Door Internationalisme op
Iedereen heeft vandaag de mond vol over 'revolutie'. De recente opstanden in Noord-Afrika worden omschreven als 'revoluties'. In Ierland heeft Enda Kenny, leider van Fine Gael, een 'democratische revolutie' afgekondigd, omdat hij nu aan de beurt is om de bezuinigingsmaatregelen op te leggen, die tot dan toe doorgevoerd werden door zijn voorgangers, de Fianna Fail en de Groenen. In de Verenigde Staten vecht de beroemde kok Jamie Oliver voor een 'revolutie van de voeding' tegen de zwaarlijvigheid. Van de media moeten we natuurlijk niet verwachten dat ze een serieuze inspanning doen het idee van revolutie te onderzoeken op de manier, wat de marxisten in de arbeidersbeweging daaronder verstaan. Dat zou hetzelfde zijn als van de modemagazines verwachten dat ze het hebben over 'beelden die geschapen werden om het voorwerp te zijn van religieuze verering' of over 'kleine afbeeldingen op een computerscherm' wanneer ze het over 'iconen' hebben.
De Commune is een publicatie die zich beroept op haar marxistische afkomst. Op haar website werd halfweg februari een artikel geplaatst “Over Egypte en de revolutie”. Dat begint zo:
“Revoluties zijn in feite erg gewoon. We zijn pas in februari en er hebben dit jaar al twee revoluties plaatsgevonden, in Tunesië en in Egypte. Andere recente revoluties waren er in Servië (2000), Georgië (2003), Kirgizië (2005) en Oekraïne (2005). Recente mislukte revoluties waren er onder meer in Thailand (2009), Myanmar (2007) en Iran (2009). Al die revoluties waren, in marxistische termen, eerder politieke revoluties dan sociale. Dat wil zeggen dat ze de fractie, die de staat in handen had, omver wierpen en vervingen door een andere.” Het onderscheid dat de schrijver maakt tussen een politieke en een sociale revolutie is dat “een sociale revolutie de kliek, die aan de macht is, niet verandert maar wel de wijze waarop de maatschappij georganiseerd is”.
Trotski's visie, in een periode van nederlaag
Die benaderingswijze, van iemand die zich marxist noemt, is geen uniek geval. In De verraden revolutie onderzoekt Trotski de Russische staat en geeft hij een perspectief aan de arbeidersklasse. Hij verwacht een democratischer regime en schrijft: “…wat de eigendomsverhoudingen betreft, zou de nieuwe macht geen gebruik hoeven te maken van revolutionaire maatregelen. Ze zou het experiment van geplande economie behouden en verder ontwikkelen. Na de politieke revolutie – in feite het lozen van de bureaucratie – zou het proletariaat een reeks belangrijke hervormingen in de economie moeten introduceren, maar geen nieuwe sociale revolutie.” In deze passage betekent “politieke revolutie” dat er geen “revolutionaire maatregelen moeten genomen worden” – het is geen “sociale revolutie”.
Elders in hetzelfde werk zegt Trotski:“natuurlijk zal de omverwerping van de Bonapartistische kaste ernstige sociale gevolgen hebben, maar op zich blijft dit binnen de grenzen van een politieke revolutie”. Dat concept van “grenzen van de politieke revolutie” vinden we ook in Ter verdediging van het Marxisme van Trotski, een werk dat teksten bijeenbrengt, geschreven in 1939 en 1940. In dat boek ziet hij de Russische staat “als een complex van sociale instellingen, die blijven voortbestaan ondanks het feit dat de ideeën van de bureaucratie nu bijna diametraal tegengesteld zijn aan de ideeën van de Oktoberrevolutie. Daarom hebben we de mogelijkheid nog niet opgegeven om de Sovjetstaat te doen groeien door een politiek revolutie.” Ondanks het feit dat de staat in Rusland het instrument geworden was van een verpletterend beheer van de uitbuiting en onderdrukking van de arbeidersklasse, dacht Trotski dat hij hernieuwd kon worden door een proces van “politieke revolutie”.
De fundamentele beginselen van het marxisme met betrekking tot deze kwestie
Om de grondvesten te vinden van een marxistisch inzicht in wat een revolutie is, moeten we teruggaan naar Marx.
In zijn artikel uit 1844, Kritische nota's bij het artikel “De koning van Pruisen en de Sociale hervorming. Door een Pruis”, analyseert Marx de zin “Een sociale revolutie met een politieke ziel” en concludeert hij dat “elke revolutie de oude maatschappij ontbindt; in die zin is ze sociaal. Elke revolutie werpt de oude macht omver; in die zin is ze politiek”.
Hij gaat verder: “Maar of het idee van een sociale revolutie met een politieke ziel nu omhaal van woorden of nonsens is, wat wel zeker is, is de redelijkheid van een politieke revolutie met een sociale ziel. Elke revolutie – de omverwerping van de bestaande heersende macht en de ontbinding van de oude orde – is een politieke daad. Maar zonder revolutie kan het socialisme geen realiteit worden. Deze politieke daad is nodig, omdat hij moet overgaan tot vernietiging en ontbinding. Maar zodra zijn organiserende opdracht begint, en zijn doel, zijn ziel, zichtbaar wordt, gooit het socialisme zijn politieke masker af.”
Het is duidelijk dat Marx, die steeds steeds vanuit hetzelfde kader vertrekt, heel zijn leven lang rekening is blijven houden met de historische ontwikkelingen. Het voorwoord bij de Duitse uitgave van het Kommunistisch Manifest zegt dat de gebeurtenissen ervoor gezorgd hebben dat enkele details van zijn politiek programma 'gedateerd', met andere woorden: voorbijgestreefd zijn. In het bijzonder heeft de ervaring van de Commune van Parijs (met een citaat uit De Burgeroorlog in Frankrijk) aangetoond dat “de arbeidersklasse zich niet eenvoudig meester kan maken van de bestaande machinerie van de staat en haar voor haar eigen doeleinden in werking kan stellen”. De staat moet door de arbeidersklasse vernietigd worden, wil zij haar omvorming van de maatschappij op een hoger niveau kunnen verwezenlijken. De Commune van Parijs “zij was in wezen een regering van de arbeidersklasse, het resultaat van de strijd van de voortbrengende tegen de toe-eigenende klasse, de eindelijk ontdekte politieke vorm waaronder de economische bevrijding van de arbeid zich kon voltrekken. (...) De politieke heerschappij van de producent kan niet bestaan naast de vereeuwiging van zijn maatschappelijke knechtschap. De Commune moest daarom dienen als hefboom, om de economische grondslagen omver te werpen, waarop het bestaan van de klassen en daarmee dat van de klassenheerschappij berust.”.
Er zijn daarna andere ontwikkelingen geweest in de marxistische visie op het revolutionaire proces, met name in Staat en Revolutie van Lenin. Wat zij zo duidelijk gemeenschappelijk hebben, is het inzicht dat een revolutie van de arbeidersklasse 'politiek' is in de zin dat ze de staat van haar uitbuiters vernietigt, en 'sociaal' in de zin dat haar doel de omvorming van de maatschappij is. Het 'politieke' en het 'sociale' zijn geen twee gescheiden fenomenen, maar twee zijden van eenzelfde strijd. Wanneer een kapitalistische fractie vervangen wordt door een andere, als gevolg van parlementaire verkiezingen, wanneer en kapitalistische fractie zich van de macht meester maakt door een militaire staatsgreep, of wanneer de realiteit de bourgeoisie ertoe dwingt haar werkingswijze als heersende klasse te reorganiseren, dan is niets van dat alles 'revolutionair'. In één woord: de kapitalistische staat blijft onaangetast.
De 'revoluties', die opgesomd worden in de lijst van de publicatie La Commune, zijn geen sociale revoluties, net zo min als het politieke revoluties zijn. Het vervangen van één fractie door een andere is vanuit het standpunt van de arbeidersklasse geenszins een revolutie. Voor de arbeidersklasse is de vernietiging van de kapitalistische staat een essentieel politiek moment in de sociale revolutie, een onderdeel van het proces dat kan leiden tot de bevrijding van de gehele mensheid n
Barrow / 4-03-2011