Bij vele gelegenheden, tijdens klimatologische of industriële rampen die talrijke slachtoffers hebben veroorzaakt, heeft het IKS systematisch de krokodillentranen van regeringen, politieke of economische leiders aan de kaak gesteld die zich altijd beroepen op ‘het noodlot’, de pech, ‘menselijke fouten’, de ‘onverantwoordelijkheid’ van deze of gene technicus, arbeider of de plaatselijke instantie belast met het onderhoud, of de ‘onvoorspelbaarheid’ van klimatologische episodes...
Telkens wanneer men geconfronteerd wordt met dergelijke rampen, overstromingen, gigantische bosbranden, het instorten van een brug, zoals in Genua, het omvallen van een kabelbaan, het instorten van een fabriek, een modderstroom, enz. (en deze tragische gebeurtenissen zijn in de loop der jaren alleen maar toegenomen), zijn de schaamteloze hypocrisie en het cynisme van de bourgeoisie grenzeloos. Zij heeft altijd geprobeerd een ideale zondebok te vinden, een slap excuus te vinden om de onrechtvaardigheid te rechtvaardigen, om de mensen te doen vergeten wie de echte schuldigen zijn: de vertegenwoordigers en verdedigers van een aftakelend, stervend kapitalistisch systeem dat overal ter wereld de dood en verderf zaait uit al zijn poriën.
Vandaag, in Griekenland, bij de spoorwegramp waarbij twee treinen frontaal op elkaar botsten, hebben de regering en de spoorwegmaatschappijen geprobeerd de schuld af te schuiven op een onervaren stationschef die een fatale fout maakte, die hij zelf toegaf.
Maar, in tegenstelling tot andere even dramatische ongevallen, onder andere in Griekenland ten tijde van de gigantische branden van 2018 en 2021, die tientallen doden veroorzaakten, bleven de schok, de pijn en het verdriet van de bevolking, geconfronteerd met de dood van deze 57 slachtoffers, niet beperkt tot intieme herinneringen, tot plechtige eerbetuigingen onder auspiciën van de burgerlijke staat, en keerden zij zich niet tegen deze stationschef die door de regering en door premier Mitsotakis als de ‘schuldige’ werd aangeduid.
In een weigering ‘het noodlot’ te accepteren, explodeerde de verontwaardiging en de reusachtige woede van het grootste deel van de bevolking, vooral van de arbeidersklasse, op straat, in Athene, in Thessaloniki, in de bedrijven, in massale demonstraties met tienduizenden mensen, door spontane stakingen onder het spoorwegpersoneel, met een oproep tot werkonderbreking op woensdag 8 maart in een groot deel van de openbare en particuliere sectoren, van de gezondheidszorg tot leraren, zeevarenden, metropersoneel, studenten... een gebeurtenis nog nooit vertoond in meer dan tien jaar!
Zoals in Groot-Brittannië meer dan 9 maanden lang, zoals in Frankrijk vandaag in het licht van de pensioenhervorming, roept de arbeidersklasse in Griekenland: ‘genoeg is genoeg!’ De maat is vol!
Geconfronteerd met de openbare diensten in verval, na meer dan tien jaren van de bezuinigingen, reageert de straat op de regering met deze leuze die in alle betogingen te horen is: “Het was geen menselijke fout, het was geen ongeluk, het was een misdaad”. “Weg met moorddadige regeringen!” “Mitsotakis, minister van misdaad”... De publicatie van de schaapachtige verontschuldiging van premier Mitsotakis voor zijn aanvankelijke verklaringen over de ‘menselijke fout’ van de stationschef werd gezien als een verdere provocatie, waardoor meer dan 12.000 mensen spontaan de straat op gingen.
De arbeidersklasse in Griekenland drukt haar solidariteit uit met alle slachtoffers van de kapitalistische uitbuiting, haar weigering om te betalen voor de crisis, haar weigering om de herhaalde bezuinigingsplannen te accepteren, of langere werktijden zoals in Frankrijk, haar weigering om te sterven met het dagelijks vervoer dat een instrument des doods is geworden: gebrek aan personeel, vervallen infrastructuur, vernielde bussen of treinen, ontbrekende of verouderde veiligheidssystemen, tekort aan materieel.... “Dit treinongeluk was de laatste druppel. Niets werkt in Griekenland. Onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, alles ligt in puin. Deze regering heeft niets gedaan om deze ondraaglijke situatie in de overheidssector recht te zetten, maar wel geld uitgegeven aan het leger en de politie” (aldus een Griekse leraar).
Dit is de dagelijkse realiteit van de kapitalistische wereld, van de verslechtering van onze levens- en arbeidsomstandigheden, overal, in alle landen!
Deze massale strijdbaarheid van de arbeidersklasse vandaag in Griekenland voegt zich bij die van het proletariaat in Frankrijk, in Groot-Brittannië, dat al weken, maanden strijdt en zich mobiliseert in een strijd waaruit grote woede en vastberadenheid spreekt.
De verontwaardiging tegenover de hypocrisie van de staat, tegenover het ongebreidelde winstbejag van de geprivatiseerde bedrijven of niet, geeft uitdrukking aan dezelfde woede, dezelfde solidariteit, dezelfde weigering om te buigen, om steeds opnieuw de uitbuiting te ondergaan en met het leven te betalen voor de dagelijkse afbraak van het verrotte kapitalistische systeem.
Het is dezelfde klassen-‘reflex’ die hier in Griekenland weer opduikt, in het verlengde van andere massale uitingen van woede overal ter wereld over de crisis, het wanbeheer en de nalatigheid van de staat. Het is jaren geleden dat de strijdbaarheid van de arbeiders in Griekenland op een dergelijk niveau tot uiting kwam.
Deze ‘reflex’ van solidariteit in de gelederen van de arbeiders is een breuk met jaren van teruggang en apathie of van de arbeidersklasse. Een veelzeggend en veelbetekenend voorbeeld: tijdens de stakingsdag van 8 maart in Athene besloten de stakende arbeiders van het openbaar vervoer om bussen en metrolijnen enkele uren te laten rijden om het vervoer en de deelname van demonstranten aan de betogingen te vergemakkelijken! Zo kan de strijd tot mobilisatie en solidariteit leiden, in tegenstelling tot de door de vakbonden voorgestelde ‘blokkades’ zoals in Frankrijk!
De bourgeoisie, in Griekenland even gedestabiliseerd door de massale reactie van de arbeiders, probeert de mobilisatie en de bezinning natuurlijk te beperken: zij roept ‘schande’ over corruptie, vriendjespolitiek, de terugtrekking van de ‘rechtsstaat’, de door Europa opgelegde bezuinigingen, en roept op tot de mobilisatie voor de volgende parlementsverkiezingen! Alles is goed om de realiteit van de afbraak van de kapitalistische wereld en haar werkelijke verantwoordelijkheid te verdoezelen, in Griekenland net als overal.
Maar wat de uitkomst van deze strijdbeweging ook moge zijn, de openlijke, massale en solidaire uitdrukking ervan vandaag is al een overwinning, een volgende stap in de directe deelname aan de vernieuwing van de internationale arbeidersstrijd.
Stopio / 10.03.2023
Al meer dan een jaar lang een verschrikkelijk bloedbad; honderdduizenden soldaten aan beide zijden afgeslacht; meer dan een jaar van willekeurige bombardementen en executies, waarbij tienduizenden burgers zijn vermoord; meer dan een jaar van systematische vernietiging die het land in een gigantisch ruïneveld verandert, terwijl het aantal ontheemden in de miljoenen loopt; meer dan een jaar waarin aan beide zijden enorme sommen geld in deze slachtpartij zijn gestoken (Rusland besteedt nu ongeveer 50% van zijn staatsbegroting aan de oorlog, terwijl de hypothetische wederopbouw van het verwoeste Oekraïne meer dan 400 miljard dollar zou vergen). En deze tragedie is nog lang niet voorbij.
In termen van imperialistische confrontaties was het uitbreken van de oorlog in Oekraïne ook een belangrijke kwalitatieve stap in het afglijden van de kapitalistische maatschappij in oorlog en militarisme. Het is juist dat sinds 1989 verschillende oorlogszuchtige ondernemingen de planeet hebben opgeschud (de oorlogen in Koeweit, Irak, Afghanistan, Syrië...), maar daarbij ging het nooit om een confrontatie tussen imperialistische grootmachten. Het conflict in Oekraïne is de eerste militaire confrontatie van deze omvang tussen staten voor de deur van Europa sinds 1940-1945. Het betreft de twee grootste landen van Europa, waarvan het ene over nucleaire of andere massavernietigingswapens beschikt en het andere door de NAVO financieel en militair wordt gesteund, en het kan uitlopen op een catastrofe voor de mensheid.
Afgezien van de verontwaardiging en afschuw die dit grootschalige bloedbad teweegbrengt, is het de verantwoordelijkheid van revolutionairen zich niet te beperken tot algemene en abstracte veroordelingen, maar de belangrijkste lessen te trekken uit het Oekraïense conflict om de dynamiek van imperialistische confrontaties te begrijpen en de arbeiders te waarschuwen voor de verergering van de chaos en de intensivering van de militaire barbaarsheid.
Terwijl Rusland Oekraïne binnenviel, is een belangrijke les van dit oorlogsjaar ongetwijfeld dat achter de hoofdrolspelers op het slagveld het Amerikaanse imperialisme in het offensief is.
Geconfronteerd met het verval van hun heerschappij voeren de VS sinds de jaren 1990 een agressieve politiek om hun belangen te verdedigen, vooral tegenover de voormalige leider van het rivaliserende blok, Rusland. Ondanks de toezegging die na het uiteenvallen van de USSR was gedaan om de NAVO niet uit te breiden, hebben de Amerikanen alle landen van het voormalige Warschaupact in dit bondgenootschap opgenomen. In 2014 verving de ‘Oranje Revolutie’ het pro-Russische regime in Oekraïne door een pro -westerse regering en enkele jaren later bedreigde een volksopstand het pro-Russische regime in Wit-Rusland. Poetin’s regime reageerde op deze strategie van omsingeling door zijn militaire kracht in te zetten, het overblijfsel van zijn verleden als blokleider. Na Poetin’s overname van de Krim en de Donbas in 2014 begonnen de VS Oekraïne te bewapenen en zijn leger te trainen in het gebruik van geavanceerdere wapens. Toen Rusland zijn leger inzette aan de grenzen van Oekraïne, zetten ze de val op scherp door te beweren dat Poetin Oekraïne zou binnenvallen en tegelijkertijd te verzekeren dat zij zelf niet zouden ingrijpen. Met deze strategie om Rusland te omsingelen en te verstikken hebben de Verenigde Staten een meesterzet gedaan met een veel ambitieuzer doel dan alleen de Russische ambities een halt toe te roepen:
- Vanaf nu leidt de oorlog in Oekraïne tot een duidelijke verzwakking van de resterende militaire macht van Moskou en een vermindering van zijn imperialistische ambities. Het toont ook de absolute superioriteit van de Amerikaanse militaire technologie, die de basis vormt voor het ‘wonder’ van ‘het kleine Oekraïne’ dat de ‘Russische beer’ terugdringt;
- Het conflict stelde de VS ook in staat de schroeven binnen de NAVO aan te draaien, aangezien de Europese landen gedwongen werden zich aan te passen aan het Amerikaanse standpunt, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, die hun eigen politiek ten aanzien van Rusland ontwikkelden en de NAVO, die tot twee jaar geleden door de Franse president Macron als ‘hersendood’ werd bestempeld, negeerden.
- Het belangrijkste doel van de Amerikanen om Rusland een lesje te leren was ongetwijfeld een ondubbelzinnige waarschuwing aan hun belangrijkste uitdager, China. De afgelopen tien jaar hebben de Verenigde Staten hun leiderschap verdedigd tegen de opkomst van de Chinese uitdager: eerst, tijdens het presidentschap van Trump, door een open handelsoorlog; maar nu heeft de regering Biden de militaire druk opgevoerd (de spanningen rond Taiwan). Zo heeft het conflict in Oekraïne China's enige belangrijke militaire bondgenoot verzwakt en het project van de Nieuwe Zijderoute, waarvan één as door Oekraïne loopt, onder druk gezet.
Hoewel er geleidelijk een polarisatie van imperialistische spanningen is ontstaan tussen de VS en China, is dit het resultaat van een systematisch politiek van de dominante imperialistische macht, de VS, in een poging de onomkeerbare achteruitgang van zijn leiderschap een halt toe te roepen. Na de oorlog van Bush senior tegen Irak, de polarisatie van Bush junior tegen de ‘as van het kwaad’ (Irak, Iran, Noord-Korea), is het offensief van de VS er vandaag op gericht elke opkomst van grote uitdagers te voorkomen. Een dergelijke politiek van dertig jaar heeft geen enkele discipline en orde gebracht in de imperialistische verhoudingen. Integendeel, het heeft het ‘ieder voor zich’, de chaos en de barbarij verergerd. De Verenigde Staten zijn vandaag een belangrijk instrument voor de angstaanjagende uitbreiding van militaire confrontaties.
In tegenstelling tot oppervlakkige journalistieke verklaringen toont de ontwikkeling van de gebeurtenissen aan dat het conflict in Oekraïne allesbehalve heeft geleid tot een ‘rationalisering’ van de tegenstellingen. Naast de grote imperialisten, die onder druk staan van het Amerikaanse offensief, accentueert de explosie van een veelheid aan ambities en rivaliteiten het chaotische en irrationele karakter van de imperialistische verhoudingen.
De verscherping van de Amerikaanse druk op de andere grote imperialisten kan hen er alleen maar aanzetten tot een reactie:
- Voor het Russische imperialisme is het een kwestie van overleven omdat het nu al duidelijk is dat Rusland, ongeacht de uitkomst van het conflict, duidelijk verzwakt uit het avontuur zal komen dat zijn militaire en economische grenzen heeft blootgelegd. Het is militair uitgeput en heeft al tweehonderdduizend soldaten verloren, vooral onder zijn meest ervaren elite-eenheden, evenals een grote hoeveelheid tanks, vliegtuigen en moderne helikopters. Het is economisch verzwakt door de enorme kosten van de oorlog en de ineenstorting van de economie als gevolg van de westerse sancties. Terwijl de Poetin-factie met alle middelen probeert de macht te behouden, ontstaan er spanningen binnen de Russische bourgeoisie, in het bijzonder met de meer nationalistische fracties of bepaalde ‘krijgsheren’ (zoals Prigozjin, leider van de huurlingengroep Wagner). Deze ongunstige militaire en onstabiele politieke omstandigheden zouden Rusland er zelfs toe kunnen brengen zijn toevlucht te nemen tot tactische kernwapens.
- De Europese staten, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, hadden er bij Poetin op aangedrongen geen oorlog te voeren en waren zelfs bereid, zoals de indiscreties van Boris Johnson aantoonden, een in omvang en tijd beperkte aanval goed te keuren om het regime in Kiev te vervangen. Geconfronteerd met het falen van de Russische troepen en het onverwachte verzet van de Oekraïners, moesten Macron en Scholz zich gedwee aansluiten bij het door de VS geleide NAVO-standpunt. Van onderwerping aan de Amerikaanse politiek en het opgeven van de eigen imperialistische belangen is echter geen sprake, zoals blijkt uit de recente reizen van Scholz en Macron naar Peking. Bovendien hebben beide landen hun militaire budgetten sterk verhoogd met het oog op een massale herbewapening van hun strijdkrachten (een verdubbeling voor Duitsland, namelijk 107 miljard euro). Deze initiatieven hebben ook geleid tot spanningen in het Frans-Duitse tandem, met name over de ontwikkeling van gezamenlijke wapenprogramma's en over de economische politiek van de EU.
- China heeft zich zeer voorzichtig opgesteld ten aanzien van het conflict in Oekraïne, gezien de moeilijkheden van zijn Russische ‘bondgenoot’ en de nauwelijks verholen dreigementen van de Verenigde Staten aan zijn adres. Voor de Chinese bourgeoisie is de les bitter: de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat alle mondiale imperialistische ambities een illusie zijn bij gebrek aan een militaire en economische macht die met de Amerikaanse supermacht kan concurreren. Vandaag is China, dat nog geen strijdkrachten heeft die in verhouding staan tot zijn economische expansie, kwetsbaar voor Amerikaanse druk en voor de omringende oorlogschaos. Natuurlijk geeft de Chinese bourgeoisie haar imperialistische ambities, met name de herovering van Taiwan, niet op, maar zij kan alleen op lange termijn vooruitgang boeken door niet toe te geven aan de talrijke Amerikaanse provocaties (‘spionage’-ballonnen, verbod op het gebruik van TikTok...) en door een breed diplomatiek charmeoffensief te voeren om elk internationaal isolement te vermijden: ontvangst in Peking van een groot aantal staatshoofden, toenadering tussen Iran en Saoedi-Arabië gesponsord door China, het voorstel van een plan om de gevechten in Oekraïne te stoppen...
Anderzijds veroorzaakt het imperialistische ‘ieder voor zich’ een explosie van het aantal potentiële conflictgebieden. In Europa leidt de druk op Duitsland tot onenigheid met Frankrijk en heeft de EU kwaad gereageerd op het protectionisme van Biden's ‘Inflation Reduction Act’, die wordt gezien als een echte oorlogsverklaring aan de Europese export naar de VS. In Centraal-Azië gaat de achteruitgang van de Russische macht hand in hand met een snelle uitbreiding van de invloed van andere mogendheden, zoals China, Turkije, Iran of de VS in de voormalige Sovjet-republieken. In het Verre Oosten blijft het risico van conflicten bestaan tussen China enerzijds en India (met regelmatige grensgeschillen) of Japan (dat zich massaal herbewapent), om nog maar te zwijgen van de spanningen tussen India en Pakistan en de terugkerende spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea. In het Midden-Oosten zullen de verzwakking van Rusland, de interne destabilisatie van belangrijke hoofdrolspelers zoals Iran (volksopstanden, strijd tussen facties en imperialistische druk) of Turkije (rampzalige economische situatie) grote gevolgen hebben voor de imperialistische betrekkingen. In Afrika tenslotte, terwijl in verschillende regio's de energie- en voedselcrisis en de oorlogsspanningen woeden (Ethiopië, Soedan, Libië, Westelijke Sahara), werkt de agressieve concurrentie tussen imperialistische aasgieren destabilisatie en chaos in de hand.
Een jaar oorlog in Oekraïne heeft vooral onderstreept dat de kapitalistische ontbinding een van de schadelijkste aspecten van oorlog in het tijdperk van het verval accentueert: zijn irrationaliteit. De gevolgen van het militarisme worden namelijk steeds onvoorspelbaarder en catastrofaler, ongeacht de aanvankelijke ambities:
- de Verenigde Staten hebben twee Golfoorlogen gevoerd, evenals de oorlog in Afghanistan, om hun leiderschap op de planeet te bevestigen, maar in al deze gevallen was het gevolg een uitbarsting van chaos en instabiliteit, evenals stromen vluchtelingen;
- wat ook de doelstellingen waren van de vele imperialistische aasgieren (Russische, Turkse, Iranese, Israëlische, Amerikaanse of Europese) die in de gruwelijke burgeroorlogen in Syrië of Libië hebben ingegrepen, zij hebben een land achtergelaten dat in puin ligt, gefragmenteerd is en verdeeld in clans, met miljoenen vluchtelingen die naar de buurlanden of de geïndustrialiseerde landen zijn gevlucht.
De oorlog in Oekraïne is een voorbeeldige bevestiging hiervan: wat ook de geostrategische doelstellingen van het Russische of Amerikaanse imperialisme zijn, het resultaat is een verwoest land (Oekraïne), een economisch en militair geruïneerd land (Rusland), een nog meer gespannen en chaotische imperialistische situatie in de wereld, en nog steeds miljoenen vluchtelingen.
De toenemende irrationaliteit van de oorlogsvoering houdt een angstaanjagende uitbreiding in van de militaire barbaarsheid over de hele wereld. In deze context kunnen rond bepaalde doelstellingen ad hoc bondgenootschappen worden gevormd. Zo voert Turkije, een lid van de NAVO, een politiek van neutraliteit ten opzichte van Rusland in Oekraïne, in de hoop daarmee in Syrië een bondgenootschap met Rusland aan te gaan tegen de door de VS gesteunde Koerdische milities.
Maar in tegenstelling tot de burgerlijke propaganda leidt het conflict in Oekraïne niet tot een hergroepering van de imperialistische staten in blokken en opent het dus niet de dynamiek naar een derde wereldoorlog, maar eerder naar een angstaanjagende uitbreiding van bloedige chaos: belangrijke imperialistische machten als India, Zuid-Afrika, Brazilië en zelfs Saoedi-Arabië behouden duidelijk hun autonomie tegenover de hoofdrolspelers; de band tussen China en Rusland is niet hechter geworden, integendeel; terwijl de VS de oorlog gebruiken om hun standpunten binnen de NAVO op te leggen, gaan lidstaten als Turkije of Hongarije er openlijk hun eigen gang, terwijl Duitsland en Frankrijk op allerlei manieren proberen een eigen politiek te ontwikkelen.
Bovendien moet de leider van een potentieel blok in staat zijn vertrouwen tussen de lidstaten te wekken en de veiligheid van zijn bondgenoten te garanderen. China is echter zeer terughoudend geweest in zijn steun aan zijn Russische bondgenoot. Wat de Verenigde Staten betreft voert Biden, na de ‘America First’-aanpak van Trump, die de verhoudingen met de ‘bondgenoten’ had bekoeld, in feite hetzelfde politiek: hij laat hen een hoge energieprijs betalen voor de boycot van de Russische economie, terwijl de Verenigde Staten op dit gebied zelfvoorzienend zijn en de ‘anti-China’-wetten de Europese invoer hard zullen treffen. Het is precies dit gebrek aan veiligheidsgaranties dat Saoedi-Arabië ertoe bracht een overeenkomst te sluiten met China en Iran. Tenslotte wordt een belangrijk obstakel voor een dynamiek in de richting van een derde wereldoorlog gevormd door het proletariaat niet verslagen is en niet ideologisch gemobiliseerd is in dienst van de natie in de centrale industrielanden, zoals blijkt uit de huidige strijd in verschillende Europese landen. Een ideologisch wapen dat het proletariaat kan mobiliseren, zoals het fascisme en het antifascisme in de jaren 1930, bestaat vandaag niet.
De situatie is des te delicater omdat de ‘Oekraïne-crisis’ geen geïsoleerd verschijnsel is, maar een van de manifestaties van deze ‘polycrisis’[1], de opeenstapeling en interactie van gezondheids-, economische, ecologische, voedsel- en oorlogscrises, die de jaren twintig van de 21e eeuw kenmerken. En de oorlog in Oekraïne vormt in deze context een echte vermenigvuldiger en versterker van barbarij en chaos op mondiaal niveau:
"De samenvoeging en de interactie van deze vernietigende verschijnselen produceert een 'wervelwind-effect' (...) het is belangrijk om de drijvende kracht van oorlog te benadrukken, als een actie die doelbewust wordt nagestreefd en gepland door kapitalistische staten."[2]
In feite hebben de oorlog in Oekraïne en zijn economische gevolgen de heropflakkering van Covid (zoals in China) in de hand gewerkt, de stijging van de inflatie en de recessie in verschillende regio's van de wereld geaccentueerd, een voedsel- en energiecrisis veroorzaakt, een terugslag in het klimaatpolitiek veroorzaakt (kerncentrales en zelfs kolencentrales zijn weer in bedrijf) en tot een nieuwe vluchtelingenstroom geleid. Om nog maar te zwijgen van het altijd aanwezige risico van bombardementen op kerncentrales, zoals nog steeds rond de site van Zaporizja, of het gebruik van chemische, bacteriologische of kernwapens.
Kortom, een jaar oorlog in Oekraïne laat zien hoezeer hij de ‘grote herbewapening van de wereld’ heeft versterkt, gesymboliseerd door de enorme militaire investeringen van de twee grote verliezers van de Tweede Wereldoorlog, Japan, dat in vijf jaar tijd 320 miljard dollar heeft uitgetrokken voor zijn leger, de grootste bewapeningsinspanning sinds 1945, en vooral Duitsland, dat ook zijn defensiebudget verhoogt.
Als een duidelijk bewust product van de heersende klasse illustreert het bloedbad in Oekraïne duidelijk het bankroet van het kapitalistische systeem. Maar de gevoelens van machteloosheid en afschuw die de oorlog oproept, zijn niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van een proletarisch verzet tegen het conflict vandaag. Aan de andere kant zetten de aanzienlijke verscherping van de economische crisis en de aanvallen op de arbeiders die daar rechtstreeks uit voortvloeien, de arbeiders ertoe aan zich te mobiliseren op klasseterrein om hun levensomstandigheden te verdedigen. In deze dynamiek van hernieuwde strijd zal de oorlogszuchtige barbaarsheid uiteindelijk een bron zijn van bewustwording van het bankroet van het systeem, een bewustwording die nu nog beperkt blijft tot kleine minderheden van de klasse.
R. Havanais / 25.03.2023
Na tien maanden van stakingen in vele sectoren kan de heersende klasse, zowel op het Europese continent als overzee, niet langer verbergen dat de arbeidersklasse in Groot-Brittannië de rug heeft gerecht. De burgerlijke media, die aanvankelijk terughoudend waren in hun berichtgeving, moeten nu toegeven dat de stakingen alle records hebben gebroken: niet alleen wat betreft het aantal arbeiders en betrokken sectoren, maar ook wat betreft hun ontwikkeling tot een ware stakingsgolf[1].
De Internationalistische Kommunistische Tendens, een groep van kommunistisch links, heeft in een aantal artikelen en pamfletten een standpunt ingenomen over de bewegingen. Daarin verdedigt de ICT de klassenstandpunten in het algemeen, door erop aan te dringen dat het kapitalisme geen uitweg heeft uit zijn steeds dieper wordende crisis en gedwongen is zijn aanval op de arbeiders te intensiveren, dat deze laatsten zich moeten losmaken van het vakbondsgareel als zij de verdeeldheid willen overwinnen, wat betekent dat zij de organisatie van de strijd in eigen hand moeten nemen.
Maar het volstaat niet om abstracte standpunten voor te stellen, doorspekt met willekeurige analyses. Revolutionaire organisaties hebben de verantwoordelijkheid om de krachtsverhoudingen en de context waarin de strijd zich afspeelt nauwkeurig te evalueren om concrete perspectieven voor de dynamiek van de beweging voor te stellen. In dit opzicht is de analyse van de ICT van de betekenis van deze strijd zeer tegenstrijdig en onthult ze een inconsistent kader voor het begrijpen van de krachtsverhouding tussen de klassen.
De eerste uitingen van de strijd in het Verenigd Koninkrijk wekten aanvankelijk enig enthousiasme op bij de ICT: “de frontale aanvallen op de arbeiders lokken het begin uit van een nieuw verzet (...) na decennia van klassenverzet” en “in de huidige golf van wilde acties zien we al de mogelijkheid om zowel het vakbondskader als het juridische kader van de kapitalistische staat te overstijgen” [2]. Maar daarna bekoelde het enthousiasme aanzienlijk: “We zijn nog ver verwijderd van het niveau van militantisme van de jaren 1970” en begin 2023 constateerde de ICT dat “het gevaar van ‘geldmilitantisme’ groot is: geïsoleerde delen van arbeiders die zich uitputten door middel van behoorlijk slopende stakingen die vechten om wat eigenlijk kruimels zijn”[3]. De ICT verwijst hier naar haar standpunt over de strijd van de jaren 1970, “de jaren 1970 waarin elke sector van de arbeidersklasse, verdeeld door de vakbonden, steeds grotere percentages nastreefde voor een loonsverhoging. Dit leidde niet alleen niet tot een ter discussie stellen van de loonarbeid, maar versterkte deze zelfs”[4]. Maar welk een verrassing als de ICT zich in een van haar meest recente artikelen opnieuw laat meeslepen en stelt: “Op 1 februari 2023 was de grootste stakingsdag sinds meer dan tien jaar. Dit is slechts het begin van een stakingsgolf”[5].
Afgezien van het feit dat de bourgeoisie dit zelf al lang voor de ICT had geconstateerd, willen we graag begrijpen hoe de ICT de strijd in het Verenigd Koninkrijk nu globaal beoordeelt: duidt deze op “het begin van een stakingsgolf” of slechts op “geïsoleerde sectoren van arbeiders die zich uitputten door behoorlijk slopende stakingen”? Vormt deze beweging “het begin van een nieuw verzet (...) na decennia van klassenstrijd" of heeft zij niet alleen "geleid tot het niet ter discussie stellen van de loonarbeid, maar versterkte deze zelfs”?
Sinds de zomer van 2022 heeft de uitbreiding van de arbeidersstrijd in Groot-Brittannië soortgelijke bewegingen in andere landen geïnspireerd. Bijgevolg is een correcte beoordeling van de huidige golf in het Verenigd Koninkrijk onmogelijk als deze wordt losgekoppeld van de evolutie van de klassenstrijd op internationaal niveau. Toch bekijkt de ICT de strijd bijna uitsluitend door een Britse bril: in de zeven artikelen over de stakingen in Groot-Brittannië ontbreekt een verwijzing naar de strijd die zich elders ontwikkelt: het is alsof elke nationale sector van de arbeidersklasse zijn eigen strijd voert en de wereldwijde strijd slechts een optelsom is van nationale strijd in plaats van de uitdrukking van één enkele dynamiek.
Natuurlijk doet de ICT verslag van strijd in andere delen van de kapitalistische wereld, maar zij ziet niet het belang van de beweging in het Verenigd Koninkrijk als uitdrukking van een wereldwijde internationale tendens van het proletariaat om te breken met de voorgaande periode van geringe strijdlust en gebrek aan zelfvertrouwen. Zij weet dat de strijd in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zich afspeelt op proletarisch terrein, maar zij begrijpt in de praktijk niet wat deze twee fracties van de arbeidersklasse gemeen hebben.
De vertekende kijk van de ICT op de internationale dimensie van de proletarische strijd wordt bijvoorbeeld duidelijk geïllustreerd in het artikel over de strijd van de telecomwerkers in Spanje in 2015, waarin ze schrijft dat “er hier concrete mogelijkheden zijn voor internationale uitbreiding van de strijd, aangezien Teleafonica in vijf landen actief is” [6], terwijl de werkelijke en onmiddellijke behoefte van de stakende arbeiders is om in direct contact te komen met de arbeiders die betrokken zijn bij de strijd “in de dichtstbijzijnde fabriek, ziekenhuis, school, kantoor”[7]. Aan de andere kant versterkt dit soort "internationale" sectorale uitbreiding van de strijd alleen maar het corporatisme van de arbeidersklasse en heeft ze de neiging haar internationale eenwording te ondermijnen.
Om het belang van een bepaalde klassenbeweging te waarderen is het essentieel deze in een meer historische en mondiale context te plaatsen. Voor de IKS is de huidige strijd dus belangrijk omdat hij een breuk betekent met een periode van teruggang die teruggaat tot het eind van de jaren 1980 en de implosie van het ‘kommunistische’ blok, maar ook omdat zij bevestigt dat deze teruggang niet van dezelfde aard was als de wereldwijde historische nederlaag die de arbeidersklasse heeft geleden na het neerslaan van haar eerste revolutionaire aanval, tussen 1917 en 1923, een periode die door de internationale opleving van de strijd in 1968 werd afgesloten.
Maar in deze kwesties bevestigt de ICT haar inconsistentie. Tien jaar geleden verklaarde ze onomwonden dat we nog steeds in een contrarevolutionaire periode leefden: “De versplintering en verspreiding van de klasse (...) heeft het vermogen van de arbeidersklasse om terug te vechten verminderd en het voortdurende refrein dat er geen alternatief is voor het kapitalisme zijn allemaal bewijzen dat de klasse de zware nederlaag van de jaren 1920 nog steeds niet te boven is gekomen”[8]. In 2016-2017 beweerde ze voorzichtig dat “de klasse zich momenteel langzaam herstelt van decennia van teruggang en herstructurering” [9]. Maar de ICT trok deze analyse snel in om te beweren dat “we nog steeds vechten om het evenwicht te herstellen dat we al 40 jaar als een teruggang zien”[10].
Het duidelijkste bewijs dat de ICT de algemene historische context niet begrijpt, is het feit dat haar onderschatting van het belang van de huidige strijd hand in hand gaat met de grote energie die zij steekt in haar campagne ‘No War But The Class War’, die berust op de illusie dat de arbeidersklasse al in staat zou zijn een directe anti-oorlogsstrijd te voeren, zonder te beseffen dat een dergelijke verwachting volledig in strijd is met haar idee dat het proletariaat nog steeds gebukt gaat onder het gewicht van een historische nederlaag.
Hoewel de ICT vrij consequent is in haar veroordeling van vakbondsverdelingen, weten we dat zij de neiging heeft om in de val te trappen van de vakbondsbasis, wanneer die radicalere taal gebruICT en zelfs het vaandel van ‘stakingscomités’ opheft, ook in de gevallen waarin deze organen slechts de uitdrukking vormen van aangepaste vakbondsstructuren teneinde de controle over arbeiders te behouden. Voor de ICT zijn deze vakbondsorganen een stap vooruit, zoals blijkt uit het voorbeeld van de door ‘Unite’ opgerichte Bus Workers Combine, “die een poging is om de strijd voor betere lonen en voorwaarden in verschillende depots te coördineren. Verschillende groepen arbeiders die hun strijd verenigen is ongelooflijk belangrijk, en is onze beste kans op succes”. [11].
Deze opportunistische houding tegenover de vakbondsbasis houdt verband met de verwarring bij de ICT over de relatie tussen economische en politieke strijd. Het begrip ‘geldmilitantisme’ (zie het citaat hierboven in het artikel) drukt eigenlijk een miskenning uit van de economische strijd, een onderschatting van haar impliciet politieke dimensie.
Voor de IKS is de strijd op economisch terrein een essentiële en onvermijdelijke dimensie, die de wapens van de revolutionaire aanval van morgen smeedt. Met andere woorden, elke proletarische strijd “is tegelijk voor onmiddellijke eisen en revolutionair. Eisen stellen, weerstand bieden aan de kapitalistische uitbuiting, is de basis en de motor van de revolutionaire actie van de klasse. [...] In de geschiedenis van de arbeidersbeweging was er geen enkele proletarische revolutionaire strijd die niet tegelijkertijd een strijd om eisen was. En hoe kan het ook anders, want het is de revolutionaire strijd van een klasse, van een groep mensen die gekenmerkt worden door hun economische positie en verenigd worden door hun gemeenschappelijke materiële situatie?”[12].
Voor de ICT daarentegen “komt de economische strijd op, brengt voort wat ze kan voortbrengen op het niveau van de eisen, en neemt dan af zonder een politiek spoor na te laten. Tenzij de revolutionaire partij ingrijpt”[13]. De arbeiders zouden dus niet in staat zijn hun strijd te politiseren en dat kan alleen door tussenkomst van de ‘partij’, die hier fungeert als de deus ex machina die nodig is om de tegenstelling tussen de twee dimensies van de strijd te overwinnen.
Kortom, in het licht van de bewegingen in Groot-Brittannië, maar ook in heel Europa, is het bijzonder zorgwekkend dat een organisatie die beweert richtlijnen te geven voor de revolutionaire strijd van het proletariaat, niet in staat is deze strijd in zijn historische context te waarderen en de internationale dimensie ervan te vatten. Maar voor de ICT lijkt deze verantwoordelijkheid niet nodig omdat ‘de partij’, net als Superman, met een zwaai van haar toverstaf alles lijkt op te lossen!
D.&R.12.4.23
[1] Enkele voorbeelden
2 “Wildcat Strikes in the UK: Getting Ready for a Hot Autumn [7]”.
3 “Notes on the UK Strike Wave [8]”.
4 “Unions - Whose Side Are They On? [9]”.
5 “Unite the Strikes [10]”.
6 “Spanish Telecom Workers on All-Out Strike [11]”. [12]
8 Cleishbotham (september 2011) Forum van de ICT, “ICC theses on decomposition [14]".
9 “A Crisis of the Entire System [15], zomer 2017
10 Cleishbotham, februari 2019, Forum van de ICT: The Party, Fractions and Periodisation". [16]
11 "Two Comments on Recent Bus Strikes in the UK [17]
13 “The Question of Consciousness: A Basis for Discussion [19]”.
Zoals in vele landen van West-Europa heeft de arbeidersklasse in België, maar vooral in Nederland de laatste weken en maanden de strijd tegen de aanvallen op haar levens- en werkomstandigheden gevoerd met een strijdwil die we in deze landen lang niet hebben gezien.
In Nederland sprak de bourgeoisie zelfs over een stakingsgolf. De regelmatige stakingsacties van de werkers van de Bijenkorf en in het streekvervoer, die al enige maanden plaatsvonden, kregen in januari bijval van het gemeentepersoneel, van de werkers bij de sociale werkplaatsen, van het personeel van andere winkelketens, van de chauffeurs van Über, van het zorg- en leerlingenvervoer, vande touringcarbedrijven, de werkers in de ziekenhuizen, de arbeiders in de drankindustrie en -handel, bij de PostNL, Douwe Egberts, en het aardappelverwerkingsbedrijf Aviko.
In België waren er in dezelfde periode stakingen en werkonderbrekingen van het personeel bij de OCMW’s in Brussel, de federale ambtenaren, de werkers van Bpost, de brandweer in Brussel, in de publieke non-profit sector en het openbaar vervoer, onder de gevangenisbewaarders en de bagageafhandelaars op Zaventem, bij het verdeelcentrum van Decathlon in Willebroek, en bij meer dan 100 vestigingen van Delhaize.
Maar de strijd is nog uiterst versnipperd, iedereen staakt in zijn hoekje, voert actie op een andere dag, zonder massale betogingen of bijeenkomsten waar arbeiders over de voortgang van strijd kunnen discussiëren en beslissen. Hoe kunnen ze een antwoord vinden op dit dilemma? Verschillende linkse organisaties – die zich ‘socialistisch’, ‘kommunistisch’ dan wel ‘marxistisch’ noemen - schuiven oplossingen naar voren die op het eerste gezicht heel radicaal lijken; maar de vraag is: zijn ze dat wel en, vooral, beantwoorden ze werkelijk aan de noden van de arbeidersstrijd vandaag? Laten we eens nader bekijken hoe hun voorstellen eruitzien in de concrete strijd van de klasse.
Grenzeloos schrijft bijvoorbeeld“Het wordt tijd dat de FNV in overleg met zijn achterban zijn terechte eisen uit de campagne ‘Nederland verdient beter’ politiek maakt” en besluit om “de achterban daar massaal voor te mobiliseren”[2]. In België stelt de Linkse Socialistische Partij (LSP) ook: “ABVV-leden moeten het heft in handen nemen voor een meer strijdbare en democratische vakbond”[3].
Wat beide groepen de arbeiders, als antwoord op de onwil van de bonden om consequenter te zijn in de organisatie van de vakbondsacties, hier voorhouden moet zonder meer worden ontzenuwd. Want de manier waarop de FNV, tezamen met andere vakbonden, bijvoorbeeld de strijd in de afgelopen periode heeft georganiseerd is heel bewust zo gedaan. Dat vloeit voort uit haar rol binnen het kapitalisme, die er niet in bestaat de strijd doeltreffend te maken maar juist om dit te beletten en de arbeiders te ontmoedigen en hun strijdwil te ondergraven.
Sedert meer dan een eeuw is de vakbond geen ‘zelforganisatie van de werkenden’ meer en kan dat ook nooit meer worden. De hele geschiedenis van de afgelopen honderd jaar toont aan dat alle vakbonden de strijd van de arbeiders systematisch hebben ondermijnd. Zelfs de zogenaamd radicale en strijdbare vakbonden[4], die door de ‘radicaal’ linkse groepen ten voorbeeld worden gesteld, hebben de belangen van de arbeidersklasse na de nederlaag van de revolutionaire golf 1917-1923 niet meer verdedigd.
De oriëntatie die deze groepen de arbeiders aanreiken, te weten om zich binnen de vakbondin te zetten voor een meer radicale koers, heeft alleen tot gevolg dat de meer kritische arbeiders worden afgeleid naar activiteiten zonder vooruitzicht, die in wezen niets veranderen en dus alleen ontmoediging in de hand werken.
‘Als vakbonden niet strijdbaar zijn, dan ligt dat aan de leiders’, zo houden de strijdsyndicalisten ons voor. Volgens Socialistisch Alternatief is het gebrek aan strijdvaardigheid van de FNV toe te schrijven aan “het verraad van types zoals Wim Kok”[5], die de leiding hebben genomen binnen de vakbond. De GIS vindt op haar beurt dat er is iets fundamenteel fout zit in de FNV, als iemand “als Van Doesburg zo lang kon gedijen in de FNV [en]er niet voor zijn achterban, maar voor de klassenvijand zat”[6].
Het liedje van het verraad van de vakbondsleiders is echter zo oud als de weg naar Rome. In de laatste honderd jaar hebben alle vakbondsleiders zich tegen de arbeidersklasse gekeerd. Dat komt niet omdat ze zouden zijn overgelopen naar het kamp van de bourgeoisie, maar omdat de organisatie, waar ze leiding aan gaven, geen organisatie van de arbeidersklasse meer was, maar een organisatie van de burgerlijke Staat.
De ingroei van de vakbond in de burgerlijke Staat is het gevolg van de veranderde objectieve historische omstandigheden, die de inhoud van de arbeidersstrijd in de afgelopen honderd jaar fundamenteel heeft veranderd. Sinds het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, toen de historische crisis van het kapitalisme een aanvang nam, zijn blijvende verbeteringen binnen het kapitalisme niet meer mogelijk. De werkelijke inhoud van de arbeidersstrijd bestaat daarom niet meer uit graduele verbeteringen van de werk- en levensomstandigheden, zoals die in de 19e eeuw nog van de staat afgedwongen werden, maar is gericht op de onmiddellijke wereldwijde omverwerping van het in verval verkerende kapitalisme. Zoals Lenin het eens verwoordde: sinds het begin van de 20e eeuw“schuilt achter elke staking de hydra van de revolutie”.
En als gevolg van deze veranderde historische inzet van de strijd is de vakbond, als het apparaat dat essentieel bedoeld was verbeteringen te bewerkstelligen binnen het kapitalisme (wat momenteel niet meer mogelijk is), opgeslokt door de burgerlijke Staat.
Daarom leidt ook de oproep van de uiterst linkse groepen om ‘de vakbonden te heroveren’ door de ‘corrupte leiding te verjagen’ geenszins tot de versterking van de strijddynamiek en de klassemacht van de arbeiders. Het zet de arbeiders aan om te streven naar het heroveren van een organisatie van de burgerlijke Staat in hun midden, die de greep van deze organisaties op de arbeidersklasse versterkt en de arbeiders naar een zekere nederlaag leidt.
Een ander standpunt dat deze ‘radicale’ organisaties regelmatig naar voren schuiven is de verdediging van de openbare diensten - het openbaar vervoer, de zieken-, ouderen- en gehandicaptenzorg, het onderwijs, de cultuur, enzovoort - en ze leggen dan vooral de nadruk op de verdediging van de kwaliteit van deze diensten. De openbare diensten vormen, aldus de SAP, “samen de grondslag voor de opbouw van een werkelijk zorgzame en ecologische samenleving, die fundamenteel ingaat tegen de logica van geld en winst” [7]. Volgens de PVDA in België zijn het de openbare diensten die “zorgen voor een warme samenleving, waarin de mens voorop staat en niet de winst. Daarom steun ik de werknemers en de vakbonden van de openbare diensten in hun strijd voor respect en investeringen”[8].
Ook hier is een ondubbelzinnige afwijzing op zijn plaats. De openbare diensten, al of niet geprivatiseerd, zijn eerst en vooral instrumenten in dienst van de burgerlijke staat en het is dus complete onzin om ons voor te houden dat ze de ‘gemeenschap’ dienen. Maar vooral worden de werkers in deze ondernemingen net zozeer uitgebuit als in eender welk bedrijf. Ook in de openbare diensten wordt het werkritme opgevoerd, wordt er geherstructureerd, worden de lonen gedrukt, en worden er mensen ontslagen.
Daarenboven zijn vandaag ‘socialistische’ hervormingen binnen een kapitalistisch systeem in ontbinding onmogelijk. De ‘strijd voor de kwaliteit van de openbare diensten’ heeft dus niets gemeen met de strijd van de arbeiders voor hun werk- en levensvoorwaarden maar leidt ertoe dat hun belangen worden vermengd met die van bepaalde instanties van de burgerlijke staat.
Wat deze uiterst linkse groepennaar voren brengen gaat in feite lijnrecht in tegen de noden van de strijd, die erin bestaan haar te verenigen over de grenzen van de bedrijven en sectoren heen, en vertegenwoordigt een verkapte oproep aan de arbeiders om hun strijd als zelfstandige klasse op te geven.
“Revolutionair socialisten steunen de acties”[9]. Alleszins niet organisaties zoals de Linkse Socialistische Partij (LSP), Socialistische Alternatieve Partij (SAP), PVDA in België, en Socialistisch Alternatief, Groep Internationale Socialisten (GIS), Grenzeloos in Nederland [10]. Zij zetten valstrikken en schetsen valse perspectieven om te beletten dat de dynamiek van de strijd zich versterkt en verdiept. En dat gebeurt niet toevallig. Dat komt omdat ze deel uitmaken, niet van het kamp van de arbeidersklasse, maar van het politieke apparaat van de bourgeoisie. “Het feit dat ze minder invloed hebben of dat ze een meer radicale taal aanslaan doet niets af aan het in wezen burgerlijke karakter van hun programma en hun aard, maar maakt ze tot nuttige ronselaars” voor de traditionele linkse partijen van het kapitaal [11]. Hun taak bestaat er dus in om met hun schijnbaar radicale taal de arbeidersstrijd gevangen te houden in de kapitalistische logica van winst, rentabiliteit en kostenbesparingen in het belang van het concurrentievermogen van de nationale economie.
De geschiedenis heeft bewezen dat, wanneer de arbeiders als één klasse optreden, zij in staat zijn tot zelfstandig te handelen, te debatteren, initiatieven te nemen en creativiteit te ontwikkelen en, in deze dynamiek, de aanvallen van de barbaarse bourgeoisie terug te dringen en de kommunistische maatschappij naderbij te brengen. In dit perspectief roepen de revolutionaire organisaties in hun interventie de arbeiders op de strijd zelf in handen te nemen door algemene vergaderingen en gekozen stakingscomités te organiseren. De voorbeelden van arbeidersstrijd van de afgelopen honderd jaar hebben er echter geen twijfel over laten bestaan hoe de arbeiders, in de ontwikkeling van hun strijd, iedere keer weer botsen op de manoeuvres van de vakbonden. Daarom moeten revolutionairen de arbeidersvijandige aard van deze organisaties permanent aan de kaak stellen. In ditzelfde kader is het ook onontbeerlijk de zgn. ‘radicaal linkse’ organisaties, die beweren de arbeidersstrijd te steunen maar haar dynamiek in werkelijkheid saboteren, te ontmaskeren en aan te klagen.
Zyart / 2023.04.08
[1] Zie bijvoorbeeld Internationaal pamflet van de IKS: Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Mexico, China...Overal dezelfde vraag: Hoe de strijd ontwikkelen? Hoe kunnen we de regeringen terugdringen? [13]
[2] Grenzeloos, Nederland verdient beter ‒ Nederland heeft stevige eisen en actie nodig om van Rutte en de werkgevers te winnen [22]
[3] LSP, Gerommel aan de top van het ABVV. Voor een strijdbare vakbond met democratie van onderuit [23]
[4] Enkele van de bekendste voorbeelden zijn de Confederacion Nacional de Trabajo (CNT) in Spanje, de Industrial Workers of the World (IWW) in de VS, de Eenheidsvakcentrale (EVC) in Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog, de Freie Arbeiter Union (FAU) in Duitsland na diezelfde oorlog.
[5] Socialistisch Alternatief, Strijdbaarheid neemt toe in Nederland [24]
[6] GIS, Nederland verdient een democratische en strijdbare vakbeweging [25]
[7] SAP, Geconfronteerd met toenemende onzekerheid en verslechterende werkomstandigheden: haal het geld daar waar het zit! [26]
[8] Verklaring van Hedebouw van de PVDA in: "Een warme samenleving bouw je op sterke openbare diensten"
[9] Socialistisch Alternatief, Strijdbaarheid neemt toe in Nederland [24]
[10] Uitgezonderd de PVDA zijn al deze groepen directe of indirecte nazaten van de Vierde Internationale, die in 1938 is opgericht door Trotski, en die in de Tweede Wereldoorlog is overgegaan naar het kamp van de bourgeoisie door deel te nemen aan de imperialistische oorlog tegen Nazi-Duitsland. Slechts enkelen hebben zich tegen dit verraad van de Vierde Internationale gekeerd, waaronder Nathalie Trotski.
[11] Platform van de IKS, 13. De contra-revolutionaire aard van de ‘arbeiders’-partijen [27].
"Zolang het kapitalisme bestaat, zal er arbeidersstrijd zijn. Dit was het geval in de opgaande fase van het kapitalisme. En ook in de periode van verval(vanaf ongeveer 1914, en dit gold zelfs tijdens de periode van de contrarevolutie. En zelfs aan het begin van de COVID-periode was er arbeidersstrijd, in Italië, in de VS, enz. [...] Dus vraag ik me af: zijn stakingen op zichzelf, hoe positief ook, een indicatie van een algemene heropleving van de arbeidersstrijd? Kunnen stakingen soms niet de uitdrukking zijn van wanhoop, van twijfel? [...] wat zijn de criteria om te bepalen dat een bepaalde arbeidersstrijd een echte vernieuwing van de arbeidersstrijd vertegenwoordigt, een strijd die perspectief biedt” (C)
Het punt dat de kameraad aansnijdt is cruciaal voor de interventie van revolutionairen in de klassenstrijd: hoe kan de betekenis van een strijd worden vastgesteld, hoe "een strijd die perspectief biedt" te identificeren? Er zijn geen absolute criteria om te bepalen of een bepaalde staking "een echte vernieuwing van de arbeidersstrijd" vertegenwoordigt. Men moet echter oppassen voor een empiristische beoordeling van een dergelijke beweging, want in veel gevallen kan de schijn misleidend zijn. Om de werkelijke betekenis van een strijd te begrijpen, moet de analyse verder gaan dan oppervlakkige eigenschappen uitgaan van een evaluatiekader dat rekening houdt met:
- Ten eerste de eigenschappen van de historische periode waarin de strijd plaatsvindt: uitbreiding of achteruitgang van het kapitalisme, zeker. Maar wat belangrijker is in het huidige verval van het kapitalisme: is het een periode die gekenmerkt wordt door een globale tendens naar contrarevolutie of integendeel, door het openen van een koers naar belangrijke klassenconfrontaties?
- Vervolgens de beoordeling van de krachtsverhouding tussen de bourgeoisie en het proletariaat in een bepaalde historische periode: wat is de dynamiek van de klassenstrijd op het niveau van haar uitbreiding, vereniging of politisering? Wat is de impact van de ideologische manoeuvres en obstakels die de bourgeoisie heeft opgeworpen?
Zo’n kader maakt het mogelijk de ontwikkeling van de subjectieve factor binnen de klasse in te schatten, het bewustzijnsniveau van het proletariaat in te schatten.
In de huidige periode van het verval van het kapitalisme is de algemene koers naar een nederlaag of, integendeel, naar een versterking van de proletarische beweging een cruciaal referentiepunt voor de beoordeling van de mogelijkheden van een bepaalde strijd, hoe radicaal die op het eerste gezicht ook moge lijken. Ze stelt ons in staat om, naast de eenvoudige strijdbaarheid of zelfs het aantal arbeiders in de strijd, rekening te houden met het niveau van bewustzijn in de werkende massa's,.
Enkele historische voorbeelden tonen dit aan. In mei-juni 1936 trok een enorme golf van stakingen en fabrieksbezettingen door Frankrijk: twee en een half miljoen arbeiders uit alle sectoren, particulier en openbaar, en uit alle bedrijfstakken en diensten, gingen de strijd aan, zodat Trotski op 9 juni 1936 schreef dat "de Franse revolutie is begonnen". In werkelijkheid begon het proletariaat zich te scharen achter de burgerlijke ideologie van het antifascisme. Een ideologie die zou leiden tot een nederlaag en oorlog. Deze beweging vond plaats in een algemene dynamiek die ongunstige was voor de strijd.
Na de nederlaag van de revolutie in Duitsland en van andere massale bewegingen in West-Europa, na de overwinning van het stalinisme in Rusland, zegevierde de contrarevolutie en had het klassenbewustzijn onder de proletariërs een verregaande achteruitgang ondergaan. Daarom veranderde de beweging van 1936, ondanks tijdelijke verworvenheden zoals loonsverhogingen, de veertigurige werkweek en betaalde vakanties, al snel in een nationalistische lofzang en steun voor de regering van het Volksfront. Dit, op haar beurt, zou leiden tot een mobilisatie van de arbeiders ter voorbereiding op de wereldoorlog.
Op 23 oktober 1956 organiseerden studenten en jonge arbeiders een demonstratie in Boedapest om hun solidariteit te betuigen met een arbeidersopstand die bloedig was neergeslagen in Poznan in Polen. Op de 25ste sloten arbeiders in alle industriële centra van Hongarije zich aan bij de protesten, gingen in staking en vormden spontaan arbeidersraden: een spectaculaire ontwikkeling die het begin van een proletarische revolutie leek in te luiden. Maar in de jaren 1950 en 1960 bleef het proletariaat, geatomiseerd door de Tweede Wereldoorlog, grotendeels gemobiliseerd achter de democratische dan wel achter de stalinistische heersende klasse. Dus kon de bourgeoisie na de eerste mobilisaties profiteren van de democratische illusies die het bewustzijn van de arbeiders ondermijnden. Zo kon zij de beweging controleren. Op de 27ste installeerde zij een "progressieve" regering onder leiding van Imre Nagy, die onmiddellijk een tegenoffensief inzette door de gehate veiligheidspolitie te ontmantelen, democratische hervormingen te beloven en op te roepen tot herstel van de orde. Al snel betuigden de arbeidersraden, badend in illusies, hun steun aan de regering-Nagy door te besluiten de stakingen te beëindigen en het werk te hervatten.
De historische omstandigheden waren radicaal veranderd toen in Frankrijk de stakingsbeweging van Mei ‘68 uitbrak. De voedingsbodem ervan werd gevormd door de eerste tekenen van de terugkeer van de historische crisis van het kapitalisme, en ze werd op gang gebracht door een nieuwe generatie arbeiders, die de verschrikkelijke gebeurtenissen van de contrarevolutie niet hadden meegemaakt. Deze context stelde het proletariaat in staat het dode gewicht van het stalinisme opzij te gooien en te proberen de banden met zijn vroegere ervaringen te vernieuwen, zich bewust te worden van de noden van strijd op historisch vlak. Hoewel het de grootste staking in de geschiedenis van de internationale arbeidersbeweging was, waarbij minstens 9 miljoen arbeiders betrokken waren, bagatelliseerden de media en de burgerlijke intellectuelen het belang ervan en legden zij de nadruk op de studentenopstand.
Het minder spectaculaire uiterlijk van de stakingsgolf verhulde in feite een gebeurtenis van het allergrootste belang, die het einde van de periode van contrarevolutie markeerde, de historische heropleving van de klassenstrijd op wereldschaal gedurende de volgende twee decennia inluidde, een bewustwording op gang bracht en in een breed milieu massale belangstelling wekte voor de geschriften van militanten van de revolutionaire arbeidersbeweging.
Met de talrijke momenten van strijd in het kielzog van de beweging van Mei ’68, een strijd die de weg opende voor een dynamiek naar beslissende klassenconfrontaties en een bewustwording, was de krachtsverhouding aanvankelijk in het voordeel van het proletariaat. Dit werd benadrukt toen de arbeiders in Polen de kwestie van de openlijke politisering van de strijd, die een confrontatie met de burgerlijke staat inhield, aan de orde stelden.
De arbeidersklasse, met name in de kernlanden van het kapitalisme, is er in de jaren 1980 echter niet in geslaagd de koe bij de horens te vatten door zijn klassenbewustzijn te verdiepen. Ondanks talrijke momenten van strijd heeft zij het vakbondskader niet kunnen overstijgen en haar strijd weten te verheffen tot een open confrontatie van klasse tegen klasse. Hierdoor verloor de arbeidersklasse haar voordeel in de krachtsverhouding met de bourgeoisie, terwijl zij via haar strijdbaarheid niettemin verhinderde dat de bourgeoisie haar oplossing voor de crisis, een wereldoorlog, kon opleggen.
Deze tegenstrijdige situatie leidde uiteindelijk tot een patstelling, aangezien noch de bourgeoisie noch het proletariaat erin slaagde hun perspectief op te leggen.
Na het uiteenvallen van het Oostblok leidden de ideologische campagne over de ‘dood van het communisme’ en de ‘definitieve overwinning van de democratie’, evenals het begin van de fase van ontbinding met een versnelde verrotting van de maatschappij tot een eb van de klassenstrijd, waardoor klassenbewustzijn afnam, een machtsevenwicht ontstond dat ongunstig werd voor het proletariaat: "de ontbinding van het kapitalisme heeft de essentiële dimensies van de klassenstrijd diepgaand aangetast: collectieve actie, solidariteit, de behoefte aan organisatie, de verhoudingen die aan alle leven in de maatschappij ten grondslag liggen en die steeds meer afbrokkelen, het vertrouwen in de toekomst en in de eigen krachten, het bewustzijn, de helderheid, de samenhang en de eenheid van het denken, de liefde voor theorie." [1]
De tendens bestond om de omvang van deze eb te onderschatten en te vroeg, zoals in 2003, het einde van de achteruitgang van de arbeidersstrijd te voorspellen, aangezien de proletarische bewegingen in de jaren 1990 eerst werden afgeremd door een toenemende greep van de vakbonden en meer in het algemeen bedreigd door de schadelijke effecten van de druk van het individualisme en het ieder voor zich. Ook werden de bewegingen afgeremd door de ‘oplossing’ van de klasse in interklassistische en volksopstanden, zoals in de ‘Arabische Lente’ van 2010-‘11 of gedurende de ‘gele hesjes-beweging’ van 2018-‘19.
Er waren in die jaren wel demonstraties van proletarisch verzet ontstaan tegen de druk van de ontbinding, zoals de anti-CPE-beweging in 2006 in Frankrijk of de Indignados-beweging in Spanje (2011), maar die konden het einde van de verregaande achteruitgang niet inluiden, omdat ze niet krachtig en vooral bewust genoeg waren om op een klassenterrein een alternatief op te leggen voor de gevolgen van de ontbinding.
In tegenstelling tot voorgaande decennia vormt de huidige golf van strijd, die in het Verenigd Koninkrijk begon, een belangrijke breuk met de voorgaande dertig jaar. Afgezien van de onmiddellijke uitingen, benadrukt de context waarin deze strijd zich ontwikkelt zijn diepere betekenis:
zijn de arbeiders tot de conclusie gekomen dat "genoeg is genoeg" en dat de enige manier om hier een einde aan te maken is zich te mobiliseren op klassebasis om hun levens- en arbeidsomstandigheden te verdedigen. In feite kan de uitbreiding van deze golf alleen worden begrepen als zoals een verandering van de ‘mentaliteit’ van de massa’s, het resultaat van een lang proces van ondergrondse rijping binnen de klasse, van desillusies en afkeer van de belangrijkste thema’s van de burgerlijke ideologie.
Vooral van belang is dat de Britse arbeidersklasse zich in de voorhoede van deze breuk bevindt:
Net als mei '68 (maar in een andere context) wijst de huidige internationale beweging de huidige internationale beweging op een tendens om een diepgaande reflectie op gang te brengen en geleidelijk de referentiepunten te vinden die uiteindelijk zullen leiden tot de terugkeer van de eigen klassenidentiteit. Zij geeft uitdrukking aan een breuk met een lange periode van eb en vloed, gekenmerkt door desoriëntatie, door een vermindering van het klassenbewustzijn en door arbeidersstrijden die vaak volledig van elkaar geïsoleerd is. Ondanks hun zwakheden onderstreept juist de gelijktijdigheid van de huidige gevechten (in het grootste deel van West-Europa, maar ook in Korea of de VS) eens te meer de realiteit dat een strijd, wil ze slagen, zich moet ontwikkelen tot een ongedeelde en verenigde beweging in de hele klasse. De huidige strijdgolf toont niet alleen een ontwikkeling van de strijdbaarheid, maar ook een terugkeer van het vertrouwen van de arbeiders in hun eigen kracht als klasse en een diepgaande bezinning (ook al staan we nog maar aan het begin van dit moeilijke proces).
Aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis van de arbeidersbeweging hebben we willen laten zien:
- het belang voor revolutionairen om de context van de arbeidersstrijd nauwkeurig te analyseren om het bewustzijnsniveau van de klasse te kunnen inschatten;
- dat een oppervlakkige blik op stakingen misleidend kan zijn en kan leiden tot een verkeerde beoordeling en uiteindelijk tot een verkeerde oriëntatie voor het optreden van revolutionaire organisaties.
Zoals Lenin schreef: "‘Onze leer is geen dogma, maar een leidraad voor actie’ – een stelling die door Marx en Engels voortdurend werd benadrukt. Zij spotten terecht met het uit het hoofd leren en eenvoudig herhalen van ‘formules’ die in het beste geval alleen geschikt zijn de algemene taken te schetsen, die onvermijdelijk worden gewijzigd door de concrete economische en politieke situatie in elke specifieke fase van het historisch proces.”
Dennis / 24.02.2023
[1] “How can the proletariat overthrow capitalism? [30]”, International Review no. 168 (2022
"Een steeds gewelddadiger mobilisatie" (The Times), "Een brand die fascineert en vernietigt" (El pais), "Brand voor het stadhuis van Bordeaux" (Der Spiegel)...
De botsingen tussen ‘zwarte blokken’ en de politie tijdens de demonstraties tegen de pensioenhervorming haalden de koppen in vele kranten in Europa en elders. Ook de buitenlandse media toonden beelden van uitgebrande vuilnisbakken, gebroken ruiten, projectielen of granaten, waarmee vakkundig een echte Apocalyps werd geënsceneerd. Terwijl de beweging tegen de pensioenen in Frankrijk tot nu toe werd verzwegen, zijn de buitenlandse media plotseling uit hun winterslaap ontwaakt om de gebeurtenissen in de straten van alle Franse steden, die sinds half januari plaatsvonden, volledig te verdraaien.
De sociale beweging reduceren tot destructieve rellen, die in feite zeer klein en marginaal zijn, is altijd de oefening geweest die de media graag doen om de strijd in diskrediet te brengen. De echo van de strijd tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in de arbeidersklasse in Italië, het Verenigd Koninkrijk of Duitsland heeft de ijver van de bourgeoisie alleen maar versterkt om grove leugens te verkondigen.
Verre van de enkele samenkomsten van ‘brandstichters’ (van vuilnisbakken), zijn miljoenen mensen, week na week, in levendige demonstraties, vastbesloten om te vechten en deze aanval af te slaan. De activering door de regering op 16 maart van artikel 49.3 van de grondwet, waardoor de wet zonder stemming van de parlementsleden kon worden aangenomen, enkele dagen later gevolgd door een minachtende interventie van Macron die de betogers vergeleek met ‘onruststokers’, zoals de haatdragende en luidruchtige troepen van Trump of Bolsonaro, hebben de woede en de wil om de regering te doen terugplooien nog versterkt.
Op de negende dag van de mobilisatie, op 23 maart, hadden zich tussen de 2 en 3 miljoen mensen verzameld. Arbeiders, gepensioneerden, werklozen, middelbare scholieren en universiteitsstudenten... Iedereen was op straat om de nog altijd onveranderde weigering uit te schreeuwen om zich tot 64 jaar te laten uitbuiten. De lukrake gewelddaden van een paar honderd ‘zwarte blokken’, die op het nieuws werden uitgezonden en internationaal werden doorgeseind, hebben absoluut niets te maken met de aard van deze beweging.
Deze steriele en nutteloze daden dienen juist als voorwendsel voor de CRS, BRAV-M en andere ‘orde’-troepen van de uitbuiters om onderdrukking en terreur toe te passen. Dit alles wordt gedaan om de arbeiders ervan te weerhouden zich bij de demonstraties aan te sluiten en om bijeenkomsten en discussies te verhinderen.
De strategie van verrotting door geweld, bewust georkestreerd door de regering, heeft vooralsnog niets opgeleverd. Op de twee volgende mobilisatiedagen, op 28 maart en 6 april, waren dezelfde massaliteit en vastberadenheid nog steeds aanwezig. Het politiegeweld dat op de demonstranten werd losgelaten was voor delen van de wereldbourgeoisie zelfs aanleiding om via de Raad van Europa of de VN Macron en zijn regering te waarschuwen voor het “buitensporig gebruik van geweld”, omdat de dood van één demonstrant een meeslepende impact zou kunnen hebben op het hele proletariaat in West-Europa.
Dus ondanks de provocaties, de vele valstrikken van de regering, de vakbonden en alle andere krachten van de bourgeoisie, gaat de strijd in Frankrijk door! De massaliteit, de strijdbaarheid en de solidariteit blijven intact. Dit is niet zonder zorgen voor delen van de Franse bourgeoisie die, geconfronteerd met het isolement en onvermurwbare houding van Macron en zijn regering, resoluut een uitweg zoeken. [1]
De omvang van deze beweging is zo groot dat ze arbeiders in verschillende landen inspireert. In Italië vragen ze zich af waarom “niemand een vinger heeft uitgestoken” toen de pensioenleeftijd in 2011 werd verhoogd tot 67 jaar? Waarom hebben we niet geweigerd om nog meer uitgebuit te worden, zoals de arbeiders in Frankrijk vandaag doen? Stakende transportarbeiders in Duitsland hebben openlijk beweerd geïnspireerd te zijn door de beweging in Frankrijk. Hetzelfde gold voor het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië, ook met betrekking tot de pensioenen. De strijd tegen de pensioenhervorming is dus geen specifiek gegeven van de ‘weerspannige Gallier’, maar is een actief deel in de ontwikkeling van de strijdbaarheid en de overdenking van de arbeidersklasse op internationaal niveau.
Waarom? Omdat de hele arbeidersklasse in de wereld getroffen wordt door inflatie, aanvallen van de regering, de verslechtering van de levensomstandigheden, de intensivering van de uitbuiting op de werkplek.
Daarom zijn het “enough is enough” dat in het Verenigd Koninkrijk maandenlang door de arbeiders in vele sectoren werd geroepen, het “ça suffit!” van de demonstranten in Frankrijk, de reactie van arbeiders in Griekenland na een spoorwegongeluk... [2] allemaal onderdeel van dezelfde internationale beweging van woede en ontevredenheid: Spanje, Duitsland, Griekenland, Zuid-Korea, Mexico, China, Italië... overal stakingen en demonstraties, overal dezelfde strijd om zich te verdedigen tegen de ergste gevolgen van de crisis van het kapitalisme.
Zoals de internationale echo van de strijd in Frankrijk laat zien, ontstaat er geleidelijk een embryo van banden tussen arbeiders dat de grenzen overschrijdt. Deze reflexen van solidariteit zijn precies het tegenovergestelde van de kapitalistische wereld die verdeeld is in concurrerende naties en voortdurend de cultus van het vaderland prijst! Integendeel, zij herinneren aan de roep van de arbeidersklasse sinds 1848, die van het Kommunistisch Manifest van Marx en Engels: “Proletariërs hebben geen vaderland! Proletariërs van alle landen, verenigt u!”
De huidige strijd is dus de gunstigste voedingsbodem voor het besef dat “wij allen in dezelfde wagon zitten”, zoals de demonstranten in Griekenland onlangs beweerden. Ook al is het nog een zeer broos en verward proces, al deze strijd laat ons beetje bij beetje beseffen dat het mogelijk is om als een verenigde en collectieve kracht, als klasse, als wereldarbeidersklasse te strijden!
Hoewel strijdbaarheid en massaliteit alleen de bourgeoisie niet hebben kunnen doen terugkrabbelen, is het loutere gegeven dat men de collectieve strijd heeft ervaren, de impasses heeft kunnen meten, de door de bourgeoisie opgezette valstrikken onder ogen heeft gezien en erover heeft kunnen nadenken om er lering uit te trekken, al een overwinning en een extra stap voor toekomstige strijd: “Van tijd tot tijd zegevieren de arbeiders, maar slechts voorbijgaand. Het eigenlijk resultaat van hun gevechten is niet het directe succes, maar de altijd verder om zich grijpende vereniging van
de arbeiders” [3].
Elke week worden in de marsen leuzen geroepen als “Als je ons op 64 zet, zetten we je terug op Mei 68”, “Maart 2023 is de nieuwe Mei 68”. Ook de strijd tegen de CPE in 2006 staat op ieders netvlies. [4] Deze ervaringen uit de geschiedenis van de arbeidersklasse zijn zeer waardevol voor de ontwikkeling van de strijd. Ze vormen een kompas waarmee de klasse de weg van uitbreiding en eenheid van de strijd kan vinden.
In 1968 dwong het proletariaat in Frankrijk de regering en de vakbonden overeenstemming te bereiken over hogere lonen door massale stakingen en het propageren van algemene vergaderingen in fabrieken en andere werkplaatsen.
In 1969 en 1972 waren de mijnwerkers in het Verenigd Koninkrijk er eveneens in geslaagd een voor de arbeidersklasse gunstig krachtsverhouding te creëren door de corporatistische logica te doorbreken via de uitbreiding van de strijd: bij tientallen en honderden waren ze naar de havens, staalfabrieken, kolenopslagplaatsen en elektriciteitscentrales gegaan om die te blokkeren en de arbeiders daar ervan te overtuigen zich bij hen aan te sluiten in de strijd. Deze methode, die bekend werd als "vliegende piketten", gaf uitdrukking aan de collectieve kracht, solidariteit en eenheid van de arbeidersklasse.
In 1980 schudde de arbeidersklasse in Polen de bourgeoisie in alle landen wakker door bijeen te komen in reusachtige algemene vergaderingen (MKS), besluiten te nemen over eisen en strijdacties, met de voortdurende zorg om de strijd uit te breiden.
In 2006 waren het de door de studenten georganiseerde algemene vergaderingen die openstonden voor iedereen (arbeiders, werklozen, gepensioneerden...) die de longen waren van een strijd die de regering Chirac, toen deze geconfronteerd werd met de dynamische uitbreiding, dwong het Eerste Arbeidscontract (CPE) in te trekken.
Al deze bewegingen tonen aan dat de arbeidersklasse de aanvallen kan afslaan en de heersende klasse kan doen terugwijken, zodra zij werkelijk in staat is haar strijd ter hand te nemen om deze uit te breiden en te verenigen op basis van gemeenschappelijke eisen en actiemiddelen.
De blokkade van informatie van de massaliteit van de strijd in Frankrijk door de media heeft, net als de nadrukkelijke demonisering van het geweld van minderheden door diezelfde media, juist tot doel te voorkomen dat het proletariaat zich opnieuw met dit verleden verbindt en zich bewust wordt van zijn krachten. Daarom moet vandaag de ontwikkeling van echte plaatsen van discussie, zoals soevereine algemene vergaderingen die voor iedereen openstaan, verdedigd worden als actiemiddel, als het middel bij uitstek om na te denken over de ontwikkeling en de vereniging van de strijd. Het zich opnieuw toe-eigenen van de lessen van de voorbije strijd is een fundamentele mijlpaal in dit proces en, meer in het algemeen, in het herstel van het bewustzijn te behoren tot één en dezelfde klasse die de kracht in zich draagt om de kapitalistische orde omver te werpen.
Vincent / 07.04.2023.
[4] Hoewel ze niet dezelfde betekenis hebben, noch dezelfde historische draagwijdte als Mei 68.
Na een mediapiek in het begin van het afgelopen najaar is het thema “belasting op superwinsten” in de toespraken van vele politici, in de pers en zelfs in de mond van media-economen geslopen.
De onfatsoenlijke stijging van de winsten is een realiteit. De dividenden van de CAC-40 aandeelhouders in Frankrijk, de winsten van TotalEnergies, LVMH, Engie, ArcelorMittal, die van de grote energiedistributeurs in Duitsland, Italië of Groot-Brittannië, zoals Shell, BP, British Gas... ze vestigen allemaal records. Zo heeft TotalEnergies zijn nettowinst in het tweede kwartaal van 2022 verdubbeld. In het Verenigd Koninkrijk heeft de Shell Groep een winst van 40 miljard dollar gemaakt. De Duitse top-100 bedrijven melden een recordomzet van 1.800 miljard euro ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De wereldwijde transportgigant CMA CGM heeft zijn inkomsten voor het eerste kwartaal van 2022 zien stijgen met 7,2 miljard dollar, een stijging van bijna 243%!
Deze situatie, die de sociale verschillen en ongelijkheden accentueert, gaat gepaard met een walgelijke demonstratie van bepaalde inkomens terwijl de lonen van de arbeiders stagneren, zo niet achteruitgaan. Onzekerheid is de norm geworden en de inflatie stort een groeiende massa arbeiders in armoede[1].
Tegenover deze voortdurend verslechterende situatie wordt de “belasting op superwinsten” voorgesteld als een mogelijke oplossing of als een van de middelen om de crisis het hoofd te bieden. De Bundestag en andere parlementen in Europa hebben zich laten verleiden tot het plannen van een dergelijke belasting, voornamelijk op winsten in de energiesector. In zijn toespraken noemde president Macron, die elke verwijzing naar het lexicon van links liever uitbant, bijvoorbeeld de mogelijkheid om de “overwinsten” van de grote energiebedrijven te belasten. Het doel was waarschijnlijk om het gedwongen gebruik van hun auto's minder ondraaglijk te maken voor arbeiders, vooral de meest precaire, en om ideologisch te reageren op wat als een echte onrechtvaardigheid wordt ervaren: “de rijken doen zich tegoed terwijl wij steeds meer moeite hebben om te tanken”. Dergelijke propaganda, uit de mond van andere Europese leiders van dezelfde slag, midden in een economische crisis en in een context van sterke inflatiedruk, is bovendien een teken van de bezorgdheid van de bourgeoisie over een steeds meer gespannen sociale situatie.
Geconfronteerd met toenemende ellende begonnen proletariërs in hun strijd in Groot-Brittannië, Frankrijk en vele andere landen van de wereld te roepen: “enough is enough”of “maintenant, ça suffit!”[nu is het genoeg!]. Door de opleving van de strijd in de wereld is de bourgeoisie gedwongen een paar kruimels te geven. Maar wat zij met de ene hand geeft, neemt zij onmiddellijk en onvermijdelijk met de andere hand weer terug.
Naast deze zorgen schuilt het gevaar voor de arbeidersklasse in een schijnbaar radicalere misleiding door links, de vakbonden en vooral door ultralinks, zoals met name in Frankrijk het geval is met de Trotskisten.
Eind augustus organiseerde LFI-NUPES [2] al een petitie onder de titel: “Laten we de superwinsten belasten”! De afgevaardigden van LFI, van Manuel Bompart tot François Ruffin, benadrukten in veel van hun toespraken de noodzaak van belastingen als antwoord op de maatschappelijke crisis. Maar ditzelfde idee was nog maar enkele jaren geleden de bijna exclusieve ideologische niche van de linkse partijen. Zoals die van de LO [3], wier demagogische leuze vaak neerkwam op “de rijken laten betalen”, een soort variant op de stalinistische redevoeringen uit het verleden, die zich voorstelden als de “vijanden van de trusts”, en daarbij ‘en passant’ de oude mythe van de “200 families” gebruikten[4]. Dit oude idee van “nemen van de rijken” werd ook uitgedragen door andere propagandisten, zoals die van Attac, die nog steeds pleiten voor de toepassing van de Tobin Tax [5].
In werkelijkheid heeft de leuze “laten we de winsten belasten” altijd uitdrukking gegeven aan de wil om het kapitalisme te zuiveren, om het historische bankroet van het systeem en de oorzaken van zijn crisis voor de uitgebuitenen te verbergen. Wat het linkse idee van “onteigening” verbergt, door de aandacht te richten op de “profiteurs” die zo de rol van bliksemafleider spelen (zoals tijdens de crisis van 2008 die aan de bankiers werd toegeschreven), is ons te doen geloven dat de wortels van de wereldcrisis voortkomen uit de “excessen” van de grote bedrijven, uit het egoïstische gedrag van de “hebzuchtige” managers en aandeelhouders of zelfs van de gewone bazen. Kortom, ondanks de tegenspraken van het kapitalisme zou het mogelijk zijn “de last voor de arbeiders te verlichten” door een “eerlijke herverdeling van de rijkdom”.
Maar vandaag volstaan deze oude zegswijzen van extreem links, die opnieuw gebruikt worden als antwoord op de overdenking onder meer bewuste en strijdvaardige arbeidersminderheden, niet meer. Terwijl klassiek links vasthoudt aan zijn ideologie van “herverdeling” en “regulering”door de staat, ziet ultralinks zichzelf nu verplicht om te spreken over de “noodzaak het systeem omver te werpen”. Door LO wordt deze belastingheffing nu een “misleiding” genoemd [6]. Ook een groep als Révolution Permanente, een afsplitsing van de NPA [7], bekritiseert deze leuze die “ons niet toestaat het kapitalistische privé-eigendom aan te vallen”[8]. Zonder de oude ‘reformistische’ gemeenplaatsen zoals “indexering van de lonen aan de inflatie [...] om onze klasse te verenigen” los te laten, bewijst deze nieuwe linkse ‘winkel’ dat ze de loonuitbuiting niet in vraag willen stellen.
Onder het mom van “onteigeningen”, die het mogelijk zouden maken een zogenaamde “arbeidersstaat” op te bouwen, gaat achter het schijnbare radicalisme van hun zegswijzen gaat een ferme verdediging schuil van het staatskapitalisme. De linkse organisaties distantiëren zich in het geheel niet van de opvattingen van klassiek links, die erin bestaan de illusie in stand te houden van de mogelijkheid om een staat “boven de klassen” te vormen, die in staat is “de economie te regelen in dienst van de arbeiders”. Bijgevolg zullen links en extreem links, verre van in dienst te staan van de ontvoogding van de arbeiders, altijd in het kamp van de bourgeoisie blijven, in dienst van de instandhouding van het kapitalisme.
De kapitalistische wereld zakt onverbiddelijk weg in een steeds scherper wordende economische oorlog, tegen een achtergrond van enorme schulden. Alle ondernemingen en alle naties strijden tegen elkaar om hun concurrentievermogen te behouden in het licht van de felle concurrentie. Om in deze jungle te overleven zijn er geen gemakkelijke uitwegen: je moet zoveel mogelijk kapitaal vergaren door werkers uit te persen om de productiekosten te verlagen. In tegenstelling tot hardnekkige mythes, zoals die van de ‘dertig glorieuze jaren’, heeft het kapitalisme nooit een “rechtvaardige herverdeling van de rijkdom” bewerkstelligd en zal het dat ook nooit kunnen, want dat zou betekenen dat het zichzelf te gronde richt. Met de algemene crisis van het systeem is het zelfs niet denkbaar om ook maar de geringste hervorming ten gunste van de arbeiders toe te staan. Het enige perspectief dat het kapitalisme het proletariaat kan bieden is een permanente verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden van de arbeiders.
Dit is wat de propaganda over de “winstbelasting” probeert te verbergen! Hoe geraffineerd het ook klinkt in de mond van ‘linkse’ economen, de enige functie van deze leugen is om de arbeiders te hersenspoelen met illusies over een ‘uitweg uit de crisis’.
Het kapitalisme heeft geen menslievende roeping, het bestaat in overeenstemming met zijn aard: kapitaal accumuleren en winst maken uit het zweet van de arbeiders.
Het idee dat in het verleden door ultralinks, vooral door Trotskisten, is ingehamerd om ‘de rijken te belasten’ om ‘slapend geld’ te investeren en te doen alsof ze investeren in scholen, gezondheidszorg, enz. voor een betere wereld onder leiding van een staat die democratisch gecontroleerd wordt door de arbeiders, is een pure leugen. In tegenstelling tot wat zij ons willen doen geloven, kan het kapitalisme zijn onoplosbare tegenspraken, die een crisis van permanente overproductie en afschuwelijke schulden veroorzaken, op geen enkele manier overwinnen. Het gefantaseerde ‘model’ van ‘herverdeling’, of dat van de staatscontrole, dat bedrieglijk gelijk gesteld wordt met het ‘kommunisme’, blijft in werkelijkheid een soort stalinistisch staatskapitalisme! Een ‘model’ van kapitalistisch beheer waar alle extreem-linkse politici nog steeds heimwee naar hebben.
In tegenstelling tot het geloof in de mogelijkheid om een meer ‘sociale’ staat te scheppen, vertegenwoordigt de staat in werkelijkheid de speerpunt van de bourgeoisie. De bourgeoisie schildert staten graag af als ondergeschikt aan de grote multinationale bedrijven. Maar het machtsevenwicht tussen de ‘privé’ bourgeoisie en de staat is precies het tegenovergestelde: zonder de strakke staatscontrole op productie en handel op alle niveaus, zonder het verfijnde regelgevingapparaat (met belastingvoordelen), zonder het leger van ambtenaren om de arbeiders op te leiden of te verzorgen, zonder de imperialistische invloed van de staten, zouden de bedrijven, klein of gerund door miljardairs, niets zijn. Je hoeft alleen maar te zien hoe een megalomaan als Elon Musk volledig afhankelijk is van de orders en goodwill van de Amerikaanse staat om hiervan overtuigd te raken.
De burgerlijke staat is geen neutrale plaats van macht die moet worden veroverd, het is het belangrijkste instrument van uitbuiting en overheersing van de bourgeoisie over de maatschappij. Als zodanig is het de belangrijkste klassenvijand die verslagen moet worden.
De mythe van de ‘beschermende’ staat is zeer taai. Als speerpunt van alle aanvallen worden in zijn naam de ‘hervormingen’ doorgevoerd die onze levensomstandigheden verslechteren. In werkelijkheid is de enige functie van de staat het garanderen van de orde die een optimale uitbuiting van de arbeidskracht mogelijk maakt: elk idee van ‘regulering’, ‘herverdeling’ of ‘controle door de arbeiders’ is slechts illusie.
De proletariërs hebben geen keus: zij moeten een zo eensgezind en breed mogelijke strijd voeren. Daartoe moeten zij allereerst doof blijven voor het lawaai van de media, maar ook en vooral voor die van valse vrienden zoals links en de vakbonden die beweren dat het mogelijk is de staat te hervormen of te controleren ten gunste van de arbeiders. De gevaarlijkste vijanden zijn zij die achter het masker van rechtvaardigheid, of soms zelfs revolutie, optreden als de laatste bastions van de burgerlijke staat.
WH / 17.03.2023
[1] Deze recordwinsten zijn echter geen tekenen van een gezonde economie. Ze zijn hoofdzakelijk te verklaren door de stijgende prijs van koolwaterstoffen, speculatie en de daling van de productiekosten, met name door de intensivering van de uitbuiting van arbeidskrachten en de lage lonen die voor alle proletariërs worden gehandhaafd.
[2] La France Insoumise-Nouvelle Union Populaire Écologique et Sociale
[3] Lutte Ouvrière
[4] Deze mythe ontstond aan het einde van het Tweede Keizerrijk, en impliceerde dat de politieke macht in Frankrijk en de macht over het geld, via het banksysteem en het krediet, in handen waren van enkele extreem rijke ‘200 families’.
[5] De Amerikaanse econoom James Tobin stelde in 1972 voor valutatransacties te belasten met een heffing tussen 0,05% en 1%.
[6] "Belasting op superwinsten: een misleiding". Lutte Ouvrière nr. 2822 (2022).
[7] Nouveau Parti Anticapitaliste
[8] “‘Belasting op superwinsten’ of hoe het kapitalistische privébezit niet aan te vallen”; Révolution Permanente (november 2022).
Geconfronteerd met de vastberadenheid van de arbeiders in Frankrijk, vermenigvuldigt de bourgeoisie de valstrikken en valkuilen: schaamteloze provocaties van de regering, valse hoop op een ‘institutioneel resultaat’ of een ‘sociale dialoog’... zowel van links als van rechts doet de bourgeoisie er alles aan om de strijd in een impasse te brengen. De laatste weken is het vooral het ongegeneerde geweld van de politie dat door de media wordt gebruikt en de ronde doet.
Politiegeweld en provocaties zijn klassieke vormen om de orde te handhaven. Na tevergeefs gewed te hebben op uitputting door het herhaaldelijk verlies van een dag loon, spelen Macron en zijn regering nu de kaart van het gebruiken van het blinde en steriele geweld van de ‘zwarte blokken’. Hierdoor kunnen ze bewust een enorme onderneming van politieprovocaties en repressie op alle demonstranten en stakende arbeiders in gang zetten
Zo werd alles in het werk gesteld om de demonstraties van 28 maart in Frankrijk te laten uitmonden in een gewelddadige en massale confrontatie met de politie. Eerst waren er de verbale provocaties van Macron tegen de ‘onruststokers’, waarbij de demonstranten werden voorgesteld als een horde misdadigers. Vervolgens waren er de zeer schokkende beelden en opnames die de sociale netwerken overspoelden waarin agenten demonstranten, vooral de jongsten, aanvallen, intimideren en vernederen. En tenslotte de kinderen die, nadat de prefectuur de hulpdiensten had belet in te grijpen, zich in Sainte-Soline tussen leven en dood bevonden, gewond door oorlogswapens. Deze provocaties waren ondraaglijk en het risico was groot dat de gevoelens jegens de politie niet zouden ophouden bij de leuzen: “Iedereen haat de politie!”, maar zouden uitmonden in chaotische straatgevechten en brandende barricades.
Op 28 maart waren de demonstraties echter rustig, met een woede-uitbarsting tijdens de betogingen, maar met incidentele en marginale schermutselingen waarbij enkele tientallen mensen betrokken waren. Hetzelfde gebeurde, maar dan nog rustiger, op 6 april. De arbeidersklasse is niet in de val gelopen!
Want het was inderdaad een valstrik: de bourgeoisie deed er alles aan om de woede van degenen die zich mobiliseren in sociale bewegingen te verergeren, door haar agenten straffeloos te laten optreden en dit kenbaar te maken: geen sancties, geen schorsing, een cynische en arrogante minister van Binnenlandse Zaken, wiens arrogantie weinig onderdeed voor die van het Élysée! Vanaf dat moment was de boodschap duidelijk: de volgende keer is het erger, de volgende keer is het oorlog en zijn jullie gewaarschuwd!
De demonstranten hadden massaal bang kunnen worden, de ouders hadden hun middelbare schoolkinderen of studenten kunnen tegenhouden en de bourgeoisie zou hebben gelachen om een mobilisatie ‘op zijn retour’. Een deel van de demonstranten had zich ook kunnen laten meeslepen in een rechtstreekse confrontatie met de politie, dan had de bourgeoisie een geweldige kans gehad om te zeggen dat elke sociale beweging altijd eindigt in vernietiging en chaos en dat alleen de staat en zijn politie ‘veiligheid en vrede’ kunnen garanderen.
De bourgeoisie is echter niet tevreden met het uitoefenen van terreur en het aansturen op steriele confrontaties, zij heeft een zeer effectief en gevaarlijk wapen in handen via haar ‘democratische’ ideologie en de vakbonden. Deze laatste presenteren zich namelijk als verantwoordelijken, als de garanten van vreedzame demonstraties en effectieve strijd. In werkelijkheid werken zij niet alleen op klassieke wijze samen met de prefectuur en de politie om de betogingen voor te bereiden, maar zorgen zij ook zelf voor de ordehandhaving, organiseren zij de demonstraties op een manier om ze te verdelen, op te delen per sector, beroep, categorie, ieder achter zijn vaandel, ingekaderd door zijn vakbond en zijn geluidsinstallatie om discussies te voorkomen en alle andere initiatieven dan de door hen georganiseerde de kop in te drukken. De andere kant van deze medaille wordt geleverd door de linkse partijen en de bourgeois media die proberen nog meer ideologisch gif in de hoofden van de arbeiders toedient - met als doel ons te laten denken dat de vakbonden de arbeiders echt verdedigen, maar ook dat er een ‘politiemacht ten dienste van het volk’ zou kunnen zijn die onberispelijk handelt en met respect voor de rechtsstaat. Dit zijn leugens! De vakbonden zijn, net als de politie, organen van de staat. Zij staan fundamenteel in dienst daarvan, dat wil zeggen als speerpunt van de verdediging van de burgerlijke orde en uitbuiting.
De klassenstrijd heeft niets te maken met het blinde en minderheidsgeweld dat momenteel tot uiting komt in de weinige confrontaties met de repressiekrachten, en past ook niet in de illusies van een ‘menselijker’ en zogenaamd ‘democratischer’ kapitalisme.
De kracht van de arbeidersklasse ligt in haar collectieve en massale strijd, het terrein waarop haar bewustzijn een revolutionaire klasse te zijn kan worden versterkt, in staat om een echte krachtsverhouding met de heersende klasse op te leggen, niet om vuilnisbakken in brand te steken of op straat achter een peloton van de CRS aan te gaan. De bourgeoisie weet dit en probeert met alle middelen dit proces te verhinderen door reacties van blinde woede uit te lokken die als uitlaatklep dienen en die ze weten te kanaliseren.
GD / 04.04.2023
De stakingen die afgelopen juni in Groot-Brittannië uitbraken, na tientallen jaren van aanvallen en passiviteit, hebben een duidelijke verandering betekend in de mentaliteit van de arbeidersklasse: "Enough is enough!". De massale demonstraties tegen de pensioenhervorming in Frankrijk en de veelheid van stakingen en demonstraties over de hele wereld bevestigen de realiteit van een echte breuk: de proletariërs weigeren nieuwe aanvallen zonder meer te ondergaan! Tegenover inflatie, ontslagen, ‘hervormingen’, onzekerheid, minachting, de voortdurende verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden recht het proletariaat haar rug!
In Frankrijk, in de overtuiging de beweging snel te kunnen begraven, stuit de bourgeoisie op een enorme mobilisatie, een diepe en blijvende woede.
In Spanje vinden massale manifestaties plaats tegen de ineenstorting van de gezondheidszorg en de verslechtering van de arbeidsomstandigheden, met strijd en stakingen in verschillende sectoren.
In Duitsland eisen arbeiders in de publieke sector en bij de post loonsverhogingen. De transportsector is verlamd door een megastreik en de situatie wordt steeds grimmiger in het licht van de lopende onderhandelingen tussen de ondernemers en de vakbond IG Mettal, die een toenemende woede inkadert
In Griekenland heeft de arbeidersklasse op explosieve wijze haar verontwaardiging geuit na een spoorwegongeluk dat aan 57 mensen het leven heeft gekost en dat het gebrek aan middelen, aan personeel en het cynisme van de bourgeoisie aan het licht heeft gebracht, die een zondebok de schuld wilde geven om zich vrij te pleiten van een politiek van massale en moorddadige bezuinigingen.
In Denemarken braken stakingen en demonstraties uit tegen de afschaffing van een feestdag om de verhoging van het militaire budget voor de oorlogsinspanningen in Oekraïne te financieren.
Aangezien deze sociale conflicten zo wijdverbreid zijn en op alle continenten voorkomen, had een veel langere lijst kunnen worden opgesteld.
Geleidelijk aan lijkt de kloof tussen uitbuiters en uitgebuitenen weer te zien, waarvan de bourgeoisie had beweerd dat ze achterhaald was, ook al is het beeld zeer verward en pril. De dieper wordende economische crisis, in een steeds meer gefragmenteerde wereld, veroorzaakt inderdaad een steeds wredere uitbuiting van de arbeidskracht en vervolgens reacties van strijd die tot solidariteit en bezinning aanzetten. Geconfronteerd met arbeidsomstandigheden waarvan de flagrante onrechtvaardigheden simpelweg ondraaglijk worden, beginnen proletariërs, of ze nu in de publieke of private sector werken, in blauwe of witte jassen, achter een kassa of een bureau, in de fabriek of werkloos, zich te herkennen als slachtoffers van hetzelfde systeem en als actoren van een gemeenschappelijk lot door middel van strijd. Kortom, de proletariërs zetten, zonder zich daar echt van bewust te zijn, hun eerste stappen op weg naar de erkenning van zichzelf als een maatschappelijke klasse: de arbeidersklasse.
Maar indien talrijke landen op alle continenten door deze stakingsgolf worden getroffen, dan is dat nog steeds op zeer verschillende niveaus, met zeer verschillende graden van kwetsbaarheid, mobilisatie en bewustzijn. De huidige situatie bevestigt in feite ten volle het onderscheid dat politiek en kwalitatief moet worden gemaakt tussen het oude proletariaat van de centrale landen, met name West-Europa, en dat van zijn klassenbroeders in de landen van de periferie. Zoals we hebben gezien in China of Iran, stellen het gebrek aan historische ervaring met de strijd, de grotere aanwezigheid van maatschappelijke tussenlagen, het meer uitgesproken gewicht van democratische misleidingen, de arbeiders meer bloot aan het risico te verdrinken in de woede van kleinburgerlijke en uiterst gepauperiseerde tussenlagen. Of zelfs te worden meegesleept door een burgerlijke fractie waardoor zij zich bloot te stellen aan repressie, zoals de situatie in Peru laat zien. [1]
Als de strijd leidt tot een langzame heropleving van de klassenidentiteit, komt het in West-Europa het duidelijkst naar voren, op een klassenterrein en met een bewustzijn, weliswaar nog zwak, maar verder ontwikkeld: door de leuzen, de strijdmethoden, het proces van rijping van het bewustzijn in minderheden op zoek naar proletarische politieke standpunten, door de overdenking die op grotere schaal plaatsvindt binnen de werkende massa's.
Het proletariaat zet dus zijn eerste stappen in een strijd van verzet tegen de toenemende barbarij en de brute aanvallen van het kapitaal. Ongeacht de onmiddellijke resultaten van deze of gene strijd, overwinningen (altijd voorlopig zolang het kapitalisme niet omver is geworpen) of mislukkingen, de arbeidersklasse baant vandaag de weg voor andere gevechten overal ter wereld. Aangespoord door de dieper wordende crisis van het kapitalisme en zijn rampzalige gevolgen, wijst het strijdende proletariaat de weg!
De historische verantwoordelijkheid van de revolutionaire klasse tegenover de gevaren die het kapitalistische systeem voor de hele mensheid inhoudt (klimaat, oorlog, nucleaire dreigingen, pandemieën, extreme verarming...) wordt steeds intenser en dramatischer. De kapitalistische wereld stort zich in een steeds bloediger chaos, en dit proces versnelt niet alleen sterk, maar is nu voor iedereen te zien [2].
Al een jaar oorlog en bloedbaden in Oekraïne! Dit barbaarse en destructieve conflict gaat door met eindeloze gevechten, zoals blijkt uit de dodelijke polarisatie rond Bachmoet, die getuigt van een tragische patstelling. Dit conflict stapelt ruïnes op aan de poorten van Europa en heeft nu al de menselijke verliezen overtroffen van de soldaten van het ‘Rode Leger’ die werden gedood tijdens de tien jaren oorlog in Afghanistan (van 1979 tot 1989)! Voor beide partijen wordt het dodental al geschat op minstens 300.000 [3]! De moorddadige waanzin in Oekraïne onthult het afschuwelijke gezicht van het kapitalisme in verval waarvan het militarisme doordringt tot in al zijn vezels.
Na de verschrikkelijke schok van de Covid-19 pandemie, tegen een achtergrond van chaos, overproductiecrisis, tekorten en enorme schuldenlast, heeft deze oorlog in Oekraïne alleen maar de ergste effecten van de ontbinding van de kapitalistische productiewijze versterkt, wat leidt tot een fenomenale versnelling van de verrotting van de maatschappij.
Oorlog en militarisme, de klimaatcrisis, rampen van allerlei aard, de desorganisatie van de wereldeconomie, de sterke opkomst van de meest irrationele ideologieën, de ineenstorting van de gezondheidszorg, onderwijs, vervoer... deze cascade van catastrofale verschijnselen lijkt niet alleen dramatisch te verergeren, maar ook zichzelf in stand te houden, en elkaar in een soort dodelijke ‘wervelwind’ te duwen tot het punt waarop de beschaving met regelrechte vernietiging wordt bedreigd.
De recente gebeurtenissen bevestigen deze dynamiek alleen maar: de oorlog accentueert ook de toch al diepe economische crisis. Naast de hoge inflatie, aangewakkerd door de wapenwedloop, is er verdere turbulentie in de bankensector in Europa en de Verenigde Staten, gekenmerkt door het faillissement van banken, waaronder de Silicon Valley Bank (SVB) in Californië en de redding van Credit Suisse met een gedwongen overname door UBS bank. Het spookbeeld van een financiële crisis hangt opnieuw boven de wereld: Dit alles tegen een achtergrond van toegenomen wereldwijde wanorde, ongebreidelde concurrentie en een genadeloze handelsoorlog die staten dwingt tot een politiek zonder voorspelbare uitkomst, waardoor versnippering en rampen ontstaan, waarvan de opwarming van de aarde niet de minste is [4]. Deze rampen kunnen alleen maar leiden tot nieuwe stuiptrekkingen en een onbesuisde vlucht vooruit in de crisis, met onvoorspelbare verschijnselen.
Terwijl de arbeidersklasse zich op het terrein van de klassenstrijd begeeft, kan het kapitalistische systeem ons alleen in een faillissement en vernietiging storten als het niet door het proletariaat ten val wordt gebracht. Deze twee polen van de historische situatie zullen nu botsen en in de komende jaren meer tegenover elkaar komen te staan. Deze evolutie zal, ondanks haar complexe dynamiek, op den duur het enige mogelijke historische alternatief duidelijker aan het licht brengen: het kommunisme of de vernietiging van de mensheid!
WH, 5 april 2023
Sinds zaterdag 7 oktober zijn de inwoners van Israël en Gaza is een stortvloed van dodend vuur, lood en staal terechtgekomen. Aan de ene kant Hamas. Aan de andere het Israëlische leger. In het midden worden burgers gebombardeerd, beschoten, geëxecuteerd en gegijzeld. Het dodental loopt al in de duizenden.
Overal ter wereld roept de bourgeoisie ons op om partij te kiezen. Voor het Palestijnse verzet tegen de Israëlische onderdrukking. Of voor het Israëlische antwoord op het Palestijnse terrorisme. Elk hekelt de barbaarsheid van de ander om oorlog te rechtvaardigen. De Israëlische staat onderdrukt het Palestijnse volk al tientallen jaren, met blokkades, pesterijen, controleposten en vernederingen: dus wraak zou gerechtvaardigd zijn. Palestijnse organisaties steken onschuldige mensen neer, of doden ze met bomaanslagen. Elke partij roept op tot het vergieten van het bloed van de ander.
Deze logica van de dood is die van de imperialistische oorlog! Het zijn onze uitbuiters en hun staten die altijd een genadeloze oorlog voeren om hun eigen belangen te verdedigen. En het zijn wij, de arbeidersklasse, de uitgebuitenen, die altijd de prijs betalen, met ons leven.
Voor ons, proletariërs, valt er geen kant te kiezen, we hebben geen vaderland, geen natie om te verdedigen! Aan beide kanten van de grens zijn we klassebroeders! Geen Israël, geen Palestina!
De twintigste eeuw was een eeuw van oorlogen, de meest gruwelijke oorlogen in de geschiedenis van de mensheid, en geen enkele ervan diende de belangen van de arbeiders. De arbeiders werden altijd opgeroepen om zich in te lijven en met miljoenen als kanonvoeder te dienen voor de belangen van hun uitbuiters, in naam van de verdediging van "het vaderland", "de beschaving", "de democratie" of zelfs "het socialistische vaderland" (zoals sommigen de USSR van Stalin en de goelag voorstelden).
Vandaag woedt er een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Aan beide kanten roepen de heersende klieken de uitgebuitenen op om "het vaderland te verdedigen", of ze nu Joods of Palestijns zijn. Deze Joodse arbeiders die in Israël worden uitgebuit door Joodse kapitalisten, deze Palestijnse arbeiders die worden uitgebuit door Joodse kapitalisten of door Arabische kapitalisten (en vaak veel harder dan door Joodse kapitalisten, omdat in Palestijnse bedrijven het arbeidsrecht nog dat van het voormalige Ottomaanse Rijk is).
Joodse arbeiders hebben al een zware prijs betaald voor de oorlogswaanzin van de bourgeoisie in de vijf oorlogen waaronder ze sinds 1948 hebben geleden. Zodra ze uit de concentratiekampen en getto's van een door de wereldoorlog verwoest Europa kwamen, werden de grootouders van degenen die vandaag het uniform van de Tsahal dragen, meegesleurd in de oorlog tussen Israël en de Arabische landen. Daarna betaalden hun ouders de prijs met hun bloed in de oorlogen van '67, '73 en '82. Deze soldaten zijn geen afzichtelijke bruten die alleen maar denken aan het doden van Palestijnse kinderen. Het zijn jonge dienstplichtigen, de meesten arbeiders, die sterven van angst en afschuw, die gedwongen worden om als politieagent op te treden en gehersenspoeld worden met de ongeziene "barbaarsheid" van de Arabieren.
Ook Palestijnse arbeiders hebben al een verschrikkelijke prijs met hun bloed betaald. Ze zijn in 1948 van huis en haard verdreven door de oorlog van hun leiders en hebben het grootste deel van hun leven in concentratiekampen doorgebracht. Als tieners werden ze ingelijfd bij de Fatah, PFLP of Hamas milities of gedwongen er deel van uit te maken.
Hun grootste massamoordenaars zijn trouwens niet de legers van Israël, maar die van de landen waar ze ondergebracht werden, zoals Jordanië en Libanon: in september 1970 ("Zwarte September") roeide "Kleine Koning" Hoessein hen massaal uit, zozeer zelfs dat sommigen van hen hun toevlucht zochten in Israël om aan de dood te ontsnappen. In september 1982 werden ze door Arabische milities (weliswaar christelijke en geallieerd met Israël) afgeslacht in de kampen Sabra en Shatila in Beiroet.
Vandaag willen ze, in naam van het "Palestijnse vaderland", opnieuw Arabische arbeiders mobiliseren tegen de Israëli's, d.w.z. voornamelijk Israëlische arbeiders, net zoals ze vragen aan deze laatsten om zich te laten doden ter verdediging van het "beloofde land".
Nationalistische propaganda stroomt walgelijk van beide kanten, geestdodende propaganda die is ontworpen om mensen in woeste beesten te veranderen. De Israëlische en Arabische bourgeoisie wakkeren dit al meer dan een halve eeuw aan. Israëlische en Arabische arbeiders hebben voortdurend te horen gekregen dat ze het land van hun voorouders moeten verdedigen. Voor de eersten heeft de systematische militarisering van de samenleving een psychose van omsingeling ontwikkeld om van hen "goede soldaten" te maken. Bij de laatsten zat het verlangen ingebakken om de strijd met Israël aan te gaan om een thuis te vinden. Om dit te bereiken hielden de leiders van de Arabische landen waar ze naartoe gevlucht waren hen tientallen jaren vast in concentratiekampen, met ondraaglijke leefomstandigheden.
Nationalisme is een van de ergste ideologieën die de bourgeoisie heeft uitgevonden. Het is de ideologie die het mogelijk maakt om het antagonisme tussen uitbuiters en uitgebuitenen te maskeren, om allen achter dezelfde vlag te verenigen, waarvoor de uitgebuitenen zullen worden gedood in dienst van de uitbuiters, ter verdediging van hun klassenbelangen en privileges.
Als klap op de vuurpijl gaat deze oorlog gepaard met het gif van religieuze propaganda, het soort dat het meest demente fanatisme creëert. Joden worden opgeroepen om de Klaagmuur van Salomons Tempel met hun bloed te verdedigen. Moslims moeten hun leven geven voor de Moskee van Omar en de heilige plaatsen van de Islam. Wat er vandaag in Israël en Palestina gebeurt, bevestigt duidelijk dat religie "de opium van het volk" is, zoals de revolutionairen van de 19e eeuw het uitdrukten. Het doel van religie is om de uitgebuitenen en onderdrukten te troosten. Degenen voor wie het leven op aarde een hel is, wordt verteld dat ze na hun dood gelukkig zullen zijn, op voorwaarde dat ze hun verlossing weten te verdienen. En deze verlossing wordt ingewisseld voor offers, onderwerping, zelfs het opgeven van hun leven in dienst van de "heilige oorlog".
Het feit dat aan het begin van de 21e eeuw ideologieën en bijgeloof die teruggaan tot de oudheid of de middeleeuwen nog steeds op grote schaal worden gebruikt om mensen ertoe te brengen hun leven op te offeren, spreekt boekdelen over de staat van barbarij waarin het Midden-Oosten, samen met vele andere delen van de wereld, zich bevindt.
Het waren de leiders van de grootmachten die de helse situatie hebben gecreëerd waarin de uitgebuite mensen van deze regio vandaag met duizenden tegelijk sterven. Het was de Europese bourgeoisie, en in het bijzonder de Britse bourgeoisie met haar "Balfour Declaration" van 1917, die, om te verdelen en te heersen, de oprichting van een "Joods thuisland" in Palestina toestond en zo de chauvinistische utopieën van het zionisme bevorderde. Het waren diezelfde bourgeoisiën die, in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog die ze net hadden gewonnen, ervoor zorgden dat honderdduizenden Midden-Europese Joden naar Palestina werden vervoerd nadat ze de kampen hadden verlaten of ver van hun regio van herkomst rondzwermden. Dit betekende dat ze hen in hun land niet hoefden op te nemen.
Het waren diezelfde bourgeoisiën, eerst de Britse en de Franse, daarna de Amerikaanse, die de staat Israël tot de tanden bewapenden om Israël de rol van speerpunt van het Westerse blok in deze regio te geven tijdens de Koude Oorlog, terwijl de USSR van haar kant haar Arabische bondgenoten zoveel mogelijk bewapende. Zonder deze grote "sponsors" hadden de oorlogen van 1956, 67, 73 en 82 niet kunnen plaatsvinden.
Vandaag bewapenen en pushen de bourgeoisie van Libanon, Iran en waarschijnlijk ook Rusland Hamas. De Verenigde Staten hebben zojuist hun grootste vliegdekschip naar de Middellandse Zee gestuurd en nieuwe wapenleveranties aan Israël aangekondigd. In feite zijn alle grootmachten min of meer direct betrokken bij deze oorlog en deze slachtpartijen!
Deze nieuwe oorlog dreigt het hele Midden-Oosten in chaos te storten! Dit is niet de zoveelste bloedige confrontatie die deze hoek van de wereld opnieuw in rouw dompelt. Alleen al de omvang van de moordpartijen laat zien dat de barbaarsheid een nieuw niveau heeft bereikt: jonge mensen die dansend met machinegeweren worden neergemaaid, vrouwen en kinderen die op straat van dichtbij worden geëxecuteerd, met geen ander doel dan het bevredigen van een verlangen naar blinde wraak, een bommentapijt om een hele bevolking uit te roeien, twee miljoen mensen die van alles zijn beroofd - water, elektriciteit, gas, voedsel... Er zit geen militaire logica achter al deze wreedheden, achter al deze misdaden! Beide partijen wentelen zich in de meest afschuwelijke en irrationele moorddadige woede!
Maar er is nog iets ernstigers: deze doos van Pandora zal nooit meer dichtgaan. Net als in Irak, Afghanistan, Syrië en Libië zal er geen weg terug zijn, geen "terugkeer naar vrede". Het kapitalisme sleurt steeds grotere delen van de mensheid mee in oorlog, dood en ontbinding van de samenleving. De oorlog in Oekraïne duurt nu al bijna twee jaar en verzandt in een eindeloos bloedbad. Ook in Nagorno-Karabach zijn bloedbaden aan de gang. En er dreigt al een nieuwe oorlog tussen de naties van het voormalige Joegoslavië. Kapitalisme is oorlog!
De arbeiders van elk land moeten weigeren partij te kiezen voor het ene of het andere kamp van de bourgeoisie. In het bijzonder moeten ze weigeren zich te laten misleiden door de retoriek van die partijen die beweren van de arbeidersklasse te zijn, de partijen van links en extreem-links die hen vragen hun "solidariteit met de Palestijnse massa's" te tonen in hun zoektocht naar hun recht op een "vaderland". Het Palestijnse vaderland zal nooit iets anders zijn dan een burgerlijke staat die in dienst staat van de uitbuitende klasse en die diezelfde massa's onderdrukt, met politie en gevangenissen. De solidariteit van de arbeiders van de meest ontwikkelde kapitalistische landen gaat niet naar de "Palestijnen", net zomin als ze naar de "Israëli's" gaat, onder wie er uitbuiters en uitgebuitenen zijn. Ze gaat naar de arbeiders en werklozen van Israël én Palestina (die bovendien al strijd hebben gevoerd tegen hun uitbuiters ondanks alle hersenspoelingen waaraan ze zijn onderworpen), net zoals ze gaat naar de arbeiders van alle andere landen van de wereld. De beste solidariteit die zij kunnen bieden is zeker en vast niet hun nationalistische illusies aan te moedigen.
Deze solidariteit betekent vooral het ontwikkelen van hun strijd tegen het kapitalistische systeem dat verantwoordelijk is voor alle oorlogen, een strijd tegen hun eigen bourgeoisie.
De arbeidersklasse zal de vrede moeten winnen door het kapitalisme op wereldschaal omver te werpen, wat vandaag de dag betekent dat er strijd moet worden geleverd op een klasseterrein, tegen de steeds hardere economische aanvallen die op haar worden afgevuurd door een systeem dat in een onoverkomelijke crisis is gestort.
Tegen het nationalisme, tegen de oorlogen waar jullie uitbuiters jullie in willen meeslepen:
Arbeiders aller landen, verenigt u!
IKS/ 09.10.2023
In tegenstelling tot de linkse organisaties en de opgewonden elementen van de kleinburgerij die het spook van de sociale revolutie zien achter ‘alles wat beweegt’, moeten revolutionairen, om een heldere tussenkomst te kunnen doen, een kompas hebben, een methode die het marxisme hen heeft geleerd, gebaseerd op bijna twee eeuwen aan ervaringen van de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Het is precies deze methode die hen in staat stelt om de strijd van de arbeidersklasse te begrijpen en erin tussen te komen met een historische en een lange termijnvisie, om niet in de val te lopen van het ongeduld, van het verwachten van onmiddellijke resultaten en zo in het kielzog terecht te komen van de ultralinkse instanties van het kapitaal of van de vakbondsbasis.
Zo analyseerde de IKS in de zomer van 2022 het uitbreken van de strijd in het Verenigd Koninkrijk niet als een eenvoudige plaatselijke gebeurtenis, maar als een fenomeen met een internationale en historische draagwijdte. De hervatting van de arbeidersstrijd, op een schaal die in het Verenigd Koninkrijk sinds de jaren 1980 niet meer was voorgekomen, betekende een echte breuk in de dynamiek van de klassenstrijd. Geconfronteerd met zo'n gebeurtenis besloot de IKS een internationaal pamflet uit te brengen waarin we bevestigden dat de massale stakingen in het Verenigd Koninkrijk "een oproep tot strijd waren voor proletariërs in alle landen".
Dit werd volledig bevestigd in de maanden die volgden, toen er, naast de voortdurende strijd in veel sectoren in het Verenigd Koninkrijk, stakingen uitbraken en mobilisaties ontstonden zowel in verschillende Europese landen als op andere continenten. Voor het grootste deel waren ook deze op een schaal die niet meer was gezien sinds het einde van de jaren 1980, wat een echte terugkeer van de strijdbaarheid van arbeiders bevestigde na tientallen jaren van slapte op een wereldvlak.
In de herfst van 2022 kwam de IKS dus tussen tijdens demonstraties en in stakingsposten. De afdeling van de IKS in Groot-Brittannië is toen acht keer tussengekomen voornamelijk in de stakingsposten in Londen en Exeter, en deelde enkele honderden pamfletten uit. Ze nam ook deel aan de London Anarchist BookFair. De IKS was ook aanwezig op de interprofessionele actiedag in Frankrijk op 29 september 2022.
Tijdens de discussies in de demonstraties en met de stakingsposten verdedigden we de internationale dimensie van de aanvallen en dus de noodzaak voor iedereen om samen te strijden, eensgezind te reageren en zich niet op te sluiten in lokale strijd, in het eigen bedrijf of de eigen sector.
Tegelijkertijd publiceerde de IKS regelmatig artikelen in haar pers (website, kranten, Internationale Revue) die het openlijk proletarische terrein van deze verschillende gevechten onderlijnden, maar vooral hun historische betekenis door te benadrukken dat ze een echte springplank vormden voor het herstel van de klasse-identiteit.
Het uitbreken van de strijd tegen de pensioenen in Frankrijk vanaf januari gaf een nieuwe impuls aan deze dynamiek van internationale strijd. Bijna 6 maanden lang gingen elke week miljoenen arbeiders de straat op om zich te verzetten tegen een verachtelijke aanval van de burgerlijke staat. Tijdens de 13 dagen van mobilisatie, zowel in Parijs als in de provincies, mobiliseerde de IKS al haar krachten en verzamelde haar sympathisanten rond zich om haar pers zo breed mogelijk te verspreiden in de vorm van bijna 130.000 pamfletten en tientallen kranten.
De kwaliteit van de interventie hing af van het vermogen van het IKS om zich aan te passen aan de evolutie van de reactie van de klasse op internationaal vlak, maar ook aan de meer specifieke evolutie van de strijd in Frankrijk. Daarom heeft het IKS zowel pamfletten met een internationale dimensie als meer ‘territoriale’ pamfletten geproduceerd wanneer dat nodig was. Dit werd gedaan om zo effectief mogelijk te reageren op de behoeften van de beweging, niet alleen in Frankrijk, maar vooral op internationaal vlak, omdat er in dezelfde periode in veel landen strijd uitbrak, waarbij het IKS ook kon tussenkomen. In verschillende gradaties was dit het geval in België, Spanje, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Mexico.
Wat waren de belangrijkste oriëntaties voor de tussenkomst die tijdens de manifestaties werden verdedigd, zowel door middel van pamfletten en territoriale kranten als tijdens discussies in de demonstraties?
- In januari 2023 werd in een nieuw internationaal pamflet getiteld "Hoe ontwikkel je een massale, verenigde beweging gebaseerd op solidariteit" al de noodzaak benadrukt om het verdelingswerk van de vakbonden tegen te gaan door solidariteit te ontwikkelen buiten het eigen bedrijf, de eigen sector, de eigen stad, de eigen regio of het eigen land.
- Vervolgens plaatste de IKS, terwijl ze dezelfde noodzaak bleef verdedigen, de verdediging van zelforganisatie en strijdmethoden die een krachtsverhouding met de burgerlijke staat scheppen, centraal in haar interventie. Het pamflet van 2 februari "Talrijk zijn is niet genoeg, we moeten ook onze strijd in eigen handen nemen" en het derde internationale pamflet "Overal dezelfde vraag: Hoe kunnen we de strijd ontwikkelen? Hoe kunnen we de regeringen doen terugkrabbelen?", ging in op deze bezorgdheid, die in de loop van de weken steeds meer tot uiting kwam, vooral in de discussies die we tijdens de demonstraties voerden. In het bijzonder verdedigden we de noodzaak om plaatsen van discussie te scheppen zoals soevereine algemene vergaderingen die voor iedereen open staan.
- Ondanks hun vele zwakheden gaven al deze gevechten inderdaad uitdrukking aan de poging om verenigd in solidariteit een collectieve kracht te scheppen, om bijeen te komen, niet als geïsoleerde individuen, maar als een uitgebuite klasse die de confrontatie aangaat met haar uitbuiter. De echo's van de strijd in Frankrijk onder de Britse en Duitse arbeiders illustreerden dit volledig.
Een van de verantwoordelijkheden van revolutionairen is dus juist om bij te dragen aan de ontwikkeling van deze inspanning om de klasse-identiteit terug te winnen. Daarom hebben we onze interventie altijd gebaseerd op de noodzaak om de ervaring en geschiedenis van de arbeidersklasse opnieuw toe te eigenen. Vooral sinds deze zorg spontaan tot uiting kwam in de strijd in Frankrijk door de slogan "Als je ons op 64 zet, zetten we je terug op Mei 68", die in elke mars van het begin tot het einde van de beweging werd gebruikt. Of in de terugkeer van herinneringen aan de strijd tegen de CPE in 2006.
Het pamflet "Hoe hebben we in 2006 gewonnen?" verdedigde de ervaring van de soevereine algemene vergaderingen, die hadden bijgedragen aan het momentum van de beweging en er uiteindelijk toe hadden geleid dat de regering terugplooide. Een paar weken later werd met het vierde internationale pamflet "Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Mexico, China... verder gaan dan 1968!" deze inspanning uitgebreid, maar vooral werd het mogelijk om de historische inzet van de hervatting van de arbeidersstrijd en de uitdaging die deze inhield explicieter te verdedigen: de omverwerping van het kapitalisme en de overwinning van de proletarische revolutie voor het voortbestaan van de mensheid.
Over het algemeen werden onze verschillende pamfletten altijd goed ontvangen, de titels sloegen vaak de spijker op zijn kop en lokten reacties uit van de demonstranten: "Ja, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje!", "Ja, we moeten allemaal samen strijden!", "Ik kom uit Duitsland en daar wordt ook gestreden!", "Wij komen uit Italië en we komen demonstreren met de Franse arbeiders", "Ik was erbij in mei ‘68, we moeten opnieuw hetzelfde doen!", "Oh ja, we moeten inderdaad een revolutie maken!" Dit waren de belangrijkste reacties op de vele discussies die we konden voeren. Natuurlijk blijven ze in de minderheid, en soms verward, maar ze drukken de inspanning uit van de overdenking die plaatsvindt in het diepst van de arbeidersklasse om zichzelf als klasse te erkennen, om de strijd in eigen handen te nemen en de strijd te ontwikkelen die de arbeidersklasse in staat zal stellen om de weg naar revolutie in te slaan.
Het was deze historische dynamiek die we benadrukten in het pamflet waarin we de balans opmaakten van de strijd tegen de pensioenhervorming op de laatste mobilisatie dag op 6 juni, waarin de wil om te vechten en te strijden nog onverminderd tot uitdrukking kwam. De betogers waren het meermaals eens met de titel van het pamflet en zeiden ons zelfs "we hebben een slag verloren, maar we hebben de oorlog niet verloren". Dus ja, "de strijd ligt nog voor ons!”
Onze interventie ging ook gepaard met de verspreiding van honderden exemplaren van het Derde Manifest van de IKS [1] dat, in het licht van de steeds dodelijker en destructiever wordende spiraal van de kapitalistische maatschappij, met hand en tand verdedigt dat de toekomst van de mensheid in handen ligt van de arbeidersklasse. Wij geloven dat het de verantwoordelijkheid van revolutionaire organisaties is om zo duidelijk mogelijk aan de arbeidersklasse uiteen te zetten onder welke historische omstandigheden haar strijd plaatsvindt en wat er op het spel staat.
Met dezelfde benadering heeft de IKS in een aantal landen twee reeksen openbare bijeenkomsten georganiseerd over de internationale klassenstrijd. De eerste was getiteld: "Wij zijn niet de enigen die mobiliseren... Er is arbeidersstrijd in vele landen!" De tweede was getiteld: "Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Mexico, China... Verder gaan dan 1968"[2]
Deze bijeenkomsten werden geïnspireerd door een duidelijk verlangen naar opheldering middels de confrontatie van de verschillende aanwezige standpunten. Het waren echte plaatsen van een proletarisch debat, waar steun, nuances, twijfels en vragen, en zelfs meningsverschillen werden geuit met de standpunten van de IKS. Deze actieve deelname aan de debatten is een illustratie van de langzame rijping van het bewustzijn die zich diepgaand in de wereldarbeidersklasse voltrekt en die met name zichtbaar is onder kleine minderheden, vaak behorend tot een nieuwe generatie die de banden met de ervaring van de arbeidersbeweging en de Kommunistische Linkerzijde geleidelijk opnieuw aanknoopt.
Door actief tussen te komen in de demonstraties en door middel van onze website en kranten, heeft de IKS haar politieke verantwoordelijkheden binnen de arbeidersklasse volledig vervuld. De vruchten van deze interventie zijn zichtbaar in het feit dat nieuwe elementen die op zoek zijn naar klassenstandpunten contact hebben opgenomen met de IKS en sommigen dus zelfs aan onze openbare bijeenkomsten hebben deelgenomen.
Terwijl in de dynamiek, die in de zomer van 2022 in het Verenigd Koninkrijk begon, sinds juni een soort ‘pauze’ lijkt te zijn aangebroken, laat het uitbreken van stakingen in de automobielsector in de Verenigde Staten duidelijk zien dat de dynamiek van de strijd doorgaat. Voor de IKS zijn deze economische gevechten het ideale terrein voor de klasse om haar overdenking en bewustzijn te ontwikkelen. Het is de verantwoordelijkheid van revolutionaire organisaties om er volledig aan deel te nemen om deze vitale inspanning voor de ontwikkeling van de revolutionaire strijd tot rijping te brengen.
Vincent/ 01-10-2023
Het jaar 2023 heeft eens te meer de omvang aangetoond van de milieuramp waarin de bourgeoisie de hele mensheid meesleurt. De verwoestende bosbranden in Canada en Hawaï, de overstromingen in Azië, het tekort aan drinkwater in Uruguay en Afrika, de verwoestende stormen in de Verenigde Staten, het onvermijdelijke smelten van gletsjers... al deze ‘natuurrampen’ houden rechtstreeks verband met de opwarming van de aarde.
De opwarming van de aarde is niet alleen echt, maar versnelt ook in een duizelingwekkend en catastrofaal tempo. Juli 2023 was de heetste maand ooit op aarde. In augustus werd de warmste dag ooit gemeten voor deze periode. Voorspellers suggereren dat 2024 deze trieste records wel eens zou kunnen overtreffen. De ineenstorting van het systeem van zeestromen zoals de Golfstroom, een essentiële regulator van het klimaat op de planeet zou, als het werkelijk gebeurt, het klimaat van de aarde op zijn kop kunnen zetten en de menselijke soort binnen enkele decennia aanzienlijk kunnen verzwakken. Een nieuwe bedreiging die, mocht hij worden bevestigd, kan worden toegevoegd aan alle bedreigingen die de mensheid al boven het hoofd hangen!
De bourgeoisie kan deze realiteit niet langer ontkennen, ook al heeft ze jarenlang opzettelijk geprobeerd de risico's te bagatelliseren of zelfs te verbergen om haar winsten te beschermen! [1] Maar door de versnelling en versterking van de gevolgen van de klimaatverstoring kan ze de waarheid niet langer verbergen: het wereldwijde klimaat stevent af op een catastrofale situatie die steeds meer gebieden van de planeet onbewoonbaar zal maken. Afgezien van de totaal irrationele ‘klimaatsceptici’ zoals Trump en extreem rechts in Europa, beloven de meest ‘verantwoordelijke’ staatshoofden allemaal, met de hand op het hart, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en een milieuvriendelijkere economie te ontwikkelen. Natuurlijk worden deze beloften nooit nagekomen of blijven ze ver achter bij wat er op het spel staat, of zijn ze zelfs lachwekkend (verbod op plastic rietjes, op kassabonnen, enz.).
Dus verandert de bourgeoisie van toon en begint ze ons voor te bereiden op het ondraaglijke door ‘aanpassingsmaatregelen’ te nemen. De laatste, maar zeer zeker niet voor lang, is de uitspraak van de nieuwe Franse minister van Volksgezondheid, Aurélien Rousseaux, die, geconfronteerd met een nieuwe hittegolf, die half augustus het land trof, niets beters wist te zeggen dan: "We moeten wennen aan een leven met deze extreeme hitte". Het behoeft geen betoog dat de bourgeoisie, net als in het geval van pandemieën in het verleden en in de toekomst, een onbeschrijfelijke nalatigheid aan de dag legt en zich niet serieus voorbereidt op de catastrofe. Achter deze zogenaamde ‘aanpassingen’ bereidt de heersende klasse de mensen vooral voor op bezuinigingen en tekorten in naam van de ‘ecologische transitie’.
Onder het mom van ‘aanpassing’ aan klimaatomstandigheden, die steeds onhoudbaarder worden, begint de bourgeoisie haar economie te heroriënteren ... maar zeker niet om de planeet te beschermen! Verschillende landen zijn van plan om kolencentrales opnieuw in bedrijf te nemen of (zoals Frankrijk) sjoemelen zonder scrupules met quota's om ze niet te hoeven sluiten! De Franse regering staat op het punt om nieuwe olieboringen toe te staan in de Gironde, symbolisch gelegen op de dezelfde plaats waar vorig jaar bossen werden verwoest door grote branden! Staten vechten om hun economieën niet al te veel beperkingen op te leggen en gebruiken het milieu als imperialistisch wapen om elkaars gebrek aan daadkracht te verguizen, hun markten te beschermen en te proberen concurrenten te verzwakken zoals met aanslepende rechtszaken tegen dit of dat concurrerende automerk dat de milieuregels heeft overtreden... De Europese wet op de bescherming van de natuur, die op 12 juli werd aangenomen, bevat een bepaling die een economische vrijwaringsclausule invoert: Als de economie lijdt onder de onder verkeerde bepalingen in de wet, worden ze geschrapt! Voor het kapitaal mogen er geen beperkingen zijn op de uitbreiding en intensivering van zijn economie. De vernietiging van het milieu komt op de tweede plaats.
Tegelijkertijd worden er geen preventieve maatregelen genomen, met het overduidelijke risico dat de omvang van de rampen in versneld tempo toeneemt. De branden in Hawaï waren bijvoorbeeld oncontroleerbaar omdat de elektriciteitsleidingen nog steeds niet in de grond waren aangelegd: het risico dat bovengrondse leidingen de branden zouden verspreiden, zette de autoriteiten ertoe aan de elektriciteit af te sluiten, waardoor onmiddellijk de pompen werden uitgeschakeld die de brandweerslangen voedden. In Azië heeft het gebrek aan medicijnen tegen malaria en dysenterie een grote rol gespeeld bij het verergeren van de menselijke tol van de overstromingen. In Uruguay, waar de capaciteit ontbrak om voldoende drinkwater naar de kranen te brengen, werd zout water toegevoegd! In Mayotte, een Frans overzees departement, is niets gepland om voorzieningen te treffen als een droogte de bevolking van drinkwater berooft.
Dit is geen kwestie van ‘keuze’ of ‘gebrek aan politieke wil’, maar van de logica van de kapitalistische accumulatie zelf, die verhindert dat er vraagtekens worden gezet bij de extreem vervuilende dynamiek van de burgerlijke maatschappij. Want het kapitalisme is verantwoordelijk is voor deze verstoringen; het kapitalisme dwingt elke kapitalist om steeds meer te produceren, en tegen lagere kosten, zelfs als deze productie leidt tot meer vervuiling en gezondheidsrisico’s. Het kapitalisme moet ‘verkopen’. En dat is alles! Een anarchistische en kortetermijnaanpak. In feite is het suïcidaal. Verkopen gaat niet over het bevredigen van menselijke behoeften, het gaat over het profiteren van koopkrachtige behoeften.
Het is daarom zinloos en misleidend om je voor te stellen dat dit systeem in staat is om plotseling een langetermijnvisie en een doordachte organisatie te bedenken: het is hier niet toe in staat en zal dit ook nooit zijn. De felle concurrentie, die het systeem kenmerkt, was misschien een krachtige motor van vooruitgang voor de productiekrachten in het begin, maar toen het de grenzen van de koopkrachtige behoeften, dat wil zeggen van de markten, bereikte werd deze felle concurrentie omgezet in een oorlogsmachine: economische oorlog, militaire oorlog, voor wereldheerschappij tegen elke prijs, ten koste van de vernietiging van de natuur.
Vandaag de dag zijn onderzoek en ontwikkeling van het productieapparaat veel meer gericht op de militaire industrie dan op het beschermen van het milieu en het bevredigen van menselijke behoeften. De wereldwijde militaire uitgaven bedragen meer dan 2000 miljard dollar en zijn sinds het einde van de Koude Oorlog nog nooit zo hoog geweest. Deze uitgaven zijn een complete verspilling, met als enige doel te vernietigen en te doden of, in het beste geval, weg te roesten in een hangar. Ze mobiliseren duizenden breinen om te vernietigen, chaos en dood te zaaien. De versnelling van de imperialistische spanningen, met name sinds het einde van de Koude Oorlog, maakt het gemakkelijk een voorstelling te maken van een trend die nog lang niet zijn hoogtepunt heeft bereikt.
Het redden van de planeet zal niet lukken met ‘soberheid’ of ‘degrowth’, die beiden niets meer zijn dan een bekentenis van machteloosheid, of zelfs een fantasie van een terugkeer naar prekapitalistische tijden. Nee, het redden van de planeet vereist de bewuste afschaffing van de kapitalistische economie en haar verouderde productieverhoudingen en de opbouw van een samenleving die in staat is om te produceren voor menselijke behoeften op een manier die zowel rationeel is als rekening houdt met de behoeften van de natuur als geheel. Alleen het proletariaat kan een einde maken aan het kapitalisme, omdat het de enige matschappelijke kracht is die, met het grootste deel van het wereldproductieapparaat in zijn handen, de volle last van de crisis en de uitbuiting draagt en daarom geen belang heeft bij het voortbestaan van dit systeem.
De tijd is duidelijk niet meer in het voordeel van de toekomst en het kapitalisme zou op de lange termijn het bestaan van de beschaving, zo niet de mensheid als geheel, aanzienlijk in gevaar kunnen brengen. Maar de menselijke en materiële middelen zijn aanwezig om de productie op wereldschaal te reorganiseren op een manier die het milieu en het menselijk leven respecteert. De onaangeboorde mogelijkheden van wetenschap en technologie zijn nog immens.
Alleen het proletariaat zal, als het eenmaal de macht op wereldschaal heeft gegrepen, in staat zijn de productiekrachten te bevrijden van de kapitalistische beperkingen die hen in hun greep houden. Alleen het proletariaat is in staat om op internationale schaal een politiek te bevatten, te bepalen en uit te voeren die deze wereld zal bevrijden van de wetten van de winst en opnieuw een samenleving op te bouwen op de ruïnes die het kapitalisme de mensheid nalaat. Door een einde te maken aan de kapitalistische concurrentie die de wereld verrot, zal het de productiekrachten bevrijden van de overheersing van de militaire sfeer, die alle menselijke genialiteit in de richting van vernietiging stuurt. Het zal ze ook kunnen bevrijden van de permanente verspilling van de kapitalistische productie: nutteloze en vervuilende overproductie, geprogrammeerde veroudering, onproductieve uitgaven gekoppeld aan massawerkloosheid, industriële spionage, enzovoort. Tenslotte zal het in staat zijn het menselijk bewustzijn en de menselijke geest te verheffen door een onderwijs te ontwikkelen dat niet langer gericht is op onmiddellijke winst, maar op menselijke emancipatie en op een harmonieuze verhouding met de natuur. Zoals Engels schreef in De rol van de arbeid in de overgang van aap naar mens [47]: “de natuur zich niet laat veroveren zoals een vreemd volk dat doet, maar dat wij, als vlees, bloed en hersenen, deel uitmaken van de natuur en midden in de natuur leven waarbij onze heerschappij enkel bestaat uit het feit dat we op andere wezens het voordeel hebben dat we de lessen van de natuur kunnen leren en correct kunnen toepassen”.
Guy / 28.08.2023[1] De bourgeoisie was zich in de jaren 1970 volledig bewust van de opwarming van de aarde. In 1972 waarschuwde het ‘Rapport van de Club van Rome’ voor de ernst van de situatie. Decennialang heeft de bourgeoisie in het algemeen geprobeerd om deze realiteit te verbergen of onder te dompelen in een stortvloed van ideologische misleidingen, waarvan het rapport zelf, dat pleitte voor ‘beperkte groei’ (volledig in strijd met de realiteit van de kapitalistische economie) een duidelijke illustratie is.
Het afgelopen jaar zijn er in de centrale landen van het wereldkapitalisme en over de hele wereld belangrijke arbeidersgevechten uitgebroken. Deze reeks gevechten begon in het Verenigd Koninkrijk in de zomer van 2022, en sindsdien hebben arbeiders in veel andere landen de strijd opgepakt: Frankrijk, Duitsland, Spanje, Nederland, de Verenigde Staten, Korea... Overal recht de arbeidersklasse haar rug in verweer tegen de aanzienlijke verslechtering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de duizelingwekkende stijging van de prijzen, de systematische onveiligheid en de massale werkloosheid, veroorzaakt door de verscherping van de economische destabilisatie, de beperkingen door de ecologische crisis en de intensivering van het militarisme in verband met de barbaarse oorlog in Oekraïne.
Drie decennia lang heeft de wereld niet zo'n golf van gelijktijdige strijd gezien in zoveel landen, of over zo'n lange periode. De ineenstorting van het Oostblok in 1989 en de campagnes over de vermeende ‘dood van het kommunisme’ hadden een diepe inzinking veroorzaakt in de klassenstrijd op wereldniveau. Deze belangrijke gebeurtenis, de implosie van het stalinistische imperialistische blok en van een van de twee grootste mogendheden ter wereld, de USSR, was de meest spectaculaire uitdrukking van het begin in een nieuwe en nog destructievere fase van zijn verval van het kapitalisme, die van zijn ontbinding[1]. De grondige verrotting van de maatschappij, met haar groeiend geweld en chaos op alle niveaus, de nihilistische en wanhopige sfeer, de neiging tot sociale atomisering ... dit alles had op zijn beurt een zeer negatieve invloed op de klassenstrijd. We zijn dus getuige geweest van een aanzienlijke verzwakking van de strijdwil in vergelijking met de voorgaande periode, die begon in 1968. De berusting die de arbeidersklasse in Groot-Brittannië al meer dan drie decennia teisterde, een proletariaat met een lange ervaring van strijd, illustreert de realiteit van deze teruggang. Geconfronteerd met aanvallen van de bourgeoisie, extreem ingrijpende ‘hervormingen’, massale de-industrialisatie en een aanzienlijke daling van de levensstandaard, hebben de arbeiders van het land geen noemenswaardige mobilisatie meer gezien sinds de vernietigende nederlaag die Thatcher de mijnwerkers toebracht in 1985.
Hoewel de arbeidersklasse af en toe tekenen van strijdbaarheid heeft laten zien en heeft geprobeerd zich haar strijdmiddelen opnieuw toe te eigenen (de strijd tegen het Startbaancontract (CPE) in Frankrijk in 2006, de Indignados-beweging in Spanje in 2011, de eerste mobilisatie tegen de pensioenhervorming in Frankrijk in 2019), waarmee ze bewees dat ze nog lang niet van het toneel van de geschiedenis was verdwenen, zijn haar mobilisaties grotendeels zonder vervolg gebleven, niet in staat om een meer globale beweging op gang te brengen. Waarom? Omdat de arbeiders in de loop der jaren niet alleen hun strijdwil verloren, maar ook gebukt gingen onder een teruggang van het klassenbewustzijn in hun gelederen, waar ze in de jaren 1970 en 1980 zo hard voor gevochten hadden, sterk was afgenomen. De arbeiders waren grotendeels de lessen vergeten van hun strijd, hun confrontaties met de vakbonden, de valstrikken die waren gezet door de ‘democratische’ staat, ze verloren hun zelfvertrouwen, hun vermogen om zich te verenigen, om massaal te vechten... Ze waren zelfs grotendeels hun identiteit vergeten als een klasse die tegenover de bourgeoisie staat en een eigen revolutionair perspectief heeft. In deze logica leek het kommunisme echt dood met de verschrikkingen van het stalinisme en leek de arbeidersklasse niet langer te bestaan.
En toch, geconfronteerd met de aanzienlijke versnelling van het ontbindingsproces[2] sinds de wereldwijde pandemie van Covid-19, en nog meer met de bloedbaden van de oorlog in Oekraïne en de kettingreacties die dit heeft uitgelokt op economisch, ecologisch, sociaal en politiek vlak, steekt de arbeidersklasse overal de kop op, gaat de strijd aan en weigert offers te aanvaarden in naam van het zogenaamde ‘algemeen welzijn’. Is dit toeval? Een eenmalige epidermale reactie op de aanvallen van de bourgeoisie? Nee! De leuze ‘Genoeg is genoeg!’ in deze context van wijdverspreide destabilisatie van het kapitalistische systeem illustreert duidelijk dat er een echte mentaliteitsverandering plaatsvindt binnen de klasse. Al deze uitingen van strijdbaarheid maken deel uit van een nieuwe situatie die zich opent voor de klassenstrijd, een nieuwe fase die breekt met de passiviteit, desoriëntatie en wanhoop van de laatste drie decennia.
De gelijktijdige uitbarsting van strijd in het afgelopen jaar kwam niet uit het niets. Ze is het resultaat van een heel proces van overdenking in de klasse door middel van een reeks eerdere trial-and-error pogingen. Al tijdens de eerste mobilisatie in Frankrijk tegen de ‘hervorming’ van de pensioenen eind 2019 had de IKS vastgesteld dat er een sterke behoefte bestond aan solidariteit tussen generaties en verschillende sectoren. Deze beweging ging ook gepaard met andere arbeidersstrijd over de hele wereld, zowel in de Verenigde Staten als in Finland, maar stierf uit door de explosie van de Covid pandemie in maart 2020. Op dezelfde manier braken in oktober 2021 stakingen uit in verschillende sectoren in de Verenigde Staten, maar de dynamiek van de strijd werd onderbroken, dit keer door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, die aanvankelijk de arbeiders verlamde, vooral in Europa.
Dit lange proces van vallen en opstaan en rijping leidde vanaf de zomer van 2022 tot een vastberaden reactie van de arbeiders op hun eigen klassenterrein tegenover de aanvallen die voortkwamen uit de destabilisering van het kapitalisme. De Britse arbeiders hebben een nieuwe periode ingeluid in de internationale arbeidersstrijd, in wat de ‘zomer van de woede’ werd genoemd. De leuze ‘genoeg is genoeg’ werd verheven tot het symbool van de hele proletarische strijd in het Verenigd Koninkrijk. Deze leuze was geen uitdrukking van specifieke eisen die ingewilligd moesten worden, maar van een diepgaand protest tegen de omstandigheden van uitbuiting. Het liet zien dat de arbeiders niet langer bereid waren om zielige compromissen te slikken, maar om de strijd vastberaden voort te zetten. De Britse arbeidersbeweging is bijzonder symbolisch omdat het de eerste keer is sinds 1985 dat deze sector van de arbeidersklasse in het middelpunt van de belangstelling staat. En terwijl de inflatie en de crisis over de hele wereld toenamen, sterk verergerd door het conflict in Oekraïne en de intensivering van de oorlogseconomie, gingen ook werkers in de gezondheidszorg in Spanje en de Verenigde Staten in het offensief, gevolgd door een golf van stakingen in Nederland, een ‘megastreik’ van transportarbeiders in Duitsland, meer dan 100 stakingen tegen achterstallige lonen en ontslagen in China, een staking en demonstraties na een verschrikkelijk treinongeluk in Griekenland, leraren die hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden eisten in Portugal, 100.000 ambtenaren die hogere lonen eisten in Canada en bovenal een massale beweging van het proletariaat in Frankrijk tegen de pensioenhervorming.
Het grote belang van deze mobilisaties tegen kapitalistische bezuinigingen ligt ook in het feit dat ze op de lange termijn ook verzet tegen oorlog inhouden. Inderdaad, terwijl de directe mobilisatie van arbeiders tegen de oorlog illusoir is, wees IKS er in februari 2022 al op dat de reactie van de arbeiders zich zou manifesteren in een verzet tegen de aanvallen op hun koopkracht, dat het gevolg is van de intensivering en onderling verband tussen crises en rampen. Bovendien is het in tegenspraak met campagnes die oproepen tot het aanvaarden van offers om het ‘heldhaftige verzet van het Oekraïense volk’ te steunen. Dit is ook waar de strijd van het afgelopen jaar de kiem van in zich draagt, ook al zijn arbeiders zich er nog niet volledig van bewust: de weigering om steeds meer offers te brengen voor de belangen van de heersende klasse, voor de nationale economie en voor de oorlogsinspanning, de weigering om de logica van dit systeem te accepteren dat de mensheid naar een steeds catastrofalere situatie voert.
In deze strijd begon het idee in de hoofden van de arbeiders te ontstaan dat ‘we allemaal in hetzelfde schuitje zitten’. Tijdens de stakingen in het Verenigd Koninkrijk vertelden stakers ons dat ze het gevoel hadden dat ze voor iets groters vochten dan de corporatistische eisen van de vakbonden. Het spandoek “Voor ons allemaal” waaronder de staking op 27 maart in Duitsland plaatsvond, is bijzonder veelzeggend voor het algemene gevoel dat zich in de klasse ontwikkelt: “we vechten allemaal voor elkaar”. Maar in Frankrijk kwam de noodzaak om als één klasse te strijden het duidelijkst tot uiting. De vakbonden probeerden de beweging te verdelen en te verrotten in de valkuil van de ‘staking bij volmacht’ achter zogenaamd ‘strategische’ sectoren (zoals energiesector of vuilnisophaaldienst) om ‘Frankrijk tot stilstand te brengen’. Maar de arbeiders trapten niet massaal in de val en bleven vastbesloten om samen te vechten.
Tijdens de dertien dagen van mobilisatie in Frankrijk verspreidde de IKS meer dan 150.000 pamfletten: de belangstelling voor wat er in Groot-Brittannië en elders gebeurde nam nooit af. Voor sommige demonstranten leek het verband met de situatie in Groot-Brittannië duidelijk: “het is overal hetzelfde, in elk land”. Het was geen toeval dat de vakbonden bij ‘Mobilier national’, tijdens het (afgelaste) bezoek van Karel III aan Parijs, de stakingsactie moesten leiden in naam van de ‘solidariteit met de Britse arbeiders’. Ondanks de onbuigzaamheid van de regering in Frankrijk, ondanks de mislukkingen om de bourgeoisie tot inkeer te brengen of om echt betere beloning te verkrijgen in Groot-Brittannië of elders, is de grootste overwinning van de arbeiders de strijd zelf en het besef, dat ongetwijfeld nog in de kinderschoenen staat en erg verward is, dat we één kracht vormen, dat we allemaal uitgebuite mensen zijn die, geatomiseerd en elk in hun eigen hoekje, niets kunnen doen tegen het kapitaal, maar die, verenigd in de strijd, de grootste maatschappelijke kracht in de geschiedenis kunnen worden.
Toegegeven, de arbeiders hebben het vertrouwen in hun eigen kracht, in hun vermogen om de strijd in eigen hand te nemen, nog steeds niet herwonnen. De vakbonden hielden overal de controle over de bewegingen, spraken een meer strijdbare taal om de noodzaak van eenheid beter te steriliseren, terwijl ze een rigide scheiding hielden tussen de verschillende sectoren. In Groot-Brittannië bleven de arbeiders geïsoleerd achter de stakingspiketten van hun bedrijven, hoewel de vakbonden gedwongen werden om een paar parodieën op ‘unitaire’ demonstraties te organiseren. Ook in Frankrijk, toen arbeiders zich verzamelden in gigantische demonstraties, dan gebeurde dit altijd onder de absolute controle van de vakbonden, die de arbeiders bijeen hielden achter de spandoeken van hun bedrijven en sectoren. In het algemeen bleef de corporatistische opsluiting een constante in de meeste vormen van strijd.
Tijdens de stakingen bleef de bourgeoisie, vooral haar linkse fracties, ideologische campagnes voeren rond ecologie, antiracisme, de verdediging van de democratie enzovoort, om de woede en verontwaardiging op het illusoire terrein van de burgerlijke ‘rechten’ te houden en om de uitgebuitenen te verdelen tussen blanken en kleurlingen, mannen en vrouwen, jong en oud... In Frankrijk zagen we, midden in de beweging tegen de pensioenhervorming, de ontwikkeling van zowel milieucampagnes rond de ontwikkeling van ‘megabaden’ als democratische campagnes tegen de repressie door de politie. Hoewel het merendeel van de arbeidersstrijd, tegen de achtergrond van de inflatie, ontslagen, bezuinigingsmaatregelen van de regering, enz., op het klassenterrein is gebleven. Maar in de verdediging van aar materiële omstandigheden blijft het gevaar van deze ideologieën voor de arbeidersklasse toch aanzienlijk.
De strijd is momenteel afgenomen in verschillende landen, maar dat betekent niet dat arbeiders ontmoedigd of verslagen zijn. De stakingsgolf in het Verenigd Koninkrijk duurde een heel jaar, terwijl de demonstraties in Frankrijk vijf maanden duurden, ondanks het feit dat de overgrote meerderheid van de arbeiders vanaf het begin wist dat de bourgeoisie niet onmiddellijk zou toegeven aan hun eisen. Week na week in Nederland, maand na maand in Frankrijk en een heel jaar in het Verenigd Koninkrijk weigerden de arbeiders de handdoek in de ring te gooien. Deze arbeidersmobilisaties hebben duidelijk laten zien dat arbeiders vastbesloten zijn om geen verdere verslechtering van hun levensomstandigheden te aanvaarden. Ondanks alle leugens van de heersende klasse zal de crisis niet ophouden: de kosten van huisvesting, verwarming en voedsel zullen blijven stijgen, ontslagen en onzekere contracten zullen blijven toenemen, regeringen zullen hun aanvallen voortzetten...
Het lijdt geen twijfel dat deze nieuwe dynamiek van de strijd nog maar aan het begin staat en dat voor de arbeidersklasse “al haar historische moeilijkheden voortduren, haar vermogen om haar eigen strijd te organiseren en nog meer om zich bewust te worden van haar revolutionaire project nog heel ver weg liggen. Maar de groeiende strijdbaarheid tegenover de harde klappen die de bourgeoisie toebrengt op de levens- en arbeidsomstandigheden is de vruchtbare bodem waarop het proletariaat zijn klasse-identiteit kan herontdekken, zich weer bewust kan worden van wat het is, van zijn kracht wanneer het strijdt, wanneer het solidariteit toont en zijn eenheid ontwikkelt. Het is een proces, een strijd die na jaren van passiviteit weer op gang komt, een potentieel dat de huidige stakingen laten doorschemeren"[3]. Niemand weet waar of wanneer belangrijke nieuwe strijd zal ontstaan. Maar het is zeker dat de arbeidersklasse overal zal moeten blijven strijden!
Miljoenen van ons die strijden, de collectieve kracht van onze klasse voelen als we schouder aan schouder staan op straat - dat is essentieel, maar het is bij lange na niet genoeg. De Franse regering trok zich terug in 2006, tijdens de strijd tegen de CPE, niet omdat er meer studenten en jongeren met onzekere contracten op straat waren, maar omdat ze de controle over de beweging hadden overgenomen van de vakbonden, door middel van soevereine, massale algemene vergaderingen die voor iedereen toegankelijk waren. Deze vergaderingen waren geen plaatsen waar arbeiders opgesloten waren in hun eigen sector of bedrijf, maar plaatsen van waaruit massale delegaties vertrokken naar de dichtstbijzijnde bedrijven om actief op zoek te gaan naar solidariteit. Vandaag de dag is het onvermogen van de arbeidersklasse om de strijd actief ter hand te nemen in een poging deze uit te breiden naar alle sectoren de reden waarom de bourgeoisie zich niet heeft teruggetrokken. Het herwinnen van haar identiteit heeft de arbeidersklasse echter in staat gesteld een begin te maken met zich eigen maken van haar verleden. In de marsen in Frankrijk wordt steeds vaker verwezen naar Mei '68 en naar de strijd van 2006 tegen de CPE. Wat gebeurde er in 1968? Hoe hebben we de regering in 2006 zover gekregen dat ze zich terugtrok? In een minderheid van de klasse is een proces van overdenking aan de gang, dat een essentieel middel is om lering te trekken uit de bewegingen van het afgelopen jaar en zich voor te bereiden op toekomstige gevechten die nog verder zullen moeten gaan dan die van 1968 in Frankrijk of die van 1980 in Polen.
Net zoals de recente strijd het product is van een proces van onderaardse rijping dat zich al enige tijd ontwikkelt, zo zullen de inspanningen van een minderheid om de lessen te trekken uit de recente strijd vruchten afwerpen in de bredere strijd die voor ons ligt. Arbeiders zullen inzien dat de scheiding van strijd, die door de vakbonden wordt opgelegd, alleen overwonnen kan worden als ze autonome organisatievormen zoals algemene vergaderingen en gekozen stakingscomités herontdekken, en als ze het initiatief nemen om de strijd uit te breiden over alle corporatistische verdelingen heen.
A & D / 13.08.2023
[1] Zie: “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [49] (mei 1990)". International Review nr. 107 (2001).
[2] Zie: "Update of the Theses on Decomposition (2023) [50]", International Review nr. 170 (2023).
[3] “Report on class struggle for the 25th ICC congress [51]”, International Review nr. 170 (2023).
Afgelopen juli werd bekend dat eind mei 2023, op initiatief van de groep Perspective Internationaliste en het Forum pour la Gauche Communiste Internationaliste "Controverses"1 [52], in Brussel een "conferentie" werd gehouden met een twintigtal deelnemers, individuen of vertegenwoordigers van politieke groeperingen die volgens de organisatoren tot "internationalistisch links" of het "links communisme" behoren. De bijeenkomst werd bijna in het geheim/clandestien gehouden, op basis van vertrouwelijke uitnodigingen en een deelnemersselectie door de organisatoren "strikt om financiële redenen" (het ligt er wel dik bovenop!). Dit lijkt wel een bijeenkomst van samenzweerders, maar tegen wie en met welk doel?
Van bij zijn oprichting en in overeenstemming met de politiek van de Communistische Linkerzijde, is de IKS altijd een fervent voorstander geweest van discussie tussen revolutionaire groepen met het oog op het confronteren en verduidelijken van hun standpunten of het innemen van gemeenschappelijke standpunten met betrekking tot de ontwikkeling van de klassenstrijd: "Met zijn nog bescheiden middelen heeft de IKS zich de lange en moeilijke taak gesteld om revolutionairen op wereldschaal te hergroeperen rond een duidelijk en samenhangend programma. De IKS verwerpt het monolithisme van de sekten en roept de communisten in alle landen op om zich bewust te worden van de enorme verantwoordelijkheden die zij hebben, om de valse ruzies die hen tegen elkaar opzetten op te geven en om de valse verdeeldheid die de oude wereld hen oplegt te overwinnen [...]. Als de meest bewuste fractie van de klasse hebben de communisten de plicht om het de weg te wijzen door zich de slogan eigen te maken: REVOLUTIONAIREN VAN ALLE LANDEN, VERENIGT U" (2 [53])
De oprichting zelf van de IKS, vooral na een voorstel van de groep Internationalisme (Verenigde Staten) in 1972 om een internationale correspondentie te beginnen, was het resultaat van een lang proces van open politieke confrontatie tussen verschillende groepen over centrale vraagstukken voor de ontwikkeling van de proletarische strijd. Later getuigt de voortrekkersrol van de IKS bij het organiseren en houden van de conferenties van de groepen van de Communistische Linkerzijde, bijeengeroepen door de groep Battaglia Comunista in de jaren 1978-1980, en recenter bij de publicatie van een "Gezamenlijke Verklaring van groepen van de Internationale Communistische Linkerzijde over de Oorlog in Oekraïne" in 2022, van het belang dat de IKS hecht aan de discussie tussen revolutionairen.
Het is echter voor de IKS altijd van wezenlijk belang geweest dat deze discussies zich op een publieke manier ontwikkelen, op grond van een duidelijke gemeenschappelijke politiek van klassenstandpunten tussen de uitgenodigde organisaties en op grond van vastomlijnde en aangekondigde doelstellingen, teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling van het klassenbewustzijn: "Het leven van revolutionaire groepen, hun discussies en hun meningsverschillen maken deel uit van het bewustwordingsproces dat zich binnen de arbeidersklasse ontwikkelt; daarom zijn we radicaal tegen elke politiek van 'verborgen discussies' of 'geheime akkoorden'". (3)
Deze Brusselse bijeenkomst was niet alleen " stiekem " georganiseerd, maar het ontbrak er ook aan enige militante ambitie. Indien er sprake was van een "convergentie van doelstellingen" (zoals de organisatoren het uitdrukken) tussen de deelnemers, dan was het zeker niet om als revolutionaire militanten een standpunt in te nemen over de cruciale uitdagingen waar de arbeidersklasse voor staat: geen gezamenlijke verklaring van deze zogenaamde "internationalisten" waarin ze een standpunt innemen ten aanzien van een belangrijke historische gebeurtenis zoals de oorlog in Oekraïne, de vernietiging en crisis van het klimaat of de economische destabilisatie. Op de top van Davos begin 2023 was de bourgeoisie duidelijker en explicieter dan zij! Geen standpuntinname betreffende de recente strijdgolf en haar perspectieven...Hoe kunnen elementen die zeggen "communisten" te zijn, zwijgen over de actuele kwesties? Voor de IKS is militante bekommernis een onontkoombaar onderdeel van een conferentie van communisten, aangezien het altijd probeert meer inzicht te krijgen in de wereldsituatie, in de crisis waarin het wereldkapitalisme is terechtgekomen en zijn vooruitzichten vanuit het klassenstandpunt van het proletariaat, alsook in de taken die dit met zich meebrengt voor revolutionaire groepen.
En hoe zit het met de dynamiek van de discussies? Er wordt ons verteld dat de deelnemers bijeenkwamen "om te praten en naar elkaar te luisteren" en dat ze "werden blootgesteld aan verschillende ideeën". Er werd echter geen gezamenlijke tekst gepubliceerd voorafgaand aan de conferentie om de doelstellingen aan te kondigen en voor te bereiden, of achteraf om het resultaat te presenteren. Voor revolutionairen is de verdieping van standpunten echter een levend proces dat een openhartige discussie van standpunten en de politieke confrontatie van meningsverschillen impliceert, voor zover deze dynamiek deel uitmaakt van het bewustwordingsproces dat zich binnen de arbeidersklasse ontwikkelt. Alleen al het naast elkaar leggen van flitsende analyses tijdens de bijeenkomst in Brussel, evenals het bewust vermijden van elke confrontatie van standpunten, onthullen dat het niet meer was dan een braderie van standpunten, een marktplaats van gepalaver waar iedereen zijn stokpaardje cultiveert, een van die academische colloquia van geleerde apen, zich gorgelend met "theorie". Kortom, het was het tegenovergestelde van de traditie van politieke confrontatie waar de Communistische Linkerzijde voor stond met als doel het verduidelijken van politieke standpunten en de kwesties die in de klassenstrijd op het spel staan.
In werkelijkheid is een vruchtbare politieke confrontatie alleen mogelijk als de politieke basis voor de bijeenkomst coherent en duidelijk is. Voor de IKS is er weliswaar "de fundamentele behoefte aan hergroepering, maar het waarschuwt ook voor overhaast handelen. We moeten elke hergroepering op basis van sentimentele gronden uitsluiten en aandringen op de noodzakelijke samenhang van programmatische standpunten als eerste voorwaarde voor hergroepering".(4) Welnu, de gemeenschappelijke basis van de bijeenkomst, vaag gedefinieerd als " weerstand, een fundamentele permanente kritische bevraging van de kapitalistische productiewijze", kan alleen maar leiden tot de grootste verwarring en de meest diepgaande onenigheid over het raamwerk om de situatie te bepalen waarin het kapitalisme zich bevindt (in verval of niet? en sinds wanneer?), een centrale vraag voor het verdedigen van oriëntaties voor de proletarische strijd. Maar ook over de situatie en de mogelijkheden van de arbeidersklasse en vooral over haar manier van organiseren. Wat de laatste vraag betreft, het belang van revolutionairen, hun rol en hun organisatie werd volledig genegeerd op deze bijeenkomst.
Maar bij nader inzien bestaat er tussen de meeste deelnemers toch een onmiskenbare gemeenschappelijke basis, die ze ongetwijfeld liever in de schaduw houden: namelijk de overtuiging dat het marxisme en de verworvenheden van de Communistische Linkerzijde van de afgelopen honderd jaar achterhaald zijn en "aangevuld" of zelfs "overtroffen" moeten worden door een beroep te doen op verschillende anarcho-radenistische, modernistische of radicaal-ecologische theorieën. Daarom noemen ze zichzelf "pro-revolutionairen" en zien ze zichzelf als een soort "vriendenkring voor de verspreiding van de revolutie" en niet langer als militanten en organisaties die voortkomen uit de historische strijd van de arbeidersklasse. Als gevolg daarvan is hun onuitgesproken maar werkelijke doel om de lessen van de laatste 55 jaar arbeidersstrijd en de resultaten van honderd jaar strijd door de internationalistische communistische linkerzijde bij het grof vuil te zetten en haar organisatorische verworvenheden ter discussie te stellen: te weten de militante opvatting van de communistische politieke organisatie als het product van de historische strijd van het proletariaat en als de politieke voorhoede in de strijd, om plaats te maken voor de visie van een kring van intellectuelen die nadenken over de toekomst van de mensheid en dromen van een revolutionaire impact daarop.
Kortom, deze bijeenkomst was dus wel degelijk een "samenzwering" bedoeld om de standpunten en de strijd van de internationalistische communistische linkerzijde in diskrediet te brengen en te ontwaarden, om haar "verouderde" politieke en organisatorische verworvenheden te vervangen door de theoretische rookgordijnen en het organisatorische eigenbelang van een zogenaamde "pro-revolutionaire" pool. In het licht van dergelijk destructief "revisionisme" was het beslist niet vanwege een vergissing of een "gebrek aan ruimte" of "financiering", zoals zij suggereren, dat de initiatiefnemers de IKS niet hebben uitgenodigd voor deze conferentie. Integendeel, dit hebben zij bewust en weloverwogen gedaan: het doel was om de politieke confrontatie te vermijden die de IKS onvermijdelijk zou hebben gezocht door het bedrog aan de kaak te stellen. Het voornaamste doel van deze "Potemkin"-conferentie, waar de meeste deelnemers zich volledig in kunnen vinden, is namelijk niet om de standpunten te verduidelijken en te verdiepen, maar veeleer om een nep links communisme naar voren te schuiven, om een verleidelijk lokkertje op te zetten dat vooral dient om de elementen die op zoek zijn naar een revolutionair perspectief te misleiden. Zij dragen zo bij aan het opwerpen van een "cordon sanitaire" om te voorkomen dat deze zoekende elementen zich aansluiten bij de standpunten van de Communistische Linkerzijde en in het bijzonder bij die van de IKS.
Dit bedrog is het tegendeel van een instrument voor de proletarische strijd; het is een belemmering die tot doel heeft de ontwikkeling en versterking van de revolutionaire voorhoedes te verhinderen.
IKS 15 september 2023
1 [54]) internationalistperspective.org [55] [1] en www.leftcommunism.org [56] [2].
2 [57])IKS-manifest [58] [3], januari 1976
3 [59]) "Internationale bijeenkomst bijeengeroepen door de PCI-Battaglia Comunista [60] [4]", International Review nr. 10 (1977).
4 [61]) Ibid.
De burgerlijke campagne voor de verkiezingen van de Tweede Kamer (het parlement) is in volle hevigheid losgebarsten. Alle partijen hebben inmiddels hun verkiezingsprogramma en hun kandidatenlijsten gepresenteerd. Volgens de peilingen wordt het behoorlijk spannend en komt er mogelijk een aardverschuiving in het parlement waarbij het zelfs niet is uitgesloten dat de vijf populistische partijen, die nu nog zo’n 25 Kamerzetels bezetten, na de verkiezingen van 22 november samen meer dan 75 Kamerzetels binnenhalen en een meerderheid in het parlement gaan vormen.
Deze opmars van het populisme geen typisch Nederlands verschijnsel, het is iets wat we in de hele wereld zien met als bekendste voorbeelden Bolsonaro in Brazilië, Trump in de Verenigde Staten, en Modi in India. Ook in Europa zijn er al regeringen die worden gedragen door populistische partijen, zoals in Italië, in Hongarije, en in Polen.
Deze extreme versplintering van het politieke toneel in Nederland (in het parlement zitten bijna 20 partijen) is een uitdrukking van het verlies van controle door de bourgeoisie over haar politiek apparaat. Lange tijd was de Nederlandse politiek, geleid door Marc Rutte, een toonbeeld van stabiliteit en slaagde de bourgeoisie erin de populistische groei redelijk onder controle te houden. Maar de afgelopen twee jaar is de politieke situatie danig verslechterd.
In 2021 had de bourgeoisie al ontstellend veel moeilijkheden om een nieuwe regering samen te stellen. Maar toen deze eindelijk toch gevormd was, schreven we dat “De huidige moeilijkheden van de Nederlandse bourgeoisie om een nieuwe stabiele regering te vormen, die de natie door de huidige en de komende stormen kan leiden, brengt op treffende wijze tot uitdrukking de tendens van het ‘ieder voor zich’, [met] de kortetermijnpolitiek, die in de fase van de ontbinding steeds meer begint te overheersen”. [1]
Het besluit van M Rutte om zijn eigen regering ten val te brengen en zich terug te trekken uit de politiek, gevolgd door de politieke leiders van nagenoeg alle andere traditionele partijen, waardoor de populistische vloedgolf min of meer vrij baan krijgt, opent een nieuwe fase in de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich' op politiek vlak. De huidige situatie is daarmee onnoemelijk veel ernstiger dan bijvoorbeeld in 2001 toen de Lijst Pim Fortuyn (LPF) haar opmars maakte: de ‘aftakeling’ van de traditionele partijen is, zowel in kwantiteit (aantal zetels) als in kwaliteit (omvang van de schandalen), nu veel verder gevorderd. Bovendien is er nu niet één populistische partij die de aanval opent op de politieke hoofdstad, maar drie grotere vergezeld van enkele kleinere.
Het populisme is een typisch verschijnsel van de huidige fase van de ontbinding [2] van het kapitalisme en de duidelijkste uitdrukking van het verlies van controle van de bourgeoisie over haar politieke spel. Dit was de afgelopen 20 jaar al duidelijk te zien, toen de bourgeoisie in Nederland er nog nauwelijks in slaagde om een verkiezingsuitslag te ‘regelen’ die nodig was om een regering te kunnen vormen, die in staat is haar belangen te verdedigen. Door het populisme nu alle ruimte te geven om aan invloed te winnen, verslechtert situatie slechts en wordt de kans om wel een stabiele regering te vormen nog veel kleiner. Het populisme is in wezen immers niet veel meer dan een soort van revolte tegen de politieke elite en biedt geen alternatief perspectief voor het beheer van het kapitalisme. De politiek van deze partijen kan, “als ze hun programma's uitvoeren, alleen maar leiden tot een soort vandalisme dat de instabiliteit (...) slechts verergert” [3]. Kortom: de onberekenbaarheid en instabiliteit van de populistische partijen zal de politieke situatie voor de bourgeoisie alleen maar hachelijker en chaotischer maken.
Het populisme tast ook de traditionele beheerpartijen ernstig aan. Zo dreigt het Christen-Democratische Appel (CDA) gedecimeerd te worden. Deze partij, die in het verleden goed was voor enkele tientallen Kamerzetels en jarenlang een spil was van de Nederlandse politiek, is uitgehold door het populisme. Met de komende verkiezingen dreigt het terug te zakken tot een onbetekenende partij van 5 zetels of minder. Prominenten als Mona Keijzer en Pieter Omtzigt zijn respectievelijk overgestapt naar de populistische BoerBurgerBeweging (BBB) en Nieuw Sociaal Contract (NSC). Een groot aantal andere leden van het CDA heeft intussen ook het zinkende schip verlaten en de overstap naar naar een populistische partij gemaakt.
Om de Nederlandse economie in de moordende internationale concurrentieslag overeind te houden, heeft de bourgeoisie een stabiele regering nodig, die in staat is knopen door te hakken en ingrijpende beslissingen te nemen. Maar het politieke kader van de populistische partijen, dat veel is meer aangetast door de effecten van de ontbinding, is “er helemaal niet op voorbereid het bestuur van de staat over te nemen. (...) De economische en politieke keuzemogelijkheden, naar voren gebracht door het populisme, kunnen nimmer een realistische optie zijn voor het bestuur van het nationale kapitaal” [4].
Dit betekent echter niet dat de Nederlandse bourgeoisie bij de pakken blijft neerzitten. Van de nood een deugd makend, wendt ze de politieke chaos aan om de arbeiders wijs te maken dat deze verkiezingen gaan om fundamentele keuzes en om een ‘nieuw elan’ aan de democratie geven.
Zo bezetten de populistische partijen en andere combinaties tezamen zo goed als het hele politieke spectrum om alle mogelijke proteststemmen een kans te geven.
De drie grotere populistische partijen spreken elk een deel van de kiezers aan: de Partij Voor Vrijheid (PVV) met het verhaal over minder asielzoekers; de BBB met het verhaal over de uitwassen van de groene politiek; NSC met het verhaal over een eerlijke politiek en geen compromissen. Daarnaast is er aan de andere kant van het politieke spectrum een nieuwe anti-populistische pool tot stand gekomen, PvdA-GroenLinks, die met de ‘vuist voor een groen en sociaal Nederland’ ook probeert ontevreden kiezers voor zich te winnen.
Een bijkomend element dat de campagne kan aanjagen is het feit dat zo ongeveer de helft van de partijen de verkiezingen ingaan met een nieuwe partijleider, waarbij Frans Timmermans, die de combinatie PvdA-GroenLinks aanvoert, wel een van de meest prominente is. Nieuwe partijleiders wekken nieuwe verwachtingen en kunnen de illusies in de parlementaire vertegenwoordiging nieuw leven inblazen. Daarnaast hebben alle politieke partijen tezamen, de BBB en NSC niet meegerekend, ook de helft van hun kandidaten vervangen door nieuwe.
De opkomst van de populistische partijen is een uitdrukking van een verrotting van het politieke apparaat van de bourgeoisie. Maar de bourgeoisie zal geen heersende klasse zijn als ze die verrotting niet gebruikt in haar eigen voordeel (en natuurlijk tegen de arbeidersklasse). Het is dankzij diezelfde populistische partijen, die zich presenteren als een nieuw alternatief voor de gevestigde partijen, dat de valstrik van de verkiezingen nieuw leven wordt ingeblazen, “zowel via de kiezers die ze zelf mobiliseren als via degenen die tegenstemmers mobiliseren. Hoewel ze deels het gevolg zijn van de groeiende ontgoocheling over de traditionele partijen, kunnen ze ook helpen om het imago van deze laatsten te versterken” [5].
Kortom, de bourgeoisie haalt alles uit de kast om te proberen de arbeidersklasse aan te trekken en te mobiliseren voor haar verkiezingen.
De verkiezingen zijn een mechanisme om de klasseheerschappij van de bourgeoisie te legitimeren, die haar klassemacht voorstelt als de macht van het volk. In die zin is het een omvangrijke misleidingscampagne, vooral gericht tegen de arbeidersklasse [6]. Ze probeert de arbeiders te doen geloven dat er niets beters is dan de parlementaire democratie en haar over te halen de klassestrijd op te geven, en precies op het moment dat de Nederlandse arbeiders in de eerste maanden van 2023 met een massale stakingsgolf lieten zien dat ze genoeg hadden van de meedogenloze bezuinigingen die ze moesten accepteren om het concurrentievermogen van de nationale economie zeker te stellen.
De arbeiders moeten zich echter geen illusies maken: welke partijen er ook op 22 november winnen, en of ze in de regering zitten of in het parlement, ze zullen geen oplossing brengen. Want de grote problemen van de ontbinding van het kapitalisme (klimaatopwarming, vluchtelingenstromen, economische crisis, de oorlog, als belangrijke katalysator voor alle andere genoemde problemen) kunnen binnen het kapitalisme niet opgelost worden en al helemaal niet door iedere nationale bourgeoisie afzonderlijk. Het medicijn dat de bourgeoisie toedient, zal de ziekte van de patiënt alleen maar verergeren.
Daarnaast zullen alle maatregelen die de bourgeoisie neemt, in een poging om de accumulatie van crises te bezweren, gepaard gaan met ingrijpende aanvallen op de levensvoorwaarden van de arbeidersklasse en andere niet-uitbuitende lagen in de maatschappij. Des te meer een reden voor de arbeidersklasse om het hele verkiezingscircus te negeren en zich te concentreren op de verdediging van haar materiële omstandigheden, zowel op het werk als thuis, zowel als werkende en als werkloze. Het is alleen in deze strijd tegen de economische aanvallen van de regering en de ondernemers dat ze een revolutionaire strijd kan ontwikkelen tegen dit systeem van uitbuiting en onderdrukking. De arbeidersklasse is de enige kracht in de maatschappij die dat vermogen heeft. Alleen zij kan, door de omverwerping van de heerschappij van de bourgeoisie, de vernietiging van de kapitalistische staat, met inbegrip van de parlementaire democratie, het tij keren dat onder het beheer van het kapitalisme onverbiddelijk naar de vernietiging leidt.
Dennis/ 14.10.2023
De spanningen bereiken overal het kookpunt door de gruwelijk gewelddadige botsingen tussen het Hamas-regime in Gaza en de staat Israël. In beide kampen heerst een sfeer van hysterie. Als wraak voor de terreuraanslag door Hamas hebben gewapende joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever in deze eerste week van de oorlog al vijf Palestijnen gedood, terwijl het Israëlische leger massaal de Gazastrook uitroeit. In zo'n benauwde atmosfeer is het erg moeilijk om de internationalistische weg te volgen die weigert te kiezen voor de ene of de andere kant. Het vereist moed om publiekelijk een consistent proletarisch perspectief te verdedigen.
Maar gelukkig zijn er enkele internationalistische stemmen die zich laten horen. Zelfs als we niet alle standpunten in hun artikelen delen, vormen ze een licht in de duisternis van de huidige barbarij die door de internationale bourgeoisie wordt ontketend.
Onder deze stemmen zijn er twee andere organisaties van de Kommunistische Linkerzijde. De eerste is de Internationalistische Communistische Tendens met de verklaring “The Latest Butchery in the Middle East is Part of the March to Generalised War [68]”. De tweede is Il Partito Comunista met het artikel “War in Gaza, Against the imperialist warfare, for the revolutionary class warfare [69]”.
Maar er zijn ook minstens twee anarchistische groepen die een internationalistisch standpunt hebben gepubliceerd tegen de gruweldaden van het kapitalisme in het Midden-Oosten. De eerste is de Anarchist Communist Group die het artikel “Neither Israel nor Hamas! [70]” heeft gepubliceerd. Het andere artikel is van het Anarcom Network en heet “Neither one State nor two States! No ‘State’ will end the slaughter of our Class!” [71]
Dus ondanks de oorverdovende campagne van de regeringen van de VS, het VK en anderen, en van burgerlijk links om de ‘Palestijnse zaak’ te steunen, zijn verschillende organisaties in Europa en Noord-Amerika trouw gebleven aan de internationalistische principes van het wereldproletariaat.
We zullen te zijner tijd terugkomen op enkele van de standpunten die de verschillende groepen hebben ingenomen.
WR 14.10.23Sinds 2020 vindt de ene staatsgreep na de andere plaats in West- en Centraal-Afrika, van Guinee tot Gabon, via Mali, tot aan Burkina Faso en Niger. Om nog maar te zwijgen van de ‘constitutionele staatsgrepen’ die ook in Ivoorkust en Tsjaad hebben plaatsgevonden.
In Mali, Burkina Faso en Niger zijn de door Frankrijk gesteunde corrupte en bloeddorstige regimes omvergeworpen door (al even corrupte en bloeddorstige) militaire facties onder het gejuich van mensenmassa’s die het zat zijn om uitgehongerd te worden door gewetenloze roofdieren en hun westerse handlangers. Maar de demonstranten houden zichzelf voor de gek: noch de coupplegers, noch de kandidaten die in de rij staan om Frankrijk te vervangen in zijn traditionele invloedssfeer (Wagner-groep, China, enz.) zijn begaan met het lot van de bevolking. Integendeel, deze putches zijn de uitdrukking van een versnelde destabilisatie van de regio en de voorbode van steeds meer ellende.
De Sahel-regio, waarin Niger een centrale plaats inneemt, wordt gekenmerkt door toenemende instabiliteit die met name wordt veroorzaakt door de acute economische nood van de bevolking, de verslechtering van de veiligheidssituatie, de snelle bevolkingsgroei, de massale verplaatsing van migranten (4,1 miljoen ontheemden alleen al in 2022) en de verschrikkelijke verslechtering van het milieu.
De Sahel-regio als geheel heeft te maken met een verwoestende toename van aanvallen door islamitische gewapende groeperingen, die profiteren van de poreuze en uitgestrekte grenzen. In de afgelopen vijf jaar is het aantal ‘veiligheidsincidenten’ in de centrale Sahel verzesvoudigd en het aantal doden bijna verachtvoudigd. Deze terroristische groepen vallen regelmatig staatsinstellingen aan, richten zich op dorpsgemeenschappen en blokkeren stedelijke centra door wegen en aanvoerlijnen af te snijden. Burkina Faso, Mali en Niger behoren tot de tien landen die het meest door terrorisme worden getroffen.
Volgens de State Fragility Index behoren de Sahellanden tot de 25 meest kwetsbare staten. De meeste van deze regeringen zijn niet in staat om hun grondgebied te controleren. In Burkina Faso controleren gewapende islamistische groepen bijvoorbeeld tot 40% van het grondgebied. Ondanks de ‘steun’ van de Wagner-groep aan de Malinese regering heeft Islamitische Staat (IS) zijn grondgebied in dat land in een jaar tijd verdubbeld.
Na Mali en Burkina Faso werd het Franse imperialisme, onder het gejoel van demonstranten, gedwongen Niger met wapens en bagage te evacueren. Niger werd beschouwd als een ‘veilig land’ waarop verschillende imperialistische machten, met name Frankrijk en de Verenigde Staten, vertrouwden om hun verschillende belangen te beschermen: "Niger, dat grenst aan Libië, is sindsdien een belangrijke geopolitieke locatie geworden voor zijn minerale rijkdommen, waaronder uranium en olie, en voor de doorgang van migranten naar Europa [...]. Het leger van Niger leek aantrekkelijker en strijdbaarder voor de Amerikanen, die twee luchtmachtbases met drones installeerden in Niamey en Agadez, die informatie verstrekken aan de Barkhane strijdmacht, maar niet aan de staten van de Sahel zelf" [1] (1).
Maar in tegenstelling tot wat de burgerlijke pers beweert, is deze staatsgreep (net als de recente staatsgrepen in Mali en Burkina Faso) geen simpele verandering van bondgenootschap, zoals we die tijdens de Koude Oorlog hebben gezien, waarbij de coupplegers liever met Rusland of China te maken hebben dan met westerse landen. In werkelijkheid is hij de uitdrukking van een scherpe versnelling in de ontbinding van de burgerlijke maatschappij, die de neiging heeft om de zwakste schakels van het kapitalisme in een absolute chaos te storten.
In plaats van een imperialistische heroriëntatie ten gunste van een nieuwe ‘partner’, zien we vooral totaal onverantwoordelijke burgerlijke groeperingen die gebruik maken van de destabilisatie van regeringen en de kwetsbaarheid van staten om ‘hun geluk te beproeven’. Ze nemen elke retoriek over die hen in staat stelt om aan de macht te komen en zijn bereid om bondgenootschappen te sluiten met iedereen die hen kan steunen. In Niger werd de staatsgreep openlijk uitgevoerd tegen de voormalige koloniale macht, met de steun van de Wagner-groep, het destabiliseringswapen van Rusland. Maar niemand kan uitsluiten dat de junta, die aan de macht is, terugkrabbelt en uiteindelijk besluit met Frankrijk te gaan onderhandelen.
Vandaag zijn de grote imperialistische machten niet begaan met het lot van het volk of de instandhouding van ‘democratisch verkozen’ regeringen (wat een enorme grap!), maar met de gevolgen van de staatsgrepen voor de verdediging van hun eigen smerige belangen. In Gabon bijvoorbeeld verdreven de coupplegers Ali Bongo, een groot verdediger van de Franse belangen, uit zijn ambt zonder de enorme Franse invloed in het land ter discussie te stellen... Deze staatsgreep werd door de westerse pers dan ook omschreven als een ‘aanpassing’ en wekte geen ‘sterke emoties’ op in de Quai d'Orsay. In Niger daarentegen werden de coupplegers bedreigd met economische sancties en militair ingrijpen.
Maar de reactie van de grote imperialistische haaien vond ook plaats in een context waar het ‘ieder voor zich’ regeert. Parijs probeerde onmiddellijk een militaire interventie te organiseren, maar toonde opnieuw haar machteloosheid. Macron probeerde zijn spierballen te tonen door te beweren dat hij ‘hardnekkig’ en ‘onbuigzaam’ is als het gaat om de ‘terugkeer naar de legaliteit’, hoewel alles erop wijst dat hij daar de middelen niet voor heeft: "Frankrijk dringt er bij ECOWAS op aan om in te grijpen, samen met zijn bondgenoot in deze zaak, Nigeria. Maar het probeert ook zijn Europese partners aan boord te krijgen. Het probleem is dat de Duitsers niet overtuigd zijn van de voordelen van een interventie, net als de Italianen, die de tragische fouten van Frankrijk in Libië nog niet vergeten zijn. De Verenigde Staten willen vasthouden aan hun posities in Niger"[2] (2). Terwijl "Franse diplomaten en militaire officieren bitter wezen op het ‘duistere spel’ van Washington in Niger, waarin niet eens het woord ‘staatsgreep’ werd gebruikt [...] antwoordde een Amerikaanse generaal: ‘We vechten vanuit Niger tegen de invloed en druk van Rusland, via Wagner, en China. En tegen het internationale terrorisme in de Sahel’.”[3] (3)
De chaos in Niger is zo hevig en het onvermogen van het Westen om eensgezind op te treden zo flagrant, dat het de imperialistische mogendheden zelfs dwingt om hun posities ter plaatse te herzien om niet te veel ‘veren’ te verliezen. Dit geldt voor Washington, dat Niger als een centrale pion ziet in zijn strijd tegen Chinese en Russische invloed in de regio, maar niet zeker weet of het op de putschisten kan rekenen.
Om het duidelijk te stellen: "In Niger is het Westen niet in een positie om een invasie te steunen, zelfs niet als die wordt geleid door regionale staten die zelf nood hebben binnenlandse legitimiteit. In ieder geval zouden deze staten worden beschouwd als een verlengstuk van de Westerse leiding"[4] (4). Bovenal herinnert ‘het Westen’ zich ongetwijfeld zijn rampzalige militaire interventie in Libië in 2011, waarvan een van de gevolgen de verspreiding was van ‘jihadistisch terrorisme’ door de Sahel en de ineenstorting van een staat in een situatie die nog steeds niet ontrafeld is.
Alle imperialisten die in de Sahel aanwezig zijn, herpositioneren zich daarom om hun belangen beter te verdedigen, zelfs als dat betekent dat de chaos wordt versneld en de imperialistische turbulentie wordt geaccentueerd.
Amina, 25 september 2023
[1] « Niger : toute la région plonge dans le chaos », Courrier international n° 1710 (10 Augustus 2023).
[2] Le Canard enchaîné (16 Augustus 2023).
[3] Le Canard enchaîné (23 Augustus 2023).
[4] « Niger : “Il est temps de rompre avec la pratique du paternalisme envers les Africains… », Le Monde (20 Augustus 2023).
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 330.48 KB |
“We moeten zeggen dat het nu genoeg is! Niet alleen wij, maar de hele arbeidersklasse van dit land moet op een gegeven moment zeggen dat genoeg genoeg is” (Littlejohn, onderhoudssupervisor in de geschoolde beroepen in de stansfabriek van Ford in Buffalo, Verenigde Staten).
Deze Amerikaanse arbeider vat in één zin samen wat rijpt in het bewustzijn van de hele arbeidersklasse, in elk land. Een jaar geleden brak in het Verenigd Koninkrijk de ‘Zomer van Woede’ uit. Door “Genoeg is genoeg” te scanderen, trapten de Britse arbeiders na meer dan dertig jaar stagnatie en berusting opnieuw de strijd af.
Deze oproep werd ook buiten de grenzen gehoord. Van Griekenland tot Mexico ontwikkelden zich in de tweede helft van 2022 en het begin van 2023 stakingen en demonstraties tegen dezelfde ondraaglijke aftakeling van onze levens- en werkomstandigheden
Halverwege de winter werd in Frankrijk een volgende stap gezet: de arbeidersklasse nam het idee over dat “op een moment genoeg genoeg is”. Maar in plaats van het vermeerderen van lokale en corporatistische strijdhaarden, geïsoleerd van elkaar, waren ze in staat om zich met miljoenen te verzamelen in de straten. Aan de noodzakelijke strijdlust werd de kracht van massaliteit toegevoegd. En nu proberen de arbeiders in de Verenigde Staten de fakkel van de strijd over te nemen en wat verder te dragen.
De sociale beweging die op dit moment ‘s werelds grootste economische macht in vuur en vlam zet, wordt omgeven door een ware media black-out. En met reden: in een land dat al tientallen jaren geteisterd wordt door armoede, geweld, drugs, racisme, angst en individualisme, laten deze stakingen zien dat er een heel andere weg mogelijk is.
De kern van al deze stakingen wordt gevormd door een oprechte golf van solidariteit onder de arbeiders: “We hebben er allemaal genoeg van: de uitzendkrachten hebben er genoeg van, werkers met een lange staat van dienst zoals ik hebben er genoeg van... want deze uitzendkrachten zijn onze kinderen, onze buren, onze vrienden” (dezelfde werknemer uit New York). Dit is hoe de arbeiders de rijen sluiten, tussen de generaties: de ‘ouderen’ staken niet alleen voor zichzelf, maar vooral voor de ‘jongeren’ die onder nog slechtere arbeidsomstandigheden en nog lagere lonen lijden.
Geleidelijk groeit er een gevoel van solidariteit in de arbeidersklasse naarmate we ons realiseren dat we “allemaal in hetzelfde schuitje” zitten: “Al deze groepen zijn geen afzonderlijke bewegingen, maar een collectieve roep: we zijn een stad van arbeiders - arbeiders en bedienden, vakbondsleden en niet-vakbondsleden, immigranten en autochtonen” (Los Angeles Times).
De huidige stakingen in de Verenigde Staten brengen veel meer samen dan alleen de betrokken sectoren. “Het Stellantis-complex in Toledo, Ohio, gonsde van het gejuich en getoeter bij het begin van de staking” (The Wall Street Journal). “Autogetoeter ondersteunt de stakers aan de poort van de fabriek van de autofabrikant in Wayne, Michigan” (The Guardian).
De huidige stakingsgolf is van historisch belang:
scenarioschrijvers en acteurs in Hollywood staken voor het eerst in 63 jaar samen;
verpleegkundigen van de privésector in Minnesota en Wisconsin hebben de grootste staking in hun geschiedenis gehouden;
gemeentearbeiders in Los Angeles staakten voor het eerst in 40 jaar;
arbeiders van de ‘Grote Drie’ (General Motors, Ford, Chrysler) voeren een ongekende gemeenschappelijke strijd;
de werkers van Kaiser Permanente, in staking in verschillende staten, hielden de grootste demonstratie ooit georganiseerd in de gezondheidssector.
We zouden hier ook de vele stakingen van de afgelopen weken aan toe kunnen voegen bij Starbucks, Amazon en McDonald’s, in luchtvaart- en spoorwegfabrieken, of de staking die zich geleidelijk heeft uitgebreid naar alle hotels in Californië... allemaal arbeiders die strijden voor een fatsoenlijk loon tegenover een razendsnelle inflatie waardoor ze in armoede vervallen.
Met al deze stakingen laat het Amerikaanse proletariaat zien dat het ook voor arbeiders in de private sector mogelijk is om te vechten. In Europa waren het tot nu toe vooral de werknemers in de publieke sector die in opstand kwamen, omdat de angst om hun baan te verliezen een doorslaggevende rem was voor werknemers in privaat bedrijven. Maar tegenover de steeds ondraaglijker omstandigheden van uitbuiting, zullen we allemaal aangezet worden om te vechten. De toekomst is aan de klassenstrijd in alle sectoren, samen en verenigd!
De woede neemt weer toe in Europa, Azië en zelfs in Oceanië. China, Korea en Australië hebben sinds de zomer ook te maken met een opeenvolging van stakingen. In Griekenland heeft een sociale beweging eind september de transport-, onderwijs- en gezondheidssector bijeengebracht om te protesteren tegen een voorgestelde arbeidshervorming om het werk flexibeler te maken. Op 13 oktober starten er weer demonstraties in Frankrijk, over de kwestie van de lonen. Ook in Spanje begint een wind van woede te waaien: op 17 en 19 oktober zijn er stakingen in het vrij onderwijs; op 24 oktober een staking in het openbaar onderwijsnet; op 25 oktober een staking van de gehele Baskische openbare diensten; op 28 oktober een demonstratie van gepensioneerden, enzovoort. Deze stakingsaanzeggingen doet de Spaanse pers uitkijken naar “een nieuwe hete herfst”.
Deze lijst geeft niet alleen de groeiende ontevredenheid en strijdbaarheid van onze klasse aan. Het onthult ook de grootste zwakte van onze beweging op dit moment: ondanks de groeiende solidariteit blijven onze gevechten de een van de andere gescheiden. Onze stakingen vinden weliswaar gelijktijdig plaats, zelfs zij aan zij, soms in demonstraties, maar we gaan niet echt samen de strijd aan. We zijn niet verenigd, we zijn niet georganiseerd als één maatschappelijke kracht, in één en dezelfde strijd.
De huidige stakingsgolf in de Verenigde Staten is hier nog een flagrante demonstratie van. Toen de beweging in de ‘Grote Drie’ van start ging, bleef de staking beperkt tot drie ‘aangewezen’ fabrieken: Wentzville (Missouri) voor GM, Toledo (Ohio) voor Chrysler en Wayne (Michigan) voor Ford. Deze drie fabrieken liggen duizenden kilometers uit elkaar, waardoor het voor de arbeiders onmogelijk was om samen te komen en echt samen te vechten.
Waarom deze spreiding? Wie heeft deze versnippering georganiseerd? Wie omlijst officieel deze arbeiders? Wie organiseert de sociale bewegingen? Wie zijn de ‘specialisten van de strijd’, wie de wettelijke vertegenwoordigers van de arbeiders? De vakbonden! Overal ter wereld spreiden en verdelen ze de reactie van de arbeiders.
Het was de UAW, een van de belangrijkste vakbonden in de Verenigde Staten, die deze drie fabrieken heeft ‘aangewezen’! Het is de UAW die, terwijl ze de beweging valselijk “sterk, verenigd en massaal” noemt, de staking opzettelijk beperkt tot slechts 10% van de aangeslotenen bij de vakbond, terwijl alle arbeiders luidkeels verkondigen dat ze een algehele staking willen. Wat deden de vakbonden toen de arbeiders van Mack Truck (Volvo trucks) probeerden zich aan te sluiten bij de strijd van de ‘Grote Drie? Ze haastten zich om een overeenkomst te tekenen om deze staking te beëindigen! In Hollywood, toen de staking van acteurs en scenarioschrijvers al maanden aan de gang was, werd er net op het moment dat de auto-arbeiders zich bij de beweging aansloten een overeenkomst getekend tussen patronaat en vakbond.
Zelfs in Frankrijk, tijdens demonstraties die miljoenen mensen samenbrengen in de straten, hakken de vakbonden de demonstraties in mootjes door ‘hun’ vakbondsleden gegroepeerd per sector te laten opstappen, niet samen maar achter elkaar, zodat er geen samenkomst of discussie mogelijk is.
In de Verenigde Staten, in het Verenigd Koninkrijk, in Frankrijk, in Spanje, in Griekenland, in Australië en in elk ander land, als we een einde willen maken aan deze georganiseerde verdeeldheid, als we echt verenigd willen zijn, als we elkaar tegemoet willen treden, ons aan elkaar optrekken, onze beweging willen uitbreiden, dan moeten we de controle over de strijd uit handen van de vakbonden nemen. Dit is onze strijd, de strijd van de hele arbeidersklasse!
Waar we maar kunnen, moeten we samenkomen in open, massale, zelfstandige algemene vergaderingen, die echt beslissen over het verloop van de beweging. Algemene vergaderingen waarin we zo breed mogelijk de algemene noden van de strijd en de eisen die ons het meest verenigen bespreken. Algemene vergaderingen van waaruit we in massale delegaties naar andere klassebroeders en -zusters trekken, naar de arbeiders in de dichtstbijzijnde fabriek, ziekenhuis, school of kantoor.
Geplaatst tegenover de verarming, de opwarming van de aarde, het politiegeweld, racisme, geweld tegen vrouwen... zijn er in de afgelopen jaren andere soorten reacties geweest: de ‘gele hesjes’ demonstraties in Frankrijk, klimaat manifestaties zoals ‘Youth for climate’, protesten voor gelijkheid zoals ‘Black Lives Matter’ of ‘MeToo’, of de woede-uitbarstingen zoals tijdens de rellen in de Verenigde Staten, Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk.
Maar het oogpunt van al deze acties gaat over het opleggen van een eerlijkere, rechtvaardigere, menselijkere en groenere vorm van kapitalisme. Daarom zijn al deze reacties voor de regeringen en de bourgeoisie in het algemeen zo gemakkelijk te recupereren en aarzelen ze niet om al deze ‘burgerbewegingen’ te promoten. Trouwens, de vakbonden en alle politici doen er alles aan om ook de eisen van de arbeiders te beperken tot het strikte kader van het kapitalisme, door een betere verdeling van de rijkdom tussen ondernemers en werkers de nadruk te geven. “Nu de industrie zich herstelt, zouden [de arbeiders] in de winsten moeten delen” verklaarde zelfs Biden, de eerste Amerikaanse president die zich op een stakingspost bevond.
Maar door de strijd aan te gaan tegen de gevolgen van de economische crisis, tegen de door de staten opgezette aanvallen, tegen de offers opgelegd door de ontwikkeling van de oorlogseconomie, komt het proletariaat in opstand, niet als burgers die ‘rechten’ en ‘rechtvaardigheid’ eisen, maar als uitgebuiten tegen hun uitbuiters en, uiteindelijk, als klasse tegen het klassesysteem zelf. Daarom draagt de internationale dynamiek van de strijd van de arbeidersklasse de kiem in zich van een fundamentele uitdaging aan het hele kapitalisme.
In Griekenland legden demonstranten tijdens de actiedag op 21 september tegen de hervorming van de arbeidsvoorwaarden een verband tussen deze aanval en de ‘natuurrampen’ die het land deze zomer hebben geteisterd. Aan de ene kant vernietigt het kapitalisme de planeet, vervuilt het, verergert het voortdurend de klimaatopwarming, ontbost het, betonneert het, droogt het land uit en veroorzaakt het overstromingen en branden. Aan de andere kant schrapt het de banen die vroeger de natuur onderhielden en mensen beschermden en bouwt het liever oorlogsvliegtuigen dan brandblusvliegtuigen.
De arbeidersklasse vecht niet alleen tegen de aantasting van hun leef- en werkomstandigheden, maar is ook bezig met een veel bredere overdenking op dit systeem en zijn toekomst. Een paar maanden geleden zagen we tijdens demonstraties in Frankrijk protestborden verschijnen tegen de oorlog in Oekraïne, met een weigering de broekriem aan te halen in naam van deze oorlogseconomie: “Geen geld voor oorlog, geen geld voor wapens, geld voor lonen, geld voor pensioenen”.
De economische crisis, de ecologische crisis en de barbaarsheid van de oorlog, allemaal zijn het symptomen van de dodelijke dynamiek van het wereldwijde kapitalisme. De stortvloed van bommen en kogels op de mensen in Israël en Gaza op het moment dat we deze regels schrijven, terwijl de bloedbaden in Oekraïne doorgaan, is een zoveelste illustratie van de neerwaartse spiraal waarin het kapitalisme de maatschappij meesleurt en het leven van de hele mensheid bedreigt!
Het groeiende aantal stakingen laat zien dat twee werelden botsen: de burgerlijke wereld van competitie en barbaarsheid en de wereld van solidariteit en hoop van de arbeidersklasse. Dit is de diepe betekenis van onze huidige en toekomstige strijd: de belofte van een andere toekomst, zonder uitbuiting of maatschappelijke klassen, zonder oorlog of grenzen, zonder vernietiging van de planeet of het streven naar winst.
Internationale Kommunistische Stroming
8 oktober 2023
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_378_klweb_0.pdf
[2] https://nl.internationalism.org/tag/4/72/griekenland
[3] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/treinongeluk-griekenland
[4] https://nl.internationalism.org/content/1655/de-versnelling-van-de-kapitalistische-ontbinding-stelt-openlijk-de-kwestie-van-de
[5] https://nl.internationalism.org/tag/4/95/rusland-kaukasus-centraal-azie
[6] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlog-oekraine-1
[7] https://www.leftcom.org/en/articles/2022-08-15/wildcat-strikes-in-the-uk-getting-ready-for-a-hot-autumn
[8] https://www.leftcom.org/en/articles/2023-01-11/notes-on-the-uk-strike-wave
[9] https://www.leftcom.org/en/articles/2010-03-01/unions-whose-side-are-they-on
[10] http://www.leftcom.org/en/articles/2023-03-03/unite-the-strikes
[11] https://www.leftcom.org/en/articles/2015-06-07/spanish-telecom-workers-on-all-out-strike
[12] https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwifj4-f-Yj-AhXegv0HHc2CDpYQFnoECCIQAQ&url=https%3A%2F%2Fwww.leftcom.org%2Fen%2Farticles%2F2015-06-07%2Fspanish-telecom-workers-on-all-out-strike&usg=AOvVaw0THmopDp5VI8aV95gctLsm
[13] https://nl.internationalism.org/content/1663/verenigd-koninkrijk-frankrijk-spanje-duitsland-mexico-chinaoveral-dezelfde-vraag-hoe-de
[14] https://www.leftcom.org/hu/forum/2011-08-16/icc-theses-on-decomposition
[15] https://www.leftcom.org/en/articles/2017-07-26/a-crisis-of-the-entire-system
[16] https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwinmq2l0Kn-AhWv8rsIHc3CAjIQFnoECA4QAQ&url=https%3A%2F%2Fleftcom.org%2Fen%2Fforum%2F2019-01-21%2Fthe-party-fractions-and-periodisation&usg=AOvVaw23XFRipFL9At5Wi-homhh0
[17] http://www.leftcom.org/en/articles/2023-04-06/two-comments-on-recent-bus-strikes-in-the-uk
[18] https://en.internationalism.org/content/17291/why-proletariat-revolutionary-class-critical-notes-article-lecons-de-la-lutte-des
[19] https://www.leftcom.org/en/articles/2005-06-01/the-question-of-consciousness-a-basis-for-discussion
[20] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen
[21] https://nl.internationalism.org/tag/7/113/communist-workers-organisation
[22] https://www.grenzeloos.org/content/nederland-verdient-beter-nederland-heeft-stevige-eisen-en-actie-nodig-om-van-rutte-en-de
[23] https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwje15_vzZ3-AhVxgv0HHSIODOQQFnoECA8QAQ&url=https%3A%2F%2Fnl.socialisme.be%2F84021%2Fgerommel-aan-de-top-van-het-abvv-voor-een-strijdbare-vakbond-met-democratie-van-onderuit&usg=AOvVaw3GumXkSb-ue8dYwJRC5OC1
[24] https://socialistischalternatief.nl/2023/02/strijdbaarheid-neemt-toe-in-nederland/
[25] https://socialisme.nu/nederland-verdient-een-democratische-en-strijdbare-vakbeweging/
[26] https://www.sap-rood.org/geconfronteerd-met-toenemende-onzekerheid-en-verslechterende-werkomstandigheden-haal-het-geld-daar-waar-het-zit/
[27] https://nl.internationalism.org/iks/201501/1232/13-de-contra-revolutionaire-aard-van-de-‘arbeiders’-partijen
[28] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/klassenstrijd-nederland
[29] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/heropleving-klassestrijd
[30] https://en.internationalism.org/content/17238/how-can-proletariat-overthrow-capitalism
[31] https://nl.internationalism.org/tag/11/153/lezersbrieven
[32] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/dynamiek-arbeiderstrijd
[33] https://nl.internationalism.org/content/1668/de-arbeiders-tonen-strijdbaarheid-en-solidariteit
[34] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/cm.pdf
[35] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[36] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijkvk-2023
[37] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/belasting-op-superwinsten
[38] https://en.internationalism.org/content/17326/peru-dead-end-protests-and-role-state-repression
[39] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_379_klweb_0.pdf
[40] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/oorlog-palestina-israel
[41] https://nl.internationalism.org/tag/4/90/israel
[42] https://nl.internationalism.org/tag/4/91/palestina
[43] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/palestiijns-israelische-oorlog
[44] https://fr.internationalism.org/content/10874/capitalisme-mene-a-destruction-lhumanite-seule-revolution-mondiale-du-proletariat-peut
[45] https://fr.internationalism.org/content/11040/pourquoi-cci-parle-t-il-rupture-dynamique-lutte-classe
[46] https://nl.internationalism.org/tag/11/155/tussenkomsten
[47] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1883/natuur/8.htm
[48] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/klimaatopwarming
[49] https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het-
[50] https://en.internationalism.org/content/17377/update-theses-decomposition-2023
[51] https://en.internationalism.org/content/17362/report-class-struggle-25th-icc-congress
[52] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote1sym
[53] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote2sym
[54] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote1anc
[55] https://internationalistperspective.org/
[56] https://www.leftcommunism.org/
[57] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote2anc
[58] https://fr.internationalism.org/manifeste1
[59] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote3anc
[60] https://fr.internationalism.org/french/Rinte10/rencontre_inter_BC
[61] https://fr.internationalism.org/print/book/export/html/11174#sdfootnote4anc
[62] https://nl.internationalism.org/content/1567/nederland-na-de-verkiezingen-het-einde-van-de-politieke-stabiliteit
[63] https://nl.internationalism.org/content/1524/rapport-over-de-hedendaagse-ontbinding-mei-2017
[64] https://nl.internationalism.org/iksonline/201701/1357/over-de-kwestie-van-het-populisme
[65] https://nl.internationalism.org/content/gemeenteraadsverkiezingen-enkel-nog-bluf-en-illusies-de-toekomst-wordt-beslist-de-sociale
[66] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/politieke-situatie-nederland
[67] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/verkiezingen-nederland
[68] https://www.leftcom.org/en/articles/2023-10-11/the-latest-butchery-in-the-middle-east-is-part-of-the-march-to-generalised-war
[69] https://www.international-communist-party.org/English/TheCPart/TCP_055.htm#Gaza
[70] https://www.anarchistcommunism.org/2023/10/11/neither-israel-nor-hamas/
[71] https://anarcomuk.uk/2023/10/09/neither-one-state-nor-two-states-no-state-will-end-the-slaughter-of-our-class/
[72] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oo
[73] https://nl.internationalism.org/tag/4/55/afrika
[74] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/sahel
[75] https://nl.internationalism.org/files/nl/2023_n-pamflet_vs-staking_okt2023.pdf
[76] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijkvkvs-2023