Wankelende economie, prijsstijgingen, ... Tegenover de ellende van het kapitalisme: de solidariteit van de arbeiders

Printer-friendly version

Ondanks de talloze campagnes en media-hypes die de bourgeoisie over ons uitstort, bevestigen de arbeiders in Nederland, evenals hun klassebroeders elders, langzaam maar zeker hun strijdwil. In de diverse gevechten maakten de arbeiders in de kleinmetaal, die bij de postkantoren, de schoonmakers en de leraren duidelijk dat de arbeidersklasse zich steeds meer bevestigt als zelfstandige historische kracht. Ondanks de talloze campagnes en media-hypes die de bourgeoisie over ons uitstort, bevestigen de arbeiders in Nederland, evenals hun klassebroeders elders, langzaam maar zeker hun strijdwil. In de diverse gevechten maakten de arbeiders in de kleinmetaal, die bij de postkantoren, de schoonmakers en de leraren duidelijk dat de arbeidersklasse zich steeds meer bevestigt als zelfstandige historische kracht. Zij laat zien dat ze de enige sociale factor is die de maatschappij een vooruitzicht kan bie­den, tegenover de bourgeoisie, die in Nederland nu al niet meer te bieden heeft dan hogere uitgaven, lagere inkomens en een steeds onzeker wordende toe­komst voor iedereen.

Herwonnen strijdbaarheid

Tegen de achtergrond van de voortdurende aanvallen op haar levensvoorwaarden, en met het voor­uitzicht van een diepe economische recessie (1), laten de acties van het afgelopen voorjaar ons zien, dat er voor de arbeidersklasse geen andere keuze overblijft dan opnieuw de weg van de strijd op te gaan.

Natuurlijk willen links en de vakbonden ons doen geloven dat we niet teveel belang moeten hechten aan de stakingen, demonstraties en werkonderbrekingen van de afgelopen maanden. Die zouden een normaal onderdeel vormen van het spel dat nu eenmaal bij cao-onderhandelingen hoort... Ook wil­len ze ons maar al te graag voorhouden dat het de betrokken arbeiders niet gaat om de ver­dediging van hun inkomen, maar veeleer om betere bijscholingsmogelijkheden, meer op­leidingskansen voor jongeren, emancipatie van de inkomens voor vrouwen en allochtonen, enzo­voort.

Maar een ieder die de ontwikkelingen volgt, goed komt algauw tot de conclusie dat dit leu­gens zijn. Niet voor niets hebben de arbeiders in de afgelopen periode, in verschillende sectoren achtereen, openlijk hun afkeuring duidelijk gemaakt over een door de vakbonden en ondernemers gesloten cao-akkoord. Eerder gebeurde dat al in het najaar van 2006 door de arbeiders bij de ECT en bij de RET.

Vervolgens, in februari 2008, door de arbeiders bij de KPN, en zelfs bij de politie-agenten. Niet voor niets hebben de arbeiders de vakbonden zodanig druk gezet, dat deze gedwongen werden om de stakingsacties en demonstraties weken- (in de kleinmetaal) en soms maandenlang (onder de schoonmakers) voort te zetten. Niet voor niets slaagde de bourgeoisie er maar met grote moeite in om de gevechten van de schoonmakers, in de kleinmetaal en onder de politieagenten uit elkaar te houden, en in tijd en ruimte van elkaar te schei­den. Al deze aspecten samen laten zien dat er veel meer op het spel staat dan een eenvoudige vorm van vakbondsactie in het kader van cao-onderhand­elingen.

De stakingen van de afgelopen maanden in Nederland volgen op arbeidersgevechten die elders in Europa zijn uitgebroken, zoals vanaf het najaar 2007 in Frankrijk, Duitsland en Bel­gië (2), en die de strijdbaar­heid hier de weg hebben gewe­zen. Dat willen zeggen: de enige weg die ons uiteindelijk een vooruitzicht biedt, is die van de verdediging van onze levensvoorwaarden, en dus van de solida­riteit, van de groeiende eenheid, en van het toenemende bewustzijn van onze kracht als klasse.

Maar de arbeiders ontkomen er niet aan om hun verzet op te voeren. De verdieping van de crisis dwingt hen daartoe. In die zin is de economische crisis de bondgenoot van de arbeidersklasse. Wan­neer de arbeidersklasse een­maal de strijd opneemt, is zij wel gedwongen om hem te ontwikkelen, en op een hoger plan te brengen, wil zij werkelijke vooruitzichten scheppen voor haar eigen toekomst en voor die van heel de mensheid. De crisis van het kapitalisme biedt slechts het voor­uitzicht van meer ellende en vernietiging.

De moeilijke weg naar de hervatting van de strijd

Net als de arbeidersklasse over de gehele wereld ondervond zij ook in Nederland lange tijd de nega­tieve gevolgen van de ineenstorting van het Oostblok, en vooral de druk van de enorme campagne over de dood van het communisme (de dood van ieder zelfstandig perspectief van de arbeidersklas­se). In het begin van deze eeuw be­gon ze de weg naar overdenking en strijd opnieuw in te slaan, maar toch had ze de grootste moeite om haar klassensolidariteit handen en voeten te geven in con­crete gevechten tegen de aanvallen op haar levensvoorwaarden.

In Nederland slaagde de arbeiders er uiteindelijk in oktober 2004 in om een duidelijk teken van le­ven te ge­ven, toen ze hun strijd­wil en solidariteit als klassebroeders tot uitdrukking brachten in een massale demonstratie op het Museumplein in Amsterdam, als protest tegen de aanvallen op de pen­sioenvoorwaarden door de toenmalige regering Balkenende-2. (3)

Maar terwijl de arbeidersklasse nog enigszins beduusd zat na te genieten van de kracht die ze op die tweede oktober tot uiting had gebracht, greep de bourgeoisie de moord op ci­neast Theo van Gogh aan om een in Nederland nog niet eerder vertoonde mediacampagne tegen het islamitisch terrorisme te lanceren. Deze was van een dermate grote omvang en intensiteit dat ze kan worden gezien als een huisgemaakte variant van de internationale campagne die op 11 september 2001 begon, waarbij ze naadloos aanhaakte. (4)

De moord op Van Gogh, en vooral het politieke- en mediageweld dat hierdoor werd ontketend, had­den een dermate grote impact, dat men op­nieuw vrij gemakkelijk werd meegesleept in het idee dat alleen de burgerlijke staat onze veilig­heid, en dus indirect ook onze levensvoorwaarden in het algem­een, kan ‘garanderen’. Ieder ander idee was op dat moment weer naar de achtergrond gedron­gen. Opnieuw werd het perspectief van arbeidersstrijd in Nederland nage­noeg uit ieders gedachten ver­drongen.

Het arbeidersverzet had in de volgende jaren lange tijd niet meer dezelfde betekenis als in 2004. Hoewel er op internationaal vlak, en met name in Europese landen als Duitsland, Engeland en Fran­krijk, belangrijke strijd plaatsvond, waarbij de arbeidersklasse veel vertrouwen in haar eigen be­kwaamheid tot uitdrukking bracht, bleef hij in Nederland beperkt tot een aantal ver­spreid opflakke­rende reacties binnen enkele sectoren.

Al met al kostte het de arbeidersklasse grote moeite om de uitwerkingen van de campagne te­gen het islamitisch terrorisme te boven te komen. Het duurde tot in het najaar van 2007, toen zich met een staking onder de middelbare scholieren een nieuwe generatie aanmeldde. Deze staking vormde een cruciaal moment, een soort scharnierpunt in de verandering van de situatie aan het klassenfront in Nederland. Op dat moment werd er in de arbeidersklasse in Nederland een nieuw sig­naal afgegeven. Het kondigde aan dat ze, bij momenten, opnieuw in staat is om het voortouw te ne­men.

In de loop van de afgelopen maanden is deze tendens bevestigd geworden door de acties onder het schoonmaakpersoneel, van de metaalarbeiders en van de leraren en de ar­beiders bij de postkantoren. Zelfs bij de politieagenten, die eerder hadden deelgenomen aan gewelddadig optreden tegen actie­voerende scholieren, konden de cao-onderhandelingen niet tot te­vredenheid leiden.

Gevit over het filmpje van Geert

De reactie van de bourgeoisie liet ook deze keer niet lang op zich wachten. Al in november 2007 deed zich de ge­legenheid voor om een omvangrijke campagne te lanceren. De extreem-recht­se Geert Wil­ders lanceerde het plan om een anti-islamfilm uit te brengen. Terwijl daarmee olie op het vuur gegooid werd van de campagne die imperialistische oorlogen en terrorisme voorstelt als louter een uitwas van verkeerde religieuze opvattingen, vormde de extreme toon van Wilders voor de bourgeoisie aanlei­ding om een verhitte tegencampagne te starten.

De campagne was er op gericht het bewustzijn binnen de arbeidersklasse te vertroebelen en haar een rad voor ogen te draaien. Nadat jarenlang de xenofobe en anti-islam campagnes de boventoon heb­ben gevoerd, steekt de wind vervolgens uit de meer ‘verantwoordelijke’, ‘weldenkende’ ‘democrati­sche’, en ‘tolerante’ sectoren van de bourgeoisie op, precies zoals de koningin het in haar kersttoe­spraak naar voren had gebracht, en zoals Doekle Terpstra, ex-voorzitter van het CNV, het al vorig najaar had uitgebazuind.

Het was tevens een poging van de bourgeoisie om het gewicht van de ontbin­ding op haar eigen poli­tieke apparaat in te perken. Extreem-rechts populisme is een verschijnsel dat vooral de laatste tien jaar in Nederland de kop heeft opgestoken. Het is een fenomeen dat het politieke spel voor de bour­geoisie steeds moeilijker controleerbaar maakt, en dat haar met het probleem opzadelt dat steeds grotere de­len van het parlement zichzelf als volkomen onverantwoordelijk ontpoppen. We hebben dit vanaf het najaar 2002 gezien met Pim Fortuyn en de rattenclub ‘LPF’. Na het stran­den van Bal­kenende-2 zit de bourgeoisie tenslotte zowel met ex-VVD’er Wilders als met ex VVD’er Verdonk opgescheept, die elk hun eigen soepje koken aan de rechter rafelrand van haar politieke spectrum.

Hoezeer de bourgeoisie haar best ook deed, de voortdurende heisa rond Wilders en zijn filmpje sloeg bij de grote massa van de bevolking niet echt aan en begon zelfs weerzin op te wekken. Zo trok de mani­festatie van het zeer democratische Nederland bekent kleur op zaterdag 22 maart in Amsterdam tegen het gedrijf van Wilders en de zogenaamd ‘gevaarlijk’ lauwe reacties van ‘de ge­vestigde partijen’ daarop (nog voor het maakwerk ook maar ergens was vertoond), nog geen 5000 deelnemers. Onder de manifestanten bestond er zelfs belangstelling voor onze pers, die handelde over onderwer­pen als de uitholling van onze inko­mens en de scholierenstaking.

Door Wil­ders als een onverantwoordelijk element aan te klagen, kon de rest van “de politiek” zich als ‘goede en verantwoordelijke democraten’ van hem onderscheiden. Het was voor de bourgeoisie tenslotte een koud kunstje om de heetgebakerde populist in de Tweede Kamer in de hoek te zetten en de bokkenpruik te laten dragen. Maar het is de bourgeoisie niet gelukt om de aandacht in de klas­se af te leiden van de verdieping van de economische crisis, de vierkante uitholling van onze inko­mens en arbeidsvoorwaarden, dreigende ontslagen, de toespitsing van militaire en oorlogsconfronta­ties over de hele wereld, en problemen als de vernietiging van het milieu.

Verwoede pogingen van linkse activisten, zoals de Interna­tionale Socialisten, om de schoonma­kers mee te slepen in de voortdurende ‘democratische’ campagnes van de bourgeoisie, onder het voorwendsel dat het vooral om een bijzondere categorie van vrouwen en buitenlanders zou gaan, in plaats van om arbeidersstrijd, sorteerden geen noemenswaardig effect. Ook de schoonmakers lieten zich niet in groten getale verleiden aan de demonstratie van Nederland bekent kleur deel te nemen.

Dit maal heeft de arbeidersklasse zich dus niet van de wijs laten brengen. Ze heeft haar pogingen tot strijd gewoon doorgezet, dwars door alle campagnes heen. Het bevestigt haar vastberadenheid om ook in Nederland het pad van de klassenstrijd weer op te gaan.

Fernando & Dixoff / 19.04.2008
 

Voetnoten

(1) Volgens Minister van Financiën, Wouter Bos, is “de huidige financiële crisis de ergste sinds die van 1929”.

(2) - Over de strijd in Duitsland, zie elders in deze uitgave, en in:

  • Wereldrevolutie, nr. 113 (januari-april 2008).
  • Over de beweging in België zie: Internationalisme, nr. 335 (15 januari-15 maart 2008).
  • Over de stakingen bij het openbaar vervoer in Frankrijk eind 2007, zie: IKS online (febr. 2008).
  • Voor een overzicht van strijdbewegingen wereldwijd, zie International Review, nr.132 (Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, 1e kwartaal 2008).

(3) Zie onze Balans van 2 oktober 2004: samen strijden, de enige keuze! (Bijlage bij Wereldrevolutie, nr. 103).

(4) Voor onze regelmatige beoordelingen van de xenofobe campagnes en van de pogingen tot arbeidersstrijd in Nederland verwijzen we graag naar onze pers en website. Voor een beschouwing over de situatie na de afgang van Balkenende-2, zie het artikel "Nieuwe bewindsploeg=nieuwe aanvallen: Alleen arbeiderssolidariteit loont! in Wereldrevolutie", nr. 110 (januari-april 2007).

Territoriale situatie: