Door Internationalisme op
Bijna twee maanden zijn de arbeiders van VW-Vorst in staking geweest tegen de drastische afslanking van het bedrijf. Met gevoelens van hoop en vertwijfeling werden zij als een speelbal heen en weer geslingerd tussen patronaat, regering en vakbonden, tussen Duitse, Spaanse, Belgische, en nog tal van andere nationale en regionale belangen. Voor de arbeiders is het vandaag belangrijk lessen te trekken uit deze strijdervaring. Eén ding staat vast: met vereende kracht hebben de burgerlijke partijen en organisaties er alles aan gedaan om de strijdbaarheid van de arbeiders te bekoelen en om de realiteit van de economische crisis die aan de basis ligt van de herstructureringsplannen te verdoezelen. Voor hen kwam het erop aan het failliet van het kapitalistische marktmechanisme weg te moffelen en de woede van de arbeiders op te vangen in de perspectiefloze ‘actie’-methodes van de vakbonden. En vooral de dynamiek naar de opbouw van een echte solidariteit – deze tussen de arbeiders onderling en niet die met het kapitaal in moeilijkheden – te dwarsbomen.
Een symbool voor wat het kapitalisme ons nog kan aanbieden: rationaliseringen, flexibiliteit, loondaling, werkloosheid
De media schrijven bladzijdenlang over de “hemeltergend hoge vertrekpremies”, de “superhoge lonen” van de VW-Vorst-arbeiders. Waar ze echter als vermoord over zwijgen is dat de herstructureringsmaatregelen die in VW-Vorst aangekondigd worden een uittekening zijn van hetgeen niet alleen de overblijvende VW-arbeiders maar ook de ganse arbeidersklasse te wachten staat.
De inlevering wordt immers bijzonder zwaar: slechts 2000 à 2200 jobs zullen overblijven van de ongeveer 5200 rechtstreekse werknemers. In 2009, als alles goed verloopt, zou er in totaal terug voor 3000 man werk zijn, zo wordt er beloofd, weliswaar voor een deel in andere meer precaire contracten. 950 werknemers gaan met brugpensioen, maar volgens de regels van het nieuwe generatiepact. 1950 verlaten op ‘vrijwillige basis’ het bedrijf, met voor de eerste 1500 een oprotpremie als beloning. Voor de meeste onder hen met werkloosheid als enig perspectief. Voor de blijvers is er een systeem van ‘langdurige tijdelijke werkloosheid’ maar vooral, bovenop de 33% productiviteitsstijging die de arbeiders reeds realiseerden in de periode 2001-2005 en de nieuwe regeling inzake flexibiliteit sedert de zomer van 2006 (werktijden tot 10 uur per dag en 48 uur per week), wordt er een nieuwe CAO afgesloten met lagere loon- en productiekosten. De productievoorwaarden zouden in 2009 gelijk moeten zijn met die van de VW-vestiging in het oostelijk Duitse Mosel waar de loonkosten 16,9 euro per uur bedragen tegenover 23,8 euro vandaag voor VW-Vorst. Met andere woorden: een bijzonder harde opdrijving van productiviteit, flexibiliteit met wellicht tot meer dan 20% loonsverlaging er bovenop. En dan zwijgen we nog over de vele duizenden arbeiders van de toeleveringsbedrijven die grotendeels aan hun lot worden overgelaten en voor het overgrote deel ontslagen zullen worden aan veel slechtere voorwaarden nog als hun collega’s bij VW. Indien VW jarenlang door de bourgeoisie als een modelbedrijf geprezen werd op het vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden en werkzekerheid staat het ongetwijfeld nu model voor wat diezelfde bourgeoisie ons vandaag nog kan aanbieden: verregaande offers voor een systeem dat volledig op de dool is.
De media schrijven bladzijdenlang over de interne politiek van VW, de specifieke problemen van de automobielsector, het getouwtrek tussen de noden van de Belgische en Duitse economie, de zogenaamd overdreven winsten bij VW. Waarover men echter zwijgt is de realiteit van de crisis van het kapitalistische systeem, de wezenlijke oorzaak achter de herstructurering van VW.
Zo legt de socialistische metaalvakbond de verantwoordelijkheid voor dit bloedbad niet bij de patroons en de burgerlijke staat maar bij de Duitse arbeiders zelf en ‘hun’ bonden, die om de ‘Duitse banen’ te redden de ‘Belgische jobs’ bij VW-Vorst zouden opgeofferd hebben! Een afschuwelijke leugen! Schrapt VW niet ook 20.000 jobs in Duitsland, met daarbovenop loonsverlaging en arbeidstijdverlenging? De Duitse arbeiders, zoals die van alle landen, zijn net zo goed het slachtoffer van de kapitalistische agressie. De onomkeerbare historische crisis die het kapitalisme op wereldvlak doormaakt, vertaalt zich immers in het massaal ontslaan van arbeiders in alle landen. De arbeidskracht, wiens uitbuiting de bron is van de kapitalistische winst, ziet haar prijs als gevolg daarvan steeds verder dalen (zoals gebeurt met elke waar die in overvloed op de verzadigde markt aanwezig is) omdat de drastische vermindering van de productiekosten (en hierbij staat het loon op de eerste plaats) het enige middel is waarover de bourgeoisie beschikt om de concurrentie aan te kunnen op de steeds nauwere markten die met waren verzadigd zijn. Delokalisaties en herstructureringen dienen in de eerste plaats als drukkingsmiddel om de arbeidersklasse overal te dwingen almaar lagere lonen en almaar slechtere arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Arbeiders hier worden opgezet tegen de arbeiders van de andere landen in een eindeloze spiraal van loondalingen, productiviteitsver-hogingen en verloedering van de levensvoorwaarden (1). Wat biedt deze eindeloze spiraal van genadeloze concurrentie nog tenzij sluitingen (Renault Vilvoorde, Sabena, …), massale ontslagen (NMBS, Ford Genk, INBEV, DHL, Agfa Gevaert, …) en inleveringen (‘generatiepact’, ‘flexibiliteitpact’, ‘concurrentie- en werkgelegenheidspact’, …)?
Een symbool voor de rol die de vakbond speelt in de strijd: verdeeldheid zaaien, de strijd ontkrachten, machteloosheid aanpraten
De media schrijven bladzijdenlang over de negatieve invloed van de jarenlange ‘stakingscultuur’ van de VW-arbeiders en anderzijds over de constructieve en verantwoordelijke wijze waarop de vakbonden ‘actie’ gevoerd hebben. Wat ze hiermee nastreven is in feite de VW-arbeiders en tegelijk ook de ganse arbeidersklasse te overtuigen dat zij maar beter haar volle vertrouwen kan schenken aan de ‘realistische’ aanpak van de vakbonden, die, in overleg met de ‘behulpzame’ regering en met het patronaat het onderste uit de kan zal halen voor de arbeiders in de context van een nationale economie die verwikkeld is in een bikkelharde concurrentie op de wereldmarkt.
Herstructureringen en delokalisaties worden aldus gebruikt om het proletariaat te verdelen en te koppelen aan de ideologie van de concurrentie. Arbeiders worden opgesloten, fractie per fractie, en gericht op de verdediging van ‘hun’ uitbuitingsvoorwaarden, van het eigen bedrijf, van het fabrieksmerk ‘VW’, van het nationaal kapitaal. Vanuit deze logica is het kinderspel voor de burgerlijke propaganda – en de bonden spelen hierbij een vooraanstaande rol – om de gedachte ingang te doen vinden dat de kapitalistische staat en zijn regering een ‘beschermende factor’ zijn tegen de ‘wandaden’ van de ‘mondialisering’: “Premier Verhofstadt wist het Duitse topmanagement van VW tot garanties over een doorstart te overtuigen, in ruil voor een royaal aanbod van overheidshulp” (De Standaard, 09/01/2007). De regering wordt zo een ‘objectieve’ bondgenoot van de arbeiders teneinde de Duitse bonzen van VW tot rede te brengen en op te roepen de arbeiders ergens anders het mes op de keel te zetten (zoals in Spanje).
En de bourgeoisie weet maar al te goed dat deze boodschap het best aanslaat als er een gevoel van onmacht kan opgeroepen worden bij de arbeidersklasse en een afwezigheid van perspectief om collectief als klasse weerstand te bieden. Hiervoor zorgden de vakbondsmanoeuvres: vanaf het begin werden de arbeiders naar huis gestuurd, geïsoleerd van elkaar, zonder informatie of perspectieven. Een eindeloze aanslepende staking werd in het vooruitzicht gesteld, zonder algemene stakersvergaderingen waar echte discussies en beslissingen mogelijk waren, zonder gekozen, gecontroleerd en afzetbaar stakingscomité, zonder mobiliserende meetings, zonder massale delegaties die actief de solidariteit en uitbreiding zoeken naar andere delen van de arbeidersklasse. Elke uitbouw van echte strijdmiddelen en van een dynamiek om de strijd te versterken werd in de kiem gesmoord. De gedachte zélf van strijd voeren werd hoe langer hoe meer als zinloos ervaren. Er restte de arbeiders tenslotte niets anders dan te berusten in hun lot en al hun vertrouwen te stellen in de regerings- en vakbondsonderhandelaars.
En tenslotte schreven de media ook bladzijdenlang over het gebrek aan solidariteit binnen de arbeidersklasse met de VW-arbeiders en onder VW-arbeiders zelf. “Spontane solidariteitsacties, zoals in 1997 voor het personeel van Renault Vilvoorde, zijn er niet geweest” (De Standaard, 09/01/2007). Niet toevallig werd door de bourgeoisie – meer bepaald door de vakbonden – bijzondere aandacht besteed aan dit aspect van de campagne gedurende de ganse strijd:
- Door de afzonderlijke statuten en de verschillende situaties in de verf te zetten, hielden ze de arbeiders van VW en die van de toeleveringsbedrijven zorgvuldig gescheiden om van meet af aan de drang naar een ware arbeidssolidariteit te ondergraven.
- Individuele oplossingen werden aangemoedigd door middel van ‘astronomische’ vertrekpremies. De VW-arbeiders die op de voorstellen ingingen, kwamen op die manier over als deserteurs die hun collega’s en vooral die van de onderaannemingen in de steek lieten. Eens te meer moest deze ‘ieder-voor-zich’-sfeer de nutteloosheid van arbeidssolidariteit in de verf zetten.
- De grote ‘solidariteits’-betoging van 2 december speelde tenslotte een centrale rol in het ondergraven van de arbeiderssolidariteit door de vakbonden. Eerst aangekondigd met veel heisa als ‘de grote apotheose’ waar meer dan 50.000 arbeiders verwacht werden, deed men alles om dat cijfer niet te halen (tot zelfs de werkelijke opkomst grof te onderschatten), om vervolgens een gevoel van verslagenheid en onmacht aan te zwengelen door vast te stellen dat ‘er geen gevoel van solidariteit (meer) onder de arbeiders leeft’ en dat het in deze maatschappij ‘ieder voor zich’ is, om met andere woorden de demobilisatie en het gebrek aan solidariteit in de schoenen van de arbeiders zélf te schuiven.
De intensiteit van deze campagne is in feite een uitstekende indicator voor de angst die de bourgeoisie bij dit conflict bevangt. Door de ligging van VW in het Brusselse en het feit dat er evenveel getroffen arbeiders uit beide landsregio’s komen kon de kaart van de regionalistische en linguïstische misleiding veel moeilijker uitgespeeld worden. Bijgevolg was zij precies bijzonder bevreesd voor het ontstaan van een breed gevoel van solidariteit onder de arbeiders, over de sectoriële, regionale en taalkundige verdeeldheid heen, geen solidariteit uit ‘medelijden’ dus, maar een solidariteit van de arbeiders onderling, voor gemeenschappelijke belangen en dus belangeloos, zonder egoïsme, tegen dit barbaars systeem in ontbinding.
Een symbool voor de ontwikkeling van de strijd: Het enige antwoord dat loont is arbeiderssolidariteit
Al is de bourgeoisie met haar vakbondssabotage er uiteindelijk in geslaagd om de strijdbaarheid van de VW werknemers in te kapselen en te ontkrachten, toch laat de betoging van 2 december precies een ander facet van de sociale werkelijkheid zien. Door de dagelijkse aankondigingen van ontslagen en herstructureringen in fabrieken, dienstensector en openbare diensten groeit het besef bij steeds meer arbeiders dat iedereen wordt aangevallen. De sluiting van een sterk en strijdbaar bedrijf zoals VW roept niet enkel ‘medelijden’ op zoals de kranten schreven, maar vooral ook verontwaardiging, algemene ongerustheid over de toekomst. Velen kwamen betogen omdat dit de enige mogelijkheid was in de huidige omstandigheden om solidariteit te betonen. De aanwezigheid van veel jongeren sprak boekdelen: “Wij staan hier samen met onze ouders, wat rest er ons nog.” Ook tal van gepensioneerden waren aanwezig.
Deze toenemende strijdbaarheid zit weliswaar nog in een aanvangsfase maar er is een groeiende vastberadenheid in de arbeidersklasse om tegen de ontslagen te vechten. Jarenlang hebben de arbeiders aanvallen geslikt op hun arbeidsvoorwaarden, op hun lonen en werkzekerheid teneinde de werkgelegenheid te behouden op hun werkplek zelf. Maar vandaag zijn steeds minder werkenden bereid om deze eindeloze offers te brengen. Velen weten nog niet goed hoe samen te strijden, soms ook niet goed tegen wie of op wat zich te richten, hetgeen verklaart waarom het vandaag nog mogelijk is dat zij zich achter vakbond en regering scharen. Ondanks de grootse ideologische campagnes heerst er echter veel scepticisme ten aanzien van de gedane beloftes bij VW en dus ook elders. Het voorbije conflict kan niet afgedaan worden noch als een voorbeeld van een overwinning noch als dat van een nederlaag. Er heerst woede, wantrouwen en niet enkel verslagenheid in de arbeidersklasse als geheel.
Daarom is de bourgeoisie ook ongerust. Zij is zich bewust dat de klasse uit deze gebeurtenissen en sabotagemanoeuvres belangrijke lessen kan trekken. Daarom juist doet ze zoveel inspanningen om de solidariteit te kleineren. Werkloosheid bestrijden is niet eenvoudig. Dikwijls zullen de patroons inderdaad de stakingen net aanwenden als een voorwendsel om hun sluitingsplannen door te voeren (die sowieso gepland waren), zoals bij VW. Ze zullen hierin des te gemakkelijker slagen als de weerstand van de arbeiders geïsoleerd blijft tot een fabrieksvestiging of bedrijf. Anderzijds kan de dreiging of de reële uitbreiding van de strijd over de grenzen van vakbonds-, sectoriele of andere verdelingen heen – kortom de dreiging tot massastaking – de heersende klasse dwingen terug te krabbelen, zoals dit het geval was bij de strijd tegen de CPE in Frankrijk. Zo’n terugtocht is uiteraard tijdelijk. De verdieping van de economische crisis zal haar dwingen om terug tot het offensief over te gaan en nog meer desperate aanvallen uit te voeren op de arbeids- en levensvoorwaarden. Uiteindelijk, en dat is de voornaamste les, is de massale werkloosheid een onmiskenbaar teken van het bankroet van de kapitalistische samenleving. Voor de arbeidersklasse moet dit de stimulans zijn om niet enkel tegen de effecten van de uitbuiting weerstand te bieden maar tegen de uitbuitingsmaatschappij zelf.
Lac / 06.01.2007
(1) Zie de artikelenserie over de delokalisaties in Internationalisme, nr. 323, 325 en 328.