Van junkfood tot hongersnood (I) Het kapitalisme vergiftigt en hongert uit

Printer-friendly version

De dagbladen staan vol met weerzinwekkende beelden van kinderen en hele gezinnen die, temidden van vuilnishopen, sterven van de honger. Het geweld van deze absurde ellende lijkt geen grenzen te hebben. Is dat het enige? Een blik op de situatie in de wereld, kan men zich dat afvragen! De manier waarop de situatie evolueert, laat duidelijk de tendens zien van een hele bestaande samenleving, die naar de afgrond gaat! In verschillende mate, blijft de armoede wereldwijd groeien en sleurt daarbij zelfs een deel van de bevolking van de “rijke” landen mee, als deze al niet zichzelf in ellende werpt door zich schuldig te voelen voor de kwalen die de landen van de “Derde Wereld” teisteren.

De valse verklaringen van de bourgeoisie

Uit de monden van de zogenaamde “experts” kan men de meest onwaarschijnlijke redenen optekenen: wij zijn met “te veel mensen”, onze voedingspatroon zijn “niet aangepast zijn aan de bronnen” van onze planeet, zelfs onze houding ten opzichte van deze middelen zou niet “respectvol” zijn ...  Kortom, alle argumenten worden opgelepeld om iedereen schuld aan te praten, zonder dat de echte verantwoordelijken ooit worden ontmaskerd. Is het hun schuld als “bescheiden” families in “het Noorden”, die niets anders weten te bedenken dan zich te voeden met de “bescheiden” producten tegen lage prijzen in de supermarkten? Moet men inderdaad de schuld geven aan de “consumenten”, die producten kopen die in meer dan twijfelachtige omstandigheden worden geproduceerd?

Sommigen scheppen er behagen in om het te herhalen. Zelfs degenen die niet aarzelen om te zeggen dat je “anders kunt consumeren”, dat als we ons de middelen verschaffen, we allemaal beter kunnen leven, ook in arme landen. Kortom, we zouden geen verantwoordelijke houding hebben! We zouden teveel, te slecht eten! Wat betreft slecht eten, valt er niet aan te twijfelen dat met al deze producten, vol met conserveringsmiddelen, kleurstoffen, suikers, pesticiden ... We zullen later terugkomen. We zouden teveel vlees te eten, teveel van dit of dat. In sommige landen sterven mensen van de honger, terwijl we in andere landen producten van slechte kwaliteit eten, maar uiteindelijk zou het allemaal een beetje onze schuld zijn. Hoe moeten we deze situatie begrijpen? De aarde is een zeer vruchtbare planeet, met een zeer rijk en divers ecosysteem dat een enorm potentieel biedt, met bijna 10 GHA (10 miljard hectare) aan potentieel vruchtbaar bouwland. Het zijn oneindig uitgestrekte vruchtbare gebieden. Ze zijn zo vruchtbaar dat je je niet kan voorstellen dat individuen, die een dergelijk niveau van technologische ontwikkeling hebben bereikt, honger lijden op zo’n rijke planeet. En toch! Wat zien we vandaag? Als we de balans opmaken van de beschikbare middelen op de planeet en dat in verband brengen met de effectieve wijze waarop we haar momenteel ontginnen, dan zijn de tegenspraken, vanuit een puur wetenschappelijk oogpunt, reusachtig. Vandaag bedreigen de tegenspraken zelfs het bestaan van onze soort!

Laten we een beetje meer in detail bekijken wat deze contradicties zijn. Zoals we hierboven vermeld hebben, heeft onze planeet bijna 10 GHA aan landbouwgrond. Volgens een rapport gepubliceerd door het “Institution of Mechanical Engineers” (2) in Engeland, vertegenwoordigt al het bouwland momenteel een oppervlakte van 4,9 GHA, ongeveer de helft van de totale bronnen die ontgonnen kunnen worden voor voedselproductie. De studie toont ook aan dat, met het huidige gemiddelde, de capaciteit van een gebied van één hectare, bebouwd met tarwe of maïs, tussen de 19 en 22 mensen een jaar lang van voedsel kunnen voorzien. Maar bij de exploitatie voor menselijke consumptie van een hectare, met rund- of schapenvlees, kunnen ongeveer 1,5 mensen een jaar lang van voedsel kunnen voorzien.

De huidige productiviteit in de landbouw kan de hele wereldbevolking dus uitgebreid van voedsel voorzien. Als miljoenen mensen elke dag van honger sterven, dan is dat omdat het onmenselijke systeem niet produceert om aan de behoeften van de mensen te voldoen, maar om te verkopen en winst maken. Hier is een groot verschil met de hongersnood van de Middeleeuwen: die waren het gevolg van slechte ontwikkeling van werktuigen, technieken, organisatie van arbeid en grond, die echte hiaten deden ontstaan. De mensen gingen altijd maar door om elk perceel op te eisen, te exploiteren om dit gebrek aan productiviteit op te vullen. Vandaag de dag, onder het kapitalisme, heeft de mensheid geweldige mogelijkheden, waar ze niet van profiteert. Erger! Het nastreven van winst leidt tot een enorme permanente puinhoop:

“In de landen van Zuidoost-Azië bijvoorbeeld, variëren de verliezen aan rijst van 37% tot 80% van de totale productie, afhankelijk van het niveau van ontwikkeling en zijn jaarlijks 180 miljoen ton (…) De mogelijkheid om [op wereldvlak] 60 tot 100% meer voedsel voort te brengen door het enerzijds simpelweg elimineren van de verspilling en anderzijds door tegelijkertijd de natuurlijke rijkdommen (energie en water) vrij te maken voor andere doeleinden, is een kans die niet kan worden genegeerd!” (3) In Europa belandt 50% van voedingsmiddelen of 240.000 ton per dag in de vuilnisbak.

Geconfronteerd met hongersnood, zijn de exploitatie van geschikte landbouwgrond die braak ligt, de strijd tegen de verspilling, tegen de vernietiging van wat niet verkocht werd …ogenschijnlijk de eerste noodzakelijke maatregelen, maar ze zijn ruim onvoldoende. Bovendien zal het kapitalisme deze meest urgente maatregelen - zelfs de meest elementaire niet - voor het welzijn en de bevrediging van de menselijke behoeften, niet kunnen toepassen, want dat is absoluut niet het doel van haar productie. (4). Haar fabrieken, machines, haar kapitalen bestaan alleen om meer kapitaal te accumuleren en om winst te maken. Deze maatregelen, die eenvoudig onmiddellijk noodzakelijk lijken, kunnen alleen worden genomen in een revolutionaire situatie en een politiek die ver gevorderd is.

Op de lange termijn, om een werkelijke verandering door te voeren voor de leefomgeving, zal een radicale verandering moeten worden doorgevoerd: voor een maatschappij vrij van maatschappelijke klassen en kapitaal. De kapitalistische productiewijze vernietigt de natuur, verarmt de gronden, vergiftigt het leven. Bovendien zijn de meeste diersoorten in gevaar en worden ze bedreigd met uitroeiing indien er geen einde wordt gemaakt aan de destructieve waanzin van dit systeem.

De reflex van grote aantallen mensen, die zich bewust zijn van deze situatie en zich verontwaardigd voelen, is te pleiten voor een vermindering van het verbruik, “een afnemende groei”. In werkelijkheid ligt de oplossing niet op het vlak van de “productietoename” (meer produceren zonder zich te bekommeren om het doel van de productie), of “productieafname” (minder produceren zodat het leven van eenieder nauwelijks ligt boven absolute minimum, wat onmogelijk is onder het kapitalisme). De oplossing moet veel radicaler en diepgaander zijn dan dat. Als de productie niet wordt gestimuleerd door het winstmotief, maar door de bevrediging van menselijke behoeften, dan zullen de voorwaarden voor de productie mee veranderen. In dit geval zal in de voedselindustrie, in al het onderzoek, in de organisatie van arbeid en grond, in de distributie, … dan pas zal alles worden geleid door respect voor mens en natuur. Maar dit betekent de vernietiging van het kapitalisme.

Van schaarste naar overproductie

Van wat er op dit moment bekend is, ontstond de landbouw bijna 10.000 jaar, ergens ten zuidoosten van Turkije. Sindsdien heeft de techniek zich gestaag ontwikkeld, en hebben de rendementen soms aanzienlijke sprongen gemaakt. Het gebruik van dierlijke kracht (gebruik van de ploeg in de oudheid) zou snel algemeen worden. In de middeleeuwen leidde de verschijning van de ploeg en het systeem van driejaarlijkse rotatie (rond de 10e eeuw in Europa) tot een betekenisvolle verbetering in de productie. Dit systeem, mede gebaseerd op de eerder ontwikkelde inzet van dieren in de landbouw, zou vele eeuwen blijven voortbestaan. Het is echter belangrijk te onthouden dat, ondanks de vooruitgang die deze lange periode kenmerkte (5), de kennis en de techniek van die tijd geen stabiele oogsten garandeerden van het ene op het andere jaar. Talrijk zijn de voorbeelden van grote hongersnoden waarbij bevolkingen gedecimeerd werden: door een bijzonder koud en regenachtig jaar was de oogst in 1315, in Frankrijk bijvoorbeeld 50% lager dan andere jaren, wat leidde tot de dood van 5 tot 10% bevolking.

In mindere mate wordt hetzelfde verschijnsel geconstateerd in 1348, ditmaal gevolgd door de pest, die neerslaat op de verzwakte bevolking. Om het eenvoudig te houden, in de 14e en 15e eeuw, toen het klimaat minder gunstig was dan in de voorgaande periode, deed zich bijna elke 20 tot 30 jaar een verschrikkelijke hongersnood voor! Uiteindelijk lukte het pas in de tweede helft van de 19e eeuw om de landbouwproductie niet langer te doen lijden onder het verslechterde klimaat. De vooruitgang in de mechanisatie en het gebruik van fossiele brandstoffen (kolen, olie), en de vooruitgang op het vlak van de anorganische chemie en de introductie van minerale meststoffen, maakte een enorme toename mogelijk van de opbrengsten. Met de ontwikkeling van het kapitalisme werd de landbouw een industrie, zoals de textielindustrie en het transport. De taken werden streng gepland en de visie van het “productieproces” (met de wetenschappelijke organisatie van het werk) liet een ongekende groei toe van de productiviteit. Dit alles zou de suggestie kunnen wekken dat perioden van crises en hongersnoden, waar we hierboven over hebben gesproken, plaats zou maken voor eeuwen van overvloed.

De meeste hedendaagse wetenschappers zweren bij de wetenschappelijke vooruitgang en zien in de ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij de remedie voor alle kwalen van de samenleving. De meeste, maar niet allemaal! In 1845, bijvoorbeeld, terwijl het kapitalisme in volle ontwikkeling was, werd Ierland getroffen door een verschrikkelijke hongersnood. De meeldauw (6) en het vochtige klimaat veroorzaakte een daling van de productie van aardappelen met bijna 40%. De gevolgen voor de bevolking waren dramatisch. (7) Zelfs als de middelen in die tijd nog steeds vrij rudimentair waren, zou het verkeerd zijn om deze parasiet te beschouwen als de enige verantwoordelijke voor wat een ramp werd. In tegenstelling tot wat er is gebeurde tijdens de hongersnood van 1780 bleven de Ierse havens, onder druk van de protestante handelaren, open en bleef Ierland voedsel exporteren. Terwijl hele regio’s van het eiland, hele families stierven van honger, voeren konvooien met voedsel, die eigendom waren van de landheren, begeleid door het leger, naar Engeland. We wijzen hierbij ook op het feit dat het Britse leger in die tijd de grootste voedselreserves had in heel Europa. Zo wist England haar kapitalistische expansie te ondersteunen.

De grenzeloze wreedheid van het kapitalistische systeem, waarvan er voorbeelden te over zijn, leidt met Engels ertoe om te schrijven in 1882 (8): “In de meest geavanceerde industriële landen hebben we de krachten van de natuur beheerst en hen genoodzaakt de mensen te dienen, en hebben we productie dus tot het oneindige vermenigvuldigd zodat een kind op dit moment meer produceert dan honderd volwassenen voorheen. En wat is het gevolg? Altijd toenemend overwerk, steeds grotere armoede voor de massa’s, en elke tien jaar een groot debacle.”

(In een volgend artikel zullen we dit onderwerp onder de loep nemen in de context van het verval van het kapitalisme.) 

Enkidu / 13.10.2013

 

Voetnoten

(1) Ieder jaar sterven er in de wereld 100.00 mensen van de honger; iedere 5 seconden sterft er een kind jonger dan 10 jaar; 842 miljoen mensen lijden aan een dermate ernstige chronische ondervoeding, dat ze het leven doorgaan als invaliden

(2) “Global Food, waste not, want not”

(3) Global food report, door ons vertaald

(4) De bourgeoisie is slechts geïnteresseerd om de arbeiders voldoende te voeden, zodat die genoeg kracht hebben om naar het werk te gaan.

(5) Men zou de werken van Olivier de Serres (1539-1619) citeren om agrarische praktijken in een kader te zetten.

(6) De belangrijkste parasiet van de aardappel

(7) Men schat het totaal aantal slachtoffers tussen 1846 et 1851 op één miljoen,

(8) In “La dialectique de la nature”, voor de eerste keer gedrukt in 1925, op grond van notities die dateren uit 1882.

Theoretische vraagstukken: