Door Internationalisme op
Honderd jaar geleden begon het proletariaat in Rusland zijn eerste revolutionaire beweging van de twintigste eeuw, die bekend werd onder de naam Russische revolutie van 1905. Omdat ze niet op een overwinning uitmondde, zoals twaalf jaar later wel het geval was met de Oktoberrevolutie, is deze beweging vandaag zo goed als geheel in de vergeethoek geraakt. Toch heeft de Revolutie van 1905 een hele reeks lessen opgeleverd, en antwoord gegeven op vragen die toen in de arbeidersbeweging leefden.
Honderd jaar geleden begon het proletariaat in Rusland zijn eerste revolutionaire beweging van de twintigste eeuw, die bekend werd onder de naam Russische revolutie van 1905. Omdat ze niet op een overwinning uitmondde, zoals twaalf jaar later wel het geval was met de Oktoberrevolutie, is deze beweging vandaag zo goed als geheel in de vergeethoek geraakt. Toch heeft de Revolutie van 1905 een hele reeks lessen opgeleverd, en antwoord gegeven op vragen die toen in de arbeidersbeweging leefden. Zonder die antwoorden zou de Revolutie van 1917 niet gelukt zijn. Hoewel de gebeurtenissen al een eeuw geleden plaatsvonden, staat 1905 politiek veel dichter bij ons dan het lijkt en is het voor de generaties revolutionairen van vandaag en morgen nodig zich de fundamentele lessen eigen te maken van deze eerste revolutie in Rusland.
De gebeurtenissen van 1905 spelen zich af aan de vooravond van de vervalfase van het kapitalisme, een neergang die er zijn stempel al op drukt, ook al was op dat moment slechts een zeer kleine minderheid van revolutionairen in staat de betekenis te vatten van de diepgaande veranderingen die zich afspelen in de maatschappij en in de strijdvoorwaarden van het proletariaat. In de loop van deze gebeurtenissen zien we dat de arbeidersklasse massale bewegingen ontwikkelt, over de grenzen van fabrieken, sectoren, beroepen heen, met één enkele eis, zonder duidelijk onderscheid tussen het economische en het politieke, zoals voordien het geval was met de vakbonds- en de parlementaire strijd, en zonder precieze leuzen van de kant van partijen en vakbonden. De dynamiek van deze bewegingen mondt voor het eerst uit in de vorming door het proletariaat van organen, de sovjets of arbeidersraden, die in het Rusland van 1917 en in de gehele revolutionaire golf die Europa daarna dooreenschudt de organisatievorm en machtsvorm zullen worden van het revolutionaire proletariaat.
In 1905 ging de arbeidersbeweging er nog van uit dat het de burgerlijke revolutie was die in Rusland op de dagorde stond, omdat de Russische bourgeoisie de politieke macht nog niet bezat, maar nog altijd onder het feodale juk van het tsarisme leefde. Dat standpunt wordt niettemin ondergraven door de leidende rol die de arbeidersklasse tijdens de gebeurtenissen op zich neemt. Dat de parlementaire en vakbondsstrijd, met de wisseling van historische periode die zich aan het voltrekken was, een reactionaire koers begon in te slaan was nog lang niet duidelijk en zou dat pas veel later worden. Maar dat de vakbonden en het parlement een compleet ondergeschikte rol in de gebeurtenissen zouden spelen (of helemaal geen) was daarvoor de eerste belangrijke aanwijzing. Het vermogen van de arbeidersklasse om haar toekomst in eigen handen te nemen en zichzelf daartoe te organiseren zette de visie van de Duitse sociaal-democratie en van de internationale arbeidersbeweging over de taken van de partij op de helling, haar taak van organisatie en inkadering van de arbeidersklasse, en het wierp nieuw licht op de verantwoordelijkheden van de politieke voorhoede van de arbeidersklasse. Veel aspecten van wat de doorslaggevende standpunten gingen vormen van de arbeidersbeweging in de vervalfase van het kapitalisme waren al aanwezig in 1905.
We zullen ons in het kader van dit artikel concentreren op bepaalde lessen die ons nog steeds actueel en cruciaal lijken voor de arbeidersbeweging van vandaag. Daarvoor komen wij in het kort terug op de gebeurtenissen van 1905 zelf, waarbij we steunen op de hoofdrolspelers en getuigen van toen, zoals Trotski, Lenin, Rosa Luxemburg, die er in hun geschriften in geslaagd zijn de grote politieke lessen te trekken, maar die ook de intense emotie weergeven die opgewekt werd door de kracht van de strijd in die maanden (1).
De internationale en historische context van de revolutie van 1905
De Russische Revolutie van 1905 is een bijzonder duidelijke illustratie van wat het marxisme verstaat onder de fundamenteel revolutionaire aard van de arbeidersklasse. Het vermogen van het Russische proletariaat om van een situatie waarin het ideologisch overheerst wordt door de waarden van de maatschappij door te stoten naar een positie waarin het door middel van een massale strijdbeweging zelfvertrouwen vindt, zijn solidariteit ontwikkelt, zijn historische kracht ontdekt, tot en met het scheppen van de organen waarmee het zijn toekomst in eigen handen zal kunnen nemen, dat alles is het levend voorbeeld van de materiële kracht die het klassenbewustzijn van het proletariaat aanneemt wanneer het in beweging komt.
Sinds de val van de muur van Berlijn blijft de bourgeoisie voortdurend herhalen dat het kommunisme dood is en dat de arbeidersklasse niet langer bestaat. En de moeilijkheden die de klasse ondervindt lijken haar gelijk te geven. De bourgeoisie is er altijd op uit zijn eigen historische doodgraver te begraven. Maar de arbeidersklasse bestaat nog steeds – zonder arbeidersklasse bestaat er geen kapitalisme, en de gebeurtenissen van 1905 in Rusland herinneren ons eraan hoe de klasse van een toestand van onderwerping en ideologische verwarring onder het juk van het kapitalisme kan overstappen naar een situatie waarin zijzelf het onderwerp van de geschiedenis wordt, draagster van alle hoop, omdat ze in haar wezen zelf de toekomst van de mensheid draagt.
Vooraleer ons te buigen over de dynamiek van de Russische Revolutie van 1905, moeten we even herinneren aan de internationale en historische context waarin deze revolutie op gang is gekomen. De laatste decennia van de negentiende eeuw werden gekenmerkt door een bijzonder uitgesproken economische ontwikkeling overal in Europa. het zijn de laatste jaren waarin het kapitalisme zich met het grootste dynamisme ontwikkelt. De kapitalistisch meest gevorderde landen waren op zoek naar uitbreiding in achtergebleven gebieden, ofwel om goedkopere arbeidskrachten en grondstoffen te vinden, ofwel om afzetmarkten te scheppen voor hun waren. In die context wordt tsaristisch Rusland, land waarvan de economie gekenmerkt wordt door een bijzonder grote achterstand, een ideale bestemming voor de uitvoer van belangrijke kapitalen die geïnvesteerd zullen worden in middelgrote en grote industrieën. In enkele tientallen jaren wordt de economie er grondig veranderd, waarbij “de spoorwegen een belangrijk instrument bij de industrialisatie van het land zijn” (2). De gegevens over de industrialisatie van Rusland die Trotski opgeeft, tonen in vergelijking met andere landen met een steviger industriële structuur, zoals Duitsland of België in die tijd, dat terwijl het aantal arbeiders nog betrekkelijk klein was vergeleken bij de zeer talrijke bevolking (1,9 miljoen Russische arbeiders, tegenover 1,56 miljoen in Duitsland en 600.000 in het kleine België), dat Rusland toch een industriële structuur van het moderne type had die volstrekt niet hoefde onder te doen voor de andere mogendheden van de wereld. Van niets opgebouwd dankzij kapitalen die vooral uit het buitenland kwamen, werd de kapitalistische industrie in Rusland niet gevormd onder impuls van een interne dynamiek, maar wel dankzij de regelrechte transplantatie van technologieën en kapitalen die van buitenaf kwamen. De gegevens van Trotski tonen hoe de arbeidskracht in Rusland veel geconcentreerder was dan in andere landen omdat ze vooral verdeeld is over de grote en middelgrote bedrijven (38,5 % in bedrijven met meer dan 1000 arbeiders en 49,5 % in bedrijven met tussen de 51 en 1000 arbeiders, terwijl die cijfers in Duitsland respectievelijk 10 en 46% waren). Deze structurele cijfers van de economie verklaren de revolutionaire vitaliteit van een proletariaat dat voor het overige verloren liep in een bijzonder achtergebleven land waarin de boereneconomie veruit de overhand had.
Bovendien duiken de gebeurtenissen van 1905 niet uit het niets op, maar zijn ze het product van de opgestapelde opeenvolgende ervaringen die Rusland vanaf het einde van de negentiende eeuw dooreengeschud hebben. Zoals Rosa Luxemburg rapporteert : “[...] deze januaristaking in Petersburg is het onmiddellijk gevolg van de reusachtige algemene staking die kort daarvoor in december 1904 uitgebarsten was in de Kaukasus, in Bakoe, en die Rusland lange tijd in spanning hield. Maar de gebeurtenissen van december in Bakoe waren zelf de laatste en machtige echo van de grote stakingen die in 1903 en 1904 als terugkerende aardbevingen heel het zuiden van Rusland dooreenschudden, en die als voorspel de staking van Batoem in de Kaukasus hadden, in maart 1902. In feite is deze eerste reeks stakingen in de onophoudelijke keten van revolutionaire uitbarstingen van vandaag, niet eens meer dan vijf of zes jaar verwijderd van de algemene staking van de textielarbeiders van Petersburg in 1896 en 1897.” (3).
De gebeurtenissen van januari 1905
Op 9 (22) januari 2005 is het de verjaardag van wat men ‘Bloedige Zondag’ noemt, het begin van een reeks gebeurtenissen in het oude tsaristische Rusland die zich gedurende heel het jaar 1905 afspelen en die uitmonden op de bloedige onderdrukking van de opstand in Moskou in december. De activiteit van de klasse kent praktisch geen rust in dit jaar, ook al neemt de strijd vormen aan die niet altijd identiek zijn en heeft de strijd niet altijd dezelfde intensiteit. Er zijn in dit revolutiejaar drie doorslaggevende momenten: januari, oktober en december.
In januari 1905 worden twee arbeiders van de Poetilov-fabrieken in Petersburg ontslagen. Een solidariteitsstaking komt op gang, een petitie voor politieke vrijheden, het recht op onderwijs, de achturendag, tegen de belastingen enzovoort wordt opgesteld en door een massale betoging naar de tsaar gebracht. De onderdrukking van deze betoging wordt het vertrekpunt voor de revolutionaire ontvlamming van het land, een jaar lang. Het revolutionair proces in Rusland is dus op een ongewone manier van start gegaan. “Duizenden arbeiders, geen sociaal-democraten, maar gelovigen, trouwe onderdanen van de tsaar, geleid door de priester Gapone, stromen uit alle delen van de stad samen naar het centrum van de hoofdstad, naar de plaats van het Winterpaleis, om een petitie te overhandigen aan de tsaar. De arbeiders stappen op achter iconen en Gapone, aanvoerder van het moment, heeft aan de tsaar geschreven dat hij zich garant stelt voor diens persoonlijke veiligheid en hij smeekt hem zich aan het volk te vertonen.” (4). In april 1904 was de pope Gapone de drijvende kracht geweest van een “Bijeenkomst van Russische fabrieksarbeiders en bedienden van de stad Petersburg” die door de regering was toegestaan, in overleg met de politieofficier Zoebatov (5). Zoals Lenin zegt had deze organisatie de rol, op een manier die geheel gelijkt op wat vandaag met heel andere middelen gebeurt, de toenmalige arbeidersbeweging te beperken en in te kaderen. Maar de druk die zich ontwikkelde binnen het proletariaat had al een kritisch niveau bereikt. “En zo overschreed de zoeba-tistische beweging, door de politie omwille van haar controle ingesteld, met de bedoeling de autocratie te steunen en het politiek bewustzijn van de arbeiders te corrumperen, de grenzen die haar waren opgelegd, ze keert zich tegen de autocratie en leidt tot een explosie van klassenstrijd van het proletariaat.” (6). De ontknoping komt er wanneer de arbeiders, bij het Winterpaleis aangekomen om hun verzoek aan de tsaar te overhandigen, door het leger worden aangevallen dat “de massa met de blanke sabel aanvalt; de kozakken schieten op de ongewapende arbeiders die hen op hun knieën smeken tot de tsaar toegelaten te worden. Volgens politierapporten waren er die dag meer dan duizend doden en tweeduizend gewonden. De verontwaardiging van de arbeiders was onbeschrijflijk.” (7). Die diepe verontwaardiging van de Petersburgse arbeiders over degene die ze ‘Vadertje’ noemden en die hun smeekbede met wapengeweld beantwoord had, waarbij hij hen die zich aan zijn goedertieren onderwierpen woedend maakte, ontketende de revolutionaire gevechten van januari. De arbeidersklasse die begonnen was zich devoot, achter pope Gapone en de iconen van de kerk, te richten tot het ‘vadertje van de volkeren’, toont in het elan van de revolutie een onverwachte kracht. In deze periode is er een zeer snelle verandering in de geestesgesteldheid van het proletariaat, ze is de typische uitdrukking van het revolutionair proces waarin de proletariërs, ondanks hun geloof, bijgeloof en angsten, hun kracht ontdekken en zich bewust worden van de eenheid die hun kracht uitmaakt. “Van het ene eind van het land naar het andere schudde een grootse vloed van stakingen het lichaam van de natie dooreen. Volgens een ruwe berekening breidde de staking zich uit over 122 steden en dorpen, over verschillende mijnen in het Donetzbekken en tien spoorwegmaatschappijen. De proletarische massa’s werden tot diep in hun rangen geschokt. De beweging sleurde ongeveer een miljoen mensen mee. Zonder vooropgesteld plan, vaak zelfs zonder eisen te formuleren, nu weer onderbroken, dan weer losbarstend, alleen geleid door het instinct van solidariteit, heerste de staking gedurende bijna twee maanden over het land.” (8). Dit feit te gaan staken zonder specifieke eisen voorop te stellen, enkel uit solidariteit, omdat “een massa van miljoenen proletariërs plots, met een gevoel van ondraaglijke scherpte, het ondraaglijke van haar sociaal bestaan ontdekt” (9) is tegelijk de uitdrukking én een actieve factor van de rijping, binnen het Russisch proletariaat van die tijd, van het bewustzijn een klasse te zijn, en van de noodzaak om als klasse de confrontatie met zijn klassenvijand aan te gaan.
De algemene staking van januari wordt gevolgd door een periode van constante gevechten, die over het land opduiken en weer verdwijnen, rond economische eisen. Deze periode is minder spectaculair, maar daarom niet minder belangrijk. “De diverse ondergrondse stromingen van het revolutionair proces kruisen elkaar, belemmeren elkaar, zwengelen de interne tegenstellingen aan… een groot onweer gedurende het voorjaar en de zomer en de economische stakingen [...] speelden een onvervangbare rol.” Hoewel er “geen enkel sensationeel nieuws van het Russisch front” kwam, “gaat de revolutie in feite zonder ophouden door van dag tot dag, uur na uur, met haar ontzaglijk ondergronds werk dat de grondvesten ondermijnt van heel het keizerrijk.” (Ibid.) In Warschau komt het tot bloedige confrontaties.
In Lodz worden barricades opgeworpen. De matrozen van de pantserkruiser Potemkin in de Zwarte Zee komen in opstand. Heel deze periode bereidt het tweede hoogtepunt van de revolutie voor.
Oktober en de vorming van de sovjet van Petersburg
“Deze nieuwe grote revolutionaire actie van het proletariaat is van een heel andere aard dan de eerste staking in januari. Het politiek bewustzijn speelt er een veel belangrijker rol. Zeker, de aanleiding tot de massastaking was opnieuw toevallig en op het eerste zicht onbelangrijk: het ging om een conflict tussen de spoorlieden en de administratie over de Pensioenkas. Maar de algemene opstand van het industrieproletariaat die erop volgde steunde op een duidelijke politieke gedachte. De proloog van de januaristaking was een smeekbede aan het adres van de tsaar om politieke vrijheid te verkrijgen; het leuze van de oktoberstaking was: ‘Laten we een eind maken aan de constitutionele komedie van het tsarisme!’ En dankzij het onmiddellijke succes van de algemene staking dat zich vertaalde in het manifest van de tsaar van 30 oktober, valt de beweging niet uit zichzelf terug in een economische strijd, zoals in januari toen ze terug ging naar af. Nee, ze stroomt over, naar buiten toe, en oefent op krachtige wijze de nieuw verworven politieke vrijheid uit. De betogingen, de bijeenkomsten, de piepjonge pers, de openbare discussies, gevolgd door bloedige moordpartijen die een einde maken aan de vreugde, gevolgd door nieuwe massastakingen en nieuwe betogingen.” (Ibid.)
Een kwalitatieve verandering zet zich in deze maand oktober door. Ze wordt uitgedrukt in de vorming van de sovjet van Petersburg die een mijlpaal is in de geschiedenis van de internationale arbeidersbeweging. Nadat de staking van de zetters in de drukkerijen was overgeslagen naar de spoorwegen en de telegraaf, beslissen de arbeiders in algemene vergadering een sowjet op te richten die het zenuwcentrum zal worden van de revolutie: “De Raad van arbeidersafgevaar-digden werd gevormd om aan een praktische noodzaak te beantwoorden die door de conjunctuur van het moment werd opgeworpen: er was behoefte aan een organisatie die over onaantastbaar gezag moest beschikken, die los stond van elke traditie, die in één slag de massa’s zou verenigen die verspreid waren en over geen banden beschikten; die organisatie moest een samenvloeiing zijn van alle revolutionaire stromingen binnen het proletariaat; ze moest in staat zijn initiatieven te nemen en zichzelf automatisch te controleren.” (10). In talrijke andere steden werden vervolgens ook sovjets opgericht.
Het verschijnen van de eerste sovjets gaat voor een groot deel van de internationale arbeidersbeweging onopgemerkt voorbij. Rosa Luxemburg, die op magistrale wijze en steunend op de revolutionaire ervaring van 1905 de nieuwe kenmerken analyseerde die de strijd van het proletariaat aanneemt aan de vooravond van de nieuwe historische periode, met name de massastaking, blijft niettemin de vakbonden beschouwen als de organisatievorm van de klasse (11). Het zijn de Bolsjewieken (en dan nog niet meteen) en Trotski die begrijpen welke stap vooruit de vorming van die organen, als organen van de machtsgreep, vertegenwoordigt voor de arbeidersbeweging. We zullen hier deze kwestie niet verder ontwikkelen omdat we er een ander artikel aan zullen wijden (12). We geven alleen aan dat het juist was omdat het kapitalisme aan zijn vervalfase begon, dat de arbeidersklasse zich vanaf dat moment direct geconfronteerd zag met de opdracht het kapitalisme omver te werpen. Daarom werd ze er na tien maanden van strijd, van socialistische agitatie, van rijping van het bewustzijn, van verandering van de krachtsverhouding tussen de klasse ‘natuurlijk’ toe gebracht de organen van haar macht te scheppen.
“De sovjets waren wezenlijk niets meer dan stakings-comités, zoals die altijd gevormd worden tijdens wilde stakingen. In Rusland breken de stakingen uit in de grote fabrieken en breiden ze zich snel uit over steden en provincies, daarom moeten de arbeiders op permanente wijze contact met elkaar kunnen houden. Ze verenigen zich en discussiëren in de werkplaatsen [...] ze sturen afgevaardigden naar andere fabrieken [...] Maar die taken krijgen in dit geval een heel andere omvang dan in de gewone stakingen. De arbeiders moesten zich inderdaad bevrijden van de zware tsaristische onderdrukking en beseften dat de grondvesten zelf van de Russische maatschappij door hun actie veranderden. Het ging niet enkel om lonen, maar ook om het geheel van problemen, globaal bekeken, verbonden aan de maatschappij. Ze moesten zelf een betrouwbare weg ontdekken op de verschillende gebieden en over politieke kwesties beslissen. Terwijl de staking intenser werd, zich over heel het land verbreidde, toen ze de industrie en de vervoermiddelen stil legden en het gezag verlamden, stonden de sovjets voor nieuwe problemen. Ze moesten het maatschappelijk leven organiseren, waken over de openbare orde en over de werking van de onmisbare openbare diensten, kortom ze moesten de taken op zich nemen die meestal worden uitgevoerd door regeringen. Wat zij beslisten, werd door de arbeiders uitgevoerd.” (13).
December en de repressie
“De droom van de Grondwet wordt gevolgd door een brutaal ontwaken. De agitatie zorgt voor het losbranden in december van de derde algemene massastaking die zich over heel het Keizerrijk uitbreidt. Dit keer zijn het verloop en de uitkomst heel anders dan in beide vorige gevallen. De politiek actie ruimt de plaats niet voor economische actie zoals in januari, maar ze boekt ook geen snelle overwinning, zoals in oktober. De tsaristische camarilla doet geen nieuwe pogingen om echte politieke vrijheid in te stellen, en de revolutionaire actie stuit zo voor het eerst in al haar omvang op die onoverkomelijke muur: de materiële kracht van het absolutisme.” (14). De kapitalistische bourgeoisie, afgeschrikt door de beweging van het proletariaat, heeft zich aan de zijde van de tsaar geschaard. De regering heeft de liberale wetten niet uitgevoerd die ze pas had afgekondigd. De leiders van de sovjet van Petersburg worden gearresteerd. Maar de strijd gaat verder in Moskou: “De revolutie van 1905 bereikte haar hoogtepunt met de opstand in Moskou in december. Een klein aantal opstandelingen, georganiseerde en bewapende arbeiders –ze waren met niet meer dan achtduizend– biedt gedurende negen dagen verzet tegen de regering van de tsaar. Deze kon het garnizoen van Moskou niet vertrouwen, maar moest dat integendeel opgesloten houden en pas wanneer het regiment van Semionowski, opgeroepen in Petersburg, arriveert, kan hij de opstand onderdrukken.” (15).
In het tweede deel van dit artikel dat zal verschijnen in het volgende nummer, zullen we de proletarische aard van de revolutie van 1905 en de dynamiek van de massastaking bespreken.
Ezechiele (naar een artikel in Internationale Revue, nr. 120)
(1) In het kader van deze artikels kunnen we niet heel de rijkdom van de gebeurtenissen weergeven, noch alle kwesties behandelen. Daarvoor verwijzen we de lezer naar de historische documenten zelf.
(2) L. Trotski, 1905.
(3) R. Luxemburg, Massastaking, Partij en Vakbonden, 1906.
(4) Lenin, Rapport over de Revolutie van 1905, 9 (22) januari 1917.
(5) Zoebatow was een politieofficier, die in overeenstemming met de regering arbeidersverenigingen oprichtte die tot doel hadden de conflicten binnen een strikt economisch kader te houden en hen af te houden van het ter discussie stellen van de regering.
(6) Lenin, De staking van Petersburg, in Economische staking en politieke staking.
(7) Lenin, Rapport over de Revolutie van 1905, idem.
(8) L. Trotski, 1905.
(9) R. Luxemburg, Massastaking, Partij en Vakbonden.
(10) L. Trotski, 1905.
(11) Zie ons artikel Aantekeningen over de massastaking in Internationale Revue, nr. 27, 4e trimester 1981 (Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave).
(12) Zie ons artikel Revolutie van 1905 : fundamentele lessen voor het proletariaat in Internationale Revue, nr. 43, 4e trimester 1985 (Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave).
(13) Anton Pannekoek: De arbeidersraden (geschreven in 1941-1942).
(14) R. Luxemburg, Massastaking, Partij en Vakbonden.
(15) Lenin, Rapport over de Revolutie van 1905.