Vijftiende Congres van de IKS: De organisatie versterken tegenover de inzet van de huidige periode

Printer-friendly version

Eind maart 2004 heeft de IKS zijn vijftiende congres gehouden. Dit was voor onze organisatie van bijzonder belang om twee belangrijke redenen.

Enerzijds hebben wij sinds het vorige congres, dat werd gehouden in de lente van 2001, een aanzienlijke verslechtering meegemaakt in de internationale situatie, op het vlak van de economische crisis maar vooral op dat van de imperialistische spanningen. Het congres werd gehouden op het moment dat de oorlog in Irak woedde en het was dan ook de verantwoordelijkheid van onze organisatie om haar analyse aan te scherpen om in staat te zijn ten opzichte daarvan op de best mogelijke wijze tussen te komen.

Anderzijds werd dit congres gehouden nadat de IKS de gevaarlijkste crisis uit zijn bestaan had doorgemaakt. Maar zelfs als wij deze crisis te boven zijn gekomen is het aan de organisatie om een maximum aan lering te halen uit de moeilijkheden waarmee ze geconfronteerd werd, de oorsprong ervan te achterhalen en de middelen te vinden om ze het hoofd te bieden.

Het geheel van de discussies en de werkzaamheden van het congres was doortrokken van het bewustzijn van het belang van deze twee vraagstukken, die ingebed waren in de twee grote verantwoordelijkheden van elk congres: de analyse van de historische situatie en het nader beschouwen van de activiteiten die daaruit voortvloeien voor de organisatie.

De IKS analyseert de huidige historische periode als de eindfase van het verval van het kapitalisme, de fase van de ontbinding van de burgerlijke maatschappij, die van haar innerlijke verrotting. Zoals wij verder zullen zien, bepalen deze historische voorwaarden momenteel de belangrijkste kenmerken van het leven van de bourgeoisie; maar het blijft daar niet bij, zij wegen ook zwaar door op het proletariaat evenals op zijn revolutionaire organisaties.

Het is trouwens binnen dit kader dat niet alleen de imperialistische spanningen, waarvan we nu getuige zijn, onderzocht werden maar ook de hindernissen die het proletariaat ondervindt op weg naar de beslissende botsingen met het kapitalisme zelf, evenals de moeilijkheden waarmee onze organisatie geconfronteerd is.

De analyse van de internationale situatie

Voor bepaalde organisaties uit het proletarisch kamp, namelijk de IBRP, komen de organisatorische moeilijkheden die de IKS de laatste tijd heeft meegemaakt, net zoals deze in 1981 en in het begin van de jaren 1990, voort uit het feit dat de IKS niet in staat zou zijn om een aangepaste analyse van de huidige historische periode te ontwikkelen. In het bijzonder onze analyse van de ontbinding wordt beschouwd als een uitdrukking van ons ‘idealisme’.

Het is zonder meer waar dat de theoretische en politieke helderheid een wezenlijk wapen is voor een organisatie die beweert revolutionair te zijn. Als deze niet in staat is om te begrijpen wat er werkelijk op spel staat in de historische periode waarin zij haar strijd voert, riskeert zij overspoeld te worden door de gebeurtenissen, in ontreddering te geraken en tenslotte weggeveegd te worden door de geschiedenis. Maar het is eveneens waar dat helderheid niet zomaar uitgevaardigd kan worden. Zij is de vrucht van een wil, een strijd om dergelijke wapens te smeden. Zij vereist dat de nieuwe vraagstukken die opgeworpen worden door de ontwikkeling van de geschiedenis aangepakt worden met methode, met de marxistische methode. Dat is de bekommernis die speelde in de rapporten die voorbereid waren voor het congres en die haar debatten animeerden. Deze invalshoek werd geplaatst in het kader van de marxistische visie op het verval van het kapitalisme en zijn huidige fase van ontbinding. Het congres heeft er aan herinnerd dat de visie van het verval niet alleen deze was van de Derde Internationale, maar dat deze ook tot de grondslagen zelf van het marxisme behoort. Het is dit kader en deze historische benadering die het de IKS mogelijk maakten om de ernst in te schatten van de toestand waarin de oorlog een steeds permanenter factor wordt.

Dit congres moest meer in het bijzonder onderzoeken in welke mate het analysekader van de IKS geldig was voor het begrip van de tegenwoordige situatie. Als resultaat van de discussie kwam het congres tot de conclusie dat dit kader niet in twijfel kon worden getrokken, integendeel. De huidige situatie en de ontwikkeling ervan betekenen een volle bevestiging van de analyses die de IKS sinds eind 1989 heeft gemaakt toen het Oostblok ineenstortte. De huidige gebeurtenissen, zoals de tegenstelling tussen de Verenigde Staten en hun oude bondgenoten die zich openlijk manifesteerden in de recente crisis, de vermenigvuldiging van oorlogsconflicten met de directe betrokkenheid van de grootste wereldmacht die telkens meer haar militaire macht tentoonspreidt, zaten reeds vervat in de Stellingen die de IKS uitbracht in 1989-1990 (1). In zijn congres heeft de IKS ook nogmaals bevestigd dat de huidige oorlog in Irak niet, zoals sommige sectoren van de bourgeoisie ons willen doen geloven om de ernst ervan te minimaliseren, te herleiden is tot een ‘oorlog om de olie’. In deze oorlog vertegenwoordigt de controle over de olie een strategische inzet voor de Amerikaanse bourgeoisie en niet op de eerste plaats een economische. Het is één van de chantage- en pressiemiddelen die de Verenigde Staten willen uitspelen om in te gaan tegen de pogingen van andere grootmachten, zoals de grote staten van Europa en Japan om hun eigen pionnen uit te spelen op het imperialistische wereldschaakbord. Achter het idee dat de huidige oorlogen nog een zekere ‘economische realiteit’ zouden bevatten, schuilt een weigering om rekening te houden met de volle ernst van de toestand waarin het kapitalisme van momenteel zich bevindt. Door deze ernst te onderstrepen heeft de IKS zich doelbewust op de bodem van het marxisme geplaatst die de revolutionairen niet de taak geeft om de arbeidersklasse te troosten, maar in tegendeel de opdracht geeft de arbeidersklasse het belang van de gevaren die de mensheid bedreigen te doen inzien en bijgevolg de nadruk te leggen op de omvang van haar eigen verantwoordelijkheid.

En in de visie van de IKS betekent dat de noodzaak voor de revolutionairen om aan het proletariaat de ernst van wat er in de huidige omstandigheden op het spel staat bloot te leggen. En dat is des te belangrijker omdat het proletariaat op dit moment de grootste moeilijkheden heeft om weer de richting in te slaan van de massale en bewuste strijd tegen het kapitalisme. Dat was bijgevolg een ander wezenlijk punt van de discussie over de internationale situatie: waarop kan men momenteel het vertrouwen baseren dat het marxisme altijd heeft gehad in de capaciteit van de uitgebuite klasse om het kapitalisme omver te werpen en de mensheid te bevrijden van de rampen waaronder zij steeds meer gebukt gaat?

Welk vertrouwen kunnen we in de arbeidersklasse hebben met betrekking tot de historische inzet?

De IKS heeft al herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat de ontbinding van de kapitalistische maatschappij een negatief effect heeft op het bewustzijn van het proletariaat (2). Vandaar dat wij vanaf de herfst van 1989 benadrukten dat de ineenstorting van de stalinistische regimes ‘meer problemen voor het proletariaat’ tot gevolg zouden hebben (titel van Internationale Revue, nr. 60). Sindsdien heeft de ontwikkeling van de klassenstrijd dit vooruitzicht alleen maar bevestigd.

Tegenover deze situatie stelde het congres opnieuw vast dat de klasse nog altijd over al haar capaciteiten beschikt om haar historische verantwoordelijkheid op te nemen. Het is waar dat zij zich nu nog in een toestand bevindt van aanzienlijk achteruitgang in haar bewustzijn, als gevolg van de burgerlijke campagnes die marxisme en kommunisme gelijkstellen aan stalinisme door te beweren dat er een continuïteit zou bestaan tussen Lenin en Stalin. Bovendien wordt de huidige situatie gekenmerkt door een duidelijk verlies van vertrouwen van de arbeiders in hun eigen kracht en in hun vermogen om zelfs nog maar defensieve strijd te voeren tegen de aanvallen van hun uitbuiters. Dat zou er kunnen toe leiden dat ze hun klasse-identiteit verliezen. Daarbij dient vermeld te worden dat deze tendens van verlies van vertrouwen in de arbeidersklasse zelfs tot uiting komt binnen de revolutionaire organisaties, voornamelijk in de vorm van een plotselinge opwellingen van euforie tegenover bewegingen zoals die in Argentinië eind 2001 (die werd voorgesteld werden als een formidabele proletarische impuls terwijl ze waren opgesloten in klassensamenwerking). Maar een materialistische visie op lange termijn toont ons aan, om Marx aan te halen “Het gaat er niet om wat deze of gene proletartiër, of het proletariaat als geheel momenteel als zijn doel beschouwt. Het gaat er om wat het proletariaat is en waartoe het, in overeenstemming met dit wezen, historisch zal worden gedreven.” (De Heilige Familie, 1844). Een dergelijke visie toont ons namelijk dat, tegenover de zware klappen van de crisis van het kapitalisme die zich vertalen in steeds wredere aanvallen, de arbeidersklasse reageert en noodzakelijkerwijze zal moeten reageren via het ontwikkelen van haar strijd.

Deze strijd zal in zijn beginstadium neerkomen op een serie schermutselingen, die de boodschappers zullen zijn van de aanzet tot steeds massaler strijd. Het is eerst in dit proces dat de arbeidersklasse zich weer zal zien als uitgebuite klasse en er naar zal streven haar identiteit terug te vinden, een wezenlijk aspect dat op zijn beurt een stimulans zal zijn voor haar strijd. Hetzelfde geldt voor de oorlog. Deze neigt er steeds meer toe om een permanent verschijnsel te worden dat met de dag steeds duidelijker de sterke spanningen tussen de grootmachten blootlegt. Vooral ook het feit dat het kapitalisme, dat niet in staat is om deze kwaal, waaronder de mensheid steeds meer gebukt gaat, uit te roeien, zal tot een dieper nadenken binnen de arbeidersklasse aanzetten. Al deze mogelijkheden liggen besloten in de huidige situatie. Ze dwingen de revolutionaire organisaties er toe om zich daarvan bewust te zijn en een tussenkomst te ontwikkelen die vruchten kan afwerpen. Deze tussenkomst is vooral van wezenlijk belang met betrekking tot de minderheden die op internationaal vlak op zoek zijn naar verheldering.

Maar om opgewassen te zijn tegen deze taak is het nodig dat de revolutionaire organisaties in staat zijn om het hoofd te bieden, niet alleen aan de directe aanvallen die de heersende klasse op hen richt maar ook tegenover elk doorsijpelen binnen hun gelederen van het ideologische gif dat deze in het geheel van de maatschappij verspreidt. Het is in het bijzonder hun taak om de schadelijkste gevolgen van de ontbinding te bestrijden, die op dezelfde wijze als ze het bewustzijn van het geheel van het proletariaat aantasten, eveneens doordringen in de hersenen van hun militanten, die hun overtuiging en wil kapot maken om te ijveren voor de revolutionaire taken. Het is juist een dergelijke aanval van de burgerlijke ideologie die door de ontbinding wordt gestimuleerd, waarmee de IKS in de laatste periode werd geconfronteerd. En het is de wil tot verdediging van het vermogen van de organisatie om haar taken te vervullen die in het centrum van de discussies over de activiteiten van de IKS stond.

De activiteiten en het leven van de IKS

Het congres heeft een positieve balans opgemaakt van de activiteiten van onze organisatie sinds het vorige congres in 2001. In de loop van de laatste twee jaar heeft de IKS er blijk van gegeven in staat te zijn om zich te verdedigen tegen de gevaarlijkste gevolgen van de ontbinding, namelijk de nihilistische tendensen die een aantal militanten die zichzelf tot ‘interne fractie’ uitriepen in hun greep kregen. Het heeft de aanvallen weten te bestrijden van deze elementen die er duidelijk op uit waren de organisatie te vernietigingen. Vanaf het begin van het congres werd in volledige unanimiteit, na de buitengewone conferentie van april 2002, nogmaals heel de strijd tegen deze hofkliek goedgekeurd en werd hun gedrag gebrandmerkt als dat van provocateurs. Met uitgesproken overtuiging werd de anti-proletarische aard van deze groepering aangeklaagd. En het sprak zich unaniem uit voor uitsluiting van de elementen van de ‘interne fractie’ die hun agitatie tegen de IKS tot een toppunt opdreven door op hun internetsite informatie te publiceren (en zich daar later op beriepen) die direct in de kaart spelen van de politiediensten van de burgerlijke staat (3). Deze elementen die geweigerd hadden voor het congres te verschijnen en vervolgens weigerden om zich te verdedigen voor een speciaal comité dat speciaal daartoe in het leven was geroepen, wisten niets beters te bedenken dan in hun Bulletin, nr. 18, door te gaan met hun lastercampagnes tegen onze organisatie. Zij leveren zo het bewijs dat ze helemaal niet van zins waren om het geheel van de militanten te overtuigen van het gevaar dat een zogenaamde ‘liquidationistische fractie’, maar dat ze integendeel proberen om de organisatie zo veel mogelijk in diskrediet te brengen nadat ze er niet in waren geslaagd om haar te vernietigen.

Hoe konden dergelijke elementen binnen de organisatie een activiteit ontwikkelen die haar dreigde te vernietigen?

In verband daarmee heeft het congres de zwakheden blootgelegd die binnen haar functioneren tot ontwikkeling waren gekomen, zwakheden die voornamelijk samenhangen met de kliekjesgeest die opnieuw krachtig de kop opstak en die werd gestimuleerd door het negatieve effect van de ontbinding van de kapitalistische maatschappij. Een aspect van dat negatieve effect bestaat uit de twijfel en uit het verlies van vertrouwen in de arbeidersklasse, waarbij men zich enkel blindstaart op de onmiddellijke zwakheden. Verre van de partijgeest te voeden, heeft dit de tendens versterkt om vriendschapsbanden en daarmee het vertrouwen in individuen de plaats innemen van het vertrouwen in de functioneringsbeginselen. De elementen die later de ‘interne fractie’ zouden vormen waren een karikaturale uiting van deze afwijkingen en van het verlies aan vertrouwen in de arbeidersklasse. Hun dynamiek van ontaarding kon zich stoelen op deze zwakheden, die momenteel doorwegen op alle proletarische organisaties, en ze zijn des te gevaarlijker omdat het merendeel van die organisaties zich er zelfs niet van bewust zijn. Deze elementen hebben hun vernietigende werk ontwikkeld met een kracht die ongezien was in de geschiedenis van de IKS. Het verlies van vertrouwen in de arbeidersklasse en de verzwakking van hun militante overtuiging gingen gepaard met een verlies van vertrouwen in de organisatie, in haar beginselen en van een volslagen minachting voor haar statuten. Dit gezwel had heel de organisatie en het vertrouwen en de solidariteit in haar gelederen, en dus van haar grondvesten zelf, kunnen aantasten.

Het congres heeft zonder vrees de opportunistische zwakheden behandeld die het mogelijk hadden gemaakt dat de clan die zichzelf uitriep tot ‘interne fractie’ zo’n grote bedreiging kon vormen voor het leven van de organisatie. En dat was mogelijk omdat de IKS versterkt uit de strijd te voorschijn kwam.

Het is trouwens omdat de IKS strijdt voert tegen elk binnensijpelen van het opportunisme dat het lijkt alsof het een heel bewogen leven leidt als gevolg van de herhaaldelijke crises. En het is voornamelijk omdat de IKS zonder toegevingen zijn statuten verdedigt en de proletarische geest waarvan die de uitdrukking zijn dat dit zo’n razernij opwekt bij een minderheid die was aangevreten door een ongebreideld opportunisme, dat wil zeggen door een totale verwerping van de organisatorische beginselen. Op dit vlak heeft de IKS de strijd van de arbeidersbeweging voortgezet, van Lenin en de Bolsjewieken in het bijzonder, van wie de hekelaars de herhaalde crises en de veelvuldige strijd op organisatorische vlak aan de kaak stelden. Tijdens dezelfde periode was het leven van de Duitse Sociaal-Democratische Partij veel minder geagiteerd, maar de opportunistische kalmte die haar kenmerkte (enkel verstoord door ‘lastposten’ van links zoals Rosa Luxemburg) was de aankondiging van haar verraad van 1914! De crises van de Bolsjewistische Partij bouwden de kracht op die de revolutie van 1917 mogelijk heeft gemaakt!

Maar de discussie over de activiteiten heeft zich niet tevreden gesteld met het behandelen van de directe verdediging van de organisatie tegen de aanvallen. Zij heeft vooral aangedrongen op de noodzaak om de inspanningen verder zetten om de theoretische capaciteiten van de IKS verder te ontwikkelen, vaststellend dat de strijd tegen deze aanvallen daarvoor een grondige stimulans was. De balans van de laatste twee jaar stelt ons in staat terug te blikken op een theoretische verrijking: over de vraagstukken van een meer historische visie op het vertrouwen en de solidariteit in het proletariaat, wezenlijke elementen voor de klassenstrijd; over het gevaar van het opportunisme dat de organisaties in staat stelt om een verandering van de periode te analyseren; over het gevaar van het democratisme. En deze bekommernis rond de theoretische strijd vormt een wezenlijk deel van de strijd tegen het opportunisme dat een dodelijke bedreiging is voor kommunistische organisaties. Dit werd ons geleerd door Marx, Rosa Luxemburg, Lenin, de militanten van de Italiaanse Fractie en vele andere revolutionairen.

Tenslotte heeft het congres een eerste balans opgemaakt van onze tussenkomst binnen de arbeidersklasse met betrekking tot de oorlog in Irak. Daarbij werd vastgesteld dat de IKS zich bij deze gelegenheid zeer goed heeft gemobiliseerd, want vanaf het begin van de militaire operaties hebben onze afdelingen een zeer aanzienlijke verspreiding van onze pers gerealiseerd op talrijke betogingen, hebben daar waar nodig supplementen van de regelmatige pers uitgebracht en werden er politieke discussies aangegaan met talrijke elementen die onze organisatie voordien niet kenden. Vanaf het uitbreken van de oorlog heeft de IKS onmiddellijk een internationaal pamflet uitgebracht, vertaald in 13 talen (4) en verspreid in 14 landen en meer dan 50 steden, in het bijzonder aan de bedrijven, en op het Internet.

Zo is het congres een moment geweest waarin de versterking van onze organisatie tot uitdrukking kwam. De IKS is trots op de strijd die het gevoerd heeft en die het verder zet voor zijn verdediging, voor de opbouw van de grondvesten van de toekomstige partij en om zijn capaciteit te ontwikkelen voor de tussenkomst in de historische strijd van de arbeidersklasse. De IKS is er van overtuigd dat het in deze strijd een schakel is in de keten van de organisaties van de arbeidersbeweging.

De IKS

(1) Zie voor dit onderwerp vooral de Stellingen over de economische en politieke crisis van de USSR en in het Oostblok (Internationale Revue, Nederlandstalig, nr. 12), geschreven twee maanden vóór de val van de Muur van Berlijn en Militarisme en Ontbinding, daterend van oktober 1990 (Internationale Revue, Nederlandstalig, nr. 13).

(2) Zie voornamelijk De ontbinding, laatste fase in het verval van het kapitalisme, punt 13 en 14 (in de Internationale Revue, Nederlandstalig, nr.13).

(3) Zie hierover ons artikel De politiemethodes van de ‘FICCI’, in de Internationalisme, nr. 294.

(4) De talen van onze territoriale publicaties plus Portugees, Russisch, Indisch, Bengaals, Farsi en Koreaans.

Erfenis van de Kommunistische Linkerzijde: