Gepubliceerd op Internationale Kommunistische Stroming (https://nl.internationalism.org)

Home > Internationalisme > Internationalisme - jaren 2010 > Internationalisme 2015 - 362 t/m 363 > Internationalisme nr. 362 - 1e - 2e kwartaal 2015

Internationalisme nr. 362 - 1e - 2e kwartaal 2015

  • 1090 keer gelezen

Betogingen en stakingen in België, De vakbondsacties leiden slechts tot ontmoediging en tot wanhoop

  • 1630 keer gelezen

Van het Noord- tot het Zuid-station, waren de straten gevuld met rode, groene en blauwe kleuren. Een bonte verzameling van zowat 120.000 mensen afkomstig uit alle regio’s, over de taalgrens heen, die opstapten achter het ‘gemeenschappelijk’ vakbondsfront van socialisten christenen en liberalen. Die donderdag 6 november leek het wel alsof het centrum van het kapitalistische Europa, Brussel, veranderd was in een stad van ‘arbeidersvakbonden’. En dat was slechts het begin van een lange reeks acties, 3 dagen van ‘provinciale’ stakingen en een dag van ‘nationale staking, verspreid van midden november tot midden december, allemaal gericht tegen de maatregelen van de ‘Zweedse’ coalitie van de rechtse partijen (blauw voor de Nederlandstalige en Franstalige Liberalen, geel voor de Christendemocraten en de Vlaamse nationalisten).

De massale vakbondsbetoging van 6 november sprak boekdelen over de doelstellingen die de vakbonden beoogden. Enerzijds eindigde ze met relatief gewelddadige incidenten tussen enkele honderden ‘relschoppers’ en de ordestrijdkrachten, die in het lang en het breed uitgesmeerd en aangeklaagd werden in de media. Maar anderzijds kenschetsten diezelfde burgerlijke media deze samenkomst als de meest massale en indrukwekkende arbeidersbetoging sinds 31 mei 1986, toen er bij de 200.000 arbeiders betoogden. Hoe moeten wij deze dubbele mediacampagne interpreteren over de ‘oorlog in de straten van Brussel’, maar ook over de ‘belangrijkste arbeidersmobilisatie sinds 1986’? Welke waren de werkelijke doelen die de vakbonden voor ogen hadden? Dat zijn de vragen waarop dit artikel wil antwoorden.

Gaat de vergelijking met 1986 op?

De vergelijking van de betoging van 6 november 2014 met die van 1986 loopt totaal mank zowel op het vlak van de kenmerken van de beweging als wat betreft de context waarin die plaatsvond :

  • de strijdbaarheid en vastberadenheid van de arbeiders zijn totaal niet vergelijkbaar in de twee gebeurtenissen.
    De betoging van 31 mei 1986 was het gevolg van verbeten strijd, die ingezet en dikwijls georganiseerd was door de arbeiders zelf. Want het waren niet de vakbonden of ‘ultralinks, maar “de arbeiders zelf die massale delegaties hebben gestuurd naar andere bedrijven (mijnwerkers, spoormannen, MIVB, …) We zagen ook belangrijke pogingen om de vakbonden de controle te betwisten over de strijd en hem in handen van de stakers te behouden, zoals met de coördinatie van stakende leerkrachten van de ‘Malibran’ in Brussel” (Internationalisme nr.117). Het zoeken naar eenheid was ook sterk aanwezig bij de strijdende arbeiders: “Zo concretiseerde zich de wil om de straat te gebruiken als een geschikte plaats waar men de eenheid in de strijd kan smeden, werkenden en werklozen samen. Behalve op de betoging van 31.5, had men wekenlang een reeks massale samenkomsten gezien in de grote industriële steden, en dit ondanks het niet-aflatende werk van de vakbonden om de arbeiders geïsoleerd te houden”. (Internationalisme nr.111). Het was slechts geleidelijk aan, en moeizaam, dat de vakbonden er in slaagden om terug vat te krijgen op de strijd. Zij profiteerden van de zwakheid van de beweging voor wat betreft haar historisch perspectief, namelijk de politieke en culturele dimensie van de strijd, en maakten ook gebruik van de demobilisering wegens de zomervakantie, om de strijd op een sisser te doen aflopen.

    In tegenstelling tot de massale betoging van 1986, was op de recente betoging in Brussel de strijdbaarheid om zo te zeggen afwezig. Geen spoor van contestatie van de instructies van de vakbonden. De deelnemers droegen slagzinnen meer in de vorm van een vraag of van een suggestie, dan van een eis: “Waarom langer werken? Drie werknemers op de vier (toch al) ziek voor hun 65e jaar!” ;“Eendracht maakt zacht”;”Onderwijs, een recht?” en nog meer van dit soort spandoekteksten. Bepaalde officiële leuzen riepen zelfs op de “gemeenschap” niet op te laten draaien voor de herstructureringen van de patroons:“Geen afdankingen, zeker niet met overheidsgeld”. Kortom het gros van de betogers liepen gedwee mee achter de vakbonden en hun ordewoorden.

  • de algemene dynamiek van de klassenstrijd is ook heel uiteenlopend bij de beide situaties.
    De betoging van 31 mei 1986 was het orgelpunt van weken van strijd in de bedrijven en in de sectoren, zowel bij de openbare diensten als in de private sector. De beweging was losgebarsten door “stakingen die spontaan op gang kwamen en die het vuur in de pan sloegen… de dynamiek van de uitbreiding werd gedreven door algemene vergaderingen en actiecomités die ontstonden in de loop van de strijd. Het zijn de arbeiders zelf die het idee gelanceerd hebben van een mars op Brussel, als poging tot eenmaking” (Internationalisme nr.117). De vakbonden waren in het begin overspoeld door de strijdbaarheid en sprongen op de rijdende treinwagon. De bewegingen van 1986 moeten trouwens gesitueerd worden in het kader van een internationale strijdgolf. “Net daarvoor gingen in Noorwegen 120.000 arbeiders in staking ; in Finland waren het er 250.000 die samen tegen de staat ingingen” (Internationalisme nr.111). Na de neergang van de beweging in België, zijn er nog verschillende andere stakingsbewegingen gevolgd in meerdere landen van West-Europa.

De huidige toestand is ook op dit punt dus niet vergelijkbaar. Sinds het einde van de jaren 1980, heeft noch de arbeidersklasse, noch de bourgeoisie haar historisch perspectief kunnen opleggen, en daardoor een blokkering veroorzaakt van de krachtsverhouding tussen de klassen. Dit heeft tot gevolg dat het kapitalisme ter plekke trappelt en verrot. De ineenstorting van de stalinistische regimes, die “een belangrijke terugslag teweegbracht bij het proletariaat, zowel op het vlak van haar bewustzijn als van haar strijdbaarheid ” (International Review nr. 130, 3e trimester 2007), legt de nadruk nog scherper op de impact van deze ontbinding. Het ‘ieder voor zich’, wordt meer en meer een doorslaggevend element in het kapitalisme in verval. Dat heeft aanzienlijke moeilijkheden tot gevolg voor de arbeidersstrijd: “ (…) de ontbinding heeft voor de arbeidersklasse belangrijke moeilijkheden opgeworpen zowel op het materieel als op ideologisch niveau, voor de ontwikkeling van de strijd van de arbeidersklasse:

  • op het economische en sociale vlak, neigden de materiële processen van de ontbinding om het identiteitsgevoel van het proletariaat te ondermijnen. Traditionele industriële concentraties van de arbeidersklasse zijn steeds meer in stukken gebroken; het sociale leven is steeds meer geatomiseerd (…); de langdurige werkloosheid, vooral onder de jeugd, versterkt deze atomisering en vermindert steeds meer de band met tradities van collectieve strijd;
  • de onophoudelijke ideologische campagnes van de heersende klasse, het verkopen het nihilisme, het individualisme, het racisme, het occultisme en het godsdienstige fundamentalisme, die helpen om de werkelijkheid van de maatschappij te verduisteren, waarvan de fundamentele verdeling nog altijd die tussen de klassen blijft;
  • de arbeidersklasse wordt vandaag geconfronteerd met een ernstig verlies aan zelfvertrouwen - niet alleen in haar bekwaamheid om de maatschappij te veranderen, maar zelfs in haar capaciteit om zichzelf te verdedigen op het vlak van de dagelijkse praktijk. Dit (…) heeft de capaciteit van het kapitalisme doen toenemen om de inspanningen van de arbeiders af te leiden van hun specifieke belangen naar de verdediging van een lapwerk van “populaire“ en “burger“ bewegingen voor meer ‘democratie’ ” (International Review nr.106, 3e trimester 2001).

De gevolgen van deze ontbinding leiden regelmatig tot verwarring en zelfs tot demoralisering. Ze tekenen een hele generatie van proletariërs. In Europa veroorzaken zij een grote ontreddering onder de arbeiders met betrekking tot de doelstellingen van de strijd en de alternatieven die moeten vooropgesteld worden tegenover een wegrottend systeem. Zelfs hun zelfvertrouwen, het gevoel van te behoren tot één enkele klasse met haar eigen verwachtingen en eisen worden aan het wankelen gebracht.

Vandaag botsen de aanvallen, die de arbeidersklasse in België ondergaat, of die nu worden toegediend door een linkse regering (de vorige regering van de socialist Di Rupo) of door de huidige rechtse regering, praktisch op geen weerstand ondanks een werkelijke sociale ontevredenheid. Dat is trouwens het geval in alle landen. Zo is de bourgeoisie er in geslaagd om zware herstructureringen door te drukken, zoals de sluiting van Ford-Genk en de afslanking van de staalnijverheid in Luik (Mittal) zonder dat dit aanleiding gaf tot betekenisvol arbeidersverzet. De bourgeoisie slaagt er in vandaag om een zekere controle te behouden zowel over haar economisch apparaat als over de sociale situatie dank zij het meesterschap van de vakbonden die haar greep op de arbeiders versterkt. Zij slagen er nog in om de arbeiders op te sluiten in onbetekenende en hyper-corporatistische spiegelgevechten (en zelfs zeer onpopulaire strijd, om de arbeiders tegen elkaar op te zetten, zoals bij de stakingen van de spoormannen van de NMBS in de voorbije herfst). En de aankondiging door de federale en regionale regeringen van drastische soberheidsmaatregelen, die een weerslag hebben op de lonen, de pensioenen, de sociale uitkeringen, de werkloosheid en de openbare dienstverlening - ook al veroorzaakte ze een gevoel van onrechtvaardigheid en verontwaardiging - heeft evenmin strijdbare reacties doen ontvlammen bij de werkers. Er zal een nog grotere verloedering van de algemene levensomstandigheden en van de uitbuiting van de arbeidersklasse moeten plaatsvinden vooraleer deze haar verlamming zal kunnen te boven komen.

Wat wem vergelijkbaar is, is de rol van de vakbonden

Als er echter één zaak is die vergelijkbaar is in beide gevallen, dan is het de rol die de vakbonden spelen als doodgravers van de klassestrijd in beide gevallen, zelfs al kan de tactiek wisselen.

In 1986 zijn de vakbonden op de rijdende treinwagon gesprongen, niet om de strijd te steunen maar, in tegendeel, om stokken in de wielen te steken van de dynamiek van de beweging, haar om te leiden en naar een doodlopend straatje af te voeren. Met de hulp van de meer ‘radicale’ vakbondsbasis, lukte ze dat uiteindelijk: “Door de perspectieven, die uit de strijd naar voren komen (uitbreiding naar andere sectoren, zelforganisatie, mars naar Brussel, enzovoort) over te nemen, kon [deze laatste] ze van elke proletarische inhoud ontdoen”. (Internationalisme nr. 111). In feite was de nationale betoging van 31 mei 1986 voor de vakbonden de beste gelegenheid om de leiding van de beweging, die hen half ontglipt was, weer in handen te krijgen.

Vandaag is de strategie verschillend, maar hun rol is identiek. De vakbonden nemen nu het initiatief, terwijl de arbeiders in volle ontreddering zitten, om de verwarring in de hoofden van de arbeiders nog groter te maken en vooral ook om hen er van te overtuigen dat het vakbondsoverleg het enige kader is waarin een verzet tegen de soberheid kan gevoerd worden. Terwijl zij hoog van de toren blazen dat zij “de oorlog verklaren aan deze regering in dienst van de patroons”, heeft de vertegenwoordiging van het vakbondsfront van begin af aan van de acties een overleg met de belangrijkste ministers geëist om het recht op te eisen met hen het debat aan te gaan over de “antisociale maatregelen die de families en de werkers pijn doen”, om aan te tonen dat, eerder dan “het forceren van het slikken van de indexsprong”, het mogelijk was om “geld te halen waar er is” en “het te gaan zoeken waar het zit !” (toespraak van de vakbondsleider van het ABVV, Rudy De Leeuw).

Van bij het begin was het ware doel van de vakbondsacties duidelijk: de betoging laten doorgaan onder de ‘bescherming’ van die van 1986, een krachtige beweging van arbeidersstrijd, en te mikken op het vertroebelen van het bewustzijn van de werkers. Het ging er wel degelijk om hen te hersenspoelen over het feit dat de strijd van de arbeiders niets anders kan zijn dan een strijd waarbij de vakbonden zouden “betrokken worden bij het overleg”, “geassocieerd bij de concretisering van de soberheidsplannen”, opdat zij die plannen zouden kunnen ombuigen in de zin van evenwichtige maatregelen die “een inspanning van allen vragen volgens ieders mogelijkheden”. Eerder dan het ontmijnen van een volhardende strijdbaarheid van de arbeiders zoals in 1986, mikten de vakbonden er, via hun huidige acties, op om de strijdwil en de bewustwording van de arbeiders te doen verrotten aan de basis. Daarom sloten zijn elk verzet en elke poging tot het zoeken van een alternatief op in de dwangbuis van het sociaal overleg om het nationaal belang te vrijwaren, en dus de eenheid met hun uitbuiters in de schoot van de burgerlijke democratie.

Klassestrijd gelijkstellen aan zinloos geweld

Een ander luik van de campagne was de media-tamtam over de ‘oorlog in de straten van Brussel’. Parallel met het voorgaande beantwoordde dit aan een ander, perfect complementair doel. Want indien de vakbonden, ondanks hun ronkende verklaringen, nooit ‘oorlog gevoerd hebben’ tegen de regering en haar maatregelen (en trouwens ook nooit die bedoeling gehad hebben), heeft de bourgeoisie de rellen, die plaatsgrepen op het einde van de betoging van 6 november, uitgebreid in de media gebracht om elk idee van radicale strijd te associëren aan stadsterreur en zinloos geweld.

Deze rellen zijn een goed uitgekiende provocatie geweest door de politie, de ordedienst van de vakbonden en louche infiltranten. Op weg naar de betoging werden de deelnemers aan de vakbondsbetoging ruimschoots aangezet om, gratis of niet, drank te consumeren, in het bijzonder bier. Tijdens de wandeling van het Noordstation naar het Zuidstation, werden ze overdonderd met oorverdovende muziek, met luidsprekers die slagzinnen uitbraakten en met het ontploffen van voetzoekers. Op geen enkel moment was er gelegenheid tot discussie over waarom en hoe strijden en over wat te doen na de betoging, als ze daartoe de intentie hadden. Onder deze omstandigheden was het niet moeilijk om de door de alcohol opgeklopte frustraties bij bepaalde groepen van deelnemers, die geïnfiltreerd waren door provocateurs en troebele elementen, te doen uitbarsten. Zo werden zij meegesleurd in een knokpartij met de ordestrijdkrachten en gedreven tot zinloze vernieling van auto’s, uitstalramen en openbaar straatmeubilair.

Dat heeft de bourgeoisie in staat gesteld om een intensieve campagne te ontketenen tegen het ‘zinloze’ geweld en de ‘publieke terreur’, die voortvloeit uit elke klassestrijd, die voor de gelegenheid gelijkgesteld werd aan uitgelokte rellen. Het idee, dat in de pers werd ingeprent was dat elke ‘spontane’ en ‘radicale’ oppositie tegen de soberheidsmaatregelen enkel kon uitlopen op geweld, zinloze en blinde vernielingen, die zonder onderscheid de gemiddelde burger troffen, naar het beeld van de arme Noord-Afrikaanse arbeider, die zag hoe zijn voertuig, dat hij nodig had voor het werk, in brand gestoken werd door relschoppers. Gelukkig maar dat er via de sociale media een collecte was die op enkele uren tijd volstond om zich een nieuwe auto aan te schaffen! Zo wil de bourgeoisie via een negatief beeld opdringen:

  • dat radicale arbeidersstrijd slechts kan leiden tot geweld, waarbij een minderheid haar wil oplegt aan de meerderheid van de bevolking en dat dit voorbijgestreefd is (“Men dient er zich rekenschap van te geven dat de klassestrijd voorbijgestreefd is”, Open brief van het parlementslid Jean-Marie Dedecker aan Rudy De Leeuw) ;

  • dat hij bovendien antidemocratisch is, omdat hij geen enkel respect heeft voor de meerderheid van de bevolking die deze regering heeft gekozen.

Tegelijkertijd werd eens temeer bewezen dat de ‘democratische’ en ‘redelijke strijd’ van de vakbonden een ‘beschaafd’ alternatief vertegenwoordigde.

Strijden achter de vakbonden, betekent de kapitalistische logica aanvaarden

Het vervolg van het scenario van de vakbondsacties heeft enkel gediend om de campagne te verdiepen en de boodschap te benadrukken die de bourgeoisie wil doen overbrengen. De reeks van provinciale beurtstakingen en de nationale stakingsdag zijn uitgemond in een grote ‘overwinning’: de vakbonden werden uitgenodigd op het sociaal overleg met het patronaat en de regering, die beweerde bereid te zijn om ‘toe te geven’ op bepaalde kleinere aspecten van de aangekondigde maatregelen. Na een maand van ‘harde onderhandelingen’, werd er een sociaal akkoord getekend begin februari met de christelijke en liberale vakbonden, terwijl de socialistische vakbond oordeelde dat het akkoord onvoldoende was, in het bijzonder voor wat betreft de fetisj van de ‘indexsprong’ die werd opgelegd door de regering (die in werkelijkheid zuiver een kwestie van principe is, aangezien de inflatie voor het ogenblik quasi nul is). In ieder geval wacht de vakbond af of de regering beslist om nog andere toegevingen te doen en de bond voorziet andere types van acties want “de stakingsbereidheid is hoog onder onze militanten”.

Zo is de zaak afgerond. In november 2014, hadden de vakbonden radicale refreinen ingezet: “het is nu alles of niets: de waarheid moet op tafel komen”. Deze waarheid is dat zij proberen om radicaal verzet tegen de soberheid proberen te assimileren aan terroristisch geweld en dat zij de onderwerping aan de imperatieven van het nationaal belang van de burgerlijk democratische staat als enig alternatief stellen. Deze waarheid over de vakbonden is niet nieuw. Sinds het begin van de Eerste wereldoorlog, dus al meer dan 100 jaar, spelen de vakbonden schijnheilig het spel mee van het kapitalistische systeem.

Ook deze keer weer, hebben zij, via een reeks gefragmenteerde stakingen, stilzwijgend betogingen en heel wat andere acties die tot niets leiden (zoals de gescheiden betogingen van de sociale werkers, de studenten en de treinbestuurders op 11december ll.), de arbeidersklasse een duw gegeven in de afgrond van ontreddering en verwarring. Hun enige doel was om in de geest van de werkende arbeiders, werklozen en gepensioneerden nog dieper te doen doordringen dat strijd nergens toe leidt, dat de soberheidsmaatregelen onvermijdelijk zijn en dus moeten geslikt worden. De vakbonden zijn dus echte wolven in schapenvacht, wier acties er slechts op gericht zijn om de logica te doen aanvaarden van een onmenselijk kapitalisme, dat in ontbinding is geraakt.

Zoals alle Linkskommunisten weten sinds de publicatie in 1920 van het programma van de revolutionairen van de KAPD, zijn de vakbonden “op die manier, naast de burgerlijke fundamenten, één van de belangrijkste steunpilaren van de kapitalistische staat” (Programma van de ‘Kommunistische Arbeiter Partei Deutschlands’, in mei 1920). Al 100 jaar staan de vakbonden niet meer aan de kant van de arbeidersklasse. Al meer dan een eeuw, zijn ze geen strijdorganisatie meer van de werkers. Als de vakbonden momenteel hoog van de toren blazen, dan is dat niet om de belangen van de werkers te verdedigen, maar die van de staat, van het kapitaal, en de nationale economie. Ze doen dat om het verzet te verlammen voorleer het kan rijpen en vooraleer het de vorm zou krijgen van een echte strijd tegen de oorzaken van alle ellende.

Jos & Zyart / 15.02.2015

 

Geografisch: 

  • België [1]

Territoriale situatie: 

  • Situatie in België [2]
  • Klassenstrijd in België [3]
  • Sociale situatie in België [4]

De bloedige aanslagen in Parijs: het terrorisme, een uiting van de verrotting van de burgerlijke maatschappij

  • 2104 keer gelezen

Cabu, Charb, Tignous, Wolinski, deze vier namen onder het twintigtal doden, die de balans uitmaken van het bloedbad in Parijs van 7 en 9 januari, zijn een symbool. Zij waren het die op de eerste plaats werden geviseerd. En waarom? Omdat zij de intelligentie vertegenwoordigden tegen de domheid, de rede tegen het fanatisme, de opstand tegen de onderwerping, de moed tegen lafheid (1 [5]), de sympathie tegen de haat, en deze specifiek menselijke kwaliteit: de humor en de lach tegen het conformisme en de weldenkende eentonigheid.

Men kan sommige van hun politieke standpunten verwerpen en bestrijden (waarvan sommigen volkomen burgerlijk waren). (2 [6]) Maar wat getroffen werd, was juist wat ze bij uitstek uitstraalden. Deze barbaarse uitbarsting van geweld tegen eenvoudige tekenaars of ongevaarlijke klanten van een supermarkt, neergeknald enkel om het feit dat ze joden waren, heeft een aanzienlijke ontroering veroorzaakt, niet alleen in Frankrijk maar in de hele wereld, en dat is normaal. Het gebruik dat vandaag door vertegenwoordigers van de burgerlijke democratie van deze ontroering wordt gemaakt mag het feit niet verduisteren dat de verontwaardiging, de woede en de diepe droefheid, die miljoenen mannen en vrouwen troffen en die ze, op 7 januari, spontaan de straat op deed gaan, een gezonde en elementaire reactie was op deze laaghartige barbaarse daad.

Een zuiver product van de ontbinding van het kapitalisme

Het terrorisme dateert niet van vandaag. (3 [7]) Het nieuwe is de vorm die het heeft aangenomen en het feit dat het zich, vanaf het midden van de jaren '80, sterk heeft ontwikkeld om uiteindelijk een wereldwijd verschijnsel zonder weerga te worden. De reeks blinde aanslagen, die Parijs in 1985-‘86 heeft getroffen en die overduidelijk niet een gewone daad was van kleine geïsoleerde groepen maar de handtekening droeg van een Staat, wijdde een nieuwe periode in van het gebruik van het terrorisme. Sindsdien heeft dit fenomeen zich uitgebreid op een manier, die ongekend is in de geschiedenis, en het heeft een toenemend aantal slachtoffers geëist.

De terroristische aanslagen, die door islamistische fanatici zijn gepleegd, zijn evenmin een nieuw verschijnsel. De geschiedenis aan het begin van deze eeuw getuigt ervan, en in een omvang die veel groter is dan die van de aanslagen begin januari 2015 te Parijs,.

De kamikaze-achtige aanslagen met vliegtuigen op de Twin Towers van New York op 11 september 2001 hebben een nieuw tijdperk ingeluid. Voor ons is het duidelijk dat de Amerikaanse geheime diensten deze aanslagen hebben laten begaan en zelfs begunstigd waardoor het voor de Amerikaanse imperialistische macht mogelijk werd om de oorlog in Afghanistan en in Irak te rechtvaardigen en te ontketenen. Net zoals de Japanse aanval op de marinebasis van Pearl Harbor in december 1941 voorzien en gewild was door Roosevelt om de Verenigde Staten een voorwendsel te geven om aan de Tweede Wereldoorlog deel te nemen. (4 [8]) Maar het is eveneens duidelijk dat degenen, die de besturing van de vliegtuigen hadden overgenomen, compleet waanzinnige fanatici waren die dachten het paradijs te verdienen door massaal te doden en door hun leven op te offeren.

Minder dan drie jaar na New York, op 11 maart 2004, vormde Madrid het theater van een verschrikkelijke moordpartij: “islamistische” bommen veroorzaakten 200 doden en meer dan 1500 gewonden in het station van Atocha. Menselijke lichamen waren zo uiteengereten, dat zij slechts middels hun DNA konden geïdentificeerd worden. Het jaar daarop, op 7 juli 2005, was het Londen dat werd getroffen: vier explosies, eveneens in het openbaar vervoer, veroorzaakten 56 doden en 700 gewonden. Ook Rusland heeft, in de loop van 2000, verschillende islamistische aanslagen gekend, waarvan die op 29 maart 2010 39 doden en 102 gewonden veroorzaakte. En natuurlijk werden de perifere landen, sinds de Amerikaanse interventie in 2003, naar het voorbeeld van Irak, niet gespaard, zoals we onlangs nog hebben kunnen zien in Pakistan, in Peshawar, waar in december 141 personen, waarvan 132 kinderen, in een school overleden.

Deze laatste aanslag, waar kinderen het specifieke doelwit waren, illustreert, in heel zijn afschuwelijkheid, de toenemende barbaarsheid van deze aanhangers van de “Jihad”. Maar de aanslag van 7 januari in Parijs, hoewel veel minder moorddadig en gruwelijk dan die in Pakistan, vormt de uitdrukking van een nieuwe dimensie in de barbaarsheid.

In alle vorige gevallen, hoe weerzinwekkend het uitmoorden van een burgerbevolking en met name van de kinderen ook was, was er nog een zekere “rationaliteit”: het ging om een wraakneming of een poging om druk uit te oefenen op Staten en hun strijdkrachten. De moordpartij van Madrid in 2004 werd geacht Spanje te “straffen” voor zijn medeplichtigheid in Irak aan de zijde van de Verenigde Staten. Datzelfde gold voor de aanslagen van 2005 in Londen. Bij de aanslag van Peshawar ging het erom druk uit te oefenen op de Pakistaanse militairen door hun kinderen af te slachten. Maar in het geval van de aanslag van 7 januari in Parijs is er geen sprake van een - zelfs illusoir - gelijkaardig “militaire doel”. Men heeft de tekenaars van “Charlie Hebdo” en hun collega's vermoord om “wraak te nemen voor de profeet”, van wie deze krant karikaturen had gepubliceerd. En dat, niet in een land dat verwoest was door de oorlog of onderworpen was aan het religieuze obscurantisme, maar in “democratisch, neutraal en republikeins” Frankrijk.

De haat en het nihilisme zijn altijd een essentiële drijfveer in de daden van de terroristen, en in het bijzonder van hen die opzettelijk hun leven opofferen om zo massaal mogelijk te doden. Maar deze haat, die menselijke wezens in koele moordmachines verandert, zonder de minste consideratie voor de onschuldigen die ze vermoorden, hebben als voornaamste doelwit de Staten, die andere “moordmachines”. Niets van dat op 7 januari in Parijs: de obscurantistische haat en het fanatieke verlangen tot wraak komen hier in zuivere vorm tot uiting. Hun doelwit is de andere, die andere die anders denkt dan ik, en vooral de andere die denkt omdat ik besloten heb om niet meer te denken, deze bekwaamheid die eigen is aan de menselijke soort.

Daarom heeft het bloedbad van 7 januari een zodanige grote impact veroorzaakt. In zekere zin wordt men geconfronteerd met iets dat ondenkbaar is: hoe hebben de hersenen van mensen, die toch zijn opgevoed in een “beschaafd” land, een dergelijk barbaars en absurd plan kunnen bedenken, die veel lijkt op die van de meest fanatieke nazi’s, die de boeken verbrandden en de Joden uitroeiden?

En dat is nog niet het ergste. Het ergste is het dat de meest extreme daad van de broers Kouachi, van Amedy Coulibaly en hun eventuele medeplichtigen, slechts het topje is van een ijsberg, van een hele stroming die steeds meer tot bloei komt in de arme voorsteden, een onderstroom die zich heeft laten horen toen een bepaald aantal jongeren het idee opperden dat “Charlie Hebdo het, door de profeet te beledigen, zelf uitgelokt heeft”, en dat de moord op de tekenaars iets “normaals“ was.

Dat is eveneens een uitdrukking van de vooruitgang die  de barbaarsheid, de ontbinding maakt in onze “beschaafde” maatschappij. Het onderduiken van een deel van de jeugd, en niet alleen van hen die een migrantenachtergrond hebben, in de religieuze en obscurantistische haat is, onder andere, een bijzonder kenmerkend symptoom van de extreme crisis, van de verrotting van de kapitalistische maatschappij.

Vandaag, ongeveer overal (in Europa eveneens en in het bijzonder in Frankrijk), worden talloze jongeren zonder toekomst, met een chaotisch traject, vernederd door opeenvolgende mislukkingen, door de culturele en sociale ellende, gemakkelijke prooien voor de gewetenloze ronselaars (vaak verbonden met Staten of met politieke uitingen zoals Daesh), die deze “loosers” met hun al even onverwachte als plotselinge bekering in hun netwerken opnemen en ze omvormen tot potentiële huurmoordenaars of tot kanonnenvlees voor de “Jihad“. Met de afwezigheid van enig vooruitzicht, wat eigen is aan de huidige crisis van het kapitalisme, een economische maar ook een sociale, morele en culturele crisis, met de fundamentele verrotting van de maatschappij die door alle poriën dood en vernietiging uitzweet, is het leven van een groot aantal van deze jongeren in hun eigen ogen doelloos en waardeloos geworden. Zij neemt dan ook vaak en zeer snel de religieuze kleur aan van een blinde en fanatieke onderwerping, die allerlei irrationele en extreme, barbaarse gedragingen aanwakkert, die door een sterk zelfmoordnihilisme worden gevoed.

De verschrikkingen van de kapitalistische maatschappij in ontbinding, die op andere plaatsen massaal kindsoldaten voortbrengen (bijvoorbeeld in Oeganda, in Kongo of in Tsjaad in het bijzonder sinds het begin van de jaren '90), brengen in het hart van Europa zelf nu jonge psychopaten voort, koelbloedige professionele moordenaars, volkomen gedesensibiliseerd en in staat tot het ergste, zonder zelfs hiervoor een beloning te verwachten. Kortom, deze kapitalistische maatschappij, die staat te verrotten, als zij aan haar eigen ziekelijke en barbaarse dynamiek wordt overgelaten, zal de hele mensheid geleidelijk meeslepen in de bloedige chaos, de moorddadige waanzin en de dood. Zoals het terrorisme laat zien, brengt ze steeds meer individuen voort die volkomen wanhopig, fijn gemaald en in staat zijn tot de ergste gruweldaden; fundamenteel bewerkt ze deze terroristen naar haar beeld. Als dergelijke “monsters“ bestaan, dan komt dat omdat de kapitalistische maatschappij “monsterachtig” is geworden. Niet alle jongeren, die door deze obscurantistische en nihilistische afwijking worden beïnvloed, melden zich aan voor de “Jihad”. Maar het feit dat velen van hen zij die deze stap hebben genomen als “helden” of “rechtvaardigen” beschouwen, vormt een bewijs voor het steeds meer massale karakter van de wanhoop en de barbarij, die de maatschappij binnendringt.

De laaghartige “democratische“ recuperatie

Maar de barbaarsheid van de huidige kapitalistische wereld komt niet alleen tot uitdrukking in deze terroristische daden en de sympathie die zij bij een deel van de jeugd genieten. Zij drukt zich eveneens uit in de laaghartige manier waarop de bourgeoisie bezig is om zich deze drama’s toe te eigenen.

Op het moment dat wij dit artikel schrijven, bereidt de kapitalistische wereld, met aan het hoofd de voornaamste “democratische“ leiders, zich erop voor om een van de smerigste handelingen te verrichten waarvan hij het geheim heeft. Op zondag 11 januari zullen, rond President Hollande en alle politieke leiders van het land van alle politieke kleuren, Angela Merkel, David Cameron, de regeringsleiders van Spanje, Italië en vele andere landen van Europa, maar ook de Koning van Jordanië, Mahmoud Abbas, voorzitter van de Palestijnse Raad, en Benyamin Netanyahou, Minister-President van Israël samenkomen voor een enorme manifestatie in de straten van Parijs.(5 [9])

Terwijl honderdduizenden mensen, de avond van 7 januari spontaan de straat opgingen, begonnen de politici, met François Hollande voorop, en de Franse media hun campagne: “het is de persvrijheid en de democratie” die worden geviseerd, “men moet zich mobiliseren en zich verenigen om deze waarden van onze republiek te verdedigen”. In de betogingen, die volgden op die van 7 januari, heeft men steeds meer het Franse volkslied, de “Marseillaise”, kunnen horen, waarvan het refrein luidt: “Moge het onreine bloed onze voren doordrenken!”. “Nationale eenheid”, “bescherming van de democratie”, dat zijn de leuzen die de heersende klasse ons in wil prenten. Dat wil zeggen: dezelfde leuzen die, in de XXe eeuw, de mobilisatie en de afslachting van tientallen miljoenen proletariërs in beide wereldoorlogen hebben gerechtvaardigd. Hollande heeft het in zijn eerste redevoering trouwens goed gezegd: door het leger naar Afrika te zenden, met name naar Mali, heeft Frankrijk zich reeds gevoegd bij de strijd tegen het terrorisme (net zoals Bush, die de Amerikaanse militaire tussenkomst in 2003 in Irak hetzelfde doel toedichtte). Uiteraard hebben de imperialistische belangen van de Franse bourgeoisie niets met deze interventies te maken!

Arme Cabu, Charb, Tignous, Wolinski! Islamistische fanatici hebben hen een eerste keer gedood. Ze zouden nog een tweede keer worden gedood door al deze vertegenwoordigers en “fans“ van de burgerlijke “democratie”, al deze staatshoofden en regeringsleiders van een rottend wereldsysteem die de voornaamste verantwoordelijke is voor de barbaarsheid, die de menselijke maatschappij binnendringt: het kapitalisme. Politieke leiders die niet aarzelen om zelf gebruik te maken van terreur, van moorden, van represailles tegen burgerbevolkingen, wanneer het erom gaat de belangen van dit systeem en zijn heersende klasse, de bourgeoisie, te verdedigen,

Een einde stellen aan de barbaarsheid, waarvan het moorden van januari 2015 in Parijs de uitdrukking zijn, moet zeker niet verwacht worden van hen die de voornaamste verdedigers zijn van en die garant staan voor het economische systeem, dat deze barbaarsheid veroorzaakt. Dit kan slechts het gevolg zijn van de omwenteling van dit systeem door het wereldproletariaat, dat wil zeggen: door de klasse die op geassocieerde wijze de essentiële rijkdommen van de maatschappij produceert. Het moet worden vervangen door een echte wereldwijde menselijke gemeenschap, die niet meer gebaseerd is op winst, concurrentie en het gebruik van de mens door de mens, maar op de afschaffing van deze overblijfselen van de menselijke prehistorie. Een maatschappij die is gebaseerd op “een associatie, waarin de vrije ontplooiing van een ieder  de voorwaarde is voor de vrije ontplooiing van allen” (6 [10]), de communistische maatschappij.

RI / 2015.01.11

 

Voetnoten

(1) Al jarenlang ontvingen deze tekenaars regelmatig doodsbedreigingen

(2) Wolinski, de ‘68-er, heeft vervolgens verschillende jaren aan “l'Humanité”, het blad van de Stalinistische KP, meegewerkt. Hijzelf had trouwens geschreven: “Wij hebben mei ‘68 gemaakt om niet te worden wat wij geworden zijn”.

(3) In de XIXe eeuw hadden kleine minderheden, die tegen de Staat in opstand kwamen, zoals de populisten in Rusland en bepaalde anarchisten in Frankrijk of in Spanje, er hun toevlucht toe genomen. Deze steriele gewelddadige acties werden altijd door bourgeoisie tegen de arbeidersbeweging gebruikt om de repressie en om “schurkenwetten” te rechtvaardigen.

(4) Lees ons artikel over onze website: Pearl Harbor 1941, 'Twin Towers' 2001: machiavelisme van de bourgeoisie. (https://fr.internationalism.org/french/rint/108_machiavel.htm [11]).

(5) De oproep om mee te doen aan deze manifestatie van “Nationale Eenheid“ is unaniem gedaan door de vakbonden en de politieke partijen (alleen het Front National zal er niet zijn), maar ook door de media. Zelfs de sportkrant L’Équipe roept op om mee te demonstreren!

(6) Marx, Het communistische Manifest, 1848

Tekening van Wolinski uit 1968. De arbeiders roepen om de revolutie, de vakbondsverantwoordelijke antwoordt: “Jullie zijn gek! De regering en het patronaat zullen dit  nooit aanvaarden.”

 

Geografisch: 

  • Frankrijk [12]

Theoretische vraagstukken: 

  • Maatschappelijke ontbinding [13]
  • Terrorisme [14]

Recent en lopend: 

  • Charlie Hebdo [15]

Ebola. Het kapitalisme in verval verspreidt nieuwe epidemieën

  • 1720 keer gelezen

Ebola is niet louter een medisch probleem. Het is vooral een sociale kwestie, het product van een systeem dat alle technologische en wetenschappelijke mogelijkheden heeft om het lijden van de mensen in de wereld, veroorzaakt door epidemieën, tot een minimum te beperken, maar dit niet voor elkaar krijgt.

De mensheid beheerst de explosieve uitbraken van de meest besmettelijke epidemieën. In haar geschiedenis is de mensheid regelmatig geconfronteerd met de uitbraken van natuurlijke ziekten, die reusachtige delen van de wereldbevolking doodden. Maar de evolutie van kennis stelde de mensheid steeds meer in staat de middelen te vinden om hun verwoestende gevolgen en aantal gedode mensen te verminderen.

Waarschijnlijk was de eerste massale en wereldwijde pandemie de zogenaamde “Zwarte Dood”, welke in Europa haar hoogtepunt bereikte in de jaren 1346-1353. Het was één van de meest verwoestende epidemieën, die leidde tot de dood van een geschatte 30-60% van de totale Europese bevolking. Door het toepassen van quarantainemaatregelen slaagde de mensheid erin de verdere uitbreiding ervan te verhinderen. In de 19de eeuw, in1826, brak er een choleraepidemie uit, die ook Europa raakte en tienduizenden mensen in Groot-Brittannië besmette. Eerst was het idee dat het werd veroorzaakt door een directe blootstelling aan de resten van vuil en bederf. Maar gebruik makend van eenvoudige onderzoekmethodes toonde een klein aantal artsen aan dat een gebrek aan hygiëne in de watervoorziening de ziekte verspreidde, iets dat Friedrich Engels al duidelijk had aangetoond:

“….. ondanks de opwinding die (…) de cholera-epidemie bij de gezondheidspolitie verwekte (….)  is dit alles (….) bijna in precies dezelfde toestand als in 1831! (….)  niet slechts de kelders, maar zelfs de benedenverdiepingen van alle huizen in deze buurt vochtig zijn, maar ook omdat een aantal van deze kelders, die voorheen met aarde waren dichtgegooid, mettertijd weer zijn uitgegraven en weer worden bewoond. (…) In één kelder, omdat de bodem ervan beneden het peil van de rivier lag, steeg ononderbroken water op uit een met leem dichtgestopt gat in de vloer, zodat de bewoner, een handwever, iedere morgen zijn kelder uithozen en het water op straat lozen moest!”( De toestand van de arbeidersklasse in Engeland, Hoofdstuk 2, De grote steden)

In Hamburg, een van de snelst groeiende steden in Duitsland, woedde de cholera opnieuw tien weken, waardoor alle commerciële activiteiten en de handel tot een volledige stilstand kwamen. 8.600 mensen stierven. In het jaar 1892 hoopte Friedrich Engels dat “De herhaaldelijke bezoekingen van cholera (…) en andere epidemieën hebben de Britse bourgeoisie de dwingende noodzaak ingescherpt zijn steden gezond te maken.” (Voorwoord bij De toestand van de arbeidersklasse in Engeland, 1892). De wetenschap ontdekte uiteindelijk dat de cholera door een vervuilde watervoorziening en door de blootstelling aan de uitwerpselen van besmette personen werd overgebracht.

In de loop van de 19de eeuw bereikte de geneeskunde enorme doorbraken. De ontwikkeling van vaccins en, wat nog belangrijker is, de introductie van sanitaire maatregelen, gekoppeld aan een beter inzicht in besmettelijke ziekte (epidemiologie), zijn wapens van onschatbare waarde geweest in de strijd voor de gezondheid van de mensen. “De ergste in dit boek beschreven misstanden zijn thans opgeheven of althans minder opvallend gemaakt….” (Idem)

In de eerste helft van de 20ste eeuw ging de ontwikkeling van wetenschap verder, en boekte nog steeds een aanzienlijke vooruitgang. De ontdekking van antibiotica, de introductie van efficiënte geneesmiddelen en inenting tegen een stijgend aantal ziekten, betekende dat een aantal van hen verre van het aantal sterfgevallen als vóór de Tweede Wereldoorlog veroorzaakten. Aldus was de bourgeoisie er zestig jaar geleden van overtuigd dat de globale oorlog tegen besmettelijke ziekten in de wereld op weg was naar een overwinning.

Een nieuwe pandemie-uitbraak tijdens de vervalfase van het kapitalisme

Maar, de toename van de tegenstellingen van het kapitalistische systeem, het begin van zijn vervalperiode, de historische crisis van het burgerlijke systeem, hadden de voorwaarden geschapen voor de uitbraak van twee wereldoorlogen en een heel aantal lokale oorlogen. Dit moest wel een dramatische invloed op de volksgezondheid hebben. De Eerste Wereldoorlog in het bijzonder leidde tot de uitbraak van een nieuwe pandemie.

De oorlog had geleid tot een volledige verwoesting van grote gebieden van Europa, de verplaatsing van miljoenen mensen, de vernietiging van de productiemiddelen en woningen, het massale transport van legertroepen van en naar alle regio’s in wereld…. Met andere woorden: de ontketening van een reusachtige chaos en een belangrijke terugval van de hygiënische en sanitaire omstandigheden.

Een nieuwe vorm van griep - als gevolg van censuurregels in oorlogstijd de Spaanse griep genoemd - werd bijzonder besmettelijk in de herfst van 1918 in Frankrijk. Chinese arbeiders, die van noordelijk China naar Frankrijk waren verscheept, vlak achter de frontlinie in de meest afschuwelijke omstandigheden aan het werk gezet, reeds op de rand van de uithongeringsdood, besmetten de militairen in de loopgraven. De griep verspreidde zich al snel naar de VS en delen van Azië. Hij doodde een geschatte 50 miljoen mensen over de hele wereld, waardoor hij wordt gerangschikt als een van de dodelijkste epidemieën in de geschiedenis. De bourgeoisie heeft altijd ontkend of gebagatelliseerd dat er enig verband zou hebben bestaan tussen de omstandigheden die door de oorlog waren geschapen en het reusachtige aantal sterfgevallen veroorzaakt door de griep.

De verslechtering van de levensomstandigheden tijdens de ontbindingsperiode van het kapitalisme

De vooruitgang in medische wetenschap en gezondheidszorg, die vanaf het midden van de 19de eeuw was bereikt, is nooit uitgebreid naar en in de praktijk gebracht in alle landen van de wereld. In de zogenaamde “ontwikkelingslanden” bleef de toegang tot dergelijke verbeteringen voor de grote meerderheid van de arbeiders en de boeren geblokkeerd. En dit is sindsdien nooit veranderd. Toenemende alarmsignalen over besmettelijke ziekten in deze gebieden van de wereld werpt een schaduw van twijfel over de propaganda over de “rooskleurige toekomst” en de “goede gezondheid” van het huidige systeem.

De fase van de ontbinding, die aan het eind van de jaren '80 begint, veroorzaakt een geest van ‘ieder voor zich’, doet de sociale samenhang scheuren en leidt tot een steeds groter moreel bederf. De ontbinding wordt gemerkt door de tendens tot een volledige chaos in alle hoeken van de wereld. Het kapitalisme in ontbinding slaagt er niet in om de ziekten tegen te gaan, maar neigt er daarentegen zelfs toe hen te verergeren en op te wekken.

Voor het marxisme is er hier niets verrassend aan. Deze ziekten zijn uitdrukkingen van het feit dat het kapitalistische systeem compleet aan het verrotten is, vanwege de bestaande impasse tussen de twee belangrijke klassen in de bestaande maatschappij: de bourgeoisie en het proletariaat. Aangezien de arbeidersklasse niet in staat is haar revolutionair perspectief door te zetten, nemen de tegenspraken van kapitalisme in verval alleen maar toe.

Tegen de achtergrond van deze groeiende chaos en door de overeenkomstige verslechtering van de hygiënische omstandigheden, waren er aan begin van dit millennium:

  • ongeveer 3.3 miljard mensen in de “ontwikkelingslanden“ die geen toegang hadden tot proper drinkwater;

  • bijna 2.5 miljard mensen (meer dan één derde van de wereldbevolking), die geen toegang hadden tot fundamentele sanitaire voorzieningen.

  • elk jaar 250 miljoen mensen ziek geworden door vervuild water, die in 5 tot 10 miljoen van de gevallen tot de dood leidde.

De opkomst van nieuwe besmettelijke ziekten en het opnieuw verschijnen van oude in verschillend regio’s van de wereld, waarvan men verondersteld was bevrijd te zijn, hebben een nieuwe gezondheidscrisis veroorzaakt, die alle tot dusver gerealiseerde verworvenheden dreigt te overweldigen. Ziekten die normaal gesproken altijd geografisch beperkt waren, treffen nu regio’s waarvan werd gedacht dat die veiliggesteld waren. Terwijl sommigen ziektes volledig zijn overwonnen, vechten anderen ziekten, zoals cholera en tuberculose, die altijd tot de grootste “natuurlijke” vijanden van de mensheid hebben behoord, zich met een hernieuwde hardnekkigheid een weg terug, waardoor jaarlijks miljoenen mensen sterven.

Het is de ontbinding van de maatschappij die duidelijk verantwoordelijk is voor een situatie op het vlak van de gezondheidszorg, die onbeheersbaar wordt. Neem bijvoorbeeld SARS, die een van laatste gevaarlijke pandemies was voor de uitbraak van Ebola. Van SARS wordt “verondersteld dat het overgeslagen is van de ene soort op de andere, in een straatarm gebied in het Zuidoosten van China, waar de mensen als het ware samenhokken met hun dieren onder omstandigheden die doen denken aan de Middeleeuwen. Deze [situatie] ligt aan de oorsprong van veel van de ernstigste griepepidemieën wereldwijd. Het ‘succes’ van de wereldmarkt ligt niet in het voorkomen van de totstandkoming van de ziektes, maar voorziet net de middelen voor hun verspreiding over de hele aardbol.” (‘SARS: Symptom of a decaying society’, World Revolution, publicatie van de IKS in Groot-Brittannië, Mei 2003).

De omstandigheden van de ontbinding in Afrika

“De neergang van het kapitalisme in militaristisch barbarendom komt het duidelijkste tot uiting in Afrika. In voortdurende conflicten, in de fragmentatie van kapitalistische staten, in de vervaging van de landsgrenzen, in de rol van clans en krijgsheren (...,) is het mogelijk om de fragmentatie en de chaos te zien die zich over dit continent uitbreiden, en die ons een idee geven van wat de ontbinding van het kapitalisme voor de hele mensheid in het verschiet heeft.” (‘The spread of war shows capitalism is at a dead-end, World Revolution, Mei 2013)

In de afgelopen decennia zijn, van de drie landen die het ergst worden getroffen door Ebola (Liberia, Sierra Leone, Guinea), twee verwoest door burgeroorlogen en etnische slachtpartijen. Tussen 1989 en 2003 werd de infrastructuur van Liberia vernietigd door twee burgeroorlogen. Sierra Leone werd geteisterd door een burgeroorlog van 11 jaar. Meer dan 100.000 mensen verloren daarbij hun leven en een veelvoud van hen onderging een ‘speciale’ straf in de vorm van barbaarse verminkingen.

Bovendien hebben de uitgestrekte projecten van de buitenlandse bedrijven, die op een niets ontziende wijze olie en gas of een van de minerale bronnen voor de nieuwe economieën exploiteren, tot een massale ontbossing en tot de vernietiging van de lokale habitat en de natuurlijke infrastructuur geleid. De ineenstorting van de sociale samenhang heeft het levensonderhoud van de landelijke bevolking sterk beïnvloed. De inheemse mensen werden gedwongen om hun landerijen te verlaten en naar stedelijke krottenwijken te verhuizen.

Van de drie landen is Liberia wel een van de minst economisch ontwikkelde en meeste verarmde landen in de wereld. Volgens het Wereldvoedselprogramma van de VN (WVP) leven 1.3 miljoen mensen in Liberia in extreme armoede. In Sierra Leone leeft 70% van de bevolking in extreme armoede. De helft van de bevolking in deze drie landen leeft in de grootste ellende, waarbij het hen ontbreekt aan de meest elementaire vormen van hygiëne, zoals toegang tot proper drinkwater.

De ononderbroken ontbossing heeft ook geleid tot een radicale verandering van de klimaatomstandigheden in de landen van westelijk en centraal Afrika. Er wordt een toename verwacht van de meest extreme vormen van neerslag. Plotselinge veranderingen, van droge naar natte omstandigheden, vormen een gunstig klimaat voor het uitbreken van Ebola. Het is de combinatie van de exploitatie door de buitenlandse bedrijven, de radicale verandering van weersomstandigheden en de globale economische crisis die de voorwaarden heeft geschapen voor de huidige catastrofale situatie op het vlak van de gezondheid.

Het verwoestende effect van Ebola

Het is niet de eerste keer dat Ebola uitbreekt. Er hebben herhaalde uitbraken plaatsgevonden, bijna elk jaar, sinds het voor het eerst werd ontdekt in 1976 in Centraal-Afrika. Ebola is hoofdzakelijk een plattelandsziekte waar het voedsel, dat door middel van de jacht wordt verzameld, mensen blootstelt aan besmette dieren, en waar het gebrek aan proper water de besmetting verspreid. De geïsoleerde omstandigheden in de plattelandsgebieden beperkte het aantal geïnfecteerden, en doodden slechts een paar honderd mensen.

Dit jaar verspreidde de Ebola zich voor het eerst naar de dichtbevolkte gebieden langs de westkust van Afrika. In deze gebieden zijn niet alleen de hygiënische omstandigheden, maar ook de staat van gezondheidszorg rampzalig, die de kwetsbaarheid van de krottenwijken voor de epidemie nog groter maakt.

Het virus ging de capaciteit van de lokale gezondheidszorg volledig te boven. Het verspreidt zich permanent sneller dan de capaciteit om het onder controle te krijgen. Nadat 60 werkers in de gezondheidszorg door de uitbraak van Ebola waren gestorven, ontstond er een zekere vorm van paniek. Joseph Fair: “Er zijn er heel wat die het zinkende schip verlaten.” Nadat de ziekte bijna 1.000 mensen had gedood en bijna 2.000 had besmet, verklaarde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 8 augustus de Ebola-epidemie tot een internationale noodtoestand ter bedreiging van de wereldgezondheid.

Het tempo van de besmetting versnelt nog steeds. De volksgezondheidszorg in Monrovia staat op het punt totaal ineen te storten. Alle basisvoorzieningen van de gezondheidszorg zijn gesloten, met inbegrip van de medicijnvoorziening voor de kinderen tegen malaria en medische behandeling voor zwangere vrouwen.

In de buitenwijk van Monrovia, in West Point, hebben de lokale ingezetenen, die door de gebeurtenissen en uit diep wantrouwen ten opzichte van de overheid, een school aangevallen die de autoriteiten stilletjes hadden veranderd in een isolatiecentrum voor mensen met Ebola-symptomen. De protesterende lokale bevolking brak in de school binnen en namen beddengoed en andere voorzieningen mee. Op zaterdag 18 augustus vielen de boze ingezetenen van West Point gezondheidswerkers aan.

Op 19 augustus, werd er een quarantainemaatregel aangekondigd voor West Point, waardoor een geschat aantal van 75.000 mensen in de val zat, en de nederzetting in feite veranderde in een reusachtig kerkhof. De ingezetenen bevonden zich daarmee in de “killing fields” van de epidemie. ‘Zij kunnen sterven, maar in ieder geval onder elkaar!’ De quarantaine, die de dood van honderden mensen, niet alleen wegens Ebola, maar ook door malaria (kinderen) veroorzaakte en gebrek aan voedsel en proper water, moest na 10 dagen worden opgeheven. In elk geval braken de ingezetenen in grote aantallen uit de afzetting.

Het Ebola virus heeft het hele potentieel in zich een ramp te worden op een schaal die zich nooit meer heeft voorgedaan sinds de Spaanse Griep van 1918-1920, bijna honderd jaar geleden.

Het cynisme van de wereldbourgeoisie

Tot nu toe kwam er slechts een uiterst kleine toestroom van hulp uit de rijke landen. Halfweg september bedroegen toezeggingen of schenkingen op schrift in totaal $326.7 miljoen dollar. Naast de mobilisering van een paar honderd toegewijde vrijwillige artsen en verpleegsters, vinden er voor het grootste deel maar kleine daadwerkelijke leveringen plaats van materiaal en gezondheidszorgpersoneel. De schriftelijk toegezegde hulp is nog $600 miljoen te weinig, om het aantal vereiste ziekenhuisbedden, personeel en andere behoeften te kunnen aanschaffen, die nodig is om de uitbraak onder de knie te krijgen, die zich in een alarmerend tempo uitbreidt.

De uitgaven van de VS, in de loop van de afgelopen negen maanden, bedragen nauwelijks $100 miljoen dollar. Dit staat in een dramatisch contrast tot de miljarden die door de imperialistische machten en hun bondgenoten onder de Golfmonarchieën ter beschikking worden gesteld voor de nieuwe oorlog in Syrië en Irak, laat staan de honderden miljarden die aan de oorlogen in Libië, Irak en Afghanistan zijn verspild. Niettemin beschreef Obama de uitbraak van Ebola als een “nationale veiligheidsprioriteit” voor de VS, omdat het de destabilisatie kan teweegbrengen van West-Afrika, dat “diepgaande economische, politieke en veiligheidsimplicaties” met zich meebrengt. Dus kon hij niets anders bedenken dan drieduizend militaire manschappen te sturen.

De rapporten van de WGO wijzen op een exponentiële toename van het aantal gevallen, die ruwweg om de drie weken verdubbelen. Het International Rescue Committee (IRC) heeft er, namens 34 Ngo’s, voor gewaarschuwd dat de wereld slechts vier weken de tijd heeft om te voorkomen dat de crisis ervan te onbeheersbaar wordt (2 oktober 2014). Tegelijkertijd constateert het dat, van de 1.500 nieuwe medicijnen die tussen 1974 en 2004 wereldwijd ter beschikking werden gesteld, slechts 10 zich op de tropische ziekten richtten. Wat Ebola betreft is er sinds 1976 nauwelijks enige vorm van onderzoek gedaan. Dus blijven de tropische ziekten meer dan een miljard mensen in de wereld besmetten en tot 500.000 per jaar doden.

John Ashton, van de Afdeling Volksgezondheidszorg (Faculty of Public Health) in Londen, beschreef de daadwerkelijke situatie als “een moreel faillissement van het kapitalisme, dat handelt bij gebrek aan een ethisch en sociaal kader.” De New Yorker verklaarde zonder omwegen dat de “ziekten die meestal armen in arme landen besmetten geen onderzoekprioriteit zijn, omdat het onwaarschijnlijk is dat die markten ooit eens iets zullen opbrengen.”

De huidige verspreiding van Ebola veroorzaakt een reusachtige ongerustheid in de centrale landen. Zoals altijd, zijn de zeer “antiracistische” staten vrij slim om de vrees voor Afrikaanse reizigers te gebruiken om xenofobische gevoelens onder de bevolking van Europa aan te wakkeren. De voornaamste fracties van de heersende klasse wenden het klimaat van angst en paniek aan voor eigen nut:

  • zodat iedereen de veel grotere bedreigingen, zoals oorlog of kernrampen, zouden vergeten die wij vandaag onder ogen zien;

  • om de bevolking van de centrale landen aan te moedigen zich ter bescherming achter de burgerlijke staat te scharen;

  • om met alle mogelijke middelen mensen van Afrikaanse landen te blokkeren die een toevluchtsoord zoeken in de centrale landen.

Door gebruik van zeep en proper water kan de verspreiding van het Ebola virus vrij eenvoudig worden ingedamd. Maar het huidige kapitalisme is zelfs niet in staat een dergelijk eenvoudige maatregel toe te passen. De uitbraak van Ebola is het gevolg van de toename van de tegenspraken van het kapitalisme dat al een eeuw lang “alleen maar meer ellende en vernietiging heeft gebracht in al zijn vormen. Geconfronteerd met de voortgeschreden ontbinding van zijn systeem, heeft de heersende klasse niets anders te bieden dan ideologische leugens en repressie”. (‘SARS: It is capitalism which is responsible for the epidemic’, World Revolution Mei 2003)

Zyart / 15.10.2014

Geografisch: 

  • Afrika [16]

Theoretische vraagstukken: 

  • Milieu [17]

Recent en lopend: 

  • Ebola [18]

In alle werelddelen: het kapitalisme en zijn oorlogen zaaien chaos

  • 1628 keer gelezen

Op de Eerste Wereldoorlog volgde de Tweede, op de Tweede Wereldoorlog de Koude Oorlog en op de Koude Oorlog volgde een onophoudelijke reeks van ontelbare gevechtshaarden die, sinds de jaren 1990, steeds grotere delen van de planeet treffen. Al vertoont ze niet het spectaculaire karakter van de confrontatie tussen twee blokken, tussen twee supermachten, toch brengt deze laatste periode het voortbestaan van de mensheid zelf niet minder in gevaar. Haar geniepigere en verraderlijkere dynamiek leidt dan wel niet tot een wereldoorlog, maar wel tot de veralgemening van oorlog en barbaarsheid. De oorlog in Oekraïne, die de terugkeer aangeeft van de oorlog in Europa, het historische hart van het kapitalisme, betekent trouwens een belangrijke kwalitatieve stap in deze richting.

De terugkeer van de oorlog in Europa

Na de Tweede Wereldoorlog en zijn 50 miljoen doden werd Europa opnieuw een werelddeel dat door de bruutheid van de militaire blokken van Oost en West verscheurd werd. Tijdens deze lange moorddadige periode van de Koude Oorlog vonden de moordpartijen plaats aan de periferie van het kapitalisme, door conflicten die in de eerste plaats gingen tussen de Verenigde Staten en Rusland. De bloedige episode van de Vietnamese oorlog was daar een dramatische illustratie van. Maar meteen na de afbraak van de muur van Berlijn begon er een nieuwe periode.

Gebruikmakend van het voorwendsel van de Iraakse militaire invasie van Koeweit, verklaarden de Verenigde Staten, aan het hoofd van een machtige maar weerbarstige coalitie, in 1991, Irak de oorlog. Hun hoofddoel: de tendens tot versnippering van hun oude imperialistische blok een halt toeroepen en hun wereldwijde leiderschap opnieuw bevestigen door een demonstratie van hun militaire macht. Het ging erom een zogenaamde 'nieuwe wereldorde' te garanderen. Ten koste van een materiële en menselijke ramp (meer dan 500.000 doden), massale bombardementen en het gebruik van zogenaamde moab-bommen die de longen doen barsten, moest deze zogenaamde 'chirurgische ingreep', deze 'beschavende oorlog', 'vrede en welvaart' brengen.

Maar deze leugen zou zeer snel ontmaskerd worden. Bijna tegelijkertijd ontbrandde er immers een nieuwe oorlog aan de poorten van Europa zelf, in ex-Joegoslavië. Een gruwelijke oorlog, op slechts enkele uren van Parijs, die al snel werd gekenmerkt door talrijke massagraven (waaronder die van Srebrenica waar, met de medeplichtigheid van de Franse en Nederlandse blauwhelmen, 6000 tot 8000 Bosniërs werden afgeslacht!)

En vandaag groeit er voor de poorten van Europa opnieuw een militaristische gezwel. In Oekraïne is de bourgeoisie openlijk verscheurd. Gewapende milities, die min of meer gecontroleerd worden door respectievelijk de Russische en Oekraïense staat, staan lijnrecht tegenover elkaar en gijzelen de bevolking van het oosten van Oekraïne. Dit conflict, dat steunt op nationalismen die tientallen jaren aangewakkerd werden, is duidelijk het gevolg van de politiek van de aasgieren. De belangrijkste machten die aan de touwtjes trekken zijn, zoals altijd, de grootmachten: de Verenigde Staten, Rusland, Frankrijk en groot aantal landen van West-Europa.

De dramatische situatie in Oekraïne geeft duidelijk een kwalitatieve stap aan die het zieltogende systeem zet in zijn proces van ontbinding. Het feit dat alle staten en fracties ertoe bijdragen om dit conflict op de spits te drijven, vanwege de uiteenlopende belangen binnen Europa, het centrum van de wereldbrandhaarden in afgelopen eeuw, laat zien hoever het systeem aan het ontbinden is.

De ontwikkeling van het ieder voor zich…

Met de instorting van de muur van Berlijn en de implosie van de USSR viel de oude discipline van de blokken weg en werd een echte doos van Pandora geopend. Ondanks de politieke gevolgen en de kortstondige illusies die gewekt werden door de eerste Golfoorlog, werden de Verenigde Staten immers verplicht om overal, steeds vaker, en dikwijls alleen, te blijven ingrijpen, zoals bij de acties in Somalië, Bosnië, Kosovo, Afghanistan en Irak.

Maar deze imperialistische politiek, symbool van een historische impasse, is duidelijk een mislukking. Elk nieuw machtsvertoon van deze supermacht vertaalt zich in een tendens, die openlijk haar onvermogen toont om de oorlogszones onder controle te houden waarin ze was tussengekomen. Als gevolg van een macht die in verval is, kan de imperialistische wanorde en honger, met in het kielzog daarvan een toenemend aantal nationalistische, religieuze en etnische conflicten, alleen maar toenemen.

De middelpuntvliedende krachten, die door een groeiende begeerte worden gevoed, hebben dus conflicten verwekt die, gekenmerkt door de werkelijkheid van de sociale ontbinding, de verbrokkeling van staten veroorzaken, de ergste warlords begunstigen en de gangsterpraktijken van allerlei vormen van handel bevorderen, waarvoor een prijs van dood en vernieling betaald moet worden. In de tweede helft van de jaren 1980 werd het hart van de Europese metropolen, zoals Parijs, Londen en Madrid, reeds getroffen door een reeks moorddadige aanslagen.

Het waren niet gewoonweg aanslagen waartoe groepen of geïsoleerde elementen hun toevlucht namen, maar daden van bestaande staten. In deze zin waren zij oorlogshandelingen, waarvan de aanslag van 11 september 2001 in New York een toppunt vormde. De ergste barbaarse uitdrukkingen, die lang naar de periferie waren gedrongen, neigden er inderdaad toe op te schuiven naar het centrum van het kapitalisme en dit te treffen, gebieden waar alleen het proletariaat door zijn aanwezigheid en zijn potentieel van beschaving, een rem kan vormen.

… en van de barbarij

Alle dagen sterven er vluchtelingen afkomstig uit landen in oorlog en die de Middellandse Zee willen oversteken. Opgestapeld als vee, in boten als doodkisten, proberen zij met behulp van smokkelaars zonder scrupules, wanhopig aan het onbeschrijflijke te ontsnappen. Het aantal vluchtelingen, asielzoekers en ontheemden in eigen land heeft, volgens de UNHCR, voor de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog officieel de vijftig miljoen overschreden. Alleen al de oorlog in Syrië had aan het einde van het vorig jaar 2,5 miljoen vluchtelingen en 6,5 miljoen ontheemden veroorzaakt. En alle werelddelen worden erdoor getroffen.

Verre van de trends van het kapitalisme in verval te verzwakken, heeft de ontbinding de imperialistische vijandigheden en het steeds irrationalere aspect ervan in ruime mate versterkt, en de weg geopend voor de meest duistere fracties van de bourgeoisie, die gevoed worden door de verrotting van de maatschappij en het nihilisme dat zij voortbrengt. Het ontstaan vandaag van islamitische groepen zoals Al-Qaïda, de Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS) of Boko Haramis het resultaat van deze dynamiek van intellectuele en morele regressie, van een ongekend onontwikkeldheid.

Op 29 juni jongstleden kondigde Daesh de instelling aan van een Kalifaat' in de gebieden die onder haar controle staan en de aanstelling van een opvolger van Mohammed. Tegelijkertijd ontvoerde Boko Haram, een organisatie van hetzelfde slag, enkele honderden meisjes.

Deze obscurantistische organisaties gehoorzamen aan niemand en worden enkel geleid door mystieke waanzin en de smerigste maffia-achtige belangen. In Syrië en Irak, in de zones die door de 'Islamitische Staat' worden gecontroleerd, is geen enkele nieuwe nationale staat levensvatbaar. Integendeel, de tendens gaat in de richting van ontbinding van de Syrische, Libanese en Irakese staat.

Deze afschrikwekkende en ondoorgrondelijke barbarij, die in het bijzonder belichaamd wordt door de jihadisten, dient vandaag, met de kwestie van de veiligheid als voorwendsel voor het ontketenen van nieuwe militaire kruistochten en westerse luchtbombardementen. Dit geeft de grote imperialistische machten de kans de volkeren en de arbeidende klasse te terroriseren,  en zichzelf te presenteren als beschaafde vredesbrengers. Maar in het Midden-Oosten werd ISIS in het begin wel degelijk, gedeeltelijk door de Verenigde Staten en door fracties van de Saoedi-Arabische bourgeoisie bewapend, en dan zwijgen we nog over de medeplichtigheid van Turkije en Syrië. Deze islamitische radicale organisatie is aan de controle van zijn meesters ontsnapt. Vandaar dat ze nu bezig is om de stad Kobane, in Syrië, te belegeren, enkele kilometers van de Turkse grens, in een gebied dat door de Koerden wordt beheerst.

In tegenstelling tot de eerste Golfoorlog lopen de grote mogendheden, de Verenigde Staten voorop, vandaag voortdurend achter op de gebeurtenissen, zonder enige politieke visie op lange termijn, en reageren ze slechts in functie van directe militaire noden. Een bonte coalitie van 22 staten, die onderling allemaal volkomen uiteenlopende belangen hebben, heeft de beslissing genomen om het kleine deel van de stad te bombarderen dat in handen is gevallen van Daesh. De Verenigde Staten, de leider van deze pseudo-coalitie, zijn vandaag niet in staat om zelf grondtroepen te sturen en kunnen evenmin Turkije, dat de Koerden van PKK en PYD vreest als de pest, verplichten militair in te grijpen in Kobane.

Alle vuurhaarden van de planeet hebben hun kookpunt bereikt. Overal worden de grote mogendheden steeds meer blindelings in deze dynamiek meegesleurd. In Mali is het Franse leger in het moeras vastgelopen. De onderhandelingen over 'vrede' tussen de Malinese regering en de gewapende groepen zijn in de impasse geraakt. De oorlog in de streek ten zuiden van de Sahara heeft een permanent karakter aangenomen. In het noorden van Kameroen en Nigeria, tegenover Boko Haram, nemen de gewapende strijd, de guerrilla's en de aanslagen hand over hand toe. In alle werelddelen, met name als men rekening houdt met de toename van de macht van China in Azië, verbreiden zich dezelfde laaghartigegewoonten en de ergste gangstermethoden.

Oorlogen die steeds irrationeler worden

In de negentiende eeuw, de bloeiperiode van het kapitalisme, hadden de oorlogen voor nationale eenmaking, de koloniale oorlogen of de imperialistische veroveringsoorlogen een bepaalde politieke en economische rationaliteit. De oorlog vormde een absoluut noodzakelijk middel voor het kapitalisme om zich te ontwikkelen. Het moest de wereld veroveren; zijn verzamelde economische en militaire krachten hebben het toegelaten dit resultaat uit “bloed en modder” te bereiken (Marx).

Met de Eerste Wereldoorlog veranderde dat allemaal radicaal. De voornaamste deelnemende landen blijven over het algemeen bijzonder verzwakt achter na deze jaren van totale oorlog. Vandaag, in de fase van ontbinding van het systeem, leidt een waanzinnige wedloop, een waarlijk macabere dans de wereld en de mensheid naar haar verderf. Zelfvernietiging wordt het overheersende kenmerk in de zones waar oorlog heerst.

Ook al is er geen directe oplossing voor deze helse dynamiek, dan bestaat er toch een revolutionaire oplossing voor de toekomst. En hiertoe moeten we geduldig bijdragen. Deze maatschappij is historisch voorbijgestreefd. Het voortbestaan van het kapitalisme is niet alleen een belemmering voor de ontwikkeling van de beschaving, maar zelfs een bedreiging voor haar voortbestaan zelf. Een eeuw geleden hebben de kommunistische revolutie in Rusland en de revolutionaire opmars in Duitsland, Oostenrijk en Hongarije een einde gemaakt aan de eerste imperialistische wereldslachting. In de huidige historische periode is het opnieuw de strijd van het internationale proletariaat die als enige een einde kan maken aan de verrotting en  verwording van deze maatschappij in ontbinding.

Geografisch: 

  • Afrika [16]
  • Europa [19]
  • Midden-Oosten [20]

Theoretische vraagstukken: 

  • Imperialisme [21]
  • Maatschappelijke ontbinding [13]
  • Oorlog [22]

Publieke bijeenkomst over de Eerste Wereldoorlog te Boedapest

  • 1407 keer gelezen

De boekenwinkel Gondolkodó Autonom Antikvárium in Boedapest nodigde de Internationale Kommunistische Stroming (IKS) uit om in september 2014 een publieke discussie in de stad te houden [sic], zoals we dat in de voorgaande jaren ook al gedaan hadden. De IKS stelde dit jaar voor om de film op onze website ‘How the working class brought an end to World War I’ [Hoe de arbeidersklasse een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog] te vertonen. Honderd jaar geleden was de arbeidersklasse - verraden door haar organisaties, de bonden en de socialistische partijen -niet in staat om het uitbreken van de gruwelijkste tot dan geziene oorlog in de geschiedenis, te voorkomen.

Vandaag de dag zijn de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog een verdere mogelijkheid voor nationalistische propaganda, in zijn liberaal-democratische of meer populistisch-patriottistische vorm. Wat er ontbreekt in de meeste uiteenzettingen, documentaires en artikelen over de Eerste Wereldoorlog is de realiteit omtrent het einde van de oorlog, en de oorzaken van de wapenstilstand. Zoals de film duidelijk maakt is de eerste revolutionaire golf van het wereldproletariaat een voorbeeld van een ‘publiek geheim’. Het bronnenmateriaal voor de film is breed beschikbaar op het internet; veel van de gebruikte foto’s komen van Wikipedia en het originele filmmateriaal van YouTube. Het feit dat er stakingen, muiterijen en opstanden waren is amper een geheim. De revolutionaire onlusten die leidden tot de val van het rijk der Habsburgers en de terugtrekking van Duitsland uit de oorlog zijn uitgebreid beschreven door burgerlijke historici. De samenhang van deze gebeurtenissen met de Russische Revolutie zijn ruim bekend.

Maar ondanks deze kennis is het simpele feit dat er een wereldwijde golf van arbeidersstrijd optrad, zoals de film stelt, ‘van Canada tot Argentinië, van Finland tot Australië, van Spanje tot Japan’, en dat deze gevechten op een of andere manier, bewust of onbewust, geïnspireerd werden door het voorbeeld van de greep naar de politieke macht van de Russische arbeiders in oktober 1917, nog steeds een geheim, een feit dat de bourgeoisie maar al te graag verborgen houdt. Waarom? Omdat, zoals de film duidelijk maakt, deze gevechten voor een kort aantal jaren de kapitalistische wereld op haar grondvesten deden schudden, en de burgerij vandaag nog steeds bang is van het voorbeeld dat de eerste revolutionaire golf stelde, ondanks alle moeilijkheden waarmee de arbeidersklasse vandaag worstelt, ondanks het schijnbare gebrek aan strijd, ondanks de voortdurende crisis en de ontbinding

Na het tonen van de film stelden we voor om niet alleen een discussie te houden over de historische gebeurtenissen, maar ook over de oorlogen in de huidige fase van de kapitalistische wereldorde en de rol van de arbeidersklasse vandaag. De voorgestelde thema’s voor het daaropvolgende debat waren: nationalisme versus internationalisme, is er een nieuwe wereldoorlog op komst? Staan we voor een toekomst met minder oorlog? Wat voor een oorlogen worden er vandaag de dag gevoerd? Wat zijn de zwakheden van de eerste revolutionaire golf in 1917-1923? Wat zijn de problemen van de arbeidersklasse en haar revolutionaire militanten vandaag?

Het debat was, zoals altijd in Boedapest, buitengewoon levendig en geanimeerd door de ernst van het publiek. Er is niets vanzelfsprekends om naar een publieke bijeenkomst te komen om over de perspectieven van een klasseloze samenleving te praten, in een land waar de bewoners voor 40 jaar onder het zogenaamde socialisme (1949-89) hebben moeten lijden, en waar de huidige regering zich al sinds lange tijd openlijk baseert op een Hongaars chauvinisme. Interesse kunnen opbrengen voor een publieke bijeenkomst onder dergelijke omstandigheden, vereist een houding die tegen de stroom in wil gaan.

De economische situatie in Hongarije is slechter dan in de meeste van de zogenaamde ex-socialistische landen in Oost-Europa (Polen, de Baltische staten, Tsjechië, Slowakije) en het militantisme van de arbeidersklasse is niet meer zichtbaar dan in andere landen. Met andere woorden, het publiek was sterk gepolitiseerd, politiek en cultureel ‘geschoold’, geïnformeerd over de geschiedenis van de arbeidersbeweging en begaan met verheldering in het open debat – vanuit een proletarisch standpunt.

Vragen over de revolutionaire golf

De vragen opgeworpen in het begin van de discussie gingen over historische feiten en de politieke beoordeling van gebeurtenissen. over de opstand in Shanghai in 1927, de arbeidersraad in Limerick (Ierland) 1920, de Slovaakse radenrepubliek in mei/juni 1919:

– In de film word gezegd: “In 1927 lanceerden meer dan een half miljoen arbeiders in Shanghai een gewapende opstand en namen de controle over de stad. Eens te meer werd deze opstand brutaal verpletterd door de nationalisten in een orgie van bloedvergieten”.

Een deelnemer wenste meer hierover. Het antwoord van de IKS onderstreepte het authentieke klassenkarakter van de geïsoleerde maar heldhaftige opstand in Shanghai van maart 1927. (2) Deze strijd was nog steeds een uitdrukking van een wegebbende golf, een ‘laatste stuiptrekking van de wereldrevolutie’ zoals wij het schrijven in het artikel.

Ze vond plaats tijdens de enorme uitbreiding van China wiens arbeidersklasse een fase doormaakte van revolutionaire gisting. De politiek van de overheersende Stalinistische factie in Rusland ten aanzien van de Chinese Communistische Partij (CCP) bestond erin om een anti-imperialistisch eenheidsfront op te bouwen met de burgerlijke Kwomintang om te vechten voor de ‘nationale bevrijding’ van China.

Onder de Stalinistische druk beval de CCP de arbeiders om hun wapens in te leveren bij de Kwomintang, die onmiddellijk daarop de arbeiders met diezelfde wapens afknalden. Zo maakte de Kwomintang brutaal een einde aan de arbeidersopstand van Shanghai, nadat de CCP de arbeiders gezegd had om vertrouwen te schenken aan het nationale leger van de leider van de Kwomintang, Chiang Kai Shek [Jiǎng Jièshí]. Wat daaorp volgde en wat alle Maoïsten de voorbereiding noemden van de ‘revolutie’ in 1949, was in feite slechts een oorlog tussen verschillende burgerlijke legers, die leidde tot de machtsovername door Mao en de CCP in militaire uniformen.

– Een andere kameraad uit het publiek vroeg waarom er in de film niets werd gezegd over de Soviet in Limerick in 1920. In feite kan een filmpje van 23 minuten over de gehele internationale omvang revolutionaire golf niet volledig zijn. Er zijn noodzakelijkerwijze vele gevechten die niet kunnen vermeld worden, en vele levensbelangrijke aspecten die niet kunnen behandeld worden – een film is tenslotte geen boek of artikel. Maar het zou zeker de moeite waard zijn om lessen te trekken uit het Ierse voorbeeld van een zelfstandig georganiseerde arbeidersstrijd – en van de de rol van het nationalisme in (IRA, Sinn Fein) in het neerslaan van deze beweging. (3)

– Hetzelfde kon gezegd worden van de steun die in Juni 1919 aan de Slovaakse Radenrepubliek werd verleend door het Hongaarse Rode leger. Deze gebeurtenissen staan goed in het geheugen gegrift van de gepolitiseerde mensen van Centraal Oost-Europa, maar werden niet diepgaand behandeld in de film. De IKS-delegatie kon niet concreet verwijzen naar de gebeurtenissen in Slovakije in 1919 wegens een gebrek aan diepgaande kennis over de historische feiten. Maar voor wat betreft de militaire aspecten van het vraagstuk, legde de IKS de klemtoon op het beginsel dat militaire middelen het bewustzijn en de zelfactiviteit van de arbeidersklasse niet kunnen vervangen, wat werd aangetoond door de mislukking in 1920 van het offensief van het (Russische) Rode leger in Polen.

De sociaal-democratie vóór 1914

Een langer discussie ontspon zich over de aard van de social-democratie vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een kameraad somde een kritiek op van verschillende deelnemers op de stelling van de IKS (ook aanwezig in de film) over het ‘verraad van de sociaal-democratie’. De IKS verdedigt het standpunt dat de meeste partijen die bij de Tweede internationale waren aangesloten, de arbeiders hebben verraden omdat deze arbeiderspartijen van de 19de eeuw op verschillende momenten verklaarden gehecht te zijn aan het internationalisme (om de klasse te verdedigen en niet de natie-staat).

Toch hebben de meeste van de leiders van de meerderheid van deze partijen dit beginsel veraden door hun openlijke steun aan hun nationale bourgeoisie in de eerste dagen van Augustus 1914, toen de oorlogskredieten werden gestemd in de parlementen en de ramp begon. Tegen die visie op de zaken stelde de kameraad die opkwam voor het verschillende standpunt dat de notie van verraad geen steek hield omdat ‘de sociaal-democratie nooit voor de revolutie was’. Volgens deze redenering waren de partijen van de Tweede internationale arbeiderspartijen, maar geen revolutionaire aangezien de arbeidersklasse in de vooroorlogse periode niet revolutionair was. De sociaal-democratische partijen waren een uitdrukking van de zwaktes van de arbeidersklasse in die tijd en laatstgenoemde was niet alleen een slachtoffer van dit verraad maar maakte er ook deel van uit. Een andere kameraad verwees in diezelfde discussie naar het enthousiasme voor de oorlog bij het begin van de Eerste Wereldoorlog en naar het feit dat de SPD (in Duitsland) reeds met handen en voeten aan de kapitalistische staat gebonden was door haar belangrijke parlementaire fractie.

In deze discussie zijn er verschillende aspecten. De IKS verdedigt het algemeen kader van de opkomst en het verval van het kapitalisme met verschillende taken voor de revolutionairen in de verschillende periodes. De sociaal-democratische partijen van de bloeiperiode, die eindigde met de Eerste Wereldoorlog, streden voor hervormingen binnen het kapitalisme EN voor revolutie, zoals Rosa Luxemburg in 1899 stelde in haar polemiek ‘Sociale hervorming of revolutie?’, tegen partijgenoot Eduard Bernstein.

Als gevolg daarvan herbergde de arbeiderspartijen in deze periode uiteenlopende stromingen, van openlijk reformistische en staatsgezinde tot revolutionaire stromingen zoals die rond Luxemburg, Lenin, Pannekoek, Bordiga, enz. In 1914 stonden de leiders van de meeste sociaal-democratische partijen inderdaad aan de kant van de nationale bourgeoisie – en verrieden dan zowel in theorie als in praktijk de internationalistische beginselen van de congressen van Stuttgart en Bazel van de Tweede internationale. Tijdens de oorlog bereidden deze revolutionaire fracties de vorming voor van de Derde internationale omdat de Tweede was uiteengevallen met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en wegens het verraad van het merendeel van partijen die er deel van uitmaakten.

Een ander aspect in deze discussie is het volgende vraagstuk: in welke mate beschouwen wij onszelf als een deel van de revolutionaire traditie uit voorafgaande periodes? In welke mate delen wij dezelfde gemeenschappelijke erfenis van beginselen en methode, van gemeenschappelijke opvvattingen?

De kameraden uit het publiek die het historische kader niet deelden van bloei en verval van het kapitalisme, legden de klemtoon op het gebrek aan een ‘kommunistisch programma’ in de sociaal-democratie. Zij stelden dat die zelfs zonder het verraad van de leiders, zou vasthouden aan het reformisme en de burgerlijke kapitalistische staat. Maar ondanks dit verschillend historisch kader, was er een algemene bekommernis in de discussie om de arbeidersklasse en haar revolutionaire voorhoede te beschouwen in hun wederzijdse verhouding: de zwakheden van de klasse met betrekking tot haar zelforganisatie, maar ook van de theoretische zwakheden van de kommunisten en internationalistische anarchisten uit die periode. De rol van de vakbonden en een heel wat vragen in verband met de verhouding tussen de klasse en haar voorhoede moeten nog opgehelderd worden.

Een jonge deelnemer die verwees naar de toestand in 1919 in Hongarije, zei dat de machtsovername in naam van de werkende klasse werd uitgevoerd door de sociaal-democratische en kommunistische leiders, en niet door de spontane activiteit van het zelfgeorganiseerde proletariaat. Een andere deelnemer onderstreepte het feit dat de Kommunistische partij die in 1918 was opgericht in Hongarije, gevormd werd door heel uiteenlopende stromingen (marxisten, syndicalisten, vroegere oorlogsgevangene die terugkwamen uit het revolutionaire Rusland en onderen) en heel eclectisch was in haar programma.

Hedendaagse oorlogen en klasse-bewegingen

In het laatste deel van de discussie werden vragen gesteld over lopende zaken. De meeste deelnemers aan het debat schenen akkoord te gaan over het groeiende oorlogsgevaar vandaag. De woekerende spiraal van bloedvergieten in Syrië, Irak en Oekraïne is overduidelijk. En deelnemer stelde dat geweld en oorlog hun greep uitstrekken van de periferie naar de centra van de kapitalistische macht. Als er een meningsverschil was in dit deel van de discussie dan ging het voornamelijk over het vraagstuk van de economische rationaliteit van deze conflicten. Terwijl de kameraden van de IKS de toenemende irrationaliteit onderstreepten van de oorlogen in de periode van ontbinding van het hedendaagse kapitalisme, bijvoorbeeld in de gebieden die worden opgeëist door de Islamitische staat (IS), repliceerden andere deelnemers dat zelfs deze oorlogen winstgevend waren voor sommige kapitalisten en zelfs voor het kapitalisme als geheel. Maar hier hebben wij het over twee verschillende vormen van rationaliteit: enerzijds de rationaliteit van winsten voor enkele welbepaalde kapitalisten, anderzijds de rationaliteit van een soort die volledig menswaardig moet worden.

De laatste vraag die opgeworpen werd in de discussie was: Waarom sloten de arbeiders zich niet aan bij de Occupy-beweging? Ons antwoord was dat zelfs als er talrijke mensen rond deze vlag geschaard waren in 2012/13, die tot de arbeidersklasse behoorden, de beweging als geheel er toch niet aan dacht om haar strijd uit te breiden naar de arbeidersklasse, behalve voor een paar beperkte gevallen zoals in Spanje en in Californië. En de meeste Occupybetogers beschouwden zichzelf niet als proletarisch, alhoewel ze dat dikwijls wel waren. De moeilijkheid van de klasse om een specifieke klasse-identiteit te ontwikkelen was reeds een discussiepunt in de Budapest discussie in 2010. Het maakt deel uit van de bewustwording binnen de klasse die moet rijpen. Zonder dit zelfbewustzijn van het revolutionaire subject zal de sprong naar een nieuwe en werkelijk menswaardige wereld niet mogelijk zijn.

Terloops moet vermeld worden dat het interessante in de discussies in Boedapest is dat er één kwestie is die nooit in vraag gesteld word, maar die wij dikwijls te horen krijgen in West-Europa, namelijk het vraagstuk van het bestaan van de arbeidersklasse. Hier wordt de noodzaak voor een klasse-antwoord nooit in vraag gesteld. Het lijkt dat er een gemeenschappelijke opvatting bestaat over wat de arbeidersklasse is, haar kenmerken en haar verantwoordelijkheden.

Tenslotte willen wij de boekhandel Gondolkodó Autonom Antikvárium bedanken voor de uitnodiging om een openbare discussie te houden en voor de belangstelling voor het debat, wat alleen maar kan bijdragen tot het onderling versterken van onze krachten en capaciteiten.

IKS / 09.2014

 

Voetnoten

(1) E.g. in November 2010: Réunion publique à Budapest : Crise économique mondiale et perspective de la lutte de classe

(2) China 1927: Last gasp of the world revolution

(3) Irish republicanism: weapon of capital against the working class

 

 

Historische gebeurtenissen: 

  • 1914-2014 100 jaar na de grote oorlog [23]

Aktiviteiten van de IKS: 

  • Openbare discussiebijeenkomsten /Permanenties [24]

Theoretische vraagstukken: 

  • Imperialisme [21]
  • Oorlog [22]

Rosa Luxemburg behoort toe aan de proletarische revolutie, niet aan de sociaaldemocraten!

  • 1652 keer gelezen

Op 15 januari 1919, werd Rosa Luxemburg, samen met haar strijdkameraad Karl Liebknecht, vermoord door de vrijkorpsen. Dit krijgsvolk gehoorzaamde toen aan de orders van minister Noske, lid van de SPD (de Duitse sociaaldemocratie) die verklaarde “als er een bloedhond nodig is, dan zal ik dat zijn”! Het zijn de socialisten aan de macht, aan het hoofd van de democratische staat, die de bloedige onderdrukking georganiseerd hebben van de arbeidersopstand in Berlin en die een van de grootste figuren van de internationale arbeidersbeweging vermoord hebben.

“Tijdens hun leven worden grote revolutionairen door de onderdrukkende klassen beloond met onophoudelijke vervolgingen; ze verwelkomen hun theorieën met de meest woeste boosheid, de meest furieuze haat en de meest gewetenloze campagnes van leugens en laster. Na hun dood probeert men er onschadelijke iconen van te maken, hen haast heilig te verklaren, hun naam met een soort aureool te omgeven als 'troost' voor de onderdrukte klassen en om die te misleiden; zodoende wordt hun revolutionaire doctrine van haar inhoud ontdaan, wordt ze in diskrediet gebracht en de revolutionaire scherpte bot gemaakt. Over deze manier om het marxisme 'aan te passen' komen de bourgeoisie en de opportunisten uit de arbeidersbeweging vandaag overeen” (Lenin, Staat en revolutie, 1917)  (1).

Deze verfoeilijke moord werd al lang voorbereid met een voortdurende lastercampagne tegen Rosa Luxemburg. 'Rode Rosa', 'Rosa de relschopster', 'Rosa de bloeddorstige', 'Rosa, agente van het tsarisme'… gedurende haar leven bleef haar geen enkele leugenachtige aanval op haar persoon bespaard, met als hoogtepunt de oproepen tot pogrom eind 1918, begin 1919, in het bijzonder tijdens de 'bloedige week' in Berlin.

Maar amper enkele weken na haar moord begonnen de bourgeoisie en de opportunisten van de arbeidersbeweging er een onschadelijk icoon van te maken, haar heilig te verklaren, haar revolutionaire theorie van haar inhoud te ontdoen, te discrediteren en er de revolutionaire scherpte af te halen. Rosa Luxemburg mocht zeker niet de compromisloze en voorbeeldige militante blijven die ze geweest is; ze moest een tweede keer vermoord worden, vervormd tot een soort van pacifistische en feministische democrate. Dat is het echte doel, al sinds bijna honderd jaar, van de pogingen om deze grote voorvechtster van de revolutie 'in herinnering te brengen' en 'in eer te herstellen' (dat wil zeggen recupereren).

Een voortdurende campagne om de strijd van Luxemburg en Lenin te vervalsen

In de jaren 1930, in Frankrijk bijvoorbeeld, ontwikkelde zich een hele stroming rond Lucien Laurat, een stroming die steeds duidelijker toegevingen deed aan de lokzangen van de democratie om tenslotte te kennen te geven dat van bij het begin van de 'bolsjewistische revolutie', 'de worm' Lenin in de 'vrucht' van het revolutionair project zat. Deze ideologie zong logischerwijze de lofzang van het republikeinse leger in de Spaanse burgeroorlog van 1936-39, begroet de weldaden van de werving van de arbeiders voor de Tweede Wereldslachting onder de dekmantel van de strijd tegen het fascisme. Ze zal de POUM steunen in Spanje en de trotskisten wegens hun nationale 'heldendaden' van verzetsstrijders! Die misselijk makende democratische propaganda bereikte haar hoogtepunt vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog met mensen zoals René Lefeuvre, oprichter van de Franse uitgeverij Spartacus. In 1946, in een bundel teksten van Rosa Luxemburg (2) met een zuiver ideologische inleiding en met een geprefabriceerde titelmontage, 'Marxisme tegen dictatuur' (een titel die nooit door Rosa Luxemburg gebruikt werd!) stelt hij deze voorvechtster van de revolutie voor als radicale vijand van het bolsjewisme, wat niet anders dan een grove leugen is. In de inleiding van de bundel schrijft hij zelfs het volgende: “alle grote marxistische theoretici van internationale naam, Karl Kautsky, Emiel Vandervelde, Rudolf Hilferding, Karl Renner, Georgi Plekhanov – en er zijn er meer – kloegen evenzeer als Rosa Luxemburg de totalitaire doctrine van Lenin aan als absoluut tegengesteld aan de principes van het marxisme.”

Stalin mummificeerde Lenin en perverteerde zijn denken tot een schrikwekkend dogma. Rosa Luxemburg, de 'bloeddorstige', wordt hier een soort heilig apostel van de democratie! De stalinistische contrarevolutie ging met zijn uitwasemingen al gauw twee nieuwe verderfelijke en complementaire ideologieën voortbrengen: aan de ene kant het lokaas van het 'luxemburgisme' en aan de andere het monster van het 'marxisme-leninisme'. In werkelijkheid gaat het om twee kanten van dezelfde medaille, of eerder de twee kaken van dezelfde valstrik: de bolsjewieken 'met het mes tussen de tanden' afwijzen et de aangeboden figuur van een 'vredelievende' Rosa verheerlijken, zoals men de verminkte 'wilde' leeuwen van Hollywood bewondert, zonder tanden noch klauwen.

In 1974 werden in het Duitsland van het democratische kamp (de Bondsrepubliek), zelfs postzegels uitgegeven met het portret van Rosa Luxemburg!

Een nieuwe campagne tegen het proletariaat en zijn revolutionaire organisaties

Na de ineenstorting van het Oostblok en de verdwijning van de Sovjet-Unie, werd deze wijd verspreide ideologische campagne terug opgegraven en versterkt om de zogenaamde 'dood van het kommunisme' aan te wakkeren, die met veel ijver werd uitgeroepen na de val van de muur van Berlijn. De officiële ideologie bouwt hier verder op de grootste leugen uit de geschiedenis die bedrieglijk kommunisme gelijkstelt met stalinisme. Dit is een bijzonder doeltreffend ideologisch wapen in handen van de heersende klasse. Want als het proletariaat sinds 1990 zoveel moeite heeft om zichzelf te herkennen als sociale kracht, zijn bewustzijn en organisatie te ontwikkelen, komt dat juist omdat het van zijn verleden afgesneden is, omdat het zijn identiteit verloren heeft, niet meer weet waar het vandaan komt, wat het is en waarheen het kan gaan. Als kommunisme hetzelfde is als stalinisme, die verschrikking die uiteindelijk failliet gegaan is, waarvoor kan dan gevochten worden? Waarom de geschiedenis van de arbeidersbeweging bestuderen, als deze alleen geleid heeft tot de stalinistische catastrofe? Deze logica en dit vergift brengt de bourgeoisie in onze hoofden! En Rosa voorstellen als 'pacifist, republikeins en vijand van Lenin’ - die voorstander van de 'dictatuur van het proletariaat', die 'spirituele vader van Stalin' - is een van de zwartste hoofdstukken uit deze walgelijke propaganda. Wie hieraan, op bewuste wijze of niet, deelneemt, richten zich tegen de arbeidersklasse!

Vandaag komt in blogs, forums (zoals bv. Libcom in Groot-Brittannië, waar slijmerige opmerkingen gemaakt werden over Rosa Luxemburg), in boekhandels en kiosken, zowat overal in Europa en in de wereld, een nieuwe weerzinwekkende campagne op gang om opnieuw het beeld van de militante Rosa Luxemburg te vervalsen. Zo werd in televisie-uitzendingen Rosa Luxemburg recent nog uitsluitend in haar kwaliteiten als 'vrouw' en 'pacifist' opgevoerd. De zeer geëerde en gerespecteerde krant Le Monde publiceerde in september 2013 een artikel, geschreven door ene Jean-Marc Daniel, leraar aan de ESCP Europe Business school, met de zeer sprekende titel: 'Rosa Luxemburg, pacifistische marxiste'. Deze combinatie van de begrippen 'marxist' en 'pacifist' kan ons versteld doen staan: de 'echte marxist' is in de ogen van de heersende klasse degene die de klassenoorlog afzweert, die verzaakt aan de opstand en de omverwerping van het kapitalisme!

Vandaag worden talloze boeken uitgegeven, zelfs in jeugdliteratuur, waarin Rosa Luxemburg opgevoerd wordt als fel tegenstander van de bolsjewieken en van de 'dictator' Lenin. Her en der worden conferenties en debatten georganiseerd, zoals laatst in Parijs onder leiding van de 'luxemburgistische' democratische historici van de groep 'Critique sociale' (zie artikel in dit verband op onze franstalige website). Zelfs in de kunsten werd de prijs MAIF 2014 voor beeldhouwkunst toegewezen aan Nicolas Milhé voor zijn project 'Rosa Luxemburg'! Een echte ovatie voor Rosa… op voorwaarde dat zij tegenover haar strijdkameraden gesteld wordt, tegenover de bolsjewieken, tegenover de Russische revolutie en tegenover de revolutie tout court.

De recuperatie van Rosa Luxemburg om er een 'ongevaarlijk icoon' van te maken, is een brede onderneming van ideologische intoxicatie. Ze is erop gericht het idee door te drukken dat het proletariaat... niet moet vechten om de wereldwijde kommunistische samenleving op te bouwen, maar wel voor een 'democratische' maatschappij, zich inspirerend op het miskende levenswerk van Rosa Luxemburg die op leugenachtige wijze voorgesteld wordt als een vijand van de bolsjewieken. Na de afschuwelijke propaganda van het Zwartboek van het kommunisme, is het vandaag een stuk van deze uiteenzetting die officieel en met overtuiging opgenomen wordt in de schoolprogramma's (3).

Vandaag gaat het er de bourgeoisie om de meest kritische en weerbarstige elementen ervan te overtuigen dat er geen andere toekomst bestaat dan de verdediging van de burgerlijke democratie. Maar achter die verdraaiing van de werkelijkheid, wordt door de 'democraten' van alle slag met deze campagne om Rosa Luxemburg te recupereren, nog een ander - en niet toegegeven - doel nagestreefd: namelijk het in diskrediet brengen – door hen nog maar eens te 'demoniseren' – van de ware standpunten van de revolutionaire organisaties.

Olga/07.11.2014

 

Voetnoten

(1) Deze meesterlijke passage van Lenin is evenzeer van toepassing op het lot dat de bourgeoisie bedacht voor de Franse sociaaldemocraat Jean Jaurès.

(2) 'Problemen van de socialistische organisatie' (1904), 'Massa's en leiders' (of 'Bedrogen verwachtingen' - 1903),'Vrijheid van kritiek en wetenschap' (1899).

(3) Zie het artikel 'De vervalsing van de geschiedenis in schoolprogramma's' op onze internetsite (Frans).

People: 

  • Rosa Luxemburg [25]

Geschiedenis van de arbeidersbeweging: 

  • 1919 - De Revolutie in Duitsland [26]

Ontwikkeling van proletarisch bewustzijn en organisatie: 

  • Tweede Internationale [27]
  • De beweging van Zimmerwald [28]

Bron-URL:https://nl.internationalism.org/internationalisme/2015/1244/februari/internationalisme-nr-362-1e-2e-kwartaal-2015

Links
[1] https://nl.internationalism.org/tag/4/68/belgie [2] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/situatie-belgie [3] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/klassenstrijd-belgie [4] https://nl.internationalism.org/tag/territoriale-situatie/sociale-situatie-belgie [5] https://nl.internationalism.org/iksonline/201501/1210/de-bloedige-aanslagen-parijs-het-terrorisme-een-uiting-van-de-verrotting-van-d#voetnoot1 [6] https://nl.internationalism.org/iksonline/201501/1210/de-bloedige-aanslagen-parijs-het-terrorisme-een-uiting-van-de-verrotting-van-d#voetnoot2 [7] https://nl.internationalism.org/iksonline/201501/1210/de-bloedige-aanslagen-parijs-het-terrorisme-een-uiting-van-de-verrotting-van-d#voetnoot3 [8] https://nl.internationalism.org/iksonline/201501/1210/de-bloedige-aanslagen-parijs-het-terrorisme-een-uiting-van-de-verrotting-van-d#voetnoot4 [9] https://nl.internationalism.org/iksonline/201501/1210/de-bloedige-aanslagen-parijs-het-terrorisme-een-uiting-van-de-verrotting-van-d#voetnoot5 [10] https://nl.internationalism.org/iksonline/201501/1210/de-bloedige-aanslagen-parijs-het-terrorisme-een-uiting-van-de-verrotting-van-d#voetnoot6 [11] https://fr.internationalism.org/french/rint/108_machiavel.htm [12] https://nl.internationalism.org/tag/4/71/frankrijk [13] https://nl.internationalism.org/tag/3/47/maatschappelijke-ontbinding [14] https://nl.internationalism.org/tag/3/52/terrorisme [15] https://nl.internationalism.org/tag/6/293/charlie-hebdo [16] https://nl.internationalism.org/tag/4/55/afrika [17] https://nl.internationalism.org/tag/3/48/milieu [18] https://nl.internationalism.org/tag/6/291/ebola [19] https://nl.internationalism.org/tag/4/66/europa [20] https://nl.internationalism.org/tag/4/87/midden-oosten [21] https://nl.internationalism.org/tag/3/44/imperialisme [22] https://nl.internationalism.org/tag/3/49/oorlog [23] https://nl.internationalism.org/tag/5/289/1914-2014-de-grote-oorlog [24] https://nl.internationalism.org/tag/aktiviteiten-van-de-iks/openbare-discussiebijeenkomsten-permanenties [25] https://nl.internationalism.org/tag/people/rosa-luxemburg [26] https://nl.internationalism.org/tag/9/145/1919-de-revolutie-duitsland [27] https://nl.internationalism.org/tag/8/132/tweede-internationale [28] https://nl.internationalism.org/tag/8/133/de-beweging-van-zimmerwald