Door Wereldrevolutie op
Het resultaat van de Iranese presidentsverkiezingen van 12 juni heeft een storm van protesten ontketend waarbij rond de 2 miljoen mensen de straat opgingen.
Na de bedreigingen, de aanhoudingen, de slagen en de martelingen zijn de straatprotesten overgegaan tot nachtelijk protest op de daken waarbij geschreeuwd werd ‘Dood aan de dictator’ and ‘Allah is Groot’. Er is sedert 1979, toen de Sjah verplicht werd het land te verlaten, nooit zo’n groot protest geweest dat de groeiende ontevredenheid van het volk met het Islamitisch regime aan de oppervlakte bracht.
Het niveau van de onderdrukking vertelt ons veel. Het regime zag af van het aanvallen van de eerste en grootste protesten. Zelf ontstaan ten tijde van de protesten en stakingen die het bewind van de Sjah ondermijnden, waren de heersers van de Islamitische Republiek zich terdege bewust van het gevaar van het maken van martelaren bij de betogers. Maar de week daarop uitte de Opperste Leider, Ayatollah Khamenei, bedreigingen tegen de betogingen bij het vrijdagsgebed. En dit werd gevolgd door dodelijke aanvallen op de protesteerders door verschillende repressiekrachten, de Basiji milities, de Revolutionaire Wachters, de elite van oproerpolitie en scherpschutters (de dood van Neda Agha Soltan, bleek the werk te zijn van zo een scherpschutter). Er zijn honderden zoniet duizenden aanhoudingen geweest, en het hele land is elektronisch geïsoleerd geworden – geen e-mail of tekst kon binnen of buiten. Nu is er een walgelijke campagne op gang gekomen om burgers er toe aan te zetten om inlichtingen te geven over hun buren, vrienden, broers, zussen… over om het even wie aan betogingen zou hebben deelgenomen. Het vraagt echt moed om zelfs maar een zweem van oppositie te tonen in Iran.
Verdeeldheid in het regime
Het regime heeft zich niet alleen gekeerd tegen de gewone betogers, maar heeft ook de rivaliserende presidentskandidaat Mousawi bedreigd door hem er voor te waarschuwen om het protest niet aan te moedigen, en het heeft ook voor korte tijd de kinderen aangehouden van Rafsanjani, de vroegere president die bekend stond als de handlanger van Khomeini in 1979. Kortom er heerst diepe verdeeldheid binnen de Iranese heersende klasse. De hervormers drijven nu op de golf van het volksprotest, maar dat zijn de voorstanders van de harde lijn van 1980 en doorwinterd in de Islamitische Republiek. Zij hebben de bevolking in het algemeen of de arbeidersklasse in het bijzonder niets te bieden behalve nog meer van dezelfde kapitalistische uitbuiting. Maar zij denken duidelijk dat zij iets te bieden hebben aan het Iranese kapitalisme. Alhoewel Rafsanjani zijn mond gehouden heeft, “steunt hij een grotere opening naar het Westen, door het privatiseren van delen van de economie en het verlenen van meer macht aan de verkozen instellingen”, volgens de International Herald Tribune van 23.6.09, en probeert hij een compromis uit te werken binnen de heersende klasse, wat deel uitmaakt van zijn rol in de Raad van Toezicht.
Ondertussen is het zo dat als Mousawi stelt dat “protesteren tegen leugens en fraude jullie recht is”, hij geen eenmansgevecht aan het leveren is, maar bewijst hij de hele Iranese bourgeoisie een dienst. Aangezien zij niet zo een openlijke uiting van ontevredenheid in het land gewenst hebben, probeert Mousawi het te richten op het verkiezingsresultaat en kiest hij dus een kamp in de verdeeldheid van de heersende elite, die in een volkomen doodlopend straatje zit.
Waar is de arbeidersklasse?
De repressie heeft geen einde gemaakt aan de ontevredenheid, zelfs al zijn de massale straatbetogingen voorlopig beëindigd. Hoe dan ook, zonder een betekenisvol verzet van de arbeidersklasse zal het niet mogelijk zijn om een doeltreffend verzet op te bouwen tegen de repressie. De militante Iran Khodro autofabriek ging in staking tegen de repressie – die deze arbeiders zelf ervaren hebben tijdens hun eigen strijd. Een vakbondsverklaring van de Vakbond van de Arbeiders van Iran and de Vahed Bus Maatschappij uit de Voorsteden, die geen enkele van de kandidaten steunt, maar wel de protesten, zou een hint kunnen geven omtrent de gemoedsstemming onder de arbeiders – tegen de repressie, maar kritisch tegenover de beide fracties van de heersende klasse, maar met illusies in de democratie. Ondanks dit en de algemene staking van 26 juni, hebben de arbeiders in deze gebeurtenis over het algemeen geen rol gespeeld als klasse, alhoewel zij er ongetwijfeld individueel bij betrokken waren.
Wij mogen de rol niet vergeten die de klassenstrijd heeft gepeeld 30 jaar geleden. Stakingen, in het bijzonder in de petroleumindustrie, ondermijnden de bekwaamheid van de Sjah om nog te regeren: “De ‘Volksbeweging’ die bijna alle lagen van de Iranese maatschappij omvatte, raakte uitgeput, ondanks de massamobilisaties. Het was de opleving van de arbeidersstrijd in Iran vanaf oktober’78, in het bijzonder in de oliesector, die niet alleen het oproer weer aanwakkerde, maar die het nationaal kapitaal voor problemen stelde die praktisch onoplosbaar waren, zolang er geen opvolging was voor de oude machthebbers. Terwijl de repressie de middenstanders, de studenten en de werklozen kon doen terugdeinzen bleek ze volkomen machteloos om het land uit de economische verlamming te halen, die door de arbeidersstakingen werd veroorzaakte. Zelfs in de landen waar zij numeriek zwak staat, is de arbeidersklasse door de centrale plaats die zij inneemt in de kapitalistische productie een van de essentiële krachten van de maatschappij” (IKS verklaring van 17.2.1979, herdrukt in Wereldrevolutie 117). Deze stakingsbeweging, was niet een louter Iranese gebeurtenis maar vormde vooral een belangrijk hoofdstuk van een internationale stakingsbeweging, waartoe ook de ‘winter van ontevredenheid’ in Groot-Brittannië behoorde, de havenarbeiders strijd in Rotterdam, de stakingen in de staal in Frankrijk, die allemaal culmineerden in de massastaking in Polen in 1980.
Wij twijfelen er niet aan dat de arbeidersklasse in Iran zal deelnemen aan de huidige ontwikkeling van de internationale klassenstrijd samen met haar klassebroeders uit Egypte, Dubai, Bangladesh en China, evenals in Europa en Amerika. Wanneer zij dat zal doen op een klasse-basis, voor haar eigen belangen, zal zij een werkelijk perspectief kunnen bieden aan de volkswoede, die zo overduidelijk geweest is in de voorbije weken. Het perspectief dat is vereist is dat men niet enkel moet verlost geraken van de huidige Iranese president of van het islamitisch regime, maar van het hele kapitalistische systeem n
Alex / 04.07.2009