Door IKSonline op
In Pakistan is de noodtoestand uitgeroepen als gevolg van de opeenhoping van conflicten die sinds de zomer aan de gang zijn. Het lijkt in versneld tempo te zijn gegaan door de vrees dat het Hoger Gerechtshof de herverkiezing vorige maand van Musharaf tot president wellicht ongeldig zou verklaren, en hij heeft eindelijk de hoge rechter vervangen door een van zijn eigen mannen, iets dat hij al eerder geprobeerd had maar waarin hij in augustus niet geslaagd was, toen hij afzag van het uitroepen van de noodtoestand. Deze schorsing van de grondwet staat in schril contrast tot al de propaganda over het streven naar democratie en burgerbewind. En het zal Benazir Bhutto in een moeilijk parket brengen als zij terugkeert uit Dubai. Zij keerde oorspronkelijk terug uit ballingschap nadat zij een amnestie had afgedongen voor al haar volgelingen op voorwaarde dat deze de herverkiezing van Musharaf niet zouden tegenwerken. Het steekt ook een stok in de spaken van het uitwerken van de tactiek van de Verenigde Staten om een bondgenootschap van ‘gematigden’ te ondersteunen, degenen die het meest bereid en in staat zijn om steun te verlenen tegen Al Qaïda.
Onder de vrome uitingen van bezorgdheid van allerlei hoge pieten in de wereld, zei de Britse minister van Buitenlandse Zaken David Miliband: “Wij erkennen de dreiging voor vrede en veiligheid waarmee het land wordt geconfronteerd…”. Om te begrijpen wat er in Pakistan aan de hand is hoeven we wij niet zozeer te kijken naar hoe de president zich om zijn eigenbelang bekommert, maar naar de reden waarom de heersende klasse als geheel geen samenhang vertoont en waarom een deel ervan de leiding in handen gaf van een militaire dictator. Daarvoor moeten we de plaats bezien van Pakistan op de geo-strategische kaart van de wereld en de imperialistische spanningen waardoor het wordt verscheurd. Het heeft een lange grens met Afghanistan net als het grenst aan Iran, China en India. Het heeft te maken met een miljoen Afghaanse vluchtelingen. De zestig jaar lange strijd met India rond Kasjmir is verre van de enige zorg van Pakistan. Interne conflicten, zoals de strijd tussen het leger en de Islamisten in de noordwestelijke regio, vervolledigen het beeld van een land dat verscheurd wordt door druk van binnenuit en van buitenaf.
In de jaren 1980, toen de grote imperialistische conflicten draaiden rond enerzijds de Verenigde Staten en hun bondgenoten en vazallen, en anderzijds het Russische imperialistische blok, was Pakistan van strategisch belang voor de westerse leveringen aan de Moedjahadin, die in Afghanistan tegen de Russen vochten. Toen hadden de islamisten niet alleen God maar ook de CIA en Amerikaanse Stinger raketten aan hun zijde, en Rusland werd er prompt uit gegooid. Ook Pakistan had zijn belangen in Afghanistan, een nuttig achterland voor training en strategische ruimte in de confrontatie met India in Kasjmir.
Meer recent lanceerden de Verenigde Staten in 2001 hun eigen invasie van Afghanistan, en daarbij maakten ze gebruik van de vernietiging van het World Trade Centre en de noodzaak van de ‘oorlog tegen de terreur’ als voorwendsel. Daarbij was eens te meer de hulp van Pakistan nodig. Amerika beloofde dat het steun zou verlenen aan de stammen die vijandig stonden tegenover de Noordelijke Alliantie, Pakistan’s traditionele vijand en hindernis voor zijn invloed in Afghanistan. Maar deze belofte werd verbroken toen de Noordelijke Alliantie aan invloed won met de overeenkomst van na de Taliban-periode. In ieder geval werd Pakistan benaderd met een andere soort van overtuigingskracht toen de Verenigde Staten ermee dreigde om het naar het Stenen Tijdperk te bombarderen als het geen steun zou verlenen. Dit dreigement werd min of meer herhaald door Barack Obama in de lopende presidentsverkiezingen, suggererend dat de Verenigde Staten Al Qaïda bolwerken zonder enige toestemming konden bombarderen.
Tezelfdertijd waren er miljoenen Afghaanse vluchtelingen in Pakistan, wat nog bijdroeg tot de instabiliteit van het land, en ondanks dat er 2,3 miljoen mensen zijn gerepatrieerd blijven er nog steeds meer dan een miljoen.
Pakistan heeft zijn eigen regionale belangen en om die na te jagen werd het in 2006 de grootste ontvanger van wapenoverdrachten naar de Derde Wereld, op de voet gevolgd door India. Het conflict met zijn grotere Indische rivaal rond Kasjmir en hun atoomwapen-wedloop kwam in 2002 tot de rand van de oorlog, en als de zwakkere die zou beginnen starten dan zou die niet aarzelen om atoomwapens in te zetten tegen een superieure vijand. Het gevaar van oorlog werd vermeden onder druk van de Verenigde Staten, die niet wilde dat dit conflict het najagen van hun eigen militaire avonturen voor de voeten zou lopen, maar geen van de kwesties werden opgelost. Het vredesproces waartoe Pakistan werd gedwongen betekende dat het geen enkel voordeel kon slaan uit zijn winst op het terrein. Het conflict kabbelde voort op een wijze die minder nieuwswaarde had, met terroristische aanslagen in beide landen, en in Kasjmir zelf beperkte Pakistan zich tot ‘morele en diplomatieke’ steun aan de islamisten, maar eigenlijk ging het om veel meer dan dat, terwijl India deze fundamentalistische ‘vrijheids-strijders’ onderdrukte. Beide kampen steunen op een sterk nationalisme en geen van beide toont enige bekommernis voor hun ontelbare slachtoffers.
De strategische toestand is ruimer gezien bepaald niet in het voordeel van Pakistan. Met het mes op de keel de Verenigde Staten steunend in zijn ‘oorlog tegen de terreur’, kan het geen voordeel slaan uit die gezagsgetrouwheid aan de Verenigde Staten. Terwijl China door zijn economische groei ook meer imperialistische eetlust vertoont komt het in conflict niet alleen met India maar ook met de Verenigde Staten. Pakistan wordt geconfronteerd met het samenvallen van de belangen van zijn traditionele vijand, India, en de eigen supermacht, de baas der bazen. En om de zaken er nog erger op te maken zit Pakistan gevangen tussen twee veel sterkere ‘bondgenoten’ en belangrijke handelspartners, de Verenigde Staten en China, als die in conflict geraken.
De ‘oorlog tegen de terreur’ is geen groot succes geworden voor de Verenigde Staten, omdat hij geconfronteerd wordt met de nachtmerrie in Irak en het onbeheersbare Afghanistan, wat beperkingen oplegt in de wens om nieuwe militaire avonturen te bginnen. Voor Pakistan is dat een volgende ramp. Nu de Verenigde zijn zwakheden blootgeeft, worden Al Qaïda en haar aanhangers, waarvan er velen zijn gevestigd in Noordwest-Pakistan, een uitdagender houding aan. Soldaten worden gekidnapt of straffeloos vermoord. Deze zomer werden er in tien werken 200 gedood en eind Augustus werden er 250 gegijzeld in Zuid-Waziristan zonder dat er een schot werd gelost, wat leidde tot speculatie over mogelijke infiltratie van het leger. Noch de 90.000 troepen die aan de grens zijn ingezet, noch de tien miljard dollar aan Amerikaanse hulp kon de toestand onder controle brengen. Een vredesovereenkomst van de regering met de stamhoofden in Waziristan ergerde Amerika, maar werd verbroken en de gevechten namen toe sinds de bestorming van de Rode Moskee. Masharaf valt bij niemand in de smaak. Sommige hogere officieren verwijten hem dat hij wordt afgeleid door de politieke crisis.
In Pakistan voert de staat oorlog tegen zichzelf. Oppositieleden werden in september opgepakt, voormalige eerste minister Nawaz Sharif werd onmiddellijk uitgewezen toen hij terugkeerde. Politieke bijeenkomsten zijn het toneel van terroristische moordpartijen. Rechters van het Hoge Gerechtshof protesteren tegen de regering nadat één van hen was ontslagen, en vervolgens werd een politiehoofd geschorst na geweld bij een betoging van protesterende advocaten. Dit zijn instellingen die de kern van de staat uitmaken en hun conflict weerspiegelt de mate waarin het land wordt verscheurd door de imperialistische conflicten die thuishoren onder het hoofdstuk ‘oorlog aan de terreur’. En dat alles is nu uitgelopen op het uitroepen van de noodtoestand.
Of de verkiezingen in januari al dan niet gehouden worden, gaat het niet richting democratie en burgerlijke regering. Pakistan zwoegt om niet stukken te worden gereten. En zelfs zonder dat het onmiddellijk wordt aangevallen laat het zien welke chaos en ellende er momenteel wordt veroorzaakt door de huidige imperialistische conflicten.
Alex / 3.11.2007
Onder de vrome uitingen van bezorgdheid van allerlei hoge pieten in de wereld, zei de Britse minister van Buitenlandse Zaken David Miliband: “Wij erkennen de dreiging voor vrede en veiligheid waarmee het land wordt geconfronteerd…”. Om te begrijpen wat er in Pakistan aan de hand is hoeven we wij niet zozeer te kijken naar hoe de president zich om zijn eigenbelang bekommert, maar naar de reden waarom de heersende klasse als geheel geen samenhang vertoont en waarom een deel ervan de leiding in handen gaf van een militaire dictator. Daarvoor moeten we de plaats bezien van Pakistan op de geo-strategische kaart van de wereld en de imperialistische spanningen waardoor het wordt verscheurd. Het heeft een lange grens met Afghanistan net als het grenst aan Iran, China en India. Het heeft te maken met een miljoen Afghaanse vluchtelingen. De zestig jaar lange strijd met India rond Kasjmir is verre van de enige zorg van Pakistan. Interne conflicten, zoals de strijd tussen het leger en de Islamisten in de noordwestelijke regio, vervolledigen het beeld van een land dat verscheurd wordt door druk van binnenuit en van buitenaf.
De gevolgen van de conflicten tussen de grootmachten
In de jaren 1980, toen de grote imperialistische conflicten draaiden rond enerzijds de Verenigde Staten en hun bondgenoten en vazallen, en anderzijds het Russische imperialistische blok, was Pakistan van strategisch belang voor de westerse leveringen aan de Moedjahadin, die in Afghanistan tegen de Russen vochten. Toen hadden de islamisten niet alleen God maar ook de CIA en Amerikaanse Stinger raketten aan hun zijde, en Rusland werd er prompt uit gegooid. Ook Pakistan had zijn belangen in Afghanistan, een nuttig achterland voor training en strategische ruimte in de confrontatie met India in Kasjmir.
Meer recent lanceerden de Verenigde Staten in 2001 hun eigen invasie van Afghanistan, en daarbij maakten ze gebruik van de vernietiging van het World Trade Centre en de noodzaak van de ‘oorlog tegen de terreur’ als voorwendsel. Daarbij was eens te meer de hulp van Pakistan nodig. Amerika beloofde dat het steun zou verlenen aan de stammen die vijandig stonden tegenover de Noordelijke Alliantie, Pakistan’s traditionele vijand en hindernis voor zijn invloed in Afghanistan. Maar deze belofte werd verbroken toen de Noordelijke Alliantie aan invloed won met de overeenkomst van na de Taliban-periode. In ieder geval werd Pakistan benaderd met een andere soort van overtuigingskracht toen de Verenigde Staten ermee dreigde om het naar het Stenen Tijdperk te bombarderen als het geen steun zou verlenen. Dit dreigement werd min of meer herhaald door Barack Obama in de lopende presidentsverkiezingen, suggererend dat de Verenigde Staten Al Qaïda bolwerken zonder enige toestemming konden bombarderen.
Tezelfdertijd waren er miljoenen Afghaanse vluchtelingen in Pakistan, wat nog bijdroeg tot de instabiliteit van het land, en ondanks dat er 2,3 miljoen mensen zijn gerepatrieerd blijven er nog steeds meer dan een miljoen.
De regionale imperialistische belangen
Pakistan heeft zijn eigen regionale belangen en om die na te jagen werd het in 2006 de grootste ontvanger van wapenoverdrachten naar de Derde Wereld, op de voet gevolgd door India. Het conflict met zijn grotere Indische rivaal rond Kasjmir en hun atoomwapen-wedloop kwam in 2002 tot de rand van de oorlog, en als de zwakkere die zou beginnen starten dan zou die niet aarzelen om atoomwapens in te zetten tegen een superieure vijand. Het gevaar van oorlog werd vermeden onder druk van de Verenigde Staten, die niet wilde dat dit conflict het najagen van hun eigen militaire avonturen voor de voeten zou lopen, maar geen van de kwesties werden opgelost. Het vredesproces waartoe Pakistan werd gedwongen betekende dat het geen enkel voordeel kon slaan uit zijn winst op het terrein. Het conflict kabbelde voort op een wijze die minder nieuwswaarde had, met terroristische aanslagen in beide landen, en in Kasjmir zelf beperkte Pakistan zich tot ‘morele en diplomatieke’ steun aan de islamisten, maar eigenlijk ging het om veel meer dan dat, terwijl India deze fundamentalistische ‘vrijheids-strijders’ onderdrukte. Beide kampen steunen op een sterk nationalisme en geen van beide toont enige bekommernis voor hun ontelbare slachtoffers.
De strategische toestand is ruimer gezien bepaald niet in het voordeel van Pakistan. Met het mes op de keel de Verenigde Staten steunend in zijn ‘oorlog tegen de terreur’, kan het geen voordeel slaan uit die gezagsgetrouwheid aan de Verenigde Staten. Terwijl China door zijn economische groei ook meer imperialistische eetlust vertoont komt het in conflict niet alleen met India maar ook met de Verenigde Staten. Pakistan wordt geconfronteerd met het samenvallen van de belangen van zijn traditionele vijand, India, en de eigen supermacht, de baas der bazen. En om de zaken er nog erger op te maken zit Pakistan gevangen tussen twee veel sterkere ‘bondgenoten’ en belangrijke handelspartners, de Verenigde Staten en China, als die in conflict geraken.
De mislukking van de ‘oorlog tegen de terreur’
De ‘oorlog tegen de terreur’ is geen groot succes geworden voor de Verenigde Staten, omdat hij geconfronteerd wordt met de nachtmerrie in Irak en het onbeheersbare Afghanistan, wat beperkingen oplegt in de wens om nieuwe militaire avonturen te bginnen. Voor Pakistan is dat een volgende ramp. Nu de Verenigde zijn zwakheden blootgeeft, worden Al Qaïda en haar aanhangers, waarvan er velen zijn gevestigd in Noordwest-Pakistan, een uitdagender houding aan. Soldaten worden gekidnapt of straffeloos vermoord. Deze zomer werden er in tien werken 200 gedood en eind Augustus werden er 250 gegijzeld in Zuid-Waziristan zonder dat er een schot werd gelost, wat leidde tot speculatie over mogelijke infiltratie van het leger. Noch de 90.000 troepen die aan de grens zijn ingezet, noch de tien miljard dollar aan Amerikaanse hulp kon de toestand onder controle brengen. Een vredesovereenkomst van de regering met de stamhoofden in Waziristan ergerde Amerika, maar werd verbroken en de gevechten namen toe sinds de bestorming van de Rode Moskee. Masharaf valt bij niemand in de smaak. Sommige hogere officieren verwijten hem dat hij wordt afgeleid door de politieke crisis.
In Pakistan voert de staat oorlog tegen zichzelf. Oppositieleden werden in september opgepakt, voormalige eerste minister Nawaz Sharif werd onmiddellijk uitgewezen toen hij terugkeerde. Politieke bijeenkomsten zijn het toneel van terroristische moordpartijen. Rechters van het Hoge Gerechtshof protesteren tegen de regering nadat één van hen was ontslagen, en vervolgens werd een politiehoofd geschorst na geweld bij een betoging van protesterende advocaten. Dit zijn instellingen die de kern van de staat uitmaken en hun conflict weerspiegelt de mate waarin het land wordt verscheurd door de imperialistische conflicten die thuishoren onder het hoofdstuk ‘oorlog aan de terreur’. En dat alles is nu uitgelopen op het uitroepen van de noodtoestand.
Of de verkiezingen in januari al dan niet gehouden worden, gaat het niet richting democratie en burgerlijke regering. Pakistan zwoegt om niet stukken te worden gereten. En zelfs zonder dat het onmiddellijk wordt aangevallen laat het zien welke chaos en ellende er momenteel wordt veroorzaakt door de huidige imperialistische conflicten.
Alex / 3.11.2007