Reactie van een lezer op het Fordpamflet: welke vorm van verzet dan wel?

Printer-friendly version

Lezersbrief:

Goedendag,

De aanleiding voor deze mail is die vanwege het, onlangs verschenen, pamflet over de ‘crisis van de automobielsector’.

Ten eerste moet gezegd worden: Op de analyse van deze situatie in de automobielbranche is niets aan te merken. Wederom goed werk.

Echter, het slotstuk van het pamflet: Het plan van aanpak, het elan, bleef (bewust?) vaag. Als gijzelingen, sabotage, blokkade, etc. niét de vormen tot antikapitalistisch verzet zijn, wát dan wel?

De mobilisatie, de solidariteit en de eenheid van de arbeidersklasse is zeker ten weten stap één naar een revolutionaire grondslag toe - de vereniging van jongeren, ouderen, werkeloze, proletariërs, precariërs, etc. Dit zal ten eerste op economisch vlak moeten gebeuren (binnenin de fabrieken en op de werkvloer). Dit gehele proces (zoals correct in het pamflet beschreven) zal in de vorm van (wellicht geheime) algemene vergaderingen, desnoods raden of comités genoemd, moeten plaatsvinden. Deze vergaderingen moeten zich verenigingen op massale schaal (Onderling verbonden doormidden van ‘zone-’, ‘gebied-’ en ‘stads-’, raden/comités).

De proletarische democratie van onderop, vanaf de economie (werkvloer), naar boven toe. Uiteindelijk zal dan, in theorie, de massa organisatie ontstaan. Maar wat is het wapen van de arbeidersklasse dan?

Tot hedendaags blijkt alleen de staking een legitiem wapen te zijn van de arbeidersklasse, naast de radicalere mogelijkheden zoals de sabotage, de bezettingen van werkplaatsen en blokkades richting de kapitalistische economie en verraders van de arbeidersklasse toe. (Opties dié zeker toegepast moeten worden(!)).
Een staking brengt mobilisatie van de arbeidersklasse met zich mee, en eindigt, in de periode na staking, de onderlinge verdeeldheid naar elkaar toe.

De algemene massa staking is, kortom, de directe actie jegens de kapitalistische economie toe. Hiervan uit kunnen de politieke eisen richting de Staat, het systeem, de sociaal-democratie en de vakbonden (syndicaten) geuit worden.*

Aldus een korte, en versimpelde, visie van een lezer.
Maar wat is het alternatief voor een socialistische/communistische revolutie dan vanuit het IKS ?**

Met vriendelijke groet.

KW


*Verzet, of deelname, van autoriteiten en militarisme voor het gemak uit het verhaal weg gelaten.
**Als hier geen juridische gevolgen aan vast zitten. Hetgeen wat de onduidelijkheid van de conclusie van het pamflet kan verklaren

 

Antwoord van de IKS:

Beste kameraad,

Bedankt voor je bijdrage. We verwelkomen iedere poging tot verdieping en verheldering van de discussie, zelfs als die een (fundamentele) kritiek inhoudt van de teksten, die we gepubliceerd hebben.

We zijn het eens met een groot deel van je bijdrage. Maar als je het goedvindt, willen we hier en daar ook enkele kanttekeningen plaatsen bij je opmerkingen.

Aan het eind van je brief schrijf je “het slotstuk, het plan van aanpak bleef (bewust) vaag” en “dit (de mobilisatie, de solidariteit en de eenheid van de arbeidersklasse) zal eerst op economisch vlak moeten gebeuren”.

De kwestie is dat je de economische en politieke strijd wel van elkaar kan onderscheiden, maar niet totaal van elkaar kan scheiden.

“Ook al komt hij ons ook gescheiden voor onder de vormen van economische en politieke klassenstrijd, bij revolutionaire massa-acties zijn politieke en economische strijd één”. Iedere  poging tot “scheiding tussen de politieke en de economische strijd en de verzelfstandiging van beide is niets dan een kunstmatig, zij het dan ook historisch noodzakelijk product van de parlementaire periode.(Zie: Rosa Luxemburg: Massa-staking, partij en vakbonden)

In de periode van het verval van het kapitalisme zijn er geen blijvende en duurzame hervormingen meer mogelijk. Dat maakt dat iedere strijd van de arbeiders indirect ook een aanval vormt op het wezen van het systeem. Ieder verzet van de kant van de klasse kan het kapitalisme op zijn grondvesten doen schudden omdat het over weinig of geen manoeuvreerruimte beschikt om de aanval van de kant van de arbeiders te neutraliseren

De arbeidersstrijd in de periode van het verval “ is tegelijkertijd gericht èn op de beperking van de kapitalistische uitbuiting, èn op de afschaffing van die uitbuiting tegelijk met de opruiming van de burgerlijke maatschappij zelf”. Met andere woorden: “[Elke] periode van open klassenstrijd [is] tegelijk van politieke en economische aard”.  (Idem)

Het is waar dat het vertrekpunt voor de strijd van de arbeiders – in ieder geval tot aan de periode van de revolutionaire opstand – altijd het verzet is tegen aanvallen op de kwaliteit van haar materiele leven. Daarom is het ook in zekere zin waar dat het er in de strijd niet om gaat wat de arbeiders van hun eigen optreden verwachten, maar om wat de arbeidersklasse is, en wat zij op grond daarvan gedwongen is te doen. Maar als de arbeidersklasse genoodzaakt is om bepaalde dingen te doen, dan doet ze dat niet zonder een bepaald bewustzijn (en zeker niet op een mechanische manier, zoals bijvoorbeeld het hondje bij Pavlov). Daarom is volgens ons ook een essentiële voorwaarde voor de ontwikkeling van een tegenmacht de ontwikkeling van het bewustzijn in de arbeidersklasse: van het bestaan van de loonarbeid, van de geassocieerde, collectieve wijze waarop de arbeiders in de productie staan en van het feit dat de arbeiders op die wijze, als klasse, de voortbrengers zijn van alle rijkdom in de wereld. 

Bij een grotere of kleinere minderheid van de klasse bestaat altijd het inzicht en vooruitzicht van een andere, kommunistische maatschappij. Dat komt omdat ze beschikt over een historisch geheugen, over een herinnering aan voorbije perioden (al of niet van de ene op de andere generatie overgedragen) en over een capaciteit te leren van haar strijdervaringen. Dat maakt dat ze de inzet van de strijd, iedere keer als ze deze aangaat, op een steeds algemener vlak kan stellen. In het Frans hebben ze een leuke uitdrukking: “reculer pour mieux sauter”. Dat wil zeggen: enkele passen terugdoen om een betere sprong te kunnen maken. Zo is het ongeveer ook met de arbeidersstrijd. De arbeiders beschikken over de capaciteit om, ieder keer als ze de strijd aangaan, deze met wat meer afstand van hun eigen onmiddellijke belangen in te zetten en op een steeds algemener (en daardoor breder en uiteindelijk ook politiek) vlak te stellen. Deze dynamiek leidt er toe dat de strijd uiteindelijk niet (eens) meer overheersend op direct economisch, maar overheersend op politiek vlak wordt uitgevochten: de strijd om de macht in de maatschappij.

Kameraadschappelijke groeten,

​voor de IKS,

A.

 

 

Aktiviteiten van de IKS: 

Territoriale situatie: 

Recent en lopend: