De burgerlijke maatschappij, verrot tot op het bot, ziek van zichzelf, spuwt opnieuw haar vuile stortvloed van ijzer en vuur uit. Elke dag vertoont de Oekraïense slachtpartij haar stoet van massale bombardementen, hinderlagen, belegeringen en kolommen vluchtelingen die met miljoenen op de vlucht slaan voor het spervuur van de oorlogvoerende partijen.
Temidden van de stroom propaganda die door de regeringen van alle landen wordt uitgestort, springen twee leugens in het oog: de eerste presenteert Poetin als een ‘waanzinnige alleenheerser’ die tot alles in staat is om de nieuwe tsaar van een heropgericht rijk te worden en de hand te leggen op de ‘rijkdommen’ van Oekraïne; de andere schrijft de hoofdverantwoordelijkheid voor het conflict toe aan de ‘genocide’ van de Russischtalige bevolkingsgroepen van de Donbass, die met gevaar voor eigen leven door de ‘heldhaftige’ Russische soldaten beschermd zou moeten worden. De bourgeoisie heeft er altijd alles aan gedaan om de werkelijke oorzaken van de oorlog te verbergen door ze in een ideologische sluier te hullen van ‘beschaving’, ‘democratie’, ‘mensenrechten’ en ‘internationaal recht’. Maar de echte oorzaak van oorlog is het kapitalisme!
Sinds Poetin in 2000 aan de macht kwam, heeft Rusland grote inspanningen gedaan om een moderner leger op te bouwen en opnieuw invloed te verwerven in het Midden-Oosten, vooral in Syrië, maar ook in Afrika met het zenden van huurlingen naar Libië, Centraal-Afrika en Mali, waar het steeds meer chaos zaait. De laatste jaren heeft het ook niet geaarzeld om rechtstreekse offensieven te lanceren, zoals in 2008in Georgië, en vervolgens door in 2014 de Krim en de Donbass te bezetten, in een poging om de achteruitgang van zijn invloedssfeer een halt toe te roepen, met het risico een grote instabiliteit aan de eigen grenzen te creëren. Na de terugtrekking van de VS uit Afghanistan meende Rusland te kunnen profiteren van de verzwakking van de VS en Oekraïne weer in zijn invloedssfeer terug te brengen, een gebied dat van essentieel belang is voor zijn positie in Europa en de wereld, vooral omdat Kiev dreigde toe te treden tot de NAVO.
Sinds de ineenstorting van het Oostblok is dit zeker niet de eerste keer dat er oorlog woedt op het Europese continent. De oorlogen op de Balkan in de jaren 1990 en het conflict in de Donbass in 2014 hebben het continent al ellende en verwoesting gebracht. Maar de oorlog in Oekraïne heeft nu al veel ernstiger gevolgen dan deze eerdere conflicten en illustreert hoe de chaos steeds dichter naar de belangrijkste kerngebieden van het kapitalisme opschuift.
Rusland, een van de grote militaire mogendheden, is rechtstreeks en op grote schaal betrokken bij de invasie van een land dat een strategische positie in Europa inneemt, aan de grenzen van de Europese Unie. Op het moment van schrijven heeft Rusland naar verluidt reeds 10.000 soldaten verloren en nog veel meer gewonden en deserteurs geteld. Hele steden zijn platgegooid door een regen van bommen. Het aantal burgerslachtoffers is waarschijnlijk aanzienlijk. En dit alles in nauwelijks een maand van oorlog [1]!
De regio ziet sindsdien een enorme concentratie van troepen en geavanceerd militair materieel, niet alleen in Oekraïne, met wapens, soldaten en huurlingen die van overal komen, maar ook in heel Oost-Europa met de inzet van duizenden NAVO-troepen en de mobilisatie van Poetin’s enige bondgenoot, Wit-Rusland. Verscheidene Europese staten hebben eveneens besloten hun bewapeningsinspanningen aanzienlijk op te voeren, in de eerste plaats de Baltische Staten, maar ook Duitsland, dat onlangs een verdubbeling van de begroting heeft aangekondigd voor zijn ‘defensie’.
Rusland van zijn kant dreigt regelmatig iedereen met militaire represailles en zwaait schaamteloos met zijn kernwapenarsenaal. De Franse minister van Defensie herinnerde Poetin er ook aan dat hij tegenover ‘nucleaire mogendheden’ stond, alvorens te kalmeren ten gunste van een meer ‘diplomatieke’ toon. Zonder zelfs maar te spreken over een nucleair conflict, moet gevreesd worden voor een groot industrieel ongeval. Heftige gevechten hebben reeds plaatsgevonden op de nucleaire sites van Tsjernobyl en Zaporizja, waar als gevolg van bombardementen (gelukkig administratieve) lokalen in brand zijn gevlogen.
Bovendien is er een grote migratiecrisis in Europa zelf. Miljoenen Oekraïners vluchten naar de buurlanden om te ontkomen aan de oorlog en de gedwongen rekrutering in Zelenski's leger. Maar gezien het gewicht van het populisme in Europa en de soms uitdrukkelijke wil van verschillende staten om migranten cynisch te gebruiken voor imperialistische doeleinden (zoals we onlangs hebben gezien aan de grens met Wit-Rusland of door de regelmatige dreigementen van Turkije aan het adres van de Europese Unie), zou deze massale uittocht op de lange termijn tot ernstige spanningen en instabiliteit kunnen leiden.
Kortom, de oorlog in Oekraïne houdt een groot risico in van internationale chaos, destabilisatie en vernietiging. Indien dit conflict niet zelf tot een nog dodelijker vuurzee leidt, dan vergroot het dergelijke gevaren niettemin aanzienlijk, met spanningen en risico's van ongecontroleerde ‘escalaties’ die tot onvoorstelbare gevolgen leiden.
Als de Russische bourgeoisie de vijandelijkheden heeft geopend om haar smerige imperialistische belangen te verdedigen, dan is de propaganda waarin Oekraïne en de westerse landen worden voorgesteld als slachtoffers van een ‘waanzinnige dictator’ niets anders dan een hypocriete maskerade. Maandenlang heeft de regering van de VS op provocerende wijze gewaarschuwd voor een dreigende Russische aanval, terwijl zij tegelijkertijd verkondigde dat zij geen voet op Oekraïens grondgebied zou zetten.
Sinds het uiteenvallen van de USSR is Rusland voortdurend bedreigd geweest aan zijn grenzen, zowel in Oost-Europa als in de Kaukasus en Centraal-Azië. De Verenigde Staten en de Europese mogendheden hebben de Russische invloedssfeer systematisch teruggedrongen door veel Oosterse landen op te nemen in de Europese Unie en de NAVO. Dit is ook de betekenis van de afzetting van de voormalige Georgische president Sjevardnadze in 2003 tijdens de ‘Rozenrevolutie’ die een pro-VS kliek aan de macht bracht, en van de ‘Oranjerevolutie’ in Oekraïne in 2004 en alle daaruit voortvloeiende conflicten tussen verschillende facties van de plaatselijke bourgeoisie. De actieve steun van de Westerse mogendheden aan de pro-Europese oppositie in Wit-Rusland, de oorlog in Nagorno-Karabach onder druk van Turkije (een NAVO-lid) en de onderlinge afrekeningen op het hoogste niveau van de Kazachse staat hebben het gevoel van urgentie binnen de Russische bourgeoisie alleen maar verscherpt.
Voor zowel het tsaristische als het ‘Sovjet’-Rusland is Oekraïne altijd een centrale factor geweest voor zijn buitenlands politiek. Oekraïne is voor Moskou immers de enige en laatste rechtstreekse toegangsweg tot de Middellandse Zee. Met de annexatie van de Krim in 2014 werd reeds gehoor gegeven aan deze noodzaak van het Russische imperialisme dat rechtstreeks bedreigd werd door de omsingeling door veelal pro-Amerikaanse regimes. De verklaarde wens van de Verenigde Staten om Kiev aan het Westen te binden wordt door Poetin en zijn kliek dan ook als een ware provocatie ervaren. In die zin is het offensief van het Russische leger, ook al lijkt het van meet af aan volstrekt irrationeel en gedoemd te mislukken, voor Moskou een wanhopige ‘machtsgreep’, bedoeld om zijn positie als wereldmacht te handhaven.
De Amerikaanse bourgeoisie, hoewel verdeeld over de kwestie, was volkomen helder over de situatie in Rusland en liet niet na Poetin tot het uiterste te drijven door het aantal provocaties op te voeren. Toen Biden uitdrukkelijk verzekerde dat hij niet rechtstreeks zou ingrijpen in Oekraïne, liet hij opzettelijk een vacuüm open, waarvan Rusland onmiddellijk gebruik maakte in de hoop zijn neergang op het internationale toneel te beteugelen. Het is niet de eerste keer dat de Verenigde Staten koelbloedig machiavellisme gebruiken om hun doel te bereiken: reeds in 1990 had Bush senior Saddam Hoessein in de val gelokt door te doen alsof hij niet wilde ingrijpen om Koeweit te verdedigen. We weten wat er daarna gebeurde...
Het is nog te vroeg om de duur en de omvang van de reeds aanzienlijke verwoestingen in Oekraïne te voorspellen, maar sinds de jaren 1990 hebben we de bloedbaden in Srebrenica, Grozny, Sarajevo, Fallujah en Aleppo gezien. Wie een oorlog begint, is vaak gedoemd daarin te verzanden. In de jaren 1980 betaalde Rusland een hoge prijs voor de invasie van Afghanistan, die leidde tot de implosie van de USSR. De Verenigde Staten hebben hun eigen fiasco's gehad, waardoor zij zowel militair als economisch verzwakt zijn. Al deze avonturen eindigden, ondanks schijnbare aanvankelijke overwinningen, in grote tegenslagen en verzwakten de strijdende partijen aanzienlijk. Indien het zich niet zou terugtrekken na een vernederende nederlaag zal het Rusland van Poetin er niet aan ontkomen om vast te lopen, zelfs als het erin zou slagen de grote Oekraïense steden in te nemen.
“Een nieuw imperialisme bedreigt de wereldvrede”[2], “Oekraïners vechten al honderden jaren tegen het Russische imperialisme”... [3].
“Het Russische imperialisme.” De bourgeoisie heeft alleen deze woorden in de mond, alsof Rusland de kwintessens van het imperialisme zou zijn tegenover het ‘weerloze Oekraïne’. In werkelijkheid zijn, sinds het kapitalisme zijn periode van verval is ingegaan, oorlog en militarisme fundamentele kenmerken van dit systeem geworden. Alle staten, groot of klein, zijn imperialistisch; alle oorlogen, of zij nu beweren ‘humanitair’, ‘bevrijdend’ of ‘democratisch’ te zijn, zijn imperialistische oorlogen. Dit werd reeds door de revolutionairen vastgesteld tijdens de Eerste Wereldoorlog: aan het begin van de 20e eeuw was de wereldmarkt door de grote kapitalistische naties volledig in exclusieve domeinen opgedeeld. Geconfronteerd met de toegenomen concurrentie en de onmogelijkheid om zich uit de wurggreep van de tegenspraken van het kapitalisme los te maken door nieuwe koloniale of commerciële veroveringen, bouwden de staten gigantische wapenarsenalen op en onderwierpen ze het hele economische en sociale leven aan de noden van de oorlog. In deze context brak in augustus 1914 de Wereldoorlog uit, een slachting die in de geschiedenis van de mensheidongeëvenaard was, een oogverblindende uitdrukking was van een nieuw “tijdperk van oorlogen en revoluties”.
Tegenover een felle concurrentie en de alomtegenwoordigheid van oorlog hebben zich in elk volk, groot of klein, twee verschijnselen ontwikkeld die de belangrijkste kenmerken vormen van de periode van het verval: staatskapitalisme en imperialistische blokken.“Het staatskapitalisme (…) komt overeen met de noodzaak voor elk land een maximum aan discipline van de verschillende sectoren van de maatschappij te garanderen, om botsingen tussen zowel de klassen als tussen de verschillende rivaliserende fracties binnen de heersende klasse zoveel mogelijk te reduceren, en vooral om het gehele economische potentieel te controleren en te mobiliseren en controleren. Op dezelfde wijze komt de vorming van imperialistische blokken overeen met de noodzaak om eenzelfde discipline aan de verschillende nationale bourgeoisieën op te leggen: om hun onderlinge tegenstellingen te beperken en hen te bundelen voor confrontatie tussen beide militaire kampen”[4]. De kapitalistische wereld was dus gedurende de gehele 20e eeuw verdeeld in rivaliserende blokken: Geallieerden tegen Asmogendheden, Westblok tegen Oostblok.
Maar met de ineenstorting van de USSR aan het eind van de jaren tachtig brak de laatste fase van het verval van het kapitalisme aan: de periode van zijn algemene ontbinding [5], die gekenmerkt werd door de verdwijning, gedurende meer dan 30 jaar, van de imperialistische blokken. De degradatie van de Russische ‘gendarme’ en de, de facto, ontwrichting van het Amerikaanse blok, opende de weg voor een hele reeks plaatselijke rivaliteiten en conflicten die door de ijzeren discipline van de blokken tot dan toe in de kiem waren gesmoord. Deze tendens naar ieder voor zich en toenemende chaos is sindsdien volledig bevestigd.
Vanaf 1990 probeerde de enige Amerikaanse ‘supermacht’ een minimum aan orde in de wereld te brengen en het onvermijdelijke verval van zijn eigen leiderschap een halt toe te roepen... door zijn toevlucht te nemen tot oorlog. Aangezien de wereld niet langer verdeeld was in twee gedisciplineerde imperialistische kampen, achtte een land als Irak het mogelijk een voormalige bondgenoot van hetzelfde blok, Koeweit, over te nemen. De Verenigde Staten lanceerden, aan het hoofd van een coalitie van 35 landen, een moorddadig offensief om iedere toekomstige verleiding te ontmoedigen om het optreden van Saddam Hoessein na te doen.
Maar de operatie kon geen einde maken aan het imperialistische ieder voor zich, een typische manifestatie van het proces van maatschappelijke ontbinding. In de Balkanoorlogen was de ergste rivaliteit tussen de mogendheden van het voormalige westerse blok, met name Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, al te zien. Naast de dodelijke Amerikaanse en Russische interventies, voerden zij al bijna oorlog tegen elkaar via de verschillende oorlogsvoerende partijen in het voormalige Joegoslavië. De terroristische aanslag van 11 september 2001 betekende een nieuwe belangrijke stap in de richting van chaos, die het hart van het wereldkapitalisme trof. Verre van de linkse theorieën over de vermeende Amerikaanse oliehonger, die door de rampzalige kosten van de oorlog onzinnig bleken, maakte deze context in feite dat de Verenigde Staten de invasies van Afghanistan in 2001 en opnieuw van Irak in 2003 moesten lanceren, in naam van ‘de oorlog tegen het terrorisme’.
In de tweede Golfoorlog stelden Duitsland, Frankrijk en Rusland zich niet langer tevreden met een positie achter Uncle Sam, maar weigerden ook hun soldaten in te zetten. Bovenal heeft elk van deze operaties slechts een zodanige chaos en instabiliteit teweeggebracht dat de Verenigde Staten uiteindelijk vastliepen, zodat zij twintig jaar later op vernederende wijze Afghanistan moesten verlaten. Ze lieten een puinhoop achter in de handen van de Taliban die zij waren komen bestrijden, net zoals zij reeds Irak hadden moeten verlaten, dat in de greep was van een immense anarchie die de gehele regio destabiliseerde, met name het buurland Syrië. Om hun positie als leidende macht in de wereld te verdedigen, zijn de Verenigde Staten dus de voornaamste verspreider van chaos geworden in de periode van verval.
Vandaag de dag hebben de VS ontegenzeggelijk imperialistische punten gescoord, zonder zelfs maar rechtstreeks te hoeven ingrijpen. Rusland, een oude tegenstander, is verwikkeld in een oorlog die het niet kan winnen en die, wat de uitkomst ook zal zijn, zal leiden tot een grote militaire en economische verzwakking. De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben reeds kleur bekend: volgens het hoofd van de Europese diplomatie gaat het erom “de Russische economie te verwoesten”... en pech voor het proletariaat in Rusland, dat zal opdraaien voor al deze vergeldingsmaatregelen, alsmede voor het Oekraïense proletariaat dat het eerste slachtoffer en gijzelaar is van de ontketening van oorlogszuchtige barbaarsheid!
De Amerikanen hebben ook de NAVO weer onder hun controle gebracht, waarvan de Franse president verklaarde dat deze ‘hersendood’ was, waardoor hun aanwezigheid in het oosten aanzienlijk is versterkt en de belangrijkste Europese mogendheden (Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) gedwongen zijn meer van de economische last van het militarisme op zich te nemen voor de verdediging van de Europese oostgrenzen, een politiek die de Verenigde Staten al verscheidene jaren proberen door te voeren, met name onder het presidentschap van Trump en voortgezet door Biden, om hun kracht te concentreren tegen hun belangrijkste vijand: China.
Voor de Europeanen betekent de situatie een diplomatieke nederlaag van de eerste orde en een aanzienlijk verlies van invloed. Het door de VS aangewakkerde conflict was zo niet bedoeld door Frankrijk en Duitsland, die wegens hun afhankelijkheid van Russisch gas en de markt die het vertegenwoordigt voor hun eigen goederen, niets te winnen hebben bij het conflict. Integendeel, Europa zal te lijden hebben onder een verdere versnelling van de economische crisis onder invloed van de oorlog en de opgelegde sancties. De Europeanen moesten zich dus achter het Amerikaanse schild opstellen, terwijl de diplomatieke verzwakking, veroorzaakt door de lichtzinnigheid van Trump, hen hoop had gegeven op een sterke terugkeer van het oude continent op het internationale toneel.
Vormt het feit dat de grote Europese mogendheden gedwongen zijn zich achter de VS te scharen, het begin van een nieuw imperialistisch blok? De periode van ontbinding sluit op zich de vorming van nieuwe blokken niet uit, hoewel het gewicht van ieder voor zich deze mogelijkheid aanzienlijk belemmert. Niettemin wordt in deze situatie de irrationele wil van elke staat om zijn eigen imperialistische belangen te verdedigen in hoge mate versterkt. Duitsland heeft de uitvoering van de sancties enigszins vertraagd en blijft op eieren lopen om te voorkomen dat de Russische gasexport, waarvan het sterk afhankelijk is, wordt gesanctioneerd. Anderzijds heeft Duitsland, samen met Frankrijk, voortdurend ingegrepen om Rusland een diplomatieke uitweg te bieden, die Washington uiteraard probeert te vertragen. Zelfs Turkije en Israël proberen hun ‘goede diensten’ aan te bieden als tussenpersonen. Op termijn zouden de grote Europese mogendheden zich met hun verhoogde militaire uitgaven zelfs kunnen proberen te bevrijden van de Amerikaanse voogdij, een ambitie die Macron regelmatig verdedigt met zijn project ‘Europese defensie’. Hoewel de Verenigde Staten op korte termijn ontegenzeggelijk punten hebben gescoord, probeert elk land ook zijn eigen kaart te spelen, waardoor de vorming van een blok des te gemakkelijker in gevaar komt, omdat China van zijn kant geen enkele grote mogendheid achter zich kan verenigen en zich zelfs vertraagd en verzwakt ziet in de verdediging van zijn eigen doelstellingen.
De Amerikaanse bourgeoisie richtte zich met deze manoeuvre echter niet alleen en in de eerste plaats tegen Rusland. De confrontatie tussen de VS en China bepaalt vandaag de imperialistische verhoudingen in de wereld. Door een situatie van chaos in Oekraïne te creëren, wilde Washington vooral de opmars van China naar Europa belemmeren, door voor onbepaalde tijd de ‘zijderoutes’ te blokkeren die door de landen van Oost-Europa hadden moeten lopen. Na China’s zeeroutes in de Indo-Pacifische regio te hebben bedreigd met, onder andere, de oprichting van de AUKUS-alliantie in 2021[6], heeft Biden zojuist een enorme kloof gecreëerd in Europa, waardoor China zijn goederen niet over land kan vervoeren.
De Verenigde Staten zijn er ook in geslaagd aan te tonen dat China niet in staat is de rol van betrouwbare partner op het internationale toneel te spelen, aangezien het geen andere keuze heeft dan Rusland zeer zwakke steun te verlenen. In die zin maakt het Amerikaanse offensief dat wij thans meemaken deel uit van de bredere strategie om China in toom te houden.
Sinds de oorlogen in het voormalige Joegoslavië, Afghanistan en het Midden-Oosten zijn de Verenigde Staten, zoals we hebben gezien, de belangrijkste factor van chaos in de wereld geworden. Tot nu toe heeft deze tendens zich vooral in de perifere landen van het kapitalisme voorgedaan, hoewel ook de centrale landen er de gevolgen van hebben ondervonden (terrorisme, vluchtelingencrises, enz.). Maar vandaag creëert de leidende macht van de wereld chaos aan de poorten van een van de belangrijkste centra van het kapitalisme. Deze criminele strategie wordt geleid door de ‘Democraat’ en ‘gematigde’ Joe Biden. Zijn voorganger, Donald Trump, had een welverdiende reputatie als heethoofd, maar het is nu duidelijk dat om China te neutraliseren, alleen de strategie verschilt: Trump wilde met Rusland over akkoorden onderhandelen, Biden en de meerderheid van de Amerikaanse bourgeoisie willen het land laten leegbloeden. Poetin en zijn kliek moordenaars zijn geen haar beter, net als Zelenski die er niet voor terugdeinst een hele bevolking te gijzelen en op te offeren als kanonnenvoer in naam van de verdediging van het vaderland. En wat te zeggen van de hypocriete Europese democratieën die krokodillentranen huilen om de slachtoffers van de oorlog, maar tegelijkertijd fenomenale hoeveelheden militair materieel leveren?
Links of rechts, democratisch of dictatoriaal, alle landen, alle bourgeoisie leiden ons in volle vaart naar chaos en barbarij! Meer dan ooit is het enige alternatief voor de mensheid: socialisme of barbarij!
EG / 21.03.2022
[1] Ter vergelijking: tijdens de 9 jaar durende verschrikkelijke oorlog in Afghanistan verloor de USSR 25.000 soldaten.
[2] “Contre l’impérialisme russe, pour un sursaut internationaliste”, Mediapart (2 maart 2022). Dit artikel met zijn suggestieve titel grenst aan de klucht, vooral van de kant van zijn auteur, Eddy Plenel, een gepatenteerde oorlogszuchtige en groot verdediger van het Franse imperialisme.
[3] “To understand the Ukraine-Russia conflict, look to colonialism”, The Washington Post (24 februari 2022).
[4 [2]] “Oriëntatietekst: Militarisme en ontbinding” [3] (1er trimester 1991).
[5 [4]] “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [5]” (4e trimester2001).
[6 [6]] “Alliance militaire AUKUS : L’exacerbation chaotique des rivalités impérialistes [7]”, Révolution internationale nr. 491 (november-december 2021).
Er was slechts één nacht voor nodig om het gedonder van de kanonnen en het gehuil van de bommen weer te laten weerklinken in Oekraïne, aan de poorten van de historische wieg van het rottende kapitalisme. In een paar weken tijd zal deze oorlog van ongekende omvang en wreedheid hele steden hebben verwoest, miljoenen vrouwen, kinderen en bejaarden op de bevroren wegen van de winter hebben geworpen en ontelbare mensenlevens hebben opgeofferd op het altaar van het Vaderland. Charkov, Sumy of Irpin zijn nu velden vol ruïnes. In de industriehaven van Marioepol, die volledig met de grond gelijk is gemaakt, heeft het conflict het leven gekost aan niet minder dan 5000 mensen, waarschijnlijk meer. De verwoestingen en de verschrikkingen van deze oorlog doen denken aan de angstaanjagende beelden van Grozny, Fallujah of het verwoeste Aleppo. Maar waar het maanden, soms jaren duurde om tot een dergelijke verwoesting te komen, is er in Oekraïne geen sprake van een ‘moorddadige escalatie’: in nauwelijks een maand tijd hebben de oorlogvoerende partijen al hun krachten in het bloedbad geworpen en een van de grootste landen van Europa verwoest!
Oorlog is een angstaanjagend moment van waarheid voor het kapitalisme in verval: door zijn dodelijke machines tentoon te stellen, legt de bourgeoisie plotseling het schijnheilige masker van beschaving, van vrede en mededogen af dat zij pretendeert te dragen met de ondraaglijke arrogantie die kenmerkend is voor heersende klassen die anachronistisch zijn geworden. Hier vecht ze zich een weg door een razende stortvloed van propaganda om haar walgelijke gezicht als moordenaar beter te verbergen. Hoe kan men niet met afschuw worden vervuld bij het zien van deze arme Russische jongens, dienstplichtigen van 19 of 20 jaar, met hun puberale gezichten, omgevormd tot moordenaars, zoals in Boetsja en in andere onlangs verlaten plaatsen? Hoe kunnen we niet verontwaardigd zijn wanneer Zelenski, de ‘dienaar van het volk’, schaamteloos een hele bevolking gijzelt door de ‘algemene mobilisatie’ af te kondigen van alle mannen tussen 18 en 60 jaar, die voortaan het land niet meer mogen verlaten? Hoe kan men niet geschokt zijn door de gebombardeerde ziekenhuizen, de doodsbange en uitgehongerde burgers, de standrechtelijke executies, de lijken die in kleuterscholen begraven liggen en de hartverscheurende kreten van de weeskinderen?
De oorlog in Oekraïne is een weerzinwekkende manifestatie van de duizelingwekkende ondergang van het kapitalisme in chaos en barbaarsheid. Voor onze ogen tekent zich een onheilspellend beeld af: de corona-pandemie heeft dit proces, waarvan ze zelf het monsterlijke product is, de afgelopen twee jaar aanzienlijk versneld [1]. Het IPCC voorspelt catastrofes en onomkeerbare klimaatveranderingen, die een nog grotere bedreiging vormen voor de mensheid en de biodiversiteit op wereldschaal. Het aantal grote politieke crises neemt toe, zoals we hebben gezien na de nederlaag van Trump in de Verenigde Staten, het schrikbeeld van het terrorisme hangt boven de maatschappij, evenals het nucleaire risico dat door de oorlog weer op de voorgrond is getreden. De onophoudelijke bloedbaden en oorlogschaos, de onverbiddelijke economische aanvallen, de explosie van sociale ellende, de grootschalige klimaatrampen... de gelijktijdigheid en opeenstapeling van al deze verschijnselen is geen ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar getuigt integendeel dat het moorddadige kapitalisme door de geschiedenis is veroordeeld.
Als het Russische leger de grens is overgestoken, is dat zeker niet om het ‘Russische volk’ te verdedigen dat ‘door het Westen wordt belegerd’, noch om de Russisch sprekende Oekraïners te ‘helpen’ die het slachtoffer zijn van de ‘nazificatie’ van de regering in Kiev. Evenmin is de bommenregen die op Oekraïne neerdaalt het product van het ‘delirium’ van een ‘waanzinnige alleenheerser’, zoals de pers in alle toonaarden herhaalt telkens wanneer het nodig is om een bloedbad te rechtvaardigen [2] en te verhullen dat dit conflict, net als alle andere, in de eerste plaats de manifestatie is van een gemilitariseerde burgerlijke maatschappij in verval, die de mensheid niets anders meer te bieden heeft dan haar eigen ondergang!
Zij geven niet om de dood en vernietiging, de chaos en de instabiliteit aan hun grenzen: voor Poetin en zijn kliek was het noodzakelijk de belangen van het Russische kapitaal en zijn plaats in de wereld te verdedigen, die beide zijn verzwakt door de toenemende opmars van het Westen in zijn traditionele invloedssfeer. De Russische bourgeoisie kan zich voordoen als een ‘slachtoffer’ van de NAVO, maar Poetin heeft nooit geaarzeld om, geconfronteerd met de mislukking van zijn offensief, een vreselijke campagne van verschroeide aarde en slachtpartijen te ontketenen, waarbij alles op zijn pad wordt uitgeroeid, met inbegrip van de Russisch sprekende bevolkingsgroepen die hij zogenaamd was komen beschermen!
Ook van Zelenski en zijn entourage van corrupte politici en oligarchen valt niets te verwachten. Deze voormalige komiek speelt nu tot in de perfectie zijn rol als gewetenloze ronselaar voor de verdediging van de belangen van de Oekraïense bourgeoisie. Door middel van een intensieve nationalistische campagne is hij erin geslaagd de bevolking, soms met geweld, te bewapenen en een hele schare huurlingen en schutters aan te werven die tot de rang van ‘helden van de natie’ zijn verheven. Zelenski toert nu langs de westerse hoofdsteden, spreekt alle parlementen toe om te bedelen om meer wapens en munitie. Wat het ‘heldhaftige Oekraïense verzet’ betreft, dit doet wat alle legers ter wereld doen: het schiet, slacht af, plundert en aarzelt niet om gevangenen te slaan of zelfs te executeren!
Alle democratische machten doen alsof ze verontwaardigd zijn over de ‘oorlogsmisdaden’ van het Russische leger. Wat een hypocrisie! Door de geschiedenis heen hebben ze in alle uithoeken van de wereld lijken en ruïnes opgestapeld. Terwijl ze huilen om het lot van de bevolking, die door de ‘Russische schurk’ ten offer is gevallen, leveren de Westerse mogendheden astronomische hoeveelheden oorlogswapens, verzorgen ze trainingen en alle noodzakelijke inlichtingen voor de aanvallen en bombardementen van het Oekraïense leger, waaronder het neonazistische Azov-regiment!
Bovenal heeft de Amerikaanse bourgeoisie, door haar provocaties op te voeren, al het mogelijke gedaan om Moskou in een oorlog te duwen die bij voorbaat verloren is. Voor de VS gaat het er vooral om Rusland te laten leegbloeden en de vrije hand te hebben om de hegemoniale aanspraken van China, het voornaamste doelwit van de VS-macht, te breken. Deze oorlog stelt de Verenigde Staten ook in staat het grote Chinese imperialistische project van de ‘Zijderoutes’ in te dammen en te dwarsbomen. Om haar doelstellingen te bereiken heeft de ‘grote Amerikaanse democratie’ niet geaarzeld om een totaal irrationeel en barbaars militair avontuur aan te moedigen, waardoor de destabilisering van de wereld en de chaos in de nabijheid van West-Europa toenemen.
Het proletariaat moet dus niet kiezen voor de ene kant tegen de andere! Zij heeft geen vaderland te verdedigen en moet het nationalisme en de chauvinistische hysterie van de bourgeoisie overal bestrijden! Zij moet met haar eigen wapens en haar eigen middelen tegen de oorlog vechten!
Vandaag heeft het proletariaat in Oekraïne, verpletterd door meer dan 60 jaar stalinisme, een grote nederlaag geleden en heeft het zich laten bedwelmen door de sirenen van het nationalisme. In Rusland heeft het proletariaat zich weliswaar wat terughoudender getoond, maar zijn onvermogen om de oorlogszuchtige impulsen van zijn bourgeoisie in te tomen verklaart waarom de heersende kliek 200.000 soldaten naar het front heeft kunnen sturen zonder te moeten vrezen voor een of andere arbeidersreactie.
In de belangrijkste kapitalistische landen, in West-Europa en in de VS, heeft het proletariaat vandaag noch de kracht, noch de politieke capaciteit om zich rechtstreeks tegen dit conflict te verzetten door middel van zijn internationale solidariteit en strijd tegen de bourgeoisie in alle landen. Zij is vooralsnog niet in staat te verbroederen en een massale strijd aan te gaan om de massamoord te stoppen.
Maar ook al dreigen de gevaren van propaganda en demonstraties van allerlei aard het in de impasse van de verdediging van het pro-Oekraïense nationalisme of in het valse alternatief van het pacifisme te leiden, toch blijft het oude proletariaat van de westerse landen, met zijn ervaring van klassestrijd en de slinkse streken van de bourgeoisie, het belangrijkste tegengif voor het vernietigende raderwerk en de dodelijke spiraal van het kapitalistische systeem. De westerse bourgeoisie heeft zich ervoor behoed om niet rechtstreeks in te grijpen in Oekraïne, omdat zij weet dat de arbeidersklasse niet zal instemmen met de dagelijkse opoffering van duizenden soldaten, die worden ingezet in oorlogszuchtige botsingen.
Hoewel ontredderd en nog steeds verzwakt door deze oorlog, behoudt de arbeidersklasse van de westerse landen haar potentieel en haar vermogen om haar strijd te ontwikkelen op het terrein van het verzet tegen de nieuwe offers die de sancties tegen de Russische economie en de kolossale verhoging van de militaire uitgaven met zich meebrengen: de almaar stijgende inflatie, de stijging van de meeste producten van het dagelijks leven die zij teweegbrengt en de versnelling van de aanvallen op haar leef- en uitbuitingsomstandigheden.
Nu al kunnen en moeten de proletariërs zich verzetten tegen alle offers die de bourgeoisie eist. Het is door zijn strijd dat het proletariaat in staat zal zijn een krachtsverhouding met de heersende klasse te scheppen om haar moorddadige arm tegen te houden! Want de arbeidersklasse, schepper van alle rijkdom, is uiteindelijk de enige kracht in de maatschappij die in staat is een einde te maken aan de oorlog door de weg van de omverwerping van het kapitalisme in te slaan.
Dat is trouwens wat de geschiedenis ons heeft laten zien toen het proletariaat in 1917 in Rusland en het jaar daarop in Duitsland in opstand kwam en met een reusachtige revolutionaire opleving een eind aan de oorlog maakte! Terwijl de wereldoorlog voortwoedde, waren revolutionairen op koers gebleven door onverzettelijk het elementaire principe van proletarisch internationalisme te verdedigen. Nu is het de taak van de revolutionairen om de ervaring van de arbeidersbeweging door te geven. Geconfronteerd met de oorlog is het hun eerste verantwoordelijkheid om met één stem te spreken om stevig met de vlag van het internationalisme te zwaaien, de enige die de bourgeoisie weer kan doen beven!
IKS / 04.04.2022
[[1]] In China maakt de pandemie een sterke comeback (lock-down in Shanghai, in het bijzonder). Bovendien is zij in de rest van de wereld nog lang niet onder controle.
[2] Van Hitler tot Assad, via Hoessein, Milosevic, Kadhafi of Kim Jong-un... de vijand lijdt verrassend genoeg altijd aan ernstige psychologische stoornissen.
Het ontketenen van oorlogszuchtige barbaarsheid in Oekraïne blijft de hele wereld bedreigen met ‘collateral damage’, waaronder met name meer ellende in de wereld, een aanzienlijke verergering van de economische aanvallen tegen de arbeidersklasse: intensivering van de uitbuiting, stijging van de werkloosheid, inflatie.
Afgezien van de Russische dreiging met nucleaire aanvallen en het risico dat radioactieve wolken ontsnappen uit Oekraïense kerncentrales, die door de gevechten zijn beschadigd, houden de maatregelen om de Russische economie op de knieën te dwingen, die door een aantal landen zijn genomen of gepland, het risico in dat de wereldeconomie wordt gedestabiliseerd. Bovendien zal, als tragische illustratie van de huidige oorlogsescalatie, de sterke tendens tot verhoging van de militaire uitgaven (met name geïllustreerd door het plotselinge besluit om deze in Duitsland te verdubbelen) een extra factor vormen bij de verzwakking van de economische situatie in de betrokken landen.
De economische represailles tegen Rusland zullen voor veel Europese landen tekorten aan grondstoffen betekenen en voor een aantal van hen het verlies van afzetmarkten in Rusland. De grondstoffenprijzen zullen nog lange tijd stijgen en daardoor ook de prijzen van veel goederen. De recessie zal zich over de hele wereld verspreiden en op deze schaal zal de ellende toenemen en de uitbuiting van de arbeidersklasse verhevigen.
Wij overdrijven geenszins, zoals blijkt uit deze verklaringen van Duitse deskundigen die zich richten tot een “goed geïnformeerd publiek”die graag de toekomst wil inschatten om de belangen van de bourgeoisie te verdedigen : “Wij hebben het over een ernstige economische crisis in Duitsland en dus in Europa”. “Bedrijfsfaillissementen en werkloosheid” zouden dan in het verschiet liggen en voor lange tijd: “We hebben het hier niet over drie dagen of drie weken”, maar eerder over “drie jaar”.[1] In deze context zou een energieprijs, die aanhoudend op een historisch hoog niveau blijft, gevolgen hebben die zich tot ver buiten Duitsland en Europa uitstrekken en vooral de arme landen treffen. Uiteindelijk zou een dergelijke stijging van de energieprijzen, zo werd gisteren gezegd, “in Azië, Afrika en Zuid-Amerika kunnen leiden tot de ineenstorting van hele staten”[2].
De omvang en de diepgang van de maatregelen tegen Rusland, ondanks hun onmiskenbare strengheid, verklaren op zichzelf niet de economische tsunami die de wereld zal treffen. Hier moet rekening worden gehouden met het huidige niveau van achteruitgang van de wereldeconomie, die het resultaat is van een langdurig proces van verscherping van de crisis van het kapitalisme. Maar over deze kwestie zwegen de ‘deskundigen’, om niet te hoeven toegeven dat de oorzaak van de aftakeling van het wereldkapitalisme ligt in zijn historische en onoverkomelijke crisis, zoals zij er ook voor waken deze oorlog, zoals alle oorlogen die sinds de Eerste Wereldoorlog zijn uitgebroken, te identificeren als een product van het kapitalisme in verval. Evenmin vermelden zij enkele van de gevolgen van een nieuwe duik van de economie in de crisis en de intensivering van de handelsoorlog die daarmee gepaard gaat: een verdere verergering van de imperialistische spanningen en een nieuwe vlucht vooruit in een bewapeningsoorlog [3]. In een soortgelijke benadering in de verdediging van het kapitalisme maken sommigen zich zorgen over de zeer waarschijnlijke gevolgen van een ernstig tekort aan basisvoedingsmiddelen die tot dusver in Oekraïne werden geproduceerd, namelijk sociale onrust in een aantal landen, zonder dat men zich kennelijk bekommert om het lijden van de hongerende bevolking.
De corona-pandemie had reeds de toenemende kwetsbaarheid van de economie aangetoond door het samenkomen van aantal factoren die eigen zijn aan de periode van het kapitalisme sinds de ineenstorting van het Oostblok en de daaropvolgende ontbinding van de blokken.
Een steeds kortere termijnvisie heeft het kapitalisme er in feite toe gebracht om een aantal dwingende noodzakelijkheden van elk uitbuitingssysteem op te offeren op het altaar van de noden van de crisis en de wereldwijde economische concurrentie, zoals te zorgen voor een goede gezondheid van de uitgebuitenen. Zo heeft het kapitalisme niets gedaan om de uitbraak van de Covid-19 pandemie te voorkomen, die wat betreft de overdracht van dier op mens en de verspreiding ervan over de hele wereld, zelf een zuiver sociaal product is, ook al hadden wetenschappers gewaarschuwd voor het gevaar ervan. Bovendien heeft de verslechtering van het gezondheidsstelsel in de afgelopen 30 jaar ertoe bijgedragen dat de pandemie veel dodelijker was. De omvang van de ramp en de weerslag ervan op de economie werden ook in de hand gewerkt door de verergering van de houding van het ‘ieder voor zich’ op alle niveaus van de maatschappij (een kenmerk van de huidige fase van ontbinding van het kapitalisme), waardoor de klassieke uitingen van concurrentie werden verergerd en er zich onvoorstelbare ontwikkelingen voordeden zoals de oorlog om de mondmaskers, beademingsapparatuur, vaccins, enz… niet alleen tussen landen, maar ook tussen staats- of particuliere diensten binnen een en hetzelfde land. Miljoenen mensen stierven over de hele wereld, en de gedeeltelijke verlamming van de economische activiteit en de desorganisatie ervan leidden in 2020 tot de ergste depressie sinds de Tweede Wereldoorlog.
Doordat de pandemie de economie wereldwijd trof, bracht zij ook nieuwe beperkingen voor de kapitalistische productie aan het licht, zoals de toegenomen kwetsbaarheid van de bevoorradingsketens voor diverse factoren. Het volstaat immers dat één enkele schakel van de keten defect of onbruikbaar is ten gevolge van een ziekte, politieke instabiliteit of een klimaatramp, om ervoor te zorgen dat het eindproduct een - soms zeer aanzienlijke - vertraging oploopt, die onverenigbaar is met de vereisten van de bevoorrading van de markt. Zo kon in sommige landen een aanzienlijk aantal auto's niet op de markt worden gebracht omdat zij op de assemblagelijnen stilstonden in afwachting van ontbrekende onderdelen, die met name door Rusland werden geleverd. Het kapitalisme wordt aldus geconfronteerd met het boemerangeffect van de ongebreidelde ‘globalisering’ van de economie die de bourgeoisie vanaf de jaren 1980 geleidelijk had ontwikkeld om de winstgevendheid van het kapitaal te verbeteren door een deel van de productie uit te besteden, en door veel goedkopere arbeidskrachten te laten uitvoeren.
Bovendien wordt het kapitalisme steeds vaker geconfronteerd met rampen die het gevolg zijn van de klimaatopwarming (grote branden, buiten hun oevers tredende rivieren, grootschalige overstromingen, enz...) die in toenemende mate niet meer alleen de landbouwproductie, maar ook de gehele productie beïnvloeden. Het kapitalisme betaalt op die manier een zware tol voor de niet aflatende uitbuiting en vernietiging van de natuur sinds 1945 (waarvan de gevolgen vanaf de jaren 1970 duidelijker merkbaar werden) door de verschillende kapitalen, die met elkaar wedijveren op zoek naar nieuwe en steeds beperktere bronnen van winst.
Het beeld dat wij zojuist schetsten komt niet uit de lucht vallen, maar is het gevolg van een periode van meer dan honderd jaar verval van het kapitalisme, ingeleid door de Eerste Wereldoorlog. Gedurende die periode werd dit systeem permanent geconfronteerd met de gevolgen van de crisis van overproductie, die de kern vormt van alle tegenstellingen van het kapitalisme. Deze crisis lag aan de basis van alle recessies in die periode: de Grote Depressie van de jaren 1930 en, na een schijn van economisch herstel in de jaren 1950-1960, die door sommigen de ‘Dertig Glorieuze jaren’ werden genoemd, kwam de open crisis van het kapitalisme eind jaren 1960 opnieuw opzetten. Elk van zijn uitingen resulteert in een ernstiger recessie dan de vorige: 1967, 1970, 1975, 1982, 1991, 2001, 2009. Telkens moest de economische machine weer op gang worden gebracht door middel van schulden die, in steeds grotere mate, alleen zullen worden terugbetaald door middel van nieuwe schulden, enzovoort... Zo is elke nieuwe openlijke manifestatie van de crisis verwoestender, terwijl het middel dat wordt ingezet om de crisis het hoofd te bieden, de schuldenlast, een steeds grotere bedreiging vormt voor de economische stabiliteit.
Een vertraging van de groei tien jaar na de financiële crash van 2008 vereiste opnieuw een verhoging van de schuld; twee jaar daarna vereiste de sterke daling van de productie in 2020 als gevolg van een reeks ‘nieuwe’ factoren (pandemie, klimaatopwarming, kwetsbaarheid van de bevoorradingsketens, ...) op haar beurt een recordsteun voor de economie. Record na record kwam de mondiale schuld steeds verder los te staan van de reële economie, met een sprong naar 256% van de waarde van het mondiale BBP. Deze situatie is niet onbelangrijk. Het is een factor in de devaluatie van de munten en dus in de ontwikkeling van inflatie. Een aanhoudende prijsstijging houdt het risico in van sociale onrust van uiteenlopende aard (interklassistische bewegingen, klassenstrijd) en vormt een belemmering voor de wereldhandel. Daarom zal de bourgeoisie steeds meer gedwongen worden te balanceren op het slappe koord – iets wat haar weliswaar vertrouwd is, maar wat steeds hachelijker wordt - om aan twee tegenstrijdige noden te voldoen:
En dat in een context die neigt naar stagnatie van de economie in combinatie met hoge inflatie.
Bovendien bevordert een dergelijke situatie het uiteenspatten van speculatieve zeepbellen die kunnen leiden tot de destabilisatie van de mondiale bedrijvigheid en handel (zoals in de vastgoedsector in de Verenigde Staten in 2008, en in China in 2021).
Geconfronteerd met alle rampen van deze wereld, of zij nu het gevolg zijn van oorlog of van een economische crisis, beschikt de bourgeoisie altijd over een hele reeks valse verklaringen die, in al hun verscheidenheid, gemeen hebben dat zij de oorzaak van de kwalen die de mensheid teisteren buiten het kapitalisme plaatsen.
In 1973 (een jaar dat slechts een moment was in de verdieping van de open crisis die sindsdien min of meer permanent is geworden) werd de ontwikkeling van de werkloosheid en de inflatie verklaard door de stijging van de olieprijs. De stijging van de olieprijzen is echter een gevolg van de kapitalistische handel en niet van iets dat buiten dit systeem ligt[4]
De huidige situatie is een nieuwe illustratie van deze regel. De oorlog in Oekraïne wordt op het conto van het totalitaire Rusland geschreven en niet van het kapitalisme in crisis, alsof dit land geen integrerend deel zou zijn van het wereldkapitalisme.
Geconfronteerd met de vooruitzichten van een aanzienlijke verergering van de economische crisis, bereidt de bourgeoisie het terrein voor om de proletariërs de verschrikkelijke offers te doen aanvaarden die hen zullen worden opgelegd en die zullen worden gepresenteerd als het gevolg van de vergeldingsmaatregelen tegen Rusland. Haar boodschap is de volgende : “uit solidariteit met het Oekraïense volk, kan de bevolking maar beter aanvaarden om de verwarming iets lager te zetten of iets minder te eten, want dat is de prijs van de noodzakelijke inspanning om Rusland te verzwakken”.
Sinds 1914 is de arbeidersklasse door een hel gegaan: de ene keer als kanonnenvoer in de twee wereldoorlogen en de onophoudelijke, dodelijke regionale conflicten; dan weer als slachtoffer van massale werkloosheid tijdens de Grote Depressie van de jaren 1930; een andere keer gedwongen de handen uit de mouwen te steken voor de wederopbouw van landen en economieën die door twee wereldoorlogen waren verwoest; tenslotte in onzekerheid of in armoede gestort bij elke nieuwe recessie sinds de terugkeer van de wereldwijde economische crisis aan het eind van de jaren 1960.
Geconfronteerd met een nieuwe duik in de economische crisis, geconfronteerd met de steeds zwaarder wegende oorlogsdreiging, zou het haar ondergang betekenen als zij zou luisteren naar de bourgeoisie die haar vraagt om offers te brengen. Integendeel, zij moet gebruik maken van de tegenstellingen van het kapitalisme die tot uiting komen in de oorlog en de economische aanvallen om haar klassenstrijd zo ver en zo bewust mogelijk door te zetten met het oog op de omverwerping van het kapitalisme.
Silvio / 26.03. 2022
[[1]] “Habeck: Mittel zur Dämpfung der Energiepreise prüfen”, Süddeutsche Zeitung (8 maart 2022)
[2] “USA setzen Ölembargo auf die Tagesordnung”, Frankfurter Allgemeine Zeitung (8 maart 2022)
[3] “Resolutie over de internationale situatie”, Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 63 (juni 1990).
[4] Lees ons artikel “Stijgende olieprijzen: een gevolg, niet de oorzaak van de crisis”, Internationale Revue, Engels-, Frans- en Spaanstalige uitgave, nr. 19.
Gezamenlijke verklaring van de groepen van de Internationale Kommunistische Linkerzijde over de oorlog in Oekraïne
De organisaties van de Kommunistische Linkerzijde moeten samen hun gemeenschappelijke erfenis van betrokkenheid met de beginselen van het proletarisch internationalisme verdedigen, vooral op een moment van groot gevaar voor de wereldarbeidersklasse. De terugkeer van de imperialistische slachting in Europa in de oorlog in Oekraïne is zo’n moment. Daarom publiceren wij hieronder, samen met andere ondertekenaars uit de traditie van de Kommunistische Linkerzijde (en een groep die een andere koers vaart, maar de verklaring volledig onderschrijft), een gezamenlijke verklaring over de fundamentele perspectieven voor de arbeidersklasse tegenover van de imperialistische oorlog.
De oorlog in Oekraïne wordt gevoerd uit naam van de tegenstrijdige belangen van alle verschillende imperialistische machten, groot en klein - niet in het belang van de arbeidersklasse, die een klasse van internationale eenheid is. Het is een oorlog om strategische gebieden, om militaire en economische overheersing, die openlijk en heimelijk wordt gevoerd door de oorlogsstokers aan het roer van de staatsmachines van de VS, Rusland en West-Europa, waarbij de Oekraïense heersende klasse een allesbehalve onschuldige pion is op het imperialistische wereldschaakbord.
De arbeidersklasse, niet de Oekraïense staat, is het echte slachtoffer van deze oorlog, of het nu gaat om weerloze vrouwen en kinderen die worden afgeslacht, vluchtelingen die verhongeren, of kanonnenvoer dat wordt ingelijfd in het ene of het andere leger, of in de toenemende ellende die de gevolgen van de oorlog zal brengen voor de arbeiders in alle landen.
De kapitalistische klasse en haar burgerlijke productiewijze kunnen hun nationale verdeeldheid en concurrentie, die tot imperialistische oorlog leidt, niet overwinnen. Het kapitalistische systeem kan niet voorkomen dat het wegzakt in een grotere barbaarsheid.
Van haar kant kan de wereldarbeidersklasse er niet omheen haar strijd tegen de verslechtering van de lonen en de levensstandaard te ontwikkelen. De huidige oorlog, de grootste in Europa sinds 1945, vormt een waarschuwing voor toekomst van de kapitalistische wereld als de strijd van de arbeidersklasse niet leidt tot de omverwerping van de bourgeoisie en haar vervanging door de politieke macht van de arbeidersklasse, de dictatuur van het proletariaat.
Het Russische imperialisme wil de enorme terugslag, die het in 1989 te verduren kreeg, ongedaan maken en weer een wereldmacht worden. De VS willen hun status als supermacht en wereldleider behouden. De Europese mogendheden vrezen de Russische expansie, maar ook de verpletterende overheersing van de VS. Oekraïne zoekt een bondgenootschap met de machtigste imperialistische mogendheid.
Laten we duidelijk zijn, de VS en de Westerse mogendheden beschikken over de meest overtuigende leugens en het grootste leugenmachine in de media om hun werkelijke doelstellingen in deze oorlog te rechtvaardigen - zij worden geacht te reageren op Russische agressie tegen kleine soevereine staten, de democratie te verdedigen tegen de autocratie van het Kremlin, de mensenrechten te verdedigen tegen de wreedheid van Poetin.
De sterkste imperialistische gangsters hebben gewoonlijk de beste oorlogspropaganda, verzinnen de grootste leugen, omdat zij hun vijanden kunnen provoceren en hen ertoe kunnen brengen om “als eerste te schieten”. Maar denk eens aan het o zo vreedzame optreden van deze machten onlangs in het Midden-Oosten, in Syrië, Irak en Afghanistan; hoe de Amerikaanse luchtmacht onlangs de stad Mosul met de grond gelijk maakte, hoe coalitietroepen de Irakese bevolking ten gronde richtten onder het valse voorwendsel dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had. Herinnert u zich nog de ontelbare misdaden van deze democratieën tegen de burgerbevolking in de afgelopen eeuw, of het nu in de jaren 1960 in Vietnam was, in de jaren 1950 in Korea, tijdens de Tweede Wereldoorlog in Hiroshima, Dresden of Hamburg. De Russische wandaden tegen de Oekraïense bevolking komen in wezen uit hetzelfde imperialistische draaiboek.
Het kapitalisme heeft de mensheid in het tijdperk van permanente imperialistische oorlog gekatapulteerd. Het is een illusie het te vragen de oorlog te ‘stoppen’. In het oorlogszuchtige kapitalisme kan ‘vrede’ slechts een intermezzo zijn.
Hoe dieper het wegzakt in een onoplosbare crisis, hoe groter de militaire vernietiging zal zijn die het kapitalisme teweegbrengt, samen met de toenemende rampen zoals vervuiling en epidemieën. Het kapitalisme is verrot en rijp voor revolutionaire verandering.
Het kapitalistische systeem, dat steeds meer een systeem van oorlog en al zijn verschrikkingen wordt, ondervindt momenteel geen noemenswaardige klasseverzet tegen zijn heerschappij, zodat het proletariaat lijdt onder de steeds erger wordende uitbuiting van zijn arbeidskracht en de ultieme offers die het imperialisme van hem vraagt op het slagveld.
Achter de ontwikkeling van de verdediging van haar klassenbelangen en haar klassenbewustzijn, gestimuleerd door de onmisbare rol van de revolutionaire voorhoede, gaat een nog groter potentieel van de arbeidersklasse schuil, namelijk het vermogen zich als klasse te verenigen om het politieke apparaat van de bourgeoisie volledig omver te werpen, zoals zij in 1917 in Rusland heeft gedaan en destijds in Duitsland en elders dreigde te doen. Dat wil zeggen, het omverwerpen van het systeem dat tot oorlog leidt. De Oktoberrevolutie, en de opstanden die deze in de andere imperialistische mogendheden teweegbracht, zijn inderdaad een lichtend voorbeeld, niet alleen van verzet tegen de oorlog, maar ook van een aanval op de macht van de bourgeoisie.
Vandaag zijn we nog ver verwijderd van een dergelijke revolutionaire periode. Ook zijn de omstandigheden van de strijd van het proletariaat anders dan ten tijde van de eerste imperialistische slachting. Wat echter hetzelfde blijft ten overstaan van de imperialistische oorlog zijn de grondbeginselen van het proletarisch internationalisme en de plicht van revolutionaire organisaties om deze beginselen met hand en tand binnen het proletariaat te verdedigen, zo nodig tegen de stroom in.
De dorpen Zimmerwald en Kienthal in Zwitserland werden beroemd als plaatsen waar socialisten van beide kampen tijdens de Eerste Wereldoorlog bijeenkwamen om een internationale strijd te beginnen om een einde te maken aan de slachtpartijen en om de patriottistische leiders van de sociaal-democratische partijen aan de kaak te stellen. Op deze bijeenkomsten brachten de Bolsjewiki, gesteund door de linkerzijdes uit Bremen en Nederland, de essentiële beginselen van het internationalisme tegen de imperialistische oorlog naar voren, die vandaag de dag nog steeds gelden:
Geen steun aan een van beide imperialistische kampen, de verwerping van alle pacifistische illusies, en de erkenning dat alleen de arbeidersklasse en haar revolutionaire strijd een einde kunnen maken aan het systeem dat gebaseerd is op de uitbuiting van de arbeidskracht en permanent imperialistische oorlogen voortbrengt.
In de jaren 1930 en 1940 hield alleen de politieke stroming die nu de Kommunistische Linkerzijde wordt genoemd vast aan de internationalistische beginselen die de Bolsjewiki tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden ontwikkeld. De Italiaanse Linkerzijde en de Nederlandse Linkerzijde verzetten zich actief tegen beide kampen in de Tweede Imperialistische Wereldoorlog en verwierpen de fascistische en anti-fascistische rechtvaardigingen voor de massamoord. Daarmee weigerden zij elke steun aan het imperialisme van stalinistisch Rusland in dat conflict.
Vandaag, tegen de achtergrond van de versnelling van het imperialistische conflict in Europa, blijven de politieke organisaties die zijn gegrondvest op de erfenis van de Kommunistische Linkerzijde, het vaandel van een consequent proletarisch internationalisme hooghouden en vormen zij een referentiepunt voor degenen die de beginselen van de arbeidersklasse verdedigen.
Daarom hebben de organisaties en groepen van de Kommunistische Linkerzijde, die vandaag gering in aantal en weinig bekend zijn, besloten deze gemeenschappelijke verklaring uit te geven en de internationalistische beginselen die tegen de barbaarsheid van de twee wereldoorlogen werden gesmeed, zo breed mogelijk te verspreiden.
Geen steun voor welke partij dan ook in het imperialistische bloedbad in Oekraïne.
Geen illusies in het pacifisme: kapitalisme kan alleen leven door eindeloze oorlogen.
Alleen de arbeidersklasse kan een einde maken aan de imperialistische oorlog door haar klassestrijd tegen uitbuiting die leidt tot de omverwerping van het kapitalistische systeem.
Arbeiders van de wereld, verenigt u!
________________________
Internationale Kommunistische Stroming (nl.internationalism.org)
Istituto Onorato Damen (www.istitutoonoratodamen.it [11])
Internationalist Voice (www.internationalistvoice.org [12])
Internationalistisch Communistisch Perspectief (Zuid-Korea (http://communistleft.jinbo.net/xe/ [13]) staat eveneens volledig achter de gezamenlijke verklaring.
6 april 2022
Ideologische campagne Humanitaire ‘propaganda’ in dienst van de oorlog
Geconfronteerd met de barbaarsheid van oorlog, heeft de bourgeoisie altijd getracht haar moorddadige verantwoordelijkheid en die van haar systeem achter cynische leugens te verbergen. De oorlog in Oekraïne ontsnapt niet aan de stortvloed van propaganda en aan de vuige instrumentalisering van het lijden dat hij teweegbrengt. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de massale uittocht en de ontreddering van de Oekraïense gezinnen die de bombardementen ontvluchten, te zien zijn op alle televisiezenders en op de voorpagina's van alle kranten, die gewoonlijk zo discreet zijn over de ellende die het kapitalisme de mensheid aandoet. De media tonen dagelijks beelden van getraumatiseerde Oekraïense kinderen en oorlogsslachtoffers.
Met de propagandistische uitbuiting van de legitieme schok, teweeggebracht door de verspreiding van gruwelijke beelden van misstanden, exodus, verschrikking en bombardementen heeft de oorlog in Oekraïne de bourgeoisie van de democratische landen in staat gesteld een spontane golf van sympathie en medeleven op te wekken om een gigantische ‘humanitaire’ campagne in gang te zetten rond de ‘burgerinitiatieven’ ten behoeve van de Oekraïense vluchtelingen (en zelfs rond de wrede onderdrukking van de Russische demonstranten en tegenstanders van de oorlog) en om op cynische wijze munt te slaan uit het leed en de wanhoop van de slachtoffers van de grootste exodus van een bevolking sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Overal worden ‘humanitaire corridors’ en ‘burgernetwerken’ georganiseerd om de Oekraïense vluchtelingen te helpen, ten einde de levering te rechtvaardigen van een immens wapenarsenaal dat bestemd is om ‘een gemarteld volk te verdedigen’ tegen ‘de Russische boeman’. Zelfs in kleine dorpen worden, uit solidariteit met de Oekraïense vluchtelingen, inzamelingen, donaties en allerlei ‘initiatieven’ of voorstellingen georganiseerd en aangemoedigd door de autoriteiten.
Achter de levendige hulde aan het martelaarschap van het ‘Oekraïense volk’ gaat de smerige werkelijkheid schuil van een schaamteloze uitbuiting van de opwelling tot vrijgevigheid, uitgebuit door staten, stuk voor stuk oorlogsstokers, die zich niets aantrekken van het tragische lot van een bevolking die gegijzeld wordt tussen de Russische bombardementen en de gedwongen ‘algemene mobilisatie’ van de regering Zelenski. In de ogen van de bourgeoisie dient het ‘Oekraïense volk’ bovenal als kanonnenvoer in een ‘patriottische strijd’ tegen de ‘indringer’. Hetzelfde cynisme verklaart waarom de westerse bourgeoisie een sluier van onschuld heeft geworpen over de slachtpartijen die de Oekraïense regering sinds 2014 heeft aangericht in de Russischtalige regio’s Lugansk en Donetsk, waarbij in 8 jaar tijd bijna 14.000 mensen om het leven zijn gekomen.
Het zogenaamde humanisme van de Europese staten is een grote leugen en een pure misleiding. De inspanningen om vluchtelingen op te vangen en te helpen zijn voor het grootste deel te danken aan het initiatief van de bevolkingen en geenszins aan de staten. Het valt niet te ontkennen dat we, sinds het uitbreken van de oorlog en vanaf het allereerste begin van de uittocht van gezinnen, een enorme spontane golf van solidariteit hebben gezien. Deze onmiddellijke en diep menselijke reactie om bijstand te verlenen, door onderdak te bieden en maaltijden te verstrekken aan allen die wreed in nood en wanhoop zijn gestort, is hartverwarmend.
Maar deze elementaire vorm van solidariteit is niet voldoende. Ze is niet het gevolg van een collectieve mobilisatie van de arbeiders op hun klassenterrein. Zij is het resultaat van een groot aantal individuele initiatieven die de bourgeoisie zal recupereren en in haar eigen voordeel uitbuiten, zoals vandaag. Bovendien werden deze reacties onmiddellijk afgeleid naar het terrein van de burgerlijke propaganda om de oorlog te rechtvaardigen, het dodelijke gif van het nationalisme te verheerlijken en te proberen een klimaat van heilige eenheid te scheppen tegen ‘de beruchte Russische indringer’.
De democratische mogendheden van West-Europa hadden geen andere keuze dan hun grenzen open te stellen voor de Oekraïense vluchtelingen, tenzij zij honderdduizenden van hen met geweld aan de Oekraïense grens zouden tegenhouden. Maar daarmee zou hun hele anti-Russische oorlogspropaganda in elkaar storten. Als zij zich namelijk bereid verklaren de Oekraïners op te vangen, dan is dat om een mobilisatie en vooral wapenleveranties aan Oekraïne tegen de ‘wanstaltigheden van Poetin’ ideologisch te rechtvaardigen en om de eigen nationale imperialistische belangen te verdedigen.
Tegelijkertijd dienen deze campagnes om te verhullen dat de verantwoordelijkheid voor deze dramatische situatie bij alle staten ligt, bij de logica van de concurrentie en de imperialistische rivaliteit van het systeem zelf, dat de toename van de oorlogshaarden, de veralgemening van de ellende, de massale uittocht van bevolkingen, chaos en barbarij voortbrengt.
Alle imperialistische aasgieren plengen nu krokodillentranen over de Oekraïense vluchtelingen die zij beweren met open armen te ontvangen in naam van het zogenaamde ‘asielrecht’. Deze mooie beloften om vluchtelingen op te vangen zijn niets anders dan een rookgordijn. Overal hebben West-Europese staten quota ingevoerd voor de opvang van migranten die ellende, chaos en oorlog ontvluchten. Deze vluchtelingen op blote voeten zijn niet zoals de meerderheid van de Oekraïners, blonde Europeanen met blauwe ogen; zij zijn niet van het christelijk geloof, maar vaak moslim. Zij worden als vee gesorteerd tussen ‘economische vluchtelingen’, die totaal ongewenst zijn, en ‘oorlogsvluchtelingen’ of ‘politieke vluchtelingen’. ‘Goede’ en ‘slechte’ vluchtelingen zouden dus uit elkaar gehouden moeten worden. Dit alles met de blanco cheque van de Europese Unie en haar grote democratieën. Zo’n selectie, zo'n verschil in behandeling is volstrekt verwerpelijk. In Frankrijk bijvoorbeeld stuurde de regering Macron nog geen twee jaar geleden haar agenten af op migrantenfamilies, die hun tenten hadden opgeslagen op de Place de la République in Parijs, om ze met militaire middelen te verjagen; de agenten sloegen deze ongewenste personen in elkaar en sneden hun tenten met messen open. Onlangs nog, toen Irakese vluchtelingen op de deur van Europa klopten, en werden gebruikt als pressiemiddel door de Wit-Russische staat, botsten zij op het prikkeldraad van de Poolse grens, tegenover de gewapende robocops van de Europese Unie. De ‘grote democratieën’ waren toen veel minder gastvrij, ondanks het zeer zichtbare lijden van mensen die stierven van kou en honger.
Wat is de werkelijkheid die schuilgaat achter het onderscheid in dit valse medeleven, achter deze zogenaamde solidariteit van de nationale staten? Om oppositie en verdeeldheid te zaaien onder de bevolking en de arbeidersklasse, heeft de bourgeoisie er in de meeste ‘gastlanden’ voor gezorgd dat de Oekraïners een ‘speciale status’ krijgen, die totaal verschilt van die van andere vluchtelingen. In België besloot de regering bijvoorbeeld de Oekraïners een statuut te geven die sterk verschilt van die van andere oorlogsvluchtelingen. Terwijl de laatstgenoemden gewoonlijk eerst een strenge screening en controle moeten ondergaan om eventueel toestemming te krijgen om in het ‘gastland’ te werken, krijgen Oekraïense onderdanen zo'n toestemming onmiddellijk en krijgen zij ook een veel hogere toelage dan anderen. De hoogte van hun uitkering is zelfs hoger dan het minimumloon van ‘Belgische’ arbeiders... Deze smerige manoeuvre in dienst van de imperialistische propaganda stelt de regering in staat niet alleen tweedracht te zaaien tussen Oekraïners en andere vluchtelingen, maar ook een extra factor van verdeeldheid en een klimaat van concurrentie binnen de arbeidersklasse te creëren.
Een minderheid van de Oekraïense vluchtelingen, die hooggekwalificeerd zijn, zal tot vreugde van de bourgeoisie worden geïntegreerd in bepaalde landen, zoals Duitsland, die een groot tekort hebben aan dit soort arbeidskrachten. De massale toevloed van de anderen, de overgrote meerderheid, zal grote problemen opleveren voor de Europese bourgeoisie, die niet in staat is hen op te nemen. Vroeg of laat, in de komende periode, zal de overgrote meerderheid van hen worden blootgesteld aan de misselijkmakende adem van de populistische ideologie, en als zondebok dienen voor de sociale en economische problemen, omdat de hele bourgeoisie er dan belang bij heeft om deze kwestie te benadrukken.
De arbeiders moeten bovenal niet toegeven aan de zwanenzang van deze humanitaire campagnes en hun ideologische valstrikken verwerpen door categorisch elke heilige eenheid met hun uitbuiters tegenover de oorlog te weigeren. Maar tegelijkertijd moeten zij strijden om hun eigen klassebelangen te verdedigen tegen de achtergrond van verhevigde aanvallen als gevolg van de crisis en de oorlog. Alleen door de internationale ontwikkeling van deze strijd, over de grenzen en conflicten heen die door de heersende klasse zijn ingesteld, zullen zij in staat zijn hun klassesolidariteit met de vluchtelingen en alle slachtoffers van de toenemende barbaarsheid van het kapitalisme ten volle tot uitdrukking te brengen, door hen een perspectief te bieden: dat van een samenleving die bevrijd is van de wet van de winst en de dodelijke dynamiek van het systeem.
Wim / 03.04.2022
Sinds zijn overgang naar het burgerlijk kamp heeft het trotskisme geen gelegenheid voorbij laten gaan om het bewustzijn van de arbeidersklasse aan te tasten door de proletariërs ertoe aan te zetten om in de conflicten, die elkaar sinds de Tweede Wereldoorlog hebben opgevolgd, de kant te kiezen van het ene imperialistische kamp tegen het andere. Zijn houding ten aanzien van de oorlogszuchtige chaos in Oekraïne bevestigt dit eens te meer. Deze waakhonden van het kapitalisme schommelen tussen openlijk oorlogszuchtige standpunten, die oproepen tot steun aan een van de oorlogvoerende kampen, en andere, ogenschijnlijk ‘subtielere’ en ‘radicalere’, maar die de voortzetting van oorlogszuchtige barbaarsheid rechtvaardigen. De leugens en misleidingen van het trotskisme zijn een echt vergif voor de arbeidersklasse, bedoeld om haar te desoriënteren door zich voor te doen als een vorm van marxisme!
Het standpunt van de Nieuwe Anti-Kapitalistische Partij (NPA) in Frankrijk behoort tot de categorie van de uitgesproken oorlogszuchtige: “Nee tegen de oorlog! Solidariteit met het verzet van het Oekraïense volk! [...] In situaties zoals die op dit moment in Oekraïne, zolang de bombardementen doorgaan en zolang er Russische troepen aanwezig zijn, beschouwt elk abstract ‘pacifistisch’ standpunt, zoals de oproep tot ‘kalmte’, ‘staakt-het-vuren’ of ‘wapenstilstand’, beide de partijen in feite even schuldig en betekent een ontkenning van het recht van de Oekraïners om zich te verdedigen, ook militair”. Het kon niet duidelijker zijn! Deze burgerlijk stem roept de proletariërs openlijk op om als martelaren te dienen voor de verdediging van het vaderland. Met andere woorden, voor de verdediging van het nationale kapitaal dat zich voedt met hun uitbuiting.
Met dezelfde minachting, maar met een grotere subtiliteit en bedrieglijkheid van zijn dubbelzinnige taal, doet Lutte Ouvrière (LO), in naam van de verdediging van het ‘internationalisme’, alsof hij een oorlog veroordeelt die “gevoerd zou worden over de ruggen van de volkeren” om uiteindelijk de proletariërs op te roepen zich te laten afslachten en gebruiken als kanonnenvoer in naam van het “verzet tegen het imperialisme” en het “recht van de naties op zelfbeschikking”... achter hun nationale bourgeoisie. Zijn kandidaat bij de Franse presidentsverkiezingen, Nathalie Arthaud, aarzelde niet om “de arbeiders” op te roepen het arme Oekraïense staatje te verdedigen tegen het “bureaucratische” Rusland en het “imperialistische” Amerika: “Poetin, Biden en de andere leiders van de NAVO-landen voeren een oorlog met de levens van de volkeren voor wie zij dezelfde verachting koesteren”.
Alsof Zelenski en zijn kliek van corrupte oligarchen niet zelf verantwoordelijk zijn voor de slachting van de Oekraïense bevolking en in het bijzonder van de arbeidersklasse, waarvan de mannen gedwongen worden te vechten voor belangen die niet de hunne zijn. Le Mouvement socialiste des travailleurs (MTS), een Zuid-Amerikaans lid van de zogenaamde Vierde Internationale, veroordeelt zowel de Russische invasie in Oekraïne als de inmenging van de NAVO. Maar achter dit zogenaamd internationalistische standpunt gaat deze keer de erkenning schuil van het “het recht op zelfbeschikking van het volk van de Donbass”, precies het alibi dat Poetin aanvoert om Oekraïne binnen te vallen!
In Groot-Brittannië en de VS ontwikkelt de International Bolshevik Tendency (IBT) een nog slimmer standpunt: in een artikel getiteld ‘Revolutionary defeatism & workers’ internationalism’ voegt de IBT, na te hebben herinnerd aan Lenins reeds dubbelzinnige standpunt dat “in alle imperialistische landen het proletariaat niets anders kan wensen dan de nederlaag van zijn eigen regering” (wat ze “dubbel defaitisme” noemt), hieraan toe: “dubbel defaitisme is niet van toepassing wanneer een imperialistisch land een niet-imperialistisch land aanvalt in wat in feite een veroveringsoorlog is. In dergelijke gevallen roepen marxisten niet alleen op tot de nederlaag van hun eigen imperialistische regering, maar bevorderen zij actief de militaire overwinning van de niet-imperialistische staat” (onze onderstreping).
Het volstaat dus Oekraïne te definiëren als een niet-imperialistische staat en de keuze is snel gemaakt om de proletariërs naar het bloedbad te drijven! Het is waar dat de IBT tot in het absurde een zwakheid uitbuit in Lenin's standpunt over het imperialisme.[1] De fout van de Bolsjewieken en de Kommunistische Internationale, die de overgang van de opgaande periode van het kapitalisme naar zijn vervalperiode volop meemaakten, zonder alle consequenties te hebben getrokken, is begrijpelijk. Maar na een eeuw van agressieoorlogen van talloze landen tegen andere (Irak tegen Koeweit, Iran tegen Irak, enz.), is het een pure misleiding om met hetzelfde standpunt te schermen!
De hele misleiding is gebaseerd op het burgerlijk motto van “het recht van de naties op zelfbeschikking”, waardoor het imperialisme een strijd wordt tussen de ‘grote mogendheden’ alleen. Maar, zoals Rosa Luxemburg reeds in 1916 in Crisis der sociaal-democratie [17] verklaarde: “De imperialistische politiek is niet het werk van een of enige staten, zij is het product van een bepaalde graad van rijpheid in de wereldontwikkeling van het kapitaal, een van huis uit internationaal verschijnsel, een ondeelbaar geheel, dat slechts kenbaar is in al zijn wederkerige betrekkingen en waaraan zich geen enkele staat kan onttrekken”. De zogenaamde strijd voor de nationale verdediging kan niet langer deel uitmaken van de eisen van de arbeidersklasse en vormt integendeel een echt vergif voor haar revolutionaire strijd, een misleiding die erop gericht is, onder een revolutionaire verbastering, de proletariërs te mobiliseren onder de vlag van het imperialisme, welk kamp zij ook besluiten te steunen!
H. / 27.03.2022
[1] Door het imperialisme te beschouwen als de politiek van de grote kapitalistische mogendheden was Lenin niet altijd duidelijk over het imperialisme, in tegenstelling tot Rosa Luxemburg
Op dit moment beleven we de meest intensieve oorlogspropaganda sinds de Tweede Wereldoorlog - niet alleen in Rusland en Oekraïne, maar over de hele wereld. Het is daarom van essentieel belang dat allen, die op het wapengekletter willen reageren met de boodschap van proletarisch internationalisme, elke gelegenheid aangrijpen om samen te komen voor discussie en verheldering, voor wederzijdse solidariteit en steun, en voor het bepalen van serieuze revolutionaire activiteit tegen de oorlogsdrang van de bourgeoisie. Daarom heeft de IKS een reeks online en fysieke openbare bijeenkomsten gehouden in een aantal verschillende talen - Engels, Frans, Spaans, Nederlands, Italiaans, Duits, Portugees en Turks, met het vooruitzicht om in de nabije toekomst nog meer bijeenkomsten te houden.
In het bestek van dit korte artikel kunnen wij geen samenvatting geven van alle discussies die hebben plaatsgevonden tijdens deze bijeenkomsten, die werden gekenmerkt door een serieuze en kameraadschappelijke sfeer, door een echte wil om te begrijpen wat er aan de hand is. In plaats daarvan willen wij ons concentreren op enkele van de belangrijkste vragen en thema's die naar voren zijn gekomen. Wij zullen op onze website ook bijdragen publiceren van sympathisanten die hun eigen visie geven op de discussies en de dynamiek ervan [1].
Het eerste en waarschijnlijk belangrijkste thema van de bijeenkomsten was de brede consensus dat de grondbeginselen van het internationalisme - geen steun aan een van beide imperialistische kampen, verwerping van alle pacifistische illusies, bevestiging van de internationale klassenstrijd als de enige kracht die tegen oorlog werkelijk kan tegengaan - onverminderd van kracht blijven, ondanks de enorme ideologische druk, vooral in de westerse landen, om het ‘kleine, dappere Oekraïne’ te verdedigen tegen de Russische beer. Sommigen zullen hierop misschien antwoorden dat dit niet meer dan banale veralgemeningen zijn, maar ze mogen geenszins als vanzelfsprekend worden beschouwd, en ze zijn zeker niet gemakkelijk aan te brengen in het huidige klimaat, waarin er maar heel weinig tekenen zijn van enig klassenverzet tegen de oorlog.
Internationalisten moeten erkennen dat zij voorlopig tegen de stroom in zwemmen. In die zin bevinden zij zich in een situatie die vergelijkbaar is met die van de revolutionairen die in 1914 de taak hadden om vast te houden aan hun principes tegenover de oorlogshysterie, waarmee de eerste dagen en maanden van de oorlog gepaard gingen. Maar we kunnen ook inspiratie putten uit het feit dat de uiteindelijke reactie van de arbeidersklasse tegen de oorlog de algemene leuzen van de internationalisten zou veranderen in een leidraad voor actie gericht op de omverwerping van de kapitalistische wereldorde.
Een tweede kernpunt van de discussie - en een die minder breed werd gedeeld - was de noodzaak om de ernst van de huidige oorlog te begrijpen die, na de coronapandemie, opnieuw bewijst dat het kapitalisme in zijn tijdperk van ontbinding een toenemende bedreiging vormt voor het voortbestaan van de mensheid. Ook al legt de oorlog in Oekraïne niet de basis voor de vorming van nieuwe imperialistische blokken die de mensheid in een Derde - en ongetwijfeld laatste - Wereldoorlog zal storten, toch geeft hij uitdrukking aan de intensivering en uitbreiding van de militaire barbaarsheid. In combinatie met de vernietiging van de natuur, en andere uitingen van een systeem in doodsnood, zou dit uiteindelijk hetzelfde resultaat hebben als een wereldoorlog. Naar onze mening markeert de huidige oorlog een belangrijke stap in de versnelling van de ontbinding van het kapitalisme, een proces dat het proletariaat dreigt te overweldigen voordat het in staat is zijn krachten te verzamelen voor een bewuste strijd tegen het kapitaal.
Wij zullen hier niet uitweiden over waarom wij het argument verwerpen dat wij getuige zouden zijn van de heropbouw van stabiele militaire blokken. Wij willen alleen maar zeggen dat ondanks de reële tendensen naar een ‘bipolarisatie’ van de imperialistische tegenstellingen, wij van mening zijn dat deze worden overschaduwd door de tegengestelde tendens waarin elke imperialistische macht haar eigen specifieke belangen verdedigt en zich tegen ondergeschiktheid aan een bepaalde wereldmacht verzet. Maar deze laatste tendens komt overeen met een toenemend gebrek aan controle door de heersende klasse, een steeds irrationeler en onvoorspelbaarder afglijden naar chaos, dat in vele opzichten leidt tot een situatie die gevaarlijker is dan die waarin de wereld werd gedomineerd door rivaliserende imperialistische blokken, d.w.z. de zogenaamde ‘Koude Oorlog’.
Een aantal aanwezige kameraden stelde vragen bij deze analyse; en sommigen, bijvoorbeeld leden van de Communist Workers Organisation (CWO) op de Engelstalige bijeenkomsten, waren duidelijk gekant tegen onze conceptualisering van de ontbinding van het systeem. Maar er kan weinig twijfel over bestaan dat een centraal onderdeel van een consequent internationalistisch standpunt het vermogen is om een samenhangende analyse van de situatie te ontwikkelen, anders bestaat het gevaar dat men gedesoriënteerd raakt door de snelheid en onvoorspelbaarheid van de onmiddellijke gebeurtenissen. En in tegenstelling tot de interpretatie van de oorlog door de kameraden van Cahiers du Marxisme Vivant op een van de bijeenkomsten in Frankrijk, denken wij niet dat eenvoudige economische verklaringen, de jacht naar winst op korte termijn, de werkelijke oorsprong en dynamiek van het imperialistische conflict kunnen verklaren in een historisch tijdperk waarin economische motieven steeds meer worden gedomineerd door militaire en strategische noden. De verwoestende kosten van deze oorlog zullen extra bewijs leveren voor deze bevestiging.
Even belangrijk als inzicht in de oorsprong en richting van het imperialistische conflict is het maken van een nuchtere analyse van de situatie van de arbeidersklasse in de wereld en de vooruitzichten voor de klassenstrijd. Hoewel men het er in algemeen over eens was dat de oorlogscampagne ernstige klappen toebrengt aan het bewustzijn van een arbeidersklasse, die toch al te lijden had onder een diep verlies aan zelfvertrouwen en zelfbewustzijn, neigden sommige deelnemers aan de bijeenkomst naar de opvatting dat de arbeidersklasse niet langer een obstakel vormt voor oorlog. Ons antwoord was dat de arbeidersklasse niet als een homogene massa kan worden behandeld. Het is duidelijk dat de arbeidersklasse in Oekraïne, die in feite is opgeslokt door de mobilisatie voor de ‘verdediging van de natie’, een echte nederlaag heeft geleden. Maar in Rusland is het anders waar er,ondanks de brute onderdrukking van elke afwijkende mening, duidelijk wijdverbreide oppositie tegen de oorlog is, en in het Russische leger, waar tekenen zijn van demoralisatie en zelfs van rebellie.
Maar het belangrijkste is dat men er niet vanuit kan gaan dat het proletariaat in de centrale westerse landen zich op economisch of militair vlak opoffert, en de heersende klasse is al lang niet meer in staat om voor haar militaire avonturen iets anders in te zetten dan beroepsmilitairen. In de nasleep van de massale stakingen in Polen in 1980 ontwikkelde de IKS haar kritiek op Lenin’s theorie dat de keten van het wereldkapitalisme zou breken in zijn ‘zwakste schakel’ - in de minder ontwikkelde landen naar het voorbeeld van Rusland in 1917. In plaats daarvan benadrukten wij dat de meer politiek ontwikkelde arbeidersklasse van West-Europa de sleutel vormt tot de veralgemening van de klassenstrijd. In een toekomstig artikel zullen we uitleggen waarom we denken dat deze opvatting nog steeds geldig is, ondanks de veranderingen in de samenstelling van het wereldproletariaat die zich daarna hebben voorgedaan [2].
De deelnemers aan de bijeenkomst deelden een terechte bezorgdheid over de specifieke verantwoordelijkheid van revolutionairen tegenover deze oorlog. Op de Franse en Spaanse openbare bijeenkomsten was dit het voornaamste punt van discussie, maar naar onze mening neigden een aantal kameraden naar een activistische benadering, waarbij zij de mogelijkheid van de situatie overschatten en dat onze internationalistische leuzen een onmiddellijk effect op de loop der gebeurtenissen zullen hebben. Om het voorbeeld te nemen van de oproep tot verbroedering tussen proletariërs in uniform: hoewel dit als algemeen perspectief volkomen geldig blijft, is er zonder de ontwikkeling van een meer algemene klassenbeweging, zoals we die in 1917-18 hebben gezien in de fabrieken en op straat in Rusland en Duitsland, weinig kans dat de strijders aan beide zijden van de huidige oorlog elkaar als klassenbroeders zullen beschouwen. En natuurlijk zijn echte internationalisten vandaag de dag zo'n kleine minderheid dat zij niet kunnen verwachten een onmiddellijke invloed te hebben op het verloop van de klassenstrijd in het algemeen.
Toch denken wij niet dat dit betekent dat revolutionairen gedoemd zijn om een roepende in de woestijn te zijn. Ook hier moeten we ons laten inspireren door figuren als Lenin en Luxemburg in 1914, die begrepen dat het noodzakelijk was de vlag van het internationalisme te planten, zelfs als ze geïsoleerd waren van de massa van hun klasse, te blijven strijden voor principes tegenover het verraad van voormalige arbeidersorganisaties, en een diepgaande analyse van de werkelijke oorzaken van de oorlog te ontwikkelen tegenover de alibi's van de heersende klasse. Evenzo moeten wij het voorbeeld volgen van de Zimmerwald Conferentie en andere conferenties, die uiting hebben gegeven aan de vastberadenheid van de internationalisten om bijeen te komen en een gemeenschappelijk manifest tegen de oorlog uit te brengen, ondanks het feit dat zij er verschillende analyses en perspectieven op na hielden. In die zin verheugen wij ons over de deelname van andere revolutionaire organisaties aan deze bijeenkomsten, hun bijdrage aan het debat en hun bereidheid om ons voorstel voor een gezamenlijke verklaring van de Kommunistische Linkerzijde tegen de oorlog in overweging te nemen [3]. Wij kunnen alleen maar betreuren dat het CWO/ICT heeft besloten ons voorstel af te wijzen, een kwestie waarop wij in een volgend artikel zullen moeten terugkomen.
Het was ook belangrijk dat de IKS, in antwoord op vragen van kameraden over wat er in hun eigen plaats of land gedaan kon worden, de betekenis benadrukte van het leggen en ontwikkelen van internationale contacten en activiteiten, van het integreren van lokale en nationale bijzonderheden in een meer globaal analysekader. De werking op internationaal vlak geeft revolutionairen een middel in de strijd tegen isolement en de demoralisatie die daarvan het gevolg kan zijn.
Een grote imperialistische oorlog kan alleen maar de realiteit onderstrepen dat revolutionaire activiteit alleen zin heeft in relatie tot revolutionaire politieke organisaties. Zoals wij in ons Rapport over de structuur en het functioneren van de revolutionaire organisatie schreven: “de arbeidersklasse brengt geen revolutionaire militanten voort maar revolutionaire organisaties: er bestaat geen directe relatie tussen de militanten en de klasse” [4]. Dit benadrukt de verantwoordelijkheid van de organisaties van de Kommunistische Linkerzijde om een kader te bieden, een militant referentiepunt waar individuele kameraden zich rondom kunnen oriënteren. Op hun beurt kunnen de organisaties alleen maar sterker worden door de bijdragen en actieve steun die zij van deze kameraden ontvangen.
Amos / 08.04.2022
[2] Kritiek van de theorie van de ‘zwakste schakel’: Het proletariaat van West-Europa in het hart van de klassenstrijd [20], ook gepubliceerd in Wereldrevolutie nr. 19
[4] Rapport over de structuur en het functioneren van de revolutionaire organisatie [22]
Bijlage | Grootte |
---|---|
![]() | 245.41 KB |
In alle landen, in alle sectoren, lijdt de arbeidersklasse onder een ondraaglijke verslechtering van haar levens- en arbeidsomstandigheden. Alle regeringen, of ze nu rechts of links, traditioneel of populistisch zijn, vallen haar meedogenloos aan. De aanvallen volgen elkaar op onder de druk van de zich verergerende wereldwijde economische crisis.
Ondanks de angst voor een onderdrukkende gezondheidscrisis, begint de arbeidersklasse te reageren. In de afgelopen maanden is de strijd losgebarsten in de Verenigde Staten, Iran, Italië, Korea, Spanje,Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Natuurlijk zijn dit geen massale bewegingen: de stakingen en demonstraties zijn nog te mager, te versnipperd. Toch houdt de bourgeoisie hen scherp in het oog, zich bewust van de omvang van de opborrelende woede.
Hoe moeten we de aanvallen van de bourgeoisie het hoofd bieden? Geïsoleerd en verdeeld, ieder in zijn ‘eigen’ bedrijf, in zijn ‘eigen’ sector? Dat maakt ons zeer zeker machteloos! Dus hoe kunnen we een verenigde en massale strijd ontwikkelen?
De prijzen rijzen de pan uit, vooral voor eerste levensbehoeften zoals voedsel, energie en vervoer. In 2021 is de inflatie al hoger dan na de financiële crisis van 2008. In de Verenigde Staten is ze 6,8%, het hoogste niveau in 40 jaar. In Europa zijn de energiekosten de afgelopen maanden met 26% gestegen! Achter deze cijfers gaan in werkelijkheid steeds meer mensen schuil die moeite hebben om voedsel, huisvesting, verwarming en vervoer voor zichzelf te regelen. De wereldvoedselprijzen zijn met 28% gestegen, wat een directe bedreiging vormt voor de ondervoeding van bijna een miljard mensen in de armste landen, vooral in Afrika en Azië.
Door de verergering van de wereldwijde economische crisis wordt de concurrentie tussen de staten steeds heviger. Om de winsten op peil te houden, is het antwoord altijd hetzelfde, overal, in alle sectoren, zowel in de particuliere als in de openbare sector: vermindering van het personeel, verhoging van het werkritme, bezuinigingen, ook op materiaal dat verband houdt met de veiligheid van de werkers. In januari gingen in Frankrijk leraren massaal de straat op om te protesteren tegen hun onwaardige arbeidsomstandigheden. Ook zij leven dagelijks in de kapitalistische hel door gebrek aan middelen en personeel. In de demonstraties werd op de plakkaten een zeer juist idee weergegeven: “Wat ons overkomt gaat terug tot ver voor Covid!”
Het lot van de werkers in de gezondheidszorg illustreert dit perfect. De pandemie heeft het gebrek aan dokters, ziekenverzorgers, verplegers, bedden, maskers, jassen, zuurstof... aan absoluut alles aan het licht gebracht! De chaos en uitputting in de ziekenhuizen sinds het begin van de pandemie is niets anders dan het gevolg van de bezuinigingen die alle regeringen, in alle landen, tientallen jarenlang hebben doorgevoerd. Zozeer zelfs dat de WHO zich in haar laatste rapport genoodzaakt ziet alarm te slaan: “In meer dan de helft van de behoeften wordt niet voorzien. Wereldwijd is er een tekort van 900.000 vroedvrouwen en 6 miljoen verpleegkundigen. [….] Dit reeds bestaande tekort is nog verergerd door de pandemie en de druk op dit overbelaste personeelsbestand.” In veel arme landen heeft een groot deel van de bevolking niet eens toegang tot vaccins, alleen omdat het kapitalisme gebaseerd is op het winstoogmerk.
Dus, ja, “wat ons overkomt gaat terug tot ver voor Covid”! De pandemie is het product van het zieltogende kapitalisme, wiens onoverkomelijke crisis zij nog eens verergert. Niet alleen heeft dit systeem zijn onmacht en desorganisatie getoond ten overstaan van een pandemie die,vooral onder de uitgebuitenen en de armsten, al meer dan tien miljoen levens heeft geëist, maar het zal onze levens- en arbeidsomstandigheden blijven verslechteren, het zal mensen blijven ontslaan, hen uitpersen, hen onzekere jobs opleggen, hen armer maken. Onder het gewicht van haar tegenstellingen kan het alleen maar verstrikt blijven in eindeloze imperialistische oorlogen, en nieuwe milieurampen veroorzaken, bronnen van chaos, van conflicten, van ellende en van nieuwe, nog ernstiger pandemieën. Dit systeem van uitbuiting heeft de mensheid geen andere toekomst te bieden dan leed en ellende.
Alleen de strijd van de arbeidersklasse biedt een ander perspectief, dat van het kommunisme: een maatschappij zonder klassen, zonder naties, zonder oorlogen, waar alle vormen van onderdrukking worden afgeschaft. Het enige perspectief is de kommunistische wereldrevolutie!
In 2020 viel overal ter wereld een loden deken over de maatschappij met herhaalde lockdowns, spoedopnames in ziekenhuizen en miljoenen sterfgevallen. Na de opleving van de strijdwil, die zich in 2019 in verschillende landen had gemanifesteerd, meer bepaald tijdens de beweging tegen de pensioenhervorming in Frankrijk, is de strijd van de werkers plotseling tot stilstand gekomen. Maar vandaag borrelt de woede opnieuw op en zien we een opflakkering van de strijdwil:
- In de Verenigde Staten trof een reeks stakingen industriële ondernemingen zoals Kellog's, John Deere, PepsiCo, maar ook de gezondheidssector en privé-klinieken, zoals in New York.
- In Iran zijn de arbeiders van meer dan 70 vestigingen in de oliesector deze zomer in staking gegaan tegen de lage lonen en de hoge kosten van levensonderhoud. Dit was de eerste keer in 42 jaar!
- In Korea moesten de vakbonden een algemene staking organiseren voor sociale bescherming, tegen precaire jobs en ongelijkheid.
- In Italië zijn er vele actiedagen geweest tegen ontslagen en de afschaffing van het minimumloon.
- In Duitsland zag de vakbond van de openbare diensten zich, geconfronteerd met een groeiende mobilisatie, genoodzaakt met stakingen te dreigen om loonsverhogingen te verkrijgen;
- In Spanje, in Cadiz, kwamen metaalarbeiders in verzet tegen een loonsverlaging van gemiddeld 200 euro per maand. Werkers in overheidsdienst in Catalonië demonstreerden tegen het ontoelaatbare gebruik van tijdelijke banen (meer dan 300.000 werkers in overheidsdienst hebben onzekere jobs). Arbeidersstrijd vond plaats bij de spoorwegen in Mallorca, bij Vestas, bij Unicaja, bij de metaalarbeiders van Alicante, in verschillende ziekenhuizen, allemaal gericht tegen ontslagen.
- In Frankrijk kwam dezelfde ontevredenheid tot uiting in stakingen of demonstraties in de vervoersector, onder de vuilnisophalers, bij het spoorwegpersoneel en de leraren.
- Hetzelfde geldt voor Groot-Brittannië, waar we stakingen en andere acties hebben gezien in de universiteiten, onder de recyclingwerkers, in het openbaar vervoer, in de gezondheidszorg, en in andere sectoren.
Al deze gevechten zijn belangrijk omdat zij aantonen dat de arbeidersklasse niet bereid is alle offers te aanvaarden die de bourgeoisie haar probeert op te leggen. Maar we moeten ook de zwakheden van onze klasse erkennen. Al deze acties worden gecontroleerd door de vakbonden die, overal, de arbeiders verdelen en isoleren met sectoriële eisen, de strijd inkaderen en saboteren. In Cádiz hebben de vakbonden geprobeerd de strijdende arbeiders op te sluiten in de lokalistische val van een ‘burgerbeweging’ om ‘Cádiz te redden’, alsof de belangen van de arbeidersklasse liggen in de verdediging van regionale of nationale belangen en niet in de band met hun klassezusters en -broeders over sectoren en grenzen heen! De arbeiders hebben nog steeds moeilijkheden om zich te organiseren, om de organisatie van de strijd in eigen handen te nemen, om zich te hergroeperen in soevereine algemene vergaderingen, om te strijden tegen de verdeeldheid die ons door de vakbonden wordt opgedrongen.
Er bestaat ook een bijkomend gevaar dat de arbeidersklasse de verdediging van haar klasseneisen opgeeft door zich aan te sluiten bij bewegingen die niets te maken hebben met haar belangen en strijdmethoden. We hebben dergelijke bewegingen gezien met de ‘gele hesjes’ in Frankrijk, of, meer recentelijk, in China, tijdens de ineenstorting van de vastgoedgigant Evergrande (een spectaculair symbool van de realiteit van een China met een te grote schuldenlast), die vooral het protest uitlokte van de kleine geruïneerde eigenaars. In Kazachstan werden massale stakingen in de energiesector uiteindelijk omgebogen in een uitzichtloze ‘volksopstand’, gevangen in conflicten tussen naar de macht strevende burgerlijke klieken. Telkens wanneer arbeiders zichzelf oplossen in het ‘volk’ als ‘burger’, door van de burgerlijke staat te eisen dat hij ‘de dingen verandert’, veroordelen zij zichzelf tot machteloosheid.
In 2006 werd de bourgeoisie in Frankrijk gedwongen de aanval te staken en zich terug te trekken vanwege een massale strijd die zich dreigde uit te breiden naar andere sectoren. In die tijd kwamen studenten met onzekere jobs in opstand tegen een hervorming die een ‘Contrat Première Embauche’ (CPE: Eerste Werkcontract) invoerde, dat niet anders betekende dan onderbetaalde en superuitgebuite jobs. Zij hadden geweigerd zich te isoleren en te verdelen door specifieke leuzen te verwerpen.
Tegen de vakbonden in hadden zij hun algemene vergaderingen opengesteld voor alle categorieën van werkers en voor de gepensioneerden. Zij hadden begrepen dat zij de strijd tegen de werkonzekerheid van de jeugd naar voren moesten brengen als een symbool van de bestaansonzekerheid van allen.
Gedragen door solidariteit tussen de sectoren en de generaties, had deze beweging, demonstratie na demonstratie, aan kracht gewonnen. Het was deze dynamiek van eenheid en massaliteit die de bourgeoisie schrik aanjoeg en haar dwong om de CPE in te trekken.
Om ons op de strijd voor te bereiden moeten we, waar we maar kunnen, samenkomen om te debatteren en te leren van de strijd uit het verleden. Het is van vitaal belang de strijdmethoden naar voren te brengen die de arbeidersklasse sterk hebben gemaakt en die haar op bepaalde momenten in haar geschiedenis in staat hebben gesteld de bourgeoisie en haar systeem aan het wankelen te brengen:
Bereid de verenigde en zelfstandige strijd van morgen voor!
Internationale Kommunistische Stroming, januari 2022
De strijd tegen de oorlog kan door de arbeidersklasse alleen worden gevoerd via de strijd op haar eigen klasseterrein en haar internationale eenwording. Revolutionaire organisaties kunnen niet wachten op een massale mobilisatie van de arbeidersklasse tegen de oorlog: zij moeten optreden als een speerpunt vastberaden in de verdediging van het internationalisme en in het benadrukken van de noodzaak van de omverwerping van het systeem. Dit vereist dat de arbeidersklasse en haar revolutionaire organisaties zich de lessen en attitudes van eerdere gevechten tegen de oorlog opnieuw toe-eigenen. De ervaring van de Zimmerwald Conferentie is in dit verband zeer verhelderend.
Zimmerwald is een klein stadje in Zwitserland, en in september 1915 werd er een kleine conferentie gehouden: 38 afgevaardigden uit 12 landen - alle internationalisten die ‘in twee taxi's’ werden vervoerd, zoals Trotski grapte. En zelfs onder hen nam slechts een kleine minderheid een echt revolutionair standpunt in tegen de oorlog. Alleen de Bolsjewieken rond Lenin en enkele andere Duitse groeperingen verdedigden revolutionaire methoden en doelstellingen: de omvorming van imperialistische oorlog in burgeroorlog, de vernietiging van het kapitalisme als de bron voor alle oorlogen. De andere deelnemers namen een centristisch standpunt in of leunden zelfs sterk naar rechts.
Het resultaat van de felle debatten in Zimmerwald was een manifest gericht aan de proletariërs van de wereld dat in veel opzichten een compromis was tussen links en het centrum, aangezien het de revolutionaire leuzen van de Bolsjewieken niet overnam. Desalniettemin stelde de krachtige veroordeling van de oorlog en de oproep tot klassenactie ertegen haar in staat de anti-oorlogsgevoelens, die zich in de massa van de arbeidersklasse ontwikkelden, te verwoorden en te politiseren.
Het voorbeeld van Zimmerwald toont aan dat voor revolutionairen de strijd tegen de oorlog zich afspeelt op drie verschillende maar onderling verbonden niveaus:
- Propaganda en agitatie: De revolutionairen hebben niet gewacht tot de klasse in beweging kwam : zij zijn vanaf de eerste dag van de vijandelijkheden begonnen met agitatie tegen de oorlog, lang voordat de klasse in staat was te reageren. De hergroepering van revolutionairen in politieke organisaties stelde hen in staat hun propaganda en agitatie te ontwikkelen door middel van een regelmatige pers en het massaal produceren van pamfletten, en door het woord te voeren in de arbeidersvergaderingen en -raden (die later ontstonden), niet als individuen die alleen zichzelf vertegenwoordigden, maar in naam van een uitgesproken politieke tendens binnen de klassenbeweging.
- Organisatorisch: het verraad van de meerderheid van de oude partijen vereiste dat de minderheid van internationalisten zich als een georganiseerde fractie zou inzetten voor de uitsluiting van de verraders, of, wanneer dit onmogelijk bleek, wat in de meeste gevallen het geval was, zou vechten om zoveel mogelijk gezonde elementen voor zich te winnen en de grondslagen te leggen voor een nieuwe partij, een nieuwe Internationale. Dit vereiste een felle strijd tegen het centrisme en het opportunisme, tegen de ideologische invloed van de bourgeoisie en de kleinburgerij. Zo was de linkerzijde van Zimmerwald in het bijzonder de drijvende kracht achter de oprichting van de Derde Internationale in 1919. In een situatie van nakende oorlog of revolutie was het heldendom van individuele militanten zoals Luxemburg, Liebknecht, John Mclean of Sylvia Pankhurst zeker van vitaal belang, maar kon op zichzelf niet volstaan. Het kon alleen echt betekenis hebben in de context van een collectieve organisatie rond een duidelijk politiek programma;
- Theoretisch: de noodzaak om de kenmerken van het nieuwe tijdperk te begrijpen vereist een geduldig werk van theoretische uitwerking, een vermogen om een stap terug te zetten en de hele situatie opnieuw te evalueren in het licht van het verleden en de toekomstperspectieven. Dankzij het werk van Lenin, Bukharin, Luxemburg, Pannekoek en anderen begreep de herboren politieke klassebeweging dat er een nieuw tijdperk was aangebroken, een tijdperk waarin de klassenstrijd nieuwe vormen en nieuwe methoden zou aannemen om rechtstreeks revolutionaire doelen te bereiken. Er waren aanzienlijke meningsverschillen over een aantal kwesties, bijvoorbeeld tussen Lenin en Luxemburg over nationale zelfbeschikking, maar dit weerhield hen er niet om een gemeenschappelijk standpunt tegen de oorlog in te nemen, terwijl ze even hartstochtelijk en intens bleven debatteren als voorheen.
Wij kunnen hier niet in detail treden, maar wij moedigen onze lezers aan de volgende artikelen te lezen:
Zodra de ‘rouwperiode’ voor de koningin, met haar oorverdovende lofzangen op de nationale eenheid, voorbij was bevestigden meer dan 500 havenarbeiders in Liverpool dat zij gingen staken, onmiddellijk gevolgd door de havenarbeiders in Felixstowe, die in de weken vóór de dood van de koningin ook al hadden gestaakt. De geplande stakingen bij de spoorwegen, die door de vakbonden ‘uit respect voor de koningin’ waren uitgesteld, gaan door en zullen gepaard gaan van verdere stakingen bij de post, bij de bussen en de metro. Andere geschillen, waarbij gemeentewerkers, bouwvakkers, magazijnpersoneel van Amazon en anderen betrokken zijn, gaan door. Onderwijspersoneel en anderen zijn ook aan de beurt. De ‘zomer van woede’ lijkt te veranderen in een hete herfst en misschien nog een ‘Winter van Onvrede’ nu de arbeiders geconfronteerd worden met drastisch stijgende prijzen en minuscule loonsverhogingen.
Ondertussen heeft de liberale/linkse pers de ‘mini-begroting’ van de regering Truss, waarin ostentatief de beperkingen op de bonussen van bankiers worden opgeheven en belastingverlagingen worden aangeboden die duidelijk ten goede zullen komen aan de allerrijksten, aan de kaak gesteld als een oorlogsverklaring van de regering Truss. En dat is natuurlijk juist: de heersende klasse is voortdurend in oorlog met degenen die zij uitbuit, en is vooral in tijden van crisis gedwongen de levensstandaard van de uitgebuitenen te verlagen, of zij dat nu op een botte en openlijke manier of op een subtielere, stapsgewijze manier doet. Maar dat komt omdat de klassenstrijd niet een of andere ideologische vervorming is, iets waar de regeerders voor gekozen hebben. Het is de fundamentele werkelijkheid van dit maatschappelijk systeem, dat alleen kan bestaan en ‘groeien’ op basis van de uitgebuite arbeid van de meerderheid.
En wat de stakingen deze zomer en herfst hebben laten zien, is dat de uitgebuite klasse de eerste stappen zet om de klassenstrijd te voeren op haar eigen terrein en voor haar eigen noden.
We hebben elders [1] al geschreven over de internationale betekenis van de huidige strijd in Groot-Brittannië, als een teken dat de arbeidersklasse niet is verdwenen, niet is opgeslokt door de versnelde desintegratie van het kapitalistische systeem - en dus als een soort oproep aan de wereldarbeidersklasse om te reageren op de aanval op hun werk- en leefomstandigheden door terug te keren naar het pad van de strijd.
Het kapitalistische systeem had haar eerste wortels in Groot-Brittannië, en in de periode van het opkomende kapitalisme in de 19e eeuw stond de arbeidersklasse in Groot-Brittannië op bepaalde momenten voorop in de internationale arbeidersbeweging. Het was in Groot-Brittannië dat de arbeiders voor het eerst vakbonden oprichtten om zich te verdedigen tegen wrede uitbuiting, en later een politieke partij, de Chartisten, die ernaar streefde de onafhankelijke belangen van de klasse in het parlement en de maatschappij als geheel naar voren te brengen.
De vakbonden en partijen die de arbeiders hebben opgericht zijn allang radertjes van het kapitalistische systeem geworden, maar de militante geest van de arbeidersklasse is niet met hen gestorven, of het nu gaat om Red Clydeside in 1919, de Algemene Staking van 1926 of de golven van strijd, aan het eind van de jaren 1960 en in de jaren 1970, die de opkomst van de arbeidersklasse markeerden uit de lange contrarevolutie, die sinds het eind van de jaren 1920 op de internationale arbeidersklasse was neergedaald.
Om de strijdbaarheid van de arbeidersklasse in Groot-Brittannië tegen te gaan lanceerde de bourgeoisie, geleid door de regering Thatcher, maar met de volledige steun van de wereldbourgeoisie, een grootscheeps tegenoffensief. Dit nam zijn duidelijkste vorm aan in de nederlaag van de precies één jaar lange mijnwerkersstaking, die niet alleen de deur openzette naar de sluiting van de mijnen, maar ook naar de ontmanteling van hele sectoren van de Britse industrie. Bovendien leden de dokwerkers ook belangrijke nederlagen in 1989 en opnieuw in 1995-98.
Het proces van ‘deïndustrialisatie’ had economische motieven - met name het zoeken naar hogere winstpercentages in de ‘opkomende’ economieën - maar het is geen toeval dat het ook enkele van de meest strijdbare sectoren van de arbeidersklasse decimeerde, niet alleen de mijnwerkers maar ook de arbeiders op de scheepswerven, in de staal- en autofabrieken, in de havens, enzovoort, terwijl de nieuwe maatregelen van ‘privatisering’ er ook voor zorgden dat belangrijke sectoren, zoals de spoorwegarbeiders, niet langer te maken hadden met één enkele baas maar met meerdere, en dus gemakkelijker verdeeld konden worden.
Dit alles ging gepaard met een nieuw ideologisch offensief, gebaseerd op het thema dat de klassenstrijd voorbij was en naar de geschiedenisboeken was verwezen. En met de ineenstorting van het Oostblok in 1989-91 kreeg deze campagne over de hele wereld vleugels, waarbij nog krachtiger werd benadrukt dat de arbeidersklasse dood was en dat elk idee dat zij het huidige systeem kon veranderen alleen maar op een mislukking kon uitlopen. De ‘dood van het kommunisme’[2], zo werd ons verteld, betekende het einde van elke hoop op een alternatief voor het kapitalisme.
De ineenstorting van het Oostblok markeerde de intrede van het kapitalisme in een nieuwe, laatste fase van zijn verval, gekenmerkt door toenemende fragmentatie en chaos op alle niveaus. Ook dit proces heeft de arbeidersklasse in Groot-Brittannië bijzonder hard getroffen: het verscherpen van de sociale atomisering, het voeden van de opkomst van stedelijke bendes, het voeden van verdeeldheid tussen verschillende etnische groepen, het benadrukken van nieuwe ‘identiteiten’ ter vervanging van de klassenidentiteit en dus van de klassensolidariteit. In de afgelopen tien jaar zijn al deze tegenstellingen verder verscherpt door de campagne rond Brexit en het aanwakkeren van de zogenaamde ‘cultuuroorlogen’ door zowel de rechter- als de linkervleugel van de bourgeoisie.
De arbeidersklasse in Groot-Brittannië heeft zich dus bijzonder moeilijk kunnen herstellen van de tegenslagen van de jaren 1980 en 1990. Maar vandaag steekt de arbeidersklasse, ondanks deze lange teruggang in de strijd, ondanks alle verdeeldheid, weer de kop op, en in veel gevallen zijn het de ‘traditioneel’ militante sectoren, de sectoren met een lange geschiedenis van strijd - spoorwegen, havens, busdiensten, posterijen - die het voortouw nemen, dat gevolgd kan worden door andere sectoren die weliswaar talrijker zijn, maar niet altijd dezelfde geschiedenis van klassenstrijd hebben: onderwijs, gezondheidszorg, distributie, enzovoort. De economische crisis, en vooral de sterke stijging van de inflatie, maakt het objectief noodzakelijk dat alle arbeiders samen strijden, en daarbij het gevoel terugkrijgen te behoren tot een klasse met haar eigen onafhankelijke belangen en, uiteindelijk, met een eigen alternatief voor de toekomst van de maatschappij. En hoewel deze strijd zich niet rechtstreeks afzet tegen de kapitalistische drang naar oorlog of de oproepen tot offers voor het conflict tussen de NAVO en het Russische imperialisme openlijk aan de kaak stelt, het feit alleen dat deze strijd ondanks deze oproepen plaatsvindt, bewijst dat de arbeidersklasse, vooral in de centrale landen van het systeem, niet bereid is zichzelf op te offeren op het altaar van de kapitalistische oorlog.
De meeste stakingen in de belangrijkste sectoren zijn goed onder controle gehouden door de vakbonden, die hun rol voor het kapitalisme hebben vervuld door de stakingen van elkaar gescheiden te houden (net zoals ze dat in de jaren 1980 met de mijnwerkers en andere sectoren hebben gedaan), ze over verschillende dagen te spreiden, zelfs onder de werkers in verschillende delen van het openbaar vervoer (trein, metro, bus...), en ze vaak te beperken tot één of twee dagen met een lange aankondigingtermijn. Maar een teken van de onderliggende strijdbaarheid van de arbeiders is de prominente rol die linkse vakbondsleiders spelen. Mick Lynch van de RMT (de belangrijkste spoorwegvakbond) is het meest in beeld geweest, en hij is alom geprezen voor zijn vermogen om in interviews vijandige vragen te beantwoorden. Zo heeft hij bijvoorbeeld geantwoord op de beschuldiging in de media dat de spoorwegstakingen werden gevoerd ten behoeve van een bevoorrechte sector, door vol te houden dat zijn leden strijden omdat alle arbeiders onder vuur liggen en samen moeten strijden. De secretaris-generaal van de vakbond Unite, Sharon Graham, heeft zich gedistantieerd van de slappe houding van Labour tegenover stakingen en heeft haar eigen bureaucraten gepasseerd door ‘Gecombineerde Comités’ op te richten waarin vakbondsvertegenwoordigers uit verschillende sectoren (vuilnisdiensten, magazijnen, horeca, enz.) zijn samengebracht.
We moeten niet verbaasd zijn als we, als de strijd in de herfst en winter voortduurt, meer oproepen horen tot eenheid van de arbeidersklasse en meer gemeenschappelijke acties, demonstraties, enzovoort. Voor linkse groeperingen als de Socialist Workers’ Party wordt dit aangedragen als bewijs dat de achterban de leiders tot strijd kan dwingen als ze maar genoeg druk op hen uitoefenen, maar voor kommunisten die begrijpen dat de vakbonden staatsorganen zijn geworden, beantwoordt de radicalisering van de vakbonden aan de noodzaak zich aan te passen aan de klassenbeweging teneinde er de controle over te behouden.
We moeten ook opmerken dat de strijdwil van de arbeiders zich ook heeft geuit in onofficiële acties, zelfs ‘wilde’ stakingen, in verschillende sectoren. In hun artikel Wildcat Strikes in the UK: Getting Ready for a Hot Autumn [33], maakte de Communist Workers Organisation een (niet-uitputtende) lijst met de volgende voorbeelden:
“10 mei staakten ongeveer 100 vuilnismannen in Welwyn Hatfield uit protest tegen een manager die werd beschuldigd van seksisme, racisme en pesten.11 mei staakten ongeveer 300 bouwvakkers van een raffinaderij in Hull omdat hun loon te laat of niet volledig werd uitbetaald.17 mei staakten meer dan duizend offshore-oliearbeiders op de Noordzee staakten op 19 booreilanden en eisten dat hun loon aangepast zou worden aan de inflatie.27 juli staakten ongeveer 100 werkers van een levensmiddelenbedrijf in Bury omdat ze geen behoorlijke pauzes kregen.3 augustus staakten honderden werkers van Amazon op verschillende locaties, zoals Tilbury, Rugeley, Coventry, Bristol, Dartford en Coalville, en voerden een langzaamaanactie als reactie op een ‘loonsverhoging’ van slechts 35 p per uur. 10 augustus staakten honderden contractarbeiders, waaronder steigerbouwers en onderhoudsmedewerkers, op raffinaderijen, chemische fabrieken en andere faciliteiten in Teesside, Grangemouth, Pembroke, Fife, Fawley en Drax in een strijd om de lonen en hielden auto’s tegen die de faciliteiten in- en uitreden”[3].
De CWO vervolgde dit artikel met de publicatie van de oproep van het Offshore Oil and Gas Workers Strike Committee, waarin wordt uitgelegd waarom zij een ‘wilde’ stakingen begonnen zonder te wachten op een vakbondsstemming[4]:
"Onze vakbonden zeggen dat er niet genoeg mensen voor de staking hebben gestemd. Wij zeggen dat dat onzin is, want de hele Noordzee is woedend over onze behandeling.
De wilde stakingen waarover wordt gesproken en die zijn gepland, zijn het resultaat van jarenlange passiviteit van de vakbonden en onze ondernemers.
We hebben de hele procedure doorlopen om onze grieven aan te kaarten. We hebben de juiste kanalen gebruikt, maar hebben het gevoel dat we om de tuin worden geleid.
Het hele Verenigd Koninkrijk is in rep en roer over de kosten van levensonderhoud. Wij zijn niet anders"[5].
Deze staking werd veroordeeld door de vakbonden RMT, Unite en de GMB die in een gezamenlijke brief verklaarden: “Onze zorg is dat onofficiële acties alles in gevaar brengen. Sommige exploitanten van de oude infrastructuur zullen arbeidsonrust gebruiken om vervroegde ontmanteling te rechtvaardigen en het enige wat we zullen krijgen is meer ontslagen. Anderen zullen een verdeeld arbeidsfront zien en dat uitbuiten.”
De acties bij Amazon zijn ook interessant, omdat de meeste werkers staakten zonder lid te zijn van een vakbond. De ‘arbeideristische’ groep Notes from Below heeft verslagen gepubliceerd van enkele van de werkers die bij de stakingen betrokken waren, deze is uit Amazon's ‘Fulfilment Centre’ in Coventry:
“We hebben gedurende de hele Covid-pandemie doorgewerkt, en ook tijdens de lockdowns. We wachten al sinds april op informatie over deze loonsverhoging en iedereen verwachtte minstens 2 pond per uur extra. Het management kondigde woensdag echter aan dat we slechts 50 p per uur extra zouden krijgen.
We hadden de staking pas twee uur voordat hij plaatsvond gepland. We hadden tijdens onze pauze de stakingen in Tilbury en Rugeley gezien op TikTok en dat inspireerde ons om te gaan staken. We bekeken die video's om 11 uur en begonnen het idee van een staking te verspreiden via mond-op-mond reclame in het magazijn. Tegen 13.00 uur hadden we meer dan 300 mensen die stopten met werken en naar buiten gingen. In het begin hadden we geen hulp van vakbonden bij de stakingen. We organiseerden alles zelf. Maar nadat we waren gestopt, nam GMB contact met ons op om lid te worden van vakbond en ons advies te geven”[6].
Dit verslag verduidelijkt een aantal zaken: een element van de huidige opleving van de klassenwoede is het feit dat talrijke sectoren - gezondheidszorg, recycling, vervoer, distributie, enzovoort - waarvan tijdens de pandemie werd gezegd dat hun werk essentieel was en dat zij helden waren omdat zij doorgingen, nu worden beloond met loonsverhogingen die ronduit beledigend zijn. Het toont ook aan dat werkers in staat zijn om zonder enige ‘hulp’ van de vakbond stakingsacties te voeren, zoals nader beschreven is in een verslag van de eerste wilde staking bij Amazon[7].
Maar het laat ook zien dat de vakbonden altijd klaar staan om de arbeiders voor hun eigen bestwil te ‘organiseren’. Als het geen officiële vakbond is zoals de GMB (die zichzelf ‘een vakbond voor alle arbeiders’ noemt), zoals in dit geval, dan zijn er een aantal semi-syndicalistische en basissyndicalistische organisaties zoals de United Voices of the World en de IWGB (The Independent Workers’Union of Great Britain) die zich hebben gespecialiseerd in het werven van arbeiders in de meer precaire sectoren die tot nu toe door de belangrijkste vakbondsorganen werden genegeerd. En we mogen niet vergeten dat het laagste niveau van de officiële vakbonden, plaatselijke ‘organisers of vakbondsafgevaardigden in de bedrijven, ook pseudo-onafhankelijke stakingscomités en -coördinaties kunnen oprichten die geen echte uitdrukking zijn van de massabijeenkomsten van de stakers en die proberen op te treden als het laatste bolwerk van de vakbonden.
De vakbonden en de vakbondsideologie hebben in Groot-Brittannië een zeer lange geschiedenis en het zal lang duren en veel confrontaties met vakbondssabotage vergen voordat de arbeiders in staat zijn op grote schaal zelfstandige organisatievormen te ontwikkelen - met name soevereine algemene vergaderingen waar de arbeiders kunnen debatteren en beslissen over de manier waarop zij hun strijd kunnen uitbreiden en verenigen. En het is ook waarschijnlijk dat de nieuwe ‘anti-vakbonds’-maatregelen, aangekondigd door de regering Truss, zullen bijdragen om het idee te versterken dat de vakbonden echt van de arbeiders zijn en verdedigd moeten worden, ook al zijn de vakbonden zeer bedreven geworden in het omgaan met en gebruiken van eerdere anti-stakingswetten (het stemmen, het beperken van het posten bij andere bedrijven, enzovoort).
Niettemin kunnen we aan enkele van deze recente voorbeelden zien dat de authentieke klassentraditie van het beslissen over acties op algemene vergaderingen, van het organiseren van massale delegaties en het rechtstreeks oproepen van andere werkplekken om zich bij de strijd aan te sluiten, geenszins uit het collectieve geheugen van de arbeidersklasse in Groot-Brittannië is verdwenen en nog steeds in embryonale vorm bestaat. De huidige stakingsgolf is een essentiële voorbereiding op de strijd van de toekomst om het broodnodige niveau van zelforganisatie te bereiken dat de arbeiders in staat zal stellen hun strijd te verenigen.
Amos
[1] Zie ons international pamflet De bourgeoisie gelast nieuwe opofferingen, de arbeidersklasse antwoordt met strijd [34]
[2] Deze campagne was gebaseerd op een fundamentele leugen: dat het stalinistische staatskapitalisme eigenlijk communisme was.
[3] Zie ook: "Wildcat action to hit refineries and power plants on August 24th [35]".
Sommige gebeurtenissen hebben niet alleen een plaatselijke of directe impact, maar hebben ook een internationale betekenis. Vanwege het aantal getroffen sectoren, de strijdvaardigheid van de arbeiders die bij de strijd betrokken zijn en de brede steun voor de stakingen onder de werkende bevolking, is de stakingsgolf die zich vanaf de zomer in Groot-Brittannië verbreidt een gebeurtenis van onbetwistbaar belang voor het hele land. Maar wat we moeten begrijpen is dat de historische betekenis van deze strijd veel verder gaat dan zijn lokale dimensie of zelfs zijn actuele ontplooiing.
De arbeidersklasse in de Europese metropolen staat al tientallen jaren onder de verstikkende druk van de ontbinding van het kapitalisme. Meer recent heeft ze vanaf 2020 verscheidene golven van Covid ondergaan en vervolgens de gruwel van de oorlogsbarbarij in Europa met de Russische invasie en de oorlog in Oekraïne. Hoewel deze de strijdbaarheid van de arbeiders hebben aangetast, hebben ze die niet doen verdwijnen, zoals de strijd in de Verenigde Staten, Spanje, Italië of in Frankrijk, Korea en Iran eind 2021 en begin 2022 nog onderstreepte.
Als reactie op de aantasting van de levensstandaard door de verdieping van de economische crisis, versterkt door de gevolgen van de gezondheidscrisis en vooral door de oorlog in Oekraïne, is de stakingsgolf in Groot-Brittannië echter van een andere orde. In moeilijke omstandigheden geven de Britse arbeiders een duidelijk signaal af aan hun collega’s overal ter wereld: we moeten strijden, ook al hebben we aanvallen ondergaan en offers aanvaard zonder te kunnen reageren, vandaag stellen we: ‘enough is enough’, we accepteren dit niet langer, we moeten terugvechten. Dit is de boodschap die de arbeiders in andere landen gestuurd wordt.
In deze context vormt het begin van de strijd van het Britse proletariaat een gebeurtenis van historische betekenis op verschillende niveaus.
Deze golf van strijd wordt geleid door een fractie van het Europese proletariaat die het meest heeft geleden onder de algemene achteruitgang van de klassenstrijd sinds 1990. Hoewel de Britse arbeiders in de jaren 1970, weliswaar met enige vertraging in vergelijking met andere landen zoals Frankrijk, Italië of Polen, zeer belangrijke gevechten hadden ontketend die culmineerden in de stakingsgolf van 1979 (‘de winter van de ontevredenheid’), was het Verenigd Koninkrijk het Europese land waar de teruggang in de strijdbaarheid in de afgelopen 40 jaar het meest uitgesproken was.
In de jaren 1980 kreeg de Britse arbeidersklasse te maken met een effectief tegenoffensief van de bourgeoisie, dat culmineerde in de nederlaag van de mijnwerkersstaking in 1985 door Thatcher, de ‘ijzeren dame’ van de Britse bourgeoisie. Bovendien is Groot-Brittannië bijzonder getroffen door de de-industrialisatie en de verplaatsing van industrieën naar China, India of Oost-Europa. Toen de arbeidersklasse in 1989 een algemene wereldwijde achteruitgang doormaakte, was die in Groot-Brittannië dan ook bijzonder uitgesproken.
Bovendien hebben de Britse arbeiders de afgelopen jaren de aanval ondergaan van populistische bewegingen en vooral de oorverdovende Brexit-campagne, die de verdeeldheid in hun midden heeft aangewakkerd tussen de ‘remainers’ en de ‘leavers’. Vervolgens heeft ook de Covid-crisis, vooral in Groot-Brittannië, zwaar op de arbeidersklasse gewogen. Ten slotte, is zij meer recentelijk geconfronteerd met een intense pro-Oekraïense democratische hype en een bijzonder verwerpelijk oorlogszuchtig discours in het kader van de oorlog in Oekraïne.
De ‘Thatcher-generatie’ had een belangrijke nederlaag geleden, maar vandaag verschijnt er een nieuwe generatie arbeiders op het maatschappelijk toneel die niet langer, zoals haar voorgangers, onder het gewicht van deze nederlagen gebukt gaat, maar haar rug recht door te laten zien dat de arbeidersklasse in staat is terug te vechten tegen deze belangrijke aanvallen. Al met al zien we een verschijnsel dat goed vergelijkbaar (maar niet identiek) is met het verschijnsel van de opkomst van de Franse arbeidersklasse in 1968: het aantreden van een jonge generatie die minder is aangetast is door het gewicht van de contrarevolutie dan haar voorgangers.
De ‘zomer van de woede’ kan om verschillende redenen alleen maar een aanmoediging zijn voor alle arbeiders overal ter wereld: het betreft de arbeidersklasse van de 5e economische wereldmacht, en een Engelstalig proletariaat, waarvan de strijd ongetwijfeld een belangrijke impact kan hebben in landen als de Verenigde Staten, Canada of zelfs in andere regio's van de wereld, zoals India of Zuid-Afrika. Aangezien het Engels de internationale communicatietaal is, zal de invloed van deze gevechten noodzakelijkerwijs groter zijn dan die van arbeidersstrijd in bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland. In die zin wijst het Engelse proletariaat niet alleen de weg aan de Europese arbeiders, die de voorhoede vormt van de opkomst van de klassenstrijd, maar ook aan het wereldproletariaat, en in het bijzonder aan het Amerikaanse proletariaat. In het vooruitzicht van toekomstige klassegevechten kan de Britse arbeidersklasse dus dienen als schakel tussen het proletariaat van West-Europa en het Amerikaanse proletariaat.
Dit belang kan ook worden afgemeten aan de bezorgde reactie van de bourgeoisie, vooral in West-Europa, op de gevaren die de uitbreiding van de ‘verslechterende sociale situatie’ inhouden. Dit is met name het geval in Frankrijk, België of Duitsland, waar de bourgeoisie, in tegenstelling tot de houding van de Britse bourgeoisie, maatregelen heeft genomen om de stijgingen van olie, gas en elektriciteit aan banden te leggen of de gevolgen van inflatie en prijsstijgingen te compenseren door middel van subsidies of belastingverlagingen, en hardop beweert dat zij de koopkracht van de arbeiders wil beschermen. Evenzo was de wijdverbreide media-aandacht voor het overlijden van koningin Elizabeth en de begrafenisplechtigheden bedoeld om de beelden van de klassenstrijd te vervagen en in plaats daarvan een beeld te tonen van een verenigde Britse bevolking, in nationale geestdrift verenigd en met respect voor de burgerlijke constitutionele orde. De bourgeoisie weet heel goed dat de verdieping van de crisis en de gevolgen van de oorlog zich zullen verergeren. Het feit dat zich nu al een massale beweging ontwikkelt tegenover de eerste aanvallen, die gelijkaardig zijn voor alle fracties van het proletariaat, niet alleen in Groot-Brittannië maar in gans Europa en zelfs in de wereld, kan de bourgeoisie alleen maar grote zorgen baren, omdat zij in de huidige context onvermijdelijk nieuwe aanvallen zal moeten ontketenen.
Hoewel het West-Europese proletariaat in de afgelopen veertig jaar niet was verslagen - anders dan voor de twee wereldoorlogen - is de achteruitgang in zijn klassenbewustzijn na 1989 (met name als gevolg van de campagne over de ‘dood van het communisme’) niettemin aanzienlijk geweest. Ten tweede had de verdieping van de ontbinding vanaf de jaren 1990 haar klasse-identiteit steeds meer aangetast, en deze tendens kon niet worden gekeerd in de eerste twee decennia van de 21e eeuw door strijdbewegingen of uitingen van overdenking binnen minderheden van de klasse, zoals tijdens de strijd tegen het ‘Contrat Première Embauche’ (CPE) in Frankrijk in 2006, de ‘Indignados’-beweging in Spanje in 2011, de strijd van de SNCF en Air France in 2014 en de beweging tegen de pensioenhervorming in 2019 in Frankrijk of de ‘Striketober’ in de VS in 2021.
Gedurende de eerste twee decennia van de 21e eeuw is de internationale arbeidersklasse in haar strijd bovendien geconfronteerd met het gevaar van interklassistische bewegingen, zoals in Frankrijk met de acties van de ‘gele hesjes’, met het gewicht van populistische mobilisaties zoals de MAGA-beweging (‘Make America Great Again’) in de Verenigde Staten, of met burgerlijke campagnes zoals de ‘klimaatmarsen’, de ‘Black lives matter’-beweging en de mobilisaties voor abortusvrijheid in de VS. Meer recentelijk, in het licht van de eerste gevolgen van de crisis, zijn in verschillende Latijns-Amerikaanse landen talrijke volksopstanden uitgebroken tegen de stijgende prijzen van brandstof en andere eerste levensbehoeften. Al deze bewegingen vormen een gevaar voor de arbeiders, die het risico lopen te worden meegezogen in interklassistische opstanden of in bewegingen die ronduit op het terrein van de bourgeoisie plaatsvinden en waar ze worden overstemd door de massa van de ‘burgers’.
Alleen het proletariaat biedt een alternatief voor de rampen die onze maatschappij teisteren. In tegenstelling tot al deze bewegingen die de arbeiders op valse terreinen leiden, is de fundamentele bijdrage van de stakingsgolf in de UK precies de bevestiging dat de strijd tegen de kapitalistische uitbuiting op een duidelijke klassebasis moet worden gevoerd en duidelijke arbeiderseisen moet stellen tegenover de aanvallen op de levensstandaard van de werkers: “Bovendien, en dit is het element dat in laatste instantie de uitkomst van de wereldsituatie zal bepalen, is de onverbiddelijk verergerende kapitalistische crisis de belangrijkste stimulans van de klassestrijd en de ontwikkeling van het proletarisch bewustzijn, de voorwaarde voor de mogelijkheid tot verzet tegen het ideologische vergif van de sociale verrotting. Terwijl zij zich niet als klasse kan verzamelen op het terrein van de gedeeltelijke strijd tegen de effecten van de ontbinding, vormt de strijd tegen de directe gevolgen van de crisis de basis voor de ontwikkeling van de kracht en de eenheid van de klasse”. [1]
De ontwikkeling van deze massale strijdbaarheid in de gevechten voor de verdediging van de ‘koopkracht’ is voor het internationale proletariaat een onontkoombare voorwaarde om het proces in te zetten dat leidt tot het te boven komen van de diepe teruggang die het heeft doorgemaakt sinds de ineenstorting van het Oostblok en van de stalinistische regimes, en om zijn klassenidentiteit en zijn revolutionair perspectief te herwinnen.
Kortom, zowel vanuit historisch oogpunt als vanuit de huidige context waarin de arbeidersklasse zich bevindt, betekent deze stakingsgolf in Groot-Brittannië dus een breuk in de dynamiek van de klassenstrijd, die mogelijk een ‘verandering in de maatschappelijke sfeer’ teweeg kan brengen.
Het belang van deze beweging beperkt zich niet tot het gegeven dat zij een einde maakt aan een lange periode van relatieve passiviteit. Deze strijd ontwikkelt zich op een moment dat de wereld geconfronteerd wordt met een grootschalige imperialistische oorlog, een oorlog in Europa, waarin Rusland tegenover Oekraïne staat, maar die een wereldwijde reikwijdte heeft, vooral door de mobilisatie van de NAVO-lidstaten en die zich uitdrukt op het vlak van de wapens, maar ook op economisch, diplomatiek en ideologisch vlak. In westerse landen roepen regeringen op tot offers om ‘vrijheid en democratie te verdedigen’. Concreet betekent dit dat de arbeiders van deze landen de broekriem nog verder moeten aanhalen om ‘hun solidariteit met Oekraïne te tonen’, in feite met de Oekraïense bourgeoisie en die van de westerse landen.
In het licht van het conflict in Oekraïne is het oproepen tot een onmiddellijke mobilisatie van de arbeiders tegen de oorlog een illusie; de IKS wijst er echter al sinds februari 2022 op dat de reactie van de arbeidersklasse tot uiting zal komen tegenover de aanvallen op hun ‘koopkracht’, die het gevolg zijn van de accumulatie van en de link tussen de verschillende crises en rampen van de afgelopen periode. Een dergelijke strijd zal ook ingaan tegen de campagne om offers te aanvaarden ter ondersteuning van het ‘heroïsche verzet van het Oekraïense volk’.
Bovendien bevat de mobilisatie tegen kapitalistische bezuinigingen op de lange termijn ook een verzet tegen oorlog. Dat is ook wat de proletarische stakingen in het Verenigd Koninkrijk in de kiem in zich dragen, ook al zijn de arbeiders zich daar niet altijd ten volle van bewust: een weigering om steeds meer op te offeren voor de belangen van de heersende klasse, een weigering om offers te brengen voor de nationale economie en voor de oorlogsinspanning, een weigering om de logica van dit systeem te aanvaarden die de mensheid naar een catastrofe en uiteindelijk naar zijn vernietiging leidt.
Kortom, ook al blijft de strijd op dit moment beperkt tot één land, ook al raakt zij uitgeput, en moeten we in de nabije toekomst waarschijnlijk geen reeks vergelijkbare grote ontwikkelingen in verschillende landen verwachten, er is een mijlpaal bereikt. Het feit dat ze is opgestaan en strijd is aangegaan is de essentiële verworvenheid van de beweging van de Britse arbeiders; want de ergste nederlaag is de situatie te ondergaan zonder te vechten. Op deze basis kunnen lessen worden getrokken en kan de strijd worden voortgezet. In dit perspectief vertegenwoordigen zij een kwalitatieve verandering en luiden zij een verandering in van de situatie van de arbeidersklasse ten opzichte van de bourgeoisie: zij markeren een ontwikkeling van de strijdbaarheid op het klassenterrein die het begin kan zijn van een nieuwe episode van de strijd, want door haar massale economische strijd zal de arbeidersklasse haar klassenidentiteit, uitgehold door de druk van meer dan dertig jaar ontbinding, door de teruggang van de strijd en van het bewustzijn, door de lokroep van de interklassistische bewegingen, het populisme en de milieucampagnes, geleidelijk kunnen herstellen en een perspectief kunnen openen voor de hele maatschappij. Vanuit dit oogpunt is er een ‘voor’ en een ‘na’ de zomer van 2022.
R. Havanais / 22.09.2022
Voetnoten
[1] “Stellingen: De ontbinding als hoogste stadium van het verval van het kapitalisme [5]”, Internationale Revue nr. 13.
De gas- en elektriciteitsprijzen zijn verdrie- of verviervoudigd, de inflatie bedraagt meer dan 11% (en meer dan 15% in Nederland) en de voedselprijzen rijzen de pan uit. Dergelijke cijfers waren niet meer voorgekomen sinds de jaren 1970. De regering De Croo heeft maatregelen aangekondigd om de groeiende bezorgdheid en woede te temperen van gezinnen uit de arbeidersklasse die geconfronteerd worden met torenhoge energierekeningen en supermarktprijzen, waardoor zij vaak geen andere keuze hebben dan de verwarming lager te zetten of minder voedsel te kopen. Na de vergadering van het Federaal Overlegcomité (bestaande uit de federale regering en de drie regionale regeringen) eind augustus, en een begrotingsconclaaf van de federale regering in september, riep hij op tot vertrouwen in de sociale bekommernis van de regering: “Er is geen wonderoplossing, maar we zijn heel duidelijk: we zullen alles doen om hier doorheen te komen.” Wat een hypocrisie!
Een snelle blik op de financiële situatie van de staat leert dat we van de Belgische bourgeoisie en haar regering niets hoeven te verwachten. De financiën van de Belgische staat bevinden zich in een deplorabele toestand, zoals wordt onderstreept door het laatste rapport van het Monitoringcomité - samengesteld uit ambtenaren van verschillende ministeries - dat aangeeft dat de federale begroting voor volgend jaar afstevent op een tekort van 23 miljard euro, 3 miljard meer dan de vorige raming van juli dit jaar. In dit verslag werd nog uitgegaan van een begrotingstekort van 3,5%, maar het wordt nu geraamd op 4%. Volgens de Nationale Bank zullen de tekorten bij ongewijzigd beleid dit jaar en in 2023 zelfs oplopen tot 4,5% en in 2024 tot 5%. Al in 2019 waren de financiën van de staat problematisch en bedroeg de schuld meer dan 100% van het BBP. Sindsdien heeft de crisis in Covid-19 geleid tot een begrotingstekort van ongeveer 10% van het BBP in 2020 en hebben de dramatische overstromingen in de zomer van 2021, veroorzaakt door de klimaatcrisis, een staatsinterventie vereist van 4 miljard euro. Kortom, vandaag is de schatkist leeg, “De staatsschuld lijkt uit de hand te lopen” (De Standaard, 12-10-2022), terwijl een economische recessie op de loer ligt.
De onderhandelingen over de begroting 2023-2024 en de ‘tegenstellingen’ tussen de verschillende regeringspartijen, tussen socialisten en liberalen, tussen groenen en christendemocraten, vormden een groot politiek en mediaspektakel dat, afgezien van de noodzaak voor elke ‘politieke familie’ om zich te profileren, in wezen twee doelstellingen had:
- de bevolking en de arbeidersklasse ervan te overtuigen dat de regering inderdaad haar best deed om de klap te verzachten en dat de woede over de situatie zich dus niet tegen haar zou moeten keren;
- om de bevolking, en vooral de arbeidersklasse, voor te bereiden op het onvermijdelijke karakter van de bezuinigingsgolven: “we hebben alles gedaan wat we konden, maar helaas, er is geen wonder”!
Wat stellen de maatregelen van de regering in werkelijkheid voor? “De kosten van alle maatregelen om de energierekening te verlagen bedragen al 10 miljard euro. Een belasting op overwinsten moet de kosten van de nieuwe maatregelen helpen betalen” (Staatssecretaris van Begroting, in de DS, 12-10-2022). Een eenvoudige berekening leert echter dat deze belasting op overwinsten van energiebedrijven, die op 3 miljard euro wordt geraamd, hypothetisch blijft en in ieder geval ruim onvoldoende zal zijn om de kosten van de energierekening van de Belgische staat te dekken. Bovendien zijn de maatregelen ter ondersteuning van arbeiders en hun gezinnen weinig meer dan wat rommelen in de marge en zullen de gevolgen van de stijgende energieprijzen en inflatie nauwelijks verzachten.
En het ergste moet nog komen. Voor de komende maanden wordt een ‘wereldwijde recessie’ voorspeld, die in de periode van oktober tot december al zou leiden tot een daling van het BBP met 0,2%, ook al hoopt België, dat voor zijn in- en uitvoer van energie sterk afhankelijk is van de wereldmarkt, nog steeds dat de EU de gevolgen van de recessie voor zijn economie gedeeltelijk kan beperken. Nu al brengt de stijgende energieprijs bijna 30% van de bedrijven in moeilijkheden en sommige zijn gedwongen hun productie te verminderen of zelfs stop te zetten (metaal en chemische industrie, glastuinbouw, enz.): 200 Belgische bedrijven hebben tijdelijke werkloosheid aangevraagd voor 10.684 arbeiders (gegevens van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, de DS 14-10-2022). Bovendien neemt België, onder internationale druk, ten volle deel aan de verhoogde militaire inspanning die van de NAVO-landen wordt gevraagd na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Eind februari 2022 heeft de regering-Vivaldi een investeringsplan aangenomen, het Plan Star, dat voorziet in een verhoging van de militaire uitgaven met 10 miljard euro tegen 2030. In maart 2022 (na het uitbreken van de oorlog) is voor de huidige zittingsperiode (tot 2024) 1 miljard euro extra toegevoegd om de ‘inzetbaarheid’ van het leger bij militaire operaties te verbeteren.
Kortom, de beloften van de Belgische bourgeoisie zijn illusoir en misleidend: gezien de recessie, de klimaatrampen, de oorlog, de vluchtelingenstroom, het begrotingstekort en de schuld zijn “de mogelijkheden niet oneindig”, zoals Vlaams minister-president J. Jambon toegeeft. In werkelijkheid heeft de Belgische bourgeoisie, net als haar collega’s, maar één alternatief: de arbeiders nieuwe offers opleggen. De beperkte compensatie voor energie- en inflatiestijgingen is al een aanslag op de levensomstandigheden van de arbeiders, evenals begrotingsmaatregelen zoals de beperking van tijdskredieten voor ‘kinderopvang’ of de groeinorm voor de gezondheidszorg die vanaf 2024 tot 2% wordt teruggebracht. Maar de regering suggereert dat de begroting 2023-2024 tijdelijk is en er worden al verschillende rationaliseringsmaatregelen in werking gesteld of overwogen: de loonsverhogingen voor federale ambtenaren en politieagenten zijn verlaagd en uitgesteld, de automatische indexering van de lonen is geviseerd en het idee van een ‘indexsprong’ is geopperd, evenals een herziening van de manier waarop de pensioenen van de ambtenaren zijn gekoppeld aan de sociale zekerheid, sommige plaatselijke overheden snijden in het aantal statutaire personeelsleden en tot slot passen sommige bedrijven al loonsverlagingen toe...
De ontwikkeling van beperkingen en aanvallen op de arbeidersklasse, als gevolg van een op alle fronten vastgelopen economisch systeem, vereist dat de toenemende verontwaardiging en woede in de gelederen van de arbeiders wordt omgezet in een actief verzet ter verdediging van hun klassenbelangen. In dit opzicht moeten de Belgische arbeiders een voorbeeld nemen aan het strijdbare verzet van hun klassenbroeders in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (zie de pamfletten “De zomer van woede in het Verenigd Koninkrijk. De bourgeoisie eist nieuwe opofferingen, de arbeidersklasse antwoordt met strijd” en "Stakingen in Franse raffinaderijen en elders... Solidariteit in de strijd is de kracht van onze klasse!” En ook “De terugkeer van de strijd van het wereldproletariaat”) Zij moeten hieruit inspiratie putten om hun ontzetting te boven te komen en hun vastberadenheid te versterken om de offers en economische rationalisaties niet langer te slikken. De sociale spanningen die toenemen met spontane stakingen in verschillende filialen van de Delhaize-supermarkten, sociale beroering op de luchthaven van Charleroi, bij de klantendienst van ENGIE Electrabel in Gent, bij het spoorwegpersoneel van de NMBS of in het openbaar vervoer in Wallonië, in de culturele sector in Vlaanderen tegen de verslechtering van de arbeidsomstandigheden of voor looneisen, geven aan dat, ondanks de campagnes van de bourgeoisie om haar sociale bezorgdheid uit te drukken, de arbeidersklasse ook in België niet langer bereid is offers te accepteren.
De arbeiders moeten zich echter bewust zijn van een gevaar dat specifiek is voor de huidige context. De gevolgen van de energiecrisis en de inflatie treffen niet alleen arbeiders maar ook zelfstandigen, winkeliers en kleine ondernemers die eveneens in opstand komen tegen de huidige omstandigheden. Het gevaar van interklassistische bewegingen, zoals de ‘gele hesjes’ of populistische opstanden (‘Ik weiger mijn rekeningen te betalen’) is dan ook groot en wordt bovendien gestimuleerd door campagnes van partijen als de Belgische Partij van de Arbeid (PTB). Arbeiders mogen zich niet laten overrompelen door dergelijke bewegingen en zich laten isoleren als louter ‘burgers’. De kracht van hun strijd ligt in hun vermogen zich te mobiliseren rond de eisen en een vorm van organisatie die eigen is aan de arbeidersklasse.
De Belgische bourgeoisie weet heel goed - en de sociale bewegingen in Groot-Brittannië en Frankrijk herinneren haar daar dagelijks aan - dat de uitvoering van een bezuinigingspolitiek noodzakelijkerwijs de confrontatie met een arbeidersklasse impliceert, die haar strijdwil lijkt te hervinden. Hiervoor heeft zij echter een geducht wapen: de vakbonden. Een van hun wapens om de strijdbaarheid van de arbeidersklasse af te buigen en onschadelijk te maken is de vakbondscampagne voor ‘afschaffing van de wet op de loonnorm’, om ‘vrije’ onderhandelingen in bedrijven tussen ondernemers en vakbonden mogelijk te maken. Zo willen zij eigenlijk de bewegingen per bedrijf verdelen en de economisch sterke sectoren tegenover de economisch zwakke stellen. Bovendien hebben ze sinds het voorjaar van 2022 een reeks verspreide acties opgezet om strijdwil van de arbeiders tegen de maatregelen, te versnipperen en uit te putten: een bijeenkomst, waartoe opgeroepen door het gemeenschappelijk vakbondsfront en waar 70.000 deelnemers waren, een eendaagse staking bij de spoorwegen op 5 oktober, samenscholingen van vakbondsmilitanten voor kerncentrales en andere elektriciteitsbedrijven eind oktober of een eendaagse algemene staking op 9 november, in de hoop ‘de druk te verlichten’. Al deze acties maken deel uit van de strategie van de vakbonden om de arbeiders stoom af te laten blazen om spontane en ‘wilde’ woede-uitbarstingen te voorkomen. Net als hun collega's in Groot-Brittannië of Frankrijk proberen de Belgische vakbonden met alle middelen het terrein te bezetten en elke besliste reactie van de arbeiders in de kiem te smoren.
De bourgeoisie kan de crisis, die in wezen een historische crisis van haar systeem is, op geen enkele manier ‘oplossen’. Zij kan de gevolgen alleen afwentelen op de arbeidersklasse, die de aanvallen ondergaat en geacht wordt offers te aanvaarden om de nationale economie in stand te houden in de concurrentie met andere kapitalistische naties. Deze offers dienen slechts de belangen van de bourgeoisie, en van een systeem in verval.
De ‘sociale sfeer’ verandert echter, zoals blijkt uit de verzetsstrijd in Groot-Brittannië en Frankrijk en ook uit de huidige terughoudendheid van de regering De Croo om maatregelen aan de arbeiders in België op te leggen. In die zin is het aangaan van een strijd om offers te weigeren al een overwinning die de ontwikkeling van solidariteit en het bewustzijn van de eigen kracht onder de arbeiders alleen maar kan versterken, evenals, op den duur, hun vermogen om een alternatief naar voren te schuiven voor dit totaal failliete systeem.
Hugo S / 22.10.2022
Het kapitalisme wordt steeds meer verstikt door een geheel van tegenspraken die op elkaar inwerken en elkaar versterken, waardoor de maatschappij wordt bedreigd door stuiptrekkingen van een ongekende frequentie en omvang. Tegenover deze rampen is de zorg van de bourgeoisie altijd om elke verklaring die de verantwoordelijkheid van het systeem in twijfel trekt, in diskrediet te brengen. Haar opzet is de oorzaak van de oorlogen, de wereldwanorde, de klimaatverandering, de pandemieën, de economische wereldcrisis voor de arbeidersklasse te verbergen...
Overproductie is door Marx geïdentificeerd als de oorsprong van de cyclische crises van het kapitalisme in de 19e eeuw[1]. Reeds in het Kommunistisch Manifest van 1848 wordt gewezen op “een maatschappelijke epidemie, die voor alle vroegere periodes iets onzinnigs zou hebben geleken - de epidemie van de overproductie”. In de opkomstperiode van het kapitalisme vormde deze tegenspraak echter een factor in de uitbreiding van het kapitalisme naar de vier windstreken door het zoeken naar afzetmogelijkheden voor de productie van de industriële grootmachten.
In zijn vervalperiode daarentegen ligt de overproductie aan de oorsprong van de economische impasse die gekenmerkt wordt door de grote werelddepressie van de jaren 1930, door de opeenvolging van steeds diepere recessies sinds het eind van de jaren 1960, maar ook door de duizelingwekkende ontwikkeling van het militarisme, want “de enige weg die de bourgeoisie nog openstaat om te proberen de wurggreep van deze impasse te doorbreken is die van een vlucht vooruit met andere middelen [...] die alleen militair kunnen zijn”[2]. Tragische illustraties van deze impasse: twee wereldoorlogen en, sinds de Eerste Wereldoorlog, een bijna ononderbroken opeenvolging van lokale oorlogen tussen staten.
De oorzaak van de overproductie werd door Marx in het Kommunistisch Manifest belicht. Gedreven door concurrentie om steeds meer uit te breiden op straffe van de ondergang, neigt de productie er permanent toe excessieve vormen aan te nemen, niet in verhouding tot de werkelijke behoeften van de mensen, maar in verhouding tot de koopkracht van de loonarbeiders of werklozen. De arbeiders en de kapitalisten tesamen kunnen nooit alleen alle geproduceerde waren kunnen absorberen. En met reden, want een deel van het product van de arbeid van de arbeider, dat niet als loon wordt terugbetaald of door de kapitalisten wordt verbruikt, maar dat bestemd is om opnieuw te worden geïnvesteerd, d.w.z. in nieuw kapitaal te worden omgezet, vindt geen kopers in de kapitalistische sfeer[3]. Er is dus geen oplossing voor overproductie in het kapitalisme. In wezen kan zij alleen worden opgeheven door de afschaffing van de loonarbeid, wat de voorwaarde is voor de totstandbrenging van een maatschappij zonder uitbuiting. Vragen en misverstanden over deze crisiskwestie werden geuit tijdens de openbare bijeenkomsten en de permanenties van de IKS. Voor een van hen zou de overproductie kunnen worden verminderd of zelfs opgeheven onder invloed van ‘omgekeerde’ tegenspraken die leiden tot een tekort aan bepaalde goederen. Maar in werkelijkheid, als sommige sectoren van de wereldproductie getroffen worden door schaarste, bijvoorbeeld als gevolg van tekorten in de toeleveringsketens, zullen de andere sectoren de gevolgen van de overproductie blijven ondervinden.
Als de raderen van de wereldeconomie, door de permanente en groeiende tendens tot overproductie, nog niet definitief zijn vastgelopen, dan komt omdat de bourgeoisie massaal haar toevlucht heeft genomen tot niet afgeloste schulden om de vraag te scheppen, hetgeen heeft geleid tot de accumulatie van een kolossale wereldschuld die als een zwaard van Damocles boven de wereldeconomie hangt.
De tendentiële daling van de winstvoet, waarop ook Marx heeft gewezen, vormt een extra obstakel voor de accumulatie. Door de verscherpte concurrentie worden kapitalisten immers gedwongen tegen lagere prijzen te produceren om hun bedrijf in leven te houden. Daartoe moeten zij de productiviteit verhogen door steeds meer machines bij het productieproces te betrekken (verhoging van de organische samenstelling van het kapitaal). Bijgevolg bevat elke aldus geproduceerde waar proportioneel minder levende arbeid (dat deel van de arbeid van de arbeider dat niet door de kapitalist wordt betaald), en dus minder meerwaarde. Niettemin kunnen de gevolgen van de daling van de winstvoet worden gecompenseerd door verschillende factoren, waaronder de stijging van het productievolume[4]. Maar dit laatste stuit op haar beurt op de ontoereikendheid van de markten, net als overproductie. Als de tendentiële daling van de winstvoet zich niet van meet af aan in het leven van het kapitalisme voordeed als een absolute rem op de accumulatie, dan is dat omdat er in de maatschappij afzetmogelijkheden waren, eerst reëel en vervolgens gebaseerd op de toename van de wereldschuld, die het mogelijk maakten om deze te compenseren. In de huidige context wordt het gevaarlijk gekoppeld aan de overproductie.
De toename van de onproductieve uitgaven die door het staatskapitalisme wordt gegenereerd... Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam het kapitalisme in een nieuwe periode van zijn leven, zijn vervalperiode, waarin de maatschappelijke tegenspraken de instelling van het staatskapitalisme oplegden om de samenhang van de maatschappij tegenover deze tegenstellingen te handhaven, tegenover met name
Dit soort uitgaven van het staatskapitalisme is totaal onproductief, in plaats van bij te dragen aan de accumulatie, vormen zij daarentegen een sterilisatie van het kapitaal. Ook hierover ontstonden in onze openbare bijeenkomsten misverstanden, met name over de productie en verkoop van wapens, die werden gezien als een bijdrage aan de accumulatie en dus een zekere economische rationaliteit aan de oorlog verleenden. In feite wordt het argument dat wordt gebruikt om deze stelling te ondersteunen, ‘de verkoop van dergelijke goederen impliceert de realisatie van meerwaarde’, verworpen door het marxisme. Om hiervan overtuigd te raken, hoeven we slechts te verwijzen naar Marx: “Een groot deel van het jaarlijkse product, dat als revenu verteerd wordt en niet meer als productiemiddel opnieuw in de productie opgaat (…) Deze soort van productieve arbeid produceert gebruikswaarden, (…) die slechts voor de onproductieve consumptie bestemd, in hun realiteit, als artikelen, geen gebruikswaarde voor het reproductieproces”[5]. Deze laatste categorie omvat luxegoederen voor de bourgeoisie en wapens, die uiteraard niet als productiemiddel terugkeren in de productie. Sinds het begin van de 20e eeuw zijn de onproductieve uitgaven alleen maar toegenomen, vooral de militaire uitgaven, waaraan de oorlog in Oekraïne onlangs een nieuwe impuls heeft gegeven. Inflatie mag niet worden verward met een ander verschijnsel in het leven van het kapitalisme, namelijk de prijsstijging van bepaalde goederen als gevolg van onvoldoende aanbod. Dit laatste verschijnsel is de laatste tijd bijzonder belangrijk geworden door de oorlog in Oekraïne, die de aanvoer heeft beïnvloed van een aanzienlijke hoeveelheid verschillende landbouwproducten, waarvan de tekorten reeds een factor is in de verergering van armoede en honger in de wereld.
Inflatie maakt per definitie geen deel uit van de tegenspraken die inherent zijn aan de kapitalistische productiewijze, zoals bijvoorbeeld het geval is bij overproductie. Niettemin is het een permanent kenmerk van de periode van het verval van het kapitalisme dat zware gevolgen heeft voor de economie. Net als het gebrek aan aanbod komt het tot uiting in stijgende prijzen, maar het is het gevolg van het gewicht van de onproductieve uitgaven in de maatschappij, waarvan de kosten worden doorberekend in de kosten van de geproduceerde waren. Immers, “in de prijs van elke waar zitten, naast de winst en de kosten van de kosten van de arbeidskracht en het constante kapitaal dat bij de productie ervan wordt verbruikt, een steeds groter aandeel van alle onkosten die onontbeerlijk zijn voor de verkoop ervan op een steeds meer verzadigde markt (van de salariëring van het personeel van de marketingdiensten tot de belastingen om de politie, de ambtenaren en de wapens van het producerende land te betalen). In de waarde van elk voorwerp wordt het aandeel van de arbeidstijd belichaamt, die nodig is voor de productie ervan, elke dag kleiner ten opzichte van het deel dat de menselijke arbeid belichaamt die het voortbestaan van het systeem vereist. De tendens van het gewicht van deze onproductieve uitgaven om de toename van de arbeidsproductiviteit teniet te doen, komt tot uiting in de voortdurende opwaartse beweging van de prijzen van de waren”[6]. Ten slotte is een andere inflatoire factor het gevolg van de devaluatie van de valuta's die gepaard gaat met de ongecontroleerde toename van de wereldschuld, die momenteel 260% van het mondiale BBP benadert.
Als de bourgeoisie gretig naar natuurlijke hulpbronnen grijpt door ze in de productiekrachten op te nemen, dan is dat omdat deze de bijzonderheid hebben ‘vrij’ te zijn voor het kapitalisme. Hoe vervuilend, moorddadig en uitbuitend het kapitalisme in zijn opkomende fase ook was, toen het de wereld veroverde, het is niets vergeleken met de helse spiraal van vernietiging van de natuur die sinds de Eerste Wereldoorlog plaatsvindt, als gevolg van de felle economische en militaire concurrentie. De vernietiging van het milieu heeft een nieuw niveau bereikt, aangezien de kapitalistische ondernemingen, zowel particuliere als openbare, de milieuvervuiling en de plundering van de hulpbronnen van de planeet hebben opgevoerd als nooit tevoren. Bovendien hebben oorlogen en militarisme bijgedragen tot de vervuiling en vernietiging van het natuurlijk milieu[7]. In de tweede helft van de 20e eeuw is een nieuwe dimensie duidelijk geworden van de ramp die het kapitalisme voor de mensheid in petto heeft vanwege de klimaatverandering, die het voortbestaan van de mensheid bedreigt. De oorzaken zijn economisch en de gevolgen ook. De opwarming van de aarde heeft een steeds grotere impact op het menselijk leven en de economie: reusachtige branden, overstromingen, hittegolven, droogtes, vernietigende stormen, enzovoort treffen niet alleen de landbouwproductie, maar ook de industriële productie en de menselijke leefomgeving in toenemende mate, en treffen in feite de kapitalistische economie steeds zwaarder. Een dergelijk gevaar kan alleen worden afgewend met de omverwerping van het kapitalisme. Maar er bestaat het idee dat de bourgeoisie de klimaatramp zou kunnen voorkomen door nieuwe ‘schone’ technologieën te ontwikkelen. Het lijdt geen twijfel dat de bourgeoisie op dit gebied nog aanzienlijke en zelfs beslissende vorderingen kan maken. Wat zij echter niet kan, is zich wereldwijd verenigen om dergelijke technologische vooruitgang te operationaliseren en te implementeren.
Dit is niet de eerste keer in de geschiedenis dat een dergelijke illusie in de bourgeoisie wordt geuit. Het is in zekere zin vergelijkbaar met de stelling van het ‘superimperialisme’ die Kautsky aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde en die bedoeld was om ‘aan te tonen’ dat de grootmachten onderling overeenstemming konden bereiken om een gemeenschappelijke en vreedzame overheersing van de wereld tot stand te brengen. Een dergelijke opvatting was duidelijk een van de speerpunten van de pacifistische leugens, waarmee ze de arbeiders wilden doen geloven dat oorlogen konden worden beëindigd zonder dat het kapitalisme hoefde te worden vernietigd. Deze visie van Kautsky omzeilde de concurrentie op leven en dood die tussen de kapitalistische machten bestaat. Ze lijkt voorbij te gaan aan het feit dat het hoogst mogelijke niveau van eenwording dat de verschillende nationale fracties van de wereldburgerij kunnen bereiken dat van de natie is, waardoor zij volstrekt niet in staat zijn een werkelijk supranationale politieke autoriteit en organisatie van de maatschappij tot stand te brengen.
De realiteit is precies het tegenovergestelde van de illusie van een bourgeoisie die in staat zou zijn een klimaatramp te vermijden. Wat duidelijk is, is dat de meest totale irrationaliteit en onverantwoordelijkheid ten aanzien van de klimaatverandering voortduurt en zelfs wordt verergerd, wat tot uiting komt in zowel het ontstaan van nieuwe imperialistische conflicten zoals de oorlog in Oekraïne (catastrofaal voor de mens maar ook voor de planeet) als in andere, minder belangrijke maar zeer belangrijke dwalingen, zoals het beheer van de Bitcoin, waarvan het jaarlijkse energieverbruik gelijk is aan alle activiteiten van een land als Zwitserland.
Het verval komt overeen met de laatste periode in het leven van het kapitalisme, die wordt ingeluid door een impasse tussen de twee antagonistische klassen, die geen van beide in staat zijn een eigen oplossing te bieden voor de historische crisis van het kapitalisme. De verdieping van de economische crisis leidt dan tot het wegrotten van de maatschappij. Dit beïnvloedt het hele sociale leven, met name door de ontwikkeling van het ‘ ieder voor zich’ in alle maatschappelijke verhoudingen, vooral binnen de bourgeoisie. Dit werd meesterlijk geïllustreerd tijdens de Covid-pandemie, met name door
De achtergrond van het verval (de ontbinding) is dus weliswaar de economische crisis, maar het blijkt dat de economische crisis op haar beurt sinds het begin van de jaren 2020 steeds meer wordt aangetast door de ontbinding. Zo wordt het verloop van de economische crisis verergerd door de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich’ op alle gebieden en met name in de internationale verhoudingen tussen de grootmachten. Een dergelijke situatie zal de uitvoering van een gecoördineerde economische politiek bij de volgende recessie ernstig bemoeilijken.
De situatie is inderdaad veel zorgwekkender dan twee jaar geleden. Een combinatie van factoren wijst vooral op een groot risico van aanzienlijke verstoringen op economisch gebied en, bij implicatie, ver daarbuiten:
De stijging van de inflatie tast niet alleen het leven van de uitgebuitenen aan, maar vormt ook een rem op de internationale handel, die al wordt ondermijnd door imperialistische spanningen. Zozeer zelfs dat, gezien het schijnbaar onvermijdelijke vooruitzicht van een stijging van de rente in een aantal geïndustrialiseerde landen, een recessie onvermijdelijk lijkt. Dit is een bedreiging waarvan de bourgeoisie de ernst niet lijkt te durven noemen, gezien de context van een ernstig verslechterde economische situatie en de om zich heen grijpende ‘ieder voor zich’ en in sommige gevallen zelfs openlijke vijandigheid tussen de belangrijkste mogendheden.
Vandaag, na meer dan een eeuw van kapitalistische verval kunnen we zien hoe visionair de woorden van de Kommunistische Internationale waren over de ‘interne desintegratie’ van het wereldkapitalisme, dat niet uit zichzelf zal verdwijnen, maar de mensheid zal meesleuren in de barbarij, als de arbeidersklasse er geen einde aan maakt. Het is weer tijd voor het proletariaat om als klasse te reageren op de apocalyps die het kapitalisme voor ons in petto heeft. Daar is nu nog tijd voor.
Silvio / 05.10.2022
[1] Zie: "Het verval van het kapitalisme (V): De dodelijke tegenspraken van de burgerlijke maatschappij", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 139.
[2] "Oorlog, militarisme en imperialistische blokken in het verval van het kapitalisme, deel 2", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 53.
[3] “Terwijl de consumptiecapaciteit van de arbeiders beperkt is, deels door de loonwetten en deels doordat ze alleen worden ingezet als ze winstgevend zijn voor de kapitalistische klasse. De ultieme reden van alle reële crisissen blijft de armoede en consumptiebeperking van de massa’s tegenover de tendens van de kapitalistische productie de productiekrachten zodanig te ontwikkelen alsof alleen de absolute consumptiecapaciteit van de maatschappij de grens is.” (K. Marx, Het Kapitaal III Afdeling V hoofdstuk 30, Geldkapitaal en reëel kapitaal [43])
[4] Er zijn ook andere tegentendensen voor de tendentiële daling van de winstvoet, met name de toename van de uitbuiting.
[5] K. Marx, “Productieve en onproductieve arbeid [44]”
[6] Surproduction et inflation [45], Révolution Internationale (nieuwe serie) nr. 6 (1973).
[7] Zie: "Het kapitalisme vergiftigt de aarde", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 63 ; "De wereld aan de vooravond van een milieuramp", Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 135; "De wereld aan de vooravond van een milieuramp: Wie is verantwoordelijk?". Internationale Revue, Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 139.
Toen Russische troepen Oekraïne binnenvielen, zei president Biden in zijn toespraak op 24 februari dat “Poetin een aanval heeft gedaan op de beginselen die de wereldvrede beschermen”. De wereld zou dus geconfronteerd worden met de onvermijdelijkheid van een nieuwe oorlogsdrama door de waanzin van één man. Deze propaganda, waarbij Oekraïne en de ‘westerlingen’ worden voorgesteld als slachtoffers, die alleen aan de ‘vrede’ werken, is een leugen.
In werkelijkheid is dit moorddadige conflict een puur product van de tegenspraken van een kapitalistische wereld in crisis, van een maatschappij die aan het verrotten is en onderworpen wordt aan het regime van het militarisme. De huidige oorlog is, zoals alle oorlogen in het verval van het kapitalisme, het resultaat van een permanente imperialistische krachtsverhouding, dat alle hoofdrolspelers treft, groot of klein, of ze nu direct of indirect bij dit conflict betrokken zijn [1] In de cynische strijd in deze planetaire krabbenmand staan de Verenigde Staten, als enige supermacht, vooraan in de barbarij, niet aarzelend om chaos en ellende te verspreiden om hun smerige belangen te verdedigen en het onvermijdelijke verval van hun leiderschap een halt toe te roepen.
Na de Koude Oorlog hebben de Verenigde Staten, parallel met hun verlangen om greep te houden op hun voormalige bondgenoten in het Westblok, hun strategie om het vesting van de voormalige USSR in te dammen nooit opgegeven. Zo werd reeds op 15 februari 1991 de Visegrad-groep opgericht, bestaande uit voormalige Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjecho-Slowakije), om hun integratie in de NAVO en Europa te bevorderen. Deze druk bracht de Europese machten ertoe hun grote bezorgdheid te uiten om Rusland niet te ‘vernederen’. Uit deze toon klonk al een latente uitdaging van de Verenigde Staten.
Terwijl de val van de Berlijnse muur symbolisch het einde van de Koude Oorlog aankondigde, zou een nieuwe oorlog, de eerste Golfoorlog, geïnitieerd door de Verenigde Staten [2,] een voorbode zijn van de chaos van de eeuw die volgde. In plaats van een ‘oorlog om olie’ was het de Amerikaanse macht die, na het bankroet van de gemeenschappelijke vijand (de USSR), ditmaal rechtstreeks druk uitoefenende op zijn machtigste voormalige bondgenoten, om hen onder zijn juk te houden door hen mee te sleuren in dit barbaarse militaire avontuur.
Aangezien de wereld niet langer verdeeld was in twee gedisciplineerde imperialistische kampen, achtte een land als Irak het mogelijk een voormalige bondgenoot van hetzelfde blok, Koeweit, over te nemen. De Verenigde Staten, die een coalitie van 35 landen aanvoerden, lanceerden een dodelijk offensief om elke toekomstige verleiding van Saddam Hoessein, om dit soort acties te herhalen, te ontmoedigen. Zo was de operatie ‘Desert Storm’, geleid door een ‘internationale coalitie’ tegen Irak, in werkelijkheid een onderneming van het Amerikaanse imperialisme, bedoeld om zijn voormalige bondgenoten, die zijn leiderschap zouden kunnen betwisten, ‘in de pas te brengen’ door zich op te werpen als de enige ‘wereldpolitieagent’. Dit alles ten koste van enkele honderdduizenden doden.
Natuurlijk zou de overwinning van president Bush (Sr.) die “vrede, welvaart en democratie” beloofde, niet lang een illusie blijven. De schijnbare stabiliteit, die ten koste van ‘ijzer en bloed’ werd bereikt, was tijdelijk en bevestigde de Verenigde Staten als ‘wereldpolitieagent’, maar bevatte reeds de kiem van groeiende tegenstellingen en spanningen.
Had de Golfoorlog de eerste pogingen tot openlijk verzet tegen de Amerikaanse politiek even in de kiem gesmoord, daarna kwamen deze vrij snel tot uiting, met name bij het conflict in het voormalige Joegoslavië (van 1991 tot 2001). Begin jaren 1990 stond de regering van kanselier Helmut Kohl, die de onafhankelijkheid van Kroatië en Slovenië bevorderde en steunde om Duitsland toegang te geven tot de Middellandse Zee, lijnrecht tegenover de Amerikaanse macht, maar ook tegenover de belangen van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Door zijn gedurfde initiatieven bracht Duitsland het proces op gang dat zou leiden tot de explosie van Joegoslavië.
Geconfronteerd met een openlijke uitdaging aan zijn gezag, zaten de Verenigde Staten niet stil. Al in de zomer van 1995 lanceerden ze een grootscheeps tegenoffensief door te vertrouwen op hun belangrijkste troef: zijn militaire macht. De Verenigde Staten zetten hun eigen strijdmacht op, de Implementation Force (IFOR), door de VN en de Europese troepen te verdringen en zo hun overweldigende superioriteit en indrukwekkende logistiek te tonen. Dit machtsvertoon, diplomatiek geleid onder het gezag van Bill Clinton, moest de Europeanen dwingen in hetzelfde jaar te ondertekenen het Dayton-akkoord. Opnieuw maakte het conflict duizenden slachtoffers.
Natuurlijk werden deze overeenkomsten, ondertekend onder door de Verenigde Staten opgelegde voorwaarden, onder druk van wapens en agressieve diplomatie, waarbij met name werd ingespeeld op de verdeeldheid tussen de Europese staten, voortdurend door diezelfde staten gesaboteerd. Duitsland heeft de Verenigde Staten in de Balkan, met name in Bosnië, voortdurend belemmeringen in de weg gelegd en ook diplomatieke toenaderingen bevorderd, geconcretiseerd door zijn banden met de Turkse en Iranese regimes, die de woede van Washington wekte.
Zelfs in het Midden-Oosten, een traditioneel domein van Uncle Sam, konden Europese rivalen de Amerikaanse politiek geleidelijk aan belemmeren. Een dergelijke betwisting ging ook uit van de meest loyale luitenanten van de Verenigde Staten, te beginnen met Israël, vooral nadat Netanyahu in 1996 aan de macht kwam, terwijl het Witte Huis op Shimon Peres van de “Arbeiderspartij” rekende. Evenzo was Saoedi-Arabië steeds openlijker over zijn onwil om Amerikaanse dictaten in de regio te aanvaarden.
Achtereenvolgende tegenslagen voor Uncle Sam deden zich voor slechts enkele maanden na zijn succesvolle tegenoffensief in ex-Joegoslavië. In alle strategische gebieden van de planeet werden de Amerikaanse belangen steeds meer gedwarsboomd.
In het begin van deze nieuwe eeuw is grotendeels bevestigd wat we in het midden van de jaren 1990 zeiden. De Verenigde Staten werden zelfs voor het eerst in hun geschiedenis op eigen bodem getroffen door de dodelijke aanslagen van 11 september 2001 in New York. De ontstellende en symbolische instorting van de Twin Towers markeerde een nieuwe dimensie in de ontwikkeling van kapitalistische verschrikking en chaos. Maar de aanvallen vormden ook een grote kans voor de Verenigde Staten om hun imperialistische belangen te verdedigen in een vlucht vooruit in de oorlog. Ook hier was de politiek van de VS gericht op uitgebreide vergeldingsacties en moorddadige militaire operaties in een poging hun gezag te handhaven, in naam van de "strijd tegen het terrorisme". De regering van George W. Bush Junior lanceerde met haar strijdkrachten snel luchtaanvallen tegen Al Qaeda en de Taliban in Afghanistan, een onderneming die door voormalige bondgenoten werd gesteund.
Maar Washingtons nieuwe kruistocht tegen de “as van het kwaad” in Irak kwam al snel onder toenemende en venijnige kritiek te staan. Door in 2003 valse informatie te verspreiden over de ‘massavernietigingswapens’ van Saddam Hoessein om de steun van hun bevolking en die van zijn voormalige partners te stimuleren, raakten de Verenigde Staten steeds meer geïsoleerd in hun nieuwe oorlogszuchtige onderneming [3]. Frankrijk trotseerde ditmaal openlijk de Verenigde Staten en gebruikte zelfs zijn vetorecht in de VN-Veiligheidsraad.
Dit nieuwe machtsvertoon moest het terrorisme uitroeien en de achteruitgang van het Amerikaanse leiderschap stoppen, maar het opende echter de doos van Pandora, en de aanslagen die over de hele wereld volgden konden de irrationaliteit van deze militaire ondernemingen alleen maar onderstrepen, die in werkelijkheid dezelfde neerwaartse spiraal voedden, waardoor onenigheid, chaos en barbarij toenamen.
De Verenigde Staten zetten ook hun vastberaden politiek ten aanzien van het Oosten voort, met de reizen van Minister van Buitenlandse Zaken Condolezza Rice ten gunste van “verandering” en “democratie”. Haar werk zou vruchten afwerpen. In 2003 maakte het Amerikaanse imperialisme duidelijke vorderingen in de Kaukasus door de ‘Rozenrevolutie’ in Georgië te steunen, waarbij de pro-Russische Shevarnadze werd afgezet en vervangen door een pro-Amerikaanse kliek. De ‘Tulpenrevolutie’ in Kirgizië in 2005 maakte ook deel uit van dezelfde strategie. Oekraïne, dat een sleutelrol speelde Ruslands politiek, stond al onder zware politieke druk. Achter de ‘Oranje Revolutie’ van 2004, net als die van 2014, stond niet een zogenaamde “strijd voor democratie” centraal, maar een strategisch doel in het spel van invloed van de grootmachten en de NAVO [4].
Maar met de kolossale militaire macht en het toenemende gebruik van wapens slaagde het Amerikaanse imperialisme er niet in de uitdaging van hun leiderschap uit te roeien. In plaats van voor ‘vrede en welvaart’ te zorgen, zijn de VS vastgelopen in alle belangrijke strategische gebieden die zij in hun eigen voordeel wilden stabiliseren en verdedigen.
De terugtrekking van de VS uit Irak in 2011 versterkte de ontwikkeling van het ‘ieder voor zich’, in hetzelfde jaar dat de burgeroorlog in Syrië bijdroeg tot de explosie van chaos in een regio van de wereld, die totaal oncontroleerbaar was geworden. De terugtrekking uit Afghanistan in 2021 ging ook gepaard met een onontwarbare chaos, waarbij zelfs de Taliban aan de macht kwamen. Elk van deze operaties, bedoeld om de ‘orde’ van de Pax Americana op te leggen, heeft de chaos en de barbarij alleen maar versterkt en de Verenigde Staten genoodzaakt hun oorlogszuchtige vlucht vooruit voort te zetten.
Deze mislukkingen alleen zijn niet de redenen voor de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak en Afghanistan [5]. In feite had Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton in 2011 al een ‘strategische ommezwaai naar Azië’ aangekondigd. Deze politieke oriëntatie van het mandaat van Barack Obama was zeker geen ‘terugtrekking’ uit het wereldgebeuren zoals die door Donald Trump werd voortgezet met de leuze ‘America first’. Terwijl China in het verleden een ondergeschikte plaats innam op het wereldtoneel, heeft het geleidelijk de dimensie aangenomen van een echte uitdager, die de Amerikaanse bourgeoisie, die vastbesloten is haar leidersstatus te behouden, steeds meer verontrust en bedreigt. Tegenover de opkomst van China werd de doelstelling duidelijk aangekondigd: “Azië centraal stellen in de Amerikaanse politiek”, die de factie rond Joe Biden moest nastreven en versterken. Maar verre van de andere grote brandhaarden te hebben ‘verlaten’, heeft deze herpositionering het Amerikaanse imperialisme nieuw leven ingeblazen. De indruk van een ‘terugtrekking’ bracht sommige rivalen van de VS ertoe hun eigen imperialistische ondernemingen te beginnen waar Uncle Sam niet langer aanwezig was. Velen, zoals Rusland, betalen een hoge prijs voor deze onderschatting! Door zijn troepen te lanceren in een groteske militaire invasie van Oekraïne was Rusland van plan de wurggreep los te maken die het nu verder verstikt. Het liep dus in de val van de Amerikaanse bourgeoisie [6].
In werkelijkheid komt de Amerikaanse terugtrekking overeen met een wereldwijde visie, op langere termijn, ingegeven door de wil om China, dat een imperialistische macht is geworden die haar vitale belangen bedreigt, in toom te houden. Zo blijft het huidige Amerikaanse offensief, door de druk die het uitoefent op Europese landen, net zoals door het spectaculaire tegenoffensief in de Oekraïne, dat mogelijk is gemaakt door geraffineerde logistieke en materiële steun, of door de handhaving van diplomatieke druk op Iran (over het nucleaire programma) en op het Afrikaanse continent met de reizen van zijn hoofd van de diplomatie, Antony Blinken, tegenover de honger van Rusland en China, vastbesloten om de historische achteruitgang van zijn leiderschap te bestrijden. Door China’s ‘zijderoutes’ naar Europa te dwarsbomen via de oorlog in Oekraïne en door de zeeroutes in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan verder te controleren, zijn de VS er voorlopig in geslaagd China te dwingen zijn ambities alleen over land en binnen een beperkt gebied uit te breiden. In het besef dat China nog lang niet is opgewassen tegen hun militaire macht, maken de Verenigde Staten van deze zwakheid gebruik om druk te blijven uitoefenen en kunnen zich zelfs provocaties veroorloven, zoals de zeer politieke en symbolische reis van de Democrate Nancy Pelosi naar Taiwan. Dit ongekende affront, dat de relatieve machteloosheid van China blootlegt, kan zich in de toekomst herhalen en Peking misschien tot gevaarlijke militaire avonturen aanzetten, ook al heeft de Chinese bourgeoisie tot nu toe voorzichtig elke rechtstreekse confrontatie met de VS vermeden.
Uit al deze ontwikkelingen, die verband houden met het optreden van het Amerikaanse imperialisme, kunnen we enkele lessen trekken:
In zijn laatste fase van ontbinding stort het kapitalisme de wereld in barbarij en leidt het onverbiddelijk naar een gigantische vernietiging. Dit ontstellende beeld en de verschrikkingen die dagelijks plaatsvinden, laten zien hoe cruciaal de inzet en de verantwoordelijkheid van de arbeidersklasse in de wereld zijn. De overleving van het menselijk ras staat vandaag op het spel.
WH / 15.09.2022
[1] Voor een nadere toelichting zie de handeling van de tekst: “Militarisme en ontbinding (mei 2022) [49]”
[2] Zie “De Golfoorlog: slachtingen en kapitalistische chaos” Internationale Revue Frans-, Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 65 (1992).
[3] Behalve de steun van Groot-Brittannië nam geen enkele grote militaire macht naast de Amerikaanse troepen deel aan dit conflict.
[4] De massa's die Viktor Joesjtsjenko steunden of de kant van Viktor Janoekovitsj kozen, waren slechts pionnen, die gemanipuleerd werden en zich achter een van de rivaliserende bourgeoisfracties schaarden ten behoeve van deze of gene imperialistische oriëntatie.
[5] Bovendien, zoals de moord op Al Qaeda-leider Ayman Al-Zawahiri op 31 juli 2022 heeft aangetoond, hebben de VS hun invloed op de situatie in dat land geenszins opgegeven.
[6] Zie “De betekenis van de oorlog in Oekraïne”, Internationale Revue, Frans-, Engels en Spaanstalige uitgaven nr. 168.
Sinds 27 september strijden steeds meer werkers van de olieconcerns Total Energies en Esso-Exxon Mobil. Bij het ter perse gaan zijn zeven van de acht raffinaderijen geblokkeerd. Hun belangrijkste eis is duidelijk: om de stijgende prijzen het hoofd te kunnen bieden, eisen zij een loonsverhoging van 10%.
Alle loontrekkers, gepensioneerden, werklozen, precaire studenten, die vandaag gebukt gaan onder de inflatie, deze duizelingwekkende stijging van de voedsel- en energieprijzen, worden geconfronteerd met hetzelfde probleem: salarissen, pensioenen of vergoedingen die hen niet langer in staat stellen een waardig leven te leiden. De vastberadenheid van de stakers van de raffinaderij, hun woede en hun strijdwil belichamen en concretiseren wat de hele arbeidersklasse voelt, in alle sectoren, publiek of privé.
De media kunnen steeds opnieuw beelden laten zien van eindeloze rijen bij tankstations, talloze berichten over de beproeving van automobilisten die naar hun werk willen, maar dit zegt niets: deze strijd wekt voorlopig meer op dan sympathie in de proletarische gelederen, ze wekt ook het gevoel op dat arbeiders uit alle sectoren in hetzelfde schuitje zitten!
Dan zullen de gevestigde media roepen: “Kijk eens naar deze rijkelui die meer dan 5.000 euro per maand verdienen!” Eerlijk gezegd, wie kan een dergelijk leugen geloven? Vooral omdat ze met elke staking van spoorwegarbeiders of luchtvaartmaatschappijen hetzelfde doen... 5.000, 7.000, 10.000... Wie zegt er meer?
In werkelijkheid krijgen deze arbeiders niet meer dan 2.000 euro om te beginnen, 3.000 voor sommigen aan het eind van hun loopbaan, zoals leraren, verpleegkundigen, geschoolde arbeiders, enz. Maar deze propaganda is in de loop van de maanden steeds minder hoorbaar, omdat binnen de arbeidersklasse het idee groeit dat we allemaal getroffen worden door de verslechtering van de lonen en de steeds ondraaglijker wordende aanvallen.
De voelbare toename van woede en strijdbaarheid in veel sectoren in Frankrijk in de afgelopen weken is dan ook geen verrassing. Het maakt deel uit van een bredere dynamiek, van een internationale dynamiek, waarvan de strijd die de arbeiders in het Verenigd Koninkrijk deze zomer hebben gevoerd (en die nog steeds voortduurt) de belangrijkste aanwijzing is. In ons internationale pamflet van 27 augustus schreven we dat “dit de grootste arbeidersbeweging in dit land is sinds tientallen jaren; je moet teruggaan tot de grote stakingen van 1979 om een grotere, massalere beweging te vinden. Een beweging van deze omvang in een land zo groot als het Verenigd Koninkrijk is geen ‘lokale’ gebeurtenis. Het is een gebeurtenis van internationale betekenis, een boodschap aan de uitgebuitenen van alle landen.” Sindsdien hebben bijvoorbeeld stakingen in Duitsland of de aangekondigde stakingen in België deze tendens alleen maar bevestigd.
De arbeidersklasse wordt echter geconfronteerd met een echte zwakte: dat is de versnippering van haar strijd. In de afgelopen twee maanden zijn stakingen uitgebroken in de vervoerssector (in Metz op 7 oktober, in Dijon op 8 oktober, in Saint Nazaire op 11 oktober, op nationale schaal van 17 tot 23 oktober), in de kinderopvang en onder de plaatselijke ambtenaren (op 6 oktober), een betoging op 29 september, hoofdzakelijk in de publieke sector, enz.
Waarom deze verdeling? Want de vakbonden hebben nu de organisatie van deze bewegingen in handen, die zij versnipperen en opsplitsen tussen evenveel bedrijven, sectoren en specifieke eisen. Want zij verdelen het werk om de arbeiders in te kaderen tussen ‘radicale’ en ‘verzoenende’ vakbonden, en spelen zo in op de verdeeldheid die uiteindelijk twijfel en wantrouwen opwekt in de rangen van de arbeiders.
Tegenover Macron en zijn regering presenteren de vakbonden zich nu als radicalen, als voorvechters van de strijd... om ons beter in te kaderen en van elkaar te scheiden. Door geloofwaardigheid te geven aan het idee van ‘belasting op superwinsten’ en een betere ‘verdeling van de rijkdom’, door arrestaties van stakers door de staat aan de kaak te stellen en door de deugden van echte onderhandelingen aan te prijzen, geven de ‘sociale partners’ met hun ‘verzet’ een impuls aan de staat, die zich juist wil voordoen als garant voor welwillende arbitrage. En de media, de leiders van de bourgeoisie, slaan de spijker op de kop door de CGT en het FO voor te stellen als ‘onverantwoordelijke opstandelingen’, om ze in de ogen van de uitgebuitenen geloofwaardig te maken door ze een vermeende strijdbaarheid te verlenen, terwijl deze apparaten zelf staatsorganen zijn, perfect geïnstitutionaliseerd.
Vandaag vernemen we dat ook de arbeiders van de kerncentrale van Gravelines, de krachtigste van West-Europa, gaan staken. Net als de arbeiders van de SNCF, de RATP of de landelijke distributie. Ook zij eisen loonsverhoging! Over enkele dagen, op 18 oktober, is een ‘interprofessionele’ dag van stakingen en demonstraties gepland in het beroepsonderwijs, in ziekenhuizen, in particuliere verzorgingstehuizen... Met andere woorden, ieder in zijn eigen hoekje, gescheiden van de anderen. Bovendien wil de leider van de CGT, Philippe Martinez, voor de microfoon van BFM TV geen eenheidsbeweging van de klasse. Door te zwaaien met de ‘algemene staking’ organiseert hij een diversiteit van louter lokale acties: “We moeten acties in alle bedrijven bespreken en de stakingen veralgemenen. Dit betekent dat er overal gestaakt moet worden”. Om het duidelijk te stellen: de vakbonden organiseren verdeeldheid en versnippering, bedrijf per bedrijf, onder het mom van ‘veralgemening’.
Laten we de zwakte van de sociale beweging tegen de pensioenhervorming in 2019 niet vergeten: er was grote sympathie voor de stakende spoorwegarbeiders, maar die solidariteit bleef platonisch, beperkt tot het geven van geld aan de ‘solidariteits’-fondsen die de CGT in de optochten van de demonstranten naar voren schoof. Maar de kracht van onze klasse bestaat niet uit de aanmoediging van veraf of het naast elkaar ontwikkelen van stakingen, geïsoleerd van elkaar.
Nee! Onze kracht is eenheid, solidariteit in de strijd! Het is geen kwestie van ‘convergeren’, van ons naast elkaar strijden. De strijd van de arbeiders is één en dezelfde beweging: staken en massale afvaardigen sturen naar de arbeiders die geografisch het dichtst bij ons staan (de fabriek, het ziekenhuis, de school, het administratief centrum...) om elkaar te ontmoeten, te discussiëren en steeds meer arbeiders voor de strijd te winnen; vergaderingen organiseren om te debatteren; zich verenigen rond gemeenschappelijke eisen. Het is dit in handen nemen van de strijd door de arbeiders zelf, deze dynamiek van solidariteit, uitbreiding en eenheid die de bourgeoisie door de geschiedenis heen altijd heeft doen beven. Kortom, precies het tegenovergestelde van wat de vakbonden doen.
Vandaag de dag is het voor de uitgebuitenen nog steeds heel moeilijk om zelf hun strijd in handen te nemen; het lijkt hen zelfs onmogelijk, zozeer zelfs dat steeds weer wordt beweerd dat de leiding van deze strijd moet worden toevertrouwd aan de ‘specialisten’ van de vakbonden. Maar de geschiedenis van de arbeidersklasse bewijst het tegendeel: juist toen de leiding van de strijd in handen kwam van de algemene vergaderingen, die collectief beslisten over het verloop van de strijd en verkozen en herroepbare stakingscomités benoemden, die verantwoording verschuldigd waren aan de vergaderingen, en niet aan de verschillende vakbondscentrales, die nooit aarzelen om hun verdeeldheid tentoon te spreiden om de arbeiders te demoraliseren, waren de laatsten het sterkst en waren zij in staat hun uitbuiters terug te dringen.
IKS, 13 oktober 2022
De laatste drie jaar zijn we getuige van een gelijktijdigheid en een verergering van de verschillende crises en catastrofes die het verval van de kapitalistische maatschappij versnellen: oorlog, economische crisis, ecologische crisis, pandemie... Dit, tot op het punt dat we serieus en concreter dan ooit tevoren een bedreiging van de vernietiging van de menselijke soort zien opdoemen.
Een brutale versnelling van de ontbinding
De Covid-19 pandemie, waarvan de achtste golf momenteel aan de gang is, vormde in 2020 al een nieuwe stap in het wegzinken van de maatschappij in de laatste fase van haar verval, die van haar ontbinding. Het kristalliseert in feite een hele reeks factoren van de chaos waartussen tot dan toe geen verband leek te bestaan[1]. De nalatigheid van de heersende klasse kwam overal duidelijker aan het licht met de ineenstorting van de gezondheidszorg (gebrek aan maskers, bedden en verzorgers) die verantwoordelijk waren voor de wereldwijde catastrofe, waarvan de cijfers variëren tussen 15 en 20 miljoen doden. De pandemie had zelfs een blijvend effect op de wereldwijde productieketen, waardoor tekorten en inflatie toenamen. Ook bleek dat de bourgeoisie steeds meer moeite had om een gecoördineerd antwoord te organiseren zowel op de pandemie als op de crisis.
De oorlog in Oekraïne ettert al als een kankergezwel aan de poorten van Europa en is een volgende stap in het versnelde wegzinken van de maatschappij in de ontbinding, vooral door de verergering van het militarisme op wereldschaal. De grote wanorde van de instabiliteit in het Oosten en de Kaukasus, de bominslagen die de elektriciteitscentrale van Zaporizja dreigen te beschadigen, de herhaalde dreigingen om kernwapens te gebruiken[2], de catastrofale lekkage van Nordstream-gaspijpleidingen in de Oostzee als gevolg van waarschijnlijke oorlogsdaden, Poetin’s avontuurlijke ‘gedeeltelijke’ mobilisatie die op een fiasco uitdraait, de angstaanjagende risico’s van een escalatie van een wanhopig Russisch regime, wijzen allemaal op een apocalyptische kapitalistische toekomst over de hele wereld. Nu uiten de afgrond van de militaire uitgaven, die voorafging aan en verder gepaard gaat met de oorlog in Oekraïne en de spanningen in de Stille Oceaan, alsook de enorme schuldenlast van staten die gebukt gaan onder het gewicht van de oorlogseconomie, zich in een versnelde duik in een economische crisis.
De crisis, in combinatie met de catastrofale opwarming van de aarde, stort nu al miljoenen mensen in ondervoeding, niet alleen in Oekraïne maar in vele delen van de wereld; de tekorten nemen toe en de inflatie veroordeelt een groot deel van de werkende klasse tot armoede. De door de bourgeoisie geëiste ‘offers’ voorspellen nog veel meer kwaad. Het militarisme dat hand over hand voor onze ogen toeneemt, belichaamt de irrationaliteit van een kapitalisme dat alleen maar kan leiden tot ondergang en bloedige chaos. Te beginnen met de logica van de Verenigde Staten die in hun wens om hun positie als wereldleider te handhaven, de voortdurende versterking van een militaire supermacht noodzakelijk maakt en die in deze oorlog, net als elders, opereert ten koste van steeds meer chaos en destabilisatie. Talloze rampen van allerlei aard, die steeds vaker voorkomen, werken op elkaar in en voeden elkaar steeds sterker, waardoor een ware vernietigende spiraal ontstaat. In de afgelopen maanden is dit apocalyptische traject aanzienlijk versterkt, zowel door de intensivering van de oorlog en haar verwoestingen als door de spectaculaire ontwikkeling van de manifestatie van klimaatverandering[3]. Naast de vernietiging, de verschroeide aarde en slachtpartijen, en de gedwongen exodussen, wordt de landbouwproductie op wereldschaal beperkt, wordt de toegang tot water schaars, nemen de tekorten en hongersnoden toe, en wordt de wereld onleefbaar door de talloze vervuilingen. De grondstoffen die uitgeput raken, worden vrijwel uitsluitend en zonder scrupules omgezet in strategische wapens, zoals gas of tarwe, en overgeleverd aan een ware plundering en ongebreidelde koehandel, met als resultaat steeds weer militaire confrontaties en menselijk lijden. Deze tragedie vindt niet toevallig plaats. Het is het product van het onherroepelijke bankroet van de kapitalistische productiewijze en van het blinde optreden van een bourgeoisie die het noorden kwijt is.
Een productiewijze die al meer dan honderd jaar wordt ondermijnd door haar tegenspraken en historische grenzen, en die al meer dan dertig jaar wegzakt in haar ultieme ontbindingsfase. De wereld stort zich nu nog sneller in een proces van versnippering, van versnelde vernietiging op grotere schaal, in een immense chaos. De bourgeoisie is machteloos om een levensvatbaar perspectief te bieden, steeds meer verdeeld, niet in staat om op een minimumaal niveau samen te werken zoals ze dat tien jaar geleden nog deed op haar wereldtoppen tegen de crisis. Zij heeft geen inspiratie meer, gevangen door haar eigen web van oogkleppen en hebzucht, ondermijnd door de middelpuntvliedende krachten van het ‘ieder voor zich’ dat overhand toeneemt. De overwinning in Italië van Georgia Meloni's ‘post-fascistische’ extreem-rechtse partij is een nieuw voorbeeld van de toenemende tendens dat de bourgeoisie de controle verliest over haar politieke apparaat. In toenemende mate wordt de heersende klasse in haar bestuur geleid door kliekjes gewetenloze schurken, gevaarlijker en onverantwoordelijker dan ooit.
De bourgeoisie blijft vastbesloten om de uitbuiting te versterken, om het proletariaat te laten betalen voor haar onoplosbare crisis en haar oorlogen. Zij zal nu echter meer rekening moeten houden met de klassenstrijd. Hoewel de versnelling van de ontbinding tijdens de pandemie een rem vormde op de ontwikkeling van de strijdbaarheid die bijvoorbeeld in de winter van 2019-2020 in Frankrijk tot uiting kwam, en hoewel de strijd sterk verminderde na de invasie van Oekraïne, is zij nooit helemaal verdwenen. Afgelopen winter braken er stakingen uit in Spanje en in de VS. Precies deze zomer waren er in Duitsland ook stakingen. Maar in het licht van de crisis, de werkloosheid en de terugkeer van de inflatie, vormt bovenal de omvang van de arbeidersmobilisatie in het Verenigd Koninkrijk een echte breuk met de laatste uitingen van strijd op internationaal vlak. Ze brengt een echte mentaliteitsverandering op gang. Deze stakingen vormen een nieuwe gebeurtenis van een historische dimensie. Na bijna veertig jaar van bijna stagnatie hebben zich vanaf juni een groot aantal zeer karakteristieke stakingen voorgedaan in Groot-Brittannië. Daarbij kwamen nieuwe generaties arbeiders in beweging die bereid waren hun rug te rechten en voor hun waardigheid te vechten, en die als steun en aanmoediging dienen voor andere toekomstige bewegingen. Ondanks de internationale ideologische campagne waarmee de koninklijke begrafenis gepaard ging, kondigden de Liverpoolse havenarbeiders, die in de jaren 1990 waren verslagen, opnieuw nieuwe mobilisaties aan. De vakbonden nemen al het voortouw, radicaliseren zich en spelen hun rol als saboteurs en verdelers. Ook al zal deze beweging noodzakelijkerwijs een teruggang doormaken, op zich betekent zij vanwege haar voorbeeldfunctie al een overwinning. Maar de weg van de internationale strijd van het proletariaat is nog lang voordat zij haar klassenidentiteit kan terugvinden en haar eigen revolutionaire perspectief vastberaden kan verdedigen. Haar pad is bezaaid met valkuilen. De risico's om van het eigen klassenterrein af te wijken door zich te mengen in interklassistische strijd met de belegerde kleinburgerij of in vormen van deelstrijd, in het voetspoor van kleinburgerlijke of burgerlijke bewegingen, zoals die van de ‘feminisme’ of ‘antiracisme’, zijn niet zonder ernstige gevaren, vooral in de landen van de periferie. Zo zag de opstand, die zich eind september in Iran verspreidde, na de dood van Mahsa Amini, een proletariaat dat dreigde te verdrinken in een volksbeweging. Hetzelfde geldt voor Rusland, waar de situatie eerder verward lijkt als gevolg van een meer individuele dan een collectieve weigering om zich tegen de militaire mobilisatie te verzetten. Maar met name door de ontwikkeling van inflatie, werkloosheid en extreme onzekerheid, openen zich op een meer globale manier de voorwaarden voor een ontwikkeling van de internationale klassenstrijd tegenover de komende aanvallen. Ze maken het mogelijk om de voorwaarden te scheppen die nodig zijn voor de bevestiging van het kommunistisch perspectief: vooral in de centrale landen van het kapitalisme, waar het proletariaat het meest ervaren is en met de meest geraffineerde valstrikken van de bourgeoisie heeft geworsteld. Het nieuwe decennium dat is begonnen laat de mogelijkheid van een dergelijke historische bevestiging van het proletariaat voorlopig intact, ook al is de tijd niet meer in zijn voordeel, gezien de omvang van de verwoestingen die het kapitalisme veroorzaakt. Dit decennium, dat begon met zowel arbeidersstrijd als de versnelling van de realiteit van toenemende barbarij en chaos, zal de arbeidersklasse er hoogstwaarschijnlijk dieper van overtuigen dat als enige historische alternatief overblijft: kommunistische revolutie of vernietiging van de mensheid!
WH / 28.09. 2022
[1] “Rapport over de Covid-19 pandemie en de periode van kapitalistische ontbinding”, Internationale Revue, Frans- , Engels- en Spaanstalige uitgave nr. 165.
[2] Het gebruik van kernwapens is niet alleen een kwestie van de goede wil van een ‘gekke dictator’, zoals de bourgeoisie beweert om de bevolking angst aan te jagen voor ‘noodzakelijke offers’. Het vereist ook een zekere consensus binnen de nationale bourgeoisie. Maar hoewel een dergelijk gebruik zou neerkomen op een vrijwillige zelfmoord van de Russische bourgeoisie, maakt de mate van irrationaliteit en onvoorspelbaarheid waarin het kapitalisme zich stort het gebruik ervan niet volledig onmogelijk. Bovendien blijven de verouderde Oekraïense elektriciteitscentrales, een echte financiële afgrond, tientallen jaren na de ramp van Tsjernobyl angstaanjagende tijdbommen.
[3] In de zomer teisterden branden van ongekende omvang de planeet, met droogtes en hitte met pieken tot 50°C (zoals in India), gekoppeld aan verschrikkelijke overstromingen, zoals in Pakistan, waar een groot deel van de landbouwgronden onder water kwamen te staan.
Links
[1] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_376_klweb_0.pdf
[2] https://fr.internationalism.org/content/10732/etats-unis-russie-union-europeenne-ukraine-tous-etats-sont-responsables-guerre#sdfootnote4anc
[3] https://nl.internationalism.org/iksonline/201601/1302/orientatietekst-militarisme-en-ontbinding
[4] https://fr.internationalism.org/content/10732/etats-unis-russie-union-europeenne-ukraine-tous-etats-sont-responsables-guerre#sdfootnote5anc
[5] https://nl.internationalism.org/internationalerevue/201510/1290/stellingen-de-ontbinding-als-hoogste-stadium-van-het-verval-van-het-
[6] https://fr.internationalism.org/content/10732/etats-unis-russie-union-europeenne-ukraine-tous-etats-sont-responsables-guerre#sdfootnote6anc
[7] https://fr.internationalism.org/content/10553/alliance-militaire-aukus-lexacerbation-chaotique-des-rivalites-imperialistes
[8] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/oorlog-oekraine-1
[9] https://nl.internationalism.org/tag/17/285/poetin
[10] https://nl.internationalism.org/tag/4/95/rusland-kaukasus-centraal-azie
[11] https://www.istitutoonoratodamen.it/
[12] https://www.internationalistvoice.org/
[13] http://communistleft.jinbo.net/xe/
[14] https://nl.internationalism.org/tag/11/152/correspondentie-met-andere-groepen
[15] https://nl.internationalism.org/tag/7/109/kommunistische-linkerzijde
[16] https://nl.internationalism.org/tag/8/133/de-beweging-van-zimmerwald
[17] https://www.marxists.org/nederlands/luxemburg/1915/junius/7.htm
[18] https://en.internationalism.org/content/17165/brief-position-statement-war-ukraine
[19] https://en.internationalism.org/content/17166/some-impressions-icc-meetings-5th-and-6th-march-2022
[20] https://nl.internationalism.org/rint/17/zwakkeschakel
[21] https://nl.internationalism.org/content/1599/gezamenlijke-verklaring-van-de-groepen-van-de-internationale-kommunistische-linkerzijde
[22] https://nl.internationalism.org/ir/16_function
[23] https://nl.internationalism.org/tag/aktiviteiten-van-de-iks/openbare-discussiebijeenkomsten-permanenties
[24] https://nl.internationalism.org/files/nl/2022_n-pamflet_strijd-voorbereiden_jan2022_web_0.pdf
[25] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/inflatie
[26] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/cadiz
[27] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/iran
[28] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/algemene-staking
[29] https://fr.internationalism.org/rinte44/zimmer.htm
[30] https://fr.internationalism.org/revue-internationale/201508/9244/conference-zimmerwald-courants-centristes-organisations-politiques-
[31] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/zimmerwald
[32] https://nl.internationalism.org/files/nl/pdf/n_isme_377_klweb-afvlak.pdf
[33] https://www.leftcom.org/en/articles/2022-08-15/wildcat-strikes-in-the-uk-getting-ready-for-a-hot-autumn
[34] https://nl.internationalism.org/content/1631/de-bourgeoisie-gelast-nieuwe-opofferingen-de-arbeidersklasse-antwoordt-met-strijd
[35] https://libcom.org/article/wildcat-action-hit-refineries-and-power-plants-august-24th
[36] https://www.wsws.org/en/articles/2022/09/08/coef-s08.html
[37] http://www.leftcom.org/en/articles/2022-08-31/north-sea-oil-and-gas-fields-the-struggle-continues
[38] https://notesfrombelow.org/article/wildcat-strike-amazon
[39] https://nl.internationalism.org/tag/4/73/groot-brittannie
[40] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/summer-discontent-2022
[41] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-verenigd-koninkrijk-2022
[42] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/situatie-belgie
[43] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1894/kapitaal-3/kapitaal3.pdf
[44] https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865arbeid.htm
[45] https://fr.internationalism.org/content/10764/surproduction-et-inflation
[46] https://nl.internationalism.org/tag/historische-gebeurtenissen/inflatie-2022
[47] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/economische-crisis
[48] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/staatskapitalisme
[49] https://nl.internationalism.org/content/1621/militarisme-en-ontbinding-mei-2022
[50] https://nl.internationalism.org/tag/4/94/verenigde-staten
[51] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk
[52] https://nl.internationalism.org/tag/11/155/tussenkomsten
[53] https://nl.internationalism.org/tag/recent-en-lopend/stakingen-frankrijk-2022