Door Internationalisme op
Kenia, met een lange reputatie als “haven van vrede” of “exotische safari” bij uitstek, gepromoot in grootschalige Hollywood films, is verwikkeld geraakt in één van de verschrikkelijkste chaossen waarop het Afrikaanse continent het trieste monopolie heeft.
“Lang bekend als één van de stabielste democratieën in Afrika, trekt Kenia meer dan een miljoen toeristen per jaar. Dit beeld werd doorprikt in minder dan een seconde voor een koppel Amerikanen die om een vliegticket smeekten. ‘We zagen net voor onze ogen een vrouw levend verbrand worden. We moeten absoluut vertrekken’ pleit de man (…) Want voor Westerlingen is Kenia belangrijk. Het enige Afrikaanse land dat vreedzaam genoeg wordt beoordeeld om verschillende agentschappen van de Verenigde Naties te herbergen, herbergt ook de zetels van een honderdtal NGOs, multinationals, banken en medias. Haar snelgroeiende economie leek de motor te worden van de welvaart in de regio.” (Courrier International, 16 januari 2008).
Inderdaad, na de bekendmaking van de uitslagen van de presidentiële verkiezingen van december jongstleden die de president (Mwai Kibaki) met zijn rivaal (Raila Odinga) tegenover elkaar stelden, heeft de eerstgenoemde snel zijn “overwinning” uitgeroepen en heeft de tweede hierop onmiddellijk geantwoord door zichzelf eveneens “overwinnaar” te noemen. Terwijl deze twee politiekers samen konden regeren in 2002 zonder enige verwijzing naar hun etnische oorsprong, heeft ieder nu op een cynische wijze zijn “ethnie” gemobiliseerd om de moordpartijen te ontketenen die gaande zijn en al bijna 1000 doden en meer dan 250 000 vluchtelingen tot gevolg hadden. En vele huizen branden nog steeds met in sommige gevallen hun inwoners er binnen. Kortom, we zijn getuige van afschuwelijke massa-afslachtingen die de media “etnische oorlogen” of “genocide” noemen.
Omdat de kandidaten volledig ongeloofwaardig zijn en niet in staat zijn om de behoeften van de bevolking te bevredigen, manipuleren ze de menigten en maken ze onhoudbare beloftes om zich te laten herverkiezen. Wanneer ze daarin niet slagen, besluiten ze op een smerige wijze hun onderlinge rekeningen te verheffen middels het tegen elkaar opstoken van uitgebuite klassen en bevolkingsgroepen.
Hier nog een illusie die in rook is opgegaan: Kenia, eilandje van “vreedzame democratieën” is plotseling tot een nachtmerrie geworden, niet alleen voor de bevolking die slachtoffer is van de barbarij die er zich afspeelt, maar ook voor alle internationale instituten van de bourgeoisie die de auteurs van deze misdaden afdekken of ondersteunen. Eerlijk gezegd zien we niet in hoe een land als Kenia, dat chronisch onderontwikkeld is en dat omringd wordt door landen die met elkaar op een permanente voet van oorlog staan - waarin het op zijn beurt is verwikkeld - een “vreedzame democratie” kan worden genoemd, of het moet wel op een tijdelijke basis zijn. Sinds zijn onafhankelijkheid in 1963 overleeft deze staat met voortdurende bloedige interne conflicten.
Dat alles zijn niets anders dan leugens en propaganda van de bourgeoisie die de wereld, en de arbeidersklasse in het bijzonder, wil misleiden om haar te verhinderen zich bewust te worden van de fundamentele oorzaken van de chaos: het wegzinken van Kenia en het hele Afrikaanse werelddeel in de dodelijke crisis van het kapitalisme. De sociale ontbinding vertaalt zich in een extreme ellende voor de bevolking, waarvan meer dan de helft ondervoed is, met een massale werkloosheid zonder uitkeringen. Er heerst een chronisch tekort aan zorg voor de massa zieken, waarvan meer dan twee miljoen door AIDS is aangetast, zonder enige zorg, zorgvuldig ver van camera's en toeristen weggehouden in de immense en spookachtige krottenwijken rond Naïrobi.
Op het moment van het schrijven van dit artikel gaat het bloedbad door en zijn de vertegenwoordigers van de VN, van de Afrikaanse Unie en van de imperialistische grootmachten, net als de Verenigde Staten onder-secretaris voor Afrikaanse zaken, bezig met hun gebruikelijke diplomatieke balletten door huichelachtig op te roepen tot “terughoudendheid”.
Het is duidelijk dat de imperialistische grootmachten zoals de VS en het Verenigd Koninkrijk een zware verantwoordelijk dragen in de tragedie die zich in Kenia afspeelt: “[...] Ze hebben zich gedragen als de peetvaders van de opeenvolgende regeringen die ze overspoeld hebben met complimenten en met financiële hulp (16 miljard dollar in vier jaar tijd). Het feit dat de economische stagnatie, de ongelijke verdeling van het land en van de rijkdom en de corruptie overal aanwezig is, heeft ze nooit gestoord. In tegendeel: ze hebben enkel lof gehad voor “deze haven van rust, vrijheid en democratie”. Tot en met George W. Bush die de regering van Kibaki heel vanzelfsprekend heeft geronseld voor de oorlog tegen het terrorisme.” (Jeune Afrique, januari 2008).
Een dergelijke verergering van de bloedige confrontaties in Kenia zijn geen onschuldig feit. Men moet zich inderdaad herinneren dat de eerste slag tussen de eerste wereldmacht en Bin Laden plaatsvond in Kenia in 1998, toen de Amerikaanse ambassade in Nairobi verwoest werd door een terroristische aanslag die werd opgeëist door de leider van Al Qaeda. Sinds toen is Kenia één van de voorposten van de Verenigde Staten geworden in hun strijd tegen de islamisten, eerst in Soedan vervolgens in Somalië en in de rest van het Afrikaanse continent.
Als voormalige Britse kolonie (van 1887 tot 1963) verkreeg zij de ‘onafhankelijkheid’ met de wapens en door een bloedbad waar de bevolking het slachtoffer van was. Kenia is nooit uit de onderontwikkeling geraakt (net als de rest van Afrika), met alle gevolgen van een absolute ellende voor de bevolking. De ‘onafhankelijkheid’ van Kenia is een illusie want het land is nooit iets anders geweest dan een pion van de voormalige Britse koloniale grootmacht, om vervolgens geleidelijk de voornaamste bondgenoot van de Verenigde Staten in de Hoorn van Afrika te worden. De gebeurtenissen die dit land treffen zijn geen geïsoleerde en kortstondige verschijnselen, maar zijn de voorbode van een chaos van het type Rwanda en Ivoorkust; dit houdt in dat we genocidaire slachtingen van nog grotere omvang moeten verwachten, en een verdeling van het land in oorlogsgebieden onder controle van criminele bendes die elkaar van tijd tot tijd uitmoorden en die de bevolking teisteren.
Kenia is dus net toegetreden tot de trieste ‘club’ van landen waar een permanente barbarij heerst die wordt versterkt door de rivaliteiten tussen de imperialistische grootmachten, die hen willen beheersen, zoals dat al het geval is in zijn buurlanden Soedan en Somalië. Achter deze gruweldaden schuilt de verantwoordelijkheid van de ontwikkelde, ‘democratische’ landen die deze bloeddorstige klieken bewapenen en financieel steunen om onderhands het vuile werk voor hen te doen.
Amina / 18.01.2008