Door Wereldrevolutie op
Tijdens de laatste oorlog in Libanon ging burgerlijk links zich te buiten aan anti-oorlogsgezwijmel om te verbergen dat het al dan niet ‘kritische’ steun verleent aan de terroristische organisatie Hezbollah. Onder het mom ‘vrede’ te eisen wordt eenzijdig de terreur van het Israëlische imperialisme veroordeeld en worden de gruwelen van de Israëlische bombardementen op de burgerbevolking van Libanon breed uitgemeten.
Goedgepraat dan wel verzwegen worden de moordpartijen op Israëlische burgers – joods, moslim of wat dan ook – met inbegrip van onophoudelijke zelfmoordaanslagen waarvoor heel laf zelfs kinderen worden geronseld. Dat wordt toegedekt door de oorlog valselijk voor te stellen als een conflict tussen enerzijds de staat Israël met de Verenigde Staten als grootmacht op de achtergrond, en anderzijds ‘onderdrukte volkeren’. Daarmee wordt echter niet verwezen naar de weerloze burgerbevolking die als eerste ten prooi valt aan het conflict tussen de niets en niemand ontziende imperialistische haaien, maar de religieuze fanaten van Hezbollah, die zelf weer gesteund worden door imperialistische rovers als Syrië, Iran, China en Rusland.
In een belangwekkend artikel getiteld Linkse solidariteit met Hezbollah? ontmaskert het Leidse actieblad De Fabel van de illegaal (1) de huichelarij van deze anti-oorlogscampagne vanwege de heimelijke of uitgesproken steun aan de extreem-rechtse Hezbollah en neemt het een internationalistisch standpunt ten opzichte van deze oorlog in.
In juli 2006 werden er internationaal, doorgaans op trotskistisch en stalinistisch initiatief, acties gevoerd rond de leuze: Stop de oorlog – Stop de steun aan Israël en de VS (2). De eenzijdige veroordeling van Israël was reden voor De Fabel om niet in te gaan op het aanbod van de Leidse afdeling van het comité Stop de bezetting om deel te nemen aan de organisatie van plaatselijke activiteiten. Dat kwam niet zozeer voort uit aarzelingen om acties van de imperialistische staat Israël te veroordelen, waarover verderop meer, maar veeleer uit de weigering om de fundamentalistische Hezbollah te ondersteunen,
“een religieus-fascistische beweging die in de eerste plaats uit is op de vernietiging van de staat Israël, die men vergelijkt met een ‘virus’ dat uitgeroeid moet worden. Uiteindelijk wil men van alle Joden af. ‘Als ze zich allemaal verzamelen in Israël’, zegt Hezbollahleider Nasrallah, ‘dan bespaart ons dat de moeite om ze wereldwijd te achtervolgen’. Ook van de holocaust-ontkenning in deze antisemiet niet vies. ‘Joden vonden de legende van de holocaust uit’, beweert hij doodleuk. Daarbij roemt hij revisionist David Irving voor ‘het ontkennen van het bestaan van de gaskamers’. Hezbollah-tv zendt verder een serie uit die gebaseerd is op het antisemitische verzinsel ‘De protocollen van de wijzen van Zion’.”
Zo brengt De Fabel een cruciaal punt naar voren dat door burgerlijk ultra-links liever wordt verzwegen: Hezbollah roept met de al dan niet ‘kritische’ steun van Europees ultra-links op tot etnisch-religieuze haat en volkerenmoord en verspreidt xenofobische opvattingen over vrouwen en homoseksuelen. Wanneer moslim-fundamentalisten niet echt dol zijn op linkse rakkers, dan weerhoudt dat links niet om pseudo-middeleeuwse fanaten te ondersteunen.
Waarom ultra-links steun verleent aan de extreem rechtse Hezbollah
“Vanzelfsprekend onderschreef De Fabel veel van de kritiek op de Israëlische bombardementen en aanvallen wel, maar het volledige gebrek aan kritiek op de Hezbollah was onverteerbaar. Door de religieuze fascisten te sparen zette de organisatie de deur wagenwijd open voor hun aanhangers om hier mee te doen aan de protesten, zo antwoordde De Fabel. En zo moeilijk kon het toch niet zijn om in de tekst het beschieten van de Israëlische burgerbevolking eveneens af te wijzen? Het comité antwoordde daarop kortaf dat uitsluitend Israël schuldig was. Men beloofde later nog te reageren op de Fabel-kritiek, maar daar is het tot op heden niet van gekomen. De SP, GroenLinks en de Nederlands Arabische Stichting hadden kennelijk minder moeite met de eenzijdige kritiek van het comité, wat die deden wel mee. Een van de sprekers was de GroenLinkser Mohammed Rabbae. Dit wist te melden dat de Palestijnse antisemitische organisatie Hamas ‘geen terreurorganisatie is, maar een legitieme verzetsbeweging’.”
Europees links is in het algemeen uitgesproken anti-Amerikaans en alles wat zich als anti-Amerikaans voordoet wordt door dit links zonder veel onderscheid omhelst. Zo wordt het eigen nationalisme uit het zicht gehouden. De Fabel merkt terecht op dat daarbij het cynische beginsel wordt gehuldigd: ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’. De Fabel haalt de ronkende Britse trotskist George Galloway aan: “Ik verheerlijk de nationale verzetsbeweging Hezbollah, en ik verheerlijk de leider van Hezbollah, sjeik Sayyed Hassan Nasrallah”.
Er zijn linkse organisaties die het onder allerlei strategisch-tactische voorwendsels van goede smaak vinden getuigen om openlijk op te roepen tot steun aan religieuze fundamentalisten en ze durven dat zelfs “internationale solidariteit” te noemen. Zo wordt geprobeerd om mensen op zoek naar een maatschappelijk alternatief voor valse keuzen te stellen en bij voorbaat te corrumperen. Er wordt immers imperialistische politiek verdedigd en achter Hezbollah gaan grotere imperialistische staten schuil. Links bestrijdt niet het imperialisme, maar voert een politiek van het ‘verzwakken’ van één van de grootmachten door het steunen van allerlei ‘zwakkere’ imperialismes. Die redenering kan enkel de imperialistische logica in het algemeen versterken terwijl pogingen om zich bewust te worden van de inzet van de huidige periode erdoor worden ondergraven. Dat de Verenigde Staten zelf in Somalië en Afghanistan het moslim-fundamentalisme ondersteunden toen dat uitkwam in de strijd tegen het concurrerende Russische imperialisme laat zien dat de Verenigde Staten en ultra-links precies dezelfde smerige imperialistische logica volgen.
In Nederland roepen trotskistische groepen als Offensief en Internationale Socialisten openlijk op tot steun aan Hezbollah. Maar er zijn ook organisaties als de neo-stalinistische NCPN en de Turkse DIDF (Federatie van democratische verenigingen van arbeiders uit Turkije in Nederland) die zich liever in stilzwijgen hullen omdat het onderwerp voor het moment ‘ongelegen’ zou komen. In de wat geraffineerder logica van sommige trotskisten wordt dat vertaald in de stelling dat Hezbollah wél bekritiseerd mag worden maar liever níet op een moment dat deze onder druk staat van Amerikaanse agressie; geen woord daarbij over de Hezbollah-agressie tegen de inwoners van Israël en andersdenkenden in Libanon zelf.
De Fabel komt tot de belangrijke vaststelling: “Van links moet de extreem-rechtse Hezbollah vanzelfsprekend ook helemaal niets hebben. Veel linksen in Nederland lijken daarentegen op hun beurt weinig moeite te hebben met Hezbollah. Op de demonstratie in Amsterdam werden wat portretten meegedragen van Nasrallah. Maar behalve de beeltenis van deze vooraanstaande antisemiet, was er geen spoor van antisemitisme te bekennen. Dat was een grote verbetering in vergelijking met eerdere demonstraties rond het Midden-Oosten de afgelopen jaren, waarbij veel antisemitische leuzen werden geroepen.”
We kunnen daarbij aantekenen dat wanneer het anti-semitisme nu wat beter verborgen blijft dan in het verleden dat geen enkele reden tot juichen is: dat valt onder dezelfde noemer als het zwijgen over de ware doeleinden van Hezbollah.
Veroordeling van de imperialistische staat Israël
De Fabel verwerpt natuurlijk de Hezbollah-leuze van “de vernietiging van de staat Israël” die niets anders is dan een oproep tot volkerenmoord, iets waaraan burgerlijk links straal voorbijgaat. Maar De Fabel gaat ook verder dan het louter delen van
“veel van de kritiek op de Israëlische bombardementen en aanvallen” en gaat over tot een principiëler veroordeling van de Israëlische staat: “Israël moet vanzelfsprekend scherp bekritiseerd worden vanwege de recente aanvallen op Libanon, en ook om de bezetting van Palestijnse gebieden en de achterstelling van de Arabische bevolking in Israël zelf. Maar Hezbollah is geen haar beter. Als die ooit meer macht krijgen, zal het slecht aflopen met Joden, linksen, vrouwen, en homo’s. Geen partij kiezen dus, en dat lijkt in de mainstream publieke opinie steeds vaker te gebeuren.”
Bert Bakkenes en Nelly Soetens, die de staat Israël wél in verdediging nemen, worden geciteerd:
“Israël vecht om te overleven, en voor het bestaansrecht van het thuisland van het Joodse volk. Ieder volk heeft recht op zelfbeschikking. Israël is een plek waar Joden zich veilig kunnen voelen in tijden van oplevend anti-semitisme, gaven de twee aan.” (3). Ze worden als volgt bekritiseerd: “Helaas bleven de twee ook gevangen in het voor het anti-imperialisme zo kenmerkende denken in ‘volkeren’.” Maar daarop volgt: “Toch zou het geen kwaad kunnen als de Nederlandse communisten aan hun belangrijke stap een voorbeeld zouden nemen. Op enkele sneren na, is hun initiatief echter doodgezwegen.”
Wanneer we als kommunisten, en in tegenstelling tot trotskisten en stalinisten, en net als De Fabel het ‘denken in volkeren’ en dus ‘naties’ afwijzen dan betekent dat voor ons dat we vanuit proletarisch perspectief iedere strijd tussen ‘naties’ ontmaskeren als voorwendsel voor imperialistische politiek en dat alleen de klassenstrijd een uitweg biedt (4). We zien dan ook geen reden om al dan niet ‘kritische’ verdedigers van de imperialistische staat Israël aan iemand ten voorbeeld te stellen, net zo min als we ons op Hezbollah beroepen in onze veroordeling van de staat Israël. Daaraan kan worden toegevoegd dat het gezien de hele Israëlische geschiedenis en met alle huidige aanslagen een wel erg boude bewering is dat “Israël een plek is waar Joden zich veilig kunnen voelen in tijden van oplevend anti-semitisme”; zie hierboven ook wat Hezbollah-leider Nasrallah daarover naar voren brengt (5).
Het proletarisch internationalisme, de arbeidersklasse en klassensamenwerking
De Fabel ontwikkelt ook een alternatief:
“Maar wanneer er niet meer gekozen wordt ‘tussen de duivel en Beëlzebub’, dan rest helaas meestal nog slechts ‘afzijdigheid, of in het ergste geval een even naïef als a-politiek-humanisme’, constateert Groene Amsterdammer-journalist Koen Haegens terecht. Maar waarom vanuit links geen solidariteit opbouwen met anti-autoritaire bewegingen ter plekke? Bewegingen die strijden voor bijvoorbeeld vrouwen- en arbeidersrechten, en die zich verzetten tegen nationalisme en religieus fundamentalisme, en zo proberen de poten weg te zagen van de machthebbers aan beide zijden.” (6).
Het is een serieuze poging aan het dilemma te ontkomen en niet te vervallen in burgerlijke humanisme en pacifisme dat als regel weinig anders om het lijf heeft dan het verbergen van een keuze tussen de strijdende partijen, een keuze die De Fabel uitdrukkelijk verwerpt. Maar voor ‘arbeidersrechten’ is binnen het kapitalisme in verval al even weinig plaats als voor ‘vrouwenrechten’. Niet allerlei ongedefinieerde ‘bewegingen’, maar alleen proletarische strijd in het vooruitzicht van de vernietiging van het kapitalisme opent de weg voor de bevrijding van de hele mensheid, en de strijd voor de emancipatie van vrouwen en allerlei minderheden maakt bijgevolg onvermijdelijk deel uit van de arbeidersstrijd. De strijd wordt juist ernstig verzwakt door innerlijke verdeeldheid en valse tegenstellingen op dergelijke gronden.
Buiten de arbeidersstrijd gaat het om abstracte vraagstukken die gevangen blijven in juridisch-democratisch keurslijf van ‘gelijke burgers’ die ongeacht hun klasse broederlijk of zusterlijk zouden moeten samenwerken en uiteindelijk gezamenlijk vertegenwoordigd zouden worden door een burgerlijke staat die allang niets meer te bieden heeft en die er alles aan doet om de arbeidersklasse te verdelen en voor valse keuzen te stellen. Deelstrijd kan enkel nog het droombeeld versterken dat het kapitalisme ooit daadwerkelijk de ‘rechten’ zou erkennen die in de fameuze Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ooit platonisch en huichelachtig zijn geproclameerd, naast vooral het recht op eigendom en dus het recht om anderen uit te buiten, en die gegrondvest is op het bestaan van... ‘naties’.
Het is de crisis van het kapitalisme die de bourgeoisie richting oorlog drijft, waardoor ze uitbuiting en onderdrukking steeds verder moet opvoeren. Daartegenover is het de strijd van de arbeidersklasse die haar het meeste angst aanjaagt en haar dwingt om de oorlogsinspanningen binnen zekere grenzen te houden en op sociale vlak enige rust te behouden. Wanneer die strijd voor de arbeiders in het Midden-Oosten buitengewoon moeilijk is en de grote arbeidersconcentraties in Europa veel meer gewicht in de schaal leggen is de klassenstrijd in bijvoorbeeld Israël en Palestina niet afwezig en stelt het ook daar steeds groter problemen voor de imperialistische politiek van alle partijen (7).
Manus / 08.01.2007
Voetnoten
(1) De Fabel van de illegaal, nr. 79, najaar 2006 en https://www.defabel.nl.
(2) Zie ook onze webspecial Oorlog in het Midden-Oosten: hoe het trotskisme zijn nationalistisch gif verspreidt, op onze website https://nl.internationalism.org.
(3) Het citaat is gesteld in termen die doen denken aan uitdrukkingen die De Fabel eerder zelf gebruikte.
(4) De dilemma’s van het internationalisme van De Fabel, in Wereldrevolutie, nr. 100, september-december 2003, en op https://nl.internationalism.org.
(5) Zie ook: 160 jaar na de uitgave van ‘Het joodse vraagstuk’ (van Karl Marx), in Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 114, derde kwartaal 2003, eveneens op onze website.
(6) Eerder schreven we: “Omdat De Fabel zich nooit op de arbeidersklasse beroept heeft het ook geen enkel kader om de problemen concreet te stellen en blijft alles steken in abstracte morele verontwaardiging vol van innerlijke tegenspraken.”; ‘De Fabel van de illegaal’: Enkel in een open debat kunnen standpunten worden verduidelijkt, in Wereldrevolutie, nr 98, januari-april 2003, en op onze website.
(7) Zie het artikel Israël/Palestina: Arbeiderstrijd ondanks de oorlog, elders in dit blad.