Door Internationalisme op
In België vinden op 9 juni verkiezingen plaats voor het Europese, federale en de drie gewestelijke parlementen. Van uiterst links tot uiterst rechts probeert de bourgeoisie eendrachtig de bevolking, en vooral de nieuwe jonge kiezers en de arbeidersklasse, warm te maken om deel te nemen aan dit verkiezingscircus, via grootschalige kiestesten, peilingen, bevragingen via sociale media, infosessies in scholen, enz. Hét feest bij uitstek van de burgerlijke ‘democratie’, waar de arbeidende bevolking zogenaamd via een “juiste keuze” ‘haar’ politiek zou kunnen opleggen aan de burgerlijke staat, weliswaar binnen de grenzen van ‘zijn’ kapitalistische marktwetten, ‘zijn’ oorlogsinspanningen, ‘zijn’ economische crisis, ‘zijn’ klimaatcrisis, ‘zijn’ vluchtelingen crisis en zo kunnen we het lijstje nog aanvullen.
De bourgeoisie heeft geen keuze
Laat er geen twijfel over bestaan, wat ook de samenstelling mag worden van de komende regeringen, voor haar is de uitslag al lang bekend, hiervoor zijn geen verkiezingen nodig, want er is voor haar geen andere weg! Onder druk van een turbulente wereldsituatie zullen in de komende periode heel wat belangrijke beslissingen genomen worden om de nationale belangen van de bourgeoisie te verdedigen. Dit is de grote kopzorg van de bourgeoisie, want een regering zal het vermogen moeten hebben om snel ingrijpende maatregelen te nemen. Al doet de Belgische economie het, met een groei van 1,5%, ogenschijnlijk beter dan het Europese gemiddelde, de werkelijkheid is dat de industriële productie in België gezakt is naar het laagste peil sinds de pandemie en was in februari dit jaar bijna 7 procent minder dan een jaar eerder. België staat onder grote druk wegens een veel te hoog begrotingstekort (4.4%) en de EU heeft haar lidstaten begrotingsregels opgelegd die stellen dat dit tekort in 2031 teruggebracht moet zijn tot 1,5 procent van het BBP. Daardoor zou België in de komende zeven jaar minstens 27 miljard, oftewel 4 miljard per jaar moeten bezuinigen. Maar ook de schuldgraad van 105% van het BBP moet beneden de 100% teruggebracht worden. Kredietbeoordeelaars dreigen België ’s rating te verlagen wat tot nog meer rente zou leiden. Daarenboven moeten verschillende dossiers, die de bestaande federale regering voor zich uitgeschoven of beantwoord heeft met halfslachtige maatregelen, zoals die m.b.t. de stikstofuitstoot, de verdere hervorming van pensioenen en fiscaliteit, of de inperking van de uitgaven voor werkloosheid of het beheer van de asielcentra en gevangenissen, grondig aangepakt worden.
De instabiliteit van de situatie op wereldvlak die een ware spiraal en wervelwind aan crises veroorzaken, verhogen de druk en maken nieuwe ingrepen noodzakelijk zoals de verhoging van de uitgaven voor defensie tot 2%, vereist door de NAVO. Of de verhoging van de uitgaven om de gevolgen van de klimaatopwarming en de milieuvervuiling op te vangen en de energietransitie door te zetten (met enkele tientallen miljarden). Maar eveneens verhoogt dit nog de druk op de Belgische economie die steeds meer de gevolgen ondervindt van de slecht draaiende Duitse economie, die al een jaar lang in een recessie verkeert, en die dit jaar in België tot nog veel meer ontslagen zal kunnen leiden (bvb bij Audi Vorst of de Chemische industrie).
Het moge duidelijk zijn dat er voor de bourgeoisie maar één programma zinvol is: het verdedigen van de nationale economie in de actuele economische, militaire en ecologische chaos op de wereldmarkt impliceert automatisch een reductie van de budgetten voor sociale uitgaven en van de loonmassa in alle sektoren.
De groeiende instabiliteit van het politieke apparaat
In een eerder nummer van Internationalisme maakten we al gewag van de algemeen groeiende afkeer van de politieke ‘elite’ in België. “Een onderzoek van politicologen van vijf Belgische universiteiten kwam tot de conclusie dat de afkeer van het politieke establishment, een van de wezenlijke kenmerken van het populisme, in de maatschappij toeneemt en dat er zelfs een algemene antipolitieke stemming aan het groeien is onder de kiezers.”(Politieke instabiliteit in België en COVID-19: Arbeiders mogen er de rekening niet voor betalen!) In 2019 bracht één op zes kiezers in Vlaanderen al geen stem uit voor een politieke partij. Een recente studie in Waalse steden, zoals Verviers, bevestigd deze trend voor gans het land. (zie De Standaard Weekblad: Verviers voelt zich vergeten, 20 april 2024)
Het populisme teert op dit ongenoegen en het gebrek aan perspectief. Het zoekt zondebokken en doet zich voor alsof het geen deel zou uitmaken van de burgerlijke politiek en beschermheren van de belangen van het kapitaal. Het Vlaams Belang, dat volgens de peilingen, net als de PVV in Nederland, de grootste partij van Vlaanderen wordt en misschien zelfs van het land, speelt in op die tendens. In zijn programma, hoewel het VB essentieel niet tegen de EU, tegen de NAVO, en tegen de steun aan Oekraïne is, keert het zich in de kern, net als andere populistische partijen, faliekant tegen de vermeende islamisering van de maatschappij en zet het zich af tegen de politieke ‘elite’, wat nog eens haarscherp onderstreept werd door Tom van Grieken in zijn toespraak op zondag 21 januari van dit jaar:“De politieke elite gomt de Vlaamse identiteit weg, vervreemd van haar cultuur, beroofd van haar normen en waarden, bestolen van haar eigenheid”. (Herrezen extreemrechts – Nie wieder!) Daarnaast verzet zich ook de linkse Partij van de Arbeid (PVDA/ PTB) zich tegen de politieke elite, de EU en de NAVO.
Dezelfde peilingen tonen aan dat het politieke landschap in België zich ook steeds meer verkavelt en versnippert. Onder druk van de effecten van de historische ontbinding van het kapitalisme wordt het politiek apparaat alsmaar instabieler, aangetast door de tendens van het ‘ieder voor zich’, verliest de bourgeoisie er almaar meer de controle over. Uitgezonderd de MR (franstalige liberalen) en het CD&V (vlaamse christendemocraten), staan de partijen, die momenteel samen de federale VIVALDI regering vormen, in de peilingen op een behoorlijk verlies. Sommige van hen dreigen te worden gereduceerd tot een splinterpartij.
Het politieke apparaat van België is sowieso al erg complex en versnipperd door het feit dat er geen nationale partijen bestaan, maar dat deze per talengemeenschap opgericht zijn (behalve de PVDA/ PTB). Verder is het ook verdeeld in een federale, gewestelijke en communautaire component. Dit betekent dat de vorming van coherente beslissingskrachtige regeringsploegen die de belangen van het Belgische kapitaal kan verdedigen en in de komende jaren, zowel op federaal als op regionaal vlak, en de nodige maatregelen kan nemen, wellicht een complexe klus wordt.
De misleiding dat er een “juiste keuze” bestaat binnen het huidige bestel
Verkiezingen bieden geen alternatief voor de crisis van het systeem. Hun doel is net de bevolking, en vooral de arbeidersklasse, van het tegenovergestelde te overtuigen, van hen wijs te maken dat stemmen zinvol is, dat ze op die manier de “juiste keuzes” kunnen maken om “onze welvaart” veilig te stellen. De verkiezingscampagne stelt met aandrang dat er geen beter systeem bestaat dan de democratie, want het zou het enige systeem zijn dat het mogelijk maakt om ‘met het volk en voor het volk’ de problemen op een rationele manier aan te pakken, in een kader dat gevormd wordt door de nationale economie met daarin de rol van de nationale staat, als de behoeder van het ‘algemeen belang’ tegenover de bijzondere belangen van de private ondernemingen. Zo zou de kiezer, bijvoorbeeld door te kiezen voor “de radicale breuk” van de PVDA, een fundamenteel andere politiek kunnen opleggen aan een nieuwe regeringsmeerderheid.
Maar de werkelijkheid is totaal anders, want als de hoeder van de nationale economie verdedigt de staat ten volle de belangen van het kapitaal en de heerschappij van de bourgeoisie. Vanuit dit opzicht is er geen andere politiek mogelijk dan het reduceren van de staatsschuld, het herstellen van de budgettaire evenwichten, het investeren in moderne legeruitrusting en wapenproductie, hetgeen automatisch moet leiden tot de reductie van de sociale uitgaven en de reductie van de loonmassa. Daarbij vormen de verkiezingen niets anders dan een mechanisme om deze klassenheerschappij te camoufleren en te vergoelijken. De verkiezingen zijn één grote misleidingscampagne, vooral gericht tegen de arbeidersklasse, om deze ertoe te brengen om de strijd voor haar klassebelangen op te geven ten gunste van de algemene belangen van haar klassevijand. In deze context is een van de grove leugens in de verkiezingscampagne de zogenaamde tegenstelling tussen de ‘redelijke’ partijen die de democratische waarden “verdedigen”, en de ‘onredelijke’ (zoals VB en PVDA/PTB) die deze waarden “in gevaar brengen”. Beide bieden geen enkel perspectief, want ze zijn gebonden aan de irrationele logica van het in stand houden van een overjaars kapitalisme.
Tegenover de ideologische aanvallen van de bourgeoisie, waarvan de verkiezingscampagne een van de belangrijkste is, moet de arbeidersklasse haar onafhankelijkheid bewaren. Als de enige kracht in de maatschappij die een oplossing kan bieden voor de toenemende ellende, chaos en vernietiging in de wereld, moet ze een helder en diepgaand bewustzijn ontwikkelen van de weg die ze in haar strijd moet afleggen. Die strijd loopt niet langs de burgerlijke parlementaire weg, maar zal noodzakelijkerwijs de grenzen van dit achterhaalde kapitalistische systeem moeten overstijgen, een systeem dat zijn vervaldatum heeft bereikt met oorlogen die enkel nog genocide en ruïnes oogsten, onmacht om de klimaatcrisis aan te pakken, een economische crisis die bedrijven sluit, goederen vernietigd, massa’s vluchtelingen, armoede, hongersnood en uitzichtloosheid creëert omdat er OVERPRODUCTIE is! Terwijl er genoeg goederen worden voortgebracht om 1.5 keer de wereldbevolking te voeden.
“Het is voldoende de handelscrisissen te noemen, die met hun periodieke terugkeer telkens dreigender het bestaan van de gehele burgerlijke maatschappij in gevaar brengen. In de handelscrisissen wordt een groot gedeelte niet alleen van de voortgebrachte producten, maar van de reeds geschapen productiekrachten geregeld vernietigd. In de crisissen breekt een maatschappelijke epidemie uit, die voor alle vroegere periodes iets onzinnigs zou hebben geleken — de epidemie van de overproductie. De maatschappij vindt zich plotseling teruggezet in een toestand van ogenblikkelijke barbaarsheid; een hongersnood, een algemene verdelgingsoorlog schijnen haar alle levensmiddelen te hebben afgesneden: de industrie, de handel schijnen vernietigd, en waarom? Omdat zij te veel beschaving, te veel levensmiddelen, te veel industrie, te veel handel bezit. De productiekrachten, die haar ter beschikking staan, dienen niet meer tot bevordering van de burgerlijke eigendomsverhoudingen; integendeel, zij zijn te geweldig geworden voor deze verhoudingen, zij worden belemmerd en zodra zij deze belemmering overwinnen, brengen zij de gehele burgerlijke maatschappij in wanorde, brengen zij het bestaan van het burgerlijk eigendom in gevaar. De burgerlijke verhoudingen zijn te eng geworden, om de door hen voortgebrachte rijkdom te omvatten.”(Marx&Engels, Communistisch Manifest, cm.pdf (marxists.org).
ADK/LAC - 23.04.2024