly version

Alle internationale afdelingen van IKS hebben delegaties gezonden naar deze Derde Buitengewone Conferentie en zeer actief deelgenomen aan de debatten. De afdelingen die niet ter plaatse konden zijn (als gevolg van het fort Schengen) hebben de Conferentie hun standpunten toegezonden via verschillende rapporten en resoluties, die aan discussie werden onderworpen.

Crises zijn niet noodzakelijkerwijs dodelijk

Onze contacten en sympathisanten kunnen opgeschrikt raken door dit nieuws; net zoals de vijanden van IKS zeer zeker een rilling van vreugde zullen krijgen. Sommigen onder hen zijn er reeds van overtuigd dat deze crisis onze “laatste” crisis is en de aankondiging vormt van onze verdwijning. Maar dit soort voorspellingen werden bij vorige crises van onze organisatie ook al gedaan. Na de crisis van 1981-1982 – 32 jaar geleden –hadden wij onze lasteraars geantwoord, zoals wij het ook vandaag doen door deze woorden van Mark Twain in herinnering te brengen: Het nieuws van onze dood wordt zwaar overdreven!”

Crises zijn niet noodzakelijkerwijs het teken van een ineenstorting of van een op handen zijnde of onherstelbare mislukking. Integendeel, het bestaan van crises kan de uitdrukking zijn van een gezonde reactie op een onderliggend proces dat zich vredig en verraderlijk had ontwikkeld en dat, aan zijn eigen dynamiek overgelaten, tot de schipbreuk dreigde te leiden. Zo kunnen de crises een teken zijn van een reactie tegenover het gevaar en van de bestrijding van ernstige zwaktes, die tot de instorting leiden. Een crisis kan eveneens heilzaam zijn. Zij kan een fundamenteel moment, een gelegenheid vormen om tot de wortel te gaan van ernstige problemen, om de diepere oorzaken ervan te identificeren en ze te kunnen overwinnen. Dat is wat het de organisatie, tenslotte, in staat zal stellen om zich te versterken en zijn militanten te harden voor de komende gevechten.

In Tweede Internationale (1889-1914) was de sociaal-democratische arbeiderspartij van Rusland (RSDAP) bekend door een reeks crises en splitsingen die ze doormaakte, en omwille van deze reden werd ze met minachting bejegend door de belangrijkste partijen van Internationale, zoals de sociaal-democratische partij van Duitsland (SPD) die van successen naar successen scheen te vliegen en waarvan het ledental, evenals de verkiezingsresultaten, zich gewoonlijk vermeerderden. Nochtans hebben de crises van de Russische partij en de strijd om deze crises te overwinnen en de lessen eruit te trekken, door de bolsjewistische vleugel, de revolutionaire minderheid versterkt en haar erop voorbereid om zich tegen de imperialistische oorlog in 1914 te verzetten en om zich aan het hoofd te stellen van de revolutie van oktober 1917. Daarentegen hebben quasi-eenheid en de “rust” binnen SPD (die alleen ter discussie werden gesteld door de verstoringen van Rosa Luxemburg) ertoe geleid dat ze, in 1914 geconfronteerd met de Eerste Wereldoorlog, volledig en onherroepelijk ineenstortte door haar verraad van de internationalistische principes.

In 1982 heeft IKS haar eigen crisis geïdentificeerd (veroorzaakt door een ontwikkeling van linkse en activistische verwarringen die het element Chénier (2) de gelegenheid had gegeven een aanzienlijke schade aan te richten in onze afdeling in Groot-Brittannië) en er de lessen uit getrokken om meer diepgaand haar principes te herstellen wat betreft haar eigen functie en werking (zie Internationale Revue nr. 16: “Rapport over de functie van de revolutionaire organisatie“ en Revue nr. 16: “Rapport over de structuur en het functioneren van de revolutionaire organisatie”). Het is na afloop van deze crisis dat de huidige statuten van IKS werden goedgekeurd.

De “bordigistische” Internationale Communistische Partij (Programme communiste), die toentertijd de belangrijkste groep van de Kommunistische Linkerzijde was, heeft nog ernstigere moeilijkheden gekend, maar deze groep is niet in staat geweest om de lessen eruit te trekken en is als een kaartenhuis ineengestort met het verlies van bijna al haar leden (Zie Internationale Revue Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 32: “De stuiptrekkingen in het revolutionaire milieu”).

Bovendien, om haar eigen crises identificeren, heeft de IKS zich gebaseerd op een ander principe dat de bolsjewistische ervaring ons heeft geleerd: d.w.z. het bekendmaken van de omstandigheden alsook het delen van de lessen van haar interne crises, teneinde bij te dragen tot de grootst mogelijke verheldering (in tegenstelling tot de andere revolutionaire groepen die het bestaan van hun interne crises voor het proletariaat verbergen). Wij zijn ervan overtuigd dat de strijd, om de interne crises van de revolutionaire organisaties te overwinnen, het mogelijk maakt om de waarheden en de algemene principes in de strijd voor het kommunisme duidelijker te laten uitkomen.

In het voorwoord van Een stap voorwaarts, twee stappen achterwaarts, van 1904, schrijft Lenin : “[Onze tegenstanders zullen] meesmuilen en leedvermaak hebben over onze conflicten; zij zullen natuurlijk hun best doen afzonderlijke passages uit mijn brochure, die gewijd zijn aan de tekortkomingen en de feilen van onze partij, voor hun doeleinden uit hun verband te rukken. De Russische sociaal-democraten hebben reeds voldoende in de vuurlinie gestaan om zich nog door deze speldenprikken in verwarring te laten brengen en in weerwil daarvan hun werk van de zelfkritiek en het genadeloos onthullen van de eigen gebreken voort te zetten die door de groei  van de arbeidersbeweging besliste en ongetwijfeld overwonnen zullen worden. Laten de heren tegenstanders maar proberen ons een beeld van de werkelijke situatie in hun ‘partijen’ te geven, dat ook maar in de verste verte het beeld benadert dat de notulen van het IIe PartijCongres bieden!” (3)

Aan de hand van het voorbeeld van Lenin, zijn wij van mening dat, ondanks het oppervlakkige plezier dat onze vijanden aan onze moeilijkheden beleven (die zij interpreteren met hun eigen vervormende glazen), zullen de authentieke revolutionairen van hun fouten leren en er sterker uitkomen. Daarom publiceren wij hier, zelfs kort, een overzicht van de evolutie van deze crisis in IKS en rol die onze Buitengewone Conferentie heeft gespeeld om deze het hoofd te bieden.

De aard van de huidige crisis van IKS

Het epicentrum van de huidige crisis binnen de IKS werd gevormd door, in haar afdeling in Frankrijk, een heropleving van een denigrerende campagne, verborgen gehouden voor het geheel van de organisatie, gericht tegen een kameraad die als duivels werd voorgesteld (en wel in die mate dat de militant zelfs van mening was dat haar aanwezigheid in de organisatie een belemmering vormde voor de ontwikkeling van deze laatste). Natuurlijk is het bestaan van een dergelijke praktijk van stigmatisering van een zondebok – die geacht wordt de verantwoordelijk te zijn voor alle problemen die in de hele organisatie werden ondervonden – absoluut ontoelaatbaar in een kommunistische organisatie die de bestaande ziekelijke pesterijen moet verwerpen die in de kapitalistische maatschappij bestaan en die het gevolg zijn van de burgerlijke moraal van het “ieder voor zich en God voor ons allen”. De moeilijkheden van de organisatie zijn de verantwoordelijkheid van de hele organisatie. De verborgen campagne van ostracisme ten aanzien van een lid van de organisatie, stelt het principe van kommunistische solidariteit, waar op IKS gebaseerd is, zelf in vraag.

Wij konden ons niet tevreden stellen deze campagne slechts te beëindigen, toen zij eenmaal aan de daglicht was gekomen nadat ze openbaar gemaakt was door het centrale orgaan van IKS.
Het betrof niet het soort feiten die men eenvoudigweg als een ongelukkig samenloop van omstandigheden zijdelings terzijde kan schuiven. Wij moesten tot de wortel gaan en verklaren waarom en hoe zo’n plaag, die de fundamentele kommunistische principes opnieuw zo overduidelijk ter discussie stelt, zich opnieuw in onze rijen had kunnen ontwikkelen. De taak van de Buitengewone Conferentie was een gemeenschappelijke overeenstemming te bereiken over deze uitleg en de vooruitzichten te ontwikkelen om dergelijke praktijken in de toekomst uit te roeien.

Eén van de taken van de Buitengewone Conferentie was het eindverslag van de Erejury aan te horen, die begin 2013 was gevraagd door de kameraad die buiten haar medeweten werd belasterd, en zich erover uit te spreken. Het was niet voldoende dat iedereen akkoord ging met de erkenning dat er laster en de stigmatiserende methoden waren gebruikt tegen de kameraad; ze moesten worden bewezen met feiten. Het geheel van de beschuldigingen, die tegen deze kameraad waren aangevoerd, moesten op een zorgvuldige wijze worden onderzocht en hun oorsprong geïdentificeerd. De beweringen, die haar in diskrediet brachten, moesten aan het geheel van de organisatie worden geopenbaard om elke ambiguïteit uit te schakelen en om elke herhaling van de laster in de toekomst te verhinderen. Na een jaar van werk heeft de Erejury (samengesteld uit militanten van vier afdelingen van IKS) alle beschuldigingen (en in het bijzonder bepaalde schandelijke laster die door een militant werd verspreid), systematisch weerlegd en elke grond daarvoor weggenomen. (4)

De Jury heeft duidelijk aan kunnen tonen dat deze campagne van ostracisme in werkelijkheid was gebaseerd op de ingang van obscurantistische vooroordelen in de organisatie, gedragen door een kringgeest (alsook door een zekere “cultuur van de roddel” die was overgebleven uit het verleden en waarvan de bepaalde militanten zich nog niet hadden ontdaan). Door alle krachten te wijden aan deze Jury, paste de IKS een andere les van de revolutionaire beweging toe: iedere militant die het onderwerp is van verdenkingen, van niet-gegronde beschuldigingen of laster, heeft de plicht om een beroep te doen op een Erejury. De weigering om deze methode in te zetten leidt ertoe dat de geldigheid van de beschuldigingen impliciet worden erkend.

De Erejury is eveneens een middel om de morele gezondheid van de revolutionair organisatie te bewaren” (zoals het Victor Serge verzekerde) (5) want het wantrouwen tussen haar leden is een gif dat een revolutionaire organisatie snel kan vernietigen.

Het is trouwens iets dat goed bekend is bij de politie die, zoals het de geschiedenis van de arbeidersbeweging laat zien, bij voorkeur deze methode gebruikt om het bestaande wantrouwen te onderhouden of uit te lokken en zo te proberen om de revolutionaire organisaties van binnenuit te vernietigen. Men heeft dit kunnen aanschouwen, met name in de jaren 1930, in de intriges van GPU van Stalin tegen de trotskistische beweging in Frankrijk en elders. In feite is het zich richten op militanten om ze te maken tot mikpunt van een campagne van diskrediet en laster altijd een voornaam wapen geweest van de hele bourgeoisie om het wantrouwen ten opzichte van de revolutionaire beweging, alsook om het wantrouwen in haar midden aan te wakkeren.

Daarom hebben de revolutionaire marxisten altijd al hun inspanningen gewijd om dit soort aanvallen tegen de kommunistische organisaties te ontmaskeren.

Ten tijde van de Moskou-processen van in de jaren 1930, heeft Leon Trotsky in ballingschap een Erejury aangevraagd (gekend onder de naam van Dewey-Commissie) om de weerzinwekkende laster te weerleggen die tegen hem, in deze processen, door de procureur–generaal Vychinski werden aangevoerd. (6) Marx heeft zijn werkzaamheden aan Het Kapitaal een jaar lang, in 1860, onderbroken om een heel boek voor te bereiden waarin hij systematisch de laster weerlegt die door Herr Vogt tegen hem werd aangevoerd.

Gelijktijdig met werden de werkzaamheden, verricht door de Erejury, zocht de organisatie naar de diepere wortels van de crisis door zich te wapenen met een theoretisch kader. Na de crisis van IKS in 2001-2002, hadden wij reeds een langdurige theoretische inspanning gedaan om te begrijpen hoe het mogelijk was dat er binnen de organisatie een zogezegde fractie had kunnen ontstaan, die zich onderscheidde door het gedrag van herrieschoppers en politieverklikkers: het in het geheim rondstrooien van geruchten waarin een van onze militanten ervan werd beschuldigd een agent van de Staat te zijn, het stelen van het geld, het stelen van het materiaal van de organisatie (met name het adressenbestand van onze militanten en onze abonnees), chantage, het uiten van doodsbedreigingen ten opzichte van een van onze militanten, het opzettelijk publiceren van interne informatie die het werk van de politie opzettelijk begunstigt, enzovoort. Deze laaghartige fractie met de politieke omgangsvormen van gangsters (en deze van de tendens Chénier, ten tijde van onze crisis van 1981 in herinnering roepen) is bekend onder de naam IFIKS (Interne Fractie van IKS). (7)

Na deze ervaring is de  IKS begonnen om vanuit een historisch en theoretisch perspectief de kwestie van de moraal te onderzoeken. In de Internationale Revue nr. 23 hebben wij “de Oriëntatietekst van over het vertrouwen en de solidariteit in de strijd van het proletariaat” gepubliceerd, en in de Revue nr. 21 een andere tekst over “Marxisme en Ethiek”. In verband met deze theoretische overwegingen, heeft onze organisatie een historisch onderzoek gedaan naar het sociale verschijnsel van het pogromisme – deze totale aan de kommunistische tegengestelde waarden die het hart vormt van de mentaliteit van IFIKS in zijn laaghartige activiteiten om de IKS te vernietigen. Op basis van deze eerste teksten en in dit theoretisch werk over de aspecten van de kommunistische moraal heeft de IKS zijn inzicht in de meer fundamentele oorzaken van de huidige crisis uitgewerkt. De oppervlakkigheid, de opportunistische afwijkingen en het “arbeiderisme”, het gebrek aan discussie en aan theoretische discussies ten gunste van een activistische linksgerichte tussenkomst in de onmiddellijke strijd, het ongeduld en de tendens om onze activiteit op lange termijn uit het oog te verliezen, hebben deze crisis binnen IKS bevorderd. Deze crisis werd aldus geïdentificeerd als “een intellectuele en morele” crisis, vergezeld van een verlies van zicht op en een overtreding van de statuten van IKS. (8)

De strijd voor de verdediging van de morele principes van het marxisme

Om het theoretische hart van onze activiteit voor de komende periode voor te bereiden is de Buitengewone Conferentie op een meer diepgaande wijze op het marxistisch inzicht in de moraal teruggekomen. Wij gaan ons intern debat voortzetten en dit vraagstuk, als het voornaamste werktuig van onze herstel uit de huidige crisis, verder verkennen. Zonder revolutionaire theorie, kan er geen revolutionaire organisatie zijn.

Het kommunistisch project behelst ook een onafscheidelijke ethische dimensie. Deze dimensie wordt in het bijzonder bedreigd door de kapitalistische maatschappij, die zich heeft ontluikt op basis van gebruik van geweld, “uit alle poriën bloed en vuil zwetend”, zoals het Marx in Het Kapitaal schreef. Deze dreiging heeft zich in het bijzonder ontwikkeld in de periode van verval van het kapitalisme toen, de bourgeoisie zelfs haar eigen morele principes die zij nog verdedigde in haar liberale periode van expansie van het kapitalisme, geleidelijk heeft opgegeven. De slotfase van het kapitalistische verval – de periode van sociale ontbinding – waarvan de instorting van het Oostblok in 1989 de eerste grote manifestatie vormde – heeft dit proces alleen nog maar meer geaccentueerd.

Vandaag is de burgerlijke maatschappij steeds openlijker, zelfs trots, barbaars. Wij zien het in alle aspecten van het sociale leven: de proliferatie van de oorlogen en de beestachtigheid van de gebruikte methoden waarvan het voornaamste doel schijnt te zijn om de slachtoffers te vernederen en te degraderen, alvorens ze af te slachten; de groei van de gangsterpraktijken – en zijn verheerlijk in de films en in de muziek; de ontwikkeling van de pogroms in de zoektocht naar zondebokken die worden aangewezen als verantwoordelijken voor de misdaden van het kapitalisme en het sociale lijden; de toename  van de vreemdelingenhaat jegens de immigranten en pesterijen op de werkvloer; de ontwikkeling van het geweld ten opzichte van de vrouwen, de seksuele intimidatie en de vrouwenhaat (ook in de scholen en onder de jeugdbendes van de arbeiderswijken). Het cynisme, de leugens en de hypocrisie worden niet meer als laakbaar beschouwd, maar als (business) management aan alle scholen onderwezen. De meest elementaire waarden van elk sociaal leven – zonder over de waarden van de kommunistische maatschappij te spreken – worden meer geschonden naarmate het kapitalisme verder verrot.

De leden van de revolutionaire organisaties kunnen niet aan de invloed van barbaars denken en gedrag ontsnappen. Zij zijn niet immuun voor de schadelijke straling van de ontbinding van de burgerlijke maatschappij, in het bijzonder wanneer de arbeidende klasse, zoals het vandaag nog het geval is, betrekkelijk passief en gedesoriënteerd is, en derhalve niet in staat is om een massaal alternatief te bieden voor de verlengde doodsstrijd van de kapitalistische maatschappij. Andere lagen van de maatschappij, toch verwanten van het proletariaat in hun levensomstandigheden, vormen een actieve drager van deze verrotting. De traditionele onmacht en de frustratie van de kleinburgerij neemt op reusachtige wijze toe – deze tussenlaag zonder historische toekomst tussen het proletariaat en de bourgeoisie. Dit onvermogen vindt een uitlaatklep in pogromistisch gedrag, in het obscurantisme en “de heksenjacht”, die haar de laffe illusie verschaft “toegang tot de macht“ te hebben door het najagen van personen of (etnische, religieuze, enzovoort) minderheden, die als “onruststokers” worden bestempeld.

Het was heel hard nodig om, tijdens de Buitengewone Conferentie van 2014, terug te komen op de kwestie van de moraal. Immers, het explosieve karakter van de crisis van 2001-2002, de afkeer die de manoeuvres van IFIKS hadden veroorzaakt, het nihilistische avonturiersgedrag van sommige van haar leden, hadden ertoe geleid om binnen IKS het diepere onderliggende onbegrip te verduisteren, die het terrein had gevormd voor de pogromiste mentaliteit die aan de oorsprong ligt van de constitutie van de zogenaamde “fractie”. (9)

Als gevolg van de wreedheid van de schok, die een decennium geleden door de laaghartige manoeuvres van IFIKS werd veroorzaakt, ontstond er vervolgens een sterke tendens in IKS tot de normale toestand te willen terugkeren – om een illusoir moment van rust te zoeken. Er heeft zich een geestesgesteldheid ontwikkeld die zich, wat betreft de organisatorische kwesties, afkeerde van de theoretische en historische methode ten gunste van fixatie op de meer praktische vraagstukken van directe tussenkomst in de arbeidende klasse en een regelmatige, maar oppervlakkige opbouw van de organisatie. Hoewel er, met het oog op het te boven komen van de crisis van 2001, een aanzienlijke inspanning was gedaan op theoretisch vlak, werd dit werk steeds meer beschouwd als een bijkomende, secundaire kwestie, en niet als een fundamenteel vraagstuk, van leven en dood, voor de toekomst van de revolutionaire organisatie.

De langzame en moeilijk heropname van de strijd van klasse in 2003 en de grote ontvankelijkheid van het politieke milieu voor de discussie met de Kommunistische Linkerzijde heeft ertoe geneigd deze zwakheid te versterken. Bepaalde delen van de organisatie begonnen de organisatorische principes en de verworvenheden van IKS te vergeten en een zekere verachting te ontwikkelen voor de theorie. De statuten van de organisatie, die de principes van de internationale centralisatie bevatten, werden steeds meer genegeerd ten gunste van plaatselijke filistijnse gedragingen en kringgeest, van het gezonde verstand en “de religie van het dagelijkse leven” (zoals het Marx in het boek 1 van Het Kapitaal zei). Het opportunisme begon zich op verraderlijke wijze te verbreiden.

Nochtans was er een weerstand tegen deze tendens tot onverschilligheid voor de theoretische vragen, aan het politieke geheugenverlies en de verkalking. Eén kameraad in het bijzonder heeft deze opportunistische afwijking openlijk gekritiseerd, en werd derhalve steeds meer als “onrustzaaier” beschouwd en een belemmering voor de normale, routinematige werking van de organisatie. In plaats van een samenhangend politiek antwoord op de kritiek en argumenten van de kameraad naar voren te brengen, heeft het opportunisme zich geuit in een achterbakse persoonlijke smaad. Andere militanten (met name in de afdelingen van IKS in Frankrijk en in Duitsland), die het standpunt van de kameraad tegen deze opportunistische afwijkingen deelden, zijn de “bijkomende slachtoffers“ van deze campagne van smaad geweest.

Aldus heeft de Buitengewone Conferentie aangetoond dat, net zoals in de geschiedenis van de arbeidersbeweging, de discrediterende campagnes en het opportunisme vandaag hand in de hand gaan. In de arbeidersbeweging doen de eersten zich in feite voor zoals een extreme uitdrukking van de tweede. Rosa Luxemburg die als woordvoerdster van de marxistische linkerzijde meedogenloos was in haar aanklacht van het opportunisme, werd door de leiders en bureaucraten van de Duitse sociaal-democratie systematisch belasterd. De degeneratie van de Bolsjewistische Partij en Derde Internationaal ging vergezeld van laster en de permanente vervolging van de oude bolsjewistische garde, in het bijzonder Leon Trotsky.

De organisatie moest dus op terugkomen op het klassieke concept van het organisatorisch opportunisme in de geschiedenis van de arbeidersbeweging, die de lessen van de eigen ervaring van IKS insluit.

De noodzaak om de strijd aan te gaan tegen het opportunisme (en zijn verzoenende uitdrukking: het centrisme) vormde een centrale oriëntatie in de werkzaamheden van de Buitengewone Conferentie: de crisis van de IKS vereiste een voortzetting van de strijd tegen van de wortels van de problemen die werden geïdentificeerd en die een zekere tendens laten zien te zoeken naar een cocon binnen IKS, om de organisatie te veranderen in “club van meningen” en om zich te nestelen in de burgerlijke maatschappij in ontbinding. In feite vormt de aard zelf van het revolutionaire militantisme de permanente strijd tegen het gewicht van de heersende ideologie, en tegen alle ideologieën die vreemd zijn aan het proletariaat, die op een verraderlijke manier langzaam de revolutionaire organisaties binnendringen. Het is dit gevecht dat de norm moet zijn voor het interne leven van de kommunistische organisatie en voor elk van zijn leden.

De strijd tegen elk oppervlakkige akkoord, de individuele inspanning van elke militant om zijn politieke standpunten tegenover het geheel van de organisatie tot uitdrukking te brengen, de noodzaak zijn meningsverschillen te ontwikkelen met ernstige en samenhangende politieke argumenten, de kracht te ontwikkelen om de politieke kritiek te aanvaarden – dat zijn de punten die door de Buitengewone Conferentie zijn benadrukt. Zoals het de Resolutie van Activiteiten onderstreept, die op de Conferentie is aangenomen: “6d) de revolutionaire militant moet een strijder zijn, voor de standpunten van klasse van het proletariaat en zijn eigen ideeën. Dit is geen vrijblijvende voorwaarde voor het militantisme, het ís het militantisme. Zonder dat kan er geen strijd voor de waarheid zijn, die alleen maar naar boven kan komen door de confrontatie van de ideeën en door het feit dat elke militant opstaat om zijn standpunt te verdedigen. Voor de organisatie is het nodig om de standpunten van alle kameraden te kennen, de passieve akkoord is nutteloos en contra-productief (…) Zijn individuele verantwoordelijkheid nemen, eerlijk zijn, is een fundamenteel aspect van de proletarische moraal.“

De huidige crisis is niet de “laatste” crisis van IKS

De dag voor de Buitengewone Conferentie heeft de publicatie op internet van een “Oproep aan het proletarische kamp en de militanten van IKS” waarin “de laatste crisis” van IKS werd aangekondigd ten volle het belang onderstreept van de strijdgeest voor de verdediging van de kommunistische organisatie en van haar principes, in het bijzonder tegenover al degenen die proberen om haar te vernietigen. Deze uitermate walgelijke “oproep” gaat uit van een zogenaamde “Internationale Groep van de Kommunistische Linkerzijde” (IGLK), maar is, door haar huwelijk met elementen van Klasbatalo in Montreal, in wezen een vermomming van de verachtelijke IFIKS. Het is een tekst die een haat ademt en een oproep tot een pogrom tegen sommige van onze kameraden. Deze tekst kondigt op luidruchtige wijze aan dat deze “IGLK” in bezit is van interne documenten van IKS. Haar doel is duidelijk: onze Buitengewone Conferentie te saboteren door onrust en tweedracht te zaaien binnen IKS middels een poging tot algemene verdachtmakingen in onze rijen, precies een dag voor het begin van deze Internationale Conferentie - door het bericht te verspreiden dat er een verrader in IKS, een medeplichtige van “IGLK” is, die onze interne bulletins aan haar doorspeelt. (10)

De Buitengewone Conferentie heeft direct stelling genomen ten opzichte van deze “Oproep” van IGLK: volgens alle militanten is het duidelijk geweest dat IFIKS bezig is om nog eens (en op een nog schadelijkere wijze) het werk te doen van de politie op een manier die Victor Serge op een zo veelzeggende wijze beschrijft in zijn boek Wat iedere revolutionair van de repressie moet weten (opgesteld op basis van de archieven van de Tsaristische politie, die na de Oktoberrevolutie 1917 werden ontdekt). (11)

Maar in plaats van militanten van de IKS tegen elkaar op te zetten, hebben de methoden van “IGLK”, de politieke politie van Stalin en Stasi waardig, een unanieme walging opwekt, en er slechts toe geleid de reusachtige inzet van onze interne crisis onder de aandacht te brengen en de eenheid onder de militanten te versterken achter het ordewoord van de arbeidersbeweging: “Allen voor één en één voor allen!” (aangehaald in het boek van Joseph Dietzgen, door Marx de “filosoof van het proletariaat” genoemd,  “Het wezen van de menselijke hoofdarbeid”). Deze politieaanval van IGLK (ex-IFIKS) heeft alle militanten op een nog duidelijkere wijze doen beseffen dat de interne zwakheden van de organisatie, de nalatigheid tegenover de permanente druk van de heersende ideologie op de revolutionaire organisaties, haar kwetsbaar heeft gemaakt voor de machinaties van haar vijanden, waarvan de vernietigende voornemens geen enkele twijfel openlaten.

De Buitengewone Conferentie heeft het uiterst ernstige en reusachtige werk van de Erejury begroet. Zij heeft eveneens de moed van de kameraad begroet die de aanvraag ertoe heeft gedaan en die vanwege haar politieke meningsverschillen werd buitengesloten. (12) Want enkel de lafaards, en degenen die zich schuldig weten, weigeren om duidelijkheid te verschaffen voor dit soort commissies, die een erfenis zijn die ons door de arbeidersbeweging is nagelaten. De wolk die boven de organisatie hing, heeft zich opgelost. En het werd tijd.

De Buitengewone Conférentie kon geen einde maken aan de strijd van IKS tegen deze “intellectuele en morele” crisis – deze strijd gaat noodzakelijkerwijs door – maar zij heeft de organisatie voorzien van een oriëntatie zonder enige tweeslachtigheid: de opening van een intern theoretisch debat over de “Stellingen over de moraal”, voorgesteld door het centrale orgaan van IKS. Wanneer ons debat daarover een voldoende niveau van rijpheid bereikt heeft, zal er onze pers natuurlijk een weerslag verschijnen van de eventuele uiteenlopende standpunten.

Sommige van onze lezers zullen misschien geloven dat de fixatie van IKS op zijn interne crisis en de strijd tegen de aanvallen van het type politie, waarvan wij het doelwit zijn, de uitdrukking is van “een narcistische waanzin” of “een collectief paranoïde delirium”. De zorg voor de onverzettelijke verdediging van onze organisatorische, programmatische en ethische principes zou, volgens dit standpunt, een afwijking vormen van de praktische taak en van “het gezonde verstand” om onze invloed in de directe strijd van de arbeidende klasse zoveel mogelijk te ontwikkelen. Dit standpunt herhaalt, wat betreft de inhoud maar in een andere context, slechts het argument van de opportunisten over het gladjes functioneren van de Duitse Sociaal-Democratische Partij ten opzichte van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij van Rusland, die in de periode die voorafging aan de Eerste Wereldoorlog dooreen geschud werd door crises. Deze benadering, die erin bestaat om de meningsverschillen tegen elke prijs te verbergen en de confrontatie van de politieke argumenten te weigeren teneinde “de eenheid” te behouden, bereidt slechts vroeger of later de verdwijning van de georganiseerde revolutionaire minderheden.

De verdediging van de fundamentele kommunistische principes is niettemin de belangrijkste taak van de revolutionaire minderheden, hoe veraf zij ook lijken te staan van de actuele noden en het huidige bewustzijn in de arbeidersklasse. Onze vastbeslotenheid om een permanent gevecht aan te gaan voor de verdediging van de kommunistische moraal – die in het centrum staat van het principe van de solidariteit – vormt de sleutel tot het behoud van onze organisatie tegenover de smetstoffen van de kapitalistische sociale ontbinding, die onvermijdelijk langzaam binnendringen in alle revolutionaire organisaties. Enkel de politieke bewapening, de versterking van ons theoretisch uitwerking, kan ons in staat stellen dit dodelijk gevaar het hoofd te bieden. Zonder de onverbiddelijke verdediging van de ethiek van de klasse die de drager is van het kommunisme, zou de mogelijkheid voortdurend verstikt worden dat de ontwikkeling van de strijd van klasse leidt tot de revolutie en de toekomstige opbouw van een echte uniforme wereldgemeenschap.

Eén ding is duidelijk gebleken op de Buitengewone Conferentie van 2014: er zal geen terugkeer zijn naar een normale situatie wat betreft de interne en externe activiteiten van IKS.

In tegenstelling tot wat bij de crisis van 2001 was gebeurd, kunnen wij ons er nu reeds op verheugen dat de kameraden die in een dynamiek van individuele stigmatisering waren verzeild geraakt, zich bewust zijn geworden van de ernst van hun afwijking. Deze militanten hebben vrijwillig besloten om trouw te blijven aan IKS en haar principes en tijdens deze dagen in onze strijd voor de handhaving van de organisatie betrokken geweest. Zoals de hele IKS, zijn zij van nu af aan in de overdenking en theoretische verdieping betrokken, iets dat vroeger heel erg werd ondergewaardeerd. Door zich de formulering van Spinoza eigen te maken“niet lachen, niet huilen, niet wanhopen maar begrijpen“, heeft IKS zich geëngageerd voor de toe-eigening van deze grondgedachte van het marxisme: de strijd van het proletariaat voor de bouw van het communisme heeft niet alleen een “economische” dimensie (zoals het vulgair materialistisch denkt) maar eveneens een fundamentele “intellectuele en morele” dimensie (zoals dit vooropgesteld is door, met name, Lenin en Rosa Luxemburg).

Wij betreuren het dat onze lasteraars van alle kanten moeten ervaren dat er binnen IKS geen enkel onmiddellijk vooruitzicht bestaat op een nieuwe parasitaire splitsing, zoals dat het geval was bij onze vorige crises. Er is geen enkel vooruitzicht op de constitutie van een nieuwe “fractie”, geschikt om de “Oproep” van de IGLK te vervoegen tot het pogromisme tegen onze eigen kameraden (een “Oproep” die fanatiek onder verschillende sociale netwerken wordt verspreid en evenals door een zogenaamde Pierre “Hempel”, die zich voordoet als de vertegenwoordiger van “het universele proletariaat”). In tegendeel: de politiemethoden van IGLK, gesponsord door een “kritische” tendens binnen een burgerlijke reformistische partij (de NPA!) (13), hebben de algemene verontwaardiging van de militanten van IKS slechts versterkt en hun vastbeslotenheid om de strijd voor de versterking van de organisatie te voeren.

Het “nieuws” van onze verdwijning is dus ruimschoots overdreven en vroegtijdig!

Internationale Kommunistische Stroming

(1) Zoals bij de buitengewone conferentie van 2002 (zie ons artikel in Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 110 „De Buitengewone Conferentie van IKS: De strijd voor de verdediging van de organisatorische beginselen”) is die van 2014 gehouden door de gedeeltelijke vervanging van het gangbare congres van onze afdeling in Frankrijk. Aldus werden bepaalde zittingen aan de buitengewone internationale conferentie en anderen aan het congres van de afdeling in Frankrijk gewijd, waarvan onze krant Révolution Internationale verslag zal uitbrengen.

 (2) Chénier was een lid van de afdeling in Frankrijk die tijdens de zomer van 1981 werd uitgesloten vanwege een geheime campagne van het discrediteren van de centrale organen van de organisatie, van sommige van hun meest ervaren militanten met als doel om militanten tegen elkaar op te zetten, vanwege manoeuvres die op een vreemde manier herinneringen opriepen met die van de agenten van GPU binnen de trotskistische beweging in de jaren 1930. Enkele maanden na zijn uitsluiting heeft Chénier verantwoordelijkheide functies aangenomen in het apparaat van de Socialistische Partij en daarmee in de regering.

(3) Een stap voorwaarts, twee stappen terug; Lenin; SUN Nijmegen

(4) Parallel zich met deze campagne, ontwikkelde zich eveneens een informele discussies binnen de afdeling in Frankrijk, roddel die door bepaalde militanten van de “oudere” generatie die een schandalig denigrerend gedroeg tegen onze kameraad Marc Chirik, oprichter van IKS en zonder wie onze organisatie niet zou bestaan. Deze roddel werd geïdentificeerd als een uiting van het gewicht van de kringgeest en van de invloed van de kleinburgerij in ontbinding, die diepgaand had gekenmerkt de generatie die voortkwam uit de studentenbeweging van Mei 68 (met al haar anarcho-moderniste en linksgerichte ideologieën).

(5) Wat iedere revolutionair moet weten over repressie

(6) De Erejury van IKS heeft zich gebaseerd op de wetenschappelijke methode van onderzoek en verificatie van de feiten van de Dewey-Commissie. Het geheel van haar werkzaamheden (documenten, notulen, registraties van onderhoud en getuigenissen, enzovoort) worden zorgvuldig in de archieven van IKS bewaard.

(7) Zie met name daaromtrent onze artikels: Vijftiende Congres van de IKS: De organisatie versterken tegenover de inzet van de huidige periode; Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 114; De politiemethoden van de IFIKS in Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 330 en Calomnie et mouchardage, les deux mamelles de la politique de la FICCI envers le IKS (https://fr.internationalism.org/icconline/2006_ficci).

(8) Het centrale orgaan van IKS (evenals de Erejury) heeft duidelijk aangetoond dat het niet de uitgesloten kameraad is die de statuten van IKS niet heeft gerespecteerd maar, integendeel, de militanten die zich hebben geëngageerd in deze campagne van diskrediet.

(9) De weerstand in onze rijen om een debat over de kwestie van de moraal te ontwikkelen vindt haar oorsprong in een aangeboren zwakheid van IKS (en die, in werkelijkheid, het geheel van de groepen van de Kommunistische Linkerzijde beïnvloedt): de eerste generatie van militanten verwierp bij meerderheid deze kwestie, die niet in onze statuten kon worden opgenomen, zoals het onze kameraad Marc Chirik wenste. De moraal werd door deze toentertijd jonge militanten als een halsring, “een product van de burgerlijke ideologie” beleefd, en wel zodanig dat sommigen onder hen, afkomstig uit het libertaire milieu, eisten om zonder enig taboe te leven! Dit openbaarde een schrijnende gebrek aan kennis van de geschiedenis van de menselijke soort en van de ontwikkeling van zijn beschaving.

(10) Zie de “Mededeling aan onze lezers: De IKS ondergaat een nieuwe aanval door een nieuw verdacht broeinest van de bourgeoisie “ [Internationalisme 361 – Wereldrevolutie 136, Najaar 2014].

(11) Om de klasse-aard van deze aanval te bevestigen, heeft een zekere Pierre Hempel op zijn blog andere interne documenten gepubliceerd die IFIKS hem heeft overhandigd. Hij heeft zelfs onbewogen en publiekelijk op zijn blog verzekerd:  Als de politie me zo'n docu[ment] toegestuurd had, zou ik ze er namens het proletariaat ervoor bedankt hebben.”! De “heilige alliantie” van de vijanden van IKS (voor een goed deel gevormd wordt door opnieuw opgepoetste “vriendschap van oudgedienden militanten van de IKS”) weet heel goed tot welk kamp zij behoort!

(12) Wat reeds was het geval was bij het begin van de crisis van 2001: wanneer dezelfde kameraad een politiek meningsverschil had met een tekst, opgesteld door een lid van het Internationale Secretariaat van IKS (over de kwestie van de centralisatie), was er alleen verontwaardiging van de kant van de meerderheid van zijn leden. In plaats van een debat te openen, om op de politieke argumenten van de kameraad te antwoorden, heeft deze meerderheid het debat verstikt en een campagne van laster tegen haar in gang gezet, in geheime vergaderingen en door geruchten in de afdeling in Frankrijk en in Mexico te ventileren, volgens welke deze kameraad, als gevolg van haar politieke meningsverschillen met leden van het centrale orgaan van IKS, een “strontvlieg” en zelfs “een politieman” was, volgens uitlatingen van de twee elementen van IFIKS (Juan en Jonas), die aan de oorsprong staan van de oprichting van “IGLK”.

(13) Men moet vaststellen dat “IGLK” tot nu toe nog altijd geen verklaring heeft gegeven over zijn betrekkingen en toenadering tot deze tendens, die strijdt binnen de Nieuwe Antikapitalistische Partij (NPA) van Olivier Besancenot. Wie zwijgt stemt toe!

Erfenis van de Kommunistische Linkerzijde: 

Politieke stromingen en verwijzingen: 

Ontwikkeling van proletarisch bewustzijn en organisatie: