Door IKSonline op
In de eerste helft van 2022 werd de planeet, zoals in zovele van de voorgaande jaren, geteisterd door talrijke bosbranden in Frankrijk, Marokko, Zuid-Korea, Turkije en Argentinië; catastrofale overstromingen in Pakistan, India, Zuid-Afrika, Madagaskar en Brazilië; tropische stormen in de Filippijnen,Mozambique, Cuba en Florida, ongekende hittegolven in India en Pakistan. De stijging van de temperatuur heeft het risico van extreme weersrampen aanzienlijk vergroot. De schaal van verwoesting die dit met zich meebrengt is angstaanjagend: het onthult de versnelling van de ontbinding van het kapitalisme.
Een van de meest verwoestende natuurrampen van 2022 vond plaats in Pakistan. In de eerste helft van 2022 werd het land getroffen door een hittegolf, zoals nog nooit tevoren, met temperaturen van meer dan 50°C, terwijl in de tweede helft van 2022, slechts enkele maanden later, een derde van het land onder water kwam te staan, die de situatie veranderde in een complete catastrofe. In Jacobabad, een stad met 200.000 inwoners, bereikten de temperaturen eerst meer dan 49°C, waarna alle straten vervolgens overstroomden. Pakistan staat bekend om zijn kwetsbaarheid voor klimaatverandering en extreme weersomstandigheden. Dit jaar zijn in Pakistan duizenden mensen omgekomen, alleen al 1.400 door de overstromingen. Veel van de door overstromingen getroffen gebieden krijgen het minimum aan steun van de autoriteiten. Maar het kapitalisme is niet geïnteresseerd in het redden van mensenlevens.
De rampzalige gevolgen van de stijgende temperaturen
De planeet is nog nooit zo warm geweest. Sinds 1880 is de temperatuur op aarde met 0,08°C per decennium gestegen, maar sinds 1981 is de opwarming toegenomen met meer dan het dubbele: 0,18°C per decennium. Gemiddeld, over land en oceaan, was de oppervlaktetemperatuur in 2021 1,04°C warmer dan in de laatste twee decennia van de 19e eeuw. Volgens de National Centres for Environmental Information (NCEI) vonden 9 van de 10 warmste jaren plaats na 2005, en de vijf warmste jaren in de geschiedenis vonden allemaal plaats na 2015. NASA bevestigde deze waarneming en stelde vast dat 2010-2019 het warmste decennium was dat ooit geregistreerd was. De National Oceanicand Atmospheric Administration (NOAA) ontdekte dat broeikasgassen in 2021 49% meer warmte in de atmosfeer vasthielden dan in 1990.
Maar wat is het verband tussen de stijgende temperaturen en de steeds grotere verstoringen van en extreme omstandigheden in het weer? Er is geen onweerlegbaar bewijs dat een tornado of overstroming in een bepaald deel van de wereld wordt veroorzaakt door stijgende temperaturen. Maar in de afgelopen 30 jaar is het aantal klimaatgerelateerde rampen verdrievoudigd en deze toename wordt een indirecte ondersteuning van de hypothese dat het grootste deel van de weerrampen wordt veroorzaakt door de opwarming van de aarde - en in laatste instantie door onverantwoordelijk en vernietigend ‘menselijk ingrijpen’. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen wetenschappers dus vaststellen dat de opwarming van de atmosfeer, de oceaan en het land aan de basis ligt van het merendeel van de steeds verwoestender ‘natuurrampen’.
De stijging van de lucht- en watertemperatuur leidt tot een stijging van de zeespiegel en het massaal smelten van de ijskappen, tot superzware stormen en hogere windsnelheden, langdurige hittegolven en hevigere droogtes, zware stortbuien en massale overstromingen, waardoor steeds meer delen van de planeet onbewoonbaar worden. En als directe gevolgen van deze door crisis geteisterde omstandigheden zagen we dat:
- tussen 2011 en 2020 de daarmee gepaard gaande verwoesting wereldwijd in totaal ongeveer 2,5 miljard dollar bedroeg, bijna 50 procent meer dan in de periode 2001-2010;
- sinds 2008 elk jaar meer dan 20 miljoen mensen uit hun huizen werden verdreven, een aantal dat elk jaar toenam en alleen al in 2020 het aantal van 30,7 miljoen bereikte;
- van 1970 tot 2019 waren er wereldwijd meer dan 11.000 gerapporteerde rampen die werden toegeschreven aan natuurrampen, met meer dan twee miljoen geregistreerde doden.
De vernietiging van de natuur door de mens heeft een zeer lange geschiedenis, maar in eerdere maatschappijvormen was deze vernietiging zo beperkt dat de natuur zich ervan kon herstellen. Maar binnen het kapitalisme veranderde dat drastisch: het ontwikkelde productiekrachten die in staat waren het aanzicht van de natuur in hele regio's in relatief korte tijd te veranderen. Tijdens de industriële revolutie bijvoorbeeld leidde de exploitatie van koper- en kolenmijnen in Zuid-Wales (Groot-Brittannië) binnen enkele decennia tot de vernietiging van grote bossen waardoor het landschap voorgoed veranderde.
Maar de mens kan niet ongestraft zulke ingrijpende veranderingen in de natuur aanbrengen. “Bij elke stap worden we eraan herinnerd dat we in geen geval over de natuur heersen als een veroveraar over een vreemd volk. (...) Voor elke overwinning neemt de natuur wraak op ons”[1] [1]. Vandaag, of liever in de afgelopen decennia, kunnen we zien hoe de natuur, na 140 jaar nietsontziende plundering door het kapitaal, zich op wereldschaal begint te ‘wreken’. De processen die in gang worden gezet door de vernietiging van de natuur slaan als een boemerang terug op de maatschappij in de vorm van een snelle toename van natuurrampen met langdurige en steeds verwoestender gevolgen.
De opwarming van de aarde is inherent aan de kapitalistische productiewijze
Onder kapitalistische omstandigheden moet elke kapitaaleenheid accumuleren en uitbreiden onder de impuls van de concurrentie met andere kapitalen. Het moet zo efficiënt mogelijk produceren, met de hoogste productiviteit en de laagst mogelijke kosten. Elke activiteit van het kapitaal is voortdurend gericht op de groei van de winst en de toename van de exploitatie van de natuur: de arbeidskracht, de bodem, grondstoffen, enz.
Winstgevendheid vormt het begin- en het eindpunt van elke kapitalistische onderneming.
Binnen het kapitalisme is het doel niet het scheppen van meer nuttige producten (‘gebruikswaarden’), maar de uitbreiding van de warenproductie ten behoeve van de winst. Het kapitaal heeft de toenemende omvang van de productie, de uitbreiding van de markt en de reproductie van de waarde op grotere schaal, tot doel op zich gemaakt.
En hoe meer kapitaal accumuleert, hoe meer het kan accumuleren. Accumulatie omwille van de accumulatie, productie omwille van de productie, dat is wat het kapitalisme kenmerkt. De eeuwige voortzetting van elke productiecyclus op steeds grotere schaal wordt uiteindelijk, in de periode van verval van het kapitalisme, een volstrekt irrationele en zelfs vernietigende logica.
Voor het kapitaal is de natuur een ‘gratis geschenk’, zij heeft geen prijs, behalve voor de ontdekking en winning, zij heeft geen kosten. Vanuit kapitalistisch oogpunt is de natuur een opslagplaats van grondstoffen die naar hartenlust kan worden geplunderd. Daarom worden in de boekhouding van kapitalistische bedrijven alle kosten nauwkeurig genoteerd (transport, machines, arbeid, enz.), maar niet de schade die het kapitalistische productieproces aan de natuur toebrengt. Soms wordt de schade aan de natuur hersteld, maar meestal niet door het bedrijf dat deze schade heeft veroorzaakt.
In de periode van het verval van het kapitalisme, en in het bijzonder vanwege de behoeften van de oorlogseconomie, is elke nationale staat verplicht zijn greep op de maatschappij te versterken en steeds meer delen van het economische leven aan zijn directe controle te onderwerpen. Het staatskapitalisme werd de overheersende vorm en heeft het privékapitaal steeds meer in haar keurslijf opgesloten. Tegenwoordig wordt het gehele kapitaal binnen een natie geconcentreerd rond het staatsapparaat. Zo wordt de genadeloze concurrentie tussen particuliere bedrijven voor een groot deel opgeslokt door en omgezet in de moordende concurrentie tussen de nationale staten.
Wat heeft dit te maken met het probleem van de opwarming van de aarde? Het betekent dat de belangrijkste beslissingen in de strijd tegen de opwarming van de aarde niet afhangen van de beslissingen van het privékapitaal, maar van de politiek van de nationale staten. En de balans van de politiek van de nationale staten inzake bescherming van het klimaat is niet positief. Integendeel, in de periode van de imperialistische blokken, tot 1989, toen de naties onder het juk van de blokleider stonden en gedwongen werden samen te werken, bleek de bourgeoisie al niet in staat iets wezenlijks te doen om de verdere vernietiging van de natuur te voorkomen. Maar in de huidige fase van ontbinding van het kapitalisme, waarin de samenhang van de blokken niet meer bestaat en de betrekkingen tussen de naties worden gedomineerd door ‘ieder voor zich’, door toenemende centrifugale krachten en groeiende militaire chaos, is de situatie alleen maar erger geworden: elke poging om een gezamenlijke politiek te bepalen om het klimaat te behoeden voor opwarming en om steeds dramatischer weersrampen te voorkomen is illusoir geworden. Alle tendensen wijzen tegenwoordig in de richting van een toenemende politieke chaos waarin elke poging om een wereldwijde consensus tussen natiestaten tot stand te brengen, gedoemd is te mislukken. Dit is zelfs zo wanneer deze pogingen zich als ‘socialistisch’, de droom van de linkse facties van de bourgeoisie, presenteren. En alle internationale conferenties voor de ‘bescherming’ van de natuur van de afgelopen dertig jaar getuigen van deze mislukking.
De vernietiging van de natuur tot het punt dat ze niet meer echt kan herstellen, houdt rechtstreeks verband met het kapitalisme. Het kapitalisme is absoluut niet in staat de economische wetten (de drang naar uitbreiding, concentratie en meer winst) te veranderen die verantwoordelijk zijn voor de steeds grotere schade aan de natuur. De burgerlijke maatschappij toont zich “als de tovenaar die niet meer in staat is de krachten van de onderwereld, die hij met zijn spreuken heeft opgeroepen, te beheersen”[2][2]. De stijgende temperaturen en de opwarming van de aarde zijn inherent aan de kapitalistische productiewijze.
Dit betekent dat, om deze catastrofale dynamiek te stoppen, we ons moeten ontdoen van de kapitalistische productiewijze. Het is niet nodig om hier uit te weiden over de talrijke sombere maar realistische voorspellingen of over de verschillende doemscenario's die ons te wachten staan als de temperatuurstijging niet wordt gestopt. Er is genoeg materiaal te vinden op het internet, in tijdschriften en boeken en natuurlijk op onze website, bijvoorbeeld het artikel “De wereld aan de vooravond van een milieuramp”, (Internationale Revue, Frans-, Engels en Spaanstalige uitgave nr. 135). Er is echter één ding dat vermeld moet worden, en dat is het feit dat we snel het ‘point of no return’ naderen. We zijn gevaarlijk dicht bij het ontstaan van ‘terugkoppelingseffecten’, waarbij de uitstoot van koolstof uit ontdooiende veengronden en de arctische permafrost en vooral methaan, die de atmosfeer 20 keer meer kan opwarmen dan koolstof, zo snel toeneemt dat het niet meer te stoppen is, waardoor de opwarming van de aarde zelfs doorgaat als alle menselijke emissies zouden stoppen.
Klimaatverandering en oorlog
De oorlogsindustrie is zeer vervuilend. Men schat dat de uitstoot van legers, en de industrieën die hen bevoorraden, verantwoordelijk is voor ongeveer 5% van de wereldwijde uitstoot, meer dan de lucht- en scheepvaart samen. Het Amerikaanse leger alleen al stoot per jaar meer broeikasgassen uit dan landen als Spanje, Portugal of Zweden, en evenveel als de jaarlijkse uitstoot van 257 miljoen auto's. Het Cost of War Research Project in Boston berekende dat de uitstoot van alle Amerikaanse militaire operaties van 2001 tot 2017 naar schatting ongeveer 766 miljoen ton CO2 bedraagt.
In februari 2022 publiceerde het Amerikaanse leger zijn eerste klimaatstrategie (ACS), die tot doel heeft zijn emissies tegen 2030 te halveren, bijvoorbeeld door zijn gevechtsvoertuigen en niet-tactische voertuigen te voorzien van elektrische motoren, door zijn basissen van koolstofvrije elektriciteit te voorzien en door schone wereldwijde toeleveringsketens te ontwikkelen.
Voor een instelling die regelmatig tienduizenden kiloton koolstofdioxide per jaar uitstoot en die verantwoordelijk is voor de meest giftige milieuvervuiling door materialen als Agent Orange, raketbrandstof en giftig blusschuim, is dit plan volkomen hypocriet. Het is een perfecte illustratie van de ‘green washing’ campagne van het Amerikaanse leger: volstrekt ontoereikend en één grote afleidingsmanoeuvre.
Militarisme blijft de planeet vergiftigen en bijdragen aan de opwarming van de aarde. De gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor het milieu zijn nu al rampzalig. Er zijn aanwijzingen voor ernstige luchtvervuiling en uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de intense en permanente gevechten. Russische raketten hebben een aantal olie- en gasinstallaties in Oekraïne aangevallen. De branden die daardoor ontstonden, veroorzaakten zware emissies. Alleen al in de eerste vijf weken van de oorlog werden 36 Russische aanvallen op infrastructuur voor fossiele brandstoffen geregistreerd, wat leidde tot langdurige branden waarbij roetdeeltjes, methaan en koolstof in de atmosfeer terechtkwamen. Het Oekraïense leger sloeg terug en stak de olie-infrastructuur aan Russische zijde in brand.
En dat is nog niet alles. Beide partijen aarzelen niet om de kerncentrale van Zaporizja, de grootste in Europa, als doelwit voor hun militaire confrontaties te gebruiken. De vier hoogspanningsleidingen, die de centrale van stroom moeten voorzien voor onder andere de veiligheid en het koelsysteem, worden door de beschietingen stelselmatig vernield. Zo zei het hoofd van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie op 9 september dat het risico van een nucleair ongeval in de centrale ‘aanzienlijk is toegenomen’. Elke verdere vernietiging van de infrastructuur rond de centrale zou al reusachtige gevolgen kunnen hebben, zelfs een kernramp van het niveau van Fukushima.
West-Europese landen zijn overeengekomen om zich te ontdoen van de fossiele brandstoffen uit Rusland. Wouter De Vriendt van de partij Groen sprak in het Belgische federale parlement over een grote kans “om van de fossiele brandstoffen af te komen”. Maar de realiteit is heel anders. De oorlog in Oekraïne zal geen doorbraak betekenen in de omschakeling naar schonere energie. Russisch gas en olie zullen worden vervangen door fossiele brandstoffen, waarvan sommige nog vervuilender zijn, zoals de winning van schaliegas en bruinkool. Duitsland, Oostenrijk en Nederland hebben hypocriet aangekondigd de beperkingen op elektriciteitscentrales, die op fossiele brandstoffen werken, op te heffen en hebben de levensduur verlengd van een dozijn kolencentrales die tegen 2030 zouden moeten sluiten. In feite gebruiken de westerse landen de oorlog in Oekraïne als alibi om hun eigen fossiele energie-industrie te versterken.
Degrowth’: een valse oplossing voor toenemende klimaatrampen
Het woord ‘degrowth’ werd voor het eerst geformuleerd in 1972 toen André Gorz de vraag stelde naar de relatie tussen groei en kapitalisme. De ‘degrowth’- beweging zelf begon ongeveer 30 jaar later. In 2002 publiceerde het Franse tijdschrift Silence een speciaal nummer over ‘degrowth’, dat veel publieke aandacht kreeg. In 2008 vond in Parijs de eerste internationale ‘degrowth’-conferentie voor ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid plaats. Dit gaf een echte impuls aan de beweging en daarna verschenen verschillende belangrijke publicaties
Er is niet één duidelijk gedefinieerde ‘degrowth’-ideologie. Eén punt dat door de hele beweging wordt onderschreven is dat er grenzen zijn aan de groei en dus is het doel om kwantitatieve groei te vervangen door kwalitatieve groei of ontwikkeling. “Degrotwth’, zo wordt ons verteld, kan op vele manieren, maar gangbare suggesties zijn het stoppen van de productie van nutteloze consumptiegoederen, van goederen met ingebouwde veroudering of goederen die niet gerepareerd kunnen worden, het uitfaseren van fossiele brandstoffen, het vervangen van particulier vervoer door openbaar vervoer, het ontmantelen van de wapenindustrie en het militair-industrieel complex, enzovoort.
Deze voorstellen zijn op zich zeer zinvol. De vraag is of ze ooit kunnen worden uitgevoerd binnen het kader van het kapitalisme. Ze zijn “gebaseerd op een zeer nauwkeurige vaststelling: in het kapitalistische systeem wordt niet geproduceerd om in de behoeften van de mensheid te voorzien, maar om winst te maken, en daarbij wordt niet alleen geen welzijn geschapen (verre van dat), maar wordt ook de planeet vernietigd. De oplossing, voor de voorstanders van ‘degrowth’, is dus om beter en minder te consumeren. [Maar] de theorie van “degrowth” raakt slechts een deel van het probleem aan en wel op een oppervlakkige manier; ze raakt niet aan de kern van de zaak”[3].[3]
Binnen de ecologische beweging zijn er ook stromingen die dit hebben begrepen, met het argument dat het kapitalisme de klimaatcrisis veroorzaakt en dat “elk werkelijk alternatief voor deze perverse en destructieve dynamiek radicaal moet zijn - dat wil zeggen, de wortels van het probleem moet aanpakken: het kapitalistische systeem. (...) Ecosocialistische degrowth is zo’n alternatief”[4].[4] Natuurlijk zijn we het erover eens dat het kapitalisme het probleem van de opwarming van de aarde niet kan oplossen; omdat het inherent is aan de logica van zijn systeem. Dus moet het kapitalisme zelf worden afgeschaft.
Maar de feitelijke voorstellen van deze ‘ecosocialisten’ om de noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor de afschaffing van het kapitalisme zijn verre van radicaal. Terwijl ze pleiten voor de “sociale toe-eigening van de belangrijkste (re)productiemiddelen”[5][5], blijven we volledig in het ongewisse over wie zich deze (re)productiemiddelen moet toe-eigenen. Het volk, zoals wordt gesuggereerd? Maar in een klassenmaatschappij bestaat het ‘volk’ als categorie niet, of slechts als abstractie. En het is onmogelijk om de productiemiddelen toe te schrijven aan een abstractie. De enige conclusie die overblijft is dat ze moeten worden overgenomen door de staat, waarvan de ‘ecosocialisten’ de vernietiging niet voorzien.
Zo is de formulering dat “de belangrijkste beslissingen over de prioriteiten van productie en consumptie door de mensen zelf zullen worden genomen” vooral een dekmantel voor de fundamentele democratische neigingen van de auteurs, die niet verder gaat dan de grenzen van de kapitalistische productiewijze.
Ondanks haar ‘radicale’ taalgebruik is de ideologie van het ecosocialisme een uitstekend instrument om oprechte bezorgdheid over de klimaatcrisis weg te leiden van de noodzaak van een fundamentele verandering in de maatschappelijke verhoudingen naar de doodlopende weg van de onmogelijke hervorming van de bestaande orde.
Maar erger nog, het idee van ‘degrowth’ onder een staatskapitalistisch regime kan ook functioneren als een ideologische rechtvaardiging voor verdere aanvallen op de levensomstandigheden van de arbeiders. Het kan worden gebruikt om arbeiders op te roepen hun consumptie te verminderen ten behoeve van een door de staat gevoerd ‘milieuvriendelijk’ politiek. Uiteindelijk zou het alleen maar meer bezuinigingen betekenen.
Het kapitalisme kan niet worden hervormd. Het is een stervend systeem van uitbuiting en het neemt de mensheid mee de afgrond in. Daarom zal elke echte strijd tegen de verdere vernietiging van de natuur onmogelijk zijn zolang het kapitalisme de planeet regeert. De echte verandering in de relatie tussen mens en natuur kan alleen beginnen onder de dictatuur van het proletariaat. Het evenwicht tussen mens en natuur “kan alleen bestaan in het feit dat de gesocialiseerde mens, de geassocieerde producenten, hun metabolisme rationeel regelen met de natuur”[6]. [6]
Dennis, oktober 2022
[1] Friedrich Engels,”De rol van de arbeid in de overgang van aap naar mens”.
[2] Karl Marx & Friedrich Engels, “Het Kommunistisch Manifest”
[3] “Discussiedag in Marseille: een open en kameraadschappelijk debat over ‘Is een andere wereld mogelijk?’”, ICConline - 2008.
[4] Michael Löwy, BengiAkbulut, Sabrina Fernandes and Giorgos Kallis, “For an Ecosocialist Degrowth”.
[5] Ibidem