In het kapitalisme kan het virus van imperialisme en militarisme niet worden uitgeroeid

Printer-friendly version

Op het vlak van imperialistische spanningen werd het begin van het jaar 2020 gekenmerkt door een toename van conflicten tussen eerste, tweede en derderangs rovers, die de intensivering van het ‘ieder voor zich’ in de strijd tussen imperialistische machten ïllustreerde en een uitbreiding van oorlogszuchtige barbarij en chaos veroorzaakte. Zo,

  • leidde het verval van het leiderschap van de VS, vooral in het Midden-Oosten, tot grootscheepse confrontaties en het uiteenvallen van hele landen, zoals Irak, Syrië of Jemen;
  • neigde het economische en strategische conflict tussen de VS en China tot een toenemende polarisatie van de spanningen tussen deze twee machten;
  • werd het ontwrichtende en provocerende gedrag van Rusland, maar ook van Turkije en Iran, een steeds sterkere factor van instabiliteit in imperialistische verhoudingen;
  • droegen de onvoorspelbare beslissingen van de populistische president Trump, zijn in vraag stellen van traditionele allianties en zijn min of meer openlijke flirt met het Kremlin bij aan de onvoorspelbaarheid van de verhoudingen tussen machten en verscherpte ze de spanningen binnen de Amerikaanse bourgeoisie over de beste strategie om zijn belangen te beschermen.

Toen sloeg de pandemie toe. De omvang van besmettingen en sterfgevallen in conflictgebieden, zoals het Midden-Oosten (twee miljoen besmettingen en bijna 60.000 officiële sterfgevallen, waaronder 400.000 positieve gevallen en 25.000 doden in Iran), en het gevaar van infecties in de legers (zie de bemanningen van Amerikaanse en Franse oorlogsschepen in quarantaine) vroegen om voorzichtigheid. Ook was de intensiteit van de militaire operaties, aanvankelijk althans, kennelijk afgenomen en was er zelfs een wapenstilstand afgekondigd in Syrië en Jemen.

Echter, vanaf het begin van de pandemie, gaven de eerste pogingen van China om de verspreiding van het virus te camoufleren, Trumps aanduiding van Covid-19 als een ‘Chinees virus’, de weigering van veel landen om hun voorraden materialen te ‘delen’ met hun buren, of zelfs de pogingen van Trump om de eerste vaccins te reserveren voor exclusief gebruik in de Verenigde Staten, al aan dat de pandemie de imperialistische spanningen niet zou verminderen, integendeel. Bovendien bevestigde een reeks van inlichtingen, die tijdens de lockdown van de afgelopen maanden doorsijpelde, dat de spanningen bleven toenemen: ‘mysterieuze sabotagedaden’ van verschillende gebouwen die verband houden met het Iraanse nucleaire programma, een confrontatie tussen Turkse oorlogsschepen en NAVO-schepen (waarvan Turkije ook deel uitmaakt), waarbij de eerste de laatste verhindert de lading van schepen op weg naar de Libische haven Misratah te controleren, een gewelddadige botsing tussen Indiase en Chinese soldaten in Ladakh, enzovoort.

Bijgevolg rijzen er verschillende legitieme vragen over de impact van de Covid-19-crisis op de evolutie van imperialistische verhoudingen.

1. Heeft de rampzalige aanpak van de pandemie door Trump en de chaos die het veroorzaakte ertoe geleid dat de populistische president zijn onvoorspelbare initiatieven op het gebied van van buitenlandse politiek heeft teruggeschroefd?

De chaotische manier waarop Trump omging met de pandemie, evenals de dramatische economische gevolgen voor de Amerikaanse economie en voor de levensomstandigheden van proletariërs, geconfronteerd met het ontbreken van een sociaal vangnet in geval van massale werkloosheid en de kosten van ziekenhuisopnames, zullen zijn herverkiezing ernstig in gevaar brengen, voor zover hij van plan was zijn campagne te baseren op de bloeiende gezondheid van de Amerikaanse economie. Trump is echter bereid alles te doen om de verkiezingen te winnen: het verkiezingsproces saboteren en destabiliseren, door twijfel te zaaien bij de stemming per brief of door de inmenging van allerlei krachten die gericht zijn op het manipuleren van het stembiljet aan de kaak te stellen en de laboratoria onder druk zetten om als eerste een vaccin te krijgen, andere landen chanteren om te krijgen wat hij wil, enzovoort.

Meer specifiek aarzelt hij in eigen land niet om olie op het vuur te gooien van de demonstraties en de rellen die het land doen chudden om zichzelf - een verbijsterende paradox - te kunnen presenteren als het enige bolwerk tegen chaos. Extern wakkert hij systematisch de handels- en technologieoorlog met China aan (Huawei, TikTok) en zal hij elk incident op internationaal niveau uitbuiten om de bevolking te verzamelen achter degene die zichzelf presenteert als de enige garantie voor Amerikaanse grootsheid.

Deze wens om alles op alles te zetten om zijn herverkiezing af te dwingen, kan de onvoorspelbaarheid en de gevaarlijkheid van de Amerikaanse politiek alleen maar accentueren, want zelfs als de tendens tot verval van het Amerikaanse leiderschap wordt bevestigd, heeft het land nog steeds veel voordelen. economisch en financieel, maar vooral om haar militaire supermacht te laten gelden.

2. Heeft China het grootste voordeel van de pandemie?

Het tegendeel is het geval. De Covid 19-crisis veroorzaakt enorme problemen voor China:

  1. op economisch vlak wordt de Chinese economie geconfronteerd met een ernstige economische crisis: onafhankelijke schattingen spreken van 205 miljoen werklozen (Le Monde Diplomatique, juni 2020, die bronnen uit Hong Kong aanhaalt), een verplaatsing van strategische industrieën door de Verenigde Staten en de Europese landen (Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië), niet alleen richting geïndustrialiseerde landen maar ook richting strategisch landen (bijvoorbeeld Vietnam) die meer zekerheid bieden; ten slotte kampt het land met zeer ernstige problemen met de voedselvoorziening.
  2. op politiek vlak groeit het wantrouwen jegens China: zo leidde  de rondreis door West-Europa (Parijs, Rome, Berlijn, enz.) van de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi in de tweede helft van augustus tot teleurstellende resultaten: “Als het voor het land met de grootste bevolking ter wereld en zijn belangrijkste diplomaat de bedoeling was om te profiteren van deze zomertour om zijn imago enigszins op te poetsen bij een twijfelachtig Europees publiek (...) en om Peking opnieuw te plaatsen in het hart van een meer Europees compatibele dynamiek, moet het nettovoordeel van deze operatie de promotors teleurstellend zijn.” (“Chine: Wang Yi en Europe ou l'opération séduction contrariée”, Asialyst, 05.09.20).
  3. op imperialistisch vlak nemen de anti-Chinese standpunten in Zuidwest-Azië toe: de Filippijnen hebben hun militaire overeenkomst met de VS bevestigd, Cambodja heeft de Chinese marine de toegang tot zijn belangrijkste haven geweigerd, Indonesië raakt steeds meer geïrriteerd door Chinese provocaties in de Chinese Zee, India en Australië hebben een militaire overeenkomst gesloten

Als gevolg hiervan wordt de ‘Nieuwe Zijderoute’ steeds moeilijker te realiseren, wat toe te schrijven is aan de financiële problemen die verband houden met de economische crisis, maar ook met het groeiende wantrouwen van veel landen en de anti-Chinese druk van Verenigde Staten. Het zou ook geen verrassing moeten zijn dat de financiële waarde van de investeringen, die in het ‘Nieuwe Zijderoute’-project werden gedaan, in 2020 was ingestort (-64%).

Deze delicate situatie moet worden begrepen in de context van de verschuivingen in de machtsverhoudingen tussen de verschillende fracties binnen de Chinese bourgeoisie die sinds een aantal jaren plaatsvinden aan de top van de staat in Peking: de ‘draai naar links’, in gang gezet door de factie achter president Xi betekende minder economisch pragmatisme en meer nationalistische ideologie. “ De precaire situatie van Peking op verschillende fronten kan echter gedeeltelijk worden verklaard door deze arrogante houding van de centrale macht, de grote draai van Xi naar links sinds 2013 (...) en door de rampzalige resultaten van de " ‘oorlogsdiplomatie’ gevoerd door de Chinese diplomaten. Maar sinds het einde van jaarlijkse retraite in Beidaihe - maar ook iets daarvoor - merken we dat Peking en zijn diplomaten proberen de boel te kalmeren en de dialoog lijken te willen heropenen.” (“China: à Beidaihe, ‘l'université d'été’ du Parti, les tensions internes à fleur de peau”, A. Payette, Asialyst, 06.09.20). Dit blijkt uit de recente dramatische verklaring van Xi dat China tegen 2060 koolstofneutraliteit voor zijn economie wil bereiken.

Kortom, hier is ook een zekere instabiliteit: enerzijds voeren de Chinese leiders een meer nationalistische en agressieve politiek ten aanzien van Hong Kong, Taiwan, India, de Chinese Zee; aan de andere kant manifesteert de interne oppositie binnen de partij en de staat zich veel duidelijker. Er zijn dus “de aanhoudende spanningen tussen premier Li Keqiang en president Xi Jinping over het economisch herstel, evenals over de ‘nieuwe positie’ van China op het internationale toneel”. (“Chine: à Beidaihe, ‘l'université d'été’ du Parti, les tensions internes à fleur de peau ”, A. Payette, Asialyst, 06.09.20).

3. Heeft Rusland met zijn ontwrichtende spel het meeste voordeel van de pandemie?

Het Kremlin heeft inderdaad de capaciteit om de onruststoker te spelen op het imperialistische toneel (vooral omdat het Russische leger nog steeds wordt beschouwd als het op een na machtigste leger ter wereld) en het heeft dit onlangs opnieuw aangetoond door zijn bijzonder actieve pogingen tot destabilisatie van de situatie in Mali en in de Sahellanden tegen Frankrijk. De impact van de pandemie op Rusland kan echter niet worden onderschat, zowel economisch als sociaal. De olie- en gasinkomsten dalen sterk en de industrie doet het slecht. Duizenden arbeiders kwamen bijeen om te protesteren tegen banenverlies. Terwijl het economisch succes de drijvende kracht was achter de populariteit van Poetin, is die nu historisch laag: 59% onder de algemene bevolking en slechts 12% onder de 25-jarigen.

De Covid-crisis benadrukt duidelijker dan ooit dat, als Rusland een krachtige destabilisatiefactor is in de imperialistische arena, het niet beschikt over de economische middelen om de vooruitgang op het imperialistische vlak te consolideren, zoals bijvoorbeeld in Syrië. Daar ziet hij zich genoodzaakt om, teneinde de fysieke wederopbouw van het land (in ieder geval van bepaalde vitale infrastructuren) te beginnen, bij gebrek aan eigen middelen de re-integratie van Damascus in de ‘Arabische familie’ te accepteren, in het bijzonder door het herstel van de banden met de Verenigde Arabische Emiraten en het sultanaat Oman (vgl. “Syrie: retour feutré dans la famille arabe”, is de titel van het artikel in Le Monde Diplomatique van juni 2020).

Bovendien staat Poetin nu onder grote druk in zijn onmiddellijke invloedssfeer door de ‘democratiseringsbeweging’ in Wit-Rusland, terwijl de vergiftiging van de Russische tegenstander Navalny, opgevangen in Duitsland, de dreiging van een economische boycot door Duitsland vergroot en in het bijzonder de blokkering van de aanleg van de pijpleiding onder de Oostzee die Rusland met West-Europa verbindt, wat catastrofale gevolgen zou hebben voor de Russische economie.

Deze verschillende elementen illustreren de toenemende druk op Rusland: zijn fundamentele structurele zwakheid noodzaakt hem zijn toevlucht te nemen tot een toenemende ontwrichtende agressiviteit, van Syrië tot Mali, van Libië tot Oekraïne. “Rusland kan goed omgaan met ‘slepende conflicten’. Het heeft dit al aangetoond in Oekraïne, Georgië en Moldavië. Dit goedkope apparaat geeft het een destabiliserende invloed (…)” (Le Monde Diplomatique, september 2020).

4. Zwakt de pandemie het individualisme en het ‘ieder voor zich’ af van verschillende imperialismen?

Hierbij moet rekening worden gehouden met verschillende facetten:

Ten eerste hebben de twee belangrijkste imperialismen, de VS en China, zoals we hierboven hebben aangetoond, te lijden onder een zware economische en sociale invloed van de Covid 19-crisis en, geconfronteerd met dit fenomeen, hebben de heersende fracties in de twee landen de neiging om (zelfs als het gepaard gaat met sterke spanningen binnen de beide bourgeoisieën) een politiek van nationalistische verheerlijking en economische en politieke confrontatie te benadrukken: de ‘zelfvoorziening’ van Xi of  ‘het enige dat telt is America’ van Trump zijn de typische leuzen van een politiek van het ‘ieder voor zich’.

De pandemie en de economische gevolgen ervan destabiliseren vervolgens ook verschillende belangrijke lokale imperialistische actoren en zetten hen aan tot een onverzettelijkheid op het imperialistische vlak. In India probeert de regering van de populistische Modi de aandacht af te leiden van haar falende gezondheidspolitiek en crisisbeheersing door de spanningen met China of haar anti-moslimbeleid te intensiveren; Israël, dat geconfronteerd wordt met massale protesten tegen het gezondheidspolitiek van de regering en een nieuwe lockdown, voert de spanningen met Iran op; Iran zelf, geconfronteerd met de vernietigende verwoestingen van de crisis op het vlak van de gezondheid en economie, heeft geen ander vooruitzicht dan de oorlogszuchtige barbarij te intensiveren.

Deze neiging om halsoverkop de imperialistische confrontatie aan te gaan, is vandaag bijzonder opvallend in het geval van Turkije. Zoals Le Monde Diplomatique van september 2020 onderstreept, staat Erdogan onder toenemende economische en politieke druk in het land: tegenslag voor zijn partij, de AKP, tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen in maart 2019, waar de oppositie won in Istanbul en Ankara, alsmede twee splitsingen binnen de AKP in dit jaar, die getuigen van de verdeeldheid binnen de presidentiële formatie. Tegen deze achtergrond begon hij aan een imperialistische escalatie met als doel het Turkse nationalisme aan te wakkeren en de mensen achter hem te verzamelen.“De binnen- en buitenlandse politiek van Turkije zijn met elkaar verweven. De buitenlandse politiek dient als brandstof voor de binnenlands politiek” (Fehim Tastekin, Turkse journalist, op de site Daktilo 1984, 06.21.2020, geciteerd door Le Monde Diplomatique, september 2020).

Na zijn interventie in Syrië, lokte zijn directe betrokkenheid (wapens, huurlingen, elitesoldaten) aan de kant van de regering van Tripoli in Libië en zijn eenzijdige aanspraken op grote delen van de oostelijke Middellandse Zee, rijk aan gas en olie, niet alleen een verergering uit van de spanningen met Griekenland maar ook met Rusland, Frankrijk, Egypte en Israël. Meer dan ooit is Turkije een belangrijke motor van het imperialistische ‘ieder voor zich’ (het grondbeginsel van de Turkse buitenlandse politiek is al decennia lang ‘de Turk heeft geen andere vrienden dan de Turk’ (Le Monde Diplomatique, oktober 2019).

Een laatste aspect om in overweging te nemen is dat de Covid-19-crisis ook nadrukkelijk het uiteenvallen inluidt van de allianties die sinds de Tweede Wereldoorlog een grote rol hebben gespeeld.

  • De NAVO is een van de belangrijkste overblijfselen van de ‘koude oorlog’ tussen het Oostblok en het Westblok. Tegenwoordig bestaat de ‘strategische consensus’ tussen de VS en de Europese landen echter niet meer: ​​Trump geeft in Europa ook de voorkeur aan een strategie die is gebaseerd op volledig onderworpen bondgenoten, zoals Polen geassocieerd met Litouwen en de Oekraïne; aan de andere kant nemen de spanningen tussen de NAVO-lidstaten toe, zoals tussen Griekenland en Turkije over boringen in de Middellandse Zee, maar ook tussen Frankrijk en Italië, die in Libië tegenover elkaar staan. De ‘ontbinding’ van de NAVO wordt steeds onvermijdelijker.
  • het vooruitzicht van één Europese buitenlandse politiek wordt ook steeds meer een illusie. Van het Midden-Oosten tot Noord-Afrika, van de Middellandse Zee tot Rusland voeren Duitsland, Frankrijk, Italië en zelfs Spanje elk hun eigen politiek, geïnspireerd door hun eigen imperialistische belangen.

Het flagrante onvermogen van het kapitalisme in verval om op een gecoördineerde manier met de pandemiecrisis om te gaan, kan alleen maar uitlopen op de accentuering van de tendens van het ‘ieder voor zich, op een fragmentatie en een chaos op alle niveaus. Gegevens over de ontwikkeling van imperialistische spanningen bevestigen deze algemene oriëntatie grotendeels. Voor de hele bevolking en voor de arbeidersklasse in het bijzonder is het vooruitzicht meer dan ooit de verergering van oorlogszuchtige barbarij en de bloedige slachting.

R. Havanais / 25.09.2020

 

Rubric: 

Imperialisme en ontbinding