Oorlog in Irak: het ontbindend kapitalisme kan alleen chaos en barbarij voortbrengen

Printer-friendly version
BijlageGrootte
Afbeeldingspictogram isis_preview.jpg8.55 KB

Vier decennia achtereen is Irak in een haast permantente staat van oorlog. Sinds 1980 is hij het toneel geweest van drie imperialistische oorlogen. Maar de geschiedenis is niet louter herhaling. Dit nieuwe conflict, na honderd jaar kapitalistisch verval, is de uitdrukking van de ontbinding van een maatschappijvorm die volstrekt irrationaal geworden is. De tragedie zich in Irak afspeelt, gaat de grenzen van dat land te buiten. Tijdens het schrijven van dit artikel blijven de spannen stijgen - door de moord op drie jonge Israëliers, door de wraak op een jonge Palestijn, door Netanyahu die deze gebeurtenissen gebruikt om het sluimerende conflict met Hamas en Iran op te voeren.

In de afgelopen eeuw heeft het kapitalisme twee wereldoorlogen veroorzaakt, die tientallen miljoenen mensen de dood hebben gekost. Sinds 1945 heeft er zich een reeks van lokale imperialistische conflicten plaatsgevonden.

De oorlog in Korea en in het bijzonder die in Vietnam van de jaren 1950 tot de jaren 1970; in het Midden-Oosten zoals de Yom Kippur-oorlog van 1973 and het conflict in Libanon van de jaren 1980; de Intifada tussen Palestina en Israël; the oorlog in Somalië in 1992; Rwanda in 1994; in Congo tussen 1998 en 2000; maar ook in de Ivoorkust, Soedan, en de meest recente in Mali … de lijst van imperialistische oorlogen stopt hier niet. Voor een groot deel van de mensheid is verschrikking een dagelijkse aangelegenheid geworden.

Het begin van de 21e eeuw heeft geen verbetering gebracht, verre van dat. Volgens de VN zijn er officieel meer dan 50 miljoen vluchtelingen in de wereld. Deze massa’s mensen op de vlucht voor de oorlog moeten het meestal doen met verblijf in kampen waar men, in het beste geval, leeft van dag tot dag met weinig voedsel, geen toegang tot medicijnen en een totaal gebrek aan hygiëne. Maar dat interesseert de bourgeoisie niet, en de oorlog gaat door en breidt zich uit. Syrië ligt in puin en een groot deel van de geterroriseerde bevolking leeft in kelders en verwoeste gebouwen. En voor de vierde keer sinds 1980, wordt Irak verwoest door een openlijke oorlog. Deze onmenselijkheid bevestigt het bloed en de tranen die de revolutionairen een eeuw geleden vaststelden:

De burgerlijke maatschappij staat voor een dilemma, of de overgang naar het socialisme of terugvallen in het barbarisme.” (1) Tussen 1914 en 1945 werd dit afglijden naar barbarisme geïllustreerd door de uitbraak van de twee wereldoorlogen. Sindsdien uit het barbarisme zich door de uitbraak van lokale oorlogen, een uitdrukking van een maatschappij die totaal verrot is. Waarom? Sinds de jaren 1960 zijn geen van de beide fundamentele maatschappelijke klassen, de bourgeoisie en de arbeidersklasse, in staat geweest hun perspectief op te leggen: de wereldoorlog aan de ene kant en de wereldrevolutie aan de andere kant. Aan het einde van de jaren 1960 kwam de arbeidersklasse de Stalinistische contra-revolutie te boven - met Mei ’68 in Frankrijk als het symbool van deze terugkeer van het vermogen van de arbeidersklasse om te strijden - waardoor de bourgeoisie niet langer stond tegenover een arbeidersklasse die ideologisch en fysiek was verpletterd. Ze had dan ook geen kans meer om de arbeiderklasse mee te slepen in een nieuwe imperialistische slachting, zoals ze nog kon doen in de jaren ‘30 van dezelfde eeuw. Aan de andere kant is het proletariaat ook niet in staat geweest om haar eigen revolutionaire perspectief op te bevestigen. Sinds 1989 betekende de leugenachtige, maar angstwekkend effectieve propaganda, die het stalinisme vereenzelvigt met het communisme, en de ineenstorting van het “Sovjet” blok, ook het einde van de droom van een betere samenleving, en bracht ze een enorme klap toe aan het klassebewustzijn en het zelfvertrouwen van de uitgebuitenen. De situatie lijkt daarom in een impasse: geen wereldoorlog, maar ook geen revolutie. Maar niets blijft zoals het is, en de ontbinding blijft de maatschappij aantasten. Irak is een pijnlijke illustratie van dit gegeven.

30 jaar oorlog in Irak

Sinds het begin van de jaren 1980 is Irak haast in een permanente staat van oorlog.

Aan het begin van dat decennium heeft zich, 8 jaar lang, het moorddadige conflict voltrokken tussen Irak en Iran, waarbij de VS Saddam Hussein steunden in zijn strijd tegen Iran. De VS duwden Irak in de oorlog nadat de Sjah van Iran de macht verloor en deze was overgenomen door Khomeini. Het gevolg was tussen de 500.000 en 1,2 miljoen doden.
 Na de val van het Russische imperialistische blok in 1989 lokte de VS, onder leiding van George Bush sr., de Golfoorlog uit om haar eigen blok bijeen te houden. Maar op dat moment was het doel van de VS niet om een einde te maken aan het regime van Saddam Hussein. De angst dat Irak uit elkaar zou vallen bracht de VS en haar westerse bondgenoten ertoe om het regime, na de oorlog, te laten zitten. Voor de VS was het genoeg haar militaire kracht om te demonstreren aan haar voormalige bondgenoten. Maar de voordelen van deze demonstatie duurde niet lang. Bij afwezigheid van een gemeenschappelijke vijand viel het westerse blok snel uit elkaar. Elk imperialisme, groot en klein, begon steeds meer en steeds openlijker zijn eigen kaarten uit te spelen. Het werd een zaak van ieder tegen allen.
 In 2003 vielen de VS Irak binnen. De bezetting zou in totaal 8 jaar duren. De kracht van de Baath partij en Sadam Hussein werd vernietigd. In hun plaats werden Nouri al-Malaki en zijn shiitische clan geïnstalleerd. Het idee was om een politioneel en militair apparaat te installeren dat de orde kon bewaren en een directe invloed van de VS op het land mogelijk zou maken. Het was een treurige mislukking. De oorlog duurde 8 jaar voort. Het land werd in de chaos gestort. Malaki duwde de Soennieten uit de regering om plaats te maken voor zijn eigen clan. Dit tot de frustratie van de Amerikanen, die er echter niets aan konden doen. De voormalige partizanen van Saddam Hussein en de meest extreme jihadisten voerden een niet afzienbare reeks terroristische aanvallen uit. Totaal machteloos iets aan de situatie te doen, vertrokken de westerse bondgenoten, en uiteindelijk ook de VS, weg uit Afghanistan en Irak, terwijl ze het de verschillende etnische en religieuze groepen zelf lieten uitvechten.

Een land op weg naar fragmentatie

Dit toename van de tegenstellingen en de wederzijdse haat tussen de soennieten en de shiiten is noch alleen het resultaat van het vastpinnen op de religieuze verschillen, noch van de eenvoudige verdediging door de burgerlijke klieken, die in deze gemeenschappen opereren. Natuurlijk is de wereldwijde uitbraak van het obscurantisme en de irrationaliteit een vruchtbare grond voor religieuze en etnische haat. Maar het feit dat dergelijke religieuze vooroordelen zo’n krachtig fenomeen kunnen worden in deze en andere oorlogen, is op zich al een teken dat het kapitalisme in een tijdperk van diepgaande achteruitgang verkeert. De deur staat wijd open voor de ontketening van een nieuwe serie pogroms tussen verschillende bevolkingsgroepen, zoals we nu zien in Syrië.

Op dit moment zijn de gewapende troepen van ISIS bezig aan een offensief en op weg naar Bagdad. (2) Oorspronkelijk kwam de ISIS voort uit een soennitische stammenmilitie, verbonden met de schimmige Al-Qaida. Nadat Al-Qaida zich had gedistantieerd van ISIS, verklaarde ISIS het tot haar doel een Islamitische staat te vestigen in Iraq, Syrië, Libanon en Palestina. Echter, ISIS bestaat niet alleen uit radicale islamisten, maar ook van oud-officiëren en soldaten uit Saddam Hussein’s Baath Partij. Hun doel is niets anders dan wraak nemen op hen, die hen van de troon hebben gestoten. Daarbij komt nog de militaire versterking van de Koerdische strijders (Peshmergas) die de Iraaks-Koerdische regio nu militaire en politieke overheersen. Al met al is vormt dit gebied een heel complex van gewapende krachten met tegengestelde belangen, een situatie die zwanger is van toekomstige conflicten.

De versnelde verzwakking van het Amerikaanse imperialisme

Sinds het einde van de jaren ’90 is het wereldleiderschap van de VS steeds zwakker geworden. Geconfronteerd met het Chinese imperialisme, nu vijand nummer één, zijn de VS genoodzaakt om een grote militaire macht in Zuid-Azië samen te brengen. Tegelijkertijd moet ze rekening houden met een poging van het Russische imperialisme haar invloed te doen toenemen, zoals in Syrië. In deze omstandigheden is het Amerikaanse imperialisme genoodzaakt om akkoorden te sluiten met voormalige aartsvijanden. Het Iraanse presidentschap van Rohani, dat op dit moment ‘gematigder’ is dan zijn voorganger, heeft een opening gegeven voor onderhandelingen. Dit heeft tot groeiende spanningen geleid met Rusland, dat altijd een van de belangrijkste steunpunten voor Iran was. Het heeft eveneens geleid tot een aanvaring met Israël, die Iran ziet als haar belangrijkste vijand. De nieuwe oorlog in Irak heeft echter bovenal Saudi-Arabië geraakt, hoewel dat land tientallen jaren een van de belangrijkste bondgenoten van de Verenigde Staten was. Deze belangrijke staat in het Midden-Oosten, die zelf ook een groot aantal interne spanningen kent, is niet gelukkig met een VS, die Iran een hand toesteken, en evenmin met het ongecontroleerde offensief van de ISIS. Haar imperialistische positie wordt in de gehele regio bedreigd. De recentelijk gesloten Chinees-Saudische overeenkomst over energie is niet alleen gemotiveerd door economische overwegingen. Het is een deel van een algehele toenadering tussen Saudie-Arabië en China. Saudi-Arabië wordt steeds openlijker uitgedaagd in het Midden-Oosten, en dat kan ze niet laten gebeuren zonder reactie: niet in Syrië en waarschijnlijk ook niet in Irak.

Het feit dat de Verenigde Staten in een duidelijke impasse verkeren met de situatie in Irak illustreert dat hun positie als de imperialistisch wereldleider alsmaar zwakker wordt. Niet in staat om met alle mogelijke middelen in Irak terug te keren, nadat ze het eerder in een totaal verloren situatie hadden verlaten, zijn ze alsnog verplicht om, op zijn minst in woorden, het huidige regime in Bagdad te steunen. Het is duidelijk dat de Amerikanen de totale opsplitsing van Irak proberen te voorkomen, zoals ze ook hopen dat Syrië niet uit elkaar valt. Maar hun groeiende onbekwaamheid om de situatie te stabiliseren is zelf ook een factor geworden die de chaos in de regio opdrijft. Op dit moment is niemand de baas in de regio. Iran en Saudi-Arabië weten dit, net zoals de jihadisten en krijgsheren in de regio. Het Midden-Oosten is hoe langer hoe meer aan het fragmenteren in een groot aantal permanente oorlogsgebieden. Overal gaan de religieuze, nationale en etnische verschillen een grotere rol spelen in dit proces van wegglijden in het barbarisme.

De huidige oorlog in Irak is een dramatische illustratie van de decompositie van deze maatschappij. Dit is wat we schreven na de val van het Russische blok in 1989:

“De verdwijning van de Russische imperialistische politieagent, en die, wat eruit zal voortvloeien, van de Amerikaanse politieagent ten aanzien van zijn voornaamste ‘bondgenoten’ van gisteren, openen de deur voor de uitbarsting van een hele reeks van plaatselijke rivaliteiten. Deze rivaliteiten en confrontaties kunnen momenteel niet, in een wereldconflict ontaarden (...).Ten gevolge van de verdwijning van de discipline, die door de aanwezigheid van de blokken wordt opgelegd, dreigen deze conflicten echter heftiger en talrijker te worden en in het bijzonder, natuurlijk, in de zones waar het proletariaat het zwakste.” (Resolutie over de Internationale Situatie van het 20e Congres van de IKS; https://nl.internationalism.org/node/1073)

Zelfs als we niet de precies kunne voorzien in welke richting de gebeurtenissen zullen gaan, kunnen we met zekerheid stellen dat dit deel van de wereld onverbiddelijke zal worden meegetrokken in een afgrond van de ontbinding.

Tino, 2014.07.04

(1) Rosa Luxemburg in 1915, in haar Junius Pamflet, waar ze de woorden van F. Engels herhaalt.

 (2) De financiële en militaire steun van Saudi-Arabië aan ISIS, welke voorheen betrekkelijk groot was, stopte in januari plotseling toen ISIS ten strijde trok tegen andere Syrische rebellengroepen, die door de Golfstaten werden gesteund.

Geografisch: