Door IKSonline op
We publiceren hieronder grote delen uit een brief van een lezer die, hoewel hij de krachtlijn van ons pamflet over de beweging van de “gele hesjes” verwelkomt, ook kritiek heeft op een aantal van onze standpunten, in het bijzonder het idee dat er uit deze interklassistische beweging niets goeds kan voortkomen voor het proletariaat. Deze vragen raken aan uiterst belangrijke aspecten van de proletarische strijd: wat de arbeidersklasse is, haar strijd, haar perspectief.
Alleen door middel van een breed, open en geanimeerd debat zullen we erin slagen om de meest diepgaande antwoorden uit te werken, om deel te nemen aan de ontwikkeling van het klassebewustzijn van het proletariaat, om zich het wapen van de theorie eigen te maken. Wij moedigen al onze lezers dan ook aan ons te schrijven, hun kritiek, hun akkoorden of hun vragen te formuleren, om zo een debat te voeden dat van vitaal belang is voor het proletariaat. Met dit in het achterhoofd laten wij deze brief vergezeld gaan van ons antwoord.
Brief van onze lezer
“(....) Ik heb verschillende standpunten doorlopen, waaronder die van de verschillende linkse groepen die deze beweging zien als een heruitgave van 1968. Het verschil is duidelijk, maar een dergelijke vergelijking rechtvaardigt hun onbegrensde steun.
Net als in uw pamflet kunnen we erkennen dat de spontane opkomst van deze blokkades een afspiegeling is van een zeer diepe maatschappelijke woede. Een zeer uiteenlopende, zo niet tegenstrijdige woede, die het interklassistische karakter van de beweging en de burgerlijke of zelfs de nationalistische expressie ervan uitdrukt. Ik sluit me aan bij uw kritiek ten gronde.
Op drie punten zouden we in discussie kunnen treden:
- Het idee van een valkuil die voor de arbeiders is gezet. Welke betekenis moet aan deze “valkuil” worden gehecht? Een valkuil veronderstelt een organisatie die het voorbereidt, organiseert, enz. Hiervan is echter geen sprake.
In het pamflet staat ook het idee dat de arbeidersklasse verhinderd wordt te vechten: “Heel dit mooie politieke theater, ieder met zijn eigen credo, bezet en kapselt het sociale terrein in om te voorkomen dat de arbeiders zich massaal zouden mobiliseren, dat ze een autonome, solidaire en eengemaakte strijd zouden ontwikkelen tegen de aanvallen van de bourgeoisie”. Worden de arbeiders enkel “verhinderd”, zouden ze anders openlijk strijd leveren op hun klasseterrein? Nee, natuurlijk niet.
Er is inderdaad sprake van een gemengde sociale beweging, waarbij de verhoudingen niet in het voordeel zijn van de arbeidersklasse, en die andere lagen de ruimte laat om hun eigen belangen te behartigen, wat vandaag de dag niet verwonderlijk is. In die zin ben ik het eens met de passage: “De proletariërs willen hun diepe woede uiten, maar ze weten niet hoe ze hun levensomstandigheden doeltreffend kunnen verdedigen tegen de groeiende aanvallen van de bourgeoisie en haar regering”.
- Is het hier ook mogelijk om een autonome klassenstrijd op te vatten als voorwaarde voor een consequente beweging? Wordt de klassestrijd niet zelfstandig door zich als zodanig vrij te maken in de loop van de beweging zelf?
- Zelfs als ik de kritiek op de inhoud en de methoden deel, zou ik meer openstaan voor de mogelijkheid van hun evolutie. [U hebt] de spontaniteit in het uitlokken van deze blokkades opgemerkt, maar sommige van hen tonen de zorg om zich zelfstandig te organiseren, om te functioneren door middel van echte algemene vergaderingen, enz. (…)”
Ons antwoord
Op basis van een gemeenschappelijke vaststelling betreffende de beweging van de “gele hesjes”[1], gekenmerkt door “een zeer uiteenlopende, zo niet tegenstrijdige woede, die het interklassistische karakter van de beweging en de burgerlijke of zelfs de nationalistische expressie ervan uitdrukt” roept deze brief drie belangrijke vragen op.
Een valkuil voor de proletariërs?
In ons pamflet staat dat deze beweging een echte valkuil is voor de proletariërs. Maar voor de kameraad stelt zich de vraag:“welke betekenis moeten we aan deze "valkuil" geven? Een valkuil veronderstelt een organisatie die het voorbereidt, organiseert, enz. Hiervan is echter geen sprake”. Deze beweging was inderdaad spontaan. Een jonge zelfstandig ondernemer uit Seine-et-Marne heeft op sociale media een petitie gelanceerd tegen een verhoging van de belastingen op dieselbrandstof. Dan is er nog een chauffeur van hetzelfde departement die heeft opgeroepen de wegen blokkeren, met een geel hesje aan. In enkele klikken hebben deze twee kreten van woede zich in een zeer hoog tempo verspreid, wat getuigt van een algemene frustratie in de bevolking.
Het is dus geen valkuil van de bourgeoisie, haar staat, haar partijen, haar vakbonden of haar media, maar een beweging die door haar interklassistische aard op zich een valkuil is voor de arbeiders. Want in een interklassistische beweging waar de proletariërs (werkers, studenten, gepensioneerden, werklozen, ...) als individuen-burgers temidden van alle andere lagen van de samenleving (kleinburgers, boeren, ambachten, ...) verwaterd zijn, overheersende sociale aspiraties en strijdmethoden van al deze tussenliggende lagen.
Daarom was het uitgangspunt van de beweging de explosie van woede onder vrachtwagen-, taxichauffeurs en eigenaars van kleine ondernemingen bij de verhoging van de belastingen op dieselbrandstof, die hun bedrijf verder benadeelde. Daarom werd de voorkeur gegeven aan het bezetten van rotondes en tolhuizen, vervolgens van de “mooiste avenue ter wereld”, de Champs-Élysées, met een fluorescerend geel hesje op de rug, om “gezien”, “gehoord” en vooral “erkend te worden”. Daarom waren de Franse vlag, La Marseillaise en verwijzingen naar de Franse Revolutie van 1789, ook alomtegenwoordig te midden van deze kreet van het “Volk van Frankrijk”. Allemaal methoden die op geen enkele manier uitdrukking geven aan een mobilisatie van de arbeidersklasse op haar eigen terrein, waardoor de uitbuiting van het kapitalisme in vraag wordt gesteld door eisen zoals loonsverhogingen, tegen ontslag, enz.
Bovendien kwamen de strijdmethoden van de arbeidersklasse daarin nooit tot uitdrukking. De afwezigheid van stakingen in verschillende sectoren van de klasse of van algemene vergaderingen, waarin de uitgebuitenen debatteren en nadenken over hun strijd en de doelstellingen die eraan gegeven moeten worden, bevestigen dit ruimschoots.
Erger nog, het verrotte terrein van populisme en de xenofobie vergiftigt een groot deel van de beweging. Enkele van de meest misselijkmakende aspecten van de huidige historische periode kwamen tot uiting, zoals officiële oproepen tot versterking van anti-immigratiewetten of nog xenofobe misstanden.[2] Meer dan 90% van de aanhangers van de Rassemblement National van Marine Le Pen steunen de “gele hesjes” en meer dan 40% zegt zelf deel te nemen aan de beweging.
Ziedaar de valkuil waarin al deze proletariërs in de “gele hesjes” werden gevangen. Ja, deze beweging is voor hen een echte ideologische valkuil geweest.
Wat zijn de oorzaken van de politieke problemen van de arbeidersklasse?
In enkele regels van deze brief wordt een centrale vraag gesteld: “In het pamflet staat ook het idee dat de arbeidersklasse verhinderd wordt te vechten (…) Worden de arbeiders enkel “verhinderd”, zouden ze anders openlijk strijd leveren op hun klasseterrein? Nee, natuurlijk niet.”Wat zijn de oorzaken van de huidige politieke moeilijkheden van de arbeidersklasse? Het antwoord daarop vinden we niet in een fotografische visie van het actuele proletariaat, maar in de film van zijn geschiedenis. Deze complexe vraag kunnen we hier, in de context van dit artikel, dus niet volledig beantwoorden.[3]We willen eenvoudigweg één aspect benadrukken. We mogen het permanente ondermijnende werk van de vakbonden niet onderschatten, die al meer dan een eeuw een specifieke rol hebben in de sabotage, op het werkplek, van de strijd en het bewustzijn.
Een voorbeeld: enkele maanden voor de beweging van de "gele hesjes" organiseerden de vakbonden de "estafettestaking van de spoorwegarbeiders". Duizenden arbeiders, bijzonder strijdlustig, zijn vele dagen lang in staking gegaan, volledig geïsoleerd, afgesneden van andere sectoren van het proletariaat. Tegelijkertijd echter, in de bejaardentehuizen, bij de post, in de crèches, ziekenhuizen, bepaalde fabrieken, enz. vond er ook strijd plaats, elk in zijn eigen hoekje. Vervolgens lanceerde de CGT haar oproep tot “convergentie van de strijd”, een schijn van eenheid, bestaande uit het marcheren op straat, de enen na de anderen, ieder achter “zijn” leuze, “zijn”sector, “zijn” bedrijf.... en terug naar huis te keren zonder een gemeenschappelijke algemene vergadering, zonder discussie, zonder solidariteit in de strijd.
Deze vakbondsbewegingen, die jaar na jaar worden herhaald, hebben als enige functie het gif van verdeeldheid, wanhoop en machteloosheid te verspreiden. Dus ja, de systematische sabotage van de eenheid van de arbeiders door de vakbonden is een van de belangrijkste ingrediënten van de huidige zwakheid van het proletariaat, een zwakheid die een gunstige voedingsbodem schept voor de explosie van interklassistische en dus uitzichtloze woede.
In feite maakt de bourgeoisie gebruik van de zwakheden van het proletariaat in een poging het meer te versuffen. De arbeidersklasse maakt inderdaad een moeilijke periode door. Sinds 1989 met de campagnes over de ineenstorting van het stalinisme die gelijkgesteld werd met het zogenaamde “bankroet van het kommunisme”, is het proletariaat er niet in geslaagd zijn klasse-identiteit terug te winnen en zichzelf als een revolutionaire klasse te herkennen. De uitgebuite klasse, die niet in staat is om de contouren van een maatschappij zonder uitbuiting te schetsen, blijft zeer kwetsbaar, maar vooral zeer passief op het gebied van de strijd.
Alhoewel grote delen van het proletariaat zich, terecht, niet herkenden in de volksopstand van de “gele hesjes”, waren deze centrale sectoren toch niet in staat om zich massaal en in solidariteit en eenheid te mobiliseren, om te reageren op de aanvallen van de regering op hun eigen klasseterrein en met hun eigen strijdmethoden.
Ondanks deze moeilijkheden is het proletariaat echter niet verslagen. Gezien de algemene ontevredenheid en de aanvallen die opdoemen, kunnen de grote proletarische massa's in de komende periode deze lethargie heel goed te boven komen. De toekomst behoort dus nog steeds aan de klassestrijd.
De "gele hesjes", een springplank voor de strijd van de arbeiders?
"Wordt de klassestrijd niet zelfstandig door zich als zodanig vrij te maken in de loop van de beweging zelf?Zelfs als ik de kritiek op de inhoud en de methoden deel, zou ik meer openstaan voor de mogelijkheid van hun evolutie. [U hebt] de spontaniteit in het uitlokken van deze blokkades opgemerkt, maar sommige van hen tonen de zorg om zich zelfstandig te organiseren, om te functioneren door middel van echte algemene vergaderingen, enz. (…)”
Zou de beweging van de "gele hesjes", ook al begon ze op een slechte basis, zich kunnen omvormen tot iets anders, een authentieke strijd van de arbeidersklasse?
Wat spreekt voor deze stelling is de geleidelijke verbreding van de eisen, aangezien de afwijzing van de verhoging van de dieselbelasting op de achtergrond is geraakt ten gunste van een breder protest tegen armoede en voor koopkracht. Bovendien blijft de sympathie van het publiek voor deze beweging onverminderd bestaan. Hoewel de beweging nooit massaal was (ongeveer 300.000 "gele hesjes" op het hoogtepunt van de mobilisatie) en de meerderheid van de proletariërs van grote bedrijven en de openbare dienst toeschouwers bleven, is het niettemin waar dat ze een grote populariteit genoot.
Ter ondersteuning van deze stelling zijn er historische precedenten. Hier zijn er slechts drie, maar niet de minste: de Commune van Parijs uit 1871 ging uit van een explosie van schijnbaar nationalistische en anti-Pruisische woede; de massale staking in Rusland in 1905 begon onder religieuze vaandels, met een pope (Gapon) aan het hoofd; mei 1968 in Frankrijk werd op gang gebracht door een beweging van studenten die in die tijd vaak uit de kleinburgerij voortkwam. Elke keer nam de arbeidersklasse uiteindelijk het voortouw in de strijd, met haar eigen methoden, organisatie en kracht. Om onze lezer te parafraseren: elke keer is "de klassestrijd zelfstandig geworden door zich als zodanig te ontwikkelen in de loop van de beweging zelf".
Zou de beweging van de "gele hesjes" ook iets anders kunnen zijn geworden, een echte arbeidersstrijd? In feite geeft de kameraad zelf het antwoord in zijn brief: “Er is inderdaad sprake van een gemengde sociale beweging, waarbij de verhoudingen niet in het voordeel zijn van de arbeidersklasse, en die andere lagen de ruimte laat om hun eigen belangen te behartigen, wat vandaag de dag niet verwonderlijk is.”
Maar waarom is dat zo? Omdat dit niet 1871, 1905 of zelfs 1968 is. In 1871 was de Commune van Parijs geen uitzondering. In veel delen van Europa, voornamelijk in Frankrijk, was de arbeidersklasse in een strijd verwikkeld en braken verschillende “Communes” uit. De massale staking in Rusland in 1905 werd voorafgegaan door een diepgaand proces van de opkomst van de proletarische strijd (van bewustzijn en organisatie), opnieuw op internationale schaal, sinds de jaren 1890 (Rosa Luxemburg beschrijft dit proces op briljante wijze in haar boek “Massastaking, Partij en Vakbonden”). Mei 68 kwam na een jaar 1967, gekenmerkt door zeer belangrijke stakingen van arbeiders, met name in termen van zelforganisatie, vooral in de grote steden van West-Frankrijk.
Vandaag de dag zien we daar niets van. Zoals we al eerder zeiden, is de arbeidersklasse verstrikt in grote moeilijkheden. Ze is zich zelfs niet eens bewust van haar bestaan als een klasse antagonistisch ten opzichte van de burgerlijke klasse en te onderscheiden van de tussenliggende sociale lagen (vooral de kleinburgerij). Ze is de herinnering aan haar eigen verleden kwijt en kan niet teruggrijpen naar haar reusachtige historische ervaring, waarvoor ze zich zelfs schaamt omdat de bourgeoisie het woord “arbeider” voortdurend gelijkstelt met een soort die "verdwenen" is en het woord “kommunisme” met de barbaarsheid van het stalinisme.
In deze situatie kan de beweging van de "gele hesjes" op geen enkele manier een soort springplank of vonk zijn voor een authentieke strijd van de arbeidersklasse. Integendeel, de proletariërs die zich achter de leuzen en methoden van de kleinburgerij begaven, ie verdronken in de interklassistische ideologie van het burgerschap, en die opgelost werden in alle andere sociale lagen, konden de negatieve druk van het burgerlijk “democratisme” en nationalisme alleen maar ondergaan.
Daarom is het een goede zaak dat de meerderheid van de arbeidersklasse zich tevredengesteld heeft met een platonische ondersteuning, en dat de proletariërs niet massaal deelnamen aan deze beweging zonder perspectief. Deze terughoudendheid toont aan dat de arbeidersklasse, afgezien van haar sympathie voor sommige eisen tegen de armoede, vanaf het begin vooral afstandelijk, voorzichtig was over de focus op belastingen en de gebruikte methoden (de bezetting van rotondes), gealarmeerd was door en walgend van de onmiddellijke steun door heel rechts en extreemrechts.
Dit wantrouwen toont aan dat het proletariaat, ondanks de moeilijkheden die het ondervindt om de strijd op het klasseterrein te beginnen, niet verpletterd, verslagen of massaal betrokken was bij de verrotte ideeën van de kleinburgerij en het xenofobe en anti-immigrantenpopulisme.
In de afgelopen weken, te midden van deze malaise, waren er zelfs kleine lichtpuntjes: middelbare scholieren begonnen te strijden tegen de hervorming van de eindexamens (zonder Marseillaise of Tricolore vlag), niet voor zichzelf, maar uit solidariteit met de toekomstige leerlingen die een opleiding van lager niveau krijgen. Ook studenten mobiliseerden om de verhoging van het collegegeld voor buitenlanders te verwerpen onder de leuze“Solidariteit met de immigranten”. De woede van de jong opgeleide generaties (en toekomstige proletariërs) is een vernietigend antwoord op zowel de onrechtvaardige regeringsmaatregelen als de anti-immigranteneisen van de "gele hesjes". Solidariteit is inderdaad het cement en de kracht van de arbeidersklasse.
Het proletariaat heeft tijdelijk zijn klasse-identiteit verloren, het is afgesneden van zijn geschiedenis en ervaring. Maar het is er nog, steeds levendig. In de diepte gaat de overdenking over het gebrek aan perspectief van de kapitalistische samenleving door, vooral bij de meest bewuste en strijdlustige elementen. Gedreven door de verergering van de economische crisis, in eerste instantie zonder zich bewust te zijn van zijn kracht, zonder te geloven in zijn mogelijke eenheid en zelforganisatie, zal het proletariaat gedwongen worden zich in te zetten voor de strijd om zijn levensomstandigheden te verdedigen. De beweging van de "gele hesjes" is een onthullend teken van de diepte van ontevredenheid, die in de hele uitgebuite klasse bestaat, en van het potentieel van de komende klassestrijd.
Tegenover de tijdelijke verlamming van de klassestrijd moeten de revolutionairen zich wapenen met geduld, niet het isolement, de bakken kritiek en het onbegrip vrezen; zij moeten alle vijanden van het proletariaat, alle ideologische valkuilen, alle impasses, ontmaskeren om in de mate van hun zwakke krachten deel te nemen aan de ontwikkeling van het bewustzijn binnen de arbeidersklasse. Dit in de overtuiging dat alleen klassestrijd in staat is een perspectief te bieden voor de toekomst van de mensheid.
Révolution Internationale, krant in Frankrijk van de IKS, 24 december 2018
[1] “Face à la misère et à la dégradation de nos conditions de vie: Comment lutter pour faire reculer le gouvernement et le patronat ?” (een pamflet beschikbaar op onze website)
[2] “Stellingen over de ontbinding”, Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 107 (2001)
[3] “Quand la bourgeoisie fait croire au prolétariat qu’il n’existe pas”, Révolution Internationale nr. 447 (2014) et “Waarom heeft het proletariaat het kapitalisme nog niet omvergewrorpen ?”, Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 104 (2001)