Door IKSonline op
Inleiding 1e bijeenkomst van de discussiecyclus: Strijdvormen en organisatie
Strijd is een motor
De geschiedenis bestaat uit rustige en bewogen tijden. Wij kennen haar echter vooral uit bewogen tijden, periodes van strijd en omwenteling. Dit is geen toeval. “Revoluties zijn de locomotieven van de geschiedenis.”[1] Het zijn de momenten waarop de geschiedenis in een stroomversnelling belandt: oude maatschappijen, verstrikt in tegenstellingen, worden vervangen door nieuwe, die een nieuwe periode van ontwikkeling inluiden. Revoluties uit het verleden hebben de maatschappij van vandaag gemaakt. Een diepgaande maatschappelijke omwenteling gebeurt niet louter ‘van bovenaf’, maar vraagt de steun en deelname van de massa’s ‘van onderop’. Een omwenteling vraagt ook om strijd, gezien binnen de omstreden maatschappij belangengroepen heersen, die geen directe baat hebben bij een verandering. Deze belangengroepen zijn binnen uitbuitingsmaatschappijen noodzakelijkerwijze de heersers. Zij hebben er belang bij de uitbuiting steeds op te drijven, om zich steeds meer de meerarbeid[2] toe te eigenen, waardoor hun bestaan binnen een maatschappij van schaarste is verzekerd. Zonder verzet, doen de heersers hun zet.
Het kapitalisme is echter een bijzondere uitbuitingsmaatschappij, omdat zij de voorwaarden schept om de schaarste voor eens en voor altijd tot het verleden te maken. Haar eigen bewegingswetten drijven haar tot het overspoelen van de aardbol en de constante revolutionering van de productiekrachten. Met het kapitaal ontstond een productieapparaat dat enkel door (gedwongen) samenwerkingsverbanden kan blijven draaien. Van de meeste producten van vandaag, kan niemand nog zeggen dat het zijn/haar individuele product is. Zo socialiseerde het kapitalisme de productie, maar niet de productieverhoudingen.[3]
Het kapitalisme heeft echter ook de klasse mensen voortgebracht die haar kan vernietigen: de arbeiders of proletariërs. Zij zijn de producenten en maken het hart uit van het productieapparaat. Zij weten hoe de productie beter kan en moet. Het is hun capaciteit tot het uitbouwen van een nieuw productiesysteem dat hen tot drager van een nieuwe maatschappij maakt, niet hun vermogen tot het lamleggen van de productie, hoe belangrijk dit laatste wapen ook kan zijn. Maar niet alleen hun technisch inzicht, maar vooral hun sociaal karakter maakt hen tot revolutionaire klasse. Het kapitalisme dwingt hen elke dag tot samenwerking, tot geassocieerde, maar vervreemdende, arbeid. Zij zijn deel van de gesocialiseerde productiekrachten. In die zin denken we dat arbeidersstrijd een perspectief biedt aan een hopeloos systeem.
Verleden, heden en toekomst
In de geschiedenis van het kapitalisme kennen we vele momenten van arbeidersstrijd en -verzet tegen allerlei gevolgen van het kapitalistische systeem en zelfs tegen het systeem zelf. Sinds 1900 zijn de bewegingen van 1905, 1917, 1968, 1980 de bekendste en belangrijkste periodes geweest, waardoor zij tot symbolen werden, maar ook tot slachtoffers van de meest grove propaganda van vervalsing. Al deze bewegingen hebben in een zekere zin een nederlaag gekend, aangezien we nog steeds in het kapitalisme met al haar sociale en ecologische rampspoed leven. Strijd loont dus niet. Of toch? In de jaren 2011 en 2012 staken opnieuw protestbewegingen tegen de uitspattingen van het wereldwijde kapitalistische systeem de kop op. Deze wereldwijde bewegingen zijn een schakel geworden in de geschiedenis van de arbeidersstrijd, het voortzetten van een nog steeds noodzakelijke traditie. Er bestaat een verbondenheid met voorgaande bewegingen, maar haar actoren zijn zich ervan nog niet bewust genoeg. Die bewuste verbondenheid moet opnieuw gesmeed, indien we het kapitalisme willen doen verdwijnen en een betere maatschappij in de plaats stellen. Want elk van deze bewegingen, van 1905 tot vandaag, bevat waardevolle lessen voor de hedendaagse en vooral toekomstige strijdbewegingen. Die verbondenheid tussen strijdbewegingen uit verleden en heden ligt hem zowel in de inhoud als in de vorm.
Economie en politiek
Als we kijken naar de inhoud van de strijdbewegingen van 2011-2012, dan kunnen we de verschillende uitdrukkingen ervan grofweg opdelen in twee types, aspecten of luiken, die beide belangrijke sterktes en zwaktes vertoonden.
Enerzijds zagen we economische strijd tegen sluitingen, ontslagen, de levensduurte, de werkloosheid… en dit zowel vanuit de productie-eenheden (kantoren, fabrieken, delfplaatsen, scholen, ziekenhuizen…), als vanuit bezette straten en pleinen. Anderzijds was er ook politieke strijd, vooral vanuit de bezette openbare plaatsen, hoewel de manifestanten zich vaak “apolitiek” noemden. Wat is politiek dan? Vaak begrijpt men hieronder de twisten tussen de burgerlijke partijen over het beheer van de nationale staat en economie en/of de verdediging van de nationale belangen in allerlei oorlogen. Het is echter meer dan dat. Politiek omvat verschillende betekenissen. In een brede zin gaat politiek om de structuur en de functionering van een sociale groep, een gemeenschap, een maatschappij… Het gaat om de maatschappelijke verhoudingen: economische, juridische, sociologische, morele, culturele, seksuele… In een nauwe zin gaat politiek over de machtsvraag m.a.w. over de staat haar structuur, functionering, beheer en invloed op het maatschappelijke leven.[4]
Deze twee aspecten van de strijd, economie en politiek, zijn volledig met elkaar verstrengeld. Ze zijn dan ook niet nieuw. Eisen naar meer zeggenschap, participatie, rechten, vrijheden, beslissingsrecht… m.a.w. eisen naar meer politieke macht, stonden al centraal in de massastaking van 1902 in België, waarin hard werd gevochten voor het algemeen enkelvoudig stemrecht. Tegelijkertijd ontwikkelde zich in Rusland een strijdbeweging dat haar hoogtepunt in 1905 bereikte. Het was een maalstroom van al dan niet georganiseerde kleine en grote stakingen, waarin zowel economische als politieke eisen werden gesteld.[5] Over deze zogenaamde eerste Russische revolutie werd heftig gedebatteerd binnen de 2de internationale. Rosa Luxemburg schreef naar aanleiding hiervan het boekje “Massastaking, partij en vakbonden”. Daarin stelde zij:
“Er zijn geen twee verschillende soorten kassenstrijd van de arbeidersklasse: een economische en een politieke, maar er is slechts één klassenstrijd, die zowel op het indammen van de kapitalistische uitbuiting binnen het kader van de burgerlijke maatschappij, als op de afschaffing van de uitbuiting tegelijk met de burgerlijke maatschappij is gericht.” [6]
Vorm en inhoud
Voor de arbeidersklasse heeft arbeidersstrijd alles te maken met vorm én inhoud. Elke inhoudelijke strijd vraagt om een gepaste strijdvorm. Betogingen, optochten, stakingen, straatgevechten, barricades, comités, enz. kunnen erg vruchtbaar zijn, indien zij beantwoorden aan de noden van de strijd. Zij bestaan dus nooit an sich. In elke sociale beweging leven ideeën, leeft een dynamiek naar meer of minder eenheid binnen de arbeidersklasse, naar een versterking of verzwakking van de klassensolidariteit. De vormen van strijd zijn daar nauw mee verbonden. Soms zijn de vormen remmend of beklemmend voor de inhoudelijke dynamiek, soms versnellen ze net de ontwikkeling van de inhoudelijke strijd voor een post-kapitalistische maatschappij. “Het eigenlijke resultaat van hun strijd is niet het onmiddellijke succes, maar de steeds verder om zich heen grijpende vereniging van de arbeiders.” [7] In de globale strijdbeweging van 2011-2012, zagen we tussen de verschillende delen duidelijke verschillen in kracht en impact. Welke delen waren nu het sterkste? Welke hadden de meeste macht? Welke hebben de meeste invloed uitgeoefend op het verloop van de bewegingen? Waar heeft de strijd het meest “geloond”? Waar en in welke dynamiek vonden we de grootste en machtigste massa’s? Waar was er een steeds verder om zich heen grijpende vereniging van de arbeiders?
Zonder twijfel was dit tijdens de Arabische Lente in Tunesië en Egypte, de Indignados in Spanje, Griekenland en Israël, de Occupy-beweging aan de Westkust van de VS. Waarom echter? Wij stellen dat hier inhoud en vorm elkaar vonden, waardoor een ontwikkeling van een politiek luik mogelijk werd. Wat was die inhoud dan? Een maalstroom van economische en politieke eisen die elkaar soms versterkten, soms verzwakten. Wat was die vorm dan? Dat waren de algemene vergaderingen (AV’s). Zij waren het inhoudelijke en organisatorische centrum van deze brede strijdbewegingen, waarin de arbeidersklasse een relatief sterke impact had. Zij boden een kader voor de ontwikkeling van arbeidersstrijd, voor een politisering van hun strijd.
Daar waar inhoud en vorm niet samenkwamen waren de bewegingen zwak, niet massaal… en kon zich geen krachtsverhouding opbouwen tegen het systeem. Zo bleven een heleboel stakingen opgesloten in een vakbondslogica: strijd per bedrijf, sector, regio, natie… Zo was impact van vele verontwaardigden en/of bezetters in vele regio’s zwak, door een beperkt begrip van de problematiek, het gewicht van illusies en daardoor ook geen aansluiting zocht met de arbeidersklasse, die als enige een ware uitdaging voor het kapitalisme kan betekenen.
Politisering is nodig
Hoe is het economische strijdaspect verbonden met het politieke? Hoe kan het ene het andere versterken? Hoe uit een politisering van strijd zich? In 1981 beschreef de IKS de politisering van de arbeidersstrijd in Polen in 1980-1981 als volgt: “Wanneer het proletariaat op klasseterrein vecht, worden bijzondere eisen al snel voorbijgestreefd door een steeds bredere aanval op het socio-economisch systeem zelf. Die dynamiek is eigen aan de strijd, door zijn massaal karakter, doordat de arbeiders zich steeds meer bewust worden van hun klassemacht, die ertoe kwam heel het weefsel van de Poolse ‘natie’ in vraag te stellen. De stakingen begonnen om economische eisen kracht bij te zetten. Maar ze hielden niet op toen de bourgeoisie probeerde hen de wind uit de zeilen te halen door toe te geven aan de eisen van een of ander beperkt deel van de klasse. (…)
Dankzij de krachtsverhouding konden ze de bourgeoisie ertoe dwingen haar vertegenwoordigers af te zetten die zich duidelijk bloot gegeven hadden door repressie, door te openlijk misbruik te maken van hun privileges of door corruptie enz. De klasse oefende druk uit op verschillende aspecten van het maatschappelijk leven: op de lonen natuurlijk, maar ook op de politiebegroting, op de voorrechten van militairen en partijkaders, inzake het openbaar gebruik van gebouwen die vroeger gereserveerd waren voor de heersende klasse enz. Enkele weken geleden lagen de bedrijven plat door een staking, waarin onder meer geëist werd dat een gezondheidskompleks dat enkel gebruikt werd door kaderleden voor het publiek zou opengesteld worden. (…)
De revolutionairen zien in dat –ook al blijven er nog illusies overeind- hoe massaler en beslister de strijd is, hoe meer de hij ertoe zal komen de burgerlijke maatschappij in vraag te stellen. Enerzijds aanvaardt de arbeidersklasse de logica niet van de beperkingen en de rentabiliteit. Rendabel of niet, zij eiste de vrije zaterdag. Zolang de economie tonnen wapens kan produceren, zien de arbeiders niet in waarom ze in armoede zouden moeten leven.
‘Solidariteit’ en de staat in het algemeen, wil alleen problemen (en ‘oplossingen’) zien op het vlak van de ‘distributie’ van wat beschikbaar is. De arbeidersklasse echter stelt het probleem van het doel van de productie. Het standpunt van de arbeidersklasse is niet de verdeling van de ellende die opgelegd wordt door noden die haar vreemd zijn, maar de productie in functie van haar behoeften, om die te bevredigen.” [8]
Een politisering van strijd concretiseert zich dus wanneer de arbeidersklasse steeds bredere eisen stelt, die bijgevolg tenderen naar een steeds verdere invraagstelling van het volledige systeem in al haar facetten (economie, recht, cultuur, moraal…). Met een groeiende klassensolidariteit en klassenbewustzijn, wordt het proletariaat steeds meer klasse für sich, en niet enkel an sich. Zo ontstaat een groeiende krachtsverhouding en stelt zich ook steeds explicieter de vraag: wie heeft de macht? Wie beslist over wat? Hoe komt strijd echter tot een dergelijke dynamiek van politisering? Welke factoren bepalen dit?
Daad en gedachte
Wanneer komen de werkende, werkloze of studerende arbeiders in actie? Waarom voeren zij hun strijd soms zus en soms zo? Volgens ons hangt dit erg af van hun bewustzijn over hun eigen situatie van uitbuiting, maar ook het bewustzijn over en het vertrouwen in eigen kracht als klasse, in staat om de vernietiging van de planeet en hun eigen levensvoorwaarden te voorkomen door een nieuwe maatschappij op te bouwen. Dit klassenbewustzijn ontwikkelen is volgens ons een essentieel deel van de arbeidersstrijd. Hoe die ontwikkeling dan gebeurt en hoe we die kunnen versnellen is een vraag die zich steeds opnieuw aan de revolutionairen opdringt. Alex & Lac/ februari 2013
Teksten ter verdieping
Massastaking, organisatie, economie en politiek
· Luxemburg, 1906, Massastaking, partij en vakbonden, https://www.marxists.org/nederlands/luxemburg/1906/massastaking/index.htm
· ICC, What are workers’ councils (part 1),
https://en.internationalism.org/ir/140/workers-councils-01
Rusland 1905
· ICC, 100 years ago: the 1905 revolution in Russia,
https://en.internationalism.org/series/340
Mei 68
· ICC, May 68 and the revolutionary perspective,
https://en.internationalism.org/series/504
Polen 1980
· IKS, Internationalisme nr. 51, 1981, Massastaking,
· IKS, Internationalisme nr. 52, 1981, Arbeidersstrijd in Polen: het land staat op zijn kop
· ICC, "Poland, August 1980: The proletariat rediscovers the weapon of the mass strike",
· ICC, Mass strikes in Poland 1980: the proletariat opens a new breach,
https://en.internationalism.org/ir/023/mass-strikes-in-poland-1980
· ICC, Poland 1980: lessons still valid for the struggle of the world proletariat,
https://en.internationalism.org/ir/103_poland80.htm
Occupy/Indignados
· CCI, Dossier spécial sur le mouvement des Indignés et des Occupy
https://fr.internationalism.org/icconline/2011/dossier_special_indignes.html
· ICC, Occupy movement,
https://en.internationalism.org/tag/7/1230/occupy-movement
· ICC, Occupy London,
https://en.internationalism.org/tag/7/1231/occupy-london
· ICC, The Indignados,
https://en.internationalism.org/taxonomy/term/1219
· ASB, De Indignados beweging in Griekenland,
anarcho-syndicalisme.nl/wp/?p=1789
ASB, griekenland: “Burdened with debt”,
anarcho-syndicalisme.nl/wp/?p=1732
· ICC, Oakland: Occupy movement seeks links with the working class,
· ICC, The Occupy Movement on the West Coast: how "organizing the unorganized" led to division,
· ICC, "Occupy Wall Street protests: the capitalist system itself is the enemy",
Arabische lente
· ICC, What is happening in the Middle East?, https://en.internationalism.org/ir/145/what-is-happening-in-the-middle-east
· ICC, Understanding the period – class analysis and events in the Arab world,
· ICC, Revolt in Egypt and Tunisia,
https://en.internationalism.org/taxonomy/term/1136
· ICC, Egypt,
https://en.internationalism.org/taxonomy/term/1125
· ICC, Tunisia,
https://en.internationalism.org/taxonomy/term/1123
Enkele citaten
[1] Marx, 1850, Klassenstrijd in Frankrijk, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1850/class-struggles-france/index.htm
[2] Surplus-labour, Wikipedia, https://en.wikipedia.org/wiki/Surplus_labour
[3] Engels, 1876, Anti-Dühring, https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1877/anti-duhring/26.htm
[4] Politique, Wikipedia, https://fr.wikipedia.org/wiki/Politique
[5] Revolution of 1905, Wikipedia, https://en.wikipedia.org/wiki/Revolution_of_1905
[6] Luxemburg,1906, Massastaking, partij en vakbonden, https://www.marxists.org/nederlands/luxemburg/1906/massastaking/8.htm
[7] Marx, 1848, Communistisch Manifest, www.vonk.org/klassiekers/marx-engels/1848/manifest/manif1.htm
[8] Internationalisme nr. 52, 1981, “Arbeidersstrijd in Polen: het land staat op z’n kop”