Door Internationalisme op

De eerste zes maanden van de regering-Trump 2 waren bewogen. Ze heeft maar liefst 78 decreten van de regering-Biden ingetrokken die niet in overeenstemming waren met haar politieke doelen; ze heeft meer hoge militairen en nationale veiligheidsfunctionarissen ontslagen dan welke andere presidentiële regering in de geschiedenis ook. Trump heeft tijdens zijn eerste honderd dagen acht keer een beroep gedaan op de noodtoestand. Dit heeft geleid tot een wervelwind van onvoorspelbaarheid en onzekerheid, wat vooral duidelijk werd na zijn eerste aankondigingen van extreme douanetarieven in april, waarna de belangrijkste Amerikaanse beurzen hun grootste verliezen leden sinds 2020. Bovendien heeft hij de rest van de wereld angst aangejaagd met zijn uitspraken over de annexatie van Groenland en Canada, over de oorlog in Oekraïne en over het feit dat Europa niet langer als bondgenoot van de VS wordt beschouwd.
De PCI-Le Prolétaire publiceerde onlangs een artikel 1 waarin zij de IKS bekritiseert omdat zij “ het vage concept van ‘populisme’, dat echte cliché van de media ” heeft overgenomen en waarin ze beweert dat de politiek van Trump niet “in strijd is met de fundamentele belangen van de Amerikaanse bourgeoisie”. Elke onderbouwde kritiek op onze standpunten door een proletarische organisatie verdient aandacht, ook al valt haar benadering, zoals we zullen aantonen, te betwisten.
Breuk met de politiek van de Amerikaanse bourgeoisie
Le Prolétaire lijkt de bijzonderheden van de politiek van Trump te erkennen en concludeert, tot op zekere hoogte terecht, dat “de samenhang van deze overhaaste maatregelen ongetwijfeld discutabel, hun doeltreffendheid twijfelachtig en hun gevolgen schadelijk zijn voor bepaalde burgerlijke belangen”. Paradoxaal genoeg vraagt het artikel zich niet af waarom deze maatregelen zulke twijfelachtige en schadelijke gevolgen hebben, maar beweert het tevens dat dit niets nieuws is, omdat de politiek van Trump “aansluit bij een fundamentele trend die in de voorgaande jaren al bestond”.
Om zijn bewering te staven, geeft Le Prolétaire drie voorbeelden van de buitenlands politiek van de Verenigde Staten, zoals de oriëntatie naar Azië, de terugtrekking van het Amerikaanse leger uit oorlogsgebieden en de dreiging om zijn ‘bondgenoten’ te laten vallen. Ze vermeldt ook de campagne tegen ‘marxistische gekken’ en de ‘woke’-politiek tegen raciale of seksuele discriminatie. De eerste twee voorbeelden kloppen: de ‘oriëntatie naar Azië’ en de “terugtrekking uit oorlogsgebieden” waren al een hoeksteen van de politiek van Obama en Biden.
Maar de andere voorbeelden waren daar geenszins een essentieel onderdeel van, integendeel. Zo heeft Biden de NAVO-leden gemobiliseerd om Oekraïne te steunen tegen Rusland. Maar Trump heeft radicaal gebroken met deze politiek van massale steun aan Oekraïne. Nadat hij had verklaard dat de EU was opgezet om de VS ‘op te lichten’, besloot hij de banden te verbreken en begon hij zijn voormalige bondgenoten te chanteren. De scheiding tussen de Verenigde Staten en Europa is een feit, met als gevolg dat “de absolute garantie van een militaire tussenkomst ter ondersteuning van de NAVO en de Amerikaanse nucleaire paraplu niet langer van toepassing was” . 2 Bovendien heeft hij tijdens de laatste NAVO-top in Den Haag druk uitgeoefend op de andere NAVO-leden om 5% van hun BBP te besteden aan de aankoop van wapens in de Verenigde Staten.
Onder Biden hebben sommige Amerikaanse staten “woke”-inhoud in het onderwijs verboden. Het Huis van Afgevaardigden heeft zelfs anti-woke-maatregelen aangenomen, maar dat was zeker niet de algemene politiek van de federale regering en de meeste staten. Onder Trump veranderde deze anti-woke-politiek daarentegen in een ware heksenjacht. Al bij het begin van zijn presidentschap ondertekende hij een decreet tegen de ‘woke-cultuur’ en vroeg hij J. D. Vance om alle “ongepaste, polariserende of anti-Amerikaanse ideologieën” te verwijderen. In zijn eerste begrotingsontwerp kondigde het Witte Huis bezuinigingen aan op ‘woke-programma’s’, met als argument dat dit bedoeld was om “radicale gender- en rassenideologieën die de geest van Amerikanen vergiftigen” uit te bannen en “cultureel marxisme” tegen te gaan.
Een ander onmiskenbaar voorbeeld is de Amerikaanse tarievenpolitiek. Biden had ook talrijke tarieven opgelegd, maar slechts gedeeltelijk en op strategische goederen. Bovendien gaf hij de voorkeur aan een multilaterale benadering van de economische concurrentie, waarbij hij zich baseerde op internationale instellingen. Trump plaatste de kwestie van de douanetarieven, “het mooiste woord”, centraal in het Amerikaanse politiek en noemde de aankondiging ervan “Bevrijdingsdag” voor de Verenigde Staten. Volgens hem garanderen deze tarieven dat de Amerikaanse economie wordt bevrijd van de plaag van goedkope buitenlandse producten en oneerlijke handelspraktijken van andere landen. De politiek van Trump is gebaseerd op protectionisme en bilaterale onderhandelingen om “de massale terugkeer van banen en fabrieken naar ons land veilig te stellen”.
De kritiek van Le Prolétaire op het standpunt van de IKS over het totaal andere karakter van de politiek van Trump is gebaseerd op haar beroemde “invariantie van het marxisme sinds 1848”. In haar opvatting is het marxistische programma niet “het resultaat van een voortdurende theoretische strijd om de werkelijkheid te analyseren en daaruit lessen te trekken, maar een dogma dat in 1848 werd geopenbaard en waaraan geen komma mag worden veranderd”. 3 De gevolgen van dit standpunt is veel ernstiger dan een loutere theoretische vervorming. De bewering dat het marxisme onveranderlijk is, dat het kommunistische programma niet kan worden verrijkt met nieuwe elementen op basis van de evolutie van het kapitalisme en de proletarische strijd, komt neer op een bevriezing van de werkelijkheid.
Daarom ontkent Le Prolétaire systematisch dat er fundamentele veranderingen hebben plaatsgevonden in de evolutie van het kapitalisme en in de politiek van de bourgeoisie, en is ze alleen geïnteresseerd in verschijnselen die haar onveranderlijke geloof bevestigen. Bijgevolg is niet alleen haar kritiek op het standpunt van de IKS oppervlakkig en zinloos, maar is vooral haar begrip van de evolutie van de kapitalistische productiewijze en de krachtsverhoudingen tussen de bourgeoisie en het proletariaat in tegenspraak met de marxistische benadering zelf.
Populisme, een uitdrukking van het traditionele politieke leven van de bourgeoisie?
De regering-Trump is geen op zichzelf staand geval; zij is de uitdrukking van een algemene dynamiek. Bolsonaro in Brazilië, Orban in Hongarije, Modi in India, enz. zijn allemaal uitingen van de populistische golf. En deze golf is in werkelijkheid de meest spectaculaire vorm van een veel groter desintegratieproces dat de hele wereldbourgeoisie treft, die is aangetast door de epidemie van het ieder voor zich. Maar het feit dat zo’n incompetente idioot president is geworden van het machtigste land ter wereld (en dat voor de tweede keer), in combinatie met zijn totale onverschilligheid ten opzichte van de ernstige verstoring van het functioneren van het staatsapparaat, dat door zijn eigen handelen wordt veroorzaakt, zegt veel over de toenemende moeilijkheden van deze bourgeoisie om haar politieke systeem te beheren.
Met het methodologische instrument van ‘invariantie’ weigert Le Prolétaire te erkennen dat populisme iets anders is dan een uitdrukking van het traditionele politieke leven van de bourgeoisie. Het verwerpt het idee dat populisme een uitdrukking is van een verlies van controle door de bourgeoisie over haar eigen politieke spel. Volgens haar heeft de bourgeoisie zelfs volledige controle over de situatie!
Dat was duidelijk niet het geval op 6 januari 2021, toen het Capitool werd bestormd door een horde vandalen die door de vertrekkende president was opgestookt. Maar blijkbaar ziet Le Prolétaire de zaken anders: “Het kapitalisme staat nog steeds overeind en slaagt erin de politieke en sociale dominantie van de bourgeoisie te handhaven; het democratische systeem dat deze heerschappij maskeert, staat nog steeds overeind. […] Zelfs wanneer de bourgeoisie als eerste laat zien dat ze niet aarzelt om haar eigen wetten en haar eigen politieke systeem met voeten te treden met als enig doel haar eigen belangen te verdedigen, verdwijnt de mythe van de democratie niet. 4 Het vertrappen van de ‘rechtsstaat’, de mislukte staatsgreep van Trump, de bezetting van het Congres, het in twijfel trekken van het concept van electorale legitimiteit... voor Le Prolétaire lijkt dit allemaal de normale manier waarop de bourgeoisie haar eigen belangen verdedigt! Maar voormalig president George W. Bush, lid van dezelfde partij als Trump, had een andere mening, toen hij zei “zo worden verkiezingsuitslagen betwist in een bananenrepubliek.”
Het artikel van Le Prolétaire over de gebeurtenissen wekt zelfs de indruk dat de bourgeoisie de bestorming van het Capitool heeft uitgelokt, want “om het Capitool te beschermen tegen de te verwachten invallen van pro-Trumpdemonstranten, was er slechts een kleine politiecordon... die de deuren wijd openzette om de menigte door te laten”. 5 Maar het artikel geeft niet aan wat de bourgeoisie zou hebben gemotiveerd om een dergelijke manoeuvre uit te voeren, noch welk fractie van haar klasse hiervan zou hebben geprofiteerd. In werkelijkheid onderschat Le Prolétaire volledig de impact en verergering van de chaos die door dit soort populistische escalaties worden veroorzaakt.
Zonder zich te storen aan zijn volledig vertekende uitleg van de gebeurtenissen van 6 januari 2021, bekritiseert Le Prolétaire vervolgens de IKS, omdat diens standpunt over populisme “een impressionistisch oordeel” en niet-marxistisch zou zijn. Wij begrijpen, net als Le Prolétaire, dat de gebeurtenissen, verschijnselen en tendensen in de maatschappij kunnen worden herleid tot de anatomie van het sociale leven, het economische apparaat. En de IKS heeft haar analyses altijd op deze benadering gebaseerd, zoals bijvoorbeeld te lezen is in “How the bourgeoisie organises itself” (International Review no. 172). Dit artikel toont ondubbelzinnig aan dat “de voortdurende verslechtering van de economische crisis en het onvermogen van de bourgeoisie om de maatschappij te mobiliseren voor een wereldoorlog de belangrijkste drijvende kracht zijn achter de desintegratie van het politieke apparaat”. Voor de IKS illustreert dit citaat, net als de rest van hetzelfde artikel, duidelijk het verband, zij het indirect, tussen de kapitalistische economie in crisis, waarvoor de bourgeoisie geen oplossing heeft, en het ieder voor zich of de ongedisciplineerdheid in de burgerlijke politiek, die leiden tot de opkomst van populistische klieken.
Le Prolétaire heeft dus ongelijk wanneer ze hardnekkig ontkent dat populisme “een zelfstandig fenomeen is met een eigen dynamiek”. Dit is een andere cruciale methodologische kwestie om de politiek van de bourgeoisie te begrijpen. Ze suggereert dat het kapitalisme wordt beheerst door een eenvoudige causaliteit, waarbij de politiek mechanisch wordt bepaald door de economie. We moeten de kameraden teleurstellen, want de burgerlijke politiek is niet louter een weerspiegeling van de economische situatie. De elementen van de bovenbouw, met inbegrip van de politiek, volgen hun eigen dynamiek, zoals Friedrich Engels in een van zijn brieven aan Conrad Schmidt uitlegt: “Er is een wisselwerking van twee ongelijke krachten; aan de ene kant van de economische beweging en aan de andere kant de nieuwe politieke macht die naar de grootst mogelijke zelfstandigheid streeft en nadat ze eenmaal in het leven is geroepen, ook met een eigen beweging is begiftigd.” 6 Het ontkennen van de wisselwerking tussen basis en bovenbouw en van een eigen dynamiek van de politieke dimensie van de heersende klasse is op zijn zachtst gezegd kortzichtig.
Ten slotte voert Le Prolétaire het argument aan dat “het politiek van Trump niet het resultaat is van de grillen van één persoon of de fantasieën van een kring van verlichte geesten”. Dit argument is echter zinloos, want dat is niet wat we in ons artikel gezegd hebben. We hebben veeleer gezegd dat de politiek van Trump in tegenspraak is met de belangen van de meest verantwoordelijke facties van de Amerikaanse bourgeoisie en met de politiek die zij proberen te voeren, want de politiek van Trump zelf is in wezen:
– gemotiveerd door wraak, gebaseerd op de al lang bestaande overtuiging dat elke politieke oppositie sabotage is en dat loyaliteit aan Trump persoonlijk de hoogste politieke deugd is;
– gekenmerkt door een systematische vernietiging van de rechtsstaat door machtsmisbruik, zuiveringen van staatsinstellingen, aanvallen op de pers, represailles tegen het rechtssysteem, enz.
De politiek van Trump is de uitdrukking van een wanhopige revolte tegen de achteruitgang van de Verenigde Staten als supermacht, “niet gericht op de toekomst maar op het verleden, niet gebaseerd op vertrouwen maar op angst, niet op creativiteit maar op vernietiging haat”.7
Een verantwoord debat tussen organisaties van de Kommunistische Linkerzijde
Tot slot verdient er nog één punt te worden vermeld. We weten niet welk artikel Le Prolétaire heeft gelezen... want het artikel dat zij bekritiseert, zegt niet dat de Amerikaanse bourgeoisie een “bittere nederlaag” heeft geleden. Het stelt letterlijk dat de terugkeer van Trump aan het hoofd van de Amerikaanse staat “een klinkende nederlaag voor de meest ‘verantwoordelijke’ fractie van de Amerikaanse bourgeoisie” betekent. 8 Het artikel in Le Prolétaire begint en eindigt dus met een kritiek gebaseerd op deze verkeerd geciteerde bewering, wat sommige lezers op een dwaalspoor zou kunnen brengen. De nadruk op dit specifieke aspect van het artikel, ten koste van belangrijkere, zoals Trumps aanval op wat hij “de deep state” noemt, zal zeker niet substantieel bijdragen aan de verduidelijking van het verschijnsel populisme.
En dat brengt ons bij een andere vraag: hoe moet het debat tussen de organisaties van de Kommunistische Linkerzijde verlopen? Le Prolétaire heeft niet alleen moeite met het lezen en citeren van ons artikel, maar refereert ook niet naar andere artikelen van de IKS over dit onderwerp sinds 2018 (de datum van de laatste polemiek tussen Le Prolétaire en de IKS). We hebben hierboven al het artikel “How the bourgeoisie organises itself” genoemd, maar er zijn nog andere artikelen, zoals “The rise of populism is a pure product of capitalist decomposition” en “Nieuwe stappen in de kapitalistische chaos”. Het zou Le Prolétaire sieren om een nieuwe, serieuzere poging te doen om het standpunt van de IKS over populisme te bekritiseren, op basis van een grondigere lezing en argumenten.
Als revolutionaire organisatie is dat haar politieke verantwoordelijkheid ten opzichte van de arbeidersklasse en de politieke minderheden die daaruit voortkomen n
Dennis/10.09.2025
1 « Le CCI et le “populisme”. Les élections américaines sont-elles “un échec cuisant pour la bourgeoisie américaine” ? » (Le Prolétaire nr. 557; april-mei-juni 2025).
2 De omwenteling van de allianties verergert de logica van het ‘ieder tegen ieder’; Internationalisme 382.
3 “15th Congress of the ICC, Today the Stakes Are High--Strengthen the Organization to Confront Them”, International Review no. 114
4 «January 6, 2021, Washington : a dark day for the Capitol, symbol of American democracy», Proletarian n° 17 (Voorjaar 2021).
5 Idem
6 Engels aan Konrad Schmidt, 27 oktober 1890. In: Friedrich Engels, Brieven over de materialistische geschiedenisopvatting
7 Over de kwestie van het populisme, IKSonline
8 Dit laatste heeft niet dezelfde gevolgen, want een nederlaag van de hele bourgeoisie heeft iets positiefs voor de arbeidersklasse, terwijl een nederlaag van een fractie van de bourgeoisie per definitie niet gunstig is voor de arbeidersklasse. Integendeel, het brengt het risico met zich mee dat het proletariaat wordt meegesleept in een strijd tussen verschillende burgerlijke fracties.