De arbeidersklasse onder druk van de crisis en het militarisme

Printer-friendly version

Na de betoging op 13 februari, die meer dan 100.000 betogers bijeenbracht, bevestigde de algemene staking van 24 uur op 31 maart eens te meer dat de verontwaardiging en woede tegen de bezuinigingsplannen van de federale regering[1] diep leeft bij een groeiend aantal arbeiders uit alle sectoren en regio's van België, en dat de strijdbaarheid hoog blijft. De sectorale en regionale versnippering die de beweging is opgelegd, illustreert echter dat de bourgeoisie haar tegenoffensief heeft gelanceerd via haar vakbonden, en dit in een context van handelsoorlog en exploderende defensiebudgetten die massale nieuwe aanvallen op de arbeidersklasse inluiden, in België en over de hele wereld.

Een breuk met passiviteit en wanorde

Deze belangrijke strijdgolf in België staat niet alleen, maar is een uitdrukking van de breuk met jaren van passieve onderwerping van arbeiders aan de aanvallen van de bourgeoisie, van atomisering, maar ook van een ondergrondse rijping, het voortdurende proces van reflectie. "De heropleving van de strijdbaarheid van de arbeiders in een aantal landen is een belangrijke historische gebeurtenis die niet alleen het resultaat is van lokale omstandigheden en niet verklaard kan worden door louter nationale omstandigheden. Gedreven door een nieuwe generatie arbeiders, getuigen de omvang en gelijktijdigheid van deze bewegingen van een werkelijke verandering in de stemming van de klasse en een breuk met de passiviteit en desoriëntatie die heersten van het eind van de jaren tachtig tot nu[2] ". De zomer van woede in het Verenigd Koninkrijk in 2022, de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in de winter van 2023 en de stakingen in de Verenigde Staten, met name in de auto-industrie, aan het einde van de zomer van 2023, blijven de meest spectaculaire manifestaties van deze ontwikkeling van de arbeidersstrijd over de hele wereld. De huidige bewegingen in België illustreren ook de context waarin de arbeidersstrijd zich zal ontwikkelen, met name in de geïndustrialiseerde landen, met aanvallen op alle fronten als gevolg van de steeds sneller om zich heen grijpende economische crisis, die zich als in een wervelwind vermengt met de expansie van militarisme en chaos.

Het programma van de nieuwe regering-De Wever voorziet in een totaal van bijna 26 miljard euro aan bezuinigingen om de staatsschuld (105% van het BNP) terug te dringen. Het regeringsprogramma omvat diepgaande bezuinigingen op sociale budgetten, in het bijzonder bezuinigingen op pensioenen (door vervroegde uittreding te bestraffen en de pensioenregelingen van ambtenaren en leraren aan te tasten), evenals het beperken van werkloosheidsrechten tot maximaal twee jaar, waardoor dit jaar 100.000 werklozen zouden worden uitgesloten. Bovendien dreigt een half miljoen langdurig zieken hun uitkering te verliezen omdat ze "onvoldoende of niet meewerken" om weer aan het werk te gaan. Betalingen voor overwerk en nachtwerk worden ook drastisch verlaagd. De "sociale partners" zullen naar verwachting een hervorming van de automatische indexering van lonen en uitkeringen voorstellen (d.w.z. een verlaging!) tegen eind 2026. Minder dan twee maanden na de aankondiging van dit programma zullen de algemene Europese herbewapeningsplannen er bovendien toe leiden dat België, dat achterop hinkt op het vlak van defensiebudgetten, zijn budget de komende jaren bijna zal moeten verdubbelen.

Zodra de plannen uitlekten, werd het verzet tegen de maatregelen duidelijk. Om de controle over de situatie niet te verliezen, besloten de vakbonden een eerste actiedag te organiseren op 13 december 2024, met als doel de ontevredenheid af te leiden naar de richtlijnen van de Europese Unie. Deze eerste dag bracht ongeveer 10.000 demonstranten samen. Maar het maneuver sloeg niet aan en de ontevredenheid bleef groeien, zoals bleek uit de tweede actiedag op 13 januari, toen de vakbonden opnieuw probeerden de mobilisatie te beperken tot "het verdedigen van de pensioenen in het onderwijs". In werkelijkheid waren er ongeveer 30.000 demonstranten uit een groeiend aantal sectoren en alle regio's van het land. Op 27 januari bracht een "historische" regionale sectorale demonstratie van Franstalig onderwijspersoneel 35.000 deelnemers samen tegen de drastische bezuinigingen die door de regionale regering waren opgelegd. De vorming van de nieuwe federale regering en de aankondiging van haar bezuinigingsprogramma heeft het protest alleen maar aangewakkerd en de derde actiedag op 13 februari, georganiseerd onder de misleidende slogan "verdediging van de openbare diensten", bracht meer dan 100.000 betogers uit alle sectoren samen die uiting gaven aan hun wens om de sectorale en regionale opdeling van de door de vakbonden georganiseerde beweging te doorbreken. De demonstranten riepen op tot een globale en gezamelijke strijd tegen de aanvallen van de regering.

De tegenaanval van de vakbonden: de strijdlust van de arbeiders omkaderen, versnipperen en uitputten

Geconfronteerd met de toename van de strijdlust van de arbeiders en het streven naar eenheid, lanceerden de vakbonden een tegenaanval om elke massamobilisatie tegen het globale karakter van de regeringsplannen te verhinderen: het gevoel tot één klasse te behoren, samen en solidair te strijden om een krachtsverhouding op te bouwen, moest worden tegengegaan! Op een moment dat solidariteit in de strijd steeds duidelijker werd, organiseerden de vakbonden de versnippering en opdeling van bewegingen tussen sectoren, met specifieke eisen, en tussen de vakbonden onderling. In plaats van gezamenlijke demonstraties werden verspreide stakingen van één of meerdere dagen georganiseerd in het onderwijs, het stads- en streekvervoer en de spoorwegen, met een tijdschema dat zich over 6 maanden uitstrekte! Zes weken later, op 31 maart, werd een eendaagse algemene staking uitgeroepen, zonder enige oproep tot demonstraties. De boodschap is nu om passief thuis te blijven, met een veelheid aan kleine stakingspiketten gecentreerd in hun bedrijf of sector, goed van elkaar gescheiden. De zogenaamde "algemene" staking is gebruikt als een middel om mobilisaties te verlammen en arbeiders te isoleren, om hun strijdlust uit te putten tegen elke neiging tot eenwording.

Het tegenoffensief van de regering en de vakbonden probeert daarom de beweging voor de zomerperiode uit te putten. Er is een oproep gedaan voor een nieuwe "algemene staking" op 29 april. Het feit dat sectoren zoals het spoorvervoer en het onderwijs nog steeds stakingen en actiedagen gepland hebben voor april, mei en juni onderstreept het feit dat de vakbonden "alles uit de kast halen" om de strijdbare sectoren te isoleren en vooral om ze uiteindelijk uit te putten in acties die afgesneden zijn van de rest van de arbeidersklasse[3] . Als de vakbonden op 22 mei (dus drie maanden na de vorige mobilisatie!) een nieuwe nationale demonstratie aankondigen, uiteraard opnieuw rond eisen die specifiek zijn in verdediging van de openbare diensten en de non-profitsector, dan is dat duidelijk in de hoop te kunnen constateren dat de strijdbaarheid afneemt en dat de ontmoediging toeslaat.

Het vakbondsoffensief is des te noodzakelijker omdat nieuwe aanvallen aan de horizon opdoemen: "Kijk naar de internationale context" zei de voorzitter van de Vlaamse socialisten (de partij "Vooruit"). De bourgeoisie heeft steeds minder speelruimte om de gevolgen van de economische oorlog en het groeiende militarisme op te vangen. De beslissing om het defensiebudget dit jaar aanzienlijk te verhogen van 1,3% naar 2% van het BBP is hiervan het sprekende bewijs en is slechts de eerste stap naar een niveau van 3% van het BBP, gefinancierd door nog brutalere bezuinigingsmaatregelen. Aan de andere kant werd de enorme investering in militaire budgetten gezien als een provocatie door veel van degenen die in opstand kwamen tegen de 5,1 miljard besparingsplannen op werkloosheid en pensioenen.

Trotskistische groepen roepen op tot een "echte" linkse regering en helpen democratische en pacifistische campagnes te versterken. De populistisch linkse PTB/PvdA organiseert op 27 april een mars onder het motto "Geld voor arbeiders, niet voor bewapening". Op die manier voedt ze de illusie dat een "democratische" keuze binnen het kapitalisme mogelijk is.

De huidige context zal daarom meer en meer van de arbeidersklasse een meer gepolitiseerd niveau van strijd vragen om te slagen in het terugdringen van de bourgeoisie, zoals de situatie in België illustreert. Geconfronteerd met een verdere verergering van de economische crisis, de druk van het militarisme en de altijd aanwezige dreiging van een barbaarse oorlog, moeten we weerstand bieden aan het bedrieglijke en misleidende discours van de bourgeoisie, die steeds grotere offers van ons vraagt. De economische crisis, de ecologische vernietiging, de moorddadige oorlogen, de massale vluchtelingenstromen, tot wanhoop en dood gedreven, zijn het product van het kapitalisme in verval. Alleen solidariteit en eenheid in de strijd tegen de aanvallen op onze levensomstandigheden zullen ons in staat stellen eisen te ontwikkelen die de verschillende sectoren van de arbeidersklasse zullen verenigen. Een eerste stap in deze richting zou kunnen zijn om vakbondsmobilisatie te gebruiken als een gelegenheid om een zo breed mogelijke discussie tussen arbeiders aan te gaan over de algemene behoeften van de strijd, in plaats van passief te luisteren naar de retoriek van degenen die onze verdeeldheid en machteloosheid organiseren.

Lac, 15 april 2025.


  1. [1]Zie "Een nieuwe uitdrukking van de internationale strijdbaarheid van de arbeidersklasse", Révolution internationale no. 503, en "Arizona’ coalitie bereidt frontale aanval voor tegen werk- en levensvoorwaarden” Internationalisme n°381

[2] "Resolutie over de internationale situatie op het 25e Internationale Congres van het ICC", International Review nr. 170 (2023).

[3] Vooral de impopulaire stakingsactie bij de spoorwegen, met 19 stakingsdagen eind maart en nog tientallen in de komende maanden, illustreert deze wens om een uitputtingsslag en isolement van de rest van de klasse te organiseren.

Territoriale situatie: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Klassestrijd in België