Oktober 1917 in Rusland: Negentig jaar geleden nam het proletariaat de macht

Printer-friendly version
De haat van de wereldbourgeoisie tegen de Russische revolutie, tegen de machtsovername door de arbeidersmassa’s georganiseerd in hun sovjets in oktober 1917, is evenredig met de enorme hoop en de weerklank die deze grandioze gebeurtenis opwekte bij het wereldproletariaat. Daarom putten de heersende klasse, haar historici en ideologen, zich al negentig jaar uit om de ware betekenis te verduisteren van die eerste bewuste revolutie uit de geschiedenis van de mensheid.

De sovjets, speerpunt in de beweging naar de machtsgreep


In onze pers hebben we al de verschillende etappes ontwikkeld van het revolutionair proces dat in februari 1917 in Rusland begon (Internationalisme, nr. 330). Als reactie op het verschrikkelijk leed dat de imperialistische oorlog al twee jaar en half oplegde aan de armste lagen van de bevolking, de boerenstand en het proletariaat, in reactie op de moordpartijen waarvan ze aan het front het slachtoffer waren, had de opstand van de arbeiders en soldaten van Petersburg op enkele dagen tijd het tsaristisch regime weggeveegd. Maar noch de organisatie, noch het bewustzijn van de arbeidersklasse, noch, aan de andere kant, de graad van politiek verzwakking van de bourgeoisie, waren voldoende opdat deze opstand de macht zou kunnen geven aan het proletariaat. Die werd door de ‘democratische’ en ‘liberale’ sectoren van de bourgeoisie naar zich toe getrokken, met aan hun hoofd de ‘voorlopige regering’ die de deelname van Rusland aan, de imperialistische oorlog voortzette en zelfs nog opdreef. Maandenlang worstelde de arbeidersklasse, haar voorhoede, de bolsjewistische partij, inbegrepen, met illusies inzake die regering, wat het dóórbreken van een duidelijk perspectief over de weg die gevolgd moest worden verhinderde. Pas vanaf april, met de stellingen van Lenin over De taken van het proletariaat in de huidige revolutie (Internationalisme, nr. 331) werd dat perspectief door de bolsjewieken uitgestippeld: omverwerping van de voorlopige regering, machtsovername door de sovjets als eerste etappe van de proletarische wereldrevolutie. Op dat ogenblik ondersteunden enkel de meest geavanceerde delen van de arbeidersklasse dat perspectief. Het nieuw militair offensief dat de voorlopige regering op 18 juni lanceerde, wakkerde de woede aan van de massa’s die georganiseerd waren in de arbeidersraden van de hoofdstad en leidde tot de dagen van opstand in juli 1917. Maar deze voorbarige revolte in Petersburg was een provocatie, een valstrik, aangemoedigd door de bourgeoisie. Die probeerde de verantwoordelijkheid voor het mislukken van het militair offensief) de rug te schuiven van het proletariaat in de hoofdstad, om de arbeiders daar en de bolsjewieken te verpletteren, op een ogenblik dat de voorwaarden voor de revolutie in de rest van het land nog niet rijp waren. Geconfronteerd met die brede beweging, en bewust van haar voorbarig karakter, slaagden de bolsjewieken erin er de leiding van de nemen, terwijl ze wisten te verhinderen dat ze op een opstand zou uitlopen, die fataal zou geweest in voor het revolutionair proces dat op gang was. Toch volgde er brutale repressie op, al bleef die ondanks alles beperkt. De bolsjewieken werden buiten de wet gesteld, Lenin werd er van beschuldigd voor rekening van de Duitse regering te werken teneinde alle bolsjewieken bij de proletariërs in diskrediet te brengen (Internationalisme, nr. 332).
De nederlaag van juli zette de bourgeoisie er in augustus en september toe aan komaf te maken met de ‘revolutionaire nachtmerrie’. Met een werkverdeling tussen het ‘democratisch’ blok van Kerenski en het openlijk reactionair blok van legeraanvoerder Kornilov, organiseerde ze een staatsgreep van die laatste. Hij bracht regimenten van kozakken, Kaukasiërs enzovoort bijeen, troepen die nog trouw leken aan de bourgeoismacht, en probeerde die tegen Petersburg te laten oprukken. De mobilisatie van de arbeidersmassa’s en de weigering van de soldaten Kornilov te volgen liepen uit op een klinkende mislukking van die couppoging. “De mislukte staatsgreep van Kornilov [...] brengt een nieuwe mobilisatie van het proletariaat mee. Van dan af wordt de toestand alsmaar meer gespannen, ze dreigt onhoudbaar te worden voor het proletariaat waarvan de ontberingen groter worden [...]; ze verergert voor de boeren die zien hoe de landbouwrevolutie, die beloofd wordt door de sociaalrevolutionairen in de regering, voortdurend uitgesteld wordt [...]; ze wordt erger voor het leger en de vloot, die gedwongen worden in dienst van de vijandelijke klassen een hopeloze oorlog voort te zetten [...]” (1). Dat opnieuw oplaaien van de arbeidersmobilisatie vanaf half augustus had als krachtlijn de hernieuwing van de sovjets die ingepalmd en van hun inhoud ontdaan waren door de burgerlijke krachten: de mensjewieken en sociaalrevolutionairen. De arbeiders raakten er steeds meer van overtuigd dat die niet aan hun belangen beantwoordden. Een intense zelfactiviteit ontwikkelde zich in de massa’s en in de sovjets, de resoluties volgden elkaar op in de loop van de vergaderingen, wat uitmondde op de verkiezing van revolutionaire meerderheden samengesteld uit bolsjewieken, internationalistisch-mensjewieken en linkse sociaalrevolutionaire afgevaardigden (in Helsinfors, de Oeral, Kronstadt, Reval, de Baltische vloot enzovoort.). Op 31 augustus in Petersburg, en begin september in Moskou behalen bolsjewieke moties voor het eerst de meerderheid. Van dan af zijn de voorwaarden voor de revolutie vervuld. Vanaf half september is er vanuit de lokale en regionale sovjets (Kronstadt, Ekaterinoslav enzovoort) een vloedgolf van resoluties die de machtsgreep vragen. Vanuit zijn ballingschap in Finland spoort Lenin het centraal comité van de bolsjewistische partij aan zich meteen te zetten aan de voorbereiding van de sovjets op de opstand, vóór de bourgeoisie zich kan herpakken en in het tegenoffensief gaan naar het model van dat van Kornilov. Ondanks sterke weerstand in het begin in het centraal comité van de bolsjewistische partij, wordt op 10 oktober een resolutie goedgekeurd voor de onmiddellijke voorbereiding van de opstand. Vanaf dat ogenblik is de agitatie van de revolutionaire voor de opstand systematisch in de fabrieken, in de kazernes, op meetings en in de vergaderingen van de sovjets. Op de vooravond, op 9 oktober, was een Revolutionair Militair Comité (RMK) van de sovjet van Petersburg opgericht, voorgezeten door Trotski, dat tot taak had “deel te nemen aan de verdediging van de hoofdstad met de actieve steun van de arbeiders” (2).
In tegenstelling tot alle beweringen uit doortrapt eigenbelang van alle onderdelen van de bourgeoisie over een zogenaamd complot, een putsch georganiseerd en geleid door de bolsjewieken, moeten we duidelijk in het licht stellen dat de beslissing en de wil van de arbeiders, met in hun schoot de bolsjewieken, om tot de opstand over te gaan, massaal, openlijk en collectief was. Ze stemt overeen met het creatief initiatief van de massa’s, die gestuwd werden door opzettelijk getalm van de voorlopige regering met haar nooit ingeloste beloften, de enorme aftakeling van de levensvoorwaarden van het proletariaat en de boerenmassa’s, wier revoltes in september een belangrijk element waren in de revolutionaire rijping en die hen partij deden kiezen voor de arbeiders. Ze is het resultaat van een eenvoudige en bewonderenswaardige organisatie, van discussies en debatten die leidden tot resoluties die het bewustzijn dat de massa’s verworven hadden synthetiseerden, van het gebruik van overreding en overtuiging, enzovoort. Dat het ontketenen van die opstand zeer nabij was, was voor iedereen een publiek geheim: bewijs daarvoor is dat het Congres van de sovjets van de regio noord, bijeen van 11 tot 13 oktober, openlijk tot de opstand opriep. Hetzelfde gebeurde in Minsk,...

De gebeurtenissen van oktober 1917


Op 22 oktober was het ‘De dag van de sovjet van Sint-Petersburg’: enorme massa’s arbeiders en soldaten verdrongen zich op talrijke publieke plaatsen om deel te nemen aan meetings, waar de meest gehoorde slogans waren: “Weg met de regering Kerenski!”, “Weg met de oorlog!”, “Alle macht aan de sovjets!”. Het was een reusachtig bedrijf waarin arbeiders, bedienden, soldaten, vrouwen, kinderen, openlijk hun engagement in de opstand uitdrukten. Mensjewieken, sociaalrevolutionairen en andere krachten van de bourgeoisie beseften duidelijk de onafwendbaarheid van de eindfase van de revolutie, de machtsgreep door de arbeidersraden. Ze slaagden er een laatste keer in het tweede pan-Russisch Congres van de sovjets, eerst voorzien op 15 oktober, tot de 25e uit te stellen, waarmee ze 10 dagen uitstel kregen. “Jullie leggen de datum van de revolutie vast!” zeiden de mensjewieken aan de bolsjewieken, wat nog eens de enorme leugen ontmaskert van een in het duister voorbereide putsch! Dan volgden de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op: op 23 oktober zette het RMK zich in om de aarzelende troepen voor zich te winnen, namelijk die van de Peter en Paul vesting; de 24e begon het innemen van doorslaggevende machtscentra (de telefooncentrale, de staatsbank, enzovoort). En tenslotte, zoals voorzien, wordt op 25 oktober de voorlopige regering omsingeld in het Winterpaleis, zodat het tweede Sovjetcongres de macht kan grijpen. Nog eens in tegenstelling tot de interpretaties die door de bourgeoisie gegeven worden van die gebeurtenis, zijn het niet de bolsjewieken die de macht grepen in de rug van het Congres van de sovjets en die dat voor een voldongen feit stellen. Zoals we schreven in Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgaven, nr. 72: “Het proletariaat in zijn geheel gaf zich de middelen om de nodige kracht te hebben – bewapening van de arbeiders, vorming van het RMK, opstand – opdat het Congres effectief de macht zou kunnen grijpen. Zonder die voorbereiding vooraf zou de beslissing van het Congres van de sovjets de ‘macht te grijpen’ enkel een nutteloos gebaar geweest zijn dat makkelijk ontwricht zou kunnen worden door de vijanden van de revolutie. Men kan het doorgaan van het Congres van de sovjets niet als een geïsoleerd, formeel gegeven zien. Het moet geplaatst worden in heel de algemene dynamiek van de klasse en, concreet, binnen een proces waarin de voorwaarden voor de revolutie op wereldschaal zich ontwikkelden en waarin, in Rusland, een eindeloze reeks lokale sovjets opriepen tot de machtsgreep of die ook daadwerkelijk grepen: het is tegelijk in Petersburg, Moskou, Toela, in de Oeral, in Siberië, enz. dat de sovjets de opstand deden zegevieren.”

De rol van de partij van de bolsjewiki


De opstand was het werk van de sovjets, maar ze hadden die niet tot een goed einde kunnen brengen zonder de doorslaggevende rol van de bolsjewistische partij, die gedurende heel het revolutionair proces in symbiose gehandeld heeft met de klasse in haar geheel. Haar activiteit had de ontwikkeling van het klassenbewustzijn als centrale krachtlijn: “Het is inderdaad een geduldig werk van verheldering van het klassenbewustzijn en van samenhang van de proletariërs van de stad en van het platteland” (2). Anderzijds stelde zij vertrouwen in het vermogen tot eenheid en zelforganisatie van het proletariaat: “Geloof niet in woorden. Laat u niet inpakken met beloften. Overschat uw krachten niet. Organiseer u in elk bedrijf in elk regiment en in elke compagnie, in elke wijk. Werk dag na dag, uur na uur om u te organiseren...” (3). De zege van de revolutie “dankten de bolsjewieken aan hun kennis van de behoeften van de arbeidersklasse” (1). Bovendien is het zo dat het proletariaat, in tegenstelling tot de bourgeoisie en als gevolg van haar specifieke situatie in de maatschappij, over geen enkele economische of politieke basis beschikt binnen de maatschappij. Zijn enige wapens zijn haar bewustzijn (product van de lessen die het trekt uit zijn historische ervaring tegen het kapitalisme, en actieve factor in zijn strijd) en zijn organisatie (enerzijds de eenheidsorganisatie, de arbeidersraden, en anderzijds zijn politieke organisatie, de partij die de meest bewuste elementen van de klasse groepeert). De latere nederlaag van de revolutie die in Rusland begonnen was, zal in de eerste plaats te wijten zijn aan de nederlaag van de wereldrevolutie (mislukking van de Duitse revolutie voorop) en aan het isolement van het eerste proletarisch bastion. Wat betreft de kunst van de opstand zei Lenin: “De opstand, om met succes bekroond te worden, moet als steunpunt niet een complot hebben, niet een partij, maar een geavanceerde klasse. Dat om te beginnen. De opstand moet zich steunen op het revolutionair elan van het volk. Dat in de tweede plaats. De opstand moet steunen op een keerpunt in de geschiedenis van de groeiende revolutie, op het moment waarop de activiteit van de volksmassa’s haar hoogste graad bereikt, waarop de aarzelingen in de rangen van de vijand hun hoogste graad bereiken, net als bij de zwakke vrienden van de revolutie, de dubbelzinnigen en onbeslisten. Dat op de derde plaats. Door deze manier van de drie voorwaarden van de opstand te stellen, verschilt het marxisme van het blanquisme.” (Marxisme en Opstand). In die zin blijft de proletarische Oktober levend door het voorbeeld dat hij ons geeft van de noodzaak, de mogelijkheid en de middelen om de proletarische wereldrevolutie tot stand te brengen.
De ineenstorting van het Oostblok in 1989 heeft het ontketenen van leugens met betrekking tot de proletarische revolutie van Oktober 1917 verdubbeld. De smerigste van die leugens is die welke beweert dat de overweldigende ineenstorting van de regimes van het Oostblok, het definitief bankroet van het stalinisme, in feite juist het failliet van de revolutie van Oktober 1917 is. ‘Het kommunisme is dood’ herhalen ze tot vervelens toe. In die schandalige gelijkstelling van kommunisme met stalinisme, terwijl dat laatste het afzichtelijk concentraat is van het kapitalisme in verval, hebben demokroten en stalinisten alsook de trotskistische groepen elkaar altijd, over hun tegenstellingen heen, teruggevonden in een heilig verbond om de arbeiders wijs te maken dat het, ondanks alle fouten en misvormingen, het socialisme was dat heerste in het Oostblok. Het in stand houden van die monsterlijke fictie van het ‘socialisme’ in het Oostblok is vandaag meer dan ooit van groot belang voor de bourgeoisie. Het gaat erom de arbeiders te doen geloven dat er buiten het kapitalisme niets te verwachten valt. Als volgens de bourgeoispropaganda revolutie gelijkstaat aan goelag, dan is dat omdat Oktober 1917 in ieder geval niets meer was dan een ‘vulgaire staatsgreep’ begaan door de ‘boosaardige bolsjewieken’. Die cynische vervalsing bewijst dat de wereldbourgeoisie vóór alles een onderneming vreest zoals die van Oktober, waarin miljoenen proletariërs, die achter zich alle andere uitgebuite lagen van de maatschappij meetrekken, erin geslaagd zijn zich bewust te verenigen en collectief te handelen om meester te worden van hun eigen lot. Inderdaad, de revolutie van oktober 1917 in Rusland en de internationale revolutionaire golf die erop volgde tot in de jaren 1920, blijven tot op vandaag het enig moment in de geschiedenis waarop de burgerlijke overheersing ofwel omvergeworpen werd door het proletariaat (in Rusland in 1917) of echt daardoor bedreigd werd (in Duitsland in 1919).

SB

Noten

(1) Victor Serge, L’An I de la Révolution Russe, deel I, Ed. Maspéro.
(2) Trotski, Geschiedenis van de Russische Revolutie.
(3) Lenin, Inleiding tot de conferentie van april 1917.

Territoriale situatie: