Stimuleren of bezuinigen: De vicieuze cirkel van de economische crisis

Printer-friendly version

‘100 – 10 = X en 100 – 4 = Y.’ Deze eenvoudige rekenopgave leren de leerlingen vanaf het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Toch zijn er kinderen die moeite hebben met deze eenvoudige opgave, zoals onderzoeken van PISA steeds weer aantonen (1) Toegegeven, als er dan een paar nullen bijkomen en het gaat om getallen van miljoenen en miljarden, kan men zich sneller misrekenen, ook al verandert er niets aan de hoofdbewerking. Nu werd er bij de meest recente PISA-test een bijzonder moeilijke opgave gegeven. ‘100 – 10 = X en 100 – 4 = Y.’ Deze eenvoudige rekenopgave leren de leerlingen vanaf het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Toch zijn er kinderen die moeite hebben met deze eenvoudige opgave, zoals onderzoeken van PISA steeds weer aantonen (1) Toegegeven, als er dan een paar nullen bijkomen en het gaat om getallen van miljoenen en miljarden, kan men zich sneller misrekenen, ook al verandert er niets aan de hoofdbewerking. Nu werd er bij de meest recente PISA-test een bijzonder moeilijke opgave gegeven. Het ging om de samenhang tussen de beheersing van de hoofdbewerking, wetenschappelijk inzicht, logica, en een factor die door de leerlingen zelf moest uitgezocht worden. De vraag luidde: "Wanneer de koopkracht bij aanvang 100% bedraagt, en als die dan met 10% verminderd wordt, is de koopkracht dan als gevolg daarvan toe- of afgenomen?". Bijna alle leerlingen slaagden er in om deze vraag zonder problemen te beantwoorden. Op de toegevoegde vraag, in verband met economie, of het massaal afromen van de koopkracht zou kunnen leiden tot een aanzwengelen van de economie, konden de meeste leerlingen snel en juist een antwoord geven. Daarbij aansluitend moesten de leerlingen de uitspraken van de politici, ondernemers, enzovoort dat "enkel een strikt besparingsprogrmma, een verlaging van de lonen, enzovoort … de economie weer aan het draaien zou brengen", vergelijken met hun eigen antwoorden. In de PISA-test stelden bijna alle leerlingen een uitgesproken gapende kloof vast tussen hun vaststellingen en de uitspraken van de politici. De vraag hoe men tot een dergelijke gapende kloof kwam tussen de meest elementaire vaststellingen van de wiskunde, de logica en de "beloften" van de politici en ondernemers werd onder de leerlingen fel punt van discussie ...

Maar, zonder dollen nu, hoe is het gesteld met de "oplossingen" die de heersende klasse voorstelt?

Griekenland: Besparingen en toename van de armoede – een uitweg uit de crisis?

"Alleen al in het jaar 2010 daalde het Griekse BIP met 4,5%, en tot het tweede kwartaal van 2011 nog eens met 7,5%, terwijl de schuldenlast van het land tot maart 2011 reeds toenam tot 340 miljard Euro"s. (2) De werkloosheid, die eind 2009 ongeveer 9,6% bedroeg, is nu tot 16,3% gestegen. Onder de 15 tot 29-jarigen is zelfs één-derde werkloos. Het loon van de, in vergelijking met de Europese normen, slecht betaalde ambtenaren werd tussen de 30 en 40% verlaagd, alle gepensioneerden van het land moesten een ingreep van hun inkomen ondergaan van 20%. CAO-overeenkomsten hoeven ondertussen niet meer nageleefd te worden. Voor de jonge volwassenen onder de 25 jaar geldt de laagste loongrens van 740 Euro’s bruto voor een volledige betrekking niet meer. Zij moeten het zien te klaren met slechts 600 Euro’s per maand bruto."(2)

Griekenland met zijn circa 20% werklozen is slechts één voorbeeld van een ontwikkeling, die steeds meer veld wint in een reeks van Europese staten. In Ierland is de werkloosheid tot 14% gestegen, in Portugal tot 12%, in Spanje tot boven de 25% – gepaard gaande met omvangrijke besparingsprogramma’s. Italië, Groot-Brittannië, België volgen. In het grootste deel van Europa heerst de besparing, de inkrimping van de koopkracht... een teruggang van de economie, een ineenstorting van de markten.

Dat herinnert aan de tijd van de jaren 1930, toen de toenmalige Duitse kanselier Brüning, na het uitbreken van de economische wereldcrisis, de openbare uitgaven met 30% verlaagde, de belastingen verhoogde, de lonen en sociale uitkeringen radicaal verlaagd werden, en de werklozen en de werkenden met veel minder geld moesten zien te overleven. Het bruto nationaal product kromp in 1931 met 8%, in 1932 met 13%, de werkloosheid nam toe tot 30%. De verdere ontwikkeling is bekend. Het kapitaal slaagde er niet in om de economie uit penarie te trekken. Het draaide uit op een oorlog.

Duitsland: lage lonen, meer armoede en verdeeldheid

In het midden van de maand maart werd een nieuwe studie gepubliceerd over het loonpeil in Duitsland: "Bijna 8 miljoen mensen in Duitsland [10% van de bevolking, nvdv.], moet volgens de studie rondkomen met een loon van minder dan 9,15 euro bruto per uur. Hun aantal is tussen 1995 en 2010 met meer dan 2,3 miljoen gestegen, zoals wordt bericht in de "Süddeutsce Zeitung", die zich beroept op een onderzoek van het Instituut voor Arbeid en Kwalificatie van de universiteitvan Duisburg-Essen. Daarbij zijn ongeveer 23% – bijna één vierde van de werkenden – werkzaam in een lage-loon-sector. Volgens de studie ontvingen de werkers met een laag salaris in het jaar 2010 gemiddeld 6,68 euro in het Westen en 6,52 euro’s in het oosten van Duitsland. Onder hen ontvingen meer dan 4,1 miljoen minder dan 7 euro, ongeveer 2,5 miljoen minder dan 6 euro en bijna 1,4 miljoen zelfs geen 5 euro per uur. Bijna iedereen met een laag loon werkt daarbij nog fulltime en niet parttime. Zo zijn er volgens de berekeningen alleen al 800.000 fulltime werkenden, die minder dan 6 euro verdienen. Dat komt neer op een maandloon van niet meer dan 1000 euro bruto.

Vooral in West-Duitsland is het aantal werkenden met deen laag loon sterk gestegen. Volgens de studie zwol het in 15 jaar aan tot 68% in de vroegere Bondsrepubliek, in het oosten van het land daarentegen slechts met 3%. Toch zou de grote meerderheid van de acht miljoen een vak hebben geleerd". (2)

Wanneer er in Duitsland sprake is van een wonder op het vlak van de jobs en hoge aantallen tewerkgestelden, ligt dat aan de grove verlaging van de lonen, die de loontrekkers er toe dwingt om naast een eerste, slecht betaalde, werkkring, nog een tweede slecht betaalde baan te zoeken. Zelfs het "Manager-Magazin" moest toegeven: "Dit is de verfoeide tijd van de banen-explosie: vele nieuwe banen ontstonden hier in dit land in het voorjaar omdat de lonen voor het werk laag waren. Nu echter wordt het aantal banen met een laag loon openbaar en ook hoe sterk degenen met een bijbaan deze explosie onder vuur nemen". "Zo ontvangen veel uitzendkrachten in de automobielbedrijven, die altijd maar weer nieuwe afzetrecords vermelden, slechts 7,5 euro, terwijl de arbeiders met een vaste aanstelling tot wel 18 euro ontvangen." (3)

Alle bezweringen door de staat en van de kant van de ondernemers dat "Besparingen de economie weer aanzwengelen", veranderen niets aan het feit dat, indien men de koopkracht verlaagt door de loon te verlagen, door de sociale vergoedingen af te schaffen, enzovoort, men de vraag doet kelderen. Het gevolg: nog meer geproduceerde waren die onverkocht blijven, de concurrentiedruk op de ondernemingen neemt toe, rationaliseringsdrang wordt groter en prijsoorlogen verscherpen zich. De bedrijven worden gedwongen om nog meer personeel te doen afvloeien of te ontslaan. De staat krijgt nog minder belastingen binnen en moet nog meer geld uitgeven voor het onderhouden van de werklozen. De groei neemt niet toe, maar af. Het gevolg is: nog minder afbouw van de schulden... Deze methode brengt een kettingreactie teweeg. In werkelijkheid verergert de hele besparingspolitiek de crisis alleen maar en haalt ze het systeem niet uit het slop.

De vicieuze cirkel van schuldenlast en besparingen

De andere "aanzet tot een oplossing" – bijkomende koopkracht scheppen door kunstmatige stimulering ervan in de vorm van goedkope leningen, het aangaan van schulden, enzovoort heeft ook schipbreuk geleden. Deze politiek werd tijdens de laatste tientallen jaren systematisch bedreven. Het gevolg was dat in de leidende industriestaat, de enige overblijvende supermacht, de VS, steeds meer gemeenten zich bankroet meldden, en steeds meer deelstaten die richting uitgaan. De kapitalisten overvallen de loontrekkers als een bende rovers. Enige voorbeelden: "Michael Bloomberg, miljardair en burgemeester van New York, heeft voor2012, voor de gemeente al drastische besparingsmaatregelen uitgevaardigd, waaronder ontslagen in vele stedelijke besturen, het nachtelijk sluiten van 20 brandweerkazernes, ingekorte openingstijden voor de bibliotheken en cultuurcentra, evenals het ontslag van 6.000 leerkrachten in juni aanstaande. Desondanks dreigt er, volgens het bureau van de burgemeester, een begrotingstekort van 4,4 miljard dollar".(4)

Nadat de staat in de zomer van 2011 insolvabel dreigde te worden, kon de VS-regering door een verdere verhoging van de schuldenplafond en de aangekondigde van drastische te schrappen de betalingsmoeilijkheden nog even vooruit te schuiven. "De federale regering in Washington kan geld laten drukken, de bondsstaten kunnen hun begrotingsproblemen afwentelen op de steden. Maar die moeten dan melden dat er betalingsmoeilijkheden zijn, daar zij de tekorten niet meer aankunnen". (idem) Zo beschrijft Stephanie Gomez, een lid van de gemeenteraad van Vallejo, de dreigende fiscale kettingreactie in de VS: "de schilderachtige stad Vallejo, met 115.000 inwoners op de heuvels van San Francisco, keerde deze zomer, na drie jaar, terug uit de insolvabiliteit. Kortweg komt de fiscale wederopstanding neer op het volgende: de helft van de brandweerlui werd naar huis gestuurd, een derde van de politie werd ontslagen, bibliotheken en parken werden gesloten, talrijke officiële dienstverleningen – waaronder die voor senioren – werden opgedoekt (…) Staatspensioenen gelden plotseling niet meer als een onaantastbaar recht, en dat bij een gebrek aan betalingsmogelijkheden van de gemeente geen stand meer houdt". De failliete stad Central Falls in Rhode Island heeft al jarenlang niets afgedragen aan het pensioenfonds van brandweerlui, politie en andere ambtenaren. Nu wordt een deel van de 47 miljoen dollar toezeggingen aan die pensioenen geschrapt, om de rente te kunnen betalen aan de banken. De kranten uit de armste stad van Rhode Island berichtten dat reeds 82 gepensioneerden van de stad zich akkoord hebben verklaard met de inlevering op hun pensioen tot 55%". (idem)

Zelfs de gigantische programma’s om de economie aan te zwengelen en de praktijk van schulden aangaan, kunnen het failliet enkel maar voor zich uitschuiven, totdat het moment komt waarbij zowel de insolvabiliteit als ingrijpende besparingsprogramma’s voor de deur staan.

Zo bewijzen alle maatregelen, die de heersende klasse toepast om de economische crisis te overwinnen, eigenlijk alleen maar dat het systeem een uitweg ontbeert. Geen enkele maatregel van het kapitaal kan deze vicieuze cirkel doorbreken, behalve de opheffing van het systeem zelf. Daarom moet heersende klasse steeds meer en steeds glasharder gaan liegen.

D. / 18.03.2012

 

Voetnoten

(1) PISA internationaal: PISA is een onderzoek dat uitgevoerd wordt in meer dan 60 landen of regio’s en daarmee is 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigt. Dit internationale karakter is één van de grote meerwaardes van het onderzoek. Zowel de Oeso- als niet-Oeso-landen kunnen deelnemen. Het onderzoek staat onder toezicht van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en wordt in ieder deelnemend land gecoördineerd door het Ministerie van Onderwijs. De instrumenten (vragenlijsten en test-items) werden zo gemaakt dat ze in verschillende culturen, nationaliteiten en talen van de deelnemende landen kunnen worden gebruikt.

(2) https://www.stern.de/wirtschaft/job/einkommen-in-Deutschland-jeder-viert...

(3)https://www.manager-magazin.de/politik/artikel/0,2828.82103,00.html

(4)https://www.manager-magazin.de/politik/wirtschaft/0,2828,806026,00.html

Theoretische vraagstukken: