Israël-Palestina: De imperialistische oorlog gijzelt de bevolking

Printer-friendly version
Eens te meer werd Gaza bedolven onder de Israëlische raketten. In 2008 veroorzaakte de ‘Operatie verhard lood’ (Operation cast lead) tegen de 1500 doden, merendeels burgers, de vele verklaringen ten spijt als zouden de ‘chirurgische aanvallen’ enkel tegen terroristische doelwitten gericht zijn geweest. De Gazastrook is een van de armste en meest dichtbevolkte regio's van de wereld. Het is dus absoluut onmogelijk om ‘terroristische accommodatie’ te onderscheiden van de residentiële wijken eromheen. Ondanks al de vernuftige wapens waarover Israël beschikt, treft het merendeel van de schade van de huidige militaire campagne ook de vrouwen, de kinderen en de ouderlingen.

 

 

Dit laat de militairen aan het hoofd van de Israëlische staat koud. Gaza wordt eens te meer collectief bestraft, net zoals het geval was tijdens de voorafgaande afslachting en door de economische blokkade, die de heropbouw verhinderde na de ravages van 2008 en de bevolking uithongerde.

 

 

In vergelijking met de vuurkracht die door de Israëli's wordt aangewend, zijn de militaire capaciteiten van Hamas en de andere jihadistische groepen in Gaza nauwelijks van tel. Maar dankzij de chaos in Libië heeft Hamas de hand kunnen leggen op lange afstandsraketten. Niet alleen Ashdod in het zuiden (waar drie bewoners van een woningblok gedood werden door een raket die uit Gaza werd afgeschoten), maar ook Tel-Aviv en Jeruzalem liggen nu binnen bereik. De verlammende angst die elke dag heerst in Gaza, begint nu ook voelbaar te worden in de voornaamste Israëlische steden.

 

 

Kortom: beide bevolkingen worden gegijzeld door de tegenover elkaar staande militaire arsenalen die Israël en Palestina overheersen – met de discrete hulp van het Egyptische leger dat aan de grens van Gaza patrouilleert om ongewenste invallen of ontsnappingen te beletten. Beide bevolkingen zijn het slachtoffer van een toestand van voortdurende oorlog – niet alleen onder de vorm van raketten en bommen, maar ook omdat ze gedwongen worden de groeiende last te dragen van een door de oorlogsnoden verminkte economie. Bovendien drijft de economische wereldcrisis de Israëlische en Palestijnse heersende klasse ertoe om nieuwe maatregelen op te leggen, die de levensstandaard zullen beperken, en de prijzen van basisgoederen op te voeren.

 

 

In Israël was vorig jaar de hoge prijs van de woningen een van de vonken die de protestbeweging heeft doen ontvlammen, die de vorm aannam van massale betogingen, bezetting ban straten en algemene vergaderingen – een beweging die direct geïnspireerd werd door de revoltes in de Arabische wereld.  Hieruit ontstonden slogans als 'Netanyahou, Assad, Moebarak zijn allen dezelfden' en 'Arabieren en Joden willen betaalbare en fatsoenlijke woningen'. In de loop van de korte, maar stimulerende periode, werd alles in de Israëlische maatschappij aan kritiek en debat blootgesteld – daarbij inbegrepen het 'Palestijnse probleem', de toekomst van de kolonies en bezette gebieden. De grootste vrees van de betogers was dat de regering op deze beginnende betwisting van de nationale ‘eenheid’ zou antwoorden met een nieuw militair avontuur.

 

 

Deze zomer veroorzaakten de stijgingen van de brandstof- en voedselprijzen in de bezette Westoever, een reeks van woedende betogingen, wegblokkades en stakingen. Arbeiders uit de transportsector, gezondheidszorg en onderwijs, studenten uit de universiteiten en scholen, net zoals de werklozen, stonden oog in oog met de politie van de Palestijnse Autoriteit om loonsverhogingen te eisen, werk, een daling van de prijzen en een eind aan de corruptie. Ook in het koninkrijk Jordanië waren er betogingen tegen de stijgende levensduurte.

 

 

Ondanks alle verschillen in levensstandaard tussen de Israëlische en Palestijnse bevolkingen, in weerwil van het feit dat deze laatsten bovendien de onderdrukking en militaire vernedering moeten ondergaan, zijn de wortels van deze twee sociale revoltes net dezelfde: de groeiende onmogelijkheid om te leven in een kapitalistisch systeem dat in een diepe crisis verzonken is.

 

 

Er is veel gespeculeerd omtrent de motieven van de laatste militaire escalatie. Probeerde Netanyahou het nationalisme aan te zwengelen om zijn kansen op herverkiezing te verbeteren? Heeft Hamas haar raketaanvallen opgedreven om haar militaire geloofwaardigheid te bewijzen t.o.v. de uitdaging van meer radicale islamistische bendes? Willen de Israëlische militairen de Hamas uitschakelen of alleen haar militaire slagkracht verminderen? Welke rol gaat het nieuwe Egyptische regime spelen in het conflict? Hoe gaan deze gebeurtenissen de burgeroorlog in Syrië beïnvloeden?

 

 

Al deze vragen zijn op zich terecht, maar stellen ons echter niet in staat om het probleem te beantwoorden dat er aan ten gronde ligt: de imperialistische oorlogsescalatie is totaal tegengesteld aan de belangen en noden van de grote massa van de Israëlische en Palestijnse bevolking, en, ruimer gezien, van het Midden-Oosten.

 

 

Terwijl de sociale revoltes aan beide zijden aan de uitgebuiten toelaten om te strijden voor hun materiële belangen tegen de kapitalisten en de staat die hen uitbuiten, schept de imperialistische oorlog een valse eenheid tussen de uitgebuiten en hun uitbuiters, en verscherpt het de verdeling van de uitgebuiten aan de beide zijden. Wanneer de vliegtuigen van Israël Gaza bombarderen, maakt dat nieuwe rekruten voor Hamas en de Jihadisten, voor wie alle Israëli's, alle joden, vijanden zijn. Wanneer de Jihadisten hun raketten afschieten op Ashdod of Tel-Aviv, keren nog meer Israëli's zich naar ‘hun’ staat voor bescherming en  voor wraak tegen de ‘Arabieren’. De drukkende sociale problemen die achter de sociale revoltes schuilen, worden verpletterd onder een lawine van nationalistische haat en hysterie.

 

 

Klein of groot, alle landen zijn imperialistisch; klein of groot, alle burgerlijke fracties hebben nooit enige scrupule om de bevolking te gebruiken als kanonnenvoer in naam van de belangen van het vaderland. De hypocrisie scheert trouwens hoge toppen, wanneer we bij de huidige escalatie van geweld in Gaza zien hoe de 'verantwoordelijke' en democratische regeringen, zoals de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, oproepen tot het 'bijleggen' van het conflict, tot een terugkeer naar het ‘vredesproces’. Het zijn immers diezelfde regeringen die oorlog voeren in Afghanistan, in Pakistan, in Irak. De Verenigde Staten zijn ook de belangrijkste financiële en militaire steun van Israël. De imperialistische grootmachten hebben geen enkele ‘vreedzame’ oplossing, net zomin als staten, zoals Iran, dat de Hamas en de Hezbollah bewapent. De werkelijke hoop op een wereldvrede ligt niet zozeer bij ‘onze’ leiders, maar in het verzet van de uitgebuiten, in hun groeiend begrip dat zij dezelfde belangen hebben in alle landen, dezelfde nood hebben om te strijden en zich te verenigen tegen een systeem dat de mensheid niets anders te bieden heeft dan crisis, oorlog en vernietiging n

 

 

Amos / 20.11.2012

 

Geografisch: