Nederland: Strijd tegen regeringsaanvallen, Jongeren en studenten tonen de weg

Printer-friendly version

Solidariteit van studenten met arbeiders van het GVB in Amsterdam. Utopia in Utrecht. Hoogleraren die in defilé door de straten van Den Haag trekken. Duizenden onderwijzers, ouders en scholieren van het passend onderwijs die protesteren in Nieuwegein. Ambtenaren, mensen van de sociale werkplaats, uitkeringstrekkers, enzovoort, die zich in een massaal protest verzamelen in Den Haag. Al deze volgden op de studentenacties, die een voorlopig hoogtepunt bereikten in een nationale manifestatie op 21 januari en waartegen zwaar intimiderend werd opgetreden door de repressiekrachten van de staat. Solidariteit van studenten met arbeiders van het GVB in Amsterdam. Utopia in Utrecht. Hoogleraren die in defilé door de straten van Den Haag trekken. Duizenden onderwijzers, ouders en scholieren van het passend onderwijs die protesteren in Nieuwegein. Ambtenaren, mensen van de sociale werkplaats, uitkeringstrekkers, enzovoort, die zich in een massaal protest verzamelen in Den Haag. Al deze volgden op de studentenacties, die een voorlopig hoogtepunt bereikten in een nationale manifestatie op 21 januari en waartegen zwaar intimiderend werd opgetreden door de repressiekrachten van de staat. De arbeiders in Nederland komen in beweging en volgen het voorbeeld van hun klassebroeders in Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en vele andere landen in de wereld.

De mensen in Nederland zijn het beu. Aan de aanvallen op de inkomens en de levensomstandigheden lijkt wel geen einde te komen. Al dertig, veertig jaar lang sleept de crisis zich voort en voortdurend wordt er van iedereen gevraagd om de broekriem aan te halen. Maar nu begint de broekriem te strak te zitten en is er geen enkel vooruitzicht op een moment waarop er nog weer eens vrij kan worden adem gehaald. De situatie waarin de meeste Nederlanders terecht zijn gekomen wordt als steeds pijnlijker ervaren. Absolute armoede is geen sprookje meer, maar een maatschappelijk feit (zie het artikel over Nederland in Wereldrevolutie nr. 123) voor steeds meer delen van de arbeidersklasse.

De onbeschaamde hypocrisie van de politici

De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn nooit heel erg populair geweest. Dit keer lijkt het wel of niemand zich er mee bezig houdt. Voor grote delen van de arbeidersklasse in Nederland stelt zich maar één vraag: hoe kan ik me verdedigen tegen de aanvallen van de politiek op mijn inkomen en daarbij interesseert ze de verkiezingen even helemaal niet meer. De campagnes van de politieke partijen voor de verkiezingen van 2 maart worden dan ook nauwelijks gevolgd. En niemand denkt aan de mogelijkheid dat een regering, samengesteld uit andere politieke partijen, geen massale bezuinigingen zal doorvoeren en de arbeiders niet voor steeds meer precaire toestanden zal plaatsen.

Cohen op de zeepkist, geëscorteerd door Roemer en Pas. De toespraken van Cohen en consorten bij de arbeiders van de GVB op 15 februari en werden dan ook met grote scepsis gevolgd en aangehoord. Cohen, die zich opeens solidair verklaarde met de arbeiders die een privatisering staat te wachten, terwijl Kok zijn voorganger binnen dezelfde PvdA, een kampioen geweest is op het gebied van deregulering (een tweede fase waarin reeds geprivatiseerde instellingen volledig overgeleverd werden aan een moordende concurrentie van de markt) van allerlei semi-overheidssectoren. De SP van Roemer, die vanaf het eerste moment vooraan stond tegen het ontslag van de arbeiders bij MSD (Organon) (1) heeft deze, toen het erop aankwam, volledig laten zakken, maar staat op 17 februari wel opnieuw vooraan bij de manifestatie van de werkers in de publieke sector op het Malieveld in Den Haag om daar een soortgelijk kunstje te flikken.

Toename van de strijdwil onder de jongeren

De Nederlandse staat heeft niet alleen een schuld openstaan van 60% van haar bruto intern product. Ze heeft ook nog eens garanties uitstaan voor meer dan 200 miljard euro. Vandaar de onvermijdelijkheid van massale bezuinigingen van tegen de 20 miljard euro voor de komende jaren. Daarbij zijn de voornaamste pijlen gericht op het overheidspersoneel. Bedreiging met massaal ontslag is er voor de werkers bij de UWV (tussen de 4000 en 8000 werknemers); de universiteiten (mogelijk 6000 man personeel); het ‘passend’ onderwijs (wellicht 6000 werknemers); de belastingdienst (honderden banen); het openbaar vervoer in de grote steden (1000 arbeiders via privatisering).

Maar wat er vooral hard inslaat is de van 3000 euro voor ieder student aan de universiteit of hogeschool, die een jaar moet overdoen. Het is vooral deze maatregel die onder de jongeren en hun ouders kwaad bloed zet. Het verzet ertegen is, net als in verschillende andere landen van West-Europa, in de loop van de afgelopen maanden dan ook taai en grimmig geworden.

Ondanks een opkomende woede hier en daar, wordt de algemene tendens momenteel vooral gekenmerkt door voorzichtigheid en een houding van ‘eerst de kat uit de boom kijken’. Dat was ook wat de manifestatie van 17 februari uitstraalde, alhoewel er ook interesse bestond voor andere en ook voor kommunistische standpunten. De reacties van de arbeiders laten zien dat ze op dit moment nog niet in staat te zijn als een eenheid, als een klasse, op te treden die voldoende de kracht ontwikkelt om de bezuinigingen te keren. Maar de situatie kan snel omslaan onder invloed van de internationale gebeurtenissen en door de impact van de strijd onder de studenten en jongeren.

Degenen die zich echter niet zo gemakkelijk laten ringeloren zijn de studenten en scholieren van de universiteiten en hbo’s. Deze verzetten de jongeren zich al maandenlang tegen de boete van 3000 euro voor een ´zittenblijver´ op de universiteit. Wetende dat de meeste studenten genoodzaakt zijn om er een baantje bij te nemen om hun studie te kunnen betalen en fatsoenlijk rond te kunnen komen, is ´zittenblijven´ een patroon waar de helft van de studenten in de tegenwoordige tijd niet aan ontkomt.

Vanaf begin december afgelopen hebben ze een ononderbroken reeks van acties gevoerd in de vorm van demonstraties, bezettingen, uitdelen van flyers, demonstratieve bijeenkomsten, enzovoort. De kerstvakantie heeft de acties even onderbroken, maar de strijdbaarheid geenszins getemperd. Want in de maand januari van dit jaar gingen de acties onverminderd en zelfs nog radicaler door in de vorm van een hele reeks van bezettingen van hogescholen en universiteitsgebouwen.

Uitbreiding naar andere delen van de klasse

Tijdens de eerste acties lieten de studenten zich vaak nog leiden door de directieven van de officiële studentenvakbonden: waarvan de LSVB de belangrijkste is. En ze voerden actie aan de hand van typisch universitair getinte leuzen, waarbij ‘Kenniscrisis’ het officiële motto was. Maar in de loop van de acties, en met name vanaf januari, veranderde de geest onder de studenten en werden andere leuzen op de voorgrond geplaatst zoals: “I am your future”, “Mijn moeder is schoonmaakster: wat nu?”, “Thomas More: Utopia”, “Het Kapitaal”, enzovoort.

Zeker na de grote manifestatie van de 21e januari, in Den Haag, waar de reguliere studentenvakbonden geen standpunt innamen tegen het intimiderende optreden van de ME, voor, tijdens en na die manifestatie, gingen er steeds meer stemmen andere wegen te zoeken. Meer en meer won het standpunt terrein om de eigen strijd niet teveel te idealiseren als de enige en de ware strijd, maar aansluiting te zoeken bij andere groepen van de maatschappij die door dezelfde bezuinigingsmaatregelen getroffen worden. Dit gebeurde vooral in kringen van de verschillende groepen Kritische Studenten, die naar het voorbeeld van Utrecht, in verschillende steden ontstonden. Zo verscheen er op de website van Kritische Studenten Utrecht (KSU) een artikel waarin naar voren werd gebracht dat “Om de overheid te verslaan moeten we de handen ineen proberen te slaan met andere groepen die getroffen worden. (…) Voor toekomstige generaties studenten, maar ook voor de rest van de samenleving.”

En dit was niet het eerste artikel dat dit idee naar voren brengt. Dit was zeker al de tweede of derde soortelijke bijdrage aan de discussie. De IKS heeft de ontwikkeling van deze overdenking begroet en naar voren gebracht de discussie hierover verder te zetten. Maar iets naar voren brengen betekent nog niet dat het ook in de praktijk wordt gebracht. Net zoals de solidariteitsverklaring van de bezetters van de ‘Universiteit van de Toekomst’ (voor wie is er nog een toekomst?) met de arbeiders van de GVB, geen vervolg kreeg door zich daadwerkelijk bij hun strijd te vervoegen, zo hebben de Kritische Studenten Utrecht ook nog niet de kans aangegrepen zich aan te sluiten bij die andere groepen. Zelfs niet toen de werkers van het ‘passend onderwijs’ op 9 februari massaal bij elkaar kwamen in Nieuwegein, bijna onder de neus van de KSU.

We begroeten resoluut de beweging onder de studenten. Naar de toekomst toe is het echter belangrijk dat het universitaire en hogeschoolse kader wordt overstegen en zich te beschouwen als deel van één en dezelfde arbeidersklasse. Dat ze jongeren zijn die nu nog studeren, maar straks zullen gaan werken, dat ze niet alleen nu al, in allerlei bijbaantjes, maar zeker in de toekomst hun arbeidskracht zullen moeten verkopen om hun inkomen te verzekeren, daar zou best nog wat meer bij stilgestaan worden. Ze zijn nog steeds de werkenden, werklozen of precairen van de toekomst en zullen zich op die manier bij de massa van de arbeiders vervoegen.

Ondanks de huidige zwakheden zijn het nu vooral de studenten, de jongeren, die nieuwe generatie die ons, met al hun elan, het voorbeeld geven. Net als in Groot-Brittannië in december en Italië in dezelfde maand laten ze ons niet alleen zien wat strijdwil is, maar proberen ze, door het gewoon te doen, de weg te vinden die hun strijd perspectief geeft. Studenten in Londen trokken ook gewoon naar de stakende arbeiders van de metro om solidariteit te betuigen met hun strijd.

Delix / 23.02.2011

 

Voetnoten

(1) “Van één ding kunt u op aan: wij staan achter u en zullen u helpen waar we kunnen!” , aldus Roemer in een toespraak aan de arbeiders van MSD tijdens een manifestatie op 17-07-2010 in Oss.

 

 

Territoriale situatie: