De wereldeconomie in de draaikolk van het verval van het kapitalisme

Printer-friendly version

Het kapitalisme wordt steeds meer verstikt door een geheel van tegenspraken die op elkaar inwerken en elkaar versterken, waardoor de maatschappij wordt bedreigd door stuiptrekkingen van een ongekende  frequentie en omvang. Tegenover deze rampen is de zorg van de bourgeoisie altijd om elke verklaring die de verantwoordelijkheid van het systeem in twijfel trekt, in diskrediet te brengen. Haar opzet is de oorzaak van de oorlogen, de wereldwanorde, de klimaatverandering, de pandemieën, de economische wereldcrisis voor de arbeidersklasse te verbergen...

Overproductie en de tendentiële daling van de winstvoet, de historische grenzen van het kapitalisme

Overproductie is door Marx geïdentificeerd als de oorsprong van de cyclische crises van het kapitalisme in de 19e eeuw[1]. Reeds in het Kommunistisch Manifest van 1848 wordt gewezen op  “een maatschappelijke epidemie, die voor alle vroegere periodes iets onzinnigs zou hebben geleken - de epidemie van de overproductie”. In de opkomstperiode van het kapitalisme vormde deze tegenspraak echter een factor in de uitbreiding van het kapitalisme naar de vier windstreken door het zoeken naar afzetmogelijkheden voor de productie van de industriële grootmachten.

In zijn vervalperiode daarentegen ligt de overproductie aan de oorsprong van de economische impasse die gekenmerkt wordt door de grote werelddepressie van de jaren 1930, door de opeenvolging van steeds diepere recessies sinds het eind van de jaren 1960, maar ook door de duizelingwekkende ontwikkeling van het militarisme, want “de enige weg die de bourgeoisie nog openstaat om te proberen de wurggreep van deze impasse te doorbreken is die van een vlucht vooruit met andere middelen [...] die alleen militair kunnen zijn”[2]. Tragische illustraties van deze impasse: twee wereldoorlogen en, sinds de Eerste Wereldoorlog, een bijna ononderbroken opeenvolging van lokale oorlogen tussen staten.

De oorzaak van de overproductie werd door Marx in het Kommunistisch Manifest belicht. Gedreven door concurrentie om steeds meer uit te breiden op straffe van de ondergang, neigt de productie er permanent toe excessieve vormen aan te nemen, niet in verhouding tot de werkelijke behoeften van de mensen, maar in verhouding tot de koopkracht van de loonarbeiders of werklozen. De arbeiders en de kapitalisten tesamen kunnen nooit alleen alle geproduceerde waren kunnen absorberen. En met reden, want een deel van het product van de arbeid van de arbeider, dat niet als loon wordt terugbetaald of door de kapitalisten wordt verbruikt, maar dat bestemd is om opnieuw te worden geïnvesteerd, d.w.z. in nieuw kapitaal te worden omgezet, vindt geen kopers in de kapitalistische sfeer[3]. Er is dus geen oplossing voor overproductie in het kapitalisme. In wezen kan zij alleen worden opgeheven door de afschaffing van de loonarbeid, wat de voorwaarde is voor de totstandbrenging van een maatschappij zonder uitbuiting. Vragen en misverstanden over deze crisiskwestie werden geuit tijdens de openbare bijeenkomsten en de permanenties van de IKS. Voor een van hen zou de overproductie kunnen worden verminderd of zelfs opgeheven onder invloed van ‘omgekeerde’ tegenspraken die leiden tot een tekort aan bepaalde goederen. Maar in werkelijkheid, als sommige sectoren van de wereldproductie getroffen worden door schaarste, bijvoorbeeld als gevolg van tekorten in de toeleveringsketens, zullen de andere sectoren de gevolgen van de overproductie blijven ondervinden.
Als de raderen van de wereldeconomie, door de permanente en groeiende tendens tot overproductie, nog niet definitief zijn vastgelopen, dan komt omdat de bourgeoisie massaal haar toevlucht heeft genomen tot niet afgeloste schulden om de vraag te scheppen, hetgeen heeft geleid tot de accumulatie van een kolossale wereldschuld die als een zwaard van Damocles boven de wereldeconomie hangt.

De tendentiële daling van de winstvoet, waarop ook Marx heeft gewezen, vormt een extra obstakel voor de accumulatie. Door de verscherpte concurrentie worden kapitalisten immers gedwongen tegen lagere prijzen te produceren om hun bedrijf in leven te houden. Daartoe moeten zij de productiviteit verhogen door steeds meer machines bij het productieproces te betrekken (verhoging van de organische samenstelling van het kapitaal). Bijgevolg bevat elke aldus geproduceerde waar proportioneel minder levende arbeid (dat deel van de arbeid van de arbeider dat niet door de kapitalist wordt betaald), en dus minder meerwaarde. Niettemin kunnen de gevolgen van de daling van de winstvoet worden gecompenseerd door verschillende factoren, waaronder de stijging van het productievolume[4]. Maar dit laatste stuit op haar beurt op de ontoereikendheid van de markten, net als overproductie. Als de tendentiële daling van de winstvoet zich niet van meet af aan in het leven van het kapitalisme voordeed als een absolute rem op de accumulatie, dan is dat omdat er in de maatschappij afzetmogelijkheden waren, eerst reëel en vervolgens gebaseerd op de toename van de wereldschuld, die het mogelijk maakten om deze te compenseren. In de huidige context wordt het gevaarlijk gekoppeld aan de overproductie.

De toename van de onproductieve uitgaven die door het staatskapitalisme wordt gegenereerd... Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam het kapitalisme in een nieuwe periode van zijn leven, zijn vervalperiode, waarin de maatschappelijke tegenspraken de instelling van het staatskapitalisme oplegden om de samenhang van de maatschappij tegenover deze tegenstellingen te handhaven, tegenover met name

  • oorlog of de alomtegenwoordige dreiging daarvan, die de ontwikkeling van militarisme en dus van militaire uitgaven impliceert,
  • de klassenstrijd, maar ook de groei van criminaliteit, banditisme, die de oprichting van verschillende repressieve organen vereist zoals politie, justitie..

Dit soort uitgaven van het staatskapitalisme is totaal onproductief, in plaats van bij te dragen aan de accumulatie, vormen zij daarentegen een sterilisatie van het kapitaal. Ook hierover ontstonden in onze openbare bijeenkomsten misverstanden, met name over de productie en verkoop van wapens, die werden gezien als een bijdrage aan de accumulatie en dus een zekere economische rationaliteit aan de oorlog verleenden. In feite wordt het argument dat wordt gebruikt om deze stelling te ondersteunen, ‘de verkoop van dergelijke goederen impliceert de realisatie van meerwaarde’, verworpen door het marxisme. Om hiervan overtuigd te raken, hoeven we slechts te verwijzen naar Marx: “Een groot deel van het jaarlijkse product, dat als revenu verteerd wordt en niet meer als productiemiddel opnieuw in de productie opgaat (…) Deze soort van productieve arbeid produceert gebruikswaarden, (…) die slechts voor de onproductieve consumptie bestemd, in hun realiteit, als artikelen, geen gebruikswaarde voor het reproductieproces”[5]. Deze laatste categorie omvat luxegoederen voor de bourgeoisie en wapens, die uiteraard niet als productiemiddel terugkeren in de productie. Sinds het begin van de 20e eeuw zijn de onproductieve uitgaven alleen maar toegenomen, vooral de militaire uitgaven, waaraan de oorlog in Oekraïne onlangs een nieuwe impuls heeft gegeven. Inflatie mag niet worden verward met een ander verschijnsel in het leven van het kapitalisme, namelijk de prijsstijging van bepaalde goederen als gevolg van onvoldoende aanbod. Dit laatste verschijnsel is de laatste tijd bijzonder belangrijk geworden door de oorlog in Oekraïne, die de aanvoer heeft beïnvloed van een aanzienlijke hoeveelheid verschillende landbouwproducten, waarvan de tekorten reeds een factor is in de verergering van armoede en honger in de wereld.

Inflatie

Inflatie maakt per definitie geen deel uit van de tegenspraken die inherent zijn aan de kapitalistische productiewijze, zoals bijvoorbeeld het geval is bij overproductie. Niettemin is het een permanent kenmerk van de periode van het verval van het kapitalisme dat zware gevolgen heeft voor de economie. Net als het gebrek aan aanbod komt het tot uiting in stijgende prijzen, maar het is het gevolg van het gewicht van de onproductieve uitgaven in de maatschappij, waarvan de kosten worden doorberekend in de kosten van de geproduceerde waren. Immers, “in de prijs van elke waar zitten, naast de winst en de kosten van de kosten van de arbeidskracht en het constante kapitaal dat bij de productie ervan wordt verbruikt, een steeds groter aandeel  van alle onkosten die onontbeerlijk zijn voor de verkoop ervan op een steeds meer verzadigde markt (van de salariëring van het personeel van de marketingdiensten tot de belastingen om de politie, de ambtenaren en de wapens van het producerende land te betalen). In de waarde van elk voorwerp wordt het aandeel van de arbeidstijd belichaamt, die nodig is voor de productie ervan, elke dag kleiner ten opzichte van het deel dat de menselijke arbeid belichaamt die het voortbestaan van het systeem vereist. De tendens van het gewicht van deze onproductieve uitgaven om de toename van de arbeidsproductiviteit teniet te doen, komt tot uiting in de voortdurende opwaartse beweging van de prijzen van de waren”[6].  Ten slotte is een andere inflatoire factor het gevolg van de devaluatie van de valuta's die gepaard gaat met de ongecontroleerde toename van de wereldschuld, die momenteel 260% van het mondiale BBP benadert.

De ecologische crisis

Als de bourgeoisie gretig naar natuurlijke hulpbronnen grijpt door ze in de productiekrachten op te nemen, dan is dat omdat deze de bijzonderheid hebben ‘vrij’ te zijn voor het kapitalisme. Hoe vervuilend, moorddadig en uitbuitend het kapitalisme in zijn opkomende fase ook was, toen het de wereld veroverde, het is niets vergeleken met de helse spiraal van vernietiging van de natuur die sinds de Eerste Wereldoorlog plaatsvindt, als gevolg van de felle economische en militaire concurrentie. De vernietiging van het milieu heeft een nieuw niveau bereikt, aangezien de kapitalistische ondernemingen, zowel particuliere als openbare, de milieuvervuiling en de plundering van de hulpbronnen van de planeet hebben opgevoerd als nooit tevoren. Bovendien hebben oorlogen en militarisme bijgedragen tot de vervuiling en vernietiging van het natuurlijk milieu[7]. In de tweede helft van de 20e eeuw is een nieuwe dimensie duidelijk geworden van de ramp die het kapitalisme voor de mensheid in petto heeft vanwege de klimaatverandering, die het voortbestaan van de mensheid bedreigt. De oorzaken zijn economisch en de gevolgen ook. De opwarming van de aarde heeft een steeds grotere impact op het menselijk leven en de economie: reusachtige branden, overstromingen, hittegolven, droogtes, vernietigende stormen, enzovoort treffen niet alleen de landbouwproductie, maar ook de industriële productie en de menselijke leefomgeving in toenemende mate, en treffen in feite de kapitalistische economie steeds zwaarder. Een dergelijk gevaar kan alleen worden afgewend met de omverwerping van het kapitalisme. Maar er bestaat het idee dat de bourgeoisie de klimaatramp zou kunnen voorkomen door nieuwe ‘schone’ technologieën te ontwikkelen. Het lijdt geen twijfel dat de bourgeoisie op dit gebied nog aanzienlijke en zelfs beslissende vorderingen kan maken. Wat zij echter niet kan, is zich wereldwijd verenigen om dergelijke technologische vooruitgang te operationaliseren en te implementeren.

Dit is niet de eerste keer in de geschiedenis dat een dergelijke illusie in de bourgeoisie wordt geuit. Het is in zekere zin vergelijkbaar met de stelling van het ‘superimperialisme’ die Kautsky aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde en die bedoeld was om ‘aan te tonen’ dat de grootmachten onderling overeenstemming konden bereiken om een gemeenschappelijke en vreedzame overheersing van de wereld tot stand te brengen. Een dergelijke opvatting was duidelijk een van de speerpunten van de pacifistische leugens, waarmee ze de arbeiders wilden doen geloven dat oorlogen konden worden beëindigd zonder dat het kapitalisme hoefde te worden vernietigd. Deze visie van Kautsky omzeilde de concurrentie op leven en dood die tussen de kapitalistische machten bestaat. Ze lijkt voorbij te gaan aan het feit dat het hoogst mogelijke niveau van eenwording dat de verschillende nationale fracties van de wereldburgerij kunnen bereiken dat van de natie is, waardoor zij volstrekt niet in staat zijn een werkelijk supranationale politieke autoriteit en organisatie van de maatschappij tot stand te brengen.

De realiteit is precies het tegenovergestelde van de illusie van een bourgeoisie die in staat zou zijn een klimaatramp te vermijden. Wat duidelijk is, is dat de meest totale irrationaliteit en onverantwoordelijkheid ten aanzien van de klimaatverandering voortduurt en zelfs wordt verergerd, wat tot uiting komt in zowel het ontstaan van nieuwe imperialistische conflicten zoals de oorlog in Oekraïne (catastrofaal voor de mens maar ook voor de planeet) als in andere, minder belangrijke maar zeer belangrijke dwalingen, zoals het beheer van de Bitcoin, waarvan het jaarlijkse energieverbruik gelijk is aan alle activiteiten van een land als Zwitserland.

De gevolgen van het kapitalisme dat de ultieme fase van zijn verval ingaat: de ontbinding

Het verval komt overeen met de laatste periode in het leven van het kapitalisme, die wordt ingeluid door een impasse tussen de twee antagonistische klassen, die geen van beide in staat zijn een eigen oplossing te bieden voor de historische crisis van het kapitalisme. De verdieping van de economische crisis leidt dan tot het wegrotten van de maatschappij. Dit beïnvloedt het hele sociale leven, met name door de ontwikkeling van het ‘ ieder voor zich’ in alle maatschappelijke verhoudingen, vooral binnen de bourgeoisie. Dit werd meesterlijk geïllustreerd tijdens de Covid-pandemie, met name door

  • het onvermogen om de zoektocht naar een vaccin te coördineren en te centraliseren en om een geplande en doordachte productie-, distributie- en vaccinatiepolitiek voor de hele planeet op te zetten;
  • het gangsterachtige gedrag van sommige geïndustrialiseerde landen die medische voorraden wegkaapten die bedoeld waren voor andere naburige landen, soms zelfs op de landingsbanen van luchthavens.

De achtergrond van het verval (de ontbinding) is dus weliswaar de economische crisis, maar het blijkt dat de economische crisis op haar beurt sinds het begin van de jaren 2020 steeds meer wordt aangetast door de ontbinding. Zo wordt het verloop van de economische crisis verergerd door de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich’ op alle gebieden en met name in de internationale verhoudingen tussen de grootmachten. Een dergelijke situatie zal de uitvoering van een gecoördineerde economische politiek bij de volgende recessie ernstig bemoeilijken.

De situatie is inderdaad veel zorgwekkender dan twee jaar geleden. Een combinatie van factoren wijst vooral op een groot risico van aanzienlijke verstoringen op economisch gebied en, bij implicatie, ver daarbuiten:

  • Alle in dit artikel genoemde tegenspraken van het kapitalisme op economisch vlak (vermindering van koopkrachtige markten, ongebreidelde wedloop naar productiviteit, intensivering van de wereldwijde handelsoorlog...) worden versterkt.
  • Het kapitalisme staat zo goed als zeker voor aanzienlijke nieuwe uitgaven: overal ter wereld, vooral in West-Europa, leidt de versnelling van het militarisme tot een sterke stijging van de onproductieve uitgaven. Op een ander niveau gaat de verouderende infrastructuur gebukt onder tientallen jaren van verwaarlozing in de begrotingen, wat de maatschappij op haar beurt verzwakt met de dreiging van enorme onvoorziene uitgaven voor perfect voorspelbare problemen.
  • Er zijn potentiële triggers voor een economische catastrofe, zoals de vastgoedcrisis in China (die in het tweede kwartaal van 2022 een nulgroei in dat land veroorzaakte), waarbij faillissementen zoals dat van Evergrande niet tot dat land beperkt zouden kunnen blijven, maar ernstige internationale gevolgen kunnen hebben, gezien de kwetsbaarheid van de wereldeconomie.

De stijging van de inflatie tast niet alleen het leven van de uitgebuitenen aan, maar vormt ook een rem op de internationale handel, die al wordt ondermijnd door imperialistische spanningen. Zozeer zelfs dat, gezien het schijnbaar onvermijdelijke vooruitzicht van een stijging van de rente in een aantal geïndustrialiseerde landen, een recessie onvermijdelijk lijkt. Dit is een bedreiging waarvan de bourgeoisie de ernst niet lijkt te durven noemen, gezien de context van een ernstig verslechterde economische situatie en de om zich heen grijpende ‘ieder voor zich’ en in sommige gevallen zelfs openlijke vijandigheid tussen de belangrijkste mogendheden.

Vandaag, na meer dan een eeuw van kapitalistische verval kunnen we zien hoe visionair de woorden van de Kommunistische Internationale waren over de ‘interne desintegratie’ van het wereldkapitalisme, dat niet uit zichzelf zal verdwijnen, maar de mensheid zal meesleuren in de barbarij, als de arbeidersklasse er geen einde aan maakt. Het is weer tijd voor het proletariaat om als klasse te reageren op de apocalyps die het kapitalisme voor ons in petto heeft. Daar is nu nog tijd voor.

Silvio / 05.10.2022


[1] Zie: "Het verval van het kapitalisme (V): De dodelijke tegenspraken van de burgerlijke maatschappij", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 139.

[2] "Oorlog, militarisme en imperialistische blokken in het verval van het kapitalisme, deel 2", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 53.

[3] “Terwijl de consumptiecapaciteit van de arbeiders beperkt is, deels door de loonwetten en deels doordat ze alleen worden ingezet als ze winstgevend zijn voor de kapitalistische klasse. De ultieme reden van alle reële crisissen blijft de armoede en consumptiebeperking van de massa’s tegenover de tendens van de kapitalistische productie de productiekrachten zodanig te ontwikkelen alsof alleen de absolute consumptiecapaciteit van de maatschappij de grens is. (K. Marx, Het Kapitaal III Afdeling V  hoofdstuk 30, Geldkapitaal en reëel kapitaal)

[4] Er zijn ook andere tegentendensen voor de tendentiële daling van de winstvoet, met name de toename van de uitbuiting.

[6] Surproduction et inflation, Révolution Internationale (nieuwe serie) nr. 6 (1973).

[7] Zie: "Het kapitalisme vergiftigt de aarde", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 63 ; "De wereld aan de vooravond van een milieuramp", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 135; "De wereld aan de vooravond van een milieuramp: Wie is verantwoordelijk?". Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 139.

 

Historische gebeurtenissen: 

Recent en lopend: 

Rubric: 

Economische crisis