Door Internationalisme op
De koelbloedige politiemoord op George Floyd heeft in heel Amerika en de rest van de wereld verontwaardiging gewekt. Iedereen weet dat het de laatste is in een lange rij van politiemoorden waarbij vooral zwarte mensen en immigranten het slachtoffer waren. Niet alleen in de VS, maar ook in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en andere ‘democratische’ staten. In de VS heeft de politie in maart Breonna Taylor in haar eigen huis neergeschoten. In Frankrijk werd Adama Traoré in 2016 tijdens zijn aanhouding verstikt. In Groot-Brittannië werd Darren Cumberbatch in 2017 door de politie doodgeslagen. Dit is slechts het topje van de ijsberg.
En in reactie op de protesten, die eerst in de VS uitbraken, heeft de politie laten zien dat ze al een gemilitariseerde terreurmacht is, met of zonder de hulp van het leger. De wrede repressie tegen de demonstranten - 10.000 arrestaties in de VS - laat zien dat de politie in de VS, net zoals in andere ‘democratische’ landen, op dezelfde manier handelt als de politie in openlijk dictatoriale regimes zoals Rusland of China.
De woede over dit alles is echt, en het wordt gedeeld door zowel blanken als zwarten, door latino's, Aziaten, en is vooral groot onder de jongeren. Maar we leven in een maatschappij die materieel en ideologisch gedomineerd wordt door een heersende klasse, de bourgeoisie of kapitalistische klasse. En woede op zich, hoe gerechtvaardigd ook, is niet genoeg om het systeem dat ten grondslag ligt aan het politiegeweld aan te vechten, of om de vele valkuilen van de bourgeoisie te vermijden. De protesten zijn niet door de heersende klasse begonnen. Maar ze is er al wel in geslaagd om ze op haar eigen burgerlijke politieke terrein te lokken.
Rellen en vreedzame marsen voor ‘gerechtigheid: beide zijn doodlopende wegen
Tijdens de eerste uitbarsting van woede in de VS neigden de protesten de vorm aan te nemen van rellen: supermarkten werden geplunderd, symbolische gebouwen afgebrand. De provocerende acties van de politie hebben zeker bijgedragen tot het geweld van de eerste dagen van de protesten. Sommige demonstranten rechtvaardigden de rellen door te verwijzen naar Martin Luther King, die zei dat “de rellen de stem is van zij die niet worden gehoord”. En dat is waar: ze zijn een uiting van onmacht en wanhoop. Ze leiden strikt genomen nergens toe, behalve tot meer repressie door een kapitalistische staat, die zich altijd zal verzetten tegen ongeorganiseerde, versnipperde acties op straat.
Maar het alternatief dat door officiële activistische organisaties als Black Lives Matter naar voren wordt gebracht - vreedzame marsen die gerechtigheid en gelijkheid eisen - is net zozeer een doodlopende weg, en in sommige opzichten zelfs nog verraderlijker, omdat ze de politieke krachten van het kapitaal rechtstreeks in de kaart spelen. Neem bijvoorbeeld de oproep om de uitgaven voor de politie een andere sociale bestemming tegeven, om de politie helemaal op te heffen zelfs. Aan de ene kant is het binnen deze maatschappij totaal onrealistisch: het staat gelijk aan de kapitalistische staat te vragen zichzelf vrijwillig op te heffen. Aan de andere kant verspreidt het illusies over de mogelijkheid om de bestaande staat te hervormen in het belang van de uitgebuitenen en de onderdrukten - terwijl haar functie juist is om ze onder controle te houden in het belang van de heersende klasse.
Dat de heersende klasse zich op haar gemak voelt met dergelijke radicale eisen blijkt uit het feit dat enkele dagen na de eerste protesten de kapitalistische media en politici - voornamelijk maar niet alleen die ter linkerzijde - letterlijk of figuurlijk ‘op de knieën zijn gegaan’, in een vurige veroordeling van de moord op George Floyd en in een enthousiaste steun voor de protesten. Het voorbeeld van vooraanstaande politici in de Democratische Partij-machine in de VS is het meest voor de hand liggend, maar zij werden al snel vergezeld door hun tegenhangers over de hele wereld, waaronder de meest intelligente vertegenwoordigers van de politie. Dit is het recuperatie van gerechtvaardigde woede door de bourgeoisie.
We kunnen ons geen illusies maken: de dynamiek van deze beweging kan niet worden omgezet in een wapen van de uitgebuitenen en de onderdrukten, omdat ze al een instrument is geworden in de handen van de heersende klasse. De huidige mobilisaties zijn geen ‘eerste stap’ in de richting van een echte klassestrijd, maar worden gebruikt om de ontwikkeling en rijping ervan te verhinderen.
‘Anti-racisme’: een vals alternatief voor racisme
Het kapitalisme had niet het wereldsysteem kunnen worden dat het nu is zonder de slavenhandel en de koloniale onderwerping van de inheemse volkeren van Azië, Afrika en Amerika. Racisme zit dus in de genen. Vanaf het begin heeft het raciale en andere verschillen gebruikt om de uitgebuitenen tegen elkaar op te zetten, om te voorkomen dat ze zich zouden verenigen tegen hun echte vijand - de minderheid die hen uitbuit. Maar het heeft ook ruimschoots gebruik gemaakt van de ideologie van het ‘antiracisme’: het idee dat je racisme kunt bestrijden door je te verenigen, niet op basis van klassen, maar rond deze of gene onderdrukte gemeenschap. Maar de vereniging op basis van de raciale of nationale ‘gemeenschap’ wordt alleen maar een ander middel om de verdeling in klassen, die aan dit systeem ten grondslag ligt, te doen vervagen: Er bestaat dus niet zoiets als een ‘zwarte gemeenschap’, want er zijn zowel zwarte kapitalisten als zwarte arbeiders, en deze hebben geen gemeenschappelijk belang. Neem bijvoorbeeld de slachting onder de stakende zwarte mijnwerkers in Marikana, die in 2012 door het ‘post-apartheid’ regime van Zuid-Afrikaanse staat werd aangebracht.
De moord op George Floyd was niet het gevolg van een weloverwogen plan van de bourgeoisie. Maar hij heeft het mogelijk gemaakt voor de heersende klasse om alle aandacht te richten op de kwestie van het ras, op een moment dat het kapitalistische systeem als geheel zijn totale bankroet heeft blootgelegd.
Geconfronteerd met het verval van het kapitalisme is de klassestrijd het enige alternatief
De kapitalistische maatschappij verkeert in een diepe staat van verval. De barbaarse slachtpartijen die zich over Afrika en het Midden-Oosten blijven verspreiden, de onophoudelijke bendeoorlogen in Latijns-Amerika – allemaal dingen die miljoenen mensen dwingen om te vluchten - zijn daar een duidelijk symptoom van, en dat geldt ook voor de huidige Covid-19 pandemie, een bijproduct van de verwoesting van de ecologie van de planeet door het kapitalisme. Tegelijkertijd zit het systeem vast in een onoplosbare economische crisis. Na de crash van 2008 hebben de kapitalistische staten een brute bezuinigingsstrategie gelanceerd, die erop gericht is de uitgebuitenen te laten betalen voor de crisis. De daaruit voortvloeiende decimering van de gezondheidszorg is een van de belangrijkste redenen waarom de huidige pandemie zo'n catastrofale impact heeft. Op zijn beurt heeft de wereldwijde lockdown het systeem in een nog diepere economische crisis gestort, die zeker vergelijkbaar is met de depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw.
Deze nieuwe verdieping van de economische crisis leidt nu al tot grootschalige verarming, dakloosheid en honger, niet in de laatste plaats in de Verenigde Staten, die hun arbeiders minimale sociale steun bieden in geval van werkloosheid of ziekte. Het lijdt geen twijfel dat de daaruit voortvloeiende materiële ellende de woede van de protesten heeft aangewakkerd. Maar aangezien de hele kapitalistische productiewijze historisch gezien achterhaald is, is er slechts één kracht die zich daartegen kan verenigen en het perspectief van een andere samenleving kan bieden: de internationale arbeidersklasse.
De arbeidersklasse is niet immuun voor het verrotting van de kapitalistische maatschappij: ze lijdt onder alle nationale, raciale en religieuze verdelingen die worden nog verscherpt door de sinistere verergering van de sociale ontbinding, welke het duidelijkst tot uiting komt in de verspreiding van populistische ideologieën. Maar dit verandert niets aan de fundamentele werkelijkheid: de uitgebuitenen van alle landen, van alle kleuren, hebben er evenveel belang bij zich te verdedigen tegen de toenemende aanvallen op hun levensomstandigheden, tegen loonsverlagingen, werkloosheid, huisuitzettingen, vermindering van pensioenen en sociale uitkeringen - en tegen het geweld van de kapitalistische staat. Deze strijd alleen al vormt de basis voor het overwinnen van iedere verdeeldheid, die onze uitbuiters ten goede komt, en voor het weerstaan van racistische aanvallen en pogroms in hun diverse vormen. En als de arbeidersklasse zich wel organiseert om haar krachten te bundelen, laat ze ook zien dat ze de capaciteit heeft om de maatschappij op een nieuwe basis te organiseren. De arbeidersraden die overal ter wereld ontstonden na de revolutie in Rusland in 1917, de overkoepelende stakingscomités die ontstonden in de Poolse massastaking van 1980 - dit zijn het bewijs dat de strijd van de arbeidersklasse op eigen terrein het perspectief biedt op de schepping van een nieuwe proletarische macht op de ruïnes van de kapitalistische staat, en op de reorganisatie van de productie voor de behoeften van de mensheid.
Sinds enkele tientallen jaren heeft de arbeidersklasse niet meer het gevoel dat ze een klasse is die tegenover het kapitaal staat, wat het gevolg is van zowel grote ideologische campagnes (zoals de ‘dood van het communisme’ die volgde op de ineenstorting van de stalinistische vorm van het kapitalisme) als van ingrijpende materiële veranderingen (zoals de ontmanteling van de traditionele centra van de strijd van de arbeidersklasse in de meest geïndustrialiseerde landen). Maar net voordat de Covid-19 pandemie zich over de hele wereld verspreidde, toonden de stakingen in de publieke sector in Frankrijk ons dat de arbeidersklasse niet dood en begraven is. De komst van de pandemie en de wereldwijde lockdown blokkeerden het onmiddellijke potentieel tot een uitbreiding van deze beweging. Maar zelfs toen, in de eerste fase van de lockdown, waren er in veel landen zeer militante reacties van de arbeidersklasse tegen het feit dat ze werden behandeld als ‘slachtvee’, tegen het feit dat ze gedwongen werden te werken zonder een geschikte veiligheidsuitrusting, enkel en alleen om de winsten van de bourgeoisie te beschermen. Deze strijd - niet in de laatste plaats in de Verenigde Staten - had de raciale en nationale verdelingen al doorbroken. Tegelijkertijd heeft de lockdown blootgelegd dat het functioneren van dit systeem volledig afhankelijk is van de ‘essentiële’ arbeid van de klasse, die het zo meedogenloos uitbuit.
De centrale vraag voor de toekomst van de mensheid is deze: kan de kapitalistische minderheid de uitgebuite meerderheid blijven verdelen op baisis van ras, religie of natie, en zo meeslepen in haar gang naar de afgrond. Of zal de arbeidersklasse, in alle landen van de wereld, zichzelf herkennen voor wat het is - de klasse die, in Marx' termen, “revolutionair is of niets is”.
Amos / 2020.06.12