Airbus, Alcatel,...: De vakbonden saboteren de arbeidersstrijd

Printer-friendly version

Afdankingen, afschaffingen van betrekkingen, sluiting van bedrijven, precarisering, de­localisaties… Steeds meer loontrekkers ondergaan deze verschrikkelijke werkelijk­heid van de versnelling van de kapitalistische crisis.

Afdankingen, afschaffingen van betrekkingen, sluiting van bedrijven, precarisering, de­localisaties… Steeds meer loontrekkers ondergaan deze verschrikkelijke werkelijk­heid van de versnelling van de kapitalistische crisis. Het zijn dezelfde aanvallen, in Eu­ropa voor de groep EADS-Airbus, bij Alcatel-Lucent, Volkswagen, Deutsche Tele­kom, Bayer, Nestlé, Thyssen Krupp, IBM, Delphi… Net als op het Amerikaanse conti­nent, met Boeing, Ford, General Motors, Chrysler.

Alleen al in de privé-sector in Frankrijk zijn er in 2006 officieel 10.000 arbeidsplaatsen gesneuveld en er staan nog eens 30.000 op de helling tot het eind van 2008. Deze plannen, die voortaan op wereld­schaal gemaakt wor­den, zijn steeds omvangrijker en treffen niet alleen meer de secto­ren die niet meer mee kunnen of ver­ouderd zijn, maar ook speerpuntsectoren zoals de luchtvaart, de informatica, de elektronica… Ze treffen niet alleen de kleine en middel­grote bedrijven maar breiden zich uit tot de grote groepsleiders van de industrie en hun onderaannemers. Ze beper­ken zich niet langer tot arbeiders aan de productielijnen maar nemen ook ingeni­eurs, commerciële kaders, de sectoren van het onderzoek in het vi­zier.

Elke staat, elke leider van een bedrijf weet heel goed dat deze toestand er toe leidt dat alle loontrekkers, van de privé zowel als van de openbare sector waar proletariërs pre­cies hetzelfde lot ondergaan, zich steeds meer prangende vragen stellen over de toe­komst die hun te wachten staat, en nog meer over de toekomst van hun kinderen. Het blijkt steeds dui­delijker dat de loontrekkers van alle landen in dezelfde lekkende boot zitten. In deze niet eerder geziene context gaat de eerste zorg van de bourgeoisie er niet slechts naar uit om te proberen de meest gapende lekken in haar systeem te dichten maar ook om tijd te winnen, om te verhinderen dat de proletariërs zich bewust worden van deze wer­kelijkheid.

Dat is de reden waarom de vakbonden, die binnen het staatsapparaat de specifieke rol vervullen om de arbeidersklasse in te kapselen en te controleren, overal het voortouw nemen en het sociale terrein bezetten om het gras voor de voeten weg te maaien van ie­dere poging tot een verenigende mobilisatie van de arbeiders tegen deze massale en frontale aanvallen. Hun wezenlijke taak bestaat er vandaag uit om het initiatief te ne­men bij de strijd, om de aanvallen te laten slagen door de onderlinge concurrentie en ver­deeldheid tussen de arbeiders in stand te houden, per werkplaats, per locatie, per be­drijf, per sector, per land.

Het ‘Airbusmodel’ van de vakbondssabotage

De vakbonden, de regering, de directie, heel de politieke klasse en de media hebben de aandacht toegespitst op de 10.000 arbeidsplaatsen die verloren gingen bij Airbus (dat tot dan toe voorgesteld werd als een ‘paradepaardje’) waar zij de manoeuvres hebben vermenigvuldigd om de verdeeldheid te organiseren onder de arbeiders, om hun woede te verbrokkelen en hun strijdbaarheid te laten verdampen.

Om te beginnen wilden de vakbonden doen geloven dat ze niet op de hoogte waren van wat er op touw gezet werd, dat ze de werkgelegenheid en de belangen van de arbeiders zouden verdedigen.

En dat terwijl ze gedurende maanden volledig betrokken waren bij het fameuze plan Power 8. In feite had de directie daarvoor een ‘stuurcommissie’ in het leven geroepen dat gevormd werd door de HRM (directie van de Personeels­dienst) en de vakbonden. Dit had juist tot doel om “zich voor te bereiden op elke socia­le impact die haar maatregelen zouden kunnen hebben” (volgens een interne directie­nota van het bedrijf van Toulouse-Blagnac).

De vakbonden hebben overal dezelfde taal gehan­teerd, die van het minimaliseren van de aanval toen die werd voorbereid, en door de leugens van de directie en de betrokken staten volledig voor hun rekening te nemen. Vervolgens hebben ze de arbeiders van Méaulte, die twee dagen vóór de officiële aankondiging van het plan Power 8 spontaan in staking waren gegaan, het werk doen heropnemen. Zij beweerden dat de fabriek niet zou worden verkocht, terwijl de directie tezelfdertijd liet weten dat geen enkele beslissing over dit onderwerp was aangehouden.

Naar gelang de bijzondere situatie van iedere fabriek hebben de vak­bonden de verdeeldheid georganiseerd, zoals in Toulouse: tussen de getroffen en de ge­spaarde sectoren. Sterker nog, gedurende maanden hebben ze er op gehamerd dat als Airbus in een dergelijke situatie terecht is gekomen dat ‘de schuld is van de Duitsers’. In Duitsland was het al net zo: ‘het is de schuld van de Fransen’. De vakbonden heb­ben niet opgehouden met het ophitsen van het ‘economisch patriottisme’. In een pam­flet van 7 maart dat mede ondertekend was door FO-Metaal (vakbond met ruime meer­derheid in Toulouse), de CFE-CGC (vakbond van de kaders) en de CFTC, verklaarden zij bijvoorbeeld:

“Het belang van de Franse, lokale en regionale economie staat op het spel [...] Laten wij gemobiliseerd blijven [...] om Airbus te verdedigen, onze belangen, ons arbeidsinstrument, onze competenties en onze kennis ten dienste van de hele loka­le, regionale en nationale economie”.

Deze weerzinwekkende propaganda duwde de ar­beiders in de richting van de concurrentielogica van het kapitaal. Dat was ook al aan­wezig tijdens een mobilisatie van de vakbonden uit de verschillenden landen van Euro­pa waar de bedrijven van Airbus zijn ingeplant: “Laten wij samen ons arbeidsinstru­ment verdedigen, als loontrekkers van Airbus, als onderaannemers van alle bedrijven van Airbus in Europa” (gemeenschappelijk pamflet van de vakbonden op 5 februari 2007).

Na de betogingen van 6 maart, hebben ze een Europees antwoord voor 16 maart voor­gespiegeld en kondigden ze een grote betoging aan in Brussel, om deze vervolgens drie dagen tevoren af te gelasten en te vervangen door betogingen die nog altijd werden aangekondigd als ‘een Europese mobilisatiedag’, maar die beperkt bleven tot de arbei­ders van Airbus, versplinterd over de verschillende lokale bedrijven. En de kers op de taart was te zien in Toulouse waar de vakbonden de arbeiders bij de in­gang van de fa­briek oppikten en in volgepropte bussen afvoerden naar een totaal verla­ten verzamel­punt. Vervolgens lieten ze hen tot aan het kantoor van Blagnac marcheren waar ze wer­den opgewacht door een zee van tv-camera’s die ‘de gebeurtenis’ helemaal in de kijker zetten. Zodra ze daar waren aangekomen werden ze andermaal in de bussen gestouwd op weg naar de fabriek om het werk te hervatten (1).

Net zoals het geheel van de bourgeoisie hielden de vakbonden er niet aan vast om, in de context van aanvallen van alle kanten, een brede mobilisatie te zien van arbeiders op een Europese schaal, waarbij de arbeiders zouden samenkomen, elkaar ontmoeten, met elkaar discussiëren en hun ervaringen uitwisselen. Temeer omdat de aanvallen de pan uitrijzen: meer dan 6.000 arbeidersplaatsen bij Bayer en verlenging van de duur voor het afdragen van pensioenpremies op 67 jaar in Duitsland, het opzetten van een nieuwe aanval tegen de gezondheidssector in Groot-Brittannië, duizenden ontslagen bij Gevaert, Volkswa­gen en GM in België.

De vakbonden knappen overal hetzelfde vuile werk op

Er was voor de vakbonden evenmin sprake van dat de betoging in Parijs van de loon­trekkers van Alcatel-Lucent tezelfdertijd zou plaatsvinden. Deze ging in tegen het her­structureringsplan van de groep die 12.500 arbeidsplaatsen gaat kosten, waarvan ten minste 3.200 in Europa tegen 2008. Ze werd voorgesteld als een Europese eenheids-betoging maar er kwamen slechts 4.000 man opdagen. Ze waren afkomstig van alle ge­troffen Franse bedrijven, in het bijzonder uit Bretagne, maar ook uit de buurlanden, met uitsluitend symbolische vakbondsafvaardigingen van Spanje, Duitsland, Nederland, België en Italië. En die werden dan bedolven onder een woud van… Bretonse vlaggen op marsmuziek van de Bretonse doedelzak! In een reeks kleinere stakingen zoals bij Peugeot-Aulnay hebben de vakbonden de arbeiders meegesleurd in een lange uitputtingsslag rond loonsverhogingen. Terwijl in de Renaultfabriek van Le Mans, 150 arbeiders door de CGT werden meegesleurd in een staking die heel erg beperkt bleef, rond een nieuw flexibiliteitcontract dat door de andere vakbonden was goedgekeurd.

Wanneer men weet dat zowel PSA als Renault op hun beurt binnenkort ontslagplannen bekend zullen maken, merkt men dat het werkelijke doel van deze vakbondsstakingen en -acties is om de arbeidersstrijdbaarheid af te matten om deze aanvallen er gemakkelijker door te drukken. Dat was net zo bij de zoveelste actiedag, waartoe de leerkrachten op 20 maart werden opgeroepen. Ook daar was het doel hen uit te putten om hen vervolgens gemakkelijker alle aanvallen op te leggen waarvan zij het doelwit zijn.

De arbeiders hebben geen enkel gemeenschappelijk belang te verdedigen met hun bourgeoisie. In tegendeel, de toestand dwingt hen er toe, te erkennen wat hun gemeenschappelijke belangen zijn tegenover dezelfde (massale en gelijktijdige) aanvallen waar­mee ze overal geconfronteerd worden. Een dergelijke situatie begunstigt de ontwikkeling van in-vraag-stelling en nadenken. Daaruit vloeien op hun beurt, op steeds duidelij­ker wijze, de behoeften voort aan uitbreiding van de strijd, aan eenheid en solidariteit in de schoot van het proletariaat. Deze vormen de sleutel van de toekomstige strijd. Zelfs indien de vakbonden er op dit ogenblik in slagen om zonder zichtbare hindernis­sen hun sabotage-, verdeel- , isolerings- en opsluitingsmanoeuvres van de proletariërs door te drukken, zijn ze er toe gedwongen worden om zich steeds openlijker ongeloof­waardig te maken in de ogen van de arbeidersklasse.

Het is vandaag dat de voorwaar­den rijpen die het morgen de strijdende arbeiders mogelijk ma­ken om samen te discus­siëren, bij elkaar te komen, om hun ervaringen uit te wisselen, om zich buiten de vak­bonden om en over de nationale grenzen heen te organiseren.

Wim / 24.03.2007

Voetnoten

(1) De volgende dag titelde Libération van 17 maart: “Ongeziene radicalisering tegen de directie van vliegtuigbouwer Airbus: de loontrekkers van alle lan­den hebben zich verenigd”.