Door Internationalisme op
In oktober 1975, meer dan dertig jaar geleden dus, verscheen de eerste aflevering van Internationalisme, orgaan van de Internationale Kommunistische Stroming in België. Het uitbrengen en verspreiden van een kommunistische publicatie gedurende drie decennia is een belangrijke verwezenlijking in het tijdperk van ‘hersenspoelingen’ door de media. Het is een verwezenlijking die natuurlijk niet alleen het werk is van een groep in België maar vooral het product van de inspanningen van de IKS als geheel.
Dit vormt een gelegenheid om in de herinnering te roepen – door uittreksels uit de Voorstelling van de krant en de organisatie die deze eerste aflevering inleidde – in welke samenhang een reeks van revolutionaire groepen (1) besloten om hun krachten te bundelen en een krant uit te geven. Voor de initiatiefnemers uit die tijd betekende de crisistoestand van het kapitalisme dat er voor de klassenstrijd veel op het spel stond: “Na tientallen jaren van massale vernietiging en verscherpte uitbuiting sinds de Eerste Wereldoorlog, met meer dan vijftig miljoen doden, met zwarte ellende voor meer dan de halve mensheid en met een steeds verdergaande aftakeling van de levensvoorwaarden, heeft het kapitalisme vandaag niet veel verweer meer tegen de diepste crisis in haar geschiedenis [...] Al de pogingen om de crisis in te dijken betekenen slechts een uitstellen van de vernietiging van het systeem [...] De totale kapitalistische productiewijze is in verval. De maatschappij ontwikkelt zich met steeds enger wordende mogelijkheden die opgelegd worden door een systeem van verouderde sociale verhoudingen. De verstikking van de ontwikkeling van de productiekrachten door de kapitalistische productieverhoudingen wordt steeds knellender en bedwingt de grootste klasse (de arbeidersklasse) van de mensheid. De klassentegenstellingen verscherpen, en met hen groeit de levensnoodzaak voor de arbeidersklasse om zich de middelen te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de vernietiging van dit historisch vergankelijke kapitalistisch systeem”. Daar tegenover stelt de inleiding de enorme verantwoordelijkheid die rust op de schouders van de revolutionaire groepen, die “bewust [zijn] van de enorme problemen waarvoor de arbeidersklasse gesteld is en van de toename van de burgerlijke misleidingen en de kapitalisme pogingen om de arbeidersklasse versnipperd en geïsoleerd te houden.” Vandaar de noodzaak om zich bij een internationale revolutionaire organisatie aan te sluiten, met het doel het revolutionaire perspectief dat zich opdringt te verdedigen binnen de arbeidersklasse: “Vastbesloten om niet geïsoleerd te blijven in het kader van nationale problemen en bewust van de noodzaak voor de arbeidersklasse om zich als revolutionaire klasse op wereldschaal te vormen, hebben de groepen van in het begin hun eenmaking verbonden aan dat van een internationale hergroepering [...]. Een algemene en internationale visie is onmisbaar voor elke revolutionaire organisatie die op een samenhangende wijze wil tussenkomen in de klassenstrijd. Aleen dan kan de ontwikkeling van de bewustwording van het proletariaat en zijn strijd voor het socialisme perspectief krijgen.”
Dertig jaar later kunnen we niet meer dan aanstippen hoezeer het analysekader over de toestand van het kapitalisme dat in 1975 werd voorgesteld – en dat toentertijd door velen als slechte science-fiction werd beschouwd – ruimschoots door de feiten is bevestigd is: dertig jaar crisis heeft de kapitalistische productiewijze laten wegrotten en deze heeft op haar beurt de mensheid in een helse spiraal gestort van vernietiging, dood en verderf. Meer dan ooit geldt momenteel het revolutionaire alternatief van vóór 1914 als een niet te omzeilen werkelijkheid, dat van socialisme of barbarij. In deze samenhang betekenden de 322 afleveringen van Internationalisme, binnen het raamwerk van de IKS als geheel, een onverzettelijke verdediging van de proletarische perspectieven tegenover de gebeurtenissen die het tijdperk markeerden. Dit vond plaats in de twee belangrijkste talen van het land, waarbij de leugens en het bedrog van de bourgeoisie, vooral ook dat van haar ‘linkse’ socialistische- en vakbonds-, en haar ‘gauchistische’ stalinistische of trotskistische fracties, werden ontmaskerd en aangeklaagd. Ze zijn trouwens een onmisbaar werktuig gebleken voor de tussenkomst van de revolutionairen op de sleutelmomenten van de klassenstrijd in België, zoals op het moment van de veralgemeende strijd van de lente van 1986, de strijd van de mijnwerkers en staalarbeiders tegen de sluitingen of ook nog tijdens de recente bewegingen tegen het ‘generatiepact’.
In deze strijd beschikt de arbeidersklasse over slechts twee wapens, haar organisatie en haar bewustzijn. De revolutionaire pers is het middel bij uitstek om het bewustzijn binnen de klasse te verbreiden en te verdiepen, en dit meer dan ooit nu het perspectief van het kommunisme zich opdringt als het enige alternatief voor de mensheid tegenover de barbarij, maar in een context van maatschappelijke ontbinding waarin het voor de arbeidersklasse niet gemakkelijk is om haar strijd te ontwikkelen. Nu gaat het er inderdaad niet enkel om het nadenken over wat er op een gegeven ogenblik onmiddellijk op het spel staat, in één bepaald conflict. Om haar strijd te ontwikkelen heeft de arbeidersklasse behoefte aan een bredere visie en vooruitzichten op de langere termijn, zoals het begrijpen van het verval en de ontbinding van het kapitalisme die oorlogen en ellende veroorzaken, maar ook het begrijpen van de mogelijkheid om het te vernietigen en de noodzaak van haar eigen revolutionaire taak, het perspectief van het kommunisme.
Om die redenen blijft de regelmatige publicatie van een krant die de klassestandpunten van de arbeidersklasse verdedigt tegen de leugens van de bourgeoisie vandaag minstens even belangrijk als ten tijde van Marx of Lenin, of in de jaren 1930 en 1940, toen kleine groepen linkskommunisten hun publicaties uitgaven.
(1) Het ging hier om de Journal des Luttes de Classe, de Revolutionaire Raden Socialisten en de Vrije Raden Socialisten uit achtereenvolgens Brussel, Antwerpen en Gent.