China - De strijd wordt steeds heviger

Printer-friendly version

In de afgelopen tien jaar was het proletariaat van China en van de rest van Oost-Azië - Birma, Cambodja, de Filippijnen, Indonesië, Thailand en Vietnam - betrokken in een golf van stakingen en protest tegen de kapitalistische uitbuiting. We willen ons hier concentreren op China en daarbij maken we uitvoerig gebruik van de informatie die gegeven wordt door het Chinese Labour Bulletin (CLB), de publicatie van een niet-regeringsgezinde organisatie, die haar basis heeft in Hong Kong en banden heeft met mensenrechtenorganisaties en Radio Free Asia. Het Bulletin maakt publiciteit voor het idee van een ‘eerlijkere’ Chinese staat, en pleit daarbij voor de aanvaarding van ‘vrije vakbonden’.

De klassestrijd

In het afgelopen decennium heeft de arbeidersklasse in China een golf van stakingen en protesten, waar honderdduizenden arbeiders aan in betrokken waren, ondernomen vanwege de groeiende woede en strijdwil onder het gewicht van de kapitalistische uitbuiting. De spontane stakingen, op initiatief van de stakers zelf, hadden allerlei verschillende kwesties als inzet: uitbetaling van overuren, verhoging van de lonen, corruptie van de bestuurders, vergoeding voor verhuizing, verlaging van de lonen en de pensioenen, verbetering van de werkomstandigheden verkorting van de werkdag, en uitkering voor scholing en gezondheid. In ’t kort, het hele gamma van de omstandigheden, waarin de hoge graad van uitbuiting door de Chinese staat tot uitdrukking komt. Terwijl ze ver van elkaar verwijderd waren, hebben deze stakingen zo’n daadwerkelijke dynamiek en een groeiende kracht laten zien dat de China Briefing van 29.11.2011 de investeerders waarschuwde dat ze rekening moeten houden met arbeidsonrust.

Enkele dagen geleden vonden er in de stad Chongqing, het voormalige rijk van de in ongenade geraakt partijleider Bo Xilai, stakingen plaats – die niets te maken hadden met manoeuvres van het Politbureau – die gingen over lonen en verlaging van de pensioenen. Deze stad van 30 miljoen inwoners in het zuiden van China staat, net als vele andere steden, op de rand van het bankroet, wat een groeiende zorg vormt (plaatselijke faillissementen vormen een groot probleem voor het kapitalisme, kijk maar naar bepaalde staten in de VS, bepaalde regio’s in Spanje, enzovoort). Net zoals elders hebben de autoriteiten, als maatregel tegen de strijd in Chongqing, de blogs geblokkeerd die arbeiders hebben gebruikt om, met het oog op de black-out door de staat, op effectieve wijze met elkaar te communiceren en het nieuws te verspreiden.

Het Chinese Labour Bulletin van 05.03.2012 rapporteerde dat in de maand februari 2012 de stakingen en protesten in het hele land voortduurden. Het grootste deel daarvan vond plaats in de industrie en het transport, met voornamelijk eisen voor hogere lonen en tegen de verlagingen van extra bonussen. Vijfduizend arbeiders van de Hanzhong Steel Co. in Shaanxi in het noorden, staakte tegen lage lonen en lange werkdagen. Duizenden arbeiders verlieten het fabrieksterrein en gingen de straat op om te demonstreren. Het rapport merkt op dat de arbeiders hun eigen vertegenwoordigers kozen. Het nummer van het Bulletin van maart registreert het hoogste totaal aantal stakingen in één maand sinds ze 15 maanden geleden het aantal stakingen begon bij te houden. Ze noteert een escalatie van stakingen voor hogere vergoedingen voor werk en verhuizingen.

In vele gevallen zijn de mobiele eenheid en de militia actief aanwezig en, buiten het feit dat ze ontslagen worden, worden veel arbeiders ‘opgesloten’ – over dit gebeuren hoort men geen enkel gejammer van de kant van de ‘mensenrechtenindustrie’ in het Westen.  In China is onderdrukking en toezicht natuurlijk de specialiteit van een stalinistische staat en, net zoals de Arabische regimes, gebruikt deze staat ook bendes van gewapende schurken die ze betaalt en door het land vervoert om in te zetten tegen de arbeiders. In China gingen de uitgaven voor de politie voor 2010 en die geschat worden voor 2011 het defensiebudget te boven – iets wat niet onwaarschijnlijk is (1)

Migrantenarbeiders zijn niet langer gedwee

Aan het begin van de 21e eeuw stroomden miljoenen arme, jonge werkers van het platteland naar de fabrieken in de stad in het zuiden van China, op zoek naar werk. Deze jonge jongens en meisjes werkten lange dagen voor een laag loon in vaak gevaarlijke en ongezonde omstandigheden. Ze vormden voor een groot deel hulploze lammeren die geslacht werden. Op deze basis werd het ‘Chinese economische wonder’ gegrondvest. Maar deze afgedwongen berusting duurde niet lang. Opgehitst door de hitte van de klassestrijd, was het tijdperk van de goedkope en gedweeë arbeidskracht aan het einde van het eerste decennium, goed en wel over. Een aanzienlijk aantal arbeiders, nog jong maar wijzer, beter geschoold, met meer vertrouwen en militant, organiseerden stakingen en ondernamen protesten. In de zomer van 2010 leidde dit in een golf van stakingen in de industrie. (2)

In het midden van het eerste decennium schatte het Chinese Ministerie van Menselijke Reserves en Sociale Zekerheid het aantal migrantenarbeider op 240 miljoen, de 150 miljoen arbeiders die van huis weg zijn, waarvan 70% in de industrie werkt, inbegrepen. Zelfs met dat aantal was er rond 2005 een tekort aan arbeiders, wat de arbeiders in staat stelde een stap vooruit te zetten in een ‘offensieve’ strijd en eisen met bijzondere uitbarstingen. Hiermee gaven ze anderen de moed om hun eigen protest te beginnen. De Chinese staat telde in 2007 80.000 incidenten – het laatste jaar dat er officiële cijfers werden gepubliceerd. (3) De CLB schat dat deze cijfers sindsdien elk jaar zijn toegenomen en dat de stakingen een ander karakter hebben aangenomen. In augustus 2011 bijvoorbeeld voegden duizenden ontslagen arbeiders, slachtoffer van de reorganisatie bij het Nationale Petroleum Bedrijf van China, zich bij een demonstratie van duizend arbeiders in de olie-industrie, die in staking waren voor hun eigen eisen.

Deze gebeurtenissen onderstreepten de sterkere tendens van bezetting van de straat, het blokkeren van de wegen en demonstraties, en sit-ins op pleinen.Een ander aspect van het ‘bloggen’, dat we hierboven vermeld hebben, was de manier waarop het gebruikt werd in de staking bij Nanhai Honda in 2010. Er werden daar vormen van communicatie bewerkstelligd waarmee een kleine groep arbeiders de leuze rondbazuinde “eenheid is overwinning”. Onder het mom van het voorkomen van “ongegronde geruchten” probeerden de Chinese autoriteiten deze vorm van communicatie stop te zetten. (4) Een van de leiders van de staking bij Honda vertelde de New York Times dat een kleine groep arbeiders, ongeveer 40, voor de staking met elkaar communiceerden en bijeenkwamen om te overleggen over de actie en de eisen. Bij de staking bij PepsiCola, in november 2011, kozen de arbeiders hun eigen vertegenwoordigers voor de algemene vergadering. Ondanks loonsverhogingen, aangeboden door het management, gingen ze door met de actie en breidden ze hem uit. (5)

Vele stakingen eindigen met een loonsverhoging en de inwilliging van een aantal eisen, maar heel veel eindingen niet zo. In beide gevallen worden arbeiders ontslagen en gearresteerd. En waar loonsverhogingen worden gegeven, worden die vaak weggevaagd door de inflatie die een belangrijke vervloeking wordt voor de Chinese economie. Loonsverhogingen nemen toe, niet alleen in de kustgebieden maar, sinds 2010, ook in het achterland, waar de actievoerende arbeiders familie, vrienden, enzovoort, hebben. Dit schept de mogelijkheid een staking gepaard te laten gaan met sociaal protest en dus met een uitbreiding van het strijdterrein. Aan de andere kant worden de migrantarbeiders, die zich gevestigd hebben in de stad, vaak uitgesloten van basisonderwijs en gezondheidszorg voor henzelf en voor hun kinderen – voorzieningen die hun bazen zouden betalen, maar het niet doen. Dit heeft de basis gelegd voor een andere confrontatie. Dit is heel ver weg van wat er een decennium geleden gebeurde, toen deze jonge elementen van het platteland willekeurig gebruikt en afgedankt werden door de Chinese staat. Werkloosheid doemt ook op in al haar omvang in de Federatie van Hong Kong Bedrijven, die meldde dat “eenderde van de industriële bedrijven, die Hong Kong in haar bezit heeft, zullen reorganiseren of sluiten”, iets wat op zijn minst tienduizenden arbeiders zal treffen.

Het Chinese Labour Bulletin stelt dat de arbeiders “geen vertrouwen hadden in de Al-Chinese Federatie van Vakbonden” (6) en dat hun “bekwaamheid om te onderhandelen over een redelijke loonsverhoging toenemen”. Daarom “namen ze de zaak in eigen hand en organiseerden ze een hele reeks van toenemend effectieve collectieve acties…” De ACFTU is duidelijk verbonden met de Partij en bestaat uit leden en kaders van de Partij, en de CLB vestigt de aandacht op een groot probleem waar de Chinese heersende klasse geconfronteerd wordt: het gebrek aan vakbonden om de arbeiders effectieve te disciplineren en te controleren. Repressie is nooit genoeg en kan alleen olie op het vuur gooien. Zoals de CLB rapporteert over de staking bij Honda, die hierboven is genoemd: “Iedere arbeidersorganisatie die zich ontwikkelt tijdens een protest wordt gewoonlijk ontbonden nadat de eisen, die er aanleiding toe gaven, waren ingewilligd”. De CLB, die pro-staat is, zou willen dat deze arbeiders permanente organisaties oprichten en deze doen opgaan in een organisatie van vrije vakbonden op basis van ‘vredelievende’ verhoudingen met de staat.

De verschillende bonden, aangesloten bij de ACFTU, worden soms uitsluitend geleid door managers, zoals die bij de Ohms Electronics fabriek in Shenzhen, waar de twaalf managers allemaal vakbondsbestuurders zijn! En in een pathetisch wanhopige poging, iets wat ook de grenzen aangeeft van de Stalinistische staat, heeft de Shanxi Federatie van Vakbonden haar bestuurders in de provincie de opdracht gegeven hun telefoonnummers openbaar te maken, zodat de arbeiders met hen in contact kan komen!! Doorheen het hele land heeft de ACFTU arbeiders ontslagen, onderkruipers ingezet en de politie en militia ingeschakeld tegen de arbeiders. De ACFTU maakt volledig deel uit van het ongeloofwaardig geworden partij-apparaat. De bourgeoisie, niet alleen in China maar wereldwijdd, heeft nieuwe, soepele en geloofwaardige vakbonden nodig en dit is waar het China Labour Bulletin en door haar streven voor vrije vakbonden voor opkomt. We kunnen dat zien in zijn oproep voor een “grotere deelname”(van de arbeiders) “in comité’s en andere vakbondsorganisaties” en “nieuwe beambten om informatie te geven over de activiteiten van de vakbonden”, zoals na de recente stakingen bij Foxcomm.

De vakbonden in China – in tegenstelling tot hun hoog ontwikkelde zusterorganisaties in het Westen – zien in het algemeen zelfs geen stakingen aankomen, laat staan dat ze in staat zijn ze versnipperen en te verdelen. Dit was de afgelopen zomer het geval bij de Honda autofabriek in Foshan, in het zuidwesten van China. Het duurde twee weken en een grote loonsverhoging om de arbeiders opnieuw aan het werk te krijgen. Kong Xianghong, een voormalige arbeider en veteraan-lid van de CP en nu lid van de ACFTU, zei na de stakingen (en een volgende doldrieste reeks van stakingen die het uitlokte): “We realiseerden het gevaar van onze vakbond, die gescheiden is van de massa’s”. Kong voegde eraan toe dat China: “De lessen van de revoltes in de Arabische landen” moet trekken. (7)

Terwijl de arbeiders in China het aantal stakingen opvoeren, nemen voor de bourgeoisie de problemen toe. De laatste zou, als de al mogelijk is, en dit moet worden betwijfeld, een grotere controle kunnen krijgen door de oprichting van vrije vakbonden. Voor de arbeiders is de les van de vrije vakbond Solidarnosc in Polen dat deze organisaties verraderlijker en meer vernietigend zijn voor de zaak van de arbeiders dan de vakbondsstructuren van de Partij/Staat. Die vakbonden laten tenminste zien wat ze zijn: tegen de arbeidersklasse.

Baboon / 15.04.2012

 

(1) Bloomberg News, 06.03.2011

(2) Er waren in 2010 een geschat aantal van 180.000 ‘incidenten’ Financial Times, 02.03.2011.

(3) CASS, Social Trends Analysis and Projection Topic Group, 2008-2009.

(4) BBC News, 16.03.2012.

(5) World Socialist Web: “Signs of a new strike wave in China”.

(6) “A Decade of Change: The Workers' Movement in China 2000-2010”.

(7) Washington Post, 29.04.2011

Geografisch: